Category: Op de werkvloer

  • Kwaliteit en gelijke kansen vereisen meer middelen voor onderwijs

    Foto: Flickr/alamosbasement

    Het debat over kwaliteit in het onderwijs versus gelijke kansen vertrekt van een verkeerd uitgangspunt, met name dat de huidige tekorten een vaststaand gegeven zijn. Het vertrekt vanuit de vraag waar de weinige publieke middelen het best geïnvesteerd worden, maar het stelt niet de vraag hoe we meer publieke middelen kunnen afdwingen.

    De N-VA voert een forcing rond onderwijs. Voorzitter De Wever kondigde aan dat zijn partij de volgende Vlaamse minister van onderwijs wil leveren. Hij gebruikt het argument dat de minister van onderwijs best verder van de katholieke zuil kan staan, maar tegelijk is het volledige project van N-VA gericht op het versterken van de nu reeds sterkste scholen, vooral katholieke scholen. Pogingen om zwakkere leerlingen mee te trekken, mogen voor N-VA niet ten koste gaan van de sterkere leerlingen. N-VA wil de bestaande grote ongelijkheid – het Belgisch onderwijs is één van de meest ongelijkheidsbevestigende in Europa – behouden en zelfs vergroten. Wat noch N-VA noch de andere gevestigde partijen voorstellen, is om fundamenteel meer publieke middelen in het onderwijs te investeren, te beginnen met 7% van het BBP zoals dit begin jaren 1980 was, om van daaruit iedereen vooruit te trekken.

    Volgens OESO-specialist Dirk Van Damme moet ook de opleiding van leerkrachten beter. “Wanneer een samenleving duidelijke kwaliteitseisen stelt aan mensen in een bepaalde beroepscategorie, dan zal dat de aantrekkelijkheid van het beroep ook bevorderen,” merkte hij op in De Standaard. De aantrekkelijkheid van het beroep bevorderen, vereist eveneens een investering in het personeel. Zowel in de opleiding van het personeel als in de begeleiding en de arbeidsomstandigheden op de werkvloer. Nu stopt bijna de helft van de leraars in het middelbaar binnen de vijf jaar. Dat heeft veel te maken met een grote werkdruk (planlast, administratie, …) en het weinige respect dat daarvoor in de plaats komt. De job aantrekkelijker maken, betekent de werkdruk verlagen en de lonen en arbeidsvoorwaarden verbeteren in plaats van afbouwen, zoals onder de huidige rechtse regeringen gebeurt. Wie wil ook al weer zaken als vaste benoemingen afschaffen? Tevreden en gemotiveerd personeel is niet alleen belangrijk voor de leerkrachten zelf, maar ook voor de jongeren. De arbeidsomstandigheden van het onderwijzend personeel bepalen de leeromstandigheden van de jongeren.

    Al meer dan 30 jaar wordt er bespaard op het onderwijs terwijl we in een zogezegde kenniseconomie leven en de eisen die men aan het onderwijs stelt alsmaar groter worden. Het wordt hoog tijd dat het besparingsbeleid gestopt wordt en dat er meer publieke middelen in onze toekomst worden geïnvesteerd. Dat zullen we enkel doen door ons te organiseren en in verzet te gaan tegen de huidige regeringen.

  • Actiedag 2 oktober. Er zal meer nodig zijn om deze regering te stoppen

    Deze zomer hadden de vakbonden verkondigd dat ze het zomerakkoord van de regering niet zomaar zouden laten passeren. Op een actie van de socialistische overheidsbond aan de sluizen na, leek het er echter op, dat de vakbonden intussen ingedommeld waren. De aankondiging van ABVV-algemeen secretaris Vertenueil om van 2 oktober en algemene stakingsdag te maken, heeft het sociaal front wakker geschud. Er staat de regering nog voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober een sociale storm te wachten. Zo doorkruisen we haar tactiek om de aandacht voor sociale afbraak weg te leiden naar migratie en veiligheid.

    PDF van dit pamflet

    Vertenueil had een punt: als we nu niet staken, wanneer dan wel? Het zomerakkoord van de regering Michel is immers niet van de minste. Daarin staat onder meer de volledige herziening van de loonvorming. Regering en patronaat willen immers af van collectieve barema’s of weddeschalen op basis van ervaring en die vervangen door een loonvorming gebaseerd op prestatie en productiviteit. Dat zal de lonen drukken en de werkdruk fors verhogen.

    De regering wil meteen ook de welvaartsenveloppe voor uitkeringsgerechtigden opnieuw inkorten, de werkloosheidsuitkeringen na de eerste periode sneller doen dalen (degressiviteit) en een onbetaalde gemeenschapsdienst opleggen aan langdurig werklozen, want een arbeidsreserveleger om de lonen te drukken heeft pas zin als je het ook kan activeren. Voorts wil ze de minimumleeftijd optrekken voor tijdskrediet voor landingsbanen en SWT (brugpensioen) bij herstructureringen. Tenslotte zullen ambtenaren hun ziektedagen niet langer kunnen overdragen en wordt het statuut zodanig uitgehold dat er weldra niets meer van over blijft, ook niet de werkzekerheid.

    Hadden de overheidsvakbonden de forcing van Vertenueil nodig om uit hun sloffen te schieten? Dat weten we niet. Hoe dan ook, op 20 september, bij de herneming van het Waals parlement, betoogt de Waalse socialistische overheidsbond in Namur ter verdediging van de openbare diensten. Deelnemers kunnen staken, maar een algemene staking van de Waalse overheidsdiensten is pas op 10 oktober gepland. Bij de Vlaamse ambtenaren sleepte het langer aan, maar uiteindelijk heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront 7 personeelsvergaderingen georganiseerd. De opkomst en de woede waren zodanig dat voor 21 september een staking werd uitgeroepen. Een week later, 28 september, gaan ook de federale ambtenaren in staking, inclusief brandweer en zelfs politie rond ongeveer dezelfde eisen.

    Het voorstel van Vertenueil stootte op onwil van de top van ACV en ACLVB en werd helaas ook afgewezen door de hoogste instanties van het ABVV. Dat zal hem in de groep van 10 ongetwijfeld nog doorgestoken worden. Maar Vertenueil heeft daarmee wel verduidelijkt dat de overheidsbonden in hun verzet niet alleen zullen staan.  Dat wordt nog eens extra benadrukt met de uitgave van een nieuwe pensioenkrant door het gemeenschappelijk vakbondsfront.

    In de private sectoren worden de geplande ‘sensibiliseringsacties’ van 2 oktober nu veel ernstiger genomen. In Brussel wil het gemeenschappelijk  vakbondsfront meer dan 10.000 betogers op de been brengen. In de Antwerpse chemiebedrijven gaat een petitie rond omtrent eindeloopbaan en zware beroepen, een belangrijk onderdeel van het zomerakkoord. Bij GSK in Waals Brabant houden de vakbonden personeelsvergaderingen. Als van 2 oktober op die manier een succes wordt gemaakt, dan kan dit een uitstekende aanloop zijn naar een algemene staking nog voor het einde van het jaar, zoals het ABVV van Charleroi & Zuid-Henegouwen terecht vraagt. Het ABVV van Luik-Hoei-Waremme wil zelfs zolang niet wachten en al op 2 oktober een lokale 24-urenstaking organiseren. Wat vooral nodig is, zijn militantenconcentraties en personeelsvergaderingen om die acties op te bouwen, niet om voor de zoveelste keer te informeren, maar om duidelijk te maken dat het deze keer menens is.

    Wat zal er gebeuren als we dat niet doen? Olivier Chastel (MR) kondigt nu al aan dat hij de rechtse coalitie ook na de verkiezingen van 26 mei 2019 wil verder zetten. In dat geval wil de N-VA dat haar sociaal economische standpunten nog meer weerspiegeld worden. De N-VA wil beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, rechtspersoonlijkheid voor de vakbonden en inzicht in de stakerskassen. Ze wil de vakbonden en de mutualiteiten ook de uitkering van werkloosheid en ziekte ontnemen. Dat is niets minder dan de vakbonden vleugellam maken zoals Thatcher deed in de jaren ’80 in het Verenigd Koninkrijk. Dat stoppen moet nu gebeuren, want hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt.

  • Knelpuntenberoepen: krakkemikkig fake news

    Deze zomer pakte de regering, die doorgaat met haar sociale afbraak, opnieuw uit naar de werklozen. Onder het mom van openstaande betrekkingen in knelpuntenberoepen, richt minister Kris Peeters (CD&V) zijn pijlen opnieuw naar de zwaksten door de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen te versnellen in het kader van de “jobdeal”. Die bevat 26 maatregelen om ‘‘werkzoekenden te activeren,’’ gaande van vrijstelling voor werklozen die zich oriënteren naar zogenaamde knelpuntenberoepen, d.w.z. openstaande betrekkingen, tot een hervorming van de uitkeringen.

    Artikel door Simon (Luik)

    Die  houdt in dat een ontslagen werknemer de eerste zes maanden een hogere uitkering krijgt, die nadien sneller afneemt. Alsof een lagere uitkering het vinden van en job gemakkelijker maakt… Zonder een echte politiek van jobcreatie zal dat enkel meer armoede opleveren. Nu al bevindt 90% van de uitkeringen zich onder de armoedegrens. Het aantal personen geholpen door de OCMW’s is de voorbije vijf jaar met 27% gestegen. Net als andere organismen voor hulp aan de armsten, kreunen de OCMW’s nu al onder gebrek aan middelen.

    De mythe van de “knelpuntenberoepen’’

    In een opiniestuk (1) onder de titel ‘‘Knelpuntenberoepen… logisch’’ bekritiseert econoom Etienne De Callataÿ de argumentatie van de regering om haar nieuwe maatregelen te rechtvaardigen. Hij vestigt er de aandacht op, ook al lijkt dat paradoxaal, dat men niet op een simplistische manier het totaal aantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen (volgens hem 430.000, maar in werkelijkheid in mei jongstleden 490.000) en het aantal openstaande betrekkingen (140.000) mag vergelijken. Hij legt uit dat ‘‘de arbeidsmarkt niet vergelijkbaar is met een gewone goederen- of dienstenmarkt, en dat bijgevolg de behandeling van de tekorten niet gewoon een kwestie is van prijs of loon in dit geval. (…) Om verschillende redenen kunnen jobs moeilijk invulbaar zijn: slechte arbeidsvoorwaarden, een slecht imago, een werkgever die onwillig is om de vereiste vorming aan te bieden, discriminatie, moeilijke bereikbaarheid, een problematische verzoenbaarheid met het privéleven.’’

    De zogenaamde knelpuntenberoepen zijn dat dikwijls enkel omdat de arbeidsvoorwaarden er bijzonder moeilijk zijn (wisselende uurroosters, precaire contracten en deeltijds). Dat is bijvoorbeeld het geval voor ‘huishoudhulp’, volgens de FOREM, de VDAB in Wallonië, een “kritieke” functie. De politiek van de regering komt erop neer om werklozen slechte arbeidsvoorwaarden te doen aanvaarden. Volgens een studie van het ABVV stellen werkgevers steeds meer eisen inzake ervaring, het bezit van een wagen,…

    De Callataÿ gaat voort: ‘‘Er is een probleem met de logica als men onder het voorwendsel van het invullen van knelpuntenberoepen maatregelen neemt die er niets mee te maken hebben. Men kan wensen om het aandeel van de anciënniteit in de loonvorming te verminderen, maar hoe dat bijdraagt aan het invullen van vacatures is een raadsel.’’

    Een snelle analyse volstaat om het probleem van de knelpuntenberoepen te ontmaskeren als bedrog en het beleid van de regering als een operatie van sociale dumping die de werklozen zal aanzetten om steeds slechtere arbeidsvoorwaarden te aanvaarden.

    “Deze rechtse regering zal haar nefast beleid pas stoppen als ze geconfronteerd wordt met een consequente oppositie,” schreven we twee jaar geleden al. Dat wordt helaas opnieuw bevestigd. De regering is vastbesloten en vult dat aan met een ongekend cynisme.

    Gebruikt de regering verkeerde argumenten? Dat is omdat ze soms argumenten nodig heeft, ook foute, om steeds brutaler de zwaksten aan te vallen en de rijksten in de watten te leggen. Een regering die geen minuut uittrekt voor maatregelen tegen fiscale ontwijking om de grote fortuinen bij te doen dragen…

    De noodzakelijke gezamenlijke strijd van werknemers met of zonder werk

    De werknemers zonder werk behoren tot diegenen met de zwakste uitrusting om de aanvallen die onze sociale klasse ondergaat te weerstaan. Enerzijds heeft de strategie van verdeel-en-heers van opeenvolgende regeringen de werklozen gestigmatiseerd, wat uiteraard een effect heeft op de steun die ze mogen verwachten van andere lagen van werknemers. Anderzijds wordt mobilisatie bemoeilijkt door de typische instabiliteit van het statuut van werkloze, het isolement ervan en het precaire bestaansniveau. Dat is een vaststelling die de vakbonden en de verenigingen ter verdediging van de werknemers zonder werk al lang maken.

    De vakbeweging heeft haar kracht al dikwijls getoond, zeker toen ze eind 2014 de pas verkozen regering Michel op een haar na ten val bracht. Steunend op de vakbeweging zou de potentiële kracht die de werknemers zonder werk vertegenwoordigen overwinningen kunnen afdwingen en diegenen die armoede veroorzaken terecht kunnen wijzen.

    Stop de jacht op werklozen! Wie aan een van ons raakt, raakt aan ons allemaal!

    We moeten de werkloosheid bestrijden, niet de werklozen: voor een collectieve arbeidsduurvermindering naar 30u/week zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen.

    (1) La Libre, 10 augustus 2018.

  • Ziek beleid richt zich tegen ambtenaren

    Piket aan het Brugman-ziekenhuis in Brussel

    Deze zomer moest de regering op zoek naar 2,6 miljard euro om de begroting van 2019 rond te krijgen. Naast de beursgang van Belfius en de mogelijkheid van een vierde telecomoperator op de Belgische markt, werd vooral nadruk gelegd op de ‘jobsdeal’. We weten ondertussen al even dat de regering ‘jobs’ gelijkstelt met laagbetaalde, onzekere, hyperflexibele banen. Met dit akkoord wil ze dit verder veralgemenen in meer sectoren.

    Artikel door Sébastien (Luik) voor de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Het zomerakkoord bevat verschillende nieuwe aanvallen: versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen, ontmanteling van het brugpensioen en aanvallen op de arbeidsvoorwaarden en lonen. Alle werkenden en hun gezinnen liggen onder vuur, maar de ambtenaren wel heel erg. Dit bedreigt de kwaliteit van de openbare diensten.

    Ambtenaren slachtoffer van jacht op zieken

    De regering wil een einde stellen aan de mogelijkheid van ambtenaren om ziektedagen over te dragen. Tot hiertoe was er recht op 21 ziektedagen per jaar die aan 100% van het loon werden betaald. In de privé zijn dat er 30, maar de ambtenaren konden de 21 dagen overdragen naar de volgende jaren. Na die dagen valt het loon terug op een ziekte-uitkering van 60%.

    Volgens vicepremier Jambon (N-VA) maken sommige ambtenaren gebruik van alle gecumuleerde ziektedagen om tot twee jaar vroeger op pensioen te gaan. Jambon zegt er uiteraard niet bij dat hiervoor een ziektebriefje van een dokter nodig, waarbij vastgesteld wordt dat de betrokkene effectief ziek is. De regering beschuldigt de ambtenaren eigenlijk van valse ziektebriefjes.

    Dat is misschien begrijpelijk vanuit het standpunt van politici die nooit ernstig ter verantwoording worden geroepen, maar voor ambtenaren is er wel degelijk een controlesysteem om misbruik tegen te gaan. De controle gebeurt door Medex, het bestuur van medische expertise dat tot de FOD Volksgezondheid behoort. In een jaarverslag van Medex staat dat er in 0,6% van de afwezigheden wegens ziekte twijfel kon zijn. Dat aantal zal in de privé niet lager liggen.

    De nationale secretaris van ACV Openbare Diensten, Silvana Bossio, wees op een rapport waaruit blijkt dat statutaire ambtenaren minder vaak afwezig zijn dan contractuelen. Waar in de privé gedurende 30 dagen 100% van het loon wordt betaald, valt een zieke ambtenaar na 21 dagen terug op 60%. Twee griepepidemieën op een jaar volstaan soms om aan dat aantal te komen. Het afschaffen van de overdracht van ziektedagen zal vooral een impact hebben op ambtenaren die na enkele jaren langdurig ziek worden: zij zullen 40% van hun inkomen verliezen.

    Aanval op alle arbeidsvoorwaarden

    Los van de meer technische elementen, is het doel van de regering om de ambtenaren te stigmatiseren als zogenaamde ‘bevoorrechte’ laag, onder meer omdat ze ‘voor het leven benoemd’ zijn. Dat wordt stelselmatig herhaald om de solidariteit van werkenden die minder gunstige voorwaarden kennen tegen te gaan.

    Voor de ministers, zelf goed voor 10.000 euro netto per maand die ook na 21 of 30 dagen ziekte gewoon aan 100% wordt doorbetaald, is elke correcte arbeidsvoorwaarde en bijhorende beloning een rem op het versterken van de flexibiliteit en onzekerheid op de werkvloer, zaken waarmee de werkgevers hun winsten vergroten. We mogen ons niet laten verdelen. De echte profiteurs uit de regering stellen wat voor ons de norm zou moeten zijn voor als privileges: werkzekerheid, een leefbaar pensioen en aanvaardbare arbeidsvoorwaarden.

    Steun en solidariteit

    In de onderhandelingen over de hervorming van het ambtenarenstatuut beloofde de regering dat niet zou geraakt worden aan het stelsel van ziektedagen. We zien nu wat deze beloften waard zijn. Op 30 april was er al een actiedag van de ambtenaren. Michel Meyer, de federale voorzitter van het ACOD (Algemene Centrale van Openbare Diensten), kondigde aan dat er dit najaar acties zullen volgen. Marc Saenen van ACV Openbare Diensten stelde dat acties van de federale ambtenaren in september “vaststaan.”

    Een aanval op één laag van werkenden is een aanval op alle werkenden. De ene aanval dient om de volgende voor te bereiden. We moeten bouwen aan solidariteit met de ambtenaren door samen in strijd te gaan tegen het zomerakkoord en de eerdere aanvallen door deze rechtse regering.

    Na deze ‘jobsdeal’ zal de regering immers niet aarzelen om nieuwe aanvallen door te voeren. Een Thatcheriaanse regering heeft niet de neiging om vlak voor de verkiezingen te stoppen, maar blijft aanvallen. We moeten de sociale strijd opvoeren om onze eisen en bekommernissen op de agenda te zetten, zeker in tijden van verkiezingen.

  • Aanval op brugpensioen gaat onverminderd door

    Pensioenbetoging in mei. Foto: Liesbeth

    Het zomerakkoord gaat verder op het elan van de vorige besparingsmaatregelen. Niet alleen zieke ambtenaren en werklozen worden onder vuur genomen, maar ook wie jaren gewerkt heeft en op vervroegd pensioen wil (of moet na een collectieve afdanking). De pensioenleeftijd werd al opgetrokken tot 67 jaar en de voorwaarden voor brugpensioen, omgedoopt tot SWT (Stelsel van Werkloosheid met bedrijfstoeslag) werden strenger. Nu worden die voorwaarden nog strenger.

    Artikel door Sander (Dendermonde) voor de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’ die vrijdagavond van de drukker komt

    Na de collectieve ontslagen bij Carrefour eerder dit jaar voerden de neoliberale politici harde discussies. Niet over de inhaligheid van de directie van Carrefour dat personeel afdankt in een winstgevend bedrijf. Neen, het ging over de oudere werknemers van Carrefour die gebruik konden maken van SWT vanaf 56 jaar. Dat was voor de N-VA onaanvaardbaar. Werkenden die na jarenlange dienst hun job verloren, werden voorgesteld als ‘profiteurs.’ Het werd aangegrepen om de besparingsvijs nog harder aan te draaien.

    Het zomerakkoord voorziet in het optrekken van de loopbaanvoorwaarde voor SWT van 40 tot 41 jaar. De mogelijkheid van SWT bij herstructureringen kan vanaf volgend jaar pas vanaf 59 jaar en in 2020 wordt dat 60 jaar. Afwijkingen op basis van sociaal overleg zijn daarbij niet meer mogelijk. Hiermee wordt een nieuwe stap gezet in het zo goed als ontoegankelijk maken van vervroegd pensioen. Zo wil de regering iedereen tot 67 laten werken. Dat een gemiddelde werknemer maar gezond is tot 64 jaar doet voor de regering niet ter zake. We moeten langer werken omdat de levensverwachting stijgt, is het steeds terugkerende argument. Onder-tussen zorgt het beleid van sociale tekorten en onzekere jobs in de VS reeds voor een daling van de levensverwachting.

    Het wegnemen van SWT voor slachtoffers van een collectief ontslag betekent in de praktijk dat ze terugvallen op een werkloosheidsuitkering. Hetzelfde zomerakkoord voorziet in een snellere daling van de uitkering na enkele maanden werkloosheid. Het doel: mensen sneller tot slechtbetaalde en precaire jobs dwingen, die overigens ook geen uitweg uit de armoede brengen. Wie na jaren werken aan de deur wordt gezet een uitkering ontzeggen, dat is blijkbaar een prioriteit voor deze regering. Deze aanval op oudere werkenden moet 20 miljoen opleveren.

    Minister Peeters (CD&V) probeert zichzelf voor te stellen als het sociaal gezicht van de rechtse regering. Tegen zijn N-VA-collega’s in keurde hij het SWT-plan bij Carrefour goed. Dat werd echter meteen aangegrepen om deze mogelijkheid af te schaffen. In ruil voor nieuwe beloften rond Arco slikt Peeters opnieuw een aanval op het SWT. Maar ook dit zal niet volstaan, de N-VA is immers uit op de volledige uitdoving van de mogelijkheid van vervroegde pensionering.

    Het pensioenprotest van dit voorjaar moet verdergezet worden. De Pensioenkrant van de vakbonden was een uitstekend initiatief om de maatregelen uit te leggen en zo het protest ertegen op te bouwen. Een nieuwe editie van de Pensioenkrant dringt zich op, liefst meteen gekoppeld met oproepen tot forse acties. Massamobilisatie zal nodig zijn om de sociale afbraak te stoppen en de strijd te voeren voor een samenleving waarin mensen op een humane leeftijd op pensioen kunnen, waar er jobs voor iedereen zijn met degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden, waar wie zonder werk valt niet tot armoede veroordeeld wordt, … Een opbouwend actieplan kan het ongenoegen rond verschillende thema’s samenbrengen en richten tegen de echte schuldige voor de aanvallen op onze levensstandaard: de inhaligheid van de 1% rijksten.

  • Ryanair-piloot: “Misschien moet dit wekelijks”

    Met naar schatting 30 piloten, enkele verantwoordelijken van de christelijke bediendenbond en een groepje PVDA/Comac-militanten, nam ik voor LSP vanochtend deel aan de solidariteitsactie met de historische staking van de Ryanair piloten in Charleroi. Van de 46 voorziene vluchten in Zaventem werden er 26 geschrapt en 82 in Charleroi. In Ierland en Zweden werden telkens 20 vluchten geschrapt en in Duitsland, waar 96% van de Ryanairpiloten verspreid over 8 luchthavens voor staking stemden, werden 250 vluchten geschrapt. In Eindhoven, met maar 4 vliegtuigen, werden de vluchten bemand met werkwilligen van elders in Europa. Uiteindelijk moest Ryanair ruim 400 van haar voorziene 2400 vluchten schrappen.

    Verslag door Eric Byl

    Hoewel de piloten in Charleroi geen enkele werkwillige collega een strobreed in de weg legden, was er nauwelijks luchtverkeer. Het ongenoegen zit dan ook bijzonder diep. Een van de piloten vertelde me dat Ryanair intussen zijn achtste (!) maatschappij was. Hij had zowat overal ter wereld gevlogen en geleefd, het Midden-Oosten, Azië, Rusland etc. Tijdens de dip in de luchtvaart ten tijde van de crisis van 2007-2009 had hij nachtsortering verricht in een privaat postorderbedrijf en later gewerkt als busbestuurder. Sindsdien is de vraag naar piloten fors gestegen en kon hij opnieuw aan de slag. Hij vertelde me dat net zoals in koeriersbedrijven minstens de helft van de piloten bij Ryanair werken met een zelfstandigenstatuut en dat alle nieuwe aanwervingen op die manier gebeuren. Enkel wie overstapt van een andere maatschappij maakt kans op een vast contract, om hen aan Ryanair te binden, want ondertussen is er wereldwijd een groot tekort aan piloten, vooral gezagvoerders.

    Zijn collega had in de jaren van crisis nog gewerkt als barman. De lonen van piloten lijken hoog, maar de cijfers die in de pers verschijnen, zijn flink overdreven. Die zijn gebaseerd op die enkele uitzonderingen die bereid zijn tot het uiterste te gaan en elke prestatie aannemen. Geen enkele van de aanwezige piloten kon zich echter dergelijke bedragen inbeelden. Bovendien moeten veel piloten zich flink in de schulden steken, 90 tot 100.000 euro, om de dure opleiding te volgen. Voor wie niet van thuis uit van rijke afkomst is, betekent dit de eerste 10 jaar gauw een maandelijkse aderlating van ruim 1000 euro. Bij Ryanair betalen de piloten zelf hun uniformen, hun eten en drinken, tot de personeelsparking toe. In Zaventem loopt dat op tot 100 euro per maand en daarvoor ben je nog niet eens zeker of er wel plaats is, aangezien die parking dikwijls overvol staat.

    De voorbereiding van het vliegtuig die ongeveer 1u30 in beslag neemt en het afsluiten, een half uurtje, worden niet verloond. Men kan je vragen de dienst te verlengen tot 12 uur. De meeste zelfstandigen durven dat niet weigeren. Na enkele jaren kan je gezagvoerder worden mits een bijkomende opleiding. Officieel is er geen druk, maar feitelijk wenst Ryanair dat wel, want dan kan men je om het even welke standplaats geven. De regering heeft de pensioenleeftijd opgetrokken naar 67, maar piloten mogen van Europa maar tot 65 vliegen. Wie medisch afgekeurd wordt, heeft gedaan. Er bestaan daar verzekeringen voor, maar zelfstandige piloten moeten de premie uit eigen zak bijpassen. Er bestaan uitzonderingen, maar de meeste piloten worden al vanaf 55 tot 60 afgekeurd. Bij de actievoerders was er bij mijn weten geen enkele boven de 60.

    Piloten met een zelfstandigenstatuut betalen uiteraard zelf sociale bijdragen, maar ook loontrekkende piloten tasten in het duister wat hun sociale zekerheid betreft. Alle contracten bij Ryanair zijn van Iers recht en wie niet in Ierland woont, kan geen beroep doen op uitkeringen van de Ierse sociale zekerheid. Wie bij Ryanair begint, moet een bijkomende opleiding volgen. Die kost 30.000 euro die je moet terugbetalen. Om piloten aan de maatschappij te binden, kan je wel voor vijf jaar tekenen, jaarlijks vermindert dan het bedrag dat je moet terugbetalen, een beetje zoals ze recent nog bij de NMBS hebben ingevoerd voor treinbestuurders of zoals het bij de MIVB bestaat voor buschauffeurs. Het vroegere idee van piloten als de ‘crème de la crème’ is verleden tijd, teloorgegaan met Sabena. O’Leary, de CEO van Ryanair, noemt piloten ‘veredelde buschauffeurs’. Afgaand op de arbeidscondities en de verloning is het beroep van piloot stilaan ‘geproletariseerd’, een beetje zoals dat van leraars of nog veel langer geleden dat van postbode.

    Je merkt dat gelukkig niet alleen aan de condities, maar ook aan de toenemende strijdbaarheid en solidariteit. Het verbaasde mij met hoeveel gemak de piloten zich tooien met vakbondshesjes. De meesten zijn zowel lid van de pilotenvereniging Beca (Belgian Cockpit Association) als van het CNE. Vakbondslidmaatschap staat hen meteen toe een staking uit te roepen. Ook de solidariteit met het cabinepersoneel was opvallend. Hoewel de maatschappij piloten recruteert over heel de wereld, waren de aanwezige actievoerders vooral Belgen. Onder het cabinepersoneel is dat echter een kleine minderheid, zij zijn vooral Italianen, Spanjaarden, Portugezen of steeds meer Oost-Europeanen. Dat komt door de bijzonder lage lonen, tot 800 euro. Een van de piloten merkte op dat je evenveel verdient met een deeltijdse baan bij Lidl als een voltijdse steward bij Ryanair. Alle aanwezige piloten waren daar verontwaardigd over en geheel bereid hun actie te koppelen aan die van het cabinepersoneel.

    De eisen van de piloten en die van het cabinepersoneel zijn gelijklopend. Ze willen dat het arbeidsrecht wordt toegepast van het land waar ze gestationeerd zijn. Ze willen dat de vakbonden erkend worden en dat er een einde gesteld wordt aan het misbruik van schijnzelfstandigen. Ze willen betere arbeidscondities en wettelijk geregelde verloning. De meeste aanwezige piloten waren sceptisch. De erkenning van de vakbonden werd wel al meermaals beloofd, maar blijft aanslepen. De maatschappij zegt expliciet niet te willen afstappen van haar lage kostenstructuur. Net voor de staking heeft de directie van Ryanair nog laten weten staking te verkiezen boven toegevingen, dat zou immers ‘goedkoper zijn’.

    Tegelijk kan men niet langer de vastberadenheid van het personeel ontkennen. Als O’Leary dreigt met delokalisatie van Ierse tewerkstelling naar Polen, krimpt het personeel niet langer ineen, maar heeft hij nog een staking aan zijn been. Als hij in Nederland naar de rechter stapt om de staking te verbieden, beslist de pilotenbond om er de staking te vervoegen. De schrik om actie te voeren is weg, deels omdat er grote vraag is naar piloten, maar ook omdat ze zich bewust zijn van hun collectieve kracht en van het potentieel van uitbreiding. Het viel me op dat de actievoerders in Charleroi zich totaal geen zorgen maken over werkwillige collega’s, daarvoor is de deelname te groot. Ze gaan er allemaal van uit dat nieuwe acties nodig zullen zijn en verkondigen met zelfvertrouwen dat ook in Italië, Spanje en Portugal de klok voor actie tikt. Vandaag zal er niets uit de bus komen, verzekerde een piloot mij, maar misschien moet dit wekelijks, dan kan het omslaan.

    Voor Ryanair is het voorlopig vooral een zaak van principes, niet willen afwijken van een buitengewoon winstgevend model. De personeelskosten vertegenwoordigen slechts 12% van de totale kosten en van de winstmarge van Ryanair kunnen de meeste luchtvaartmaatschappijen enkel dromen. Ryanair beseft ook dat er nieuwe eisen zullen volgen als de maatschappij toegeeft op de huidige. Het staat al in de sterren geschreven dat het personeel een harmonisering zal wensen van de verloning en de arbeidscondities, een beter verlofstelsel zal eisen en garanties bij ziekte. Bovendien zal ook het personeel dat is aangeworven via Crewlink en Workforce gelijke rechten beginnen opeisen.

    De inzet is gigantisch. Daarom is het begrijpelijk dat de vakbondssecretaris van CNE zegt te hopen op een politieke tussenkomst van Europa of van de nationale regeringen. Maar Europa heeft tot nog toe geen krimp gegeven en ook de Belgische politici verklaren zich “machteloos”. De actiebereidheid van het personeel, waardoor de krachtsverhoudingen in haar voordeel keren, zal niet oneindig blijven toenemen, net zomin als de wereldwijde vraag naar piloten. Er mag geen tijd verloren gaan aan illusies in Europa of de nationale regeringen, integendeel, de relatief gunstige situatie moet juist benut worden om allemaal samen, piloten en cabinepersoneel van overal in Europa een oplossing voor iedereen af te dwingen door escalerende actie en meerdaagse stakingen.

  • R-E-S-P-E-C-T

    De sociale strijd neemt geen vakantie. Amper enkele maanden na de staking bij Lidl, de grote pensioenbetoging eind mei en verschillende spoorstakingen werd de afgelopen dagen actie gevoerd bij de Gentse afvalophaler Ivago en vandaag bij Ryanair, een staking die over verschillende landen gecoördineerd wordt in een bedrijf waarvan de schreeuwende CEO eerder uitriep dat de hel eerder zou dichtvriezen dan dat hij de vakbonden zou erkennen.

    Door Geert Cool

    Deze verschillende acties hebben iets gemeen: het gaat om personeel dat slechts vraagt om respect. Werkmensen die hun job graag doen, maar steeds minder in staat zijn om het naar behoren te doen of te blijven doen omdat hun werkomstandigheden en zijzelf door hun managers slechts als kostenpost worden gezien. Een piloot van Ryanair getuigde op het journaal dat de co-piloot zelf een nietjesmachine en nietjes moet meebrengen voor documenten die aan elkaar geniet moeten worden. Vuilnisophalers waren het beu dat ze niet eens voldoende water en degelijke zonnecrème meekregen op de veel te lange rondes in de verstikkende hitte. Het winkelpersoneel van Lidl vroeg eind april voldoende collega’s zodat de winkels er tenminste proper zouden bijliggen.

    Dat zijn allemaal evidente zaken die echter botsen met de winstlogica. De managers leren op hun managementschool enkel berekenen hoe ze de winsten van de aandeelhouders kunnen vergroten. Ze staan mijlenver van de realiteit van de werkvloer af. Dat botst en leidt tot de roep om respect, een woord dat heel vaak terug kwam in verschillende sociale conflicten de afgelopen periode. Die roep is zo sterk dat ook in sectoren en bedrijven zonder een vakbondstraditie actie wordt gevoerd. Piloten van Ryanair voelen zich genoodzaakt om enkel anoniem te getuigen uit angst voor represailles. Met een bullebak als O’Leary als baas, is dat niet verwonderlijk. Maar zelfs O’Leary moet inbinden als het personeel zich verenigt en collectief tot actie overgaat. We weten niet hoe het staat met het dichtvriezen van de hel, maar O’Leary moest onder druk van stakingen met vakbonden spreken en dus hun bestaansrecht erkennen.

    Bij Lidl en Ivago zorgde de roep naar actie van onderuit ervoor dat de vakbondsleidingen verrast werden. Er worden nieuwe tradities opgebouwd. Eigenlijk wordt aangesloten bij de wijze waarop vakbonden aanvankelijk ontstonden: het personeel komt samen, beslist om in actie te komen, overtuigt de collega’s en het zoekt manieren om dit te coördineren over verschillende vestigingen (Lidl) of zelfs verschillende landen (Ryanair). Dit kan best gevolgd worden door personeelsvergaderingen waar beslist wordt over hoe het verder moet, hoe gereageerd wordt op voorstellen van de directie, opvolging van beloften, … In alle drie de genoemde bedrijven is immers eerder al gebleken dat beloften niet altijd nageleefd worden – op zich een uiting van een gebrek aan respect voor het personeel. Dat kan er al gauw voor zorgen dat de emmer opnieuw overloopt en het personeel bij nieuwe acties niet gemakkelijk gesust wordt met beloften.

    De staking van de afvalophalers van Ivago was niet tegen een bedrijf in handen van een Duitse miljardair of een Ierse vakbondshater, maar tegen het management van een bedrijf waarin het Gentse stadsbestuur de grootste aandeelhouder is. Dat bestuur kreeg een kans om te tonen hoe een ‘links bestuur’ het verschil kan maken, maar heeft gefaald. Het stadsbestuur ging niet in tegen de mediapropaganda die vooral oog had voor de opeenstapeling van afval die slecht was voor het imago van de stad. Er werd niet geluisterd naar het personeel en er werd niet opgetreden tegen de arrogante directie. Integendeel: het stadsbestuur dreigde met de opvordering van personeel om de staking te breken. ‘Links’ kan je deze verdediging van het management van Ivago niet noemen. Het maakt voor de afvalophalers duidelijk dat vanuit deze hoek evenmin respect moet verwacht worden. Gelukkig dat veel gewone Gentenaars wel beseffen hoe hard de afvalophalers werken en daarom sympathie met hen betuigen.

    Van de gevestigde partijen en de traditionele media moeten we niet veel solidariteit verwachten. Het potentieel voor solidariteit is evenwel groot: iedere werkende kan zich wel herkennen in klachten van stakers. Het opvoeren van de werkdruk, de roep naar steeds meer flexibiliteit, het ondermijnen van arbeidsvoorwaarden, lonen die de stijgende kosten niet volgen, verhoging van de pensioenleeftijd, … zijn algemene maatregelen die mee ingevoerd of ondersteund worden door een regering die geen respect toont voor de gewone werkenden en hun gezinnen. Ook daar geldt dezelfde logica vanop de managementschool: als de grote aandeelhouders maar tevreden zijn. Grote bedrijven hebben vorig jaar voor 129 miljard euro aan betalingen naar belastingparadijzen gedaan. Dat is natuurlijk niet allemaal belastingontduiking, maar het geeft toch aan dat er middelen zijn. Het ging om een stijging met 57% op jaarbasis.

    De acties van de afgelopen dagen en maanden zijn een voorbode van groeiend verzet tegen het huidige beleid en de gevolgen ervan op de werkvloer: steeds meer mensen nemen het niet meer. We moeten actief ingaan tegen pogingen om ons te verdelen rond deze acties (zoals de pogingen om Ryanair-reizigers verantwoordelijk te stellen voor de slechte arbeidsvoorwaarden in plaats van op de miljardenwinst te wijzen). Verdeeldheid is er enkel op gericht om de belangen van de werkgevers, inhalige aandeelhouders en hun politieke vrienden te verdedigen. Kortom om diegenen die onze makkers niet respecteren het leven eenvoudiger te maken, zodat wij achteraf zelf ook des te harder kunnen gepakt worden.

    Wij zeggen: respect voor de vrouwen en mannen die opkomen voor degelijke werkomstandigheden zodat ze hun job op een goede manier kunnen uitoefenen. Hun strijd is de onze!

  • Solidariteit met de staking bij Ryanair

    Solidariteitsverklaring met de piloten en alle personeel van Ryanair, vanwege de Linkse Socialistische Partij / Parti Socialiste de Lutte. 

    (zusterpartij van de Ierse Socialist Party, het Duitse Sozialistische Alternative Voran, het Nederlandse Socialistisch Alternatief en de Zweedse Rättvisepartiet Socialisterna, allen onderdeel van het Committee for a  Workers’ International)

    Foto: Wikicommons

    De Linkse Socialistische Partij volgt met belangstelling en enthousiasme de strijd van het personeel van Ryanair.

    Ryanair misbruikt ieder achterpoortje in de wetgeving om het personeel maximaal uit te buiten. Ze stelt haar personeel tewerk volgens Iers recht, maar aangezien volgens de Ierse wetgeving werknemers enkel aanspraak kunnen maken op de opbouw van sociale zekerheidsrechten als ze in Ierland gedomicilieerd zijn, werken de Belgische crews zonder rechten op te bouwen voor hun pensioen of werkloosheidsuitkering. LSP steunt de eis van de vakbonden en de pilotenverenigingen (Beca, EERC) om het arbeidsrecht te doen gelden van het land waar men het werk aanvangt en eindigt, en waar men woont. Dit is de enige manier om sociale afbraak tegen te gaan door patroons die shoppen inzake arbeidsrecht. Het is ook de enige manier om arbeidsrecht op Europees niveau niet af te breken, maar naar boven toe te harmoniseren.

    Er bestaat een veelvoud aan verschillende arbeidsstatuten binnen het bedrijf. Het minst aantrekkelijke volgens het systeem van nul uren contracten, enkel betaald wanneer het vliegtuig beweegt. Vertraging of het vliegtuig poetsen tussen twee vluchten? Geen loon. Bijna 70% van de piloten werkt op zelfstandige basis. Bij het cabinepersoneel, dat vooral moet verkopen, gaat het vooral om uitzendcontracten, met nog minder zekerheid en bescherming. Te lange werkdagen brengen ook de veiligheid van de reizigers in het gedrang. Het personeel, zowel piloten als cabinepersoneel, is de werkomstandigheden, de extreem hoge werkdruk en flexibiliteit, meer dan beu. LSP ondersteunt haar collectieve acties, de succesvolle pogingen om die internationaal te coördineren en het afdwingen van vakbondsrechten.

    Onder druk van deze en voorgaande acties moesten Ryanair en O’Leary eind vorig jaar aan de piloten en opnieuw na de staking van het cabinepersoneel al eerder toegevingen doen aan “die kleine minderheid met hun onredelijke eisen.” Een van de aanleidingen van deze staking, naast de slechte arbeidsomstandigheden en dito verloning en de weigering om de vakbonden te erkennen, was de dreiging om vliegtuigen te verplaatsen van Ierland naar Polen waardoor 300 banen bedreigd worden. De brutale provocaties van O’Leary leiden niet meer tot het beoogde effect, maar wakkeren voortaan het verzet aan. Zijn dreigementen naar het cabinepersoneel in België moest hij al inslikken en zijn poging om in Nederland een staking door de rechter te laten verbieden deed de Nederlandse pilotenbond net aansluiten bij de pilotenstaking. LSP is het ermee eens om elke provocatie van de directie te beantwoorden met collectieve actie, zwakheid zet immers enkel aan tot meer agressie.

    Na de pilotenstaking vorig jaar zei O’Leary de erkenning van vakbonden toe. Van die toezegging was maar weinig te merken de afgelopen 6 maand, tot de staking van het cabinepersoneel. Toen beloofde hij alsnog de vakbonden in België te erkennen. Intussen staan de vakbonden echter al verder en steunt LSP hun eis om ook binnen Crewlink een vakbond te doen erkennen, zodat ook de arbeidsomstandigheden van het personeel dat via dit bureau wordt tewerk gesteld, kunnen verbeterd worden. In de pers tracht men de reizigers te culpabiliseren. “Consumeren is kiezen,” schrijft de editorialist van Le Soir.  O’Leary leest niets liever: het speelt reizigers en personeel tegen elkaar uit terwijl hijzelf met de winst gaat lopen: jaarlijks 3 miljoen € voor zijn eigen loon en winstcijfers voor Ryanair die jaar op jaar toenemen, tot een duizelingwekkende 1,5 miljard € vorig jaar! Niet de reiziger, maar de directie van Ryanair en de aandeelhouders zijn verantwoordelijk voor de slechte arbeidscondities! Ryanair buit het personeel uit, licht de reiziger op met allerlei onaangekondigde kosten en doet de gemeenschap betalen door luchthavens tegen elkaar uit te spelen.

    Wat heeft LSP hiermee te maken? Heel de Europese constructie en alle partijen van rechts tot de sociaaldemocratie zijn het ofwel eens met het model van Ryanair of ondergaan het met opgetrokken schouders. “Het is ronduit schandalig, en de Europese Unie onwaardig, dat mensen hiervoor nog actie moeten voeren. We hopen dat de EU haar verantwoordelijkheid opneemt,” zegt de vakbond terecht. Zolang die rechtse partijen en de sociaaldemocratie het voor het zeggen hebben, zal er echter niets gebeuren. We  hebben nood aan collectieve actie, aan vakbondsrechten, maar ook aan politieke vertegenwoordigers die de belangen van werkenden met evenveel ijver verdedigen als rechts die van de patroons verdedigt. Dat betekent ook het wettelijk opleggen van arbeidsrechten en degelijke verloning, inclusief de mogelijkheid die af te dwingen door inbeslagname en het uitbaten van een publieke vliegmaatschappij onder democratische controle van de gemeenschap en de werknemers.

    [divider]

    Hieronder een gemeenschappelijke verklaring van de Ierse parlementsleden van Solidarity en leden van de Socialist Party, Mick Barry, Ruth Coppinger en Paul Murphy

    Force Ryanair to make real changes

    Last December Ryanair said it would recognise trade unions. But since, it has ducked, dived, delayed and continued to decline the rights to collective bargaining or to make any serious concessions on key outstanding issues.

    Ryanair is not primarily concerned about cheap airfares or the public good. In reality they mistreat their staff and their passengers with the sole goal of maximising profits and Michael O’Leary’s wage is way above €3 million a year and its profit last year is an incredible €1.5 billion!

    Ryanair is a flagship for bullying and super-exploitative capitalism. So Friday 10 August sees the fifth day of industrial action forced on Ryanair staff because of the complete intransigence of Michael O’Leary and Ryanair management.

    Unprecedented action across Europe – making history

    Ryanair are under pressure from this spreading solidarity action spanning Ireland, Belgium, Sweden, the Netherlands and Germany.

    A victory for Ryanair workers would show workers everywhere that you can fightback against vicious anti-union bosses, including multi-national corporations. This is a vital battle.

    Ryanair is determined to hold out and will use every dirty trick in the book. That’s why Ryanair workers need to be united and be given the full support of the trade union movement throughout Europe.

    As members of the Socialist Party and Solidarity TDs in the Dail, we offer our full support to the Ryanair workers. Will assist in whatever way we can. In solidarity we raise the following ideas for consideration:

    No meaningful response from Ryanair, points to the need to escalate the action

    Increase the number of strike days, up to and including the possibility of all-out action

    Unite the workers – ensure that all cabin crew and pilots strike together

    Bring together a rank and file workers council for Ryanair staff across Europe

    Co-ordinate the action throughout Europe to maximise the benefit for all Ryanair workers

    Avoid divide and rule tactics – don’t make deals separately on a country by country basis

    “Nothing is agreed until everything is agreed” – make sure acceptable agreements are achieved for all Ryanair staff in every country before action is ended

    Call on the Irish Congress of Trade Unions and the European Trade Union Confederation to organise a complete trade union boycott of all Ryanair operations when strike are on

    An injury to one is an injury to all – Unity is strength

  • Ivago. Personeel protesteert tegen zware rondes in hitte

    Maandag brak bij Ivago een spontane staking uit. De directe aanleiding was de hitte en de extra zware rondes omdat meer dan een maand geen glas of papier opgehaald is in het centrum. Onderliggend zijn er eigenlijk dezelfde problemen als bij de staking drie jaar geleden: een compleet gebrek aan respect.

    Verslag door Thomas

    Simpele zaken zoals water of zonnecrème worden afgebouwd: vroeger kreeg iedereen 1,5 liter water ‘s morgens en nog eens ’s middags. Nu is dat nog slechts 1 liter voor volledige dag. Zonnecrème is van factor 50 naar factor 30 verminderd. De afbouw van deze zaken en daarenboven nog dagelijkse vernederingen of kleineringen vanwege management en directie hebben de emmer na drie jaar opnieuw doen overlopen. In november was er ook al een eendaagse staking die wees op de onderliggende problemen.

    De vervanging van de ene wereldvreemde manager door een andere heeft dus drie jaar de zaken wat kunnen bekoelen, maar nu is ook zijn krediet op en steken dezelfde problemen de kop op. Dit zal niet opgelost worden door een nieuwe stoelendans. De problemen gaan verder: de winstlogica die bij Ivago heerst en gestimuleerd word door het Gentse stadsbestuur die in Ivago enkel een melkkoe ziet voor haar winst. Deze winstlogica zorgt ervoor dat van het personeel het onmogelijke en nog wat extra gevraagd wordt. Daarom vinden we het zeer goed dat een ACV-delegee aan het piket vandaag stelde dat het personeel eist dat burgemeester Termont een einde maakt aan de toestanden binnen Ivago.

    Of de directie al begrijpt wat de problemen zijn en hoe deze aan te pakken, is niet zeker. Normaal zouden er deze namiddag opnieuw onderhandelingen zijn, maar verscheidene delegees waren niet overtuigd dat de directie met oplossingen zou afkomen. Gewoon in rondjes praten zoals al even bezig is zal geen oplossing zijn. Het is jammer dat er opnieuw een staking voor nodig is maar hopelijk wordt er deze keer iets aan de problemen gedaan en niet enkel aan de symptomen. Daar zal de Gentse politieke meerderheid een rol in moeten spelen.

    De woede is groot bij het personeel: er waren slecht enkele werkwilligen. De meeste arbeiders hebben de ervaring van de staking van drie jaar geleden en willen niet zonder oplossingen terug aan het werk gaan. De steun van andere openbare diensten die nu al of binnenkort met dezelfde winstlogica geconfronteerd worden, zou een belangrijke steun zijn voor de arbeiders. Maar ook de steun van de Gentse publieke opinie die de mannen van Ivago hebben concretiseren, zou de druk op het stadsbestuur verhogen.

  • Wij eisen ons deel van de koek: hoger minimumloon nu!

    In Seattle voerden de linkse socialisten een offensieve campagne voor een hoger minimumloon. Dit leverde resultaat op, het minimumloon van 15 dollar per uur werd effectief afgedwongen.

    Op het ABVV-congres eind mei werden offensieve eisen centraal gesteld: hoger minimumloon van 14 euro per uur, minimumpensioen van 1500 euro per maand en arbeidsduurvermindering. Deze eisen realiseren, zou een enorme stap vooruit betekenen voor honderdduizenden werkenden en hun gezinnen. Het mag niet bij woorden blijven, er is een opbouwende offensieve campagne voor nodig. We gaan in op enkele vragen rond het minimumloon.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Waarom het minimumloon optrekken tot 14 euro per uur?

    Terwijl er nog nooit zoveel rijkdom geconcentreerd zat bij een kleine elite, hebben bredere lagen van de bevolking moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Alles wordt duurder: huisvesting, transport, ontspanning, kinderopvang, bejaardenzorg, … Alles gaat omhoog, behalve onze lonen. Tussen 2000 en 2016 zijn we gemiddeld 14% productiever geworden, terwijl de lonen met maar 7% toenamen. Het zorgt voor een grote werkdruk, maar zonder bijhorend inkomen. Of denken die hoge heren en dames echt dat enkel zij hard werken? Ze moeten misschien eens een paar weken wisselen met een fabrieksarbeider, een personeelslid in een supermarkt of een verpleger.

    We werken harder en daar mag iets tegenover staan: een hoger loon. Door de minimumlonen op te trekken tot 14 euro per uur wordt de opmars van het virus van lage lonen gestopt. Het is een maatregel om armoede terug te dringen. En het zet een algemene opwaartse tendens voor de lonen in. Met een minimumloon van 14 euro per uur kom je als voltijds werkende aan een netto maandloon van 1.700 euro (2.300 euro bruto). Daarmee is het mogelijk om rond te komen.

    Zou een basisinkomen geen beter alternatief zijn?

    De roep naar een basisinkomen vertrekt van de terechte vaststelling dat velen moeite hebben om rond te komen en dat steeds meer mensen uit de boot vallen. Het probleem zit echter niet zozeer bij het stelsel van lonen en uitkeringen, maar wel bij de verdeling van de rijkdom. Als we van de huidige voor de gewone werkenden beschikbare middelen iedereen elke maand een basisinkomen toekennen, dan zal dat erg laag liggen en bovendien de sociale zekerheid ondermijnen (nu wordt de sociale zekerheid betaald door bijdragen van onze lonen). Met een basisinkomen van 500 of 600 euro per maand zal de armoede enkel toenemen.

    Om een hoger inkomen af te dwingen, zal strijd voor een herverdeling van middelen nodig zijn. We kunnen die strijd het beste voeren door gebruik te maken van onze plaats in het productieproces: het zijn de werkenden die de rijkdom creëren met hun arbeid, de werkenden kunnen dan ook de elite raken door het werk neer te leggen. Het verband tussen rijkdom en arbeid is essentieel, dit verband losser maken met een basisinkomen zal onze strijd niet ten goede komen.

    Door te gaan voor een minimumloon van 14 euro per uur, minimumpensioen van 1500 euro en minimale werkloosheidsuitkering van 1200 euro komt iedereen boven de armoedegrens terecht. Dan is er geen nieuw stelsel zoals een basisinkomen nodig.

    Zijn andere eisen, zoals rond arbeidsduur, niet belangrijker?

    We vertrekken vanuit wat nodig is voor de werkenden en hun gezinnen. Dat omvat verschillende maatregelen die niet los van elkaar kunnen gezien worden. Een hoger minimumloon volstaat op zich niet om tot werkbaar werk en een leefbaar leven te komen. Daarvoor moet de werkdruk effectief verlagen door het beschikbare werk te verdelen onder wie kan werken. Een algemene arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen is daarvoor nodig. Daarnaast zijn er meer publieke investeringen nodig in openbare diensten, zoals onderwijs, zorg, sociale huisvesting, … En ook de uitkeringen en pensioenen moeten omhoog.

    Bij het stellen van eisen moeten we vertrekken van wat nodig is. Door op bepaalde eisen een bedrag te plakken, zoals 14 euro minimumloon per uur, wordt ons programma concreter en is het gemakkelijker om een bredere informatie- en mobilisatiecampagne te voeren.

    Is 14 euro per uur wel haalbaar?

    De 8 rijksten die evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking weerleggen alle argumenten rond de onbetaalbaarheid van eisen voor de verbetering van het leven van de bevolking.

    In Noord-Amerika heeft actieve strijd in  heel wat steden en regio’s een minimumloon van 15 dollar per uur afgedwongen. Seattle was de eerste grote stad waar dit gebeurde. Deze maatregel was goed voor een transfer van rijk naar arm van 3 miljard dollar. Het leidde niet tot jobverlies: in het eerste jaar na de invoering kwamen er 2,5% jobs bij en steeg het gemiddelde loon in de stad met 3,5%, deze cijfers lagen boven het nationale gemiddelde.

    Er is strijd nodig om hogere lonen af te dwingen. Deze strijd moet zowel op het syndicale als het politieke terrein gevoerd worden. Dat is hoe in het verleden de 8-urendag en de sociale zekerheid werden afgedwongen. De kapitalisten zullen pas toegevingen doen als ze geen andere uitweg zien om een groeiende en radicaliserende beweging voor maatschappijverandering te stoppen of af te remmen. De dreiging van revolutie in ons land leidde tot het toegeven van betaald verlof of nog het algemeen stemrecht. Voor ons is de strijd voor een hoger minimumloon onderdeel van de opbouw van een krachtsverhouding voor maatschappijverandering: een socialistische samenleving die vertrekt van de noden van de meerderheid van de bevolking.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop