Your cart is currently empty!
Blog
-
Publieke verklaring: Over de strijd voor Nationale Bevrijding van Palestina
Openbare verklaring van LSP/PSL gebaseerd op een door het Nationale Congres aangenomen resolutie
De verkiezing van Trump tot staatshoofd van ‘s werelds grootste imperialistische mogendheid heeft de koloniale ambities van de extreem-rechtse Israëlische bourgeoisie, die op dit moment de staat controleert, alleen maar versterkt. Deze coalitie, die bestaat uit orthodoxe Joden, Mizrahi aanhangers en kolonisten, ontleent haar politieke macht aan de voortdurende uitbreiding van illegale nederzettingen, met als ultieme ambitie “Eretz Israël”, oftewel Groot-Israël. Het verklaarde doel van dit koloniale en racistische project is om het Palestijnse volk voor eens en altijd uit te roeien. Het genocidale beleid is echter niet het monopolie van Israëlisch rechts of extreem-rechts, maar van het hele Israëlische politieke spectrum. Het zogenaamde “vredeskamp”, dat beweert een einde te willen maken aan het conflict, blijft stevig vasthouden aan de koloniale structuren en is radicaal tegen het recht op terugkeer van de Palestijnen. Zodra je het pacifistische laagje van dit zionistische “links” wegkrabt, vind je nog steeds hetzelfde koloniale geweld.
Vandaag de dag, nadat de zionistische staat het staakt-het-vuren heeft verbroken, wordt Gaza opnieuw op dodelijke wijze belegerd. De Israëlische staat controleert tweederde van de Gazastrook en blokkeert de toegang van alle middelen die nodig zijn om te overleven. De dramatische gebeurtenissen sinds 7 oktober 2023 en de versnelling van het genocidale proces dat de kern vormt van het zionistische project, hebben de Palestijnse kwestie weer op de voorgrond geplaatst, evenals de thema’s imperialisme, kolonisatie en nationale bevrijding. Elke revolutionaire organisatie die geconfronteerd wordt met zo’n historische omwenteling moet noodzakelijkerwijs haar analyse herzien. De PSL/LSP is begonnen aan een proces van herziening van haar programma over koloniale kwesties en meer in het bijzonder over de Palestijnse kwestie. Dit proces is nog gaande, maar we kunnen nu al enkele conclusies en correcties geven. Specifiek over de analyse van het zionisme, de Israëlische staat en de rol van de Israëlische arbeidersklasse.
De historische positie van LSP/PSL
Onze politieke voorgangers (destijds de Revolutionaire Communistische Partij in Groot-Brittannië) verzetten zich meer dan 70 jaar geleden tegen de oprichting van de Israëlische staat in Palestina. In hun verzet tegen dit koloniale project wezen ze erop dat het geen veiligheid zou brengen voor de Joden en synoniem zou zijn met lijden voor de Palestijnen.
Na de Nakba en de oprichting van de Israëlische staat werd dit standpunt aangepast aan de nieuwe situatie. In het besef dat verschillende generaties Israëlische Joden daar geboren waren en dat de façade van eenheid in de Israëlische samenleving in werkelijkheid een gebroken klassenmaatschappij verhulde, richtte onze organisatie zich gedeeltelijk op de Israëlische massa. We vonden dat revolutionairen moesten putten uit de klassentegenstellingen van de Israëlische samenleving om een deel van de Israëlische arbeidersklasse te winnen voor het project van nationale bevrijding voor Palestina. Dit standpunt was ook gekoppeld aan het perspectief van een regionale en internationale socialistische revolutie die voor eens en altijd een einde zou maken aan de kapitalistische productiewijze.
Deze benadering had de verdienste bepaalde delen van de Israëlische arbeidersklasse te proberen bereiken. Maar in een poging om de Israëlische massa’s voor de strijd voor Palestijnse nationale bevrijding te winnen, zonder duidelijk een breuk met het zionisme te eisen, deed de organisatie belangrijke programmatische concessies, waarvan sommige in opportunisme vervielen.
Zo ontwikkelden we de eis voor twee socialistische staten binnen het kader van een socialistische federatie van het Midden-Oosten. Dit standpunt was gebaseerd op het feit dat de kolonisatie van Palestina en de oprichting van de staat Israël verschilden van Europese koloniale ervaringen, met als een van de belangrijkste aspecten de afwezigheid van een koloniale metropool. Maar door het bestaan van een “socialistisch” Israël te legitimeren, hebben we onszelf gecompromitteerd met een project dat in wezen koloniaal is. Door deze eis te formuleren, hebben we verwarring gezaaid door de deur open te zetten voor een interpretatie die de grenzen van het oude kapitalistische en koloniale project zou kunnen legitimeren.
In de loop der tijd is de realiteit van het koloniale gegeven dat de Israëlische samenleving op alle niveaus structureert, gebagatelliseerd. Dit geldt in het bijzonder voor het onderscheid tussen kolonisten en gekoloniseerden, dat uit onze analyses werd weggelaten. De Israëlische samenleving werd geanalyseerd als elke andere kapitalistische samenleving. Onze voormalige internationale afdeling had een Israëlische afdeling die zich verzette tegen de bezetting en het kolonistengeweld, pleitte voor een socialistisch Palestina, maar onderdrukte Palestijnse en Arabische werkenden van zich vervreemdde door de grenzen van een toekomstige revolutionaire Israëlische arbeidersstaat vast te stellen. Deze eis had tot gevolg dat de door de kolonisatie opgelegde grenzen werden gelegitimeerd. Door de bijna totale afwezigheid van Palestijnse leden in onze Israëlische zusterorganisatie kreeg het Palestijnse perspectief van onderdrukking niet de centrale plaats die het verdiende in de analyses en artikelen die we produceerden. Dit gebrek aan theoretische analyse van het koloniale gegeven leidde ertoe dat we verkeerde standpunten innamen, die na 7 oktober al snel hun grenzen lieten zien.
Aanvankelijk betwistten we het gebruik van de termen genocide en apartheid om de realiteit van de Palestijnse onderdrukking te beschrijven. We weigerden ook de Palestijnse vlag en andere nationale symbolen te gebruiken onder het voorwendsel dat het nationalistische en Baathistische symbolen waren, waarbij we de antikoloniale en emancipatoire dimensie van deze symbolen negeerden. En we zijn te vaak uitgegaan van een symmetrie tussen het genocidale geweld van de koloniserende macht en het geweld van de gekoloniseerde. Toen de kwestie van de academische boycot aan de orde kwam, weigerden sommige afdelingen van International Socialist Alternative, onze voormalige internationale organisatie, deze slogan over te nemen, omdat ze van mening waren dat het de Israëlische massa’s zou isoleren en de Israëlische bourgeoisie in de kaart zou spelen.
Hoewel we in theorie het idee verwierpen dat de Palestijnse massa’s moesten wachten tot de Israëlische massa’s hun strijd zouden leiden, en hoewel we in theorie het recht van de Palestijnen op verzet erkenden, ook gewapenderhand, werden de politieke gebeurtenissen in de praktijk systematisch geanalyseerd vanuit het perspectief van de Israëlische arbeidersklasse. Dit alles toont een gebrek aan begrip en analyse van de Israëlische samenleving en een overschatting van de rol die de Israëlische arbeidersklasse potentieel kan spelen, zolang ze de zionistische bezettingspolitiek en de genocide op het Palestijnse volk niet verwerpt.
Israël: een koloniale en tegenstrijdige samenleving
De Israëlische staat is gebouwd op een nederzettingenbeleid dat werd gesteund door een Europees-Joodse arbeidersklasse. Een van de belangrijkste stromingen binnen het zionisme, het arbeiderszionisme, geloofde dat om de koloniale ambities van Israël te verwezenlijken, het niet voldoende was om de steun te krijgen van de grote imperialistische machten van die tijd, met name Groot-Brittannië, maar dat het ook noodzakelijk was om een beleid van intensieve kolonisatie te voeren.
In dit geval werden de arbeidersleiders niet alleen omgekocht door het imperialisme, ze droegen er actief aan bij. De grootste vakbondsfederatie van het land, de Histadrut, was rechtstreeks verantwoordelijk voor de etnische zuivering van Palestina en de Nakba, met name via haar militie, de Haganah. Deze specificiteit van de Israëlische arbeidersklasse brengt bijkomende moeilijkheden met zich mee voor de opkomst van een klassenbewustzijn.
Hoewel er sociale mobilisaties zijn binnen de Israëlische staat, vinden deze meestal plaats binnen een koloniale consensus die het lijden van de Palestijnen negeert. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de mobilisaties tegen Netanyahu’s justitiële hervorming of de mobilisaties voor de vrijlating van de gijzelaars. Een recenter voorbeeld van dit fenomeen is de recente petitie, ondertekend door meer dan 1000 reservisten en gepensioneerden van de Israëlische luchtmacht, waarin wordt opgeroepen om de oorlog te beëindigen. Het argument van de ondertekenaars is dat “de oorlog vooral politieke en persoonlijke belangen dient, geen veiligheidsbelangen”. Het benadrukt op geen enkele manier de noodzaak om een einde te maken aan kolonisatie en apartheid. Het standpunt blijft dat van de Israëlische bourgeoisie en de verdediging van haar staat.
We geloven dat activisten uit de Israëlisch-Joodse arbeidersklasse een rol kunnen spelen, en we zien niet over het hoofd dat sociale mobilisaties binnen de Israëlische staat de loop van de geschiedenis kunnen veranderen, maar we beweren ook dat als deze activisten uit de Israëlisch-Joodse arbeidersklasse hun rol willen spelen, ze hun bevoorrechte plaats in de koloniale orde moeten begrijpen, en daarom onvermoeibaar solidair moeten zijn met het verzet van het Palestijnse volk. Dit betekent dat het zionisme van voet tot voet moet worden bestreden, door zelf tijdelijke antikoloniale eisen te stellen, zoals de terugtrekking van de Israëlische bezettingstroepen, de onmiddellijke openstelling van de grenzen, een einde aan de economische en politieke discriminatie van Palestijnen en de toepassing van het recht op terugkeer voor Palestijnen die van hun land zijn beroofd. De logische conclusie van een dergelijk beleid kan alleen maar de totale ontmanteling van de kapitalistische staat Israël zijn, als een staat die gebaseerd is op racistisch joods suprematisme.
We erkennen dat er beoordelingsfouten zijn gemaakt, zowel in de overschatting van de rol van de Israëlische arbeidersklasse en het voorbehoud dat we hebben gemaakt ten aanzien van de eisen van de Palestijnen, als in de minimalisering van het koloniale fenomeen in Palestina. We verwerpen de eis voor een socialistisch Israël – een standpunt dat de gevestigde koloniale kapitalistische grenzen accepteert, en we bevestigen het recht op zelfbeschikking voor alle volkeren in de regio binnen het kader van een socialistische revolutie. Bovenal erkennen we dat we geen programma hebben ontwikkeld dat uitgaat van het Palestijnse perspectief, en we verbinden ons ertoe deze ernstige fout te herstellen.
April 2025
-
Publieke verklaring: Ernstige tekortkomingen in de safeguarding en interne cultuur van LSP/PSL
Waarschuwing: inhoud met betrekking tot falend safeguarding en gendergerelateerd geweld
*Safeguarding verwijst naar het geheel van maatregelen, gedragscodes en praktijken die erop gericht zijn mensen — vooral onderdrukten of wie kwetsbaar is — te beschermen tegen schade, misbruik en grensoverschrijdend gedrag, binnen en buiten onze organisatie..
In deze verklaring van LSP/PSL willen we verantwoording afleggen over een safeguarding-crisis die aan het licht kwam in 2024. Deze crisis leidde tot de uitsluiting van een voormalig leidinggevend lid van onze organisatie. We publiceren dit statement omdat we ervan overtuigd zijn dat het niet mogelijk is een revolutionaire organisatie op te bouwen waarin sprake zou zijn van doofpotoperaties of stilzwijgen over de waarheid of aangerichte schade. We publiceren geen details over de klachten of getuigenissen, uit respect voor de vertrouwelijkheid en veiligheid van de betrokkenen.
We willen publiekelijk onze fouten erkennen en de aangerichte schade onder ogen zien. Daarom bieden we zonder voorbehoud onze excuses aan aan iedereen die schade heeft geleden door de tekortkomingen van onze organisatie, niet alleen door het ondergaan van gendergerelateerd geweld door ons voormalige lid, maar ook door hoe daarop gereageerd werd. Dit heeft schade toegebracht aan mensen die recht hadden op veiligheid, solidariteit en verantwoordelijkheid.
Deze crisis heeft fundamentele gebreken blootgelegd in onze politiek en in hoe we functioneerden. We schoten tekort in ons socialistisch feminisme, onze cultuur van leiding geven en politieke verantwoording en ons bewustzijn rond safeguarding. We erkennen dat al deze tekortkomingen voortkomen uit fundamentele fouten in de kernanalyse van het Comité voor een Arbeidersinternationale (CWI) en International Socialist Alternative (ISA), de organisaties die de traditie vormden, waar wij deel van uitmaakten. Sinds het begin van deze crisis heeft een meerderheid van kameraden zich dan ook ingezet voor een diepgaand proces van politieke transformatie.
Een streep in het zand
In oktober 2024 besloot LSP/PSL om de ISA te verlaten. We deden dat uit protest tegen de onaanvaardbare manier waarop een safeguarding-zaak waarin een meerderheid van de ISA leiding betrokken was. Deze breuk kwam voort uit onze analyse dat deze ernstige nalatigheid en doofpot het gevolg was van gebrekkige politieke methodes in ISA die haaks staan op wat nodig is in de strijd tegen het kapitalisme en de onderdrukking van dat systeem. Voor ons zijn safeguarding en socialistisch feminisme centrale politieke verantwoordelijkheden en geen secundaire kwesties.
Kort na de beslissing om ISA te verlaten werd voor meer kameraden duidelijk dat ook binnen onze eigen organisatie vergelijkbare tekortkomingen bestonden. Aanklachten uit het verleden tegen een toenmalig lid van de leiding werden jarenlang niet serieus genomen door de verkozen leiding. De laatste jaren kwamen nieuwe klachten naar voren tegen ditzelfde lid. Na het onderzoek dat werd ingesteld toen dit aan het licht kwam, werden ze uitgesloten.
Sommige elementen uit de nieuwe klachten waren (gedeeltelijk) al jaren bekend, maar hebben nooit geleid tot gepaste safeguarding-acties. Dit toont aan dat het om systematische tekortkomingen gaat en niet om geïsoleerde incidenten. Het langdurige patroon van inactiviteit van de verkozen leiding heeft daardoor geleid tot de herhaling van schadelijk gedrag, terwijl dit voorkomen had kunnen worden.
Naar aanleiding van deze klachten werd een voornamelijk internationaal en onafhankelijk onderzoekspanel opgezet. De taak van dit panel was om een onderzoek te verrichten naar de specifieke zaak. De conclusies van het panel waren ondubbelzinnig: de manier waarop onze organisatie gefaald heeft om structureel en politiek gepast te reageren, heeft schade aangericht. Dit was geen geïsoleerd geval en moet bekeken worden tezamen met de bredere problemen op vlak van safeguarding en interne cultuur. Zelfs waar leden handelden met goede intenties, was het resultaat onvoldoende. De conclusies van dit panel zijn volledig aanvaard door een meerderheid van het Nationaal Congres van LSP/PSL.
We willen ook onze dank uitspreken aan iedereen die gesproken heeft. Het moedige optreden van zij die spraken was essentieel om ruimte te creëren voor anderen om te spreken en uiteindelijk voor het opstarten van een transformatieproces. We engageren ons voor het opbouwen van een organisatie waarin niemand zich geïntimideerd voelt om zich uit te spreken, en waarin het aankaarten van bezorgdheden niet enkel wordt getolereerd, maar actief wordt aangemoedigd. In het bouwen aan een revolutionaire partij moeten zorg en verantwoordelijkheid centraal staan en niet voorwaardelijk zijn.
Een proces van transformatie
Zoals eerder vermeld, is binnen LSP/PSL een transformatieproces opgestart naar aanleiding van deze crisis. Dit proces omvat een diepgaande herziening van onze politieke aanpak en methodes uit het verleden.
Rosa Luxemburg zei ooit: “Het marxisme is een revolutionaire wereldbeschouwing die steeds moet streven naar nieuwe ontdekkingen, die verstarring in eens geldende theses volledig veracht, en wier levenskracht het best bewaard blijft in de intellectuele botsing van zelfkritiek en het woelige verloop van de geschiedenis.” Dit is vandaag meer dan ooit relevant voor ons, en we willen ons volledig engageren in deze spirit. Onze herziening en transformatie is niet enkel intellectueel, maar ook structureel en met concrete gevolgen voor de praktijk.
Enkele concrete stappen die we tot nu toe hebben ondernomen:
- Een onafhankelijk onderzoek is uitgevoerd door een voornamelijk internationaal en onafhankelijk panel.
- Op basis van de conclusies van het panel hebben we erkend dat de betrokkene een safeguarding-risico vormt; daarom werd die persoon uitgesloten uit de organisatie. Om eventueel opnieuw in aanmerking te komen voor lidmaatschap in de toekomst, zijn duidelijke voorwaarden vastgelegd, dat houdt ook in dat we zo’n beslissing altijd zullen nemen in consultatie met slachtoffers en overlevers en hun perspectief zullen respecteren.
- Huidige en voormalige leden van de verkozen leiding hebben verantwoordelijkheid genomen voor hun tekortkomingen en zijn teruggetreden uit bepaalde functies.
- Nieuwe tijdelijke structuren voor de verkozen leiding zijn opgezet om de verantwoording te garanderen. Zij hebben het mandaat om het transformatieproces te begeleiden tijdens onze lopende congresperiode.
- Er is een expliciete keuze gemaakt om socialistisch feminisme centraal te stellen in elk aspect van ons werk, niet enkel in ons programma. Ook willen we ons ertoe verbinden om ons begrip van gendergerelateerd geweld te verdiepen en ook specifiek een beter begrip ontwikkelen van die dynamieken die hier een rol hebben gespeeld zoals bijvoorbeeld cognitieve dissonantie.
- We engageren ons momenteel in een grondige review van onze volledige politieke benadering, onze specifieke benadering van onderdrukking, ons safeguarding-beleid, onze politieke cultuur en onze cultuur van leidinggeven. We verbinden ons ertoe dit transformatieproces transparant en collectief voort te zetten. We bereiden bijkomend materiaal voor reflectie en documentatie voor, dat we zullen delen met leden en sympathisanten, zoals bijvoorbeeld het geval is met het statement in dit magazine over Palestina.
We betuigen onze solidariteit aan iedereen die geraakt is — in het bijzonder aan zij die eerder probeerden hun stem te laten horen maar niet gehoord werden. Niets kan ongedaan maken wat is gebeurd, geen woorden noch daden. We nemen deze poging tot verandering dan ook serieus en we willen ons engageren om een veiligere ruimte te creëren. Hoe succesvol we daarin ook zijn, het wist onze fouten uit het verleden niet uit — en dat zal het ook nooit doen.
We maken deel uit van een beweging die tot doel heeft om alle vormen van uitbuiting en onderdrukking te beëindigen. Dat werk moet beginnen in onze eigen rangen. Te vaak zijn organisaties binnen de arbeidersbeweging tekortgeschoten in de strijd tegen onderdrukking en safeguarding, maar het is duidelijk, er is geen revolutionaire toekomst zonder zorg, gerechtigheid en verantwoording.
Vanwege LSP/PSL
April 2025
-
Een noodzakelijk – serieus en diepgaand transformatieproces
Ter attentie van de lezers van socialisme.be, marxisme.be, de Linkse Socialist en LSP/PSL-leden en sympathisanten
Waarschuwing: inhoud met betrekking tot falend safeguarding en gendergerelateerd geweld
We leven in een tijd van wereldwijde reactie. Het Trumpisme is niet alleen een Amerikaans fenomeen, maar weerspiegelt een bredere ineenstorting van het neoliberale tijdperk en de opkomst van een zuiverder, autoritair en gemilitariseerd kapitalisme. Van Palestina tot Congo, van klimaatrampen tot politiegeweld: de prijs wordt betaald met bloed en wanhoop van de werkende klasse.
Tegenover deze verschrikkingen staat verzet. We zien massamobilisaties voor Palestijnse bevrijding, anti-autoritaire opstanden in Servië, Turkije en Bangladesh, en protesten tegen extreemrechts en het Trumpisme in de VS en Europa. Er wordt gebruikt gemaakt van verschillende vormen van actie – van boycots over bezettingen, tot stakingen. In België hebben bewegingen als Code Rood of de recente spontane protesten rond straffeloosheid en gendergerelateerd geweld aangetoond dat het tijdperk van het Trumpisme niet zomaar als het nieuwe normaal zal worden geaccepteerd.
Dit protest biedt hoop, die aantoont dat ondanks een ongelijk bewustzijn en een nog zwak (maar groeiend!) organisatieniveau, de wil om te strijden overeind blijft. Toch zijn de uitdagingen enorm. Onderdrukking, seksisme, LGBTQIA+fobie, racisme, kolonialisme … het is allemaal structureel geworteld in het kapitalistische systeem. Terwijl steeds meer stemmen en vuisten zich tegen onderdrukking verheffen, maakt de diepe internalisering van die onderdrukking onder werkende mensen ook de sterke reactionaire opflakkering mogelijk die we vandaag meemaken.
Extreemrechts en hun ideeën blijven terrein winnen. Gewapend met aanzienlijke financiële steun van kapitalisten blijven ze reactionaire ideeën onder de arbeidersklasse aanwakkeren. Uit een recente peiling onder Vlaamse jongeren blijkt bijvoorbeeld dat 18% het geweld tegen homoseksuelen ‘aanvaardbaar’ vindt. Ondertussen zijn linkse krachten er maar al te vaak niet in geslaagd deze ideeën effectief te bestrijden – of erger nog, ze hebben zelf sommige van de ideeën overgenomen.
Dit is de context waarin wij als LSP/PSL een noodzakelijke en diepgaande transformatie doormaken.
Het afgelopen jaar heeft onze organisatie te maken gehad met een vaak pijnlijke maar essentiële ommekeer. Een safeguarding* crisis en bredere politieke mislukkingen brachten diepe problemen in onze interne cultuur en traditie aan het licht. Deze omvatten een afwijzende benadering van de safeguarding bezorgdheden van jonge leden, ontoereikende safeguarding structuren en een top-down model van leidinggeven dat weinig ruimte liet voor kritisch debat of het afleggen van verantwoording. Het is nu duidelijk dat transformatie niet gewoon optioneel is; het is de enige weg om nog vooruit te kunnen gaan.
We zijn vastbesloten om onze organisatie opnieuw op te bouwen als een werkelijk revolutionaire, marxistische en feministische organisatie – geworteld in zorg, verantwoordelijkheid en solidariteit. Als onderdeel van dit proces danken wij degenen die zich hebben uitgesproken. Hun moed maakte ruimte voor anderen en hielp deze transformatie op gang te brengen.
We publiceren twee documenten waarin twee van de aspecten worden behandeld die we al hebben besproken in ons transformatieproces (rond een safeguardingcrisis en over onze strijd voor Palestijnse bevrijding). Beide weerspiegelen onze inspanningen om te leren van fouten uit het verleden en ons te heroriënteren op de uitdagingen van dit nieuwe tijdperk. Wij willen ons inzetten voor een verdere openheid over ons transformatieproces en nodigen iedereen uit om hierover te lezen, na te denken en, voor wie daarin interesse heeft, eraan deel te nemen.
April 2025
*Safeguarding verwijst naar het geheel van maatregelen, gedragscodes en praktijken die erop gericht zijn om mensen — vooral onderdrukten of wie kwetsbaar is — te beschermen tegen schade, misbruik en grensoverschrijdend gedrag, binnen en buiten onze organisatie.
-
De dreiging van extreemrechts in Zuid-Europa
Eind maart was er een publieke bijeenkomst van Campagne ROSA en Actief Linkse Studenten in Antwerpen over de strijd tegen extreemrechts. Onder de sprekers twee LSP-leden die afkomstig zijn uit Zuid-Europa. Tiago komt uit Portugal en Danai uit Griekenland. Een samenvatting van hun bijdragen.
Wantrouwen in traditionele politiek leidt tot terugkeer van extreemrechts in Portugal
Na de Portugese revolutie van 25 april 1974 stond extreemrechts in een erg defensieve positie. De revolutie werd vooruitgestuwd door linkse militanten. Er kwam echter een regime aan de macht dat probeerde een ‘consensus’ te zoeken, waarbij ook figuren uit het oude regime een centrale rol speelden. Zo werd generaal Antonio de Spinola, die gesteund werd door delen van het oude fascistische regime en de grote industriëlen, de nieuwe president. Hij moest al gauw aftreden, maar probeerde een poging tot staatsgreep te organiseren, wat mislukte.
In de jaren 1980 en 1990 waren er pogingen om nieuwe extreemrechtse bewegingen op te zetten. Zo was er racistisch geweld door skinheads. In 1989 werd de radicaal-linkse militant José Carvalho vermoord door neonazi’s die het kantoor van de linkse partij PSR binnenvielen. Op 10 juni 1995 werd een Portugees met roots in een voormalige kolonie vermoord in Lissabon. Dit geweld leidde steeds tot grote acties en campagnes, waarmee extreemrechts geïsoleerd werd zelfs indien de daders van het geweld slechts lichte straffen kregen.
Het is pas de afgelopen jaren dat extreemrechts een doorbraak maakte op het electorale terrein. De partij Chega wordt gesteund door grote industriëlen en historische figuren van extreemrechts. Het wantrouwen tegenover de twee traditionele partijen (de ‘socialistische’ partij en de rechtse alliantie) maakt die groei mogelijk. Na jaren van corruptie en besparingen, slaagt Chega er met demagogie in om mensen te misleiden. Onder leiding van André Ventura was er een snelle doorbraak: Chega haalde 12 zetels in 2022 en 50 in 2024, met meer dan een miljoen stemmen. Een politieke crisis leidt tot vervroegde verkiezingen in mei. Daarin kan Chega mogelijk opnieuw scoren.
De electorale groei geeft ook meer militante individuen en groepen de wind in de zeilen. Zo staat extreemrechts sterk binnen de politie, waarbij er een toename is van geweld tegen minderheden (zowel mensen van kleur als mensen met een andere seksuele geaardheid of genderidentiteit). In oktober vorig jaar werd een ongewapende man neergeschoten door de politie, wat tot rellen en protest tegen politiegeweld leidde. Er is echter ook angst: extreemrechtse aanwezigheid in de politie kan een stap zijn in de richting van een extreemrechts regime. Daartegenover is er nood aan een sterke linkerzijde die een project heeft voor een andere samenleving en daarmee het land redt van zowel de extreemrechtse dreiging als het asociaal beleid.
Mobilisatie stopt Gouden Dageraad
Gouden Dageraad kende een gestage opgang en haalde goede verkiezingsresultaten in de periode 2012-2015. Dit ging samen met geweld, wat leidde tot een grote tegenbeweging. Onder druk van de publieke steun voor dat protest werd de groep in 2020 veroordeeld als criminele organisatie. Gouden Dageraad werd groot in de nasleep van de economische recessie van 2008-09 waarbij zogenaamd ‘zwakkere’ landen in Europa harde besparingen werd opgelegd. De lonen bleven laag terwijl de huurprijzen stegen. Mensen pleegden zelfmoord omdat ze het niet meer aankonden. Onder mijn leeftijdscategorie van jongeren zat twee op de drie zonder werk! Er was veel wanhoop.
De gevestigde partijen zochten zondebokken om hun eigen falen te verbergen. Deze racistische retoriek maakte een groei van extreemrechts gemakkelijker. Het werd voorgesteld alsof alles slecht ging omwille van migranten, waarbij Gouden Dageraad zich voorstelde als de ‘helden’ die het land zouden ‘redden’. Griekenland werd voorgesteld als machtig genoeg om het beste land ter wereld te zijn, maar tegelijk te zwak om zich te verdedigen tegen vluchtelingen. De pogingen om zich sociaal voor te doen voor het ‘eigen volk’ waren leugens, achter gesloten deuren spraken ze er evengoed over om mensen met een beperking uit te roeien. Hun antifeminisme richtte zich tegen LGBTQIA+personen en wilde van vrouwen huisslavinnen maken.
Gouden Dageraad was op twee vlakken georganiseerd: er waren de kostuumfascisten die het publieke gezicht vormden en daarnaast de straatvechters die steeds meer geweld gebruiken. De kostuumfascisten deden de retoriek opschuiven, bijvoorbeeld met verzonnen verhalen over hoe kinderen van vluchtelingen voor ziektes op scholen zorgden. De straatvechters gingen steeds driester te werk, in het bijzonder tegen vluchtelingen en LGBTQIA+personen. Ze vielen meestal met een grote groep één doelwit aan.
Vakbonden en linkse militanten speelden een grote rol in het opbouwen van een sterker antifascistisch verzet. Dat bracht verschillende groepen bijeen, van vakbondsleden over vluchtelingen tot LGBTQIA+groepen en diverse linkse organisaties. Het groter zelfvertrouwen van extreemrechts leidde tot meer openlijk geweld en moorden, onder meer op vluchtelingen en de linkse rapper Pavlos Fyssas. De woede hierover was groot en antifascisten kregen steeds meer steun in de publieke opinie. Het is die druk die ervoor zorgde dat Gouden Dageraad in 2020 werd veroordeeld. Vandaag is het moeilijk voor extreemrechts om terug te komen, maar zolang er een voedingsbodem voor hen bestaat blijft het gevaar en de noodzaak van antifascistische organisatie.
-
Trumps protectionisme stuurt schokgolven door wereldeconomie
Een nieuw stadium in het tijdperk van de wanorde
Donald Trump schokte de wereld met huizenhoge importheffingen begin april. Volgens zijn uiterst-rechtse regime betekende de belasting op import een dag van “bevrijding”. De rest van de wereld – zo meende hij – had de decennia daarvoor geprofiteerd van de enorme markt in de VS en in veel gevallen handelsoverschotten met de VS opgebouwd: ze exporteerden meer dan ze uit de VS importeerden. Zo was het mogelijk dat een arm land als Lesotho – dat o.a. diamanten exporteert – een groot handelsoverschot opbouwde met de VS – en dus een hoog invoertarief te verwerken kreeg!
door Peter Delsing
Na dagen van ineenzakkende beurzen en verrassende fenomenen als een dalende dollar en zelfs verkoop van Amerikaanse staatsobligaties moest Trump deels de aftocht blazen. Normaal gezien zijn de dollar en deze staatsobligaties “veilige havens” in de wereldeconomie. Door de start-stop invoertarieven en de chaos van Trumps beleid begonnen investeerders de VS te mijden.
De groeiende volatiliteit maakte de handel van grote hefboomfondsen ook meer onzeker. Ze moesten daardoor grote hoeveelheden Amerikaanse staatsobligaties verkopen, om hun kredietverstrekkers uit te betalen.
De waarde van deze Amerikaanse staatsobligaties daalde door massale verkopen, waardoor hun rente automatisch steeg: dit dreigde kredieten in de bredere economie duurder te maken. Trump plooide finaal voor de obligatiemarkt en liet de meeste invoertarieven zakken tot een nog steeds aanzienlijk hoge 10%.
Met als uitzondering: de staatskapitalistische aartsvijand en eveneens supermacht China, waarmee de tarieven in een onderling opbod escaleerden. Dit was de uitdrukking van toenemende spanningen in de bipolaire, imperialistische wereldorde.
Sinds midden de jaren 2010 deed het VS-imperialisme meer en meer afstand van de neoliberale globalisering en de vrijhandel. Trump I maar later ook Biden saboteren bijvoorbeeld bewust het systeem van arbitrage van handelsgeschillen binnen de Wereld Handelsorganisatie (WHO). De wereld werd richting protectionisme en grotere inter-imperialistische conflicten, militarisering en proxy-oorlogen geduwd.
Van vrijhandel naar handelsoorlog: het wereldkapitalisme zinkt weg in diepere crisis
Sinds de crisis van het kapitalisme in de jaren 1970 probeerden de heersende klassen in het westen een scenario zoals in de jaren 1930 te vermijden. De depressie van het systeem was niet kort en onmiddellijk vernietigend, zoals in de jaren 1930 toen massawerkloosheid van meer dan 20% en het fascisme al snel opkwamen. De burgerij en haar centrale bankiers hebben de lessen van toen geleerd: crisissen moeten zo lang mogelijk worden uitgerokken, in de hoop dat nieuwe markten, verhoogde uitbuiting en immense schuldenbergen het systeem tijdelijk stabiliseren.
Het neoliberale kapitalisme herstelde na de crisis van winstgevendheid in de jaren ’70 voor een stuk de winstmarges. Dat gebeurde door het verhogen van de uitbuiting en de uitbreiding van de markten intern door privatisering. Extern werden de markten vergroot – en dus de mogelijkheden om winst te pompen – door Oost-Europa, Rusland en China tot kapitalistische regio’s van exploitatie te maken.
De neoliberale globalisering en vrijhandel botsten – zoals marxisten altijd hadden gewaarschuwd – op de diepere crisis van het systeem, wat zich onder meer uitdrukte in de opkomst van rechts-populistische, extreemrechtse en links-populistische krachten die het neoliberale kapitalisme beweerden uit te dagen. Meer en meer wordt staatstussenkomst nodig om het systeem te redden, zoals bij de crisissen in 2008 en 2020. Daarnaast was er de opkomst van staatskapitalistisch China.
Hierdoor werd het kapitalisme door de verschillende en concurrerende heersende klassen meer en meer als een zero sum-systeem gezien. Wat door protectionisme – importheffingen en exportcontroles – direct voordelig was voor het ene, westers imperialistische kamp was een direct nadeel voor het Chinese imperialistische kamp.
Als ex-stalinistische staat bleef China bogen op sterke infrastructuur, de repressie van de arbeidersklasse,… maar met de ambitie om ook hoogtechnologisch met het westerse kapitaal te concurreren.
Doorheen Trumps regime toonde de draai naar protectionisme van de Amerikaanse burgerij – erger gemaakt door Trumps persoonlijke, zichzelf verheerlijkende en dictatoriale trekken – haar vermogen om in gevaarlijke handelsoorlogen te ontsporen.
Als economisch beleid houdt Trumps start-stop protectionisme geen steek – zoals dat bij kapitalistische handelsoorlogen doorgaans het geval is. Een commentator vergeleek Trumps invoertarieven met “een steak bakken door het huis af te branden”. Door andere landen en bedrijven te dwingen om met zijn regime te onderhandelen vergroot Trumps economische en politieke macht wel enorm. Een aantal technologische producten – waaronder Iphones, laptops … – kregen tijdelijk een vrijstelling van invoertatieven. Deze techbedrijven hadden de kas van koning Trump ook al ernstig gespijsd!
Het is onwaarschijnlijk dat grote bedrijven massaal hun productie naar de VS zullen brengen. Nike maakt 50% van zijn sportschoenen in Vietnam. De kapitalistische econoom Peter Schiff merkte op dat de productie met de lonen in de VS organiseren duurder zou zijn dan de oorspronkelijke 40% invoertarieven betalen. Het zal volgens Schiff waarschijnlijker zijn dat Nike andere markten, zoals in China, zoekt en in de VS veel hogere prijzen doorrekent.
Dit op een moment dat de Amerikaanse werkenden geen enkele stijging van de prijzen meer aankunnen en het consumentenvertrouwen naar beneden tuimelt.
Trump lijkt met zijn handelsoorlog een wereldwijde, gelijktijdige recessie te versnellen. De lijst van regio’s waar een recessie waarschijnlijker wordt – de VS zelf, Mexico, Canada, delen van Europa – wordt steeds langer.
Ook China zal zwaar geraakt worden met haar industriële basis door de tariefmuur die Trump optrok rond de VS: een scherpe terugval wordt waarschijnlijker, wat de poging tot meer staatsinterventie en stimulus in China verklaart. In staatskapitalistisch China is de langgerekte groei nu ook voorbij en omgeslagen in een langer uitgerokken crisis en depressie van de economie, met de groei van werkloosheid, loondalingen, groeiende kritiek op de ongelijkheid, etc.
China escaleerde echter de handelsoorlog door exportcontroles en zelfs een ban op een reeks van zeldzame aardmetalen. Dit kan Amerikaanse en Europese bedrijven in high tech, defensie, de luchtvaart … ernstig in de problemen brengen.
Verwerp het systeem: strijden voor socialisme
Werkenden moeten de nationalistische en pro-kapitalistische boycots van de burgerlijke politici verwerpen. Bij protectionisme en handelsoorlogen heeft de werkende klasse niets te winnen. Maar ook niet bij het vermeende alternatief van kapitalistische vrijhandel.
We moeten massaal protesteren en staken tegen de ontwikkelende crisis van het systeem en tegen nieuwe besparingen. Bedrijven die ontslagen omwille van de handelsoorlog of dalende verkoop willen doorvoeren, moeten door strijd en stakingsactie in publiek bezit worden gebracht onder controle van de werkenden.
Laat ons alle varianten van het falende systeem verwerpen en de strijd aangaan voor het enige alternatief: een economie die democratisch wordt beheerd door de werkende klasse – een systeem van socialistische planning in België en internationaal.
-
“Wij zijn niet van plan te zwijgen”. Gentse scholieren staken elke vrijdag voor Palestina
In de nasleep van de studentenbezettingen komen nu ook scholieren in beweging. Geïnspireerd door de internationale solidariteitsacties met Palestina en de historische scholierenstakingen voor het klimaat in 2019, kondigden enkele Gentse jongeren aan om voortaan elke vrijdag te staken. “We willen geen symbolisch protest. We zullen actie voeren tot er verandering is, de horror in Palestina moet stoppen” zegt Asra, leerling aan de Hotelschool en mede-initiatiefnemer van de actie.
door Arne Lepoutre
Na studentenbezettingen, scholierenstakingen
Sinds het begin van de genocide in Gaza zijn wereldwijd jongeren opgestaan. In elke regio van de wereld kwamen jongeren op straat of bezetten ze hun universiteit of hogeschool uit protest tegen de medeplichtigheid van regeringen en instellingen met het Israëlisch apartheidsregime.
“De bezetting door studenten heeft veel losgemaakt. Mensen zijn bewuster geworden, ze volgen de gebeurtenissen nauwer op. Je werd er ook gewoon elke dag mee geconfronteerd wanneer je de bezetting zag, dat deed je denken aan de beelden, de verhalen, de stilte in de politiek.” vertelt Louise.
“Zelfs al houden de UGent en Stad Gent de schijn vooral hoog als het gaat om hun steun voor Palestina, we hebben toen gezien dat directe actie iets in beweging kan zetten” zegt Boom, student aan de UGent. “Daarom is het zo belangrijk om te zien dat nu de scholieren in actie willen komen, dat wil ik steunen.”
Het voortzetten van de genocide door het Israëlisch apartheidsregime laat inderdaad niets aan de verbeelding over, de strijd moet blijven duren. Tegelijkertijd is het voor deze Palestina stakers duidelijk dat het niet zomaar om het even is, hoe strijd gevoerd wordt.
De jongeren willen namelijk niet zomaar een zoveelste signaal geven, ze willen macht opbouwen. “De overheid is het gewoon om om de paar weken wat protest weg te wuiven,” zegt Asra. “Daarom beseffen we dat als we echt impact willen hebben, we de ambitie moeten hebben om net zoals met de klimaatstakingen, opnieuw met enkele duizenden in Brussel te staan.”
Fridays For Falastin
Zelfs al was er van een staakt-het-vuren nooit echt sprake, voor veel jongeren voelde het volledig breken ervan door het Israëlische leger als een klap in het gezicht. “Die ochtend werd ik wakker met zo’n boosheid,” zegt Asra. “Hoezo nog een keer? Ik voelde me medeplichtig als ik niks deed. Toen besloten we het initiatief te nemen voor Fridays For Falastin”
Op de tweede stakingsdag tekenden al zo’n 20 scholieren present, maar de activisten willen bouwen aan een veel grotere beweging. “We gingen al flyeren op de Korenmarkt om zoveel mogelijk jongeren te overtuigen om mee te doen. Er was veel steun, maar er is ook nog twijfel.”
“School moet zogezegd neutraal blijven,” zegt mede-initiatiefnemer Edith (Steinerschool), “maar dat is bullshit. Voor het klimaat werd de deur wel opengezet. Waarom nu niet?” Asra knikt: “Dit is een grote stap. Veel jongeren vinden het eng om iets te doen dat eigenlijk ‘niet mag’. Maar ze doen het. De drempel om school te skippen, die zal ook nu opnieuw verdwijnen.”
De scholieren voelen zich gesterkt door de precedent van de klimaatstakingen in 2019 – ook wel gekend als de Fridays For Future – toen tienduizenden jongeren week na week op straat kwamen. “Toen vonden scholen het ‘educatief’ dat we staakten. Waarom nu niet?” vraagt Edith zich af. “Wat is er educatiever dan opkomen voor mensenlevens?”
Ook onze scholen hebben een verantwoordelijkheid
De eisen van de Palestinastakers zijn helder: erkenning van de genocide, het opnemen van Palestina in het lessenpakket, en actieve steun van scholen aan de strijd voor bevrijding. Ze hekelen de hypocrisie van het zogenaamde neutraliteitsprincipe, waar scholen zich achter verstoppen: “waarom mochten we in 2019 allemaal de straat op en wordt er nu gezwegen?”
“Er wordt gedaan alsof we te jong zijn om wat in Palestina gebeurt te begrijpen. Maar we zien alles. De bombardementen, de hongersnood, het zwijgen van Europa. En we weten: als we niets doen, zijn we medeplichtig,” aldus Haas.
De jongeren zijn vastberaden. “Elke vrijdag. Tot we gehoord worden,” zegt Asra. “Wij zijn niet van plan te zwijgen.”
-
Bevrijd Mahmoud Khalil!
Mahmoud Khalil, een belangrijke organisator van het Palestijnse solidariteitskamp in Columbia University in New York City, is gearresteerd en wordt bedreigd met uitzetting uit de Verenigde Staten. Dit ondanks het feit dat hij in het bezit is van een Green Card, die hem wettelijk het recht geeft om daar te verblijven. Hij is getrouwd met een Amerikaanse burger en het koppel verwacht hun eerste kind.
Mahmoud’s arrestatie en daaropvolgende detentie in Louisiana (ruim 1.500 kilometer van zijn huis in New York), vloeit voort uit één van Trump’s verfoeilijke uitvoerende orders om in het buitenland geboren Palestijnse solidariteitsactivisten te deporteren – en dit op schandalige wijze onder het mom van verzet tegen antisemitisme.
Mahmoud is een in Syrië geboren Palestijnse vluchteling wiens grootouders Palestina ontvluchtten na de Nakba van 1948, toen 750.000 Palestijnen etnisch werden gezuiverd uit hun historische thuisland door zionistische milities.
Trump heeft gezegd dat zijn arrestatie en deportatie de “eerste van vele die nog komen” is. Samen met zijn vele andere racistische en draconische maatregelen voert hij nu een wraakzuchtige heksenjacht op tegen de Palestijnse solidariteitsbeweging. Dit is bedoeld om een onderdrukkend effect te creëren en stemmen tegen de genocide in Gaza het zwijgen op te leggen.
Twee dagen na zijn arrestatie door ICE – het staatsagentschap dat belast is met het uitvoeren van de deportatie van migranten – hebben pogingen om Mahmoud uit te zetten al geleid tot actief verzet in de vorm van protesten van tienduizenden mensen.
Binnen een dag ondertekenden meer dan twee miljoen mensen een petitie om zijn vrijlating te eisen, en een federale rechtbank heeft dit tijdelijk geblokkeerd, wat de druk van deze publieke verontwaardiging weerspiegelt.
Pogingen om antizionistische dissidenten in de VS het zwijgen op te leggen zijn niet nieuw.
In 2007 werd schrijver en activist Norman Finkelstein uit zijn functie aan de St. Paul Universiteit in Chicago gezet en sindsdien staat hij op de zwarte lijst.
Meer recentelijk, onder het toeziend oog van Joe Biden, werden protestkampen zoals die in Columbia en op andere campussen vorig jaar bruut onderdrukt door de politie. Duizenden werden gearresteerd en veel protesterende studenten werden van school gestuurd of geschorst.
Meer in het algemeen hebben verschillende staten in de VS wetgeving ingevoerd om het bepleiten van BDS (Boycot, Desinvestering, Sancties) tegen de Israëlische staat strafbaar te stellen.
Dit maakt deel uit van een verontrustende wereldwijde trend, waarbij veel kapitalistische staten die de Israëlische apartheid en genocide steunen elke schijn van handhaving van democratische rechten laten varen in hun optreden tegen Palestijnse solidariteitsactivisten.
Het steunen van de genocide in Palestina en het beknotten van democratische rechten in eigen land vat de aanpak samen van de westerse kapitalistische leiders in de afgelopen maanden van afschuw.
De strijd om de bezetting en de Israëlische apartheidsstaat af te breken is verbonden met de strijd om wereldwijd een einde te maken aan de heerschappij van hun systeem van kapitalisme en imperialisme.
In het licht van de onvoorstelbare verschrikkingen waarvan we getuige zijn, dringen we er bij al onze lezers op aan om zich vandaag aan te sluiten bij de strijd voor revolutionaire socialistische verandering.
-
Afbraakpolitiek bedreigt het spoor – enkel strijd kan dit stoppen!
Waarom de woede van het spoorpersoneel overkookt
Het zit er bovenarms op tussen het spoorpersoneel en de Arizona-regering. De aanvallen op het personeel zijn niet min. Alles ligt onder vuur. Langer werken voor minder pensioen is onverteerbaar, maar het gaat verder dan dat. Op een ogenblik dat de mobiliteitscrisis en het klimaat schreeuwen om meer en beter openbaar vervoer, komt Arizona met een afbraakbeleid. Protest daartegen voorstellen als ‘hinder voor de reizigers’, is op zijn zachtst gezegd hypocriet en misplaatst. Wij laten een stem aan het woord die de reguliere media zelden haalt, die van het spoorpersoneel. We spraken met een treinbegeleider.
Waarom is het spoorpersoneel zo kwaad?
“De pensioenen zijn het gevoeligste punt. De leeftijd voor het rijdend personeel wordt opgetrokken naar 67 jaar, waarbij er elk jaar een jaar bijkomt. Wie volgend jaar jonger is dan 55, zal veel langer moeten werken. Enkel wie dan al 55 is, maar pas enkele jaren later de vereiste dertig jaar rollende dienst bereikt, ontsnapt aan de verhoging van de pensioenleeftijd. Ook het niet-rijdend personeel moet langer blijven, maar daar is het verschil iets minder groot.”
Daarnaast wordt de berekening slechter. De tantièmes, die o.a. bepalen welk percentage van de refertewedde je zal krijgen als pensioen, worden voor iedereen 1/60. Hierdoor moet je dus 45 jaar werken om aan het maximum van 75% te komen, in plaats van momenteel 36 jaar voor rijdend personeel en 41,3 jaar voor sedentair personeel. Nu wordt het pensioenbedrag berekend op basis het gemiddelde van de laatste vier jaarweddes, dat wordt uitgebreid tot uiteindelijk de volledige loopbaan. Aan het begin van je loopbaan ligt het loon lager, het pensioenbedrag zal dus drastisch dalen. Langer werken voor minder pensioen, dat is onverteerbaar!”
“Een tegenargument luidt steevast dat anderen ook tot 67 moeten werken. Dat is inderdaad een probleem, zeker voor zware beroepen. Het probleem van verpleegkundigen die tot 67 moeten werken, is echter niet opgelost als wij langer werken. Er moet voor iedereen een daling van de pensioenleeftijd komen en er is voor alle zware beroepen een regeling nodig. We mogen ons daarrond niet laten verdelen.”
“De ongerustheid onder het personeel gaat ook over de lonen vandaag. Er is ongerustheid over de premies nu de verplichte zondagsrust en het verbod op nachtarbeid afgeschaft. Het schrappen van nachtpremies begint bij enkele sectoren, zoals de logistiek, maar we kunnen er gif op innemen dat het nadien wordt veralgemeend. Dat zien we vandaag met de vervroegde uittredingsmogelijkheden voor werkenden met een zwaar beroep. Zondagswerk kan eenzijdig ingevierd worden en de vergoeding staat onder druk. Wij werken vaak in het weekend en op onmogelijke uren in de nacht. De premies hiervoor zijn een belangrijk deel van onze verloning.”
“Dan is er nog onder meer de voorgestelde wijziging in het sociaal overleg. De twee derde meerderheid in de Nationale Paritaire Commissie ligt onder vuur, waardoor er bijvoorbeeld voor wijzigingen aan de rij- en rusttijden niet langer minstens één grote vakbond akkoord zou moeten gaan met de directie. Dat kan bijvoorbeeld de deur openen om aan de betaling van onderbrekingen tussen twee ritten te morrelen. Het uithollen van HR Rail, onze echte werkgever, kan ertoe leiden dat toekomstig personeel van de NMBS of Infrabel niet langer statutair is en dat niet langer iedereen dezelfde werkgever zal hebben.”
“En dan zijn er nog de besparingen natuurlijk: de regering wil 675 miljoen besparen op de NMBS, de operator. De N-VA wil de NMBS privatiseren of toch 49% ervan verkopen, wat eigenlijk hetzelfde is: het doel is om de NMBS nog meer als privaat bedrijf te beheren. Infrabel ligt niet in het vizier. De Britse ervaring leidde tot treinrampen en de infrastructuur wordt als strategisch gezien, wat met de huidige oorlogsretoriek niet onbelangrijk is.”
We zitten ondertussen aan meer dan 20 stakingsdagen, die allemaal goed opgevolgd worden. Er is voor het eerst een gemeenschappelijk front van grote en kleine vakbonden. Maar is er ook een echt actieplan?
“We hebben inderdaad al 20 stakingsdagen gehad dit jaar. Het begon met de betoging op 13 januari die veel woede toonde. De impact op het treinverkeer was groot: minder dan een kwart van de treinen reed. Op de betoging waren veel collega’s, zeker 500.”
“Hierna volgde de negendaagse staking van OVS en ASTB. Het ging om beurtstakingen volgens beroepscategorie. De impact verschilde van dag tot dag, maar op de dagen waarvoor de treinbegeleiders en –bestuurders werden opgeroepen werd er alleszins veel gestaakt. Het seinhuis van Namen ging twee dagen volledig plat, waardoor er in die regio niets kon rijden. De twee vakbonden boksten boven hun gewicht.”
“Met een negendaagse staking wordt de minimale dienstverlening zwaar onder druk gezet. Die dienstverlening is voorzien op 24-urenstakingen. Een langere staking waarbij verschillende beroepsgroepen afwisselend staken, zet de volledige keten onder druk. Als bijvoorbeeld het personeel dat de alternatieve dienstverlening moet opstellen staakt, wordt het opstellen van een dienstverlening voor de volgende twee dagen erg moeilijk. Het volledig scenario moet immers kloppen: het materieel moet ingepland worden, er moeten bestuurders en begeleiders zijn … Alles haakt op elkaar in. Deze tactiek is interessant omdat er met een minimum aan stakingsdagen per personeelslid een maximaal effect gedurende een groter aantal dagen is.”
“In de week voor 31 maart was er een stakingsoproep door Metisp, een erg kleine vakbond. Die oproep werd minder opgevolgd, maar toch waren er al bij al veel stakers. Het toont de woede onder het personeel. Het is trouwens opmerkelijk dat de meeste stakingsdagen zonder vergoeding gebeurden: ACOD en ACV betalen enkel voor dagen die zij erkenden, ASTB betaalt geen vergoeding, OVS kan maar een kleine vergoeding voor een beperkt aantal dagen uitbetalen. Als zoveel collega’s staken zonder stakersvergoeding, weet je dat het personeel echt kwaad is.”
“Het is positief dat er voor het eerst een front is gevormd van vijf vakbonden: OVS en ASTB enerzijds en de klassieke kleurenbonden ACOD, ACV en VSOA anderzijds. ASTB en OVS schorten hun geplande week staking in april op en schaarden zich net als VSOA achter het plan van ACOD en ACV om te staken op 31 maart (algemene staking) en vervolgens regionale stakingen te houden op 8, 15 en 22 april, gevolgd door een algemene staking op 29 april. De impact blijft erg groot, met soms minder dan de helft van de treinen die rijdt en daarnaast een grote deelname in bijvoorbeeld de werkplaatsen. Het gezamenlijk front is ongezien en belangrijk: het versterkt onze slagkracht en het is een uitdrukking van de roep naar een duidelijk actieplan dat door iedereen gedragen wordt.”
“Een deel van de collega’s wil er echt voor gaan en hard staken. Bij anderen begint het financieel door te wegen. Er zijn bovendien erg verschillende situaties onder collega’s naargelang ze al dan niet statutair zijn, rijdend of sedentair personeel zijn, hoe oud ze zijn of nog als ze enkel daguren werken. De propaganda van de regering die op volle toeren draait, leidt tot verwarring. Sommige collega’s zien geen antwoord op de stelling dat iedereen nu eenmaal moet besparen. Er komen antwoorden vanuit de vakbonden, maar op te kleine schaal. Personeelsvergaderingen blijven te beperkt en er zijn bredere informatiecampagnes nodig naar de reizigers en de publieke opinie.”
“Er is nog onduidelijkheid over wat er in mei en juni zal gebeuren. Sommigen pleiten ervoor om tot na de zomer te wachten. Dat zal de propaganda en de verwarring niet stoppen. Anderen pleiten voor losstaande acties, zoals nogmaals regionale stakingen. Een andere mogelijkheid is om de tactiek van OVS en ASTB verder uit te werken en bijvoorbeeld 5 tot 6 dagen te staken met een beurtrol per beroepsgroep.”
“Dat er nog acties zullen volgen, spreekt voor zich. Jambon wil enkel spreken over overgangsmaatregelen. Bevoegd minister Crucke wil wel praten, maar waarover? ACOD stelde alvast als voorwaarden dat HR Rail de enige werkgever blijft voor al het personeel en dat de statutaire aanwervingen behouden blijven.”
In de media wordt vooral gesproken over de ‘hinder’ voor reizigers. Is er een strategie om op die propaganda te antwoorden?
“Het offensief van de media is groter en breder, zowel kwantitatief als kwalitatief. Ze zijn voor niets verlegen in de kranten of aan de tafel van Gert. Er wordt bitter weinig op geantwoord. Over de mogelijkheid van pensioen op 55 jaar na 30 jaar rollende dienst, wordt niet gezegd dat het enkel over rijdend personeel gaat en wordt niets gezegd over de uren waarop we werken. Er wordt niet bij gezegd dat er amper collega’s zijn die aan de voorwaarden voldoen om op 55 te gaan. Het argument dat we allemaal ouder worden en dus langer moeten werken, is oneerlijk. Er zijn grote verschillen naargelang het werk je doet. Er is ook zoiets als gezonde levensjaren. Ik werk al enige jaren bij het spoor en was al op te veel begrafenissen van pas gepensioneerde collega’s die nog maar begin de 60 waren.”
“Het is belachelijk als de regering en de media beweren dat wij de reizigers gijzelen, terwijl de regering die bijna 700 miljoen wil besparen op de NMBS. Het fabeltje van de extra investeringen om meer reizigers aan te trekken, klinkt hol en is beperkt tot de lijnen tussen grote steden. Net als bij De Lijn is er het plan om vooral in te zetten op drukke verbindingen, terwijl elders bespaard wordt. Haltes met weinig reizigers worden geschrapt, alsof mensen op de buiten geen belastingen betalen en geen recht hebben op openbaar vervoer. Het verhaaltje dat er geen geld is voor betere dienstverlening is nonsens, kijk naar de cadeaus aan de werkgevers. De traditionele politici hebben de tekorten zelf gecreëerd.”
“Sommige media stellen dat we misbruik zouden maken van ons stakingsrecht. Je eigen arbeid terugtrekken, hoe kan je dat misbruiken? Er zijn pogingen om het stakingsrecht verder te beperken en richting opvorderingen van personeel te gaan. Minister Crucke wil juridisch onderzoeken of stakingsaanzeggingen kunnen geweigerd worden. In plaats van de redenen voor ons ongenoegen aan te pakken, willen ze ons protest beperken.”
“Als we voorgesteld worden als luie profiteurs, groeit de woede enkel maar. Die politici en commentatoren die het allemaal zo goed weten, moeten maar eens een maand meedraaien met onze onmogelijke werkuren en omgaan met agressieve reizigers. Maar we moeten er niet op rekenen dat zij tot inzichten komen, we zullen zelf een krachtsverhouding moeten opbouwen. Zowel onder de collega’s als onder de reizigers moeten we daar verder aan werken met een duidelijk en opbouwend actieplan.”
-
Na geslaagde stakingsdag verder bouwen aan beweging om Arizona weg te krijgen!
De stakingsdag van 31 maart was een succes. In de aanloop naar de staking groeide de steun ervoor ondanks de dagelijkse propaganda die ons protest voorstelt als zinloos, marginaal of louter als een hinder veroorzakende gebeurtenis. De regeringspartijen verdedigden hun beleid zoals ze dat ondertussen al decennia doen: met het argument dat anders de toekomstige generaties moeten betalen. Die plaat is al meerdere generaties grijs gedraaid zonder uitzicht op verandering. Het is een excuus om het echte argument niet te moeten gebruiken: de besparingsmaatregelen dienen om de winsten van de grote bedrijven veilig te stellen.
Het feit dat er gestaakt werd zorgde voor een tegengeluid. Na de grote betogingen in januari en februari in Brussel en de sterke betogingen op 8 maart, de internationale vrouwendag, zorgde de stakingsoproep voor een nieuw momentum. Zeker rond de pensioenen is er veel ongenoegen. De aanvallen op de landingsbanen, SWT (het vroegere brugpensioen) en de pensioenen komen hard aan. Het voelt bovendien als een gebrek aan respect voor ons harde werk, zeker met het opdrijven van de flexibiliteit en de werkdruk de afgelopen jaren. Vanuit de pensioenwoede is het mogelijk om ook alle andere kwesties te bespreken onder collega’s, vrienden en familie. Er is immers een verband: de klassenoorlog van de grote bazen en hun regering is gericht tegen de volledige werkende klasse in al haar diversiteit.
Peilingen gaven aan dat een meerderheid van de Walen en Brusselaars achter de staking stond. In Vlaanderen is die steun nog beperkter: ongeveer 3 op 10. Conner Rousseau van Vooruit mag dan beweren dat de staking de steun aan de vakbonden uitholt, het tegendeel is waar. De leugen dat er geen draagvlak voor syndicaal protest is, wordt doorprikt door de peilingen. In Vlaanderen zijn er meer mensen die de staking steunden dan dat er voor N-VA gestemd hebben. Als nu reeds een derde van de Vlamingen en een meerderheid van de Walen en Brusselaars achter de stakingen staat terwijl er amper brede informatiecampagnes gevoerd zijn, is dat vooral een indicatie van een heel groot potentieel.
Naarmate de gevolgen van de plannen concreter worden, groeit de steun voor onze acties verder. Uiteraard hebben we daar zelf een rol in te spelen. Een informatiecampagne met toegankelijke krantjes en digitale varianten om uit te leggen wat er op ons afkomt en welk protest we daar tegenover zetten, zou de mogelijkheid bieden om op elke werkplaats maar ook in de wijken, onder jongeren, op de markten … in gesprek te gaan en een zo sterk mogelijke krachtsverhouding opbouwen. Het bewust maken van wat nog onbewust is en het activeren in strijd van wie nog passief toekijkt, zijn grote uitdagingen. Die kunnen we het best aangaan met een duidelijk actieplan en een stevig programma van eisen die zich niet beperken tot het verwerpen van de besparingen, maar die vertrekken van wat de werkende klasse nodig heeft.
De afgelopen weken is het argument dat er nu eenmaal geen middelen zijn doorprikt. Het rechtse beleid en de sterke positie van extreemrechts wereldwijd leiden tot een nadruk op militarisering en de roep om miljarden aan publieke middelen in defensie te investeren. De snelheid en het gemak waarmee voor oorlogsvoering miljarden gevonden worden, maakt duidelijk dat onze pensioenen, lonen en openbare diensten voor hen geen prioriteit zijn. Anders zouden daar ook al lang miljarden voor gevonden zijn. Bovendien wordt de militarisering nu gebruikt als extra argument om de besparingen op onze sociale bescherming als onvermijdelijk voor te stellen!
Er zijn wel degelijk middelen. De sterke toename van de cadeaus aan de grote bedrijven zijn er een uitdrukking van, net als de winstmarges die hoog blijven. Als die vandaag onder druk staan, komt dat niet door onze pensioenen of lonen. Het komt niet omdat LGBTQIA+ personen opkomen voor hun rechten. De instabiliteit van de wereldeconomie is het resultaat van de winsthonger van de grote bedrijven en het (extreem)rechtse beleid van de politieke vertegenwoordigers van die zoektocht naar winstmaximalisatie.
Na de staking van 31 maart is er een vervolg nodig, een echt actieplan. De vakbondsleidingen waarschuwen dat we het scenario van 2014 niet mogen herhalen, met de stelling dat de acties elkaar toen te snel opvolgden. Ze gaan voorbij aan het feit dat er door de opbouw van acties een sterke krachtsverhouding werd opgebouwd, maar dat het momentum verloren ging omdat er geen vervolg kwam. Een actieplan vandaag moet rekening houden met verschillende factoren: sommige sectoren worden zo hard geraakt dat de actiebereidheid erg groot is terwijl andere hebben meer tijd en informatie nodig, er zijn ook regionale verschillen. Dat mag echter geen excuus zijn om alles op de lange baan te schuiven.
In eerder materiaal deden we volgende voorstellen:
- Wie weet wat de Arizona-maatregelen concreet betekenen, is kwaad. Dat kunnen we stimuleren met informatiekrantjes, zoals de toegankelijke pensioenkranten in gemeenschappelijk vakbondsfront in 2014 en 2018. Uiteraard zijn daar ook digitale varianten van nodig.
- Met infosessies op elke werkplaats is het mogelijk om collega’s te bereiken en de geplande maatregelen te vertalen naar die werkvloer.
- Militantenbijeenkomsten per sector en per regio kunnen de temperatuur meten, eisen verfijnen en volgende stappen in het actieplan voorbereiden.
- Betogingen en stakingsdagen per sector of regio kunnen aangegrepen worden om gerichte campagnes op die sector of regio te voeren.
- Nationale algemene stakingsacties zijn noodzakelijk, als er niet geluisterd wordt na een eerste 24-urenstaking moet opgebouwd worden naar een sterkere staking die bijvoorbeeld 48 uur kan duren. Tussentijdse acties (zoals acties per sector of regio) kunnen daarnaar opbouwen.
- Personeelsvergaderingen en een blijvende betrokkenheid zijn nodig. Daarmee kunnen we onze beweging organiseren en antwoorden op de leugenachtige propaganda van het establishment die een versnelling hoger schakelt.
- Onze zelforganisatie wordt cruciaal. Initiatieven die activisten bijeenbrengen, zoals Commune Colère, versterken dit.
- Doorheen deze zelforganisatie moeten we het ook durven hebben over welke maatschappij we willen en hoe we een alternatief kunnen afdwingen.
Het coördineren van de acties zal eveneens belangrijk zijn. Nu zijn er acties gepland bij onder meer het spoor, de zorg en het Franstalig onderwijs. Daarnaast is er het plan om op 29 april regionale betogingen te organiseren, gevolgd door een nationaal evenement in juni (mogelijk een concert naar het voorstel van Bert Engelaar) en mogelijk een nieuwe grote betoging na de zomer. Wat ontbreekt, zijn het element van een informatiecampagne en data voor nieuwe algemene stakingen. Een plan over meerdere maanden biedt de kans om alle actiemomenten en ook nieuwe algemene stakingen nu reeds bijeen te brengen en te integreren in de informatiecampagne. Als we bijvoorbeeld een toegankelijke informatiekrant op 1 miljoen exemplaren verspreid krijgen in de loop van de maand april om te mobiliseren naar 29 april en een algemene staking in de weken hierna, kunnen we het momentum van 31 maart verder opbouwen.
Twijfel over onze acties is niet nodig: alle acties die we dit jaar al ondernamen, waren een succes en vaak groter en sterker dan op voorhand verwacht. In januari waren er de nationale betoging met grote deelname van het Nederlandstalig onderwijspersoneel en de grote Franstalige onderwijsbetoging en -staking, in februari was er de massale betoging van 13 februari en in maart de mobilisatie op 8 maart en de algemene staking. Er is een dynamiek, maar deze mag gerust beter georganiseerd en gecoördineerd worden! Daarnaast is elke stap richting een sterkere zelforganisatie van onderuit positief. In Brussel en Wallonië is er bijvoorbeeld een dynamiek rond ‘Commune Colère’.
Bovendien gaat het rechtse offensief van goedpraten en stimuleren van onderdrukking en discriminatie zo ver dat dit onvermijdelijk tot regelmatige uitbarstingen van protest leidt. De jongerenacties naar aanleiding van de uitspraak van een Leuvense rechter in een verkrachtsingszaak is daar een nieuw voorbeeld van. De woede over klassenjustitie met verwijzing naar de talenten van de dader om geen straf uit te spreken, leidde net zoals rond Reuzegom en het proces Sanda Dia tot grote acties. Ons protest tegen Arizona en alles waar het voor staat, is sterker als we de volledige reactionaire agenda bestrijden en protest met elkaar verbinden.
Ons protest niet opbouwen is geen optie. Rechts staat al klaar met volgende aanvallen, onder meer rond de lonen (index en loonnormwet liggen eind 2026 opnieuw op tafel) en met nieuwe aanvallen op de meest kwetsbaren (zoals vluchtelingen, werklozen, zieken …). We moeten strijden om te kunnen winnen, om het rechtse offensief te stoppen en om een eigen alternatief vanuit de noden van de werkende klasse te populariseren en hiervoor een krachtsverhouding op te bouwen.
-
Trumpisme stoppen door strijd
Een onvoorspelbare racist, veroordeelde seksist, queerfobe narcist in het Witte Huis. Je zou van minder bang zijn voor de nabije toekomst. Trump wil van de Gazastrook een vastgoedproject zonder Palestijnen maken, een oproep aan het zionistische regime om de genocide nog verder op te voeren. Om sterker te staan tegenover het Chinese regime zoekt hij toenadering tot Poetin, wat het gevaar van oorlogen net vergroot. In de VS worden vluchtelingen en gender non-conforme personen onder vuur genomen. Musk haalt zijn kettingzaag boven om ambtenaren af te danken. Klimaatverandering wordt ontkend en een antivaxxer is minister van gezondheid. Kan het nog erger?
Het recht ontzegd worden om jezelf te zijn of razzia’s gevolgd door mensonterende deportaties, zijn concreet en raken de slachtoffers ervan heel diep. Hun angst is niet abstract, maar existentieel. Angst zorgt voor verlamming. Zeker in een internationale context waarin extreemrechts overal vooruit lijkt te gaan en alle sociale verworvenheden en zekerheden op de helling zet. Met een existentiële inzet hebben we echter geen keuze. We moeten de strijd aangaan.
Extreemrechts aan de macht doet denken aan de jaren 1930. Dat waren echter ook jaren van verzet en strijd waarmee het fascisme potentieel nog kon gestopt worden. Van de Spaanse revolutie over het revolutionaire potentieel in Frankrijk in 1936 tot de algemene staking in België in 1936, waren er grote mogelijkheden. Er is vandaag een opgang van een reactionaire backlash. Onvermijdelijk komt daar een antwoord op, moedige activisten nemen daar nu al het voortouw bij. Massaal protest uitbouwen en richten op volledige maatschappijverandering is cruciaal.
Het Trumpisme kent navolging in België. Het regeerakkoord staat bijvoorbeeld voor een nooit geziene aanval op vluchtelingen. De Arizona-regering zet stappen om verzet tegen de genocide in Gaza te criminaliseren. De aanvallen op de pensioenrechten en arbeidsvoorwaarden van alle werkenden ruiken naar de kettingzaag van Elon Musk.
Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: deze reactionaire trend is enkel in het belang van een kleine minderheid, die van de superrijken. Dat is waarom alle big tech bazen in de VS een knieval maken voor Trump. Onderdeel daarvan is het openzetten van alle sluizen waarlangs propaganda van haat en verdeeldheid een impact kan hebben.
Alles wat de werkende klasse in al haar diversiteit verdeelt, verzwakt haar. Dat is het uitdrukkelijke doel van het Trumpisme, inclusief de Belgische varianten ervan in de figuren van De Wever en Bouchez. Trump valt de werkende klasse ook direct aan. Zo werd de National Labor Relations Board, die toeziet op de naleving van het recht van werkenden om zich te organiseren, meteen vleugellam gemaakt. Dat die raad was tussengekomen tegen onrechtmatige afdankingen bij SpaceX, het ruimtevaartbedrijf van Musk, was niet vreemd aan de beslissing van Trump.
Verzet tegen extreemrechts is noodzakelijk en mogelijk. Daarbij is het cruciaal dat we vertrekken van een benadering van solidariteit die alle slachtoffers van (extreem-)rechts beleid erkent en meeneemt in het verzet. Verdeeldheid zaaiende vooroordelen moeten we actief bestrijden, ook binnen de bredere arbeidersbeweging. Vanuit een actieve solidariteit kunnen we ons protest uitbouwen, banden creëren tussen activisten en samen sterker staan. Dat kan de basis leggen om niet alleen extreemrechts terug te dringen, maar ook om te strijden voor een breuk met het kapitalisme en voor een socialistische samenleving die voor eens en altijd komaf maakt aan uitbuiting en alle vormen van onderdrukking. Dat is waar wij als revolutionaire marxisten voor staan!