Your cart is currently empty!
Blog
-
Congo ondergedompeld in horror
De opmars van de M23-beweging in het oosten van Congo met de inname van Goma en Bukavu, de Oegandese troepenaanwezigheid in de provincie Ituri en het noorden van de provincie Kivu, vluchtelingenstromen naar het westen van het land en naar Burundi. Oost-Congo wordt eens te meer ondergedompeld in horror. Er kwamen een half miljoen vluchtelingen bij, terwijl er al 8 miljoen ontheemden waren in Congo.
De ineenstorting van de staat, het mislukte fusieproces van het leger, het gebrek aan openbare diensten, armoede en gebrek aan toegang tot land vormen de basis voor de communautaire spanningen tegen de achtergrond van een wereldwijde strijd om toegang tot grondstoffen. In Noord-Kivu zit er onder meer goud en diamant in de grond, naast tin, wolfraam en coltan, een belangrijke grondstof voor smartphones en computers. Een deel van de coltanmijnen is al langer in handen van M23, dat de coltan exporteert via Rwanda. Langs de andere kant zijn ook Congolese politici en militairen betrokken bij de grondstoffenhandel.
De door de Rwandese staat gesteunde M23-beweging, onderdeel van de de Congo-Rivier Alliantie (AFC), veroverde Goma en Bukavu, respectievelijk de grootste steden van Noord-Kivu en Zuid-Kivu. Tienduizenden sloegen op de vlucht. Het zwakke regime van Tshisekedi slaagt er niet in om de nationale soevereiniteit in het hele land te herstellen, in het bijzonder in het oosten. Het Oegandese regime maakt van de zwakte gebruik om in naam van strijd tegen jihadistische groepen een militaire aanwezigheid op te bouwen. Het Burundese leger dat tegen M23 vocht, staat onder druk om zich terug te trekken terwijl M23 oprukt naar de grens met Burundi. Het Rwandese regime van Kagame werd door Europese machten en de VS lange tijd voorgesteld als een modelstaat, maar nu dreigt zelfs bondgenoot Trump met sancties. In het verleden is er onder druk van de internationale solidariteit verschillende keren gedreigd met sancties. Maar deze hebben weinig effect gehad, gezien de strategische rol die Rwanda speelt voor het imperialisme.
“Ergste moet nog komen”
De grootste slachtoffers van het oorlogsgeweld en de honderden milities zijn de massa’s in Oost-Congo. Naast de verwoesting van hun gemeenschappen met het oog op mijnbouw en de uitbuiting, onder meer met kinderarbeid in de mijnen, is er de constante dreiging van geweld tussen milities en oorlogsmisdaden. Verkrachtingen en moordpartijen werden de afgelopen jaren onderdeel van het dagelijkse leven. De huidige escalatie van het oorlogsgeweld komt bovenop de enorme dodentol van 6 miljoen slachtoffers door burgeroorlogen en buitenlandse interventies sinds 1996. De VN Veiligheidsraad waarschuwt dat “het ergste mogelijk nog moet komen.”
Na de val van het regime van Habyarimana in Rwanda in 1994 vluchtte een groot deel van de leden van dat regime naar Oost-Congo, net als duizenden mensen die betrokken waar bij de genocide en hun families. Daar genoten ze bescherming van Frankrijk en werden ze verwelkomd door het Mobutu-regime, dat de kaart van de communautaire spanningen speelde. Tegenstanders van de dictatuur van Museveni in Oeganda organiseerden zich in milities die voet aan grond kregen in de regio.
Dit legt de basis voor communautaire spanningen die de grenzen in de regio overschrijden. De aanwezigheid van deze groepen wordt door Kagame en Museveni gebruikt om militair tussen te komen, en om hun toegang tot de grondstoffen en rijkdommen in Congo veilig te stellen. Zo was de export van goud in 2023 goed voor 37% van alle exportinkomsten van Oeganda, waarbij het meeste van dat goud uit Congo komt. Professor Kristof Titeca (UA): “Museveni kan dat geld goed gebruiken om zichzelf politiek te handhaven: bijna de helft van de Oegandezen is jonger dan 15 en om een soort Arabische omwenteling te voorkomen, is economische stabiliteit cruciaal voor hem.”
De wereldwijde koers voor toegang tot grondstoffen giet olie op het vuur. De imperialistische machten zijn uitdrukkelijk medeplichtig en spelen een rol in het hertekenen van de regionale kaart op basis van hun eigen grondstoffenbelangen.
Democratische controle van de sociale meerderheid over de rijkdommen nodig
Strijd voor macht en prestige zorgt ervoor dat oorlogen uitbreken en blijven duren. Strijd en sociale mobilisaties moeten er dan ook op gericht zijn om middelen en rijkdommen (zowel in de grond als wat de arbeidskrachten betreft) te onttrekken aan de multinationals en de verschillende gewapende groepen. Dergelijke massastrijd is mogelijk, dat werd meermaals aangetoond in Congo, onder meer met de strijd tegen een derde mandaat voor Kabila. Eind 2024 en begin 2025 kende Mozambique de grootste massale opstand uit haar recente geschiedenis toen de massa’s protesteerden tegen de inauguratie van Daniel Chapo als president.
Strijdbewegingen zijn een gelegenheid om te bespreken hoe werkenden in de mijnbouwsector zich kunnen verdedigen tegen de uitbuiting door gewapende groepen, en om een beeld te hebben van de collectieve sociale behoeften waarin de mijnbouw in de regio zou kunnen voorzien. Dit vereist de ontwikkeling van organisaties die de beweging structureren. Dit moet niet alleen in de mijnen gebeuren, maar in feite in het hele land en de hele regio. Het beheer en de controle van de geproduceerde rijkdom, en de oriëntatie ervan op de behoeften van de grote meerderheid van de bevolking, is wat nodig zou zijn om aan die behoeften te voldoen.
De klassenstrijd bepaalt het verloop van de geschiedenis. In deze strijd vertrouwen we op de sociale meerderheid die vecht tegen onderdrukking door de minderheid als reactie op de problemen en tegenstrijdigheden van het kapitalisme. Deze aanpak sluit elke sektarische opdeling van de samenleving uit. Er is nood aan een programma gericht op de eenheid van alle uitgebuite en onderdrukte lagen en dat vertrekt vanuit de vaststelling dat alleen de meerderheid van de bevolking een samenleving kan opbouwen waarin aan de behoeften van de hele bevolking wordt voldaan. Het is voor zo’n democratische socialistische samenleving dat wij opkomen.
“Het is geen toeval dat dit offensief er komt nu Trump aan de macht is”
We spraken met Alain Mandiki, vakbondsmilitant afkomstig uit Kivu en auteur van een boek over de genocide van 1994 in Rwanda.

“Het is geen toeval dat het offensief tegen Goma en Bukavu er kwam op een ogenblik dat Trump in het Witte Huis zit. Trump staat voor een verdediging van imperialistische belangen op een manier waarbij geen enkele rekening wordt gehouden met principes van recht of menselijkheid. In zijn transactionele diplomatieke methode is Trump bereid om mensenrechten en waardigheid te negeren om toegang te krijgen tot de grondstoffen die Rwanda hem kan bieden.”
“Dat is wat er ook in Oost-Congo gebeurt met de honderdduizenden vluchtelingen of gevechten met zware wapens waarbij in één stad bijna 3000 doden vielen. De Rwandese staat rechtvaardigt de aanwezigheid van 4000 troepen met het argument dat het de eigen belangen verdedigt. Deze troepen handelen met eenzelfde misprijzen voor elke menselijkheid.”
“Wat in Congo gebeurt wordt mee bepaald door het spel tussen de grootmachten die uit zijn op invloed en toegang tot grondstoffen. Begin vorig jaar sloot de EU een akkoord van economische samenwerking met Rwanda waardoor de exploitatie van bloedmineralen gemakkelijker werd. Daarmee wilde de EU een alternatief bieden voor de Chinese belt-and-road investeringen. Eind vorig jaar sloot de EU een militair samenwerkingsakkoord met Rwanda, dat 20 miljoen euro kreeg voor zijn leger. Die middelen waren zogenaamd bedoeld voor veiligheidsoperaties in Mozambique. Er zijn echter geen garanties dat deze niet gebruikt worden voor het front in Congo.”
“Mobilisatie en internationale solidariteit zijn belangrijk om de imperialistische politiek te stoppen. Enkel de Congolese samenleving en haar organisaties kunnen oplossingen bieden voor de huidige problemen. Internationale solidariteit is noodzakelijk als antwoord op het imperialisme en om de druk op te voeren zodat lokale leiders niet medeplichtig zijn aan het uitmoorden van de bevolking. We moeten ons organiseren om te strijden voor een samenleving waar niet de wet van de sterkste geldt, maar waar de productie democratisch beheerd wordt en gericht is op de maatschappelijke noden van de massa’s.”
“Er is nood aan solidariteit met de bevolking van Kivu, met de bevolking van Congo, maar ook die van Soedan en die van Palestina die gebukt gaat onder een genocide in Gaza.”
-
Arizona vergroot de ongelijkheid
We worden voortdurend aangespoord om “samen onze schouders onder de maatschappij te zetten.” Maar wat als sommigen nauwelijks bijdragen terwijl anderen het volle gewicht torsen? De cijfers spreken boekdelen: de rijksten betalen amper 4% via een meerwaardebelasting (die deels bij de middenklasse terecht komt en waarbij er meteen over achterpoortjes wordt gesproken), terwijl de rest van de bevolking opdraait voor de overige 96%. Dit is geen kwestie van gezamenlijke inspanning, maar een bewuste strategie om structurele ongelijkheid in stand te houden.
Artikel door Nick (Antwerpen) voor de maarteditie van De Linkse Socialist
Harder en langer werken
Een pijnlijk voorbeeld van deze klassenpolitiek is de flexibilisering van nachtarbeid, overuren en werkritme. Werknemers betalen de prijs met hun gezondheid: slaapproblemen, hart- en vaatziekten en een verhoogd sterfterisico zijn slechts enkele van de gevolgen. Wetenschappelijke studies tonen keer op keer aan dat structureel nachtwerk het risico op chronische ziekten verhoogt. Toch worden de kosten niet gedragen door de bedrijven die nachtarbeid promoten, noch door de overheid die deze flexibilisering faciliteert. De rekening wordt doorgeschoven naar de getroffen werknemers en de gezondheidszorg. Dit is pure externalisering van lasten: de bedrijven plukken de vruchten, werknemers dragen de risico’s.
De geplande pensioenhervormingen zijn een volgende stap in de afbraak van de sociale zekerheid. Vrouwen, die door deeltijds werk en zorgtaken vaak minder pensioenrechten opbouwen, worden extra hard getroffen. De kloof tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt wordt zo enkel dieper. Tegelijkertijd ondermijnt het nieuwe systeem het recht op een menswaardig pensioen voor wie tijdens zijn loopbaan geconfronteerd wordt met ziekte of psychische problemen.
Het bonus-malus-systeem verplicht werkenden om langer te blijven werken, zonder rekening te houden met de fysieke tol van een langdurige carrière. Pensioenen worden zo een instrument van bestraffing voor de meest kwetsbaren in plaats van een sociaal vangnet. De regering doet er alles aan om iedereen voltijds tot 67 jaar aan het werk te houden en zet de deur open voor druk om ook na de wettelijke pensioenleeftijd aan de slag te blijven.
Een schrijnend voorbeeld van de onbetrouwbaarheid van dit beleid is de invoering van de pensioenmalus. Minister van Pensioenen Jan Jambon beweerde eerst dat ziekteperiodes zouden meetellen als gelijkgestelde periodes en beschuldigde de PVDA van “leugens” toen ze dit in vraag stelden. Nog geen 36 uur later moest hij zich excuseren: in werkelijkheid wordt ziekte niet gelijkgesteld aan effectieve arbeid, waardoor werknemers die ook maar één dag ziek zijn tijdens een halftijdse tewerkstelling een volledig jaar op hun loopbaanteller verliezen. Dit treft vooral vrouwen en werknemers in zware beroepen.
Aanval op pensioenen vergroot de ongelijkheid
De regering rechtvaardigt de hervorming door te stellen dat zonder ingrijpende maatregelen een steeds groter deel van de overheidsinkomsten naar pensioenen zal vloeien. Maar in werkelijkheid zijn deze tekorten het gevolg van politieke keuzes.
Onder het mom van “harmonisatie” worden pensioenrechten afgebroken. De invoering van de pensioenmalus treft vooral zij die fysiek zwaar werk doen. Langdurige ziekte en brugpensioen worden in groeiende mate uit de pensioenberekening geschrapt, waardoor velen onverwachts langer moeten werken. Zelfs de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) wordt strenger, waardoor kwetsbare ouderen nog harder getroffen worden.
Ondertussen verdwijnen miljarden euro’s in de zakken van de grote vermogens via belastingontwijking, speculatie en gesubsidieerde investeringen. Werklozen en bijstandstrekkers worden afgeschilderd als profiteurs, terwijl de werkelijke parasieten de financiële elite zijn. Verdeel-en-heers is de strategie: werkenden en uitkeringsgerechtigden worden tegen elkaar opgezet om te verhullen dat de ware profiteurs ongemoeid blijven.
De overheid presenteert begrotingstekorten als een gevolg van onze sociale bescherming, terwijl ze het gevolg zijn van bewuste politieke keuzes. De verlaging van de vennootschapsbelasting van 33,99% naar 25% onder de regering-Michel betekende een jaarlijkse inkomstenderving van 8 miljard euro. Het tekort werd bewust gecreëerd, zodat de werkende klasse de put kon vullen via besparingen.
Pensioenen zijn geen gunst, maar een recht dat werknemers doorheen hun loopbaan opbouwen. De huidige hervormingen ondermijnen dat principe en vergroten de sociale ongelijkheid. Daarom is strijd nodig: voor een eerlijke verdeling van de rijkdom, hogere lonen en een degelijk pensioen. Alleen een massabeweging kan deze aanvallen stoppen!
-
Instabiliteit en polarisatie in Duitsland. Gelukkig is er een terugkeer van Die Linke
De ‘Zeitenwende’ (keerpunt), d.w.z. de geopolitieke verschuiving die het succesvolle model van het Duitse kapitaal ten val heeft gebracht, krijgt opnieuw concrete vorm op het politieke front met de verkiezingen van 23 februari.
Door Christian (Leuven)
Met 16,4% behaalde de sociaaldemocratische SPD haar slechtste score sinds 1890, toen Friedrich Engels nog leefde. Het extreemrechtse AfD heeft zijn score meer dan verdubbeld. Met 20,8% van de stemmen is het de beste score sinds 1933 voor een reactionaire Duitse partij met een fascistisch discours. Met uitzondering van een paar stedelijke kiesdistricten, met name Berlijn, domineert de AfD de voormalige DDR. Met 28,5% behaalden de christendemocraten van CDU/CSU hun op één na slechtste resultaat sinds 1949. De liberale FDP, die in de naoorlogse periode de op twee na grootste partij in West-Duitsland was, haalt de kiesdrempel niet.
Duitsland heeft de rest van de wereld ingehaald wat betreft politieke instabiliteit en polarisatie. De laatste jaren van de zogenaamde ‘stoplicht’-coalitie (SPD-Groenen-FDP), die in november ten val kwam, werden al gekenmerkt door de wereldwijde trend dat de dominante lagen van de burgerij opschuiven in de richting van meer extreemrechtse sympathieën. Friedrich Merz wordt wellicht kanselier en belichaamt die wending. Hij was in zijn jeugd lid van een ultrareactionaire studentenvereniging en klom op in de gelederen van de Duitse tak van Black Rock, ‘s werelds grootste vermogensbeheerder, voordat hij in 2018 hoofd van de CDU werd.
Ondanks zijn flirt met de AfD zal Merz geen coalitie vormen met extreemrechts. Dat zou te ontwrichtend zijn voor het Duitse kapitaal. De meest waarschijnlijke coalitie is die van christendemocraten en sociaaldemocraten. De Groenen zijn niet nodig omdat de FPD en Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) de kiesdrempel van 5% net niet haalden.
Besparingen en verdeeldheid op de agenda
De groeiprognose voor de Duitse economie dit jaar is onlangs verlaagd naar 0,3%. Dit heeft te maken met onzekerheid over de Duitse exportgerichte economie onder het presidentschap van Trump. Het volgt op twee opeenvolgende jaren van recessie, waarbij de economie kromp met respectievelijk 0,3% en 0,2%. Geschillen over de ‘Schuldenbremse’ (die elk tekort van meer dan 0,35% van het BBP verbiedt) veroorzaakten de val van de vorige regering en kunnen problematisch blijven voor de toekomstige coalitie onder Merz.
Zelfs als de begrotingsdiscipline uiteindelijk wordt versoepeld, zullen de kosten van de crisis volledig terechtkomen bij de arbeidersklasse, de meest onderdrukte delen van de samenleving en het milieu. De burgerij zal alles in het werk stellen om een beleid van verdeeldheid te voeren om haar asociale agenda door te drukken.
Die Linke komt terug
Die Linke deed het uitstekend met 8,8% op nationaal vlak. Het werd de grootste partij in Berlijn. In 2021 viel Die Linke onder de kiesdrempel, in 2023 vertrok Sarah Wagenknecht om een sociaal-conservatieve partij op te richten: BSW. Dit verzwakte Die Linke op het electorale terrein, zelfs indien er een toename van ledenaantal was. (1) Afgelopen september werd de BSW de derde partij in drie regionale verkiezingen in Oost-Duitsland, waarmee Die Linke duidelijk overschaduwd werd.
De BSW valt nipt onder de kiesdrempel. Dit kan te maken hebben met haar toetreding tot twee regionale regeringen, het gebrek aan leden om op nationaal niveau een fatsoenlijke campagne te voeren en de verkiezing van Trump, waardoor haar standpunt over Oekraïne minder relevant is geworden (2). Potentiële kiezers gaven er mogelijk de voorkeur aan om direct op AfD te stemmen, een partij waarmee de BSW het op veel punten eens is.
Op 29 januari gebruikte Merz in de Bondsdag de stemmen van de AfD om een motie door te drukken die gericht was op het aanscherpen van het Duitse migratiebeleid. BSW gaf ook steun aan de motie, die nipt werd verworpen. Deze breuk in het cordon sanitaire tegen extreemrechts was een wake-up call en leidde tot talrijke demonstraties.
Naar aanleiding van deze stemming hield Die Linke parlementslid Heidi Reichinnek een gepassioneerde toespraak. Ze werd meteen een rijzende ster op de sociale netwerken. Reichinnek bekritiseerde Merz voor het opzettelijk samenwerken met de AfD, slechts twee dagen na de Auschwitz-herdenking (3). Dit droeg bij aan een sterke stijging van het aantal Die Linke-leden. Op 18 februari had Die Linke 91.000 leden, 31.000 meer dan een maand eerder. (4)
Met 11,6% zijn de Groenen de coalitiepartij die het minste verlies leed. Het vrij welvarende groene kiespubliek lijkt zich weinig aan te trekken van kwesties als sociale zekerheid en prijsstijgingen. (5) Het groene discours over migratie bevat sporen van humanitaire bezorgdheid, maar dat is weinig geloofwaardig gezien de bereidheid om een coalitie met de CDU/CSU te vormen.
Jonge kiezers versterken links
De terugkeer van Die Linke werd gedreven door jonge mensen, in het bijzonder jonge vrouwen. Van de kiezers tussen 18 en 24 jaar stemde 34% van de vrouwen op Die Linke, tegenover 15% van de mannen. Onder vrouwen onder de 25 is Die Linke de populairste partij, terwijl ze onder mannen in deze leeftijdsgroep op de derde plaats staat, na AfD en CDU/CSU. De Groenen, een partij die eerder erg populair was bij jonge vrouwen, komt pas op de derde plaats bij hen.
De bescheiden terugkeer van Die Linke is bemoedigend. Haar linkse sociaaleconomische programma is deels een breuk met de manier waarop het kapitalistische systeem vandaag de dag wordt bestuurd, waarbij alleen een handjevol ultrarijken gebaat is. Die Linke heeft goede standpunten over de strijd tegen onderdrukking, met name racisme en LGBTQIA+fobie, die momenteel in Duitsland (zoals overal) toenemen, gestimuleerd door het gedrag, de woorden en de daden van de mainstream media en pro-kapitalistische partijen.
Die Linke heeft echter ook grote tekortkomingen die haar eerdere neergang verklaren. Waar Die Linke deelnam aan de macht, paste ze zich aan het systeem aan. Die Linke is te vaak afwezig in strijd en wordt geplaagd door diepe interne verdeeldheid, waardoor sommige van haar standpunten verward, zwak en zelfs ronduit verkeerd zijn. Dit is vooral het geval met betrekking tot de voortdurende genocide in Gaza en de bevrijding van Palestina, een thema dat afwezig was tijdens de verkiezingen.
De jongeren die zich aangetrokken voelen tot Die Linke zullen zelf het initiatief moeten nemen om zich te organiseren en de noodzakelijke strijd vooruit te helpen, zonder toegevingen te doen aan extreemrechts of aan het kapitalisme in crisis waarvan het de uitdrukking is. Alleen op die manier zullen ze het tij kunnen keren op de sociaal-economische, ecologische en onderdrukkingsfronten, waaronder de racistische en koloniale onderdrukking van Palestina.
Lees ook onze eerdere artikels:
Voetnoten
- In oktober 2023 werden 13.350 mensen lid van de partij, tegenover 7.458 die de partij verlieten. https://www.zeit.de/politik/deutschland/2024-11/linke-partei-mitglieder-zuwachs-bsw-wagenknecht?fbclid=IwY2xjawIpB_tleHRuA2FlbQIxMAABHbfyTec6dYkkh1THkoM84H_LTBtL-ffPWgcFnaQkZJ1Msf97ZSGkTQREbA_aem_nHUcCN2S678uc7QetoyXQQ
- https://www.morgenpost.de/politik/article408368436/bsw-sahra-wagenknecht-bundestagswahl-2025-ergebnis-bundestag.html
- https://www.politico.eu/article/germany-left-party-die-linke-rising-young-voters-heidi-reichinnek/
- https://www.t-online.de/nachrichten/deutschland/bundestagswahl/id_100604498/linke-verzeichnet-mitgliederrekord-vor-wahl-migrationsdebatte-als-treiber.html
- https://www.tagesschau.de/wahl/archiv/2025-02-23-BT-DE/umfrage-wahlentscheidend.shtml
-
Massa’s trotseren arrestaties, kogels en traangas in Mozambique
Vertaling van een artikel van revolutionarymarxism.com
De grootste massale opstand in de recente geschiedenis van Mozambique vond plaats van eind 2024 tot begin 2025, in weerwil van het verraad van Frelimo en het vooruitzicht dat de partij nog een termijn aan de macht zou blijven. 8 mensen stierven bij protest op de ochtend van Daniel Chapo’s inauguratie als president op 15 januari 2025. Het is duidelijk dat de mensen in Mozambique geen gerechtigheid krijgen van de lokale rechtbanken of van de regionale instantie South African Development Council (SADC).
Waarnemersmissies uit verschillende landen waren het erover eens dat er ernstige onregelmatigheden waren tijdens de campagne- en stemperiode, waardoor het niet mogelijk is om de echte uitslag van de verkiezingen te kennen. Toen de eerste resultaten bekend werden gemaakt en twee functionarissen van de oppositiepartij werden vermoord, brak er in het hele land opstand uit. Dit maakte duidelijk dat de gewone Mozambikanen zich bedrogen voelen en het regime zien als onwettig.
De moord op Elvino Dias en Paulo Guambe kort na de verkiezingen was de druppel die de emmer deed overlopen voordat de massademonstraties begonnen, maar wat waren de onderliggende factoren die tot deze woede-uitbarsting in Mozambique leidden?
Corruptie, ongelijkheid, oorlog en natuurrampen
Minstens 60% van de Mozambikaanse bevolking leeft in armoede, terwijl de economie stagneert onder het bewind van een politieke partij die bekend staat om haar uitgebreide gebruik van doodseskaders om oppositieleden het zwijgen op te leggen.
Mozambique heeft een lange kustlijn met economisch levensvatbare havens die de handel in de regio ondersteunen, waardoor met ingesloten landen als Zimbabwe en eSwatini die langs deze weg goederen kunnen exporteren en importeren. Daarnaast beschikt het land over grote hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen, waaronder kostbare mineralen en olie- en gasvoorraden. Helaas komen de opbrengsten van deze sectoren enkel terecht bij de heersende elite en hun trawanten.
Ondertussen wordt de meerderheid van de bevolking gedwongen om in armoede te leven of om te migreren naar buurlanden op zoek naar een betere toekomst.
De heersende elite in Mozambique heeft alle trucs gebruikt om aan de macht te blijven. Bovendien zijn ze betrapt op corruptie, waaronder een deal van 25 miljard US dollar waar de president en zijn familie rond 2013/14 van profiteerden. Door middel van corrupte deals hebben de leiders van Frelimo zichzelf kunnen verrijken ten koste van de bevolking. Een bevolking die zich nooit volledig heeft kunnen herstellen van de verwoestingen van het kolonialisme en de burgeroorlog.
Tussen 1977 en 1992 vond er een rampzalige burgeroorlog plaats tussen Frelimo en Renamo. Het was een burgeroorlog die de productieve krachten en bevolking van het land verwoestte, slechts twee jaar nadat het onafhankelijk was geworden na eeuwenlange koloniale overheersing door Portugal.
Terwijl de VS en Zuid-Afrika Renamo steunden omdat ze vonden dat die groep hun belangen verdedigde, steunde de Sovjet-Unie Frelim. De Mozambikanen leden ondertussen grote verliezen. In die 15 jaar raakten meer dan 6 miljoen mensen ontheemd en gingen er nog eens een miljoen levens verloren. In 2013 verscheurde Renamo het vredesakkoord dat in 1992 was ondertekend, wat leidde tot een maandenlang nieuw gewapend conflict dat duurde tot 2014. Toen de voormalige president Filipe Nyusi in 2015 aan de macht kwam, was er weer vrede in het land. Rond 2017 brak er echter een nieuwe golf van gewapende conflicten uit in de oostelijke regio’s van het land toen jongeren uit de provincie Cabo Delgado de wapens opnamen om een extremistische religieuze ideologie te volgen.
Hoewel armoede geen direct, mechanisch verband legt met extremisme, kan door de afwezigheid van politieke alternatieven en mogelijkheden voor zinvolle economische activiteiten, de weg naar extremisme de enige hoop lijken wanneer men wanhopig is. Zeker als je bedenkt dat er in die regio winstgevende gasfabrieken zijn. Als gevolg van kapitalistische logica en corruptie is er in die gebieden veel werkloosheid en armoede.
Het BBP van Mozambique groeide over een periode van 15 jaar weliswaar met 6%, maar het grootste deel van die groei was geconcentreerd in de handen van degenen die al rijk waren. Onvermijdelijk groeide de ontevredenheid onder de armen en gemarginaliseerden, waardoor het voor extremisten gemakkelijker werd om boze jongeren te rekruteren en hen ervan te overtuigen om vreselijke gewelddaden te plegen tegen mensen die net zo arm zijn als zij.
De Mozambikaanse regering onder Nyusi vertrouwde op militaire actie om de opkomst van Al-Shabaab in Cabo Delgado aan te pakken, door troepen uit andere landen uit te nodigen toen zijn eigen troepen ineffectief bleken.
In juli 2021 greep de SADC in de Cabo Delgado regio van Mozambique in door meer dan 2200 troepen te sturen om in het gebied te vechten. Hoewel de SADC-troepen aanvankelijk wat winst boekten en de weg vrijmaakten voor een aantal binnenlandse ontheemden om naar huis terug te keren, werd deze winst later weer tenietgedaan toen de aanvallen vanaf de tweede helft van 2023 werden hervat. Als reactie hierop zocht het regime meer militaire hulp, met name uit Rwanda.
Helaas gaat als gevolg van het privé-eigendom van de hulpbronnen van het land nog steeds alle winst naar een handjevol mensen.
Naast de ongelijkheid en de dreiging van gewapende conflicten leven de mensen in Mozambique in voortdurende angst voor catastrofale natuurrampen, vooral gewelddadige cyclonen die zich vaak opstapelen in de Indische Oceaan en vaak de oostelijke kusten van het land bereiken.
Op het ogenblik van de anti-FRELIMO demonstraties in december 2024 verloren naar schatting 120 mensen het leven als gevolg van de cycloon Chido en werden nog eens 380.000 mensen direct getroffen of ontheemd. Kort daarna richtte de cycloon Dikeledi in januari nog meer schade aan en verwoestte meer dan 15.000 huishoudens.
Naarmate de effecten van klimaatverandering verergeren, zullen de inwoners van Mozambique te maken krijgen met catastrofale omstandigheden, variërend van droogte tot extreme regenval. Dit onderstreept waarom de jongeren van het land ontzet zijn over het vooruitzicht dat ze de toekomst tegemoet gaan onder een kapitalistisch regime dat geen oplossingen heeft om maatregelen te nemen die de belangen van de massa’s beschermen.
Opstand van oktober 2024
Het was dan ook niet verwonderlijk dat er op 16 oktober protesten uitbraken toen bekend werd dat Frelimo een meerderheid had behaald bij de presidentsverkiezingen.
Bovendien was het niet verwonderlijk dat er op 19 oktober berichten waren over moordaanslagen op demonstranten, omdat Nyusi tijdens zijn tienjarige bewind doodseskaders had ingezet tegen tegenstanders. Hoewel het voor sommigen een schok was dat Nyusi ermee instemde zijn zetel na de verkiezingen op te geven, was het onvermijdelijk dat hij dat alleen zou doen als zijn partij aan de macht zou blijven, waardoor Frelimo meer dan 5 decennia aan de macht zou zijn.
Mozambikanen erkenden dit en wisten wat het betekende voor hun toekomst. Ze verwierpen de verkiezingsuitslag uitdagend. Ze gingen de straat op en werden geconfronteerd met arrestaties, kogels en traangas van de politie en het leger.
De protesten brachten Mozambique tot stilstand door energiecentrales, havens, grenzen en andere economische centra aan te vallen, waardoor het land maandenlang onbestuurbaar werd. Deze acties hadden grote economische gevolgen voor verschillende landen, waaronder Zambia dat afhankelijk is van elektriciteit uit Mozambique omdat het door de droogte niet mogelijk was om voldoende stroom op te wekken uit de waterkrachtcentrales. Boeren in eSwatini konden geen suikerriet exporteren omdat ze afhankelijk waren van de havens van Mozambique en Zuid-Afrika werd gedwongen om zijn belangrijkste grens met Mozambique te sluiten. Pas na het ontstaan van deze economische problemen besloot het regionale orgaan SADC in te grijpen om hun economische belangen te beschermen.
De interventie van de SADC leek echter op de zoveelste “praatclub” van leiders die ver af staan van de gewone arbeidersklasse. Deze gesprekken toonden aan dat de heersers van landen in zuidelijk Afrika vooral bezig zijn met het consolideren van hun macht en het steunen van hun bondgenoten, een voortzetting van het proces waardoor tirannie al tientallen jaren in de regio kan heersen.
Zimbabwe is de huidige voorzitter van de SADC en zijn president E.D. Mnangagwa kwam via een staatsgreep aan de macht en is dat alleen maar gebleven omdat hij de verkiezingen van 2023 in Zimbabwe heeft vervalst. Hij kon onmogelijk een krachtig standpunt innemen tegen de verkiezingsfraude in Mozambique, deels omdat hij betrokken was bij het manipuleren van deze verkiezingen om Frelimo te verdedigen. Onvermijdelijk steunde de bijeenkomst van staatshoofden van de SADC de verkiezingsuitslag, ondanks de protesten van Mozambikanen die onder Chapo’s bewind leven!
Meer dan 300 mensen stierven omdat ze geloofden dat Frelimo de verkiezingen had gestolen en meer dan 2000 huishoudens werden gedwongen om hun huizen te ontvluchten toen de politie en het leger hun gewelddadige wapens loslieten.
Presidenten van SADC-landen zoals Zuid-Afrika en Zimbabwe kozen ervoor om Chapo’s inauguratie bij te wonen ondanks het feit dat de rapporten van de waarnemersmissie in opdracht van de SADC zelf de resultaten van deze verkiezingen afkeurden. Het is duidelijk dat de SADC bestaat uit leiders die alleen maar bezig zijn met hun zelfbehoud, koste wat het kost.
Mondlane stemde er uiteindelijk mee in om met Chapo te praten over deelname aan de nieuwe regering, waarbij hij dreigde met een nieuwe golf van protesten als bepaalde eisen niet binnen honderd dagen zouden worden ingewilligd. Het vooruitzicht van een voortzetting van het FRELIMO-regime is echter afschuwelijk. Het moet koste wat het kost worden bestreden – vooral voor de jongeren van het land.
De machthebbers van de SADC hebben hun ware gezicht laten zien en zullen in de toekomst te maken krijgen met ontevredenheid en protesten van de massa’s. Het wordt sommige delen van de arbeidersklasse in heel zuidelijk Afrika duidelijk dat hun leiders hen hebben verraden en geen belang hebben bij het veiligstellen van hun welzijn.
Hoe kan Zuid-Afrika bijvoorbeeld corrupte regimes in Mozambique en Zimbabwe steunen, terwijl de regering in Pretoria beweert dat migranten het grootste probleem in Zuid-Afrika zijn?
Andere mensen in Zuid-Afrika vragen zich af waarom er Zuid-Afrikaanse soldaten sterven in de Democratische Republiek Congo, terwijl mensen in Malawi en Zambia zich afvragen wie er echt profiteert van de opbrengsten van de delfstoffen die in hun landen worden gewonnen. Welke rol spelen de zogenaamde “gekozen” leiders eigenlijk?
Regeringen in zuidelijk Afrika vertrouwen steeds meer op onderdrukking om aan de macht te blijven, maar dit betekent niet dat ze de massa’s stil kunnen houden. Ze zijn bang voor een verenigde arbeidersklasse, ze zijn bang voor wat er met hen zal gebeuren als de massa’s zich realiseren wat ze zonder hen kunnen bereiken. Het besef groeit dat deze leiders geen beter leven voor iedereen kunnen realiseren. Tegelijk wordt duidelijker dat de strijd waar mensen in heel zuidelijk Afrika mee te maken hebben met elkaar verbonden is, en dat er slechts een handjevol rijke politici tussen ons en een beter leven voor ons allemaal staat.
-
Groenland en de imperialistische strijd om Arctische dominantie
De dreigementen van Trump versnellen het streven van Groenland naar onafhankelijkheid. Dit gebeurt te midden van groeiende gevaren van imperialistische uitbuiting en conflicten, nu het Noordpoolgebied een nieuw strijdtoneel wordt in de wereldwijde strijd om macht, natuurlijke hulpbronnen en strategische dominantie.
Dossier door Paul Smith
In 2019 leek het voorstel van Donald Trump om Groenland te kopen, waardoor de toekomst van het land gereduceerd zou worden tot een vastgoeddeal, misschien een grap, maar zijn hernieuwde interesse aan het begin van zijn tweede presidentschap – waarbij hij Denemarken afdreigt met invoerrechten en weigert militair geweld (tegen een NAVO-land!) uit te sluiten om het gebied in beslag te nemen – is een wake up call.
Wat misschien het gebral van een gek of dwaas leek, onthult nu een grimmige geopolitieke realiteit: klimaatverandering doet het Noordpoolijs smelten, opent nieuwe scheepvaartroutes en legt waardevolle minerale voorraden bloot. Als gevolg hiervan neemt het belang van Groenland toe in een wereld die wordt gevormd door concurrentie om natuurlijke hulpbronnen en intensievere geopolitieke rivaliteit tussen mondiale grootmachten.
De aanspraken van Trump over Groenland benadrukken ook de diepe tegenstrijdigheden van de politieke status van het eiland als een semi-autonome voormalige kolonie, evenals de gevaren en kansen die onafhankelijkheid met zich meebrengt.
De koloniale geschiedenis van Groenland
De inheemse bevolking van Groenland, de Inuit, bewoont het eiland al sinds 2500 voor Christus. In het eerste millennium na Christus bereikten Noorse zeevaarders Groenland en stichtten er nederzettingen die meerdere eeuwen duurden. De moderne kolonisatie begon in 1721 met de komst van de Deens-Noorse missionaris Hans Egede, die een permanente Europese aanwezigheid op het eiland vestigde. In 1814 werd Groenland officieel opgenomen in het Deense koninkrijk na de ontbinding van de unie Denemarken-Noorwegen.
Gedurende een groot deel van de koloniale geschiedenis functioneerde Groenland als een economisch aanhangsel van Denemarken. Het leverde grondstoffen zoals vis, zeehonden en walvissen en was afhankelijk van Denemarken voor geproduceerde goederen en bestuur.
Onder de kapitalistische ontwikkeling werd de inheemse Inuit-bevolking van Groenland onderworpen aan economische marginalisatie, gedwongen culturele assimilatie en afhankelijkheid van het Deense beleid.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de VS de feitelijke macht over Groenland over terwijl Denemarken werd bezet door Nazi-Duitsland. Hoewel het land na de Tweede Wereldoorlog werd teruggegeven aan Denemarken, maakte de strategische ligging van Groenland tijdens de Koude Oorlog het land waardevol voor militaire operaties van de VS, met name in het kader van nucleaire afschrikking tegen de Sovjet-Unie.
In 1946 boden de VS aan om Groenland te kopen voor $100 miljoen ($1 miljard in actuele waarde), maar Denemarken weigerde. Desondanks behield de VS een militaire aanwezigheid, met name door de oprichting van de luchtmachtbasis Thule in 1951. De VS plaatsten kernwapens op het eiland en radarstations.
Dit gebeurde vaak zonder rekening te houden met het welzijn en de instemming van de inheemse bevolking van Groenland. Traditionele Inuit-nederzettingen werden met geweld verplaatst. In 1968 stortte een Amerikaans vliegtuig met kernbommen aan boord neer in de buurt van de luchtmachtbasis Thule, waardoor het gebied radioactief werd besmet.
Vandaag speelt Groenland nog steeds een cruciale veiligheidsrol voor de VS, omdat het de thuisbasis is van het waarschuwingssysteem voor ballistische raketten en van het Amerikaanse ruimte- en satelliettoezicht.
In 1953 werd Groenland ingelijfd bij het Koninkrijk Denemarken, waarmee een einde kwam aan de officiële koloniale status, maar weinig veranderde aan de koloniale relatie met Denemarken. In 1979 werd Groenland een zekere mate van autonomie verleend en in 2009 werd nog meer autonomie verleend.
Groenland heeft nu zijn eigen parlement, maar is financieel afhankelijk van Denemarken, dat jaarlijks financiële subsidies verstrekt die bijna de helft van de begroting van Groenland uitmaken. Daarnaast controleert Denemarken ook het buitenlands en veiligheidsbeleid van Groenland.
Onaangeboorde natuurlijke rijkdommen
Naast het strategische belang voor de veiligheid is Groenland een brandpunt geworden voor de grootmachten van de wereld vanwege de overvloed aan natuurlijke hulpbronnen.
Ondanks de existentiële dreiging van klimaatverandering zien kapitalistische landen het smeltende noordpoolgebied steeds meer als een economische kans. Naarmate de opwarming van de aarde versnelt en het ijs in het noordpoolgebied blijft krimpen, wordt Groenland – de thuisbasis van enorme, grotendeels onaangeboorde hulpbronnen vanwege het strenge klimaat en de afgelegen ligging – toegankelijker voor mijnbouw, boringen en nieuwe scheepvaartroutes.
De belangrijkste natuurlijke hulpbronnen in Groenland die de interesse wekken van kapitalistische staten en multinationals zijn onder andere:
1. Zeldzame aardmineralen – essentieel voor moderne technologie, waaronder smartphones, elektrische voertuigen, halfgeleiders en militaire hardware.
2. Andere essentiële mineralen, waaronder koper, lithium, kobalt en nikkel.
3. Olie en aardgas – Groenland heeft naar schatting grote offshore reserves, die kunnen wedijveren met die van grote energieproducerende landen. De geschatte waarde loopt op tot een bedrag tussen $ 1 triljoen en $ 4 triljoen.
4. Uranium – Groenland heeft enkele van de grootste uraniumvoorraden ter wereld, cruciaal voor kernenergie en de defensie-industrie.
5. Visserij – een vitale economische sector, aangezien de Groenlandse wateren enkele van de rijkste visgronden ter wereld herbergen.
6. Zoetwater en ijs – de enorme ijskap van Groenland wordt steeds meer gezien als een potentiële bron voor zoetwaterexport en zelfs klimaattechnische projecten.
Zeldzame aardmetalen
Hoewel zeldzame aardmetalen in overvloed aanwezig zijn, is de winning ervan schadelijk voor het milieu, omdat er enorme hoeveelheden giftig afval worden geproduceerd. Daarom waren tot voor kort maar weinig landen bereid om ze te delven. Hierdoor heeft China decennialang de wereldmarkt voor zeldzame aardmetalen gedomineerd, waarbij winst belangrijker was dan het milieu.
Bovendien heeft China talloze patenten op de winning en raffinage van zeldzame aardmetalen, waardoor het voor veel landen rendabeler is om hun onbewerkte ertsen naar China te sturen voor raffinage dan om het proces zelf uit te voeren. Momenteel is China goed voor meer dan 95% van de wereldwijde productie van zeldzame aardmetalen.
De afhankelijkheid van China voor de levering van zeldzame aardmetalen is echter steeds problematischer geworden in een tijd van toenemende geopolitieke spanningen en een escalerende handelsoorlog.
Trump is bezorgd dat de VS afgesneden kunnen worden van de Chinese export van zeldzame aardmetalen en gaat op zoek naar alternatieve bronnen. Dit verklaart zijn recente interesse in het veiligstellen van de rechten om de zeldzame aardmetalen in Oekraïne te exploiteren, evenals zijn focus op Groenland, waar naar schatting ongeveer 25% van de wereldwijde afzettingen te vinden zijn.
Op dit moment zijn de winning van zeldzame aardmetalen, uranium en het boren naar olie verboden in Groenland. De Groenlandse regering overweegt nu echter om haar natuurlijke hulpbronnen open te stellen voor de VS in een poging om economisch onafhankelijk te worden van Denemarken.
Het grote spel in het noordpoolgebied
Maar de VS is niet het enige land dat interesse toont in het Noordpoolgebied. Rusland, met 24.000 kilometer Arctische kustlijn, is een belangrijke speler in de regio, terwijl China, hoewel geen Arctische natie, zich graag wil vestigen als Arctische macht.
China heeft geprobeerd havens, infrastructuur en mijnbouwrechten in Groenland te kopen, maar deze pogingen zijn tot nu toe zonder succes gebleven. Bovendien is China na de Europese Unie de belangrijkste bestemming voor de export van Groenland (voornamelijk vis). Bovendien hebben China en Rusland gezamenlijke militaire oefeningen gehouden in de regio en werken ze samen op scheepvaartgebied.
Naarmate het poolijs smelt, ontstaan er nieuwe scheepvaartroutes, zoals de noordwestelijke en noordoostelijke doorgang, die het potentieel bieden voor kortere handelsroutes tussen Azië en het Westen, waarbij traditionele routes zoals het Suezkanaal, dat steeds kwetsbaarder wordt door de instabiliteit in het Midden-Oosten, worden omzeild.
Net als het Suezkanaal en het Panamakanaal is controle over deze strategisch belangrijke zeepassages van cruciaal belang. Ondertussen probeert de EU – met name Denemarken – haar politieke en economische invloed op Groenland te behouden om te voorkomen dat het in handen valt van de VS of China.
Het nieuwe tijdperk van geopolitieke conflicten en inter-imperialistische rivaliteit, vaak de “Nieuwe Koude Oorlog” genoemd, betekent niet dat de wereld verdeeld is in twee starre blokken. In werkelijkheid is de situatie veranderlijker, met tegenstrijdige belangen binnen en tussen deze blokken en veel actoren die kiezen voor een pragmatische, flexibele benadering.
In het geval van het Noordpoolgebied, dat een nieuwe maritieme grens aan het worden is, lijkt de dynamiek op die van het “Grote Spel” – de term die wordt gebruikt om de 19e-eeuwse rivaliteit tussen het Britse en Russische imperialisme om invloed en controle in Centraal-Azië te beschrijven.
Koloniale onderwerping, economische marginalisatie en culturele uitwissing
De belangrijkste factor in deze situatie is echter de bevolking van Groenland, die niet als pionnen mag worden behandeld. Gezien hun pijnlijke geschiedenis onder koloniale heerschappij, suddert er al jaren woede onder de Groenlandse bevolking. De voortdurende arrogantie van Denemarken en de weigering om het onrecht dat het heeft aangericht te erkennen, hebben de groeiende steun voor onafhankelijkheid alleen maar aangewakkerd.
Onder Deens bewind werd de Groenlandse economie met geweld geïntegreerd in het kapitalistische systeem, waarbij Deense commerciële belangen voorrang kregen boven de traditionele levensstijl van de Inuit. Gedurende de hele 20e eeuw drongen de Deense autoriteiten aan op de “modernisering” van Groenland door verstedelijking, loonarbeid en onderwijs in westerse stijl te bevorderen, vaak ten koste van de tradities en sociale structuren van de Inuit.
In de jaren 1950 en 1960 werden tientallen traditionele Inuit-nederzettingen onder dwang verplaatst naar appartementencomplexen als onderdeel van een zogenaamde moderniseringsoperatie. Eén gemeenschap werd zelfs 150 km verder naar het noorden verplaatst en gedwongen om een nieuwe nederzetting te stichten onder veel hardere omstandigheden om plaats te maken voor de Thule luchtmachtbasis.
In dezelfde periode werden Inuitkinderen met geweld gescheiden van hun families en naar Denemarken gestuurd als onderdeel van een “sociaal experiment” met als doel hun identiteit opnieuw vorm te geven.
Racisme en discriminatie strekken zich ook uit tot de behandeling van Groenlandse gezinnen in Denemarken. Kinderen van Groenlandse ouders lopen meer dan vijf keer zoveel kans om in een tehuis geplaatst te worden als kinderen van Deense ouders.
De “ouderschapscompetentietests” die in Denemarken worden gebruikt voor kinderbeschermingsonderzoeken blijken cultureel en taalkundig bevooroordeeld te zijn, wat er soms toe leidt dat pasgeboren baby’s enkele uren na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald.
In de jaren ’60 probeerde Denemarken de bevolking van Groenland te beperken door ongeveer 4500 vrouwen onder dwang anticonceptie toe te dienen. In veel gevallen resulteerde dit in sterilisatie. Momenteel klagen 143 van de getroffen vrouwen de Deense staat aan voor het schenden van hun mensenrechten.
Zelfbeschikking
De intentieverklaring van Trump dat hij Groenland wil kopen of militair innemen, heeft de kwestie van zelfbeschikking voor de 57.000 inwoners van het eiland nog scherper in beeld gebracht.
Terwijl Trump beweert dat de inwoners van Groenland deel willen uitmaken van de VS, vertellen opiniepeilingen een ander verhaal. Uit een recent onderzoek bleek dat 85% van de Groenlanders ertegen is dat hun eiland deel uitmaakt van de VS, terwijl slechts 6% voor is en 9% geen mening heeft.
Interessant is dat een opiniepeiling in Denemarken uitwees dat 78% van de Denen tegen de verkoop van Groenland aan de VS is, maar dat 72% vindt dat de uiteindelijke beslissing bij de bevolking van Groenland moet liggen en niet bij Denemarken. Dit suggereert dat velen in Denemarken de onafhankelijkheid van Groenland waarschijnlijk zouden steunen als deze tot stand zou komen door een democratisch besluit van de bevolking van Groenland.
Alle parlementaire partijen van Groenland zijn ertegen dat het eiland onderdeel wordt van de VS en steunen onafhankelijkheid, maar er zijn verschillende meningen over hoe en wanneer dit moet worden bereikt.
In reactie op de hernieuwde belangstelling en dreigementen van Trump hebben sommige leiders, zoals premier Múte Egede, gekozen voor een meer verzoenende benadering van de VS. Hoewel de regering onafhankelijkheid tot het uiteindelijke doel heeft verklaard, bagatelliseert Egede nu het idee van een onmiddellijke afscheiding.
Aan de ene kant bevestigt hij dat Groenland niet te koop is, maar aan de andere kant staat hij open voor een grotere rol van de VS in het land. Egede heeft aangegeven bereid te zijn om met Trump samen te werken en merkte op dat Groenland “zijn deuren open heeft staan op het gebied van mijnbouw”.
Op dezelfde manier heeft Denemarken, hoewel het ook duidelijk heeft verklaard dat Groenland niet te koop is, aangegeven bereid te zijn om concessies te doen met betrekking tot de rol van de VS op het eiland.
Verkiezingen in Groenland
Op 11 maart gaan Groenlanders naar de stembus om het parlement met 31 zetels te kiezen. Onafhankelijkheid zal een centraal thema zijn in de verkiezingscampagne en Siumut, de regeringspartij van Groenland, heeft plannen aangekondigd om kort daarna een referendum over onafhankelijkheid te houden. De uitslag zal naar verwachting sterk in het voordeel van onafhankelijkheid uitvallen, aangezien slechts ongeveer 28% van de Groenlanders zich hiertegen heeft uitgesproken.
Naleraq, een kleine oppositiepartij, heeft het meest uitgesproken standpunt over onafhankelijkheid. Haar leider, Pele Broberg, is voorstander van onmiddellijke onderhandelingen over onafhankelijkheid.
Gezien het feit dat Groenland afhankelijk is van aanzienlijke subsidies van Denemarken, heeft Broberg de vraag opgeworpen: “Als we geen eigendom van Denemarken zijn, van wie zijn we dan eigendom? … Maar we mogen het zo niet zien.”
Het alternatief voor Naleraq is om het overheidsbudget drastisch te halveren om het verlies van financiële steun van Denemarken te compenseren. Het is echter onwaarschijnlijk dat een dergelijke oplossing brede steun zal krijgen. Hoewel een meerderheid van de Groenlanders voor onafhankelijkheid is, bleek uit een peiling dat 45% zich ertegen zou verzetten als dit een negatief effect zou hebben op de levensstandaard.
Misschien is het om deze reden dat Naleraq een grotere rol voor de VS weggelegd ziet en voorstelt om een defensieovereenkomst met de VS te sluiten na het bereiken van onafhankelijkheid, evenals een mogelijke “vrije associatie” met Denemarken of een ander land, mogelijk de VS.
Kan een onafhankelijk kapitalistisch Groenland levensvatbaar zijn?
Als revolutionaire socialisten steunen wij het recht op zelfbeschikking voor de bevolking van Groenland, inclusief het recht om zich af te scheiden van Denemarken. Het is niet aan imperialistische of voormalige koloniale machten om over de toekomst van Groenland te beslissen; het volk van Groenland moet zelf de controle hebben over de koers van hun land en de natuurlijke hulpbronnen.
Het is echter duidelijk dat een onafhankelijk Groenland van meet af aan voor grote existentiële uitdagingen zou komen te staan. Op kapitalistische basis zou een werkelijk onafhankelijke staat niet levensvatbaar zijn.
Zonder Deense subsidies en gezien het groeiende militaire belang van Groenland in de regio, zou het land een kostbaar bezit worden waar imperialistische machten om zouden vechten.
De meest waarschijnlijke uitkomst zou afhankelijkheid van de VS zijn, wat zou betekenen dat de Amerikaanse militaire aanwezigheid op het eiland zou toenemen en het Amerikaanse imperialisme groen licht krijgt om de onaangeboorde natuurlijke hulpbronnen te exploiteren.
De gevolgen voor het milieu zouden catastrofaal zijn, niet alleen voor de wildernis van Groenland en zijn bevolking, maar voor de hele planeet. Het is twijfelachtig of dit de toekomst is die Groenlanders echt willen. Als revolutionaire socialisten zijn wij fel gekant tegen elke vorm van vereniging of associatie met de kapitalistische Verenigde Staten.
Helaas wijzen de verklaringen van alle parlementaire partijen van Groenland in deze richting, inclusief de officiële verklaring van de regering van Groenland in januari, waarin werd verklaard: “Groenland kijkt ernaar uit om de mogelijkheden voor zakelijke samenwerking, de ontwikkeling van de delfstoffensector van Groenland, waaronder kritieke delfstoffen, en andere relevante kwesties met de VS te bespreken”.
De enige manier waarop Groenland echt onafhankelijk kan zijn, is door definitief te breken met het kapitalisme en een socialistische samenleving te vestigen.
Om dit duurzaam te laten zijn, zijn er echter dringend vergelijkbare ontwikkelingen nodig in andere landen, zoals de VS, Canada, IJsland en Denemarken, die zich dan zouden kunnen verenigen in een vrijwillige socialistische federatie.
Dit zou zorgen voor internationale solidariteit en steun aan Groenland, zonder enige verplichtingen en zonder de economische en politieke druk van het imperialisme. Daarom is de toekomst van Groenland nauw verbonden met de strijd voor het socialisme in de hele regio en wereldwijd.
WIJ ZEGGEN:
- Handen af van Groenland! De arbeidersbeweging wereldwijd, evenals bewegingen die strijden tegen racisme en andere vormen van onderdrukking, kolonialisme en ecocide, moeten protesteren tegen alle pogingen van de VS of andere imperialistische machten om Groenland te annexeren, of dat nu gebeurt door militair geweld, economische druk of “onroerendgoedtransacties”.
- Voor volledige politieke en economische onafhankelijkheid voor Groenland
- Voor de oprichting van een onafhankelijke socialistische republiek gebaseerd op arbeidersdemocratie en het mondig maken van inheemse gemeenschappen
- Voor de nationalisatie van grote bedrijven in belangrijke sectoren (visserij, mijnbouw, energie) onder democratische arbeiderscontrole en -beheer om ervoor te zorgen dat de rijkdom van Groenland ten goede komt aan de bevolking.
- Nee tegen imperialistische plundering van de natuurlijke hulpbronnen van Groenland. Voor de nationalisatie van natuurlijke hulpbronnen zonder compensatie. Inbeslagname van alle mijnbouwprojecten van buitenlandse en particuliere kapitalisten. Tegen projecten voor de exploitatie van zeldzame aardmetalen en olieboringen.
- Voor een democratisch geplande economie om te voorkomen dat imperialistische grootmachten de hulpbronnen van Groenland plunderen en om de bescherming van het milieu te waarborgen.
- Voor volledige restitutie van historische koloniale misdaden, waaronder gedwongen verhuizingen en culturele onderdrukking. Teruggave van al het gestolen land. Investeringen in inheems onderwijs, revitalisering van de taal en structuren voor zelfbestuur onder democratische arbeiders- en gemeenschapscontrole.
- Voor socialistische planning voor huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Bouw gratis huisvesting van hoge kwaliteit voor iedereen die het nodig heeft, met ondersteuning en respect voor de manier van leven van de Inuit. Creëer een universeel, openbaar gezondheidszorgsysteem dat vrij is van private belangen. Implementeer een socialistisch onderwijssysteem waarin de cultuur en geschiedenis van de Inuit centraal staan.
- Voor een breuk met imperialistische handels- en militaire allianties. Verdrijving van alle Deense en NAVO strijdkrachten van het grondgebied van Groenland. Weigeren dat het land of de wateren van Groenland worden gebruikt voor bases van de VS of de NAVO.
- Voor een Socialistische Federatie van het Noordpoolgebied. Socialistische bewegingen in IJsland, Noord-Canada, Sàpmi en inheemse Siberische regio’s om zich te verenigen in een revolutionair front. Voor een Arctische Socialistische Federatie om de imperialistische en kapitalistische overheersing van het Noorden aan te vechten. De socialistische revolutie van Groenland moet aansluiten bij de wereldwijde strijd tegen kapitalisme en imperialisme om te strijden voor een Socialistische Wereldfederatie.
-
Transgender Warriors: historisch wapen tegen backlash en tegen onderdrukking
In een wereld waarin genderdiversiteit steeds vaker het doelwit is van reactionaire backlash, biedt Leslie Feinbergs “Transgender Warriors: Making History from Joan of Arc to Dennis Rodman” een krachtig en onmisbaar antwoord.
door Nick (Antwerpen)
Dit baanbrekende werk combineert persoonlijke reflecties, historische analyse en een oproep tot solidariteit om niet alleen het bestaan van gendernonconforme mensen te vieren, maar ook de sociale structuren die hen onderdrukken te ontmantelen. Feinbergs boodschap is duidelijk: genderdiversiteit is geen modern fenomeen, maar een intrinsiek deel van de menselijke geschiedenis, en de strijd voor transgender rechten is onlosmakelijk verbonden met bredere bewegingen voor sociale rechtvaardigheid.
Genderdiversiteit: geen nieuw fenomeen
Eén van de meest krachtige thema’s in “Transgender Warriors” is Feinbergs weerlegging van de mythe dat transgender en non-binaire identiteiten een recent verschijnsel zijn. Door een breed scala aan historische voorbeelden te presenteren, toont Feinberg aan dat genderdiversiteit in talloze samenlevingen door de eeuwen heen heeft bestaan. Van de Two-Spirit-tradities in inheemse Noord-Amerikaanse culturen tot de genderoverstijgende praktijken van Jeanne d’Arc, documenteert Feinberg hoe genderdiverse personen vaak een gerespecteerde rol speelden in hun gemeenschappen.
In inheemse culturen, zoals die van Noord-Amerikaanse stammen, werden gendernonconforme mensen vaak gezien als spirituele gidsen en leiders. Deze erkenning werd echter door koloniale en religieuze krachten vernietigd. Kolonialisme bracht niet alleen economische exploitatie, maar ook de oplegging van strikte binaire genderrollen als middel om gemeenschappen te destabiliseren en te onderwerpen. Feinbergs werk herinnert ons eraan dat deze genderdichotomieën niet universeel zijn, maar het product van specifieke historische processen.
De link tussen genderonderdrukking en andere strijden
Feinberg maakt overtuigend duidelijk dat genderonderdrukking niet geïsoleerd staat, maar verweven is met bredere systemen van macht en uitbuiting. Van slavernij tot kapitalisme en kolonialisme, werd genderonderdrukking vaak gebruikt om sociale hiërarchieën te versterken. Het patriarchaat, stelt Feinberg, functioneert als een essentieel hulpmiddel in deze systemen, waarbij gendernormen worden gebruikt om macht te centraliseren en economische uitbuiting te legitimeren.
De historische vervolging van genderdiverse personen is geen toeval, maar een bewuste strategie van de heersende klassen om solidariteit tussen gemarginaliseerde groepen te breken. Dit is een les die relevant blijft in de huidige tijd. In een tijd waarin transgender personen opnieuw het doelwit zijn van georganiseerde aanvallen, biedt Feinbergs analyse een belangrijk inzicht: het beschermen van transgender rechten is niet alleen een morele kwestie, maar ook een strategische stap in de strijd tegen bredere vormen van onderdrukking.
De persoonlijke strijd van Feinberg: van marginalisatie tot militant activisme
Feinbergs persoonlijke verhaal vormt de kern van “Transgender Warriors” en illustreert de dagelijkse strijd waarmee gendernonconforme mensen worden geconfronteerd. Opgegroeid als een masculiene vrouw in de vijandige samenleving van de jaren 1950, ervoer Feinberg een wereld waarin genderexpressie streng werd gecontroleerd en afwijking werd bestraft. Dit bracht Feinberg ertoe zich aan te sluiten bij sociale bewegingen en uiteindelijk een leidende stem te worden in de strijd voor transgender rechten.
Het boek laat zien hoe Feinberg inspiratie vond in de revolutionaire bewegingen van de jaren 1960 en 1970, van de Black Panther Party tot de strijd voor vrouwenrechten en de LGBTQAI+-bevrijdingsbeweging. Het benadrukt ook hoe genderdiverse personen historische rolmodellen hebben die vaak over het hoofd worden gezien, van de rebellie van Jeanne d’Arc tot de opstanden tijdens Stonewall. Deze voorbeelden illustreren dat genderdiverse mensen niet alleen slachtoffers zijn van onderdrukking, maar ook leiders in verzet.
Een oproep tot solidariteit en actie
Een van de meest opvallende aspecten van “Transgender Warriors” is Feinbergs oproep tot solidariteit tussen gemeenschappen die door verschillende vormen van onderdrukking worden getroffen. Het boek pleit voor een intersectionele benadering, waarin de strijd voor genderemancipatie hand in hand gaat met bewegingen tegen racisme, seksisme en economische ongelijkheid. Feinberg benadrukt dat transgender rechten niet losstaan van bredere sociale kwesties, maar een cruciaal onderdeel zijn van de strijd voor een rechtvaardige wereld.
Deze oproep is bijzonder krachtig in het licht van de hedendaagse backlash tegen transgender rechten. Reactionaire krachten proberen transgender personen te marginaliseren door hen af te schilderen als een bedreiging voor traditionele waarden of als een modegril. Feinbergs werk confronteert deze leugens frontaal door te laten zien dat genderdiversiteit altijd heeft bestaan en vaak werd geëerd in samenlevingen voordat koloniale en kapitalistische systemen het onderdrukten.
Een wapen tegen backlash
In een tijd waarin transgender rechten wereldwijd onder vuur liggen, is “Transgender Warriors” relevanter dan ooit. Het boek biedt een krachtig wapen tegen de georganiseerde backlash die erop gericht is om transgender personen te delegitimeren en hun rechten te beperken. Feinbergs grondige historische analyse en militante boodschap bewijzen dat de strijd voor transgender rechten niet alleen een modern fenomeen is, maar een fundamenteel gevecht om vrijheid en gelijkheid dat eeuwen teruggaat.
Het boek inspireert niet alleen transgender personen, maar ook bondgenoten en activisten om op te komen tegen onrecht. Feinbergs boodschap is helder: de bevrijding van transgender mensen is onlosmakelijk verbonden met de bevrijding van alle gemarginaliseerde groepen. Door solidariteit en collectieve actie kunnen we een wereld creëren waarin genderdiversiteit niet alleen wordt getolereerd, maar wordt gevierd als een fundamenteel deel van de menselijke ervaring.
“Transgender Warriors” is niet slechts een geschiedenisboek; het is een manifest, een strijdlied en een gids voor actie. Feinbergs werk herinnert ons eraan dat de strijd voor genderemancipatie niet alleen gaat over individuele identiteiten, maar over de bredere strijd voor een rechtvaardigere, menselijkere wereld. In een tijd waarin reactionaire krachten de klok proberen terug te draaien, is dit boek een oproep om de geschiedenis niet alleen te begrijpen, maar om deze actief vorm te geven in het heden en de toekomst.
-
Marxistische vormingscyclus in Leuven
Marxistische vormingscyclus
- Donderdag 27 februari: “Marxisme en geopolitiek: de dreiging van oorlog onder het kapitalisme vandaag” om 20u in de Romaanse Poort, Brusselsestraat 63, Leuven – zaal A13 (Let op: de datum is veranderd van woensdag naar donderdag)
- Woensdag 26 maart: “De ecologische crisis: hoe het kapitalisme het milieu verwoest en de nood aan democratische planning” om 20u in de Romaanse Poort, Brusselsestraat 63, Leuven – zaal B23
- Woensdag 23 april: “Van uitbuiting naar een klasseloze samenleving: Marx en revolutie in de 21e eeuw” om 20u in de Romaanse Poort, Brusselsestraat 63, Leuven – zaal A06
Met het aan de macht komen van Trump 2.0 – gesteund door de tech miljardairs en een Hitler-groet van Elon Musk – toont het kapitalisme een meer en meer autoritair gelaat.
Waarom wil Trump de aandacht verleggen van de oorlog in Oekraïne naar het imperialistische conflict met China?
Wat is imperialisme en waarom hangt het onlosmakelijk samen met het kapitalisme?
Waarom wordt een oorlog in Europa met Poetins Rusland door Navo-bazen als “onvermijdelijk” voorgesteld?
Hebben we nood aan een “multipolaire wereld”?Hoe kunnen we ingaan tegen een wereld van dolgedraaid militarisme, genocide zoals in Gaza en nieuwe handelsoorlogen?
Is het staakt-het-vuren in Gaza het einde van de genocide tegen de Palestijnen?
Hoe de strijd voeren tegen de plannen van een mogelijke Arizona-regering, die in België meer geld wil steken in bewapening en minder in pensioenen en sociale zekerheid?
Deze onderwerpen en meer bespreken we op onze eerste vormingsavond van LSP (Linkse Socialistische Partij). Waarom een marxistische benadering noodzakelijk is om de geopolitieke situatie en de dreiging van oorlog – maar ook de mogelijkheid van massale strijd ertegen – in te kunnen schatten.
Tijdens de tweede vormingsavond gaan we in op de ecologische crisis onder dit winstsysteem. Van versnelde opwarming, het smelten van de ijskappen tot de helse bosbranden in Los Angeles,…
Wat is de omvang van de ecologische crisis en is ze nog te stoppen?
Wat had Marx te vertellen over de “metabolische breuk met de natuur”?
Is het socialisme “productivistisch”? Biedt degrowth een uitweg?
Wat zou democratische planning van de economie kunnen betekenen voor het milieu?
Tijdens de derde vormingsavond gaan we in op waarom economische uitbuiting niet altijd heeft bestaan en niet meer hoeft te bestaan.
Welke vormen van samenleving en types van klassenmaatschappij bestonden er?
Waarom sprak Marx van noodzakelijke en meerarbeid?
Wat zijn de drijvende krachten in de geschiedenis? Hoe ontstaat maatschappelijke verandering?
Hoe kunnen we onderdrukking op basis van gender of omwille van racisme, kolonialisme, etc. stoppen?
Hoe zou een democratisch socialisme na het einde van het kapitalisme eruit zien?
De vormingscyclus staat open voor alle geïnteresseerden. Voor meer info of om in te schrijven kan je mailen naar: peterdelsing@hotmail.com. Of stuur een sms of Whatsapp-bericht naar: 0476/50.15.22.
“De filosofen hebben de wereld enkel verschillend geïnterpreteerd: het komt erop aan om hem te veranderen” (Karl Marx)
Inschrijving: 5€ student/niet-werkend, 10€ werkenden
-
Maak van 8 maart een actiedag tegen alle vormen van onderdrukking
In de aanloop naar 8 maart, de internationale dag voor de rechten van vrouwen en genderminderheden, moet deze datum een centraal moment worden voor mobilisatie tegen alle vormen van onderdrukking. Het is niet alleen een dag om strijd uit het verleden te eren, maar ook een cruciale kans om terrein te heroveren in een mondiale context die wordt gekenmerkt door een opgang van extreemrechts en reactionaire schreeuwers.
door Ophélie (Brussel)
Het succes van politieke figuren als Trump illustreert de doeltreffendheid van het verzet tegen wat ze ‘woke’ noemen. Dit offensief tegen progressieve ideeën over gender, racisme en seksualiteit vindt een zorgwekkende weerklank bij een deel van het electoraat, aangewakkerd door populistische retoriek en medeplichtige media. In het licht van deze regressie is mobilisatie belangrijker dan ooit.
Het voorbeeld van Gisèle Pélicot, die onvermoeibaar heeft gestreden tegen seksueel geweld en de dubbelzinnigheden van het rechtssysteem, inspireert ons om door te zetten. Haar moed benadrukt een overweldigende realiteit: justitie brengt slachtoffers van verkrachting vaak een tweede trauma toe. De procedures zijn lang, vernederend en nauwelijks toegankelijk voor mensen die noch de financiële middelen, noch de benodigde emotionele steun hebben. De “bijkomende slachtofferschade” – het proces waarbij het slachtoffer beschuldigd wordt en gedwongen wordt haar eigen trauma te rechtvaardigen – is een plaag die bestreden moet worden.
Wat aan de kaak gesteld moet worden is de onrechtvaardigheid van een systeem dat liever “ideale slachtoffers” erkent, zij die voldoen aan stereotypen van duidelijk lijden. Slachtoffers die durven te praten over hun innerlijke pijn of die niet in deze hokjes passen, worden vaak weggewuifd of genegeerd. Deze willekeurige selectie bij de erkenning van geweld is niet alleen een aanval op de waardigheid van de slachtoffers, maar ook een bewijs van de structurele vooroordelen van een systeem dat weigert zichzelf in vraag te stellen. De strijd tegen seksueel geweld en de behandeling van slachtoffers is geen strijd die alleen gevoerd moet worden.
In deze onrustige tijden is de strijd voor erkenning en respect voor de stem van slachtoffers nog lang niet gestreden. Recente bewegingen zoals #MeToo hebben de kracht van solidariteit en collectieve actie laten zien. De vijandige reacties op deze vooruitgang, vooral van extreemrechts, laten echter zien dat we waakzaam moeten blijven.
Het is tijd om een eind te maken aan de vicieuze cirkel van victim-blaming en geweld: zowel in de samenleving, als in de rechtszaal, als in gemeenschappen en gezinnen. We eisen meer middelen voor de begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld en voor preventie. Zo komen we op voor massale publieke investeringen in vluchthuizen, zorgcentra na seksueel geweld en meldpunten om elk slachtoffer te ondersteunen.
8 maart is een moment om onze kracht en vastberadenheid te tonen. Het gaat om meer dan één dag: het gaat om een voortdurende inzet om onze samenleving te veranderen. Door onze stemmen en acties te verenigen, kunnen we de strijd aangaan met de opkomst van reactionaire ideeën en de basis leggen voor een samenleving die vrij is van uitbuiting en onderdrukking.
-
Haal het geld waar het zit, niet in onze portemonnee!
Hieronder enkele cijfers die we haalden vanop een toelichting op een personeelsvergadering aan de UGent. Daarop waren een 400-tal aanwezigen om toelichting te krijgen bij de harde besparingsplannen en de gevolgen ervan voor het UGent-personeel. Op het einde werd geantwoord op de illusie dat er ‘geen alternatief’ zou zijn voor de besparingen of dat dit de enige manier is om onze sociale zekerheid betaalbaar te houden.
De bedrijfswinsten in ons land stegen tussen 1999 en 2024 van gemiddeld 35% naar gemiddeld 45% van de toegevoegde waarde in ons land. In 2024 bedroeg die 507 miljard. Als bedrijven tevreden zouden zijn met de winstmarges die ze 25 jaar geleden maakten, zou er 50,7 miljard extra beschikbaar zijn voor lonen, uitkeringen, sociale zekerheid en openbare diensten. Daar kan je al wat mee, niet?

In diezelfde periode stegen de lastenverlagingen – wat bedrijven uitsparen aan bijdragen tot de sociale zekerheid – van 1,6 miljard per jaar naar 16 miljard euro per jaar: een vertienvoudiging. Dat is 3 keer de totale besparing op pensioenen en werkloosheidsuitkeringen die Arizona plant. Met dat bedrag kan je dus niet alleen die besparingen teniet doen, je heb ook nog 11 miljard over, waarmee je de uitkeringen kan optrekken tot boven de armoedegrens, of de pensioenen in de privé “harmoniseren” naar boven tot het niveau van de ambtenarenpensioenen.

In 2024 ging er 383 miljard euro uit België naar belastingparadijzen. Sinds 2010 zijn bedrijven verplicht die transfers te melden als ze meer dan 100.000€/jaar bedragen. Opvallend: die 383 miljard aan transfers werd door slechts 765 Belgische bedrijven uitgevoerd (0,21% van de bedrijven in ons land). Een kleine toplaag aan superrijken en multinationals wist dus een bedrag dat 84% van ons BBP bedraagt over te maken naar belastingparadijzen. Nog opvallender: het grootste “transferland” is Dubai.
Waarom? Enkele jaren tekende Didier “Lottofraudeur” Reynders een belastingverdrag met dat land dat stipuleert dat Belgisch geld dat langs Dubai passeert, en daar wordt belast (met een minimale belasting) bij terugkeer in ons land vrij is van verdere belastingen. Met andere woorden: er is een massale route voor belastingontwijking gecreëerd die door de grootste bedrijven op grote schaal wordt gebruikt. Dus: sluit deze en andere “sluipwegen” van belastingontduiking: hou het geld in België, en belast het zoals alle andere inkomsten…

Vorig jaar stegen de financiële vermogens van “de Belgen” tot 1.230 miljard euro, opnieuw een record. Afhankelijk van de schatting zou 300 à 400 miljard daarvan in handen zijn van de rijkste 1% in ons land, die dus elk gemiddeld een financieel vermogen hebben van 3 à 4 miljoen. Opgelet: dit gaat enkel over de financiële vermogens: immobiliën etc. zitten hier niet in… Die 1% rijken kunnen perfect meer bijdragen. Een miljonairstaks van 1% op hun vermogens zou meteen 3 à 4 miljard per jaar opleveren.

Arizona wil 96% van de besparingen doorvoeren op lonen, uitkeringen en pensioenen. Slechts 4% komt op de “sterkste schouders”. Hoewel: wie gelooft echt dat het de rijksten zullen zijn die de “meerwaardebelasting” zullen ophoesten: zullen zij niet snel een achterpoortje vinden?
Dit is geen wetmatigheid, geen noodzaak. Het is een politieke keuze om de tendens waarin de rijken rijker worden, en de meerderheid daarvoor de prijs betaalt gewoon verder te zetten. Om dat te keren is strijd nodig, veel strijd, ideologische duidelijkheid en een heldere strategie om te winnen.
Nu donderdag 13 februari zetten we de eerste stap. Laten we daar massaal aanwezig zijn. En er zal nog actie volgen!
-
ACV Voeding en Diensten: “aanpassing nachtarbeid betekent tot 434 bruto minder per maand”
Persbericht van ACV Voeding en Diensten
De Arizona-regering wil nachtarbeid vergemakkelijken in de sector van de distributie en aanverwante sectoren. Daarom wil ze enkel de uren die gepresteerd worden tussen middernacht en 6 u ‘s ochtends nog beschouwen als nachtarbeid, in plaats van de uren tussen 20 u en 6 u ‘s ochtends zoals nu het geval is. Het belangrijkste element in deze wijziging zijn de premies voor nachtarbeid, die dan niet langer betaald moeten worden voor de vier uren voor middernacht. De wijziging zou in principe de bestaande werknemers sparen en enkel van toepassing zijn voor nieuwe werknemers. De juridische invulling van dit akkoord blijft nog enigszins onduidelijk, maar er is wel degelijk een risico op verlies van koopkracht.
ACV Voeding en Diensten berekende de bedragen die nachtwerknemers mislopen als de uren voor middernacht niet meer meetellen. Momenteel bedraagt het minimumloon voor een nachtwerknemer in een opslagplaats van de voedingshandel gemiddeld 2.900 euro/maand, en daar bovenop 913 euro aan premies voor nachtarbeid (bij een uurrooster van 22 u – 6 u ‘s ochtends). Als de uren voor middernacht voor deze werknemer niet meer worden meegeteld, dan verliest hij twee uur aan premies voor nachtarbeid voor elke gewerkte nacht. Daardoor daalt de premie van 913 euro naar 685 euro per maand, dat is een verlies van 228 euro per maand.
Logistiek arbeider aan het minimumloon Logistiek arbeider met een hoger loon Maandloon 2025 € 2.900 € 3.797 Huidige nachtpremie (30%/40% voor de uren tussen 22 u en 6 u) € 913 € 1.519 Verminderde nachtpremie (30%/40% voor de uren tussen 24 u en 6 u) € 685 € 1.085 Verlies door het systeem Arizona € 228 € 434 Berekening voor een arbeider in PC 119, 12 jaar anciënniteit, categorie 4, onderneming +50 werknemers, opslagplaats vers
Dit voorbeeld is gebaseerd op een werknemer met een minimumloon, maar de meesten hebben een hoger loon. Zo verdient een nachtwerknemer bij een welbekend merk 1.519 euro per maand aan premies voor nachtarbeid. Als de uren voor middernacht niet worden meegeteld, bedragen de premies voor nachtarbeid nog slechts 1.085 euro, dat is een verlies van 434 euro per maand. Voor een nieuwe nachtwerknemer in de voedingshandel kan het verlies dus oplopen tot 434 euro per maand, dat is ongeveer 5.600 euro per jaar.
Luc Debast, nationaal woordvoerder voor de voedingshandel van ACV Voeding en Diensten: “De premies voor nachtarbeid vormen een compensatie voor het feit dat nachtwerk zeer moeilijk is. Het ontwricht het gezinsleven en zorgt voor gezondheidsproblemen. Studies tonen zelfs aan dat mensen die ’s nachts werken vaker kanker ontwikkelen. De Arizona-regering zegt dat ze diegenen die werken beter wil verlonen. Maar door het beperken van de premies voor nachtarbeid gaat ze deze werknemers, die een van de zwaarste beroepen uitoefenen, net minder belonen. Bovendien wil ze de wet die bruto loonsverhogingen verbiedt al minstens tot in 2027 verlengen. Er is een groot verschil tussen de woorden en de daden. Wij vragen dat dit ontwerp voor de hervorming van de nachtarbeid wordt stopgezet”.
ACV Voeding en Diensten roept de bevolking op om op 13 februari deel te nemen aan de manifestatie voor eerlijke arbeidsvoorwaarden in Brussel.