Blog

  • Strijden zoals in 2014 én doorzetten

    Vakbondsmilitanten die al langer meedraaien, verwijzen vaak naar de acties van 2014 als indicatie van welk type strijd vandaag nodig is. Een terugblik is nuttig om het geheugen op te frissen en jongere activisten kennis te laten maken met de beweging waarin de grootste algemene staking uit de Belgische geschiedenis plaatsvond.

    Relevantie vandaag

    Nog voor Arizona goed en wel gevormd is, weten we dat er drastische besparingen aankomen. De Europese Unie eist een sanering van, naargelang de schattingen, 20 tot 28 miljard euro tegen 2028. De vertaling daarvan in aanvallen op de werkende klasse leidt tot protest. De actie van 13 januari werd onder druk van onderuit, vooral vanuit de openbare diensten, een grote betoging met 35.000 aanwezigen. Het ging niet om de traditionele ‘zware bataljons’ van de werkende klasse, maar om werkenden die minder gewoon zijn om te protesteren.

    In 2014 voerden we actie tegen een zogenaamde ‘Zweedse’ regering van liberalen, N-VA en CD&V. Waar N-VA, VLD en CD&V in 2014 een grote meerderheid hadden langs Nederlandstalige kant, is dat nu niet langer het geval en is het verder naar rechts opgeschoven Vooruit nodig. Langs Franstalige kant kreeg het zelfvertrouwen en het parlementaire gewicht van de MR en Les Engagés een serieuze boost.  

    De situatie is vandaag anders dan in 2014, de geschiedenis herhaalt zich nooit op dezelfde wijze. Het potentieel van een beweging is echter duidelijk, het momentum daarvoor groeit. Dat doet onvermijdelijk denken aan het protest van 2014, de meest recente beweging waarin de werkende klasse vanuit haar rol in het productieproces een regering aan het wankelen bracht.

    De context van de Zweedse regering

    De rechtse regering van Charles Michel en schaduwpremier De Wever vormde een breuk met de voorgaande regeringen van Di Rupo, Leterme en Van Rompuy, die telkens gebaseerd waren op de klassieke politieke families. In de financiële crisis van 2008 werden de banken gered met publieke middelen, een soort ‘socialisme voor de rijken’. De economische crisis die erop volgde, ging gepaard met een toename van publieke schulden en begrotingstekorten.

    De regering-Di Rupo (2011-2014) zette de eerste stappen om harde besparingen door te voeren. De inschakelingsuitkering voor schoolverlaters werd in de tijd beperkt, wat een verdere aanval op werklozen was. Er waren nog andere voorstellen, wat nog voor het aantreden van de regering in december 2011 tot een massale betoging met 60.000 tot 80.000 deelnemers leidde. Het ABVV dreigde met een algemene staking, die er in januari 2012 effectief kwam. Beperkte toegevingen door de PS zorgden ervoor dat de vakbondsleidingen de beweging niet doorzetten.

    N-VA was de grote winnaar van de verkiezingen van 2014 met 32%, langs Franstalige kant won de MR terrein op de PS. De Wever zag een kans om een harde besparingsregering te vormen. De burgerij zag daar wel graten in, ze kon altijd terugvallen op een nieuwe tripartite en ondertussen meepikken wat De Wever en Michel erdoor kregen.

    Harde aanvallen

    Met argumenten als de noodzaak om “orde op zaken stellen” en het “begrotingstekort aan te pakken”, werd een zware aanval op de werkende klasse ingezet. Stonden toen op de agenda: de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar (wat voor de verkiezingen in geen enkel partijprogramma stond), het sneller laten afnemen van de werkloosheidsuitkering, een indexsprong waarmee de lonen werden aangepakt. Wie toen begon te werken aan een gemiddeld loon, verliest door die indexsprong op een hele loopbaan tot 30.000 euro!

    De economische groei uit die periode zorgde ervoor dat het begrotingstekort afnam. Het regeringsbeleid speelde daar amper een rol in. Wat afgepakt werd van de werkenden, verdween meteen in de zakken van de bazen. De fiscale cadeaus aan de bazen namen een vlucht vooruit, zeker na de zogenaamde ‘tax shift’. Daarnaast wilde de rechterzijde de kracht van de vakbonden fundamenteel verzwakken.

    Het idee van een actieplan wordt concreet

    Dat laatste werd begrepen door de toenmalige vakbondsleiders. Het leidde tot een uitzonderlijke situatie waarbij de vakbondsleiding in gemeenschappelijk front met een duidelijk, eenvoudig en sterk actieplan naar voren kwam. Nog voor de federale regering gevormd was, was er een militantenconcentratie met 6000 tot 7000 aanwezigen. Zodra de regering gevormd was, volgde een actieplan.

    Voorheen was een ‘actieplan’ iets wat linkse organisaties en strijdbare militanten vaak verdedigden. Het idee is dat een planning ervoor zorgt dat er een opbouw in de acties zit, dat ze telkens groter worden en zo gaan naar algemene stakingen.

    Op de militantenconcentratie van september 2014 verdeelde LSP affiches met de slogan ‘Geen Thatcher in België’ en een pamflet met onder meer een voorstel van hoe een actieplan er kon uitzien. “Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24 of 48 urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer het idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.” Het uiteindelijke actieplan lag niet heel ver van deze voorstellen.

    Met interprofessionele vergaderingen in grote steden werden delegees uit alle sectoren bijeengebracht om de violen gelijk te stemmen. Met een informatiecampagne in de vorm van een toegankelijke Pensioenkrant op 1 miljoen exemplaren met goede argumenten en duidelijke eisen, werd naar de werkvloer gestapt.

    Een massale betoging met tot 150.000 deelnemers op 6 november, de grootste vakbondsbetoging sinds 1986, was het startschot. De woede werd verder aangewakkerd door nieuws over fraude door de superrijken, de zogenaamde Luxleaks, of de wijze waarop Marc Coucke zijn bedrijf Omega Pharma voor 1,4 miljard euro verkocht zonder daar een cent belastingen op te betalen. De betoging was een opstap naar drie actiedagen waarop telkens in twee provincies werd gestaakt in opbouw naar de algemene staking van 15 december.

    Activeren van een bredere basis

    Een momentum voor de acties trekt andere lagen mee in de strijd. Dit was erg duidelijk op de betoging van 6 november 2014, waarop niet enkel syndicalisten waren. Er waren ook kunstenaars, jongeren, zelfstandigen … Achteraf werd een studie gepubliceerd die stelde dat 16% van de aanwezigen geen lid waren van een vakbond. Gezien de hoge syndicalisatiegraad in België is dat opmerkelijk.

    Jongeren kwamen in actie tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld aan de universiteiten. LSP speelde een actieve rol in het ontwikkelen van eerste actiegroepen op scholen in Gent uit protest tegen die maatregel van de Vlaamse regering van Bourgeois (N-VA) en onderwijsminister Crevits (CD&V). Met actiecomités, zitstakingen en betogingen gevolgd door algemene vergaderingen waarop de volgende acties werden besproken, bouwden we aan dit jongerenprotest. Het werd uiteraard op de strijd van de arbeidersbeweging gericht, onder meer met een groot jongerenblok op de betoging van 6 november 2014 en fietstochten van jongeren langs stakersposten.

    De uitbreiding van de betrokkenheid gebeurde daarnaast vooral op de werkvloer. Er was een laagdrempelige informatiecampagne, maar vooral de personeelsvergaderingen speelden een cruciale rol.  Daarmee was het mogelijk om alle collega’s te bereiken, vragen te beantwoorden en de volgende stappen in de acties te bespreken. Voor 2014 was de praktijk van personeelsvergaderingen net zoals vandaag op de achtergrond geraakt, maar werd opnieuw op grotere schaal gevestigd. Dit weerspiegelde zich onder meer in het record van 132.750 kandidaten bij de sociale verkiezingen van 2016.

    Veranderingen in bewustzijn

    Een massabeweging maakt dingen mogelijk die dat anders niet zijn. Het gaat gepaard met snelle veranderingen in het bewustzijn. Zo smolt de populariteit van de rechtse regering in 2014 als sneeuw voor de zon. Achteraf gaf De Wever toe wat marxisten in december 2014 al opmerkten, namelijk dat de ‘regering van de rijken’ aan het wankelen was. Tegelijk groeide de steun voor eisen als een vermogensbelasting op de superrijken. Zelfs onder de kiezers van N-VA en MR was een grote meerderheid voor!

    De brede steun zorgde ervoor dat gedurfde actiemethodes mogelijk waren. Volledige industriezones werden afgesloten, in Antwerpen zelfs de hele Scheldelaan. Dat zou later veranderen. In 2016, toen de beweging op zijn retour was, liet burgemeester De Wever met robocops een blokkade van de Scheldelaan breken. De voorzitter van het Antwerpse ABVV kreeg een boete, die nadien voor de rechtbank bevestigd werd. Het breken van de blokkade was volgens De Wever enkel mogelijk omdat onder meer de dokwerkers niet meededen. Het geeft aan wat nodig is om dit soort gedurfde actiemethode te hanteren: massale deelname van niet enkele honderden maar van duizenden militanten.

    Bazen verweren zich

    Het is een illusie te denken dat de bazen en hun rechtse provocatieregering zomaar de aftocht blazen omdat de werkende klasse een sterke krachtsverhouding heeft opgebouwd. De bazen probeerden meteen om verdeeldheid te versterken, onder meer met bonussen voor werkwilligen. De werkgevers en de regering voerden de druk op de vakbondsleidingen op, onder meer in het kader van het interprofessioneel akkoord dat begin 2015 moest gesloten worden en met beloften rond een tax shift. Ze werden geholpen door de terroristische aanslagen bij Charlie Hebdo in januari 2015 die de aandacht van het sociale terrein wegleidden.

    Een belangrijk probleem was de besluiteloosheid van de vakbondsleidingen om na de algemene staking van 15 december 2014 een tweede en sterker actieplan aan te kondigen. Die staking was erg sterk, maar er ontstond twijfel over de mogelijkheid om nog verder te groeien. Het was op dat moment nodig om op elke werkvloer een evaluatie te maken op personeelsvergaderingen, gevolgd door een grote nationale meeting in januari waar een tweede actieplan kon afgekondigd worden met bijvoorbeeld provinciale 48-urenstakingen in opbouw naar een nationale algemene 48-urenstaking.

    Wachten op verkiezingen is geen goed idee

    De vakbondsleidingen hadden geen plannen in die richting en dachten vooral na hoe ze de beweging konden doen landen. De roep naar meer rechtvaardige belastingen begon meer centraal te staan, maar was erg vaag. Dat liet de regering toe om effectief een ‘tax shift’ voor te stellen, maar dan wel één op maat van de grote bedrijven. Een interprofessioneel akkoord met een toen magere loonnorm van 0,8% kreeg, dankzij de nodige kunstgrepen, een nipte meerderheid binnen de ACV-raad.

    De beweging was niet langer gefocust. In sommige sectoren waren er nog acties, kleine en symbolische acties werden voorgesteld als een ‘actieplan’. De demoralisatie groeide, waardoor de regering overeind kon klauteren.

    De terugtocht maakte geen einde aan het potentieel en de versterkte positie van de georganiseerde werkende klasse. In oktober waren er op een betoging bij de eerste verjaardag van de regering-Michel 80.000 tot 100.000 deelnemers. Ordewoorden waren er helaas niet. In 2018 zou een poging tot invoering van een puntenpensioen gestopt worden toen nieuw vakbondsprotest opnieuw aan momentum begon te winnen.

    De vakbondsleidingen stelden ondertussen steeds meer dat de volgende verkiezingen moesten afgewacht worden en dat de Zweedse partijen dan de rekening zouden gepresenteerd krijgen. Het klopt dat deze partijen in 2019 zwaar afgestraft werden. De sociale thema’s waren aanwezig in die verkiezingen, wat tot uitdrukking kwam in de eerste nationale doorbraak van de PVDA. Maar de terugtocht van de beweging zorgde ervoor dat vooral extreemrechts op het ongenoegen inspeelde, met een spectaculaire terugkeer van het Vlaams Belang.

    Lessen voor vandaag

    Ondanks aanvallen op het recht op collectieve actie, waaronder het stakingsrecht, en het incasseren van nederlagen zoals bij Delhaize of Audi Brussels, blijft de organisatiekracht van de vakbonden behoorlijk intact. De betogingen van 13 januari en eerder op 7 november van de zorgsector en de publieke sector waren indicaties van het potentieel van een sterke beweging tegen de rechtse besparingsplannen. Een actieplan is essentieel om het momentum verder op te bouwen. Daarmee kunnen we ook andere lagen meetrekken, verbinding met het grote protest tegen de genocide op de Palestijnen ligt hierbij voor de hand.

    Personeelsvergaderingen en militantenbijeenkomsten zijn nodig om met de basis controle te hebben op het verdere verloop van de acties, inclusief de vraag hoe en wanneer deze gestopt worden. Actieve betrokkenheid is tevens het beste antwoord op pogingen om verdeeldheid te zaaien. Door het verfijnen en aanscherpen van onze eisen kunnen we vermijden dat onze bekommernissen op een doodlopend zijspoor van tegenaanvallen worden gezet, zoals gebeurde met de tax shift in 2015.

    De beweging van 2014 slaagde er niet in om de aanvallen te stoppen. Het feit dat we er wel in slaagden om een rechtse provocatieve regering te doen wankelen, gaf echter een glimp van de potentiële kracht van de arbeidersbeweging. 

    Arizona en het verzet ertegen: overzicht van artikels op deze site

  • “Debí Tirar Mas Fotos”: Bad Bunny over gentrificatie, klimaatverandering & onderdrukking

    Door Christian Tello, Alternativa Socialista Mexico

    Het nieuwe album van Bad Bunny maakt furore. Met meer dan 37 miljoen plays staat het in de top 10 van de Billboard Global 200 en op nummer 1 in wereldwijde plays op Spotify. Dit diep introspectieve en maatschappijkritische werk begeeft zich op een terrein dat maar weinig artiesten in het urban genre zo duidelijk hebben verkend: de verwoestende effecten van het kapitalisme, de complexiteit van gentrificatie, stedelijke ontheemding en de urgentie van klimaatverandering. Zijn succes is geen toeval, want “Debí Debí tirar más fotos” spreekt een jonge generatie aan die op de rand staat van schaarste en instorting. Door zijn kenmerkende muziekstijl te combineren met een krachtige boodschap, heeft Bad Bunny zijn muziek getransformeerd in een oproep tot actie en collectieve bewustwording.

    De roeping van de artiest

    Bad Bunny – Benito Antonio Martínez Ocasio – is een Puerto Ricaanse zanger, songwriter en muziekproducer die een revolutie teweeg heeft gebracht in de wereldwijde muziekindustrie. Hij werd op 10 maart 1994 geboren in Vega Baja, Puerto Rico, en groeide op in een arbeidersgezin. Zijn moeder, een gepensioneerde lerares, en zijn vader, een vrachtwagenchauffeur, steunden de carrière van hun zoon en waren essentieel voor zijn inspiratie voor dit nieuwe album over Puerto Rico en zijn inwoners. Bad Bunny viel op door zijn passie voor muziek. Opgegroeid in een gezin dat luisterde naar salsa, merengue en urban muziek, begon Benito te experimenteren met trap en reggaeton terwijl hij werkte als vakkenvuller in een supermarkt. Tegelijkertijd uploadde hij zijn nummers naar platforms zoals SoundCloud, waar hij de aandacht trok dankzij zijn unieke stijl: een mix van introspectieve teksten, sociale thema’s en een imago dat de traditionele reggaeton gendernormen uitdaagde.

    Zijn grote doorbraak kwam in 2016, toen zijn track “Diles” viraal ging en de aandacht trok van producer DJ Luian. Vanaf dat moment sloot Bad Bunny zich aan bij de groeiende Latin Trap-scene, met zijn gruizige stem en teksten die diep verbonden zijn met de ervaringen en emoties van een generatie. Nummers als “Soy Peor” en samenwerkingen met artiesten als J Balvin en Cardi B katapulteerden hem naar internationaal sterrendom. Hoewel hij zelf toegaf dat zijn eerste songteksten werden beïnvloed door het alomtegenwoordige seksisme in het genre, hij zich in de loop van zijn carrière verder ontwikkeld en zowel zijn stijl als zijn inhoud aangepast. Zijn vriendschap met de beroemde linkse rapper Residente (René Pérez) en zijn actieve deelname aan de protesten in Puerto Rico in 2019 speelden een beslissende rol in de radicale verandering van zijn muziek.

    Tijdens de protesten in 2019 in Puerto Rico speelde Bad Bunny een prominente rol als activist om jongeren te mobiliseren en wereldwijde aandacht te vestigen op de eisen van het Puerto Ricaanse volk. Deze acties ontstonden na het uitlekken van “Telegramgate”, een privéchat tussen toenmalig gouverneur Ricardo Rosselló en zijn team, vol vrouwonvriendelijke, homofobe en corrupte opmerkingen. Bad Bunny nam deel aan de betogingen en werkte samen met Residente en iLe aan het nummer “Afilando los cuchillos”, dat een hymne werd voor de protesten. Het nummer kanaliseerde de woede van de mensen tegen de corruptie en het misbruik van de regering van het eiland.

    Zijn actieve deelname aan de beweging eindigde hier niet. In een interview in september 2024 uitte Bad Bunny zijn frustratie over de politieke leiders van het eiland door te zeggen: “Ze zijn werknemers van het volk. Dit is niet hun land. Ze bezitten Puerto Rico niet door op Capitol Hill te zitten.” Hij uitte openlijk kritiek op de imperialistische en kolonialistische rol van de Verenigde Staten. In 2020 stelde hij dat “we moeten breken met het idee dat de gringos goden zijn”. Onlangs bekritiseerde hij de Fiscal Control Board die door het Amerikaanse Congres werd opgelegd onder de PROMESA-wet. In een interview met Time benadrukte hij hoe deze raad de ontwikkeling van het eiland beperkt door voorrang te geven aan de belangen van Amerikaanse zakenmensen boven de behoeften van Puerto Ricaanse arbeiders. In nummers zoals “El Apagón”, van het album Un Verano Sin Ti (2022), gaat Bad Bunny expliciet in op de effecten van het Amerikaanse kolonialisme en hoe het Puerto Ricanen onderdrukt door de afhankelijkheid van Washington en door de gentrificatie (een fenomeen dat we later zullen bespreken).

    Hij heeft zich niet alleen uitgesproken voor de onafhankelijkheid van het Puerto Ricaanse volk. In februari 2020, tijdens een optreden in The Tonight Show Starring Jimmy Fallon, vroeg Bad Bunny aandacht voor de moord op een transvrouw in Puerto Rico door een T-shirt te dragen met de boodschap “They Killed Alexa. Not a Man in a Skirt.” Dit gebaar was een statement tegen transfobie en ter ondersteuning van LGBTQ+ rechten. De laatste jaren reflecteert de Puertoricaan door middel van emotioneel geladen teksten en metaforen op de uitdagingen waar gemarginaliseerde groepen mee te maken hebben als ze worstelen met gentrificatie, milieuvervuiling en economische ongelijkheid.

    Zijn nieuwste album “Debí Tirar Más Fotos” gaat dieper in op deze kwesties door ongelijkheid, de klimaatcrisis en de vervreemding die wordt veroorzaakt door het kapitalistisch systeem aan de orde te stellen. Door zijn teksten en Puerto Ricaanse culturele referenties versterkt Bad Bunny niet alleen de strijd van zijn volk, maar inspireert hij ook jongeren wereldwijd die in zijn muziek een echo vinden van hun eigen frustraties en hoop op een rechtvaardigere toekomst.

    “Puerto Rico zonder Puerto Ricanen.” Gentrificatie en neokolonialisme

    Een van de specifieke problemen waarmee de Latijns-Amerikaanse arbeidersklasse te kampen heeft, zijn de zogenaamde “gentrificatie”-processen. Gentrificatie is een fenomeen waarbij buurten die traditioneel bewoond werden door arbeidersgemeenschappen een economische transformatie ondergaan door de komst van bewoners met meer koopkracht, in Latijns-Amerika doorgaans buitenlanders uit imperialistische landen. Het probleem wordt niet gevormd door de nieuwe bewoners op zich, maar door de vastgoedspeculatie rond investeringen in infrastructuur en diensten, waardoor de waarde van onroerend goed stijgt en dus de kosten van levensonderhoud in buurten die van oudsher tot de arbeidersklasse behoorden. Als gevolg daarvan worden werkenden, die zich deze prijsstijgingen niet kunnen veroorloven, gedwongen om te verhuizen, waardoor ze hun huis en in veel gevallen hun identiteit verliezen.

    In Latijns-Amerika is gentrificatie dramatisch gevorderd in steden als Mexico City, Buenos Aires en Medellin. Het proces is in de meeste gevallen hetzelfde: multinationals, zoals Airbnb, investeren miljoenen dollars om appartementencomplexen of goedkope woningen in volksbuurten op te kopen, die vervolgens worden gerenoveerd en tegen exorbitante prijzen worden aangeboden aan buitenlanders, meestal digitale nomaden, toeristen of gepensioneerden. Toegang tot betaalbare huisvesting in deze steden wordt steeds moeilijker, omdat de vraag naar woningen in de centrale gebieden de groeiende trend van vastgoedspeculatie en de verplaatsing van werkenden naar de periferie van de steden heeft gestimuleerd, waarbij onze culturele identiteit wordt uitgewist om een toeristische, stereotype en racistische façade van onze realiteit te bieden.

    In Puerto Rico is dit proces de afgelopen jaren geïntensiveerd. Tussen 2014 en 2020 stegen de huizenprijzen op het eiland met 23%, terwijl de gemiddelde huur met 7% steeg. Deze stijging heeft gentrificatie in bepaalde gebieden in de hand gewerkt, waardoor lokale bewoners zijn verdrongen, culturele banden tussen werkenden na generaties zijn uitgewist en de sociale samenstelling van buurten is veranderd. In de videoclip van het album wordt door de ogen van Jacobo, een oude Puerto Ricaanse man, de nostalgie en verwarring overgebracht van een eiland dat niet meer van hem is, of in ieder geval niet meer de herinnering is van een eiland dat hem de beste momenten van zijn leven bood. In zijn woorden: “Veel dingen heb ik beleefd, ik heb veel mensen ontmoet, goede mensen. Ik ben in veel landen geweest, bijna overal ter wereld, maar geen enkel zoals Puerto Rico, of wat het daarvoor was. Hier was iets, ik weet niet wat, een ongelooflijke magie. En dat is er nog steeds… dat is er nog steeds.”

    Jacobo loopt door de straten van de buurt en merkt op dat de salsamiddagen zijn veranderd in Amerikaanse barbecues, de populaire taal in het Yankee jargon van de toeristen en zelfs de klassieke pastrami’s van zijn favoriete koffiezaak in de smakeloze broodjes achter een Starbucks-bar. Jacobo gaat de eetgelegenheid binnen en raakt gefrustreerd als de caissière hem in het Engels aanspreekt en zijn geld weigert omdat de zaak “alleen kaarten accepteert”. Hier ontbrak iets, even had Jacobo het gevoel dat de ongelooflijke magie van dat eiland waar hij opgroeide en verliefd op was, voorbij was. Plotseling staat een man op van zijn stoel en biedt aan om Jacobo’s maaltijd te betalen. In een daad van solidariteit zegt de man tegen Jacobo “we zijn er nog”, en hij antwoordt zelfverzekerd en trots: “En we zullen hier blijven”. Dit is een krachtige slogan tegen een “Puerto Rico zonder Puerto Ricanen”. In liedjes als “LO QUE LE PASÓ A HAWAii” en “TURiSTA”, geeft Benito zijn betrokkenheid weer bij de verdediging van het historische erfgoed van Puerto Ricanen en het verzet tegen de krachten die zijn thuisland onomkeerbaar willen transformeren, de speculanten en de burgerij die willen profiteren van het leven van de mensen.

    De teksten en liedjes zijn misschien niet genoeg om deze sociale woede uit te drukken, maar de boodschap is duidelijk: verzet je, organiseer je en vecht. Steun gemeenschapsleiders, boycot projecten die je buren verdringen en eis verantwoording van regeringen die buitenlands kapitaal voorrang geven boven de menselijke waardigheid van onze mensen. De geschiedenis heeft aangetoond dat grote veranderingen beginnen met kleine solidariteitsacties en zelfs een klein album. We zijn met velen, we zijn sterk en samen kunnen we onze steden, ons land en onze toekomst terugnemen.

    “Hier hebben ze mensen gedood omdat ze de vlag hadden weggehaald. Daarom draag ik hem nu waar ik maar wil, klootzak. Niemand zal me hier weghalen, ik ga hier niet weg. Zeg hem dat dit mijn huis is, waar mijn grootvader is geboren” (La MuDanza).

    Klimaatverandering: red de conchokikker!

    De conchokikker, een soort die endemisch is voor Puerto Rico, speelt ook een centrale rol in de videoclip van Bad Bunny, en dat is geen toeval. Deze kleine amfibie, een symbool van de biodiversiteit in Puerto Rico, is een krachtige metafoor voor de strijd tegen het uitsterven van inheemse soorten en de impact van klimaatverandering op het eiland. In de videoclip verschijnt de conchokikker in een eenzame omgeving, wat de kwetsbaarheid van zijn toestand benadrukt tegenover de vernietiging door fenomenen als ontbossing, ongecontroleerde stadsontwikkeling door projectontwikkelaars en klimaatveranderingen door de uitstoot van broeikasgassen. Dit beeld is een waarschuwingskreet voor een toekomst waarin het verdwijnen van soorten zoals de conchokikker de voorbode kan zijn van een nog grotere crisis: een Puerto Rico zonder Puerto Ricanen, een wereld die onbewoonbaar is voor de menselijke soort zelf.

    Historisch gezien zijn kikkers een integraal onderdeel van het Puerto Ricaanse ecosysteem en cultuur. Al generaties lang begeleidt hun nachtelijke gezang families op het eiland. Er zijn ontelbare gelegenheden geweest waarbij hun lied de achtergrond vormde van het Puerto Ricaanse nachtleven waar, tijdens spelletjes jibaro en domino, mensen zongen en lachten met hun geliefden. De verdwijning van de conchokikker zou niet alleen een biologisch verlies zijn; het zou een hartverscheurende herinnering zijn aan hoe klimaatverandering en kapitalisme alles wegvagen wat Puerto Rico uniek maakt, zijn “ongelooflijke magie”. Een wereld zonder kikkers is een wereld zonder geheugen, zonder geschiedenis en zonder identiteit voor toekomstige generaties. Door de conchokikker in de spotlights te plaatsen, doet Bad Bunny een oproep tot collectief bewustzijn over de crisis. Hij spoort ons aan om na te denken over hoe het kapitalisme bijdraagt aan de klimaatcrisis en hoe de verdediging van deze soorten ook de verdediging is van onze eigen overleving. Het voeren van deze strijd vereist een onmiddellijke verschuiving in de economische prioriteiten boven het overleven van de soorten. Het is noodzakelijk om ecosystemen te beschermen, aangetaste habitats te herstellen en milieubeleid te eisen door middel van een georganiseerde strijd tegen kapitalistische bedrijven en hun bondgenoten in de regering. Alleen op deze manier zullen we in staat zijn om de vernietigende kracht van roofkapitalisme te stoppen. Het redden van de conchokikker is een daad van politiek verzet. Het betekent het verdedigen van een Puerto Rico waar de stemmen van de mensen en het lied van de kikkers in harmonie blijven resoneren en toekomstige generaties blijven begeleiden. Het is een toewijding aan het leven en aan de erfenis die we zullen nalaten aan hen die na ons komen.

    Leve de Salsa!

    Bad Bunny’s nieuwste album vertegenwoordigt ook een diep eerbetoon aan salsa, een van de meest emblematische genres van de Puerto Ricaanse en Latijns-Amerikaanse cultuur. Door elementen van dit genre te integreren, verbindt Benito zijn werk met een traditie die al generaties lang de identiteit van het Puerto Ricaanse volk bepaalt. Salsa ontstond als een uitdrukking van het dagelijks leven, de strijd en dromen van Caribische gemeenschappen, voornamelijk Afrikaanse slaven. Het wordt op het album gebruikt om ons eraan te herinneren dat muziek niet alleen vermaakt, maar ook verenigt, troost en mobiliseert.

    Deze verschuiving naar salsa markeert een radicale verandering in het traject van Bad Bunny. Door trompetarrangementen, koren in de stijl van de grote salsa-orkesten en ritmes die doen denken aan Latijns-Amerikaanse legendes als Hector Lavoe en Willie Colon op te nemen, herwaardeert het album niet alleen de muzikale erfenis van Puerto Rico, maar vertelt het de hele wereld dat onze artistieke wortels hier zullen blijven tegen de grote muziekconcerns van Miami in. Dit gebaar is niet alleen artistiek, maar ook politiek in een wereld die vaak naar het verleden kijkt als iets dat overwonnen is. Dit album nodigt ons uit om niet berustend, maar hoopvol naar het verleden te kijken. Het leert ons dat het cultureel geheugen geen last is, maar een brandstof om een betere toekomst op te bouwen. Door middel van salsa delen we de erfenis van die Caribische slaven als een daad van verzet.

    “Ik had meer foto’s moeten maken van toen ik jou had”: tijd, liefde en herinneringen in het kapitalisme.

    Maar de centrale boodschap van het album gaat ongetwijfeld over tijd, liefde en herinneringen die we koesteren en die het kapitalisme van ons probeert weg te rukken met de directheid van het leven, de verplaatsing van waar we wonen en de dreiging van klimaatverandering. Tijdens de videoclips, en soms in de tekst van de liedjes, voert Benito ons mee naar de nostalgie van de foto’s met onze mensen en de momenten die niet werden vastgelegd met foto’s, de verloren omhelzingen die niet werden gegeven aan mensen van wie we houden en die er niet meer zijn. Soms is herinnering, wat Enzo Traverso “verlossende nostalgie” noemt (wat hij overneemt van Walter Benjamin), de grote motivator van sociale strijd.

    Het concept van verlossende nostalgie dat Traverso ontwikkelt in zijn analyse van het geheugen en socialistische strijd is nauw verwant aan de benadering van Bad Bunny in zijn laatste album. Voor Traverso is nostalgie geen romantisch verlangen naar een verloren verleden, maar een politiek instrument dat de huidige strijd kan reorganiseren en de hoop op de toekomst nieuw leven kan inblazen. Het is een manier om in contact te komen met de wortels, collectieve ervaringen en waarden die betekenis hebben gegeven aan links in haar strijd tegen het kapitalisme, waarbij het verleden niet wordt gebruikt als toevluchtsoord, maar als startpunt om iets nieuws op te bouwen.

    In het geval van Bad Bunny’s album fungeren zijn gebruik van salsa en verwijzingen naar de Puerto Ricaanse cultuur als een daad van collectief geheugen die mensen verbindt met hun geschiedenis, hun buurt en hun culturele wortels. Dit gebaar is niet alleen artistiek, het is ook diep politiek. Door muziek terug te halen die de ervaringen van vorige generaties belichaamt, benadrukt de artiest het belang van herinneren wie we zijn en waar we vandaan komen om de huidige crises het hoofd te bieden: neokolonialisme, imperialisme en klimaatverandering.

    Traverso en Bad Bunny stellen dat herinneren en liefhebben radicale handelingen zijn. Voor Traverso is het noodzakelijk om opnieuw te geloven in de toekomst door middel van de herinneringen aan het verleden; voor Bad Bunny is het dringend noodzakelijk om een nieuw beeld te schetsen van een Puerto Rico waar tradities, buurten en mensen niet verloren gaan door de opmars van een ontmenselijkte wereld. In beide gevallen is de herinnering niet passief; het is een oproep tot actie, tot organisatie en verzet met de zekerheid dat een betere toekomst mogelijk is. Uiteindelijk laat deze verbinding ons zien dat socialisme, zoals Traverso het zegt, en muziek, zoals Bad Bunny het interpreteert, samen kunnen komen in een gemeenschappelijk project: om de liefde voor onze volkeren terug te winnen en om te zetten in een collectieve kracht om het heden te transformeren en een toekomst op te bouwen waar salsa altijd met vreugde wordt gedanst.

    “Genieten van al die dingen die gemist worden door degenen die vertrekken.

    Genieten van de nacht, van die dingen die niet meer gebeuren.

    Ik had meer foto’s moeten nemen van toen ik jou had.

    Ik had je meer kusjes en knuffels moeten geven zo vaak als ik kon

    Hé, ik hoop dat de mijne nooit weggaan

    En als ik vandaag dronken word, help me dan” (DtMF).

  • VB probeert zich te vestigen als beleidspartij en profiteert van Trumpiaanse golf

    Begin december werden de meeste nieuwe gemeenteraden geïnstalleerd. Voor het eerst neemt het Vlaams Belang deel aan lokale besturen. In Ninove doet het dit met een absolute meerderheid. In Izegem, Ranst en Brecht als kleine partner van lokale formaties die telkens vanuit traditionele partijen voortkomen. De VB-bestuurders starten niet met de Trumpiaanse grootspraak en bijhorend provocatief beleid van extreemrechts, maar proberen in eerste instantie om de normalisering en aanvaarding te vergroten om op die basis des te harder te kunnen toeslaan.

    Artikel overgenomen vanop blokbuster.be

    Voorzichtige start op lokaal vlak gericht op aanvaarding en normalisering

    Het Vlaams Belang trok naar Ranst voor zijn nieuwjaarsreceptie. Voorzitter Van Grieken bleef niet lang, hij vertrok meteen naar de VS om de inauguratie van Trump bij te wonen. Meesurfen op de groeiende aanvaarding van extreemrechts is voor Van Grieken cruciaal. Als hij zich kan opwerpen als potentiële partner van bedrijfsleiders, gaat dat voor op de informele babbels met de eigen militanten op een nieuwjaarsreceptie. De openingstoespraak werd gedaan door de lokale VB-schepen Christel Engelen, die onder meer suggereerde dat het asielcentrum in Broechem voor overlast zorgt en verklaarde dat er bij de toegang tot sociale huisvesting criteria gehanteerd worden om ‘onze mensen’ voorrang te geven. De uitspraak over nultolerantie rond het asielcentrum werd op de eerstvolgende gemeenteraad gecorrigeerd door de burgemeester van Ranst die moest erkennen dat maatregelen voor iedereen op dezelfde manier gelden. Daarmee werd zijn eigen extreemrechtse schepen meteen op haar plaats gezet, wat zonder problemen werd aanvaard.

    In Ninove doen Guy D’haeseleer en zijn aanhangers er alles aan om geen ophef te veroorzaken. Grote aankondigingen worden vermeden en de vergadering van de gemeenteraad wordt sereen aangepakt. Enkel op de verhouding tussen D’haeseleer en zijn eigen schepen van milieu Werner Somers leek er spanning te staan. Een klimaatscepticus als schepen van milieu is natuurlijk al een opmerkelijk gegeven. Zeker in een stad als Ninove waar de klimaatveranderingen voelbaar zijn met een regelmatig terugkerend overstromingsgevaar waarvan de gevolgen verergerd worden door een gebrek aan publieke investeringen en de afwezigheid van een aanpassing van het beleid van ruimtelijke ordening. De website denderhoop.be merkte op: “Toen schepen Somers een repliek gaf op een vraag van de oppositie en sterk op dreef was, vroeg D’haeseleer hem af te ronden. Somers gunde D’haeseleer geen blik waardig en stoomde gewoon nog minuten door. D’haeseleer zat erop te kijken en liet hem begaan. De hevigste woordenwisseling op de gemeenteraad was er dus niet één tussen meerderheid en oppositie, maar binnen (!) de meerderheid. Wie de interne keuken van Forza Ninove kent, weet dat de sfeer tussen beide kopstukken al lang ‘onderkoeld’ is. Dat dit zo snel naar boven zou komen, is wel verrassend.”  Zoals de reeks ‘Wij zijn van Nienof’ al duidelijk maakte, omringt D’haeseleer zich liefst met volgzame figuren. Ook op de nationale nieuwjaarsreceptie van het Vlaams Belang poseerde hij erg vaak samen met zijn plusdochter en schepen Malika Sclacmender.

    Forza Ninove probeert zich vooral te profileren rond beslissingen inzake de politie, zoals het opvoeren van het aantal patrouilles te voet of de opleiding van een drugshond. De eerdere beslissing om de subsidies voor Babbelonië, een praatgroep om nieuwkomers Nederlands te leren, kreeg veel aandacht. Dankzij een crowdfunding kan het initiatief blijven bestaan. De organisatie Saamo zetten ondertussen de samenwerking met het stadsbestuur stop, omdat “armoede en uitsluiting aanpakken voor alle bewoners van de gemeente niet op constructieve wijze kan onder het extreemrechts bestuur van Forza Ninove.” De organisatie hoopt haar werk in Ninove, onder meer met een buurthuis en buurttuin in de Pollarewijk, verder te zetten op basis van andere financieringsbronnen.

    In Izegem kwam er vanuit N-VA kritiek op het nieuwe bestuur met het Vlaams Belang omdat er in de raadszaal vlaggen werden aangebracht, waaronder de Belgische. Dat vond N-VA onaanvaardbaar en een Vlaams-nationalistische partij onwaardig. Met dat soort oppositie tegen VB-deelname aan het bestuur wordt extreemrechts naar een meer offensieve aanpak geduwd.

    Ruim drie maanden na de gemeenteraadsverkiezingen zijn er ondertussen al spanningen onder en met lokale VB-verkozenen in Tielt, Kasterlee, Heusden-Zolder en Leopoldsburg. Van Grieken moest tevens afstand nemen van Serge Mikertchan, in oktober nog kandidaat voor het VB op de lijst van Marijke Dillen in Schilde. Mikertchan is als zelfverklaarde waarnemer in Wit-Rusland om vast te stellen dat de verkiezingen daar ‘correct’ verlopen.

    Het VB doet er alles aan om het doorbreken van het cordon sanitaire op gemeentelijk vlak te laten passeren zonder veel aandacht. Gelukkig was er protest in Ranst, Izegem en Ninove. Het gaat voorlopig om relatief beperkt protest, maar dit is erg belangrijk om de eerste krachten bijeen te brengen die in deze gemeenten weerwerk bieden en een aanspreekpunt kunnen zijn voor antifascisten in de rest van het land. Aan de gemeenteraad in Ninove waren er bijvoorbeeld een 100-tal betogers. Als het VB vandaag samenwerking aanvaardbaar maakt, is dit niet in het minst om het naar rechts opschuivende beleid van de andere partijen nog meer in die richting te duwen en tegelijk de ruimte voor openlijke haat, zowel in retoriek als daden, groter te maken.

    Trumpiaanse wind in de zeilen

    Het is geen toeval dat Van Grieken de inauguratie van Trump niet wilde missen. Het Trumpiaanse regime toont een extreme rechterzijde die brutaal optreedt. Het Trumpisme versterkt extreemrechts in Europa en zal onvermijdelijk navolging krijgen in een meer openlijk extreme opstelling.

    In zijn eerste dagen als Amerikaans president kondigde Trump reeds aan dat migranten zullen teruggestuurd worden, opperde hij het idee om van Guantanamo Bay een gevangenis voor vluchtelingen te maken (een opstap naar wat onvermijdelijk aan concentratiekampen doet denken), worden duizenden ambtenaren afgedankt, worden trans personen uit het leger geweerd … Bazen uit de technologiesector krijgen de rode loper uitgerold, miljardair Musk is zelfs deel van het team van Trump en promoot het extreemrechtse AfD in de komende Duitse verkiezingen.

    Politici in Europa passen zich aan het Trumpisme aan. De nieuwe sterke man van de Duitse christendemocratie, Merz, doorbrak het cordon sanitaire door met het AfD aanvallen op de rechten van migranten te stemmen. Het was opmerkelijk hoe ‘genuanceerd’ veel Belgische politici reageerden op de inauguratie van Trump. Sammy Mahdi was uitdrukkelijk positief over het ‘strenge’ asielbeleid van Trump. GL Bouchez zit al langer op een Trumpiaanse koers en aarzelt niet om aangebrande extreemrechtse figuren in zijn partij op te nemen. De Arizona-onderhandelaars raakten het snel eens over het asielbeleid dat ze willen voeren, waarbij de Trumpiaanse koers van Francken en De Moor nog wordt opgevoerd. Ook Vooruit gaat daarin mee, ondanks een welkome kritiek van ABVV-topman Bert Engelaar die terecht stelde dat het extreemrechtse beleid niet alleen wordt nagepraat maar ook “in beleid wordt omgezet” waarbij “mensen in precaire situaties nog verder gemarginaliseerd worden “ en “ons sociaal model wordt ondergraven door groepen tegen elkaar op te zetten.”

    De Amerikaanse grote bazen maken moeiteloos de bocht naar steun aan Trump. Zijn inauguratie leek bijwijlen op een miljardairsconventie. De grote bedrijven zien heil in een protectionistische politiek die gekoppeld wordt aan verregaande deregulering en afbouw van delen van de overheid. Dat maakt hun winstmaximalisatie gemakkelijker, aangezien er geen rekening moet gehouden worden met sociale of ecologische beperkingen. Dit gaat vooral ten koste van de werkende klasse en al wie het moeilijk heeft, maar dat is voor Trump en co geen punt. ‘Eigen volk eerst’ betekent in essentie ‘portemonnee van de eigen superrijken eerst’.

    Het is niet verwonderlijk dat een aantal ondernemers in België met steeds openlijker lof over Trump spreekt. Ilham Kadri, ceo van Syensqo (een afsplitsing van Solvay), zei: “De verkiezing van Trump is het beste wat Europa kon gebeuren” omdat het een oproep “tot actie” is. De Standaard liet een anonieme ceo van een consultancygroep aan het woord: “Ik was voorstander van Kamala Harris, ik hoopte dat zij zou winnen. Maar nu hoop ik dat met de komst van Trump in Europa zaken in beweging zullen komen.” De actie en beweging waarvan sprake, komen steeds neer op het afbouwen van regulering (rond sociale en ecologische bescherming) en een afslanking van de overheid (lees: sociale bescherming en openbare diensten, want het is niet op defensie of fiscale cadeaus aan de bedrijven dat ze besparingen willen). Zelfs openlijke steun aan extreemrechts wordt door de vingers gezien. De liberale ondernemer Guido Dumarey, die in 2009 nog het nieuws haalde toen hij een vakbondsafgevaardigde een vuistslag toebracht, heeft geen probleem met Musk: “Musk is een speciale vogel met het hart op de juiste plaats en met veel boerenverstand. Hij is heel extreem, dat wel.” Verschillende werkgevers en patronale ‘opiniemakers’ benadrukken dat Trump ondernemers aanmoedigt en staat voor ‘sterk leiderschap’.

    De bazen zien in extreemrechts een mogelijkheid voor een beleid waarin hun eigen streven naar winstmaximalisatie niets in de weg wordt gelegd. De traditionele politici nemen daar akte van en passen zich aan het ‘nieuwe normaal’ aan. In deze context gaat Vooruit heel ver mee in de Arizona-onderhandelingen. Dit ‘nieuwe normaal’ staat voor bijzonder harde aanvallen op alle sociale verworvenheden, waarbij de zwaksten eerst worden aangepakt maar uiteindelijk alle werkenden geraakt worden. De aanvallen op migranten gaan hand in hand met die op pensioenen en lonen.

    Extreemrechts heeft momenteel de wind in de zeilen. Het Vlaams Belang kijkt enthousiast naar het Amerikaanse voorbeeld, zowel wegens de inhoud van dat beleid als wegens de toenemende aanvaarding van extreemrechts. Het VB is uit op eenzelfde normalisering en aanvaarding, niet zozeer onder de gewone bevolking maar wel onder het establishment van grote bazen en hun woordvoerders. De relatieve terughoudendheid waarmee de VB-deelname aan lokaal bestuur wordt aangevat, past in dat kader.

    Het verzet tegen extreemrechts opbouwen is noodzakelijk. Dat betekent opkomen voor de belangen van alle onderdrukten, diegenen die vandaag onder extreemrechts vuur liggen. Het betekent strijden tegen de asociale agenda van rechts en extreemrechts die de volledige werkende klasse en de leefbaarheid van de planeet aanvallen. Doorheen strijd versterken we onze eenheid en leggen we de basis voor alternatieven. De successen van de betoging van 13 januari, vooral in het onderwijs en bij het openbaar vervoer, de Franstalige onderwijsbetoging van 27 januari en de zorgbetoging van 7 november, zijn indicaties van het feit dat het reactionaire rechtse beleid niet zonder slag of stoot kan opgelegd worden, dat er een tegenbeweging mogelijk is en dat die heel breed gesteund wordt.

    We zullen op blokbuster.be de ontwikkelingen in de gemeenten met extreemrechts bestuur op de voet blijven volgen. We roepen antifascisten, antiracisten en al wie strijdt tegen onderdrukking (feministen, queer activisten …) op om deel te nemen aan het vakbondsprotest tegen Arizona en de eigen eisen daarin mee te nemen. Daarnaast is er nood aan actief protest tegen pogingen van extreemrechts om zich op straat te manifesteren.

  • Brazilië: Tussen barbarij en wanhoop, verzoening en coup-dreiging

    Dossier door onze kameraden van het PRMI (Project voor een Revolutionaire Marxistische Internationale) in Brazilië

    2024 was een angstig en ontmoedigend jaar voor linkse en progressieve mensen in Brazilië. Te midden van zoveel crises, zoals de milieucrisis en de dringende behoefte aan sociale verandering, waren de conservatieven en rechts de grote winnaars bij de gemeenteraadsverkiezingen. Er was ook de verkiezingsoverwinning van Trump in de VS, een waarschuwing voor de terugkeer van extreemrechts – dezelfde strekking die een staatsgreep wil plegen in Brazilië. Ondanks dit alles blijft de hoop op verandering levend en moeten links en de werkende klasse deze gebeurtenissen blijven analyseren, uiteraard met als doel om deze analyse om te zetten in actie om de samenleving radicaal te veranderen.

    De laatste 15 jaar in Brazilië zijn intens geweest, met grote strijd van de arbeidersklasse, veel wendingen, acties en reacties. Na zoveel strijd is het ontmoedigend om de verkiezingsoverwinning van rechts in de gemeenteraden te zien en conservatieve projecten te zien oprukken, zoals privatiseringen, inclusief van scholen, zoals in São Paulo, de “verkrachtingswet” die abortus onder alle omstandigheden verbiedt, fiscale aanpassingen met bezuinigingen op rechten en druk van de grote burgerij daarvoor, naast vele andere. Maar waarom bevinden we ons in deze situatie? Brazilië wordt geregeerd door Lula en toch lijkt er niets te gebeuren. Er is een concrete analyse nodig die een aantal simplistische uitspraken vermijdt die zo vaak worden gedaan, vooral op sociale media – bijvoorbeeld over “arme rechtse mensen”, “ongeschoolde mensen”, “Brazilianen zijn echt conservatief”, “we hebben verloren omdat links te veel geeft om identiteitspolitiek”, enz.

    Lula-regering: “brede alliantie” waarin alleen de machtigen winnen

    Na de nachtmerriejaren van de coupregering van Michel Temer (2016-2019) en de extreemrechtse en genocidale aanvallen van Bolsonaro op werkende mensen, was er hoop dat de terugkeer van Lula een grote verandering zou betekenen, vooral voor de lagen van bevolking die het meest te lijden hadden tijdens die periode. Maar hoewel de nederlaag van extreemrechts bij de verkiezingen veelbetekenend was, maakt Lula de beloften van verbetering van zijn campagne niet waar.

    Het belangrijkste wapenfeit van de regering-Lula, halverwege haar mandaat, is de installatie van het nieuwe fiscale kader, of het nieuwe uitgavenplafond, d.w.z. een hard fiscaal aanpassingsbeleid dat de begrotingsuitgaven voor sociale rechten, zoals onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid, huisvesting, enz. drastisch vermindert. Een dergelijke maatregel is historisch bekritiseerd door links en de georganiseerde arbeidersbeweging. Aan de andere kant heeft de hele burgerij, van buitenlandse miljardairs tot de gemiddelde zakenman op het platteland, van de financiële sectoren van de Faria Lima Avenue tot de mainstream media, het geëist als iets wat essentieel is voor de economie. Minister van Financiën Fernando Haddad stelt het trots voor als zijn belangrijkste verwezenlijking.

    Niets onderscheidt de regering van de PT (Arbeiderspartij) in economische termen van andere neoliberale regeringen: het haalt geld weg bij onderwijs en gezondheidszorg, schrapt de huidige minimale investeringseisen, knoeit met de BPC (de schamele hulp voor kwetsbare ouderen) wat betekent dat het minimumloon niet echt zal stijgen, en bespaart op andere sociale uitgaven. Ondanks het wijzigen van het militaire pensioen en het verhogen van de inkomensdrempel voor het betalen van inkomstenbelasting naar 5000 reais, heeft het beleid nog steeds een onmiskenbare essentie: geld weghalen bij openbare diensten en de rechten van de armste bevolking zodat er geld overblijft voor de financiële markt. Toch is “de markt” nog steeds ontevreden en oefent druk uit op de regering om af te zien van bescheiden maatregelen die de bevolking ten goede zouden kunnen komen en om de besparingen verder door te voeren.

    De weinige progressieve projecten en acties van de regering, vooral aan het begin van 2023, worden nu geblokkeerd door het parlement, zoals het belasten van grote vermogens. Ondertussen worden pro-marktconsensus en extreemrechtse projecten in hoog tempo goedgekeurd. Met deze resultaten blijft de vraag: wat is het nut van de vele overeenkomsten en allianties van de PT-regering met traditioneel rechts?

    Het verhaal van de PT wordt in veel media en door veel progressieve stemmen herhaald: we moeten brede allianties sluiten om Bolsonaro te verslaan. Dat leidt tot samenwerking met delen van rechts en zelfs extreemrechts (União Brasil, Republikeinen, PSD, enz.).

    De waarheid is dat deze groepen de afgelopen twee jaar sterker zijn geworden. Alleen al aan parlementaire amendementen werd bijna 63 miljard reais uitgegeven, een regeling waarbij federaal geld wordt doorgesluisd naar leden van het Congres en de Senaat om te worden ‘verdeeld’ in hun kiesdistricten die bol staat van corruptie. Het meeste geld ging naar de afgevaardigden en senatoren van de rechtse partijen die deel uitmaken van de ‘brede alliantie’. Deze amendementen worden door deze parlementariërs naar believen gebruikt om hun lokale kiesdistricten te versterken. In wezen privatiseren ze overheidsbeleid, omdat het geld technisch gezien niet van de overheid komt, maar van individuele politici met ‘goede bedoelingen’. Dit kan variëren van populistische maatregelen zoals het kopen van ambulances voor kleine steden en het aanvullen van budgetten voor openbare diensten, of voor persoonlijke gunsten en in sommige gevallen om milities te versterken en wapens te kopen om inheemse mensen en landarbeiders te executeren.

    Ondanks dit alles heeft de economie goede tekenen laten zien: er is economische groei, rond 4% in 2024, een van de hoogste percentages ter wereld, de inflatie is onder controle (hoewel deze aan het eind van het jaar versnelde en het streefcijfer van 4,7% overschreed) en de werkloosheid is op het laagste niveau in de geschiedenis, 6,1% in het kwartaal tot november.

    De regering vraagt zich af waarom de mensen dit niet zien. Voor de massa’s die dagelijks gebukt gaan onder informeel en slecht betaald werk, duur, overvol en tijdrovend vervoer, een verwoeste geestelijke gezondheid, toenemend sociaal geweld, vooral van de politie, machisme, racisme, homofobie en andere dagelijkse ellende, lijken de mooie cijfers van economische analisten niemand te bewegen. En wat we in feite hebben gezien is dat deze cijfers weinig of geen invloed lijken te hebben op het leven van werkende mensen. Bovendien zullen Lula en Haddad deze groeicijfers niet lang kunnen volhouden met het huidige beleid en de wereldwijde structurele crisis.

    Het strategische plan van de PT

    Het plan van de PT voor Brazilië en de resultaten ervan zijn duidelijk. Het valt niet te ontkennen dat het garanderen van rechten en het creëren van overheidsbeleid juist tijdens deze regeringen eindelijk mogelijk zijn gemaakt: een reële verhoging van het minimumloon, Minha Casa Minha Vida (Mijn Huis, Mijn Leven), Bolsa Família (Kinderbijslag), quota’s voor zwarte en inheemse mensen op universiteiten, implementatie van het Nationale Sociale Bijstandsbeleid, enzovoort, allemaal het resultaat van historische strijd door de arbeidersklasse en sociale bewegingen. De uitvoering van dit beleid ging echter altijd gepaard met voorwaarden, openlijk besproken door de leiders van de PT, van een grote nationale overeenkomst tussen alle klassen en politieke groeperingen – alleen de “rechtse oppositie” en nu het “fascisme” zouden buitengesloten worden.

    Deel van het verhaal van de PT is de ontkenning van tegengestelde klassenbelangen, de klassenstrijd en de omvang van de crisis van het systeem, inclusief de economische crisis. Dit alles ontkennen doet het echter niet verdwijnen. De volksopstanden, de staatsgreep van 2016, de groei van extreemrechts, de groei van onderdrukking en geweld in de hele Braziliaanse samenleving: dit alles is het “normale” van de huidige periode en niet de uitzondering, zoals de PT ons wil doen geloven.

    Wat is de balans van Lula’s eerste termijn, die begon in 2003, tot nu? In het verhaal van Lula is er aanhoudende vooruitgang geboekt, alleen verlamd door de staatsgreep en de regering Bolsonaro. Maar in de afgelopen twintig jaar was de balans van de PT-regeringen met een brede alliantie er een van verdieping van het beleid van fiscale aanpassingen en besparingen op openbare diensten, voortzetting van de privatisering van staatseigendommen, voornamelijk door middel van publiek-private partnerschappen (PPP’s) en het overlaten van openbare diensten aan particulieren of organisaties, verlies van lonen en rechten voor ambtenaren, verdere deregulering van werk, waaronder de openstelling van outsourcing in openbare diensten.

    De regering Dilma zag toe op een sterke terugval in de landbouwhervorming, vooral in de onteigeningen van land, de versterking van de agro-business, grote landgoederen en GGO’s en de financialisering van het platteland, de vernietiging van het Amazonegebied en de Cerrado, met inbegrip van de grote hydro-elektrische dammen, desindustrialisering en de versterking van het belang van landbouwgrondstoffen en mijnbouw.

    Er is een toenemende militarisering, een toename van racistisch geweld, vooral door de politie in de favela’s met maatregelen zoals de antidrugswet die door de PT-regeringen is ingevoerd (de militaire politie van de staat Bahia, die door de PT wordt geregeerd, is de dodelijkste van het land) en op het platteland tegen de inheemse bevolking, enzovoort, enzovoort.

    Met andere woorden, in een poging van de PT om “betrouwbaarder en verantwoordelijker” te lijken voor de burgerij, versterkt ze het systeem van de heersende klasse door neoliberaal beleid te bevorderen. In goede tijden, zoals tijdens de grondstoffenhausse in de jaren 2000, was er ruimte voor een aantal sociale beleidsmaatregelen die de klassenverzoening bevorderden, maar dit veranderde na de economische crises vanaf 2014. Dit maakte de weg vrij voor de staatsgreep van 2016 en voor Temer en vervolgens Bolsonaro om verder te gaan met een veel agressievere en barbaarsere agenda, gericht op het afnemen van de weinige rechten die het volk had gewonnen.

    Maar de grootste factor in het creëren van ruimte voor rechts is de garantie aan de “regeringsaanhangers” onder de burgerij en rechts dat er geen grote mobilisaties van de arbeidersklasse zullen zijn. En als er wel mobilisaties zijn, wordt ervoor gezorgd dat die geen eisen hebben die het verzoeningsplan verstoren.

    De PT en Lula zijn rechtstreeks voortgekomen uit de klassenstrijd, uit de strijd van de werkende klasse, voornamelijk in de jaren ’70 en ’80. Met de succesvolle strijd van de hele werkende klasse tegen de dictatuur werd deze strekking meer dan 40 jaar lang de belangrijkste leider van de klasse. De CUT, die samen met de PT werd opgericht, is nog steeds de belangrijkste federatie die veel vakbonden in Brazilië leidt. Ook de vakbondsfederatie CTB en de UNE (Nationale Studentenvakbond) voor studenten worden voornamelijk geleid door de PT en hun nauwe bondgenoten. Op het platteland weerspiegelt de MST (Landloze Arbeiders Beweging), hoewel niet organisch verbonden met de PT, ook hetzelfde verzoeningsbeleid.

    Het Lula-isme schildert de massaprotesten van 2013/2014 af als een rechts complot. Het doel daarvan is om onafhankelijke mobilisatie van onderuit te ontmoedigen. Toen de massa’s in 2017 begonnen deel te nemen aan een beslissende strijd om Temer omver te werpen, boycotte de CUT opzettelijk de tweede algemene staking (na de succesvolle algemene staking in april en Occupy Brasilia in mei, waardoor de pensioenhervorming op dat moment geen doorgang kon vinden) met de belofte dat Lula in 2018 zou winnen.

    De “Fora Bolsonaro” strijd werd altijd gekanaliseerd naar de institutionele sfeer, weg van de straatprotesten. Toen aanhangers van Bolsonaro op 8 januari, na de verkiezingsoverwinning van Lula, wegblokkades begonnen op te werpen in het hele land en staatsinstellingen binnenvielen, was de oriëntatie van Lula om compleet passief te blijven omdat de nieuwe regering alles zou oplossen. Binnen de vakbonden en sociale bewegingen is de strategie vergelijkbaar, met lokale bureaucratieën die opruiende toespraken houden tegen het Bolsonarisme, maar het moeilijk maken om zich aan de basis te organiseren en om de historische strijdmiddelen van de arbeidersklasse zoals stakingen te gebruiken, omdat het project van het Lula-isme het centrum van de macht is.

    Nu zijn er twee jaar geweest zonder grote strijd, onder een regering van Lula maar met een versterking van extreemrechts, met de werkende klasse die door de meeste leiders van vakbonden en bewegingen ontmoedigd wordt om tot actie over te gaan. Het beteugelen van onafhankelijke strijd en mobilisaties zorgt er langs de andere kant ook voor dat deze leiders hun basis niet kunnen mobiliseren als ze dat willen, bijvoorbeeld in verkiezingscampagnes.

    Na jaren van demobilisatie en beperkte acties, herkent de arbeidersklasse deze oproepen tot actie niet als de hunne, ze identificeren zich er niet mee en doen niet mee. In december riepen de leiders van het Lula-kamp op tot protesten voor de arrestatie van Bolsonaro, waarop delen van de beweging ook eisen opnamen zoals het einde van de zesdaagse werkweek en een begroting die de sociale rechten en openbare diensten verdedigt. Die elementen waren opgenomen in de oproep voor de mobilisaties, maar werden niet prominent naar voren gebracht. Het ging om mobilisaties met de handrem op.

    Geconfronteerd met de meervoudige structurele crises die het kapitalisme nu doormaakt, met een toenemend wantrouwen in instellingen, politici en het systeem, zijn mensen extreem ontevreden en op zoek naar alternatieven of iets dat wijst op een uitweg. Maar de voortzetting van het beleid van brede fronten met de vertegenwoordigers van het systeem, samen met een abstracte verdediging van de instellingen van de burgerlijke democratie, terwijl de strijd wordt opgeschort, zijn zo frustrerend en demobiliserend dat het niet verwonderlijk is dat de vermoeide en gedemotiveerde klasse niet langer op de PT stemt.

    De gemeenteraadsverkiezingen hebben dit aangetoond: de PT won slechts één burgemeesterschap in de hoofdstad van een deelstaat, dat was in Fortaleza en met een miniem verschil. In de rest van het land werd institutioneel links verslagen, ook in São Paulo, waar de PSOL-kandidatuur van Guilherme Boulos dezelfde methodes bleef herhalen die al bekritiseerd werden. De enige plaats waar het “progressieve” kamp (om de breedst mogelijke definitie van het woord te gebruiken) comfortabel won, was in Recife, waar João Campos van de PSB (Braziliaanse Socialistische Partij) in de eerste ronde won. De ruimte die overbleef door het ontbreken van een links alternatief opende ruimte voor nieuwe extreemrechtse fanatici zoals Pablo Marçal die, hoewel hij niet won, een grote impact had.

    Na de resultaten haastten commentatoren zich om te verklaren dat deze verkiezingen een overwinning van het centrum vormden. In werkelijkheid wonnen of behielden veel van deze vermeende centrumfiguren hun mandaat met extreemrechts beleid, zoals Ricardo Nunes in São Paulo, Eduardo Pimentel in Curitiba en Bruno Reis in Salvador, evenals de vier kandidaten van de PL (Liberale Partij, de partij van Bolsonaro) die de hoofdsteden van deelstaten veroverden.

    Wordt Bolsonaro gearresteerd?

    Nu de rapporten van het onderzoek van de federale politie naar buiten beginnen te komen, wordt het hele complot van Bolsonaro en een deel van de strijdkrachten in de couppoging eind 2022 en begin 2023 duidelijker. Iedereen wist al dat dit de strategie van Bolsonaro was als hij de verkiezingen zou verliezen, maar nu is duidelijk hoe ze de actie tot in detail gepland hadden. Het werkte niet omdat ze niet genoeg steun hadden onder de burgerij, het imperialisme en zelfs bij de strijdkrachten.

    Het toont dat de propaganda over de kracht van democratie slechts een illusie is. In werkelijkheid bepaalt de krachtsverhouding tussen de klassen, ook binnen de burgerij, wat er zal gebeuren. Toen de burgerij in 2015 de economische crisis voelde verscherpen en reageerde op de grote strijd van 2013/2014, bundelde ze haar krachten om een coup tegen Dilma te organiseren en Bolsonaro te steunen in de verkiezingen van 2018 en uiteindelijk de pensioenhervorming door te voeren in 2019. Toen Bolsonaro niet betrouwbaar leek, trok een deel van de heersende klasse de steun terug om zich in 2022 terug bij de brede alliantie van Lula aan te sluiten.

    Met de couppoging is het makkelijk voor de burgerij om een paar honderd aanhangers van Bolsonaro op te pakken, voornamelijk armen en mensen uit de middenklasse. Bolsonaro en een deel van de militairen worden in staat van beschuldiging gesteld. Ondanks de arrestatie van voormalig minister van Defensie Braga Netto in december, zorgen de mazen in het rechtssysteem ervoor dat de grote vissen ermee weg komen. De rechter van het Hooggerechtshof Alexandre de Moraes en de hele rechterlijke macht zijn slechts hulpmiddelen in deze strategie van de grote burgerij op zoek naar het beste landschap om hun winsten te maximaliseren.

    Zal Bolsonaro in deze context gearresteerd worden? Wat de rechterlijke macht van de rijken betreft, kan dat nog lang duren. Na zijn aanklacht en mogelijke veroordeling kunnen er jaren voorbijgaan. Er zal hoger beroep komen, waarbij hij zonder proces nog steeds niet gearresteerd kan worden. Na een definitieve uitspraak (binnen hoeveel?), kan hij een straf uitzitten die nog ongedaan gemaakt kan worden met huisarrest of iets dergelijks. Natuurlijk gelden al deze regels alleen voor de rijken, want arme mensen, en vooral zwarte mensen, worden zonder bewijs of proces opgesloten. Zou er een preventieve arrestatie van Bolsonaro kunnen plaatsvinden? Na alle taferelen die we hebben gezien, lijkt het onwaarschijnlijk dat dit in de komende maanden zal gebeuren, zelfs na de arrestatie van Braga Netto.

    Maar als de burgerij plotseling denkt dat zijn arrestatie haar belangen zal dienen, zouden de dingen wel eens kunnen veranderen, zoals dat ook met Lula zelf gebeurde. Het lijkt er echt op dat de burgerij nog steeds op hem kan rekenen als een kaart in de mouw, die gebruikt kan worden in een mogelijke nieuwe grote politieke crisis in het land en zelfs een mogelijke preventieve arrestatie kan politiek gebruikt worden.

    Justitie, maar vooral het Hooggerechtshof, is nooit onpartijdig geweest en is ondergedompeld in de politiek. Figuren als Moraes handelen, tenminste op dit moment, meer in overeenstemming met de uitvoerende macht met betrekking tot de kwesties van burgerlijke democratie en om de gemeenschappelijke vijand van het Bolsonarisme in te dammen. Dit creëert het beeld dat het Hooggerechtshof aan de “goede kant van de geschiedenis” staat, maar dit is slechts een illusie. We mogen niet vergeten dat Moraes werd benoemd door de coupplotter Temer.

    De realiteit is dat de rechterlijke macht, net als de andere staatsinstellingen, de functie heeft om de klassenheerschappij in onze samenleving te garanderen en niet om recht te doen, laat staan sociale rechtvaardigheid, noch om de democratie te verdedigen. Alleen de onderdrukte klassen kunnen dat doen in hun collectieve strijd, zoals altijd het geval is geweest in de geschiedenis van de menselijke samenleving.

    2026

    Zoals al eerder gezegd, is er geprobeerd om bij de gemeenteraadsverkiezingen vooruit te lopen op de scenario’s van de verkiezingen van 2026. Na de uitslag kijken velen al vooruit naar de volgende periode. Zowel de dreiging van arrestaties van Bolsonaro-aanhangers en het leger, de onverkiesbaarheid van Bolsonaro en anderen, als de problemen van de PT zorgen voor onzekerheid over hoe het scenario er tegen die tijd uit zal zien.

    Zelfs met alle pogingen om de “markt” en de heersende klasse tevreden te stellen, bevindt de PT zich verre van in een comfortabele positie. Alles draait nog steeds om de figuur van Lula. Een Quest-peiling in december toonde aan dat, als de tweede ronde nu zou worden gehouden, Lula in alle scenario’s zou winnen, ook tegen de op dat moment verkiesbare Bolsonaro. Maar dit is slechts een momentopname en er kan nog veel gebeuren tussen nu en dan. Er zijn twijfels of Lula zich kandidaat kan stellen voor de verkiezingen, omdat gezondheidsproblemen en zijn leeftijd hem parten spelen. In dit scenario zou de PT voor het historische probleem komen te staan dat er geen sterke kandidaat is om mee te doen aan de presidentsverkiezingen. Haddad is nog steeds de meest waarschijnlijke kandidaat en in de Quest polls komt hij nog steeds als beste uit de bus, maar met een lagere ranking (vergeet niet dat dit ook zo was in 2018 toen hij verloor). Ondertussen onthult de markt zijn morbide verlangens. Op het ogenblik dat Lula een hoofdoperatie ondergaat, schieten de aandelenmarkten de hoogte in.

    Wat de burgerij echt wil, is dat een van hen weer de leiding krijgt. Ze willen een vertegenwoordiger die meer betrouwbaar is voor hen en die hun agenda kan garanderen. Figuren als Tarcísio de Freitas, gouverneur van São Paulo, en Ronaldo Caiado, gouverneur van Goiás, zijn mogelijke alternatieven. Beiden zijn aanhangers van Bolsonaro maar worden gezien als “serieuzer” of “technischer”, met andere woorden, betrouwbaardere handen om de agenda van de burgerij uit te voeren. Iedereen die het nieuws over politiegeweld of de privatiseringsagenda in São Paulo volgt, kan zich voorstellen wie zou profiteren en wie zou verliezen van een Tarcísio-presidentschap.

    Anderen, zoals de gouverneur van Minas Gerais Romeu Zema of zelfs de zonen van Bolsonaro, zouden zich kandidaat kunnen stellen. Maar het gevaar bestaat ook dat er nieuwe figuren opstaan nu het Bolsonarisme het moeilijk heeft, zoals Pablo Marçal, die snel een nationaal figuur is geworden en een nieuw extreemrechts vertegenwoordigt dat niet verbonden is met de aarzelingen van het Bolsonarisme en om zijn basis strijdt.

    Massale strijd van de werkende klasse is de enige manier om ons van de afgrond af te leiden

    Ondanks alle repressie, de ideologische propaganda, de afleidingsmanoeuvres van de burgerij en het dagelijkse werk van de Lula-gezinde bureaucratieën om de terugslag van de arbeidersklasse te blokkeren, herrijst de strijd altijd, zelfs uit de as. De tegenstellingen van het systeem, uitbuiting, onderdrukking en het dagelijks leven van de bevolking bereiden de weg voor de grote opstanden van onderdrukte massa’s. Veel van het debat beperkt zich tot een analyse van de lokale verkiezingen van 2024 en van de polarisatie rond mogelijke presidentskandidaten. De enige garantie op een overwinning van links is echter als we nu de strijd aangaan en na overwinningen op straat bouwen aan een macht waarmee we het project van de klassenverzoening overboord gooien.

    In de afgelopen maanden heeft de agenda voor het beëindigen van de 6-daagse werkweek en het verkorten van de werktijd een brede maatschappelijke weerklank gekregen dankzij een militante inspanning van de Vida Alem do Trabalho-beweging (Leven na het Werk-beweging) en haar oprichter, de jonge LGBTQI+ militant en zwarte arbeider Rick Azevedo. Deze eis werd in het parlement verdedigd door PSOL-afgevaardigde Erika. Het is ongelooflijk hoe zoiets simpel de burgerij deed sidderen van angst, de regering het zwijgen oplegde en extreemrechts met zijn hypocrisie tegen de muur zette. Het liet zien dat een agenda om het leven van miljoenen mensen te verbeteren massale strijd kan aanwakkeren. De burgerij en de aanhangers van Bolsonaro beseffen dit heel goed.

    Er was wereldwijd vrouwenstrijd tegen machogeweld en voor het recht op abortus. Dit feministische bewustzijn groeit structureel en aan de basis van de arbeidersklasse, vooral onder jongeren die de toekomst zijn. Pogingen van extreemrechts om rechten aan te tasten, zoals het “verkrachtingswetsvoorstel” , dat elk recht op abortus in Brazilië wegneemt, kunnen massale acties van jonge vrouwen teweegbrengen. Protest zorgde er eerder al voor dat aanvallen op de abortusrechten werden ingetrokken.

    Naast deze dreigementen, georkestreerd door extreemrechts en de fundamentalisten in het parlement, hebben gemeentelijke besturen en staatsregeringen de gewoonte om reeds gelegaliseerde abortusvoorzieningen te ontmantelen, wat laat zien dat het schrappen van gezondheidszorg ook een rechts beleid van privatisering en controle over ons lichaam dient. Er is een groeiende ontevredenheid over gendergerelateerd geweld. De rechten van transpersonen zijn geschonden door de aanval op hun identiteitskaarten. Het aantal gevallen van seksistisch en LGBTQIA+-foob geweld blijft hoog, ook tijdens de regering van Lula nam het aantal vrouwenmoorden toe.

    Tegelijkertijd groeit het antiracistische bewustzijn, waardoor een deel van de burgerij gedwongen wordt concessies te doen en deze strijd te propaganderen – ze geven een vinger om hun arm niet te verliezen. De grote burgerij begrijpt dat deze strijd explosief kan zijn, nog meer als een opstand tegen het geweld van de militaire politie, die steeds vaker op sociale media aan de kaak wordt gesteld met video’s en allerlei bewijzen. De burgerij en extreemrechts weten dit, zelfs nog meer na de Black Lives Matter opstand in 2020, die lessen en vooruitgang in bewustzijn heeft achtergelaten die zich opstapelen in de historische ervaring van onze klasse.

    De werkenden in de openbare diensten hebben ook hard gevochten, aangezien een groot deel van het fiscale aanpassingsbeleid gericht is op het afnemen van hun rechten en op privatiseringen. De staking van de federale universiteiten en instituten in de eerste helft van vorig jaar, de staking van de werknemers van het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid en verschillende bewegingen, stakingen en werkonderbrekingen, vooral in het gemeentelijk en staatsonderwijs, wijzen de weg.

    We leven ook in jaren waarin klimaatrampen en de milieucrisis verergeren en de mensheid in een afgrond dreigt te storten waar geen weg terug is. Vorig jaar begon met de rampen in de staat Rio Grande do Sul. Dit legde het feit bloot dat het kapitalisme geen controle heeft over of plannen heeft voor de gevolgen van klimaatverandering. Het jaar ging verder met nieuwe gebeurtenissen in elke hoek van het land van continentale proporties. In al deze gevallen kregen de armste delen van de werkende klasse de hoogste rekening gepresenteerd. Deze gevolgen hadden een grotere impact op regio’s met grotere economische ongelijkheid, zoals het noorden en noordoosten van het land.

    Op deze momenten van absolute onrust en sociale rampspoed is de solidariteit het grootst onder de werkende klasse, die alle beschikbare middelen inzet om branden te blussen, de distributie van voedsel en voorraden te mobiliseren, donaties en steun te organiseren voor de slachtoffers die hun huis verloren, en alle andere mogelijke manieren. Ondertussen waren we getuige van gemeenteraadsverkiezingen die niet in staat zijn om oplossingen aan te dragen tegen dit systeem dat altijd de volgende grote crisis veroorzaakt, zelfs niet toen er midden in de verkiezingsperiode een van de grootste stroomstoringen plaatsvond in de rijkste hoofdstad van Latijns-Amerika, São Paulo.

    De uitweg uit de algemene en wereldwijde crisis van het systeem, van de mensheid en van de planeet Aarde kan alleen komen van de mobilisatie en collectieve strijd van de onderdrukte massa’s. Zolang het kapitalisme zijn opmars voortzet, is de weg naar de afgrond zeker. Geen enkele linkse regering of Lula, met alle respect voor zijn grote historische betekenis, kan deze opmars veranderen, want zij stellen voor om dit systeem in stand te houden. De mensheid kan deze weg omkeren, op voorwaarde dat ze collectief, door middel van strijd, een project opbouwt voor een antikapitalistische samenleving, voor co-existentie met de natuur en natuurlijke hulpbronnen, voor sociale rechtvaardigheid en harmonie, voor vrijheid, gelijkheid en broederschap, kortom een socialistisch project voor de toekomst.

  • Lonen onder vuur! Tijd om terug te vuren

    De succesvolle vakbondsactie van 13 januari heeft aangetoond dat er een grote bereidheid is om de rechtse agenda van de Arizonacoalitie te stoppen. Vooral in de openbare diensten, met het onderwijs en het openbaar vervoer voorop, werd een krachtig signaal gegeven aan de politieke elite dat hun afbraakpolitiek op stevig verzet zal stuiten. Voor de vakbondsleiding zou dit het signaal moeten zijn om een ernstig actieplan te lanceren die de hele werkende klasse van ons land verenigt in haar strijd tegen de belangen van het kapitaal.

    door Frederik De Groeve, vakbondsafgevaardigde & mede-initiatiefnemer van het stakerscomité Gent-zuid in 2014

    Voka, met in haar kielzog talloze commentatoren, schreeuwde haar onbegrip uit voor deze ‘voorbarige’ staking. Er is immers nog geen regering gevormd, dus, zo luidt de redenering, waartegen zou je dan in ‘s hemelsnaam staken. Het doel van Voka & co is om de werkenden zand in de ogen te strooien en de vakbonden zo veel mogelijk te discrediteren. Het verlanglijstje van rechtse aanvallen op de werkende klasse is immers al lang bekend en het beste antwoord hierop is om zo veel mogelijk mensen bij het verzet te betrekken. De actiedag van 13 januari was dan ook een broodnodige stap in de opbouw van een beweging die deze regering kan stoppen nog voor ze de kans krijgt om op volle toerental te komen.

    Wat hebben De Wever & co voor ons in petto? Een kleine greep uit de horrorlijst.

    Ondanks een enorme toename van de winstmarges wil De Wever vrije loononderhandelingen blijven verbieden, zoals vastgelegd in de gehate loonnormwet. Deze miljardentransfer is echter niet genoeg (het zal nooit genoeg zijn!) voor het patronaat. Daarom wil de komende regering opnieuw knabbelen aan de reeds beperkte gezondheidsindex door deze te berekenen over een gemiddelde van 12 maanden i.p.v. de huidige 4 maanden. Concreet willen ze ons dus een vol jaar lang de prijsstijgingen aan de kassa laten betalen zonder dat ons loon of uitkering hieraan wordt aangepast. Bij hoge inflatie (+4%), dus wanneer we de index het meeste nodig hebben, zou bovendien bij de lonen boven het gemiddelde (dus voor de helft van de werkenden!) een bijkomende beperking ingevoerd worden, terwijl aan de winsten en dividenden van aandeelhouders niet wordt geraakt.

    Nachtarbeid zal in de toekomst pas ingaan vanaf middernacht in plaats van om 20 u met ernstig loonverlies als gevolg. De werkweek kan worden verlengd tot 48u zonder dat de vakbonden hierover kunnen waken. Stap voor stap terug naar de tijd van Daens? 

    De Arizonacoalitie wil ons deze bittere pil laten slikken door een belastinghervorming door te voeren waarbij we een hoger nettoloon zouden overhouden. Als we echter kijken wie deze taxshift gaat betalen, wordt het boerenbedrog van De Wever snel duidelijk. Want naast de aanvallen op de index wil men het BTW-tarief van 6% verhogen tot 9% en de accijnzen op brandstof verhogen. Deze belastingverhogingen zouden bovendien buiten de berekening van de index worden gehouden! Wat we netto meer krijgen, raken we onder de vorm van andere belastingen dubbel en dik weer kwijt.

    Bovendien betekent de taxshift een nieuwe aanval op de middelen voor de reeds ondergefinancierde openbare diensten en de sociale zekerheid. Het indirect deel van ons loon, dat wordt gebruikt voor ziekenhuizen, kinderopvang, scholen, pensioenen en andere uitkeringen, gaat verder naar beneden. De reeds schandalig lange wachtlijsten in de zorg en openbare diensten gaan onder deze regering gewoon nog langer worden. Dit vormt de perfecte voedingsbodem voor meer haat en verdeeldheid in de maatschappij. Het Vlaams Belang hoeft de rotte vruchten van deze coalitie maar te plukken bij de volgende verkiezingen.

    Het verzet organiseren

    Strijdbare syndicalisten dragen vandaag de verantwoordelijkheid om het verzet tegen deze rechtse afbraakregering op poten te zetten en zo de ruggengraat te vormen van een bredere sociale beweging die pleit voor een ander, socialistisch maatschappijmodel. De komende strijd mag niet enkel als doel hebben deze rechtse coalitie in de prullenmand te werpen. We moeten ook de ambitie hebben om een alternatief op te bouwen. Een noodzakelijke eerste stap hiervoor is het versterken van de banden onder strijdbare syndicalisten door het oprichten van stakerscomités, over de grenzen van de eigen werkplek heen. We moeten lessen trekken uit de beweging van 2014 en durven doorduwen waar we toen gestopt zijn. Als we bij de pakken blijven zitten, hebben we bij voorbaat verloren. Als we strijden, kunnen we winnen! 

    Arizona en het verzet ertegen: overzicht van artikels op deze site

  • Verschroeide aarde van het kapitalisme – apocalyptische taferelen in Los Angeles

    Op het moment van schrijven waarschuwen brandweerlieden in Los Angeles voor een ‘explosieve groei van het vuur’ en ‘kritisch vuurweer’ in de stad en de omgeving, waar sinds het uitbreken van de bosbranden op dinsdag 7 januari ten minste 27 mensen om het leven zijn gekomen en ten minste 31 mensen als vermist zijn opgegeven. Tweehonderdduizend inwoners kregen het bevel gekregen om te evacueren en honderdduizenden anderen die in gebieden met een verhoogd risico wonen, kunnen de komende dagen te horen krijgen dat ze hun huizen moeten verlaten om zich in veiligheid te brengen.

    Door Isi Stewart Duran (Socialist Party, Ierland), geschreven op 17 januari

    Onophoudelijke rampen

    De westkust van Noord-Amerika is een van de ergst getroffen gebieden door bosbranden. De combinatie van droge vegetatie en sterke wind betekent dat elke ontsteking zich snel kan verspreiden. Met de door klimaatverandering veroorzaakte stijgende temperaturen en langere perioden van droogte die toenemen, zijn plaatsen zoals Palisades in LA bijzonder kwetsbaar. In 2020 vatte een miljoen hectare in Californië in één week vlam, waarmee alle voorgaande records in de schaduw werden gesteld. Natuurlijk is de VS niet het enige land dat getroffen wordt door ergere bosbranden: Portugal, Canada en Brazilië waren andere landen die getroffen werden door bijzonder ernstige ongecontroleerde branden in 2024, het warmste jaar ooit.

    2024 was het eerste jaar dat de belangrijke mijlpaal van 1,5°C boven het pre-industriële mondiale temperatuurniveau overschreed, de limiet die is vastgesteld door klimaatexperts die hebben gewaarschuwd dat dit meerdere omslagpunten in het klimaat kan veroorzaken met ‘abrupte, onomkeerbare en gevaarlijke gevolgen voor de mensheid’. Jaarlijkse overschrijdingen van de limiet van 1,5C geven niet noodzakelijk aan dat we deze mijlpaal al hebben bereikt, omdat deze meestal wordt berekend op een tijdschaal van een decennium. Toch laat het zien dat de klimaatcrisis snel verergert.

    Klimaatonderzoeker Peter Thorne omschreef het als een ‘wake-up call voor de wereld’. Bosbranden zijn hier één gevolg van, en ze versnellen het ook, doordat ze de effectiviteit van koolstofputten (d.w.z. vegetatie) verminderen, die een vitale rol spelen bij het verwijderen van broeikasgassen uit de atmosfeer.

    Profiteren van rampen

    De destructieve drang naar winst boven alles, die de bestaansreden en drijvende kracht is van het kapitalisme, is de oorzaak van de toename van extreme weersomstandigheden die nu al een impact hebben op het leven van miljoenen mensen. Helaas stopt deze wrede logica niet bij een klimaatramp. Het blijft zoveel mogelijk rijkdom onttrekken aan gewone mensen en de aarde, zelfs in de meest erbarmelijke omstandigheden.

    Als reactie op het verlies van duizenden huizen hebben huisbazen in omliggende gebieden de huurprijzen al met duizenden dollars verhoogd. Op dezelfde manier waren hebzuchtige speculanten binnen enkele dagen na de branden ter plaatse om te proberen de getraumatiseerde bewoners uit te buiten door grond tegen lage prijzen te kopen (een praktijk die de gouverneur tijdelijk moest verbieden).

    Verder hebben verzekeringsmaatschappijen als Allstate en State Farm geweigerd om nieuwe eigendomsverzekeringen af te sluiten of bestaande te verlengen in Californië vanwege de ‘aanzienlijke verliezen’. Dit toont eens te meer aan dat de verzekeringsindustrie nooit mensen wil beschermen, en hoe meer gemeenschappen kwetsbaar worden voor extreme weersomstandigheden, hoe minder toegankelijk verzekeringen zullen worden.

    Rampenkapitalisme

    Vorig jaar stegen de jaarlijkse kosten van een eigendomsverzekering in de Pacific Palisades van $4.500 naar $18.000. Ondanks het feit dat Californië zo kwetsbaar is voor bosbranden, wordt er steevast te weinig geld uitgetrokken voor brandbeveiligingsdiensten. In plaats daarvan is de staat afhankelijk van de goedkope arbeidskrachten van gevangenen die als brandweerlieden ver onder het minimumloon worden betaald om in levensgevaarlijke omstandigheden te werken. Op dit moment zijn er 950 gevangenisbrandweerlieden ingezet om de branden onder controle te krijgen, voor een loon van $10,24 per dag.

    ‘Rampenkapitalisme’ was de term die gepopulariseerd werd door schrijfster Naomi Klein om uit te leggen hoe de rijken en machtigen profiteren van crises. We kunnen dit in actie zien in Californië, waar de verwoestende bosbranden enorme winsten opleveren voor de kapitalistische klasse, ondanks het feit dat het wijst op een verdere afbraak van het klimaat en vernietiging voor de hele mensheid en de wilde dieren wereldwijd.

    Om onze toekomst te redden moeten mensen uit de werkende klasse en onderdrukten over de hele wereld gehoor geven aan de wake-up-call en vechten om ons ecosysteem te verdedigen tegen het kapitalistische systeem dat er een existentiële strijd tegen voert. Het ‘groene kapitalisme’ was altijd al oplichterij, maar zelfs deze pretentie van zorg voor het milieu wordt door onze maniakale heersers overboord gegooid, in navolging van Trump’s kreet ‘drill baby drill’ terwijl de wereld om ons heen in brand staat. Het enige dat in staat is om het op te nemen tegen de fossiele brandstofindustrie en de grote vervuilers, de rampkapitalisten, en hun hele systeem, is een internationale eco-socialistische kracht die vecht voor een rechtvaardige transitie op basis van publiek eigendom en democratische, rationele en duurzame planning van de economie.

  • Franstalig onderwijs op de rand van de afgrond, regering geeft het een extra duwtje…

    De regering van de Federatie Wallonië-Brussel geleid door de MR en Les Engagés voert een Trumpiaanse aanval op het onderwijs door. 24 miljoen euro besparen op het technisch en beroepsonderwijs, afschaffen van de vaste benoeming van personeel, afbouw van de investeringen in infrastructuur. Het onderwijs is net als veel klassen waarin les gegeven wordt een bouwvallige constructie die niet veel nodig heeft om volledig in elkaar te storten. De regering kijkt niet gewoon toe, maar versnelt de instorting. De 48-urenstaking van 27-28 januari is niet enkel een uitdrukking van ontevredenheid, het is een noodkreet.

    De lijst van maatregelen en voorstellen is verschrikkelijk. Voor de leerlingen van het technisch en beroepsonderwijs is er een daling van de middelen met 24 miljoen. Het 7de jaar beroepsopleiding wordt gestopt. Leerlingen die nog een 7e jaar volgen, krijgen geen diploma meer die hen toegang heeft tot hoger onderwijs. Het fonds voor infrastructuur zou het met 2% minder moeten doen. Het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs voor studenten van buiten België zou verdubbelen. We weten allemaal dat dergelijke verhogingen doorgaans een opstap zijn naar algemene verhogingen van het inschrijvingsgeld.

    Het personeel botst op de afschaffing van de vaste benoeming, enkel wie nu al benoemd is kan die regeling nog genieten. Die wordt vervangen door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, met een verhoging van de arbeidstijd met 2 uur per week. Heel wat onderwijzend personeel moet voor deze regering 2 uur extra per week werken, terwijl de werkdruk nu al onhoudbaar is. Het onderwijzend personeel zou langer dan 65 jaar mogen werken in alle functies. De regering wil op zoek gaan naar personeel uit andere sectoren, zoals de zij-instromers langs Nederlandstalige kant, zonder voorwaarden te stellen inzake opleiding. Tot slot zullen stagiairs meer ingezet worden om tekorten op te vangen. Gratis arbeid is altijd meegenomen, denken de ministers.

    Alsof dit nog niet erg genoeg is, dringen dezelfde partijen op federaal niveau aan op de vorming van een harde besparingsregering. Arizona betekent een frontale aanval op de pensioenen in het onderwijs. De pensioenen van statutaire zouden niet langer berekend worden op het gemiddelde van de laatste 10 loopbaanjaren. Dat zou vanaf 2027 elk jaar met een jaar verlengd worden, tot het om 45 jaar gaat in 2062. De aanpassing van de tantième, de breuk waarmee het onderwijspensioen wordt berekend, van 1/55 naar 1/60 betekent een lager pensioenbedrag en een grotere druk om langer aan de slag te blijven. Het doel is een loopbaan van 45 jaar. De Nederlandstalige onderwijsbond COC berekende dat een modale leerkracht met een volledige loopbaan van 40 jaar ongeveer 15% van het nettopensioen zou inleveren.

    Dit is een aanval op heel het onderwijs. Het verzet opbouwen in het onderwijs, dit koppelen aan de strijd van de Nederlandstalige collega’s en de algemene vakbondsacties, is nodig. Dit vereist een verderzetting en uitbreiding van de algemene vergaderingen om de collega’s in actie te houden, hen toe te laten om de voorstellen en het programma te bespreken, alsook de strategie om te winnen. Degelijk onderwijs betekent kleinere klassen (maximaal 15 leerlingen), een massale aanwerving van personeel, kwaliteitsvolle infrastructuur en volledig gratis onderwijs. Er is geld genoeg om dit te realiseren, een belasting op de grote vermogens kan 10 miljard euro per jaar opbrengen.

    Na de betoging op 27 januari en staking op 28 januari, is er op 13 februari de grote betoging tegen Arizona. Op 13 januari kwam het Nederlandstalig onderwijspersoneel massaal op straat, op 13 februari kunnen we samen protesteren en de volgende stappen in onze acties voorbereiden. Deze strijd is existentieel voor het onderwijs, we moeten ze dus zo sterk mogelijk voeren.

    Om deze strijd succesvol te laten zijn, moeten we hem koppelen aan offensieve eisen die duidelijk maken dat het in de eerste plaats gaat om de toekomst van de jongere generaties en het emancipatoire onderwijs dat zij verdienen: met kleinere klassen (waar het niet binnen regent…) en voldoende onderwijzend personeel met arbeidsomstandigheden die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen. Laten we de aanvallen afslaan en vechten voor meer middelen, vooral voor meer collega’s!

  • Clara Zetkin: “Verslag over de communistische vrouwenbeweging” (1921)

    Op het derde congres van de Comintern bracht Zetkin namens het Internationaal Secretariaat een verslag over de communistische vrouwenbeweging. Ze deed dit op 8 juli 1921. Uiteraard speelde Zetkin ook een grote rol in het vrouwenwerk van de Comintern. Wij vertaalden de Engelse versie vanop marxists.org. Deze tekst maakt deel uit van het boek ‘Socialistisch feminisme in revolutionair Rusland’ dat recent is uitgebracht.

    https://shop.socialisme.be/product/socialistisch-feminisme-in-revolutionair-rusland

    Kameraden, namens het Internationale Secretariaat van de Executieve voor communistisch werk onder vrouwen, ga ik een kort overzicht geven van de communistische vrouwenbeweging en de communistische vrouwenconferentie. [De tweede internationale conferentie van communistische vrouwen werd in Moskou gehouden in juni 1921, vlak voor het derde congres van de Comintern.]

    Ongetwijfeld hebben wij in het afgelopen jaar een verheugende vooruitgang geboekt. Dit blijkt uit de ontwikkeling van de communistische vrouwenbeweging in de afzonderlijke landen, waar steeds meer vrouwelijke kameraden zich vastberaden bij de partij aansloten. Er is ook vooruitgang in de internationale coördinatie van de inspanningen om zoveel mogelijk vrouwen in dienst te stellen van de arbeidersrevolutie. Dit geldt voor de strijd om de politieke macht te veroveren en de arbeidersheerschappij te vestigen, maar ook voor de verdediging van deze verworvenheden en de communistische opbouw in Rusland, waar de werkende klasse de macht reeds heeft gegrepen.

    Maar in onze vreugde over deze stappen voorwaarts zit ook een zekere bitterheid. In de meeste landen zijn de verworvenheden van de communistische vrouwenbeweging bereikt zonder steun van de communistische partij, en in sommige gevallen zelfs tegen haar openlijke of verborgen tegenstand. Er is nog steeds onvoldoende begrip voor het feit dat zonder de deelname aan de revolutionaire strijd van vrouwen die bewust zijn, duidelijk wat hun doel is, zeker van de weg, en bereid om offers te brengen, de arbeidersklasse niet in staat zal zijn om de macht te grijpen in een burgeroorlog, noch om, na het vestigen van haar heerschappij, te beginnen met de opbouw van een communistische maatschappij.

    Zelfs voor de oorlog was het in de socialistische arbeidersbeweging bijna een waarheid als een koe, dat de arbeidersklasse niet kon slagen in haar economische en politieke strijd zonder de deelname van massa’s vrouwen. Zeker, de acties van de oude sociaaldemocratische partijen en de vakbonden bleven ver achter bij deze lippendienst. De activiteit van de vrouw werd min of meer beschouwd als die van een dienares van de partij of vakbond, en haar werkelijke betekenis als een factor van betekenis in de arbeidersstrijd voor de bevrijding werd niet erkend.

    Maar bedenk eens, kameraden, hoe anders de situatie vandaag is voor de arbeidersklasse. De economische strijd van de arbeidersklasse vindt nu plaats onder omstandigheden van toenemend verval van het kapitalisme. Wat zegt ons dat? Het betekent dat deze strijd nu bitterder en moeilijker is dan voorheen en meer slachtoffers eist. En er is meer: ze streven uiteindelijk naar een hoger doel. Niet alleen de verlichting van het lijden door arbeidstijdverkorting, loonsverhoging met een paar centen, of verbetering van de arbeidsomstandigheden. Nee, alle economische strijd wijst nu uiteindelijk naar één doel: de overname door de revolutionaire arbeidersklasse van de controle over de productie en vervolgens van het eigendom van de productiemiddelen. De politieke strijd van de arbeidersklasse leidt niet langer tot kleine hervormingen en concessies, gaarkeukens en formele politieke rechten. Met andere woorden, deze strijd is niet gericht op de hervorming van de burgerlijke maatschappij, maar op de vernietiging ervan. Zij stellen het bestaan zelf van het kapitalisme en het bestaan zelf van het communisme ter discussie. Deze strijd vindt plaats in de verschroeiende atmosfeer van de kapitalistische economische ineenstorting en burgeroorlog.

    Aangezien de strijd van de arbeiders dit karakter heeft, kan zij niet zonder de deelname van vrouwen. De taak is om grotere massa’s vrouwen dan voorheen in de revolutionaire strijd te werpen om het kapitalisme en de burgerlijke staat omver te werpen, hen te mobiliseren en op te leiden, en hen klaar en bekwaam te maken om de opbouw van het communisme ter hand te nemen. (Luid applaus)

    Zelfs voor de oorlog had Europa een overschot van vijf tot zes miljoen vrouwen. Dit overschot wordt nu geschat op ongeveer vijftien miljoen. Vroeger bestond dit vrouwenoverschot alleen in de grote industrielanden, terwijl er een mannenoverschot was in de Balkanlanden. Nu is het vrouwenoverschot in de grote industrielanden aanzienlijk toegenomen, en zelfs in de Balkanlanden is er geen overschot aan mannen meer; integendeel, het omgekeerde verschijnsel doet zich meer en meer voor. Hoe kan men zich de strijd om de politieke macht en de opbouw van een communistische maatschappij voorstellen zonder de bewuste, enthousiaste en intelligente medewerking van vrouwen? De cijfers die ik noemde maken één ding duidelijk: steeds grotere massa’s arbeidersvrouwen gaan gebukt onder kapitalistische uitbuiting en worden daarom door hun onmiddellijke dagelijkse behoeften gedreven om te strijden tegen de burgerlijke orde. Maar de cijfers laten ons nog iets anders zien: dat het aantal burgerlijke en bevoorrechte vrouwen, die thuis en in hun gezin in een betoverde tuin lijken te leven, vol vrede en vreugde, aan het afnemen is. Nee, vandaag kunnen zelfs de bevoorrechte vrouwen niet langer passief en onverschillig blijven tegenover het openbare leven en de strijd van onze tijd. Zij hebben banen bij miljoenen aangenomen, waar zij – zolang het kapitalisme regeert – de pijn zullen lijden van de concurrentie tussen de seksen, waarin mannen tegen hen strijden om de middelen en de genoegens van het leven.[ In de Russische versie luidt deze zin: “Met miljoenen zijn ze aan het werk, waarbij ze gedwongen worden om de concurrentie van de mannen te weerstaan. Zolang het kapitalisme bestaat, zal de sterke sekse de zwakkere bedreigen in haar inkomen en in haar bestaansmiddelen.”] En de burgeroorlog, met al zijn gevolgen, snijdt zo diep in zelfs het burgerlijke gezinsleven dat de omringende muren van onverschilligheid en politieke geesteloosheid beginnen af te brokkelen.

    Kameraden, ik ben de laatste om de betekenis van deze evolutie in de wereld van de burgerlijke gezinnen te overschatten. Maar we mogen haar ook niet onderschatten. Zeker, de massa’s vrouwen van de burgerij die in het tijdperk van kapitalistisch verval ontworteld zijn geraakt, zullen niet gemakkelijk omgevormd worden tot de oprukkende troepen van de revolutie. Zo’n ontwikkeling moeten we niet verwachten; dat zou dwaas zijn. De massa’s bourgeoisvrouwen zullen nooit uitgroeien tot de brede gelederen van de stoottroepen van de werkende klasse, die de beslissende gevechten zullen leveren om de heerschappij te vestigen. We mogen echter niet de diensten over het hoofd zien die zij kunnen leveren als verkenners in een tijd van burgeroorlog. Bovendien kunnen zij onrust, gisting en tweedracht brengen in het kamp van de burgerij, onze doodsvijand, en deze zo verzwakken.

    Daarom, kort samengevat, brengt het enorme schade toe aan de revolutie en aan het activeren van de massa’s voor deze revolutie als de communistische partijen van elk land niet dezelfde energie steken in de revolutionaire mobilisatie en opleiding van vrouwen voor de arbeidersstrijd als zij doen om de mannen te mobiliseren. De kameraden die vrouwen niet verzamelen en opleiden tot bewuste partners in de revolutie, noem ik bewuste saboteurs van de revolutie.

    Kameraden, de tekortkomingen van bijna elke Communistische Partij in dit opzicht zijn minder evident geweest omdat het Uitvoerend Comité zich in woord en daad heeft ingespannen om inspanningen te bevorderen om de breedst mogelijke massa’s vrouwen te verzamelen onder de vlag van de Derde Internationale. De voorzitter van het Uitvoerend Comité, kameraad Zinovjev, heeft blijk gegeven van een volledig inzicht in het feit dat het communistische werk onder vrouwen niets minder is dan de helft van het werk van de communisten in hun geheel. Na het Tweede Wereldcongres heeft het Uitvoerend Comité morele, politieke en financiële middelen verschaft om in elk land de inspanningen te ondersteunen om de communistische vrouwen in de partijen te verzamelen en hen als een samenhangende kracht de strijd in te leiden. Op deze manier vergemakkelijkte, bevorderde en structureerde het Uitvoerend Comité met succes de hartstochtelijke strijd van de kleine voorhoede van overtuigde en getrainde communistische vrouwen in verschillende landen. Wat wij bereikt hebben, heeft eer en vreugde gebracht aan het kleine contingent communistische vrouwen in elk land dat zich verzamelde rond de vlag van de Derde Internationale, vaak zonder enige aanmoediging en zelfs tegen hevige tegenstand in.

    Zo is sinds vorig jaar het systematische werk van communistische vrouwen voor de revolutionaire mobilisatie en opvoeding van de breedste massa’s arbeidersvrouwen tot stand gekomen. Onze Russische Communistische Partij heeft in dit opzicht baanbrekend en voorbeeldig werk verricht. Ook in Duitsland hebben de communistische vrouwen – in de oude Spartacusbond en later in de Verenigde Communistische Partij (VKPD), vanaf het moment van haar oprichting – systematisch en energiek gewerkt om vrouwen binnen de organisatie tot partners in de strijd te maken. Ook in Bulgarije hebben we een krachtige en doelbewuste communistische vrouwenbeweging, een vrouwenbeweging in de ware communistische zin van het woord, die zich inzet voor gemeenschappelijke activiteiten van mannen en vrouwen met het doel de brede massa’s arbeiders- en boerenvrouwen te winnen voor de revolutionaire strijd. Maar in andere landen hebben wij slechts een begin gemaakt, en in sommige gevallen zelfs dat niet, met de ontwikkeling van zulk systematisch werk.

    Wij hopen dat onze internationale vrouwenconferentie en dit congres hier alle communistische partijen zullen herinneren aan de plicht die zij tot nu toe hebben verwaarloosd of slechts knarsetandend hebben uitgevoerd om de schijn op te houden.

    Onze Tweede Internationale Vrouwenconferentie is een bewijs van de kracht en het succes waarmee de communistische vrouwen in verschillende landen met het Uitvoerend Comité hebben samengewerkt. De Eerste Internationale Conferentie van Communistische Vrouwen in Moskou bracht vorig jaar slechts twintig afgevaardigden met beslissende stem uit zestien landen bijeen, plus enkele adviserende gasten. [De eerste internationale conferentie van communistische vrouwen werd in Moskou gehouden van 30 juli tot en met 2 augustus 1920, tijdens het tweede congres van de Comintern.] Dit jaar echter, kameraden, kwamen er vertegenwoordigers uit achtentwintig landen naar de internationale conferentie. Tweeëntachtig afgevaardigden namen deel, waarvan eenenzestig met beslissende stem en eenentwintig met alleen raadgevende stem.

    De pogingen om de internationale revolutionaire opmars van de vrouw in het kader van de Tweede Internationale te bevorderen, hebben nooit tot een conferentie met een dergelijk succes geleid. Afgezien van het aantal vrouwelijke afgevaardigden kunnen we, wanneer we kijken naar het grote aantal landen dat zich rond de vlag van de Derde Internationale heeft verzameld, toch met recht zeggen dat geen internationale conferentie van burgerlijke vrouwen ooit zo inclusief in vertegenwoordiging of zo verstrekkend in haar betekenis is geweest als de zojuist hier in Moskou gehouden conferentie. En laten we een bijzonder prominent en historisch belangrijk kenmerk van deze conferentie niet onvermeld laten: de deelname van vrouwen uit de oosterse volkeren.

    Kameraden, het zou voor sommigen misschien verleidelijk zijn om het uiterlijk van de delegaties uit het Nabije en Verre Oosten louter vanuit esthetisch oogpunt te bekijken. Maar de vrouwelijke afgevaardigden verpersoonlijkten meer dan het exotische, ongewone en sprookjesachtige karakter van het Oosten. De conferentie beleefde een krachtig historisch moment, onvergetelijk en onsterfelijk in zijn betekenis. Want wat was de betekenis van het verschijnen van vrouwendelegaties uit het Oosten? Het vertelde ons dat de Oosterse volkeren zijn begonnen te ontwaken en de strijd aan te gaan. Zelfs de meest onderdrukten van de onderdrukten, vrouwen die eeuwen en millennia in de ban hebben geleefd van eeuwenoude religieuze en sociale overtuigingen, regels, gewoonten en gebruiken, gaan de revolutionaire strijd aan. De aanwezigheid op de conferentie van vrouwen uit het Nabije en Verre Oosten was een indicatie van hoe wijdverbreid en diepgaand de opmars van de revolutie in het Oosten is.

    En dat is buitengewoon belangrijk voor ons in het Westen, voor de arbeiders in alle kapitalistische landen. De strijd om de bevrijding van de Britse en Franse arbeidersklasse zal namelijk niet alleen op hun geboortegrond worden uitgevochten, maar ook in de woeste gronden van India en Iran, in het bonte landschap van China, en in het hele Nabije en Verre Oosten. Kameraden, het feit dat vrouwen uit het Oosten naar ons toe zijn gekomen toont de buitengewoon wijde betekenis van de revolutionaire strijd van de Derde Internationale aan. Het is de eerste en tot nu toe enige organisatie die werkelijk de hoop en het vertrouwen van de Oosterse volkeren inboezemt; het is de eerste Internationale die de gehele mensheid omarmt. “De Internationale zal het menselijk ras zijn” [Een verwijzing naar de Duitse versie van het strijdlied De Internationale] – de gehele mensheid. Dat was de betekenis van de aanwezigheid van vrouwen uit het Oosten op de conferentie.

    Laten we eens een korte blik werpen op de Internationale Conferentie van Communistische Vrouwen zelf. De doelstellingen en taken van wat wij de Communistische Vrouwenbeweging noemen, zijn identiek aan de doelstellingen, taken, beginselen en politiek van de Derde Internationale, waartoe wij met trots behoren. De taak van de conferentie was het creëren van de instrumenten die nodig zijn om deze beginselen en deze politiek te verdedigen in de strijd tegen de kapitalistische wereld en al haar aanhangers. Daarom heeft de conferentie een groot deel van haar beraadslagingen gewijd aan twee kwesties: de vormen en methoden die de communistische partijen zullen gebruiken voor het communistische werk onder vrouwen; en de nauwe en hechte internationale banden die tot stand kunnen worden gebracht tussen de communistische vrouwen van elk land en hun partijen, met de Communistische Vrouwen Internationale in Moskou en, via haar tussenpersoon, met de gemeenschappelijke verenigde leiding: het Uitvoerend Comité van de Derde Internationale.

    Kameraden, bij de bespreking van en besluitvorming over deze kwesties liet de conferentie zich leiden door een allesoverheersend principe: er is geen speciale communistische vrouwenorganisatie. Er is alleen een beweging, een organisatie van communistische vrouwen binnen de Communistische Partij, samen met de communistische mannen. De taken en doelstellingen van de communisten zijn onze taken en doelstellingen. Hier heerst geen geest van fractie of particularisme die op enigerlei wijze zou kunnen leiden tot verdeeldheid en afleiding van de revolutionaire krachten van hun grote doelen: het winnen van de politieke macht en het opbouwen van een communistische samenleving. De Communistische Vrouwenbeweging betekent eenvoudigweg de systematische inzet en systematische organisatie van onze krachten, zowel vrouwen als mannen, in de Communistische Partij om de breedst mogelijke massa’s vrouwen te winnen voor de revolutionaire klassenstrijd van de werkenden, voor de strijd om het kapitalisme te overwinnen en de opbouw van het communisme te bereiken.

    Maar, kameraden, dit principe van gemeenschappelijke organisatie en werk werd ook door de oude sociaaldemocratische partijen erkend. Het werd echter zo bekrompen, zo pietluttig, met zo’n mechanische toepassing van het gelijkheidsbeginsel uitgevoerd, dat het de energie van de vrouwen niet volledig ten dienste van de revolutie heeft gesteld. Wij communisten zijn revolutionairen van de daad, van de actie. Wij verliezen in het geheel niet de gemeenschappelijke belangen en strijd van werkende mannen en vrouwen uit het oog. Maar wij zijn alert op de gegeven, specifieke omstandigheden waarmee het communistische werk onder vrouwen te maken heeft. Wij vergeten niet de sociale omstandigheden die nog steeds op vele manieren de activiteit, het politieke ontwaken en de politieke strijd van vrouwen belemmeren – via de sociale instellingen, het gezinsleven en de bestaande sociale vooroordelen. Wij erkennen de invloed die duizenden jaren van slavernij heeft achtergelaten in de ziel en de psychologie van de vrouw. Daarom heeft de organisatie, naast alles wat zij gemeen heeft, speciale structuren nodig, speciale maatregelen, om aansluiting te vinden bij de massa’s vrouwen, hen samen te brengen, en hen op te voeden tot communisten.

    We stellen voor dat de leidende en regerende partijcomités dergelijke organen in het leven roepen: comités of commissies voor agitatie onder vrouwen, of hoe de partijen ze ook willen noemen. Deze commissies moeten bestaan vanaf de leiding van een kleine plaatselijke groep tot aan de centrale topleiding.

    Wij noemen deze organen vrouwencommissies, omdat zij werk verrichten onder vrouwen, maar niet omdat wij het belangrijk vinden dat zij alleen uit vrouwen bestaan. Integendeel. Wij juichen het toe wanneer de vrouwencomités ook mannen omvatten met hun politieke ervaring en kennis.

    Waar het ons om gaat is dat deze comités systematisch en voortdurend actief zijn onder de massa’s vrouwen, dat zij een standpunt innemen ten aanzien van alle behoeften en belangen die het leven van vrouwen raken, en dat zij op alle terreinen van het maatschappelijk leven met praktische kennis en energie optreden voor het welzijn van miljoenen en miljoenen werkende en semi-werkende vrouwen. Deze vrouwencommissies kunnen en moeten natuurlijk alleen werken in nauw organisatorisch en ideologisch partnerschap met de organen van de partij in haar geheel. Maar om hun taken te kunnen vervullen, is het ook duidelijk dat zij vrijheid van initiatief moeten genieten en enige armslag moeten hebben voor hun activiteiten. De communistische partijen van Rusland, Duitsland en Bulgarije hebben, voor zover ik weet, in deze geest gehandeld of streven ernaar dit te doen. En zij hebben zeker geen slechte ervaringen opgedaan.

    De partijorganen voor vrouwenwerk moeten systematisch agitatief, organisatorisch en vormend werk verrichten, door te spreken, te schrijven en alle middelen te gebruiken die hun ter beschikking staan. Eén ding mogen zij niet vergeten: niet het gesproken en geschreven woord, maar vooral werk en strijd is de belangrijkste en onmisbaarste methode om de grootste massa’s te verzamelen en op te voeden. Daarom moeten de vrouwencommissies hun inspanningen richten op het betrekken van vrouwen als een onafhankelijke en actieve kracht bij alle acties van de Communistische Partij en alle strijd van de arbeidersmassa’s.

    Vrouwen die nu vaak obstakels zijn voor de revolutionaire strijd, moeten de drijvende kracht worden. Want laat ons klaar en duidelijk zijn kameraden: of de revolutie zal de vrouwen winnen of de contrarevolutie zal het doen! Reken er niet op dat naarmate de burgeroorlog heviger vormen aanneemt, dit de vrouwen zal dwingen te beslissen waar zij staan en waarvoor zij strijden. Als jullie communisten er niet voor zorgen dat de breedste massa’s vrouwen in het revolutionaire kamp aanwezig zijn, zullen de burgerlijke partijen ervoor zorgen dat zij in het kamp van de contrarevolutie komen. De Scheidemanns en Dittmanns – alle halve en kwart Internationales – zullen alles in het werk stellen om de vrouwen in het grensgebied tussen revolutie en contrarevolutie te houden, dat vandaag de meest veilige verdediging is van de contrarevolutie en de burgerlijke maatschappij.

    Met het oog hierop, kameraden, moeten de communistische partijen er via de vrouwencommissies naar streven om vrouwelijke arbeiders en vrouwelijke communisten niet alleen bij het legale werk te betrekken, maar ook bij de ondergrondse activiteit. Dat spreekt vanzelf. Er zijn ondergrondse taken, te beginnen met koerierstaken, waarvoor vrouwen bij uitstek geschikt zijn om die bekwaam en loyaal uit te voeren. Het is even vanzelfsprekend dat de communistische partijen ernaar moeten streven om de breedst mogelijke massa’s vrouwen als actieve kracht te betrekken bij alle strijd van de arbeidersklasse: van een staking tegen de verlenging van de werkdag, via een betoging op straat, tot een opstand, tot een gewapende strijd. Er is geen aspect of vorm van revolutionaire strijd en burgeroorlog die niet de zaak is van vrouwen die hun bevrijding zoeken door middel van het communisme. In de resolutie die wij u voorleggen, worden de beginselen die ik u hier heb uiteengezet, gedetailleerd uitgelegd.

    Wat betreft de internationale verbindingen tussen communistische vrouwen van elk land en met het vrouwensecretariaat in Moskou, vragen wij dat de communistische partijen het volgende doen.

    In de eerste plaats moet in elk land een internationale vrouwencorrespondent worden gekozen. Deze correspondenten onderhouden de contacten met elkaar en met het secretariaat in Moskou. Ten tweede, in West-Europa een hulporgaan oprichten dat het Internationaal Vrouwensecretariaat in Moskou kan bijstaan.

    Bij de erkenning van het werk van onze conferentie heb ik verzuimd te verwijzen naar een bijzonder belangrijk besluit. We moeten de aandacht van de communistische groepen in de vakbonden richten op de dringende taak om vrouwelijke arbeidsters bij hun activiteiten te betrekken, zowel in de vakbondsstrijd tegen de uitbuiters als in de strijd tegen de vakbondsbureaucratie. Het behartigen van de belangen van de werkende vrouwen vormt de basis voor een brede alliantie waardoor de communistische kameraden in de vakbonden de strijd kunnen aanbinden met de vakbondsbureaucratie.

    Deze bureaucratie heeft de belangen van de werkende vrouwen op drie manieren verraden. Ten eerste heeft zij, in het belang van het kapitalisme, de strijd voor de slogan van gelijk loon voor gelijk werk, zonder onderscheid tussen mannen en vrouwen, opgegeven. Ten tweede heeft zij ook verraad gepleegd door zonder verzet toe te kijken – en zelfs goed te keuren – dat, toen de oorlog ten einde liep, de vrouwen als eersten uit de fabrieken en andere arbeidsplaatsen werden gegooid. Waarom was dat? Omdat uitgehongerde vrouwen minder gevreesd werden dan mannen, vanwege hun politiek minder sterk ontwikkeld bewustzijn. Bovendien beweerden zij ten onrechte dat in de behoeften van vrouwen werd voorzien door het feit dat zij natuurlijk altijd als prostituee de straat op konden gaan of een gearrangeerd huwelijk konden sluiten. De vakbondsbureaucratie heeft de belangen van de werkende vrouwen een derde keer verraden door niet de strijd aan te binden tegen het schreeuwende onrecht dat werkloze vrouwen worden afgescheept met een lagere vergoeding dan werkloze mannen – als ze al iets krijgen.

    Dit zijn, naar mijn mening, kwesties die door onze communistische vakbondsgroepen moeten worden opgepakt en benut, om vrouwen in de fabrieken op te leiden tot revolutionaire strijders. We moeten ook het grote belang erkennen van beroeps- en vakbondsopleiding van vrouwen voor de communistische opbouw nadat de arbeidersklasse de politieke macht heeft gewonnen.

    Laat me verder gaan met wat het congres heeft besloten – of beter gezegd, wat het besloot aan dit congres voor te leggen – om de internationale communicatie tussen communistische vrouwen in verschillende landen te verbeteren. Zoals ik al eerder zei, moeten de partijen internationale vrouwelijke correspondenten kiezen, die een regelmatige en voortdurende correspondentie moeten onderhouden met elkaar en met het secretariaat van de communistische vrouwen in Moskou. Maar dit secretariaat zelf moet efficiënter worden. Wij willen dat het meer is dan alleen maar een informatiebureau voor het werk en de strijd van communistische vrouwen. Het moet een leidinggevend orgaan zijn dat de activiteit van arbeidersvrouwen in de arbeidersstrijd verenigt, intensiveert en vergroot. Daartoe heeft het een internationaal hulporgaan in het buitenland nodig. Het secretariaat zelf moet in Moskou blijven, en niet alleen om nauwe organisatorische banden met het Uitvoerend Comité te verzekeren, maar om dezelfde objectieve en historische redenen waarom het Uitvoerend Comité zelf in Moskou gevestigd moet zijn. Moskou is het hart van de revolutie en de hoofdstad van het revolutionaire Rusland. Het is hier dat de ervaringen van de revolutionaire strijd samenkomen en kunnen worden gebruikt als basis voor theoretische inzichten en praktische leiding. Kameraden, wij zijn ervan overtuigd dat een bescheiden hulporgaan in West-Europa nuttige diensten zal bewijzen aan het secretariaat in Moskou en vragen u daarom de betreffende resolutie goed te keuren.

    De conferentie heeft zich ook gebogen over de plichten en capaciteiten van vrouwen in de strijd voor de vestiging en handhaving van de arbeidersheerschappij, de sovjetorde. Wij hebben deze kwestie eerst en vooral behandeld in het licht van haar algemene, fundamentele betekenis voor de revolutionaire strijd van de arbeidersklasse en dus voor de volledige bevrijding van alle vrouwen. Daarom onderzochten wij dit in termen van de economische en politieke situatie in de wereld, die de arbeidersklasse slechts de keuze laat tussen een revolutionaire verovering van de macht of de aanvaarding van intensievere uitbuiting en dienstbaarheid. Vrijheid of afdaling in barbarij: dat is de beslissing die de geschiedenis voor de arbeidersklasse en ook voor de brede massa van de vrouwen heeft geplaatst.

    Vervolgens bespraken we de deelname van vrouwen aan de inspanningen en de strijd ter verdediging van de arbeidersheerschappij, met inbegrip van hun medewerking aan de wederopbouw van het economische en sociale leven nadat de heerschappij is gevestigd. Tenslotte hebben we ons gebogen over de kwestie van de strijd van de werkende klasse om de politieke macht te winnen en te behouden, met betrekking tot de strijd voor politieke gelijkheid van het vrouwelijk geslacht voor de wet en in het leven.

    De conferentie was unaniem in haar overtuiging dat alle wegen naar Rome leiden. Met andere woorden, alle eisen die vrouwen stellen in hun werk, als moeder en als mens; alle eisen die zij moeten stellen om, op basis van hun sociale arbeid, leden van de maatschappij te worden, volledig gelijk te zijn in rechten en verantwoordelijkheden; alle pijn en ontberingen in hun leven; al hun verlangen en streven – dit alles komt samen in één enkele oproep: tot actieve, moedige en toegewijde deelname aan de revolutionaire strijd om de arbeidersheerschappij te winnen en de Sovjet-orde te vestigen. En na het bereiken van dit doel: met zelfopoffering en tot het laatste restje energie werken aan de verdediging van de sovjetorde, met niet alleen wapens maar ook schoppen in de hand, om een nieuw sociaal leven op te bouwen, dat niet alleen de arbeidersheerschappij, de sovjetorde, rechtvaardigt, maar ook de zekerste basis biedt om haar te handhaven.

    Kameraden, bij de bespreking van deze vraagstukken hebben wij zonder enige twijfel duidelijk gemaakt, dat de Communistische Vrouwenbeweging niet leeft en streeft in een wolk van politieke neutraliteit. Het is waar dat op onze conferentie niet alle principiële en tactische kwesties aan de orde zijn gekomen waarover de Derde Internationale nu en in het verleden een besluit moet nemen. Maar het is vanzelfsprekend dat iedere communistische vrouw haar algemene principiële en tactische overtuigingen langs deze lijnen heeft gevormd en een standpunt heeft ingenomen over de problemen waarvan de invloed op de vrouwenbeweging ons zorgen baart. En nog iets anders is duidelijk: jullie strijd voor deze principes en tactieken, binnen elke Communistische Partij, zal en moet ook onze strijd zijn.

    Kameraden, als afgevaardigden van de Internationale Conferentie van Communistische Vrouwen willen wij naar alle landen gaan en de vrouwen daar laten zien dat Rusland een groot historisch voorbeeld is. Het leert ons dat er zonder het veroveren van de politieke macht en het vestigen van een arbeidersheerschappij geen manier is om het communisme op te bouwen en bevrijding en gelijkheid van vrouwen te bereiken. Maar we zeggen ook tegen de communistische partijen van elk land dat het communisme niet kan worden opgebouwd als vrouwen niet meewerken en strijden. In de strijd om zowel het kapitalisme te overwinnen als het communisme te bereiken, heeft de arbeidersklasse medewerking van vrouwen nodig, en niet alleen vanwege de kwantitatieve factoren waar ik eerder naar verwees. Nee, wij zeggen tegen de werkenden die naar vrijheid verlangen en die vrijheid hebben bereikt, dat onze medewerking ook onontbeerlijk is vanwege de kwaliteiten die onze verworvenheden inbrengen. Godzijdank zijn we niet jullie aapachtige imitators, geen mislukte, inferieure kopieën van jullie zelf. Wij injecteren onze onderscheidende intellectuele en morele waarden, zowel in de revolutionaire strijd als in de revolutionaire opbouw. En dat betekent geen bedreiging of een vermindering van de revolutionaire strijd, maar veeleer een intensivering en verscherping ervan. Het betekent niet dat het leven in de nieuwe maatschappij verarmd, misvormd of oppervlakkig zal zijn, maar dat het rijker, diverser, diepgaander en verfijnder zal zijn.

    Dus, vrouwen in de sovjetstaten: neem deel aan de besluitvormende, bestuurlijke, toezichthoudende, economische, politieke en culturele organen en organisaties! En zo, arbeidersvrouwen, onvrij en onderdrukt in de landen die nog steeds wegkwijnen onder kapitalistische heerschappij: neem deel aan alle strijd en strijden van de arbeidersklasse! Laten we niet vergeten wat één van de beste studenten van de vroegere revolutionaire beweging van Rusland schreef. In zijn beroemde boek ‘Ondergronds Rusland’ zei Stepniak dat de revolutionaire beweging in Rusland de kracht van haar hoge idealen, haar bijna religieus enthousiasme en kracht te danken had aan de medewerking van vrouwen in werk, in strijd, in leven en in dood. Die grote traditie leeft nog steeds in Rusland, en zij moet de grote traditie worden die de weg wijst voor de arbeidersstrijd in alle kapitalistische landen en alle landen van het Oosten.

    Kameraden, op dit congres is ons gezegd: ‘Voorzichtig, voorzichtig, voorzichtig. Verlies het contact niet met de brede massa’s, die de beslissende strijd van de revolutie zullen voeren’. En we weten hoe waar en juist dat is. Maar we hebben nog iets anders geleerd uit de geschiedenis van de revolutie: ‘Durf, durf en nog eens durf’ bij het aanvoeren van de revolutionaire massa’s om vooruit te gaan. En laat me u verzekeren: wij vrouwen, wier zielen branden van verlangen naar het communisme, wij die zeker de sterkste en meest onverbiddelijke haat tegen het kapitalisme koesteren, wij moeten ernaar streven om een nuchtere beoordeling van de situatie die voor ons ligt te combineren met een stoutmoedige inzet voor het grote doel van de overwinning.

    Wij zijn ons terdege bewust van de gevaren die ons bedreigen – niet alleen daar waar wij strijden om de macht te veroveren, maar ook daar waar de macht reeds is veroverd en waar die wordt bedreigd door contrarevolutie van binnenuit en van buitenaf en door alle moeilijkheden die de opbouw van het communisme onder de moeilijkst denkbare omstandigheden met zich meebrengt. Wij vrouwen zijn echter niet ontmoedigd door wat achter ons ligt, noch zijn wij bang voor wat ons bedreigt. Onze ogen zijn gericht op het stralende doel van het communisme, dat de mensheid zal bevrijden. Wij zien duidelijk de weg naar dit doel: burgeroorlog, revolutionaire strijd met zijn verschrikkingen en gevaren. En ondanks alles hebben we maar één leus: “Voorwaarts!” (Langdurig luid applaus)

  • Na het staakt-het-vuren, strijd voor bevrijding doorzetten

    Het staakt-het-vuren overspoelt de wereld met gemengde gevoelens. Opluchting, vreugde en hoop, maar ook verdriet, woede en angst voor de toekomst. De regeringen en internationale instellingen die zich nu proberen voor te doen als vredestichters zijn in werkelijkheid medeplichtig aan de genocide. Amper drie dagen nadat het staakt-het-vuren van kracht werd, viel het Israëlische leger het vluchtelingenkamp in Jenin aan. De plannen van de genocidale staat zijn duidelijk: meer nederzettingen vestigen op de Westelijke Jordaanoever. We kunnen alleen maar vertrouwen hebben in ons eigen sociale kamp: de krachtsverhouding moet van onderaf opgebouwd worden om een echte oplossing voor het Palestijnse volk te creëren.

    Stop kolonialisme: Geen heropbouw met bezetting en imperialisme

    Er is nood aan huisvesting voor de miljoenen ontheemden; aan toegang tot schoon water, voedsel en basisgezondheidszorg; psychologische hulp voor een bevolking die jarenlang trauma’s heeft moeten doorstaan; onderwijs, kinderopvang en werkgelegenheid om de hoop op een toekomst terug te brengen. Zolang de bezetting en apartheid voortduren, zal de Israëlische bezetter zulke basisbehoeften onmogelijk maken.

    Ook de rol van het imperialisme in de regio maakt de zelfbeschikking van Palestijnen over hun eigen grondstoffen, watervoorraden en ontplooiing onmogelijk. Dat is hoe nauw economische, kapitalistische logica, imperialisme en kolonisatie verbonden zijn aan elkaar. De genocide in Gaza maakt de omverwerping van het kapitalisme en imperialisme dringend noodzakelijk.

    Onteigen de genocidecriminelen

    De heropbouw vraagt enorm veel middelen. Die zitten in de handen van de multinationals, bouw- en afbraakbedrijven, banken en militaire bedrijven die obscene winsten aan bloedgeld hebben verdiend aan de kolonisatie, bezetting en genocide. Heropbouw kan niet in handen worden gelaten van het kapitalisme, dat zich verrijkt heeft op de vernietiging van Palestina. Een strijd van onderuit is nodig. De Palestijnse werkende klasse, georganiseerd van onderop, naar het voorbeeld van de intifada’s kan zelf bepalen wat er nodig is voor de heropbouw en die middelen opeisen.

    Het diepgewortelde gevoel van solidariteit met het Palestijnse volk in de hele regio, dat eens te meer bleek uit de uitbarstingen van feestvreugde in Jordanië, Marokko, Syrië en daarbuiten bij het horen van het nieuws over het staakt-het-vuren, kan aangegrepen worden om een bredere, revolutionaire strijd tegen alle imperialistische belangen, kapitalistische instellingen en autocratische en corrupte regimes op gang te brengen.

    Zulke revolutionaire bewegingen van de werkende klasse kunnen de rijkdom en hulpbronnen in de regio afpakken van de superrijke elites, grote bedrijven en multinationals die deze oppotten en misbruiken.

    Voor een socialistische transformatie van de regio

    Een democratische socialistische transformatie van Palestina zouden de creatie betekenen van een samenleving met rechtvaardigheid en gelijkheid voor iedereen en zonder onderdrukking, uitbuiting en armoede. Het zou het recht op zelfbeschikking van alle naties en volkeren kunnen garanderen.

    Zo’n revolutionaire beweging in de regio zou ook de werkende klasse in zionistisch Israël kunnen aanzetten om te strijden voor haar eigen belangen en zich te keren tegen haar eigen elites. Om zichzelf te bevrijden van haar eigen kapitalistische onderdrukking moet de Israëlische werkende klasse zich wel doorheen haar strijd losmaken van het zionistische project, zich bevrijden van de racistische en koloniale vooroordelen gepropageerd door de Israëlische heersende klasse en zich bewust worden van de Israëlische staat als onderdrukkende, koloniale en genocidale staat.

    Palestijnse vrijheid zal nooit bereikt worden zolang niet alleen Netanyahu’s oorlogskabinet, maar ook de kapitalistische staat Israël zelf blijft bestaan. Deze staat is onlosmakelijk verbonden met het systeem van imperialisme dat een gevangenis van geweld, uitbuiting en onderdrukking heeft gecreëerd voor de volkeren van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en daarbuiten.

    Arizona-regering met ergste zionisten en pro-oorlogspolitici

    In België zijn de Arizona-onderhandelaars dezelfde zionisten die Israël van bij het begin gesteund hebben. Terwijl ze de werkende bevolking willen doen betalen met hun besparingen zijn ze wel van plan om jaarlijks meer dan 6 miljard te investeren in oorlog en bewapening. Dat is waarom de strijd voor Palestijnse bevrijding en de strijd tegen het antisociale besparingsbeleid dat fundamentele rechten aanvalt en bespaart op pensioenen, dezelfde strijd zijn.

    PDF van dit pamflet:

  • Online haat en sociale netwerken. Kapitalisme maakt van vrije meningsuiting een voorrecht

    In een videoboodschap van 7 januari 2025 (1) kondigde Mark Zuckerberg maatregelen aan om de factchecking geleidelijk af te schaffen en de criteria van moderatie op de sociale netwerken van het Metaconcern (Facebook, Instagram, Threads en WhatsApp) te wijzigen. Geïnspireerd door het “kantelpunt” van de verkiezing van Donald Trump, zouden deze veranderingen in het bijzonder gericht zijn op het waarborgen van de “vrije meningsuiting” over onderwerpen als migratie als genderidentiteit. Waar heeft de baas van Meta het over als hij spreekt over vrije meningsuiting?

    door Nicola (Brussel)

    Zoals gemeld door Wired (2) en CNN (3), zullen de aangepaste moderatiecriteria de gebruikers van het Meta-platform veel ruimte geven om groepen individuen aan te vallen op basis van hun specifieke kenmerken (‘ras’, genderidentiteit, seksuele geaardheid, enz.) Het zal nu onder andere mogelijk zijn om inhoud te posten waarin Chinezen worden beschuldigd van het verspreiden van Covid of waarin vrouwen “huishoudelijke objecten” worden genoemd, zonder dat dit wordt gemodereerd. Dit soort opmerkingen zal zeer reële negatieve gevolgen hebben. Zoals blijkt uit een brief die de American Psychological Society in 2020 naar Facebook stuurde (4), heeft aanhoudende blootstelling aan online haat een negatieve invloed op de manier waarop minderheidsgroepen zichzelf zien en door anderen worden gezien. Wanneer haatzaaien wordt losgelaten op sociale netwerken, ontneemt het zijn doelwitten uiteindelijk de vrijheid van meningsuiting en creëert het een omgeving waarin ze zich niet veilig kunnen uiten.

    In een artikel over persvrijheid in Pruisen, gepubliceerd in de Rheinische Zeitung in 1842, merkte Karl Marx op: “Geen mens vecht tegen vrijheid; hij vecht hoogstens tegen de vrijheid van anderen. Elke vorm van vrijheid heeft daarom altijd bestaan, maar soms als een speciaal voorrecht, soms als een universeel recht” (5). Deze observatie is ook van toepassing op de boodschap van Zuckerberg: de vrijheid van meningsuiting waar hij zich op beroept is niets anders dan een vrijheid die aan bepaalde vormen van meningsuiting wordt toegekend ten koste van andere. Dit geldt des te meer omdat de zichtbaarheid van wat er op netwerken als Facebook wordt gezegd niet simpelweg een weerspiegeling is van interacties tussen gebruikers, maar voortvloeit uit de werking van het algoritme dat de publicaties die aan elk account worden voorgesteld selecteert met een precies doel: de aandacht voor de voorgestelde inhoud maximaliseren om de impact van de reclame die zich erin nestelt te maximaliseren. Zoals de wiskundige David Chavalarias uitlegt in zijn essay “Toxic Data” (Flammarion, 2022), maakt dit algoritme gebruik van de neiging van mensen om relaties aan te gaan op basis van culturele en sociale affiniteiten, en om hun overtuigingen en gedrag aan te passen onder invloed van diezelfde relaties (“sociale invloed”) om de advertentie-inkomsten van het platform te optimaliseren.

    Onder het voorwendsel gebruikers te helpen elkaar te ontmoeten, onteigent Facebook de sociale banden die door gebruikers worden gesmeed om data te verzamelen en om te zetten in winst. Daartoe belicht het platform een oneindig klein deel van de uitgewisselde inhoud, vaak geproduceerd door een klein aantal accounts en vaak van hatelijke aard. De vrijheid van meningsuiting die het digitale kapitalisme van Meta biedt, is dus een privilege voor een minderheid van gebruikers die voorstander zijn van een nog beperkter privilege: het privilege van winst. Dus laten we de wortel van de haat aanvallen: laten we de onteigenaars onteigenen en echte sociale netwerken bouwen, waar vrijheid van meningsuiting een universeel recht is!

    Voetnoten

    1. https://about.fb.com/news/2025/01/meta-more-speech-fewer-mistakes/
    2. https://www.wired.com/story/meta-immigration-gender-policies-change/
    3. https://edition.cnn.com/2025/01/07/tech/meta-hateful-conduct-policy-update-fact-check?cid=ios_app
    4. https://www.apa.org/news/press/releases/2020/08/facebook-hate-speech
    5. http://www.zeno.org/Philosophie/M/Marx,+Karl/Die+Verhandlungen+des+6.+rheinischen+Landtags/Erster+Artikel.+Debatten+%C3%BCber+Pre%C3%9Ffreiheit+und+Publikation+der+Landst%C3%A4ndischen+Verhandlungen
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop