Your cart is currently empty!
Category: verkiezingen 2024
-
Nog een breuk in het cordon sanitaire, weer van de traditionele partijen
Na Ranst en Izegem is het nu de beurt aan Brecht. Ook daar wordt het cordon sanitaire doorbroken. In Ranst gebeurde dit door twee lokale partijen (PIT en Vrij Ranst) die bestaan uit voormalige liberalen en christendemocraten. In Izegem door de lokale lijst STIP+ van voormalige ‘socialisten’ en liberalen. Nu volgt Brecht waar een door CD&V gedomineerd kartel met Open Vld en Vooruit het cordon breekt.
De lokale lijst Nu2960 haalde 15 van de 31 zetels. Na het afspringen van gesprekken met de tweede partij, N-VA (goed voor 10 zetels) bleef enkel de optie over om te spreken met de derde partij in de gemeenteraad: het Vlaams Belang (goed voor 6 zetels). CD&V’er Frans Van Looveren wordt de nieuwe burgemeester. Hij verklaarde dat gesprekken met N-VA niets opleverden, waarna met Vlaams Belang werd gesproken, “waarbij we gaandeweg steeds meer merkten dat er wel heel veel raakpunten bleken in onze programma’s.” Dat CD&V’ers vaststellen dat hun programma heel veel raakpunten heeft met extreemrechts, zou tot nadenken moeten aanzetten.
Zowel CD&V als VLD lieten weten dat lokale verantwoordelijken hun partijkaart verliezen. Vooruit stelde dat de samenwerking met Nu2960 wordt opgezegd. Haar enige verkozene blijft wel lid van Nu2960 en moet zijn partijkaart inleveren. De lokale Vooruit-voorzitter: “Hij heeft zijn partijkaart moeten inleveren, maar de vriendschap zal blijven. Als Vooruit zijn we wel uit Nu2960 gestapt, dat moesten we ook doen van hogerhand. Ach, ergens is het allemaal de schuld van het nieuwe decreet voor de gemeenteraadsverkiezingen. We hadden met ‘overlopers’ ook een meerderheid kunnen vormen – want wees gerust die waren er – maar dat kon niet.”
Het is opmerkelijk dat een kartel van de traditionele partijen beslist om met extreemrechts in zee te gaan. Het zegt iets over het gebrek aan impact van de nationale verantwoordelijken van de traditionele partijen op de lokale afdelingen en hun voortrekkers. Behalve het afnemen van de lidkaart van de betrokkenen, lijken deze partijen hier geen enkele conclusie uit te trekken.
Straks is de N-VA (uiteraard naast Groen en PVDA) de enige partij die niet met VB bestuurt op lokaal vlak… Het is opmerkelijk dat een partij die zegt tegenstander te zijn van het cordon sanitaire de enige grote traditionele partij is waarvan er na 13 oktober geen enkele lokale afdeling een coalitie met het VB aanging.
Het Vlaams Belang stelt zich momenteel erg soepel op en verandert ook in Brecht de lokale partijnaam tot ‘Ons Brecht’. Daarmee wordt hoogstens oppervlakkig verdoezeld wat er eigenlijk gebeurt: extreemrechts aan de macht laten. Het Vlaams Belang is tot alles bereid om aan de macht te komen. Dat is slechts een opstap om nadien eigen voorstellen en maatregelen op tafel te leggen en door te voeren. Elke machtsdeelname is een verdere stap richting de normalisering van het Vlaams Belang en alle haat waar extreemrechts voor staat.
Het cordon sanitaire werd begin jaren 1990 afgedwongen op basis van een breed gedragen protest tegen racisme en fascisme. Jongeren en werkenden kwamen overal op straat om te betogen en actie te voeren. Dit speelde een belangrijke rol in de beslissing van de traditionele partijen om zich tot het cordon sanitaire te verbinden. De afwezigheid van extreemrechts langs Franstalige kant versterkte dit. Het doorbreken van het cordon vandaag is mee mogelijk door de zwakte van het georganiseerde antifascisme langs Nederlandstalige kant. Dit mag antifascisten niet ontmoedigen, het moet eerder gezien worden als een oproep om zich te organiseren tegen het gevaar van racisme, seksisme, queerfobie en een rechtse agenda die de meest kwetsbaren de schuld geeft voor de gevolgen van een bijzonder asociaal beleid.
-
Als het ‘feest van democratie’ inhoudsloze schijnvertoning wordt, haken velen af
Het afschaffen van de opkomstplicht in Vlaanderen zorgde met 63,7% voor een veel lagere deelname dan vooraf aangenomen. Ook in Brussel, waar er wel opkomstplicht geldt, zijn er veel gemeenten waar meer dan een vijfde van de kiezers niet opdaagde. Alles samen waren diegenen die niet stemden en wie blanco of ongeldig stemden goed voor 22,7% van de Waalse kiesgerechtigden, het hoogste cijfer sinds 1919.
Algemeen stemrecht is afgedwongen na zware strijd door de arbeidersbeweging tegen diegenen die nu de ‘democratie’ claimen. Het werd toegekend, maar uiteindelijk geperverteerd tot om de paar jaar een bolletje kleuren terwijl de traditionele partijen nadien allemaal hetzelfde besparingsbeleid voeren. Niet toevallig haken veel jongeren en kortgeschoolden eerst af, zij herkennen zich vandaag het minst in de gevestigde politiek. Terwijl één op de acht burgemeesters banden heeft met vastgoedmakelaars en projectontwikkelaars, wordt de vraag over banden met kortgeschoolden of jongeren niet eens opgeworpen. Als de politiek zich niet in hen interesseert, hoe verwachten ze dan een politieke interesse van deze lagen die net het meeste nood hebben aan verandering?
Populaire lokale kopstukken redden vaak de meubelen voor de traditionele partijen, maar kunnen de verdere uitholling niet volledig verbergen. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog komt extreemrechts lokaal aan de macht. De PVDA ging globaal vooruit, met mooie scores in onder meer Brussel en Antwerpen, maar had de lat de afgelopen maanden hoger gelegd.
Extreemrechts aan de macht in Ninove
Het Vlaams Belang werd op 9 juni de grootste in 143 Vlaamse gemeenten, nu was dit in slechts twee het geval: Ninove en Denderleeuw. In steden als Antwerpen, Gent en Leuven blijft het VB op dit ogenblik achteruitgaan. Geconfronteerd met het rechtse discours van N-VA moet Dewinter in Antwerpen steeds ranziger uit de hoek komen, waardoor hij zeker tegen de achtergrond van een erg diverse bevolking een karikatuur van zichzelf lijkt. Extreemrechts afschrijven, is helaas voorbarig in een context van steeds grotere ongelijkheid en bijhorende sociale problemen.
In Ninove haalt Forza Ninove een absolute meerderheid. Op 9 juni gaf een kwart van de kiezers in Ninove een voorkeurstem aan Guy D’Haeseleer. Nu was dat bijna 40% van wie stemde. Waarom kan extreemrechts hier zo scoren? Er is een combinatie van factoren met het verdwijnen van lokale industrie en tewerkstelling, een afbouw van alle openbare (en private) dienstverlening, een hogere druk op de huisvestingsmarkt en openbare diensten door een snelle toename van de bevolking als gevolg van het asociale en onbetaalbare huisvestingsbeleid in Brussel en dan komt daar een enorme nadruk op racisme vanwege alle partijen bovenop. Verder is er een traditie van extreemrechts. Reeds bij de eerste doorbraken van het Vlaams Blok waren er actieve kernen in de Denderstreek. De afgelopen jaren heeft D’Haeseleer met Forza Ninove een lokale dienstverlening uitgebouwd. Van mensen helpen met het invullen van een belastingbrief tot het tekenen van elk rouwregister van een inwoner uit Ninove. Waar andere partijen zich steeds meer beperken tot marketing, is Forza Ninove lokaal ingeplant.
In 2018 haalde Forza Ninove net geen absolute meerderheid en vormden alle andere partijen een coalitie. Bij N-VA was daar enige overredingskracht voor nodig. Nu haalt Forza Ninove 18 van de 35 zetels. D’Haeseleer kondigde aan met N-VA (dat 1 van haar 2 zetels verloor) te zullen spreken, maar de kans op een coalitie is onbestaande. Forza Ninove heeft dat gesprek vooral voor de propaganda nodig. Als De Wever deze deur opent, dreigt zijn partij ook buiten Ninove leeggezogen te worden door extreemrechts. Dat N-VA de partij van de harde asociale Arizona-aanvallen op de werkende klasse is, vormt voor het Vlaams Belang geen probleem. Wel integendeel.
Forza Ninove zegt op te komen voor sociale diensten zoals een nieuw ziekenhuis en een extra woonzorgcentrum. Beter gezegd: het wil dit laten onderzoeken. Wel concreet zijn de beperkingen op de toegang tot sociale woningen en sociale hulp (voorgesteld als te vrijgevig en een ´Win-for-life´) en strikte controle op de catalogus van de bibliotheek, de menu van de schoolmaaltijden, de taal van marktkramers, de schmink tijdens het sinterklaasfeest… Besparingen op de sociale sector gaan hand in hand met een toename van repressie, de inzet van private veiligheidsdiensten, GAS-boetes en verplichte gemeenschapsdienst voor wie beroep doet op het OCMW. Als extreemrechts schrijft dat het “meer GAS wil geven”, zijn wij wellicht niet de enigen die de walgelijke historische connotatie daarvan opmerken. Forza Ninove wil een doorgedreven controle op het leven van de Ninovieters: “Voor mensen die hier al legaal verblijven, is er slechts plaats in onze samenleving voor zover ze zich integreren, bijdragen tot onze welvaart, zich schikken naar onze wetten en normen en respect hebben voor onze waarden, cultuur en tradities.” Hoeveel GAS zal de waardenpolitie straks geven? Forza Ninove wil een open jacht op mensen zonder papieren. Subsidies voor culturele of sportclubs kunnen enkel als er uitsluitend Nederlands wordt gesproken. Beloften van strijd tegen corruptie en vriendjespolitiek zijn doorgaans de eerste die gebroken worden eens extreemrechts zelf postjes en contracten kan uitdelen. Dit zagen we onder meer in Franse gemeenten waar extreemrechts aan de macht kwam.
In Denderleeuw stelt zich ondertussen hetzelfde scenario als in Ninove zes jaar geleden. Het VB werd hier de grootste met net geen 40%. Ofwel komt er een coalitie van het VB met N-VA, ofwel de meest waarschijnlijke optie van een coalitie van alle andere partijen tegen het VB. Zoals Ninove leert, volstaat dit niet om een verdere groei van extreemrechts te stoppen. Zonder collectieve antwoorden vanuit de arbeidersbeweging op de voedingsbodem voor extreemrechts en een daadwerkelijke aanpak van sociale problemen, kan extreemrechts verder groeien. Een sterke, strijdbare linkse oppositie is nodig om op te boksen tegen de scores van extreemrechts. Een PVDA-lijst in Ninove had mogelijk een links alternatief geboden aan wie een proteststem wilde uitbrengen. Meer dan dat is er ook sociale strijd nodig om op te boksen tegen de verdeel-en heerspolitiek en haatzaaierij van extreemrechts. Met de asociale plannen van de aankomende Arizona-regering zal de voedingsbodem voor extreemrechts enkel groter worden.
Een week voor de verkiezingen verklaarde Van Grieken triomfantelijk dat het cordon sanitaire “op springen staat.” Dat leek vooral bedoeld om zijn troepen moed in te spreken. Met de ‘overwinningsnederlaag’ van 9 juni was de springplank naar grootschalige lokale bestuursdeelname al verdwenen. Nu moet Van Grieken het hebben van Ninove, een overwinning die hij snel claimde om het niet over de andere resultaten te moeten hebben. Mogelijk komt er daarnaast nog een doorbraak in gemeenten met lokale lijsten, het is in het bijzonder uitkijken naar Middelkerke waar Jean-Marie Dedecker (onafhankelijk parlementslid verkozen op een N-VA-lijst) zijn absolute meerderheid verloor en not amused was dat N-VA een eigen lijst indiende tegen die van burgemeester Dedecker. Rancune kan de drijfveer zijn om de ene VB-verkozene in Middelkerke aan boord te halen, zeker met een figuur als Dedecker.
Extreemrechts aan de macht in Ninove moet een wake-up call zijn voor alle antifascisten. Het is een gevaar voor alle mensen met een migratie-achtergrond. Laten we de vervreemding door jarenlang antisociaal beleid en de woede daarover misbruiken door partijen die enkel haat en verdeeldheid aanwakkeren? Of organiseren we een ernstig verzet tegen de asociale maatregelen op alle niveaus, gekoppeld aan een antifascistische inspanning in Ninove en de Denderstreek? Dat kan door het stelselmatig opvolgen van het lokale beleid; het bijeenbrengen van alle slachtoffers van rechts beleid, jongeren, onderdrukten en alle uitgebuitenen samen met activisten uit de arbeidersbeweging; de versterking van lokale organisatie-initiatieven en het uitwerken van campagnes gericht op de belangen van de werkende klasse in al haar diversiteit.
Aan Franstalige kant moet extreemrechts het stellen met één verkozene van Chez Nous in Moeskroen. In 2018 waren er een honderdtal lijsten van vier extreemrechtse formaties, met 13 verkozenen in 10 gemeenten. Nu waren er met veel moeite 6 lijsten. In Luik, Amay en zelfs Fleurus, waar Nicotra er niet in slaagde herkozen te worden, leverde dit geen enkele verkozene op. Dit kan mee verklaard worden door de Trumpisering van de MR, waarbij deze partij kiezers aantrekt die anders voor extreemrechts kiezen. Het is ook mee het resultaat van de consistente activiteiten van antifascistische netwerken en groepen, die bijdragen tot het blokkeren van extreemrechts. De dynamiek van de Coördinatie van Antifascisten in België (CAB) versterkt dit.
Arizona versterkt, strijd ertegen op straat voeren
De Wever triomfeerde eens te meer. Met 37% hield hij zijn uitdager Jos D’Haese van de PVDA ver achter zich. De N-VA blijft aan zet in Antwerpen in een coalitie met Vooruit, dat wel erg enthousiast staat te springen om dit te doen. Het is erg pijnlijk dat een deel van de Antwerpse ABVV-leiding zich volop in de Vooruit-campagne gooide en kandidaat was, terwijl Vooruit het bedje spreidt voor De Wever op zowel lokaal, regionaal als federaal niveau. Vooruit voert liever een rechts beleid met N-VA dan dat het een progressieve coalitie overweegt. Zelfs wat Borgerhout betreft, waar PVDA met Groen en Vooruit 67% van de stemmen haalt, kan er voor Van Brempt geen sprake zijn van een bestuur ‘in oppositie tegen het stadsbestuur’. De deelname van vakbondsverantwoordelijken aan de Vooruit-campagne is geen hulp om het verzet tegen de komende Arizona-regering te organiseren. Hoe zullen ze dit uitleggen aan de werklozen die straks hun uitkering verliezen? Aan de werkenden die nieuwe aanvallen op hun pensioenen en lonen over zich heen krijgen? Of aan de jongeren die geen betaalbare woonplaats vinden in de stad omdat de wensen van de vastgoedmaffia wet zijn?
De Wever kon zich eens te meer als de centrale winnaar opwerpen en waant zich stilaan een elitaire Romeinse heerser. Er waren de afgelopen 12 jaar wel lokale campagnes tegen het asociale en kille bestuur, maar een brede beweging bleef uit. Dat speelt ons kamp parten, zelfs indien het historische resultaat van de PVDA eens te meer op het potentieel wijst.
Op een walgelijke islamofobe racistische wijze verklaarde De Wever dat de PVDA stemmen haalt op basis van Gaza en de hoofddoek. Alsof de stem van mensen met een migratie-achtergrond minder telt. Alsof actieve betrokkenheid bij de strijd tegen de genocide in Gaza en de escalatie tot een regionale oorlog iets negatief is. De Wever zegt dit natuurlijk vanuit zijn totaal gebrek aan empathie voor de slachtpartij onder de Palestijnen en de Libanezen, en vanuit een duidelijke steun aan het rechtse en extreemrechtse Israëlische regime, een steun die overigens deels door electorale redenen is ingegeven. Wij denken dat het net een sterkte is dat de aanhoudende massale protesten rond Gaza zich ook politiek vertalen. Strijd en verkiezingen staan nooit los van elkaar, actieve betrokkenheid van bredere lagen in strijd is de beste manier om te mobiliseren, ook bij verkiezingen.
Met zijn Antwerpse overwinning staat De Wever sterk in de onderhandelingen voor een federale regering. Eerder kondigde hij aan dat zijn supernota onder een andere naam op 14 oktober terug op tafel ligt. Het Antwerpse resultaat overschaduwt de zwaktes in het N-VA-resultaat. De sterkhouders van de Vlaamse regering deden het niet goed. In Brasschaat behoudt Jambon zijn absolute meerderheid, maar verloor hij als lijsttrekker bijna de helft van zijn voorkeurstemmen. In Beersel verliest Ben Weyts twee derden van zijn voorkeurstemmen. Ook de nieuwe minister-president Mathias Diependaele in Zottegem en Zuhal Demir in Genk verliezen voorkeurstemmen. In Brussel verloor N-VA haar zes gemeenteraadsleden, waaronder minister Cieltje Van Achter in Schaarbeek. De achillespees van de campagnemachine van De Wever is het beleid van zijn partij. In Antwerpen kon hij daar de aandacht van afleiden, als premier wordt dat straks moeilijker. Zeker met de horrorlijst die hij al voorlegde met zijn supernota.

De Franstalige liberalen van Georges-Louis Bouchez hebben de blauwe golf van 9 juni doorgezet, maar niet op de manier die de MR hoopte. Het kan de PS-macht in Bergen, Charleroi en Luik niet breken. Ook in Brussel houdt de PS stand. De erosie van de PS zet zich door, maar de MR en Les Engagés kunnen niet zomaar het resultaat van 9 juni op lokaal vlak vertalen. Les Engagés komen zeker versterkt uit de verkiezingen, MR ging eveneens vooruit maar had, de arrogantie van Bouchez getrouw, de lat veel hoger gelegd.
De PS legde in haar campagne nadruk op het verzet tegen Arizona en de rechtse plannen. Na de verkiezingen werden ondertussen pijlsnel coalities gevormd met dezelfde MR. Dit was zelfs het geval in Evere, waar de PS een absolute meerderheid heeft. Ecolo aarzelt niet om hetzelfde te doen: in Doornik werd meteen een coalitie met de MR en Les Engagés gesloten om de PS naar de oppositie te verwijzen en Marie-Christine Marghem burgemeester te laten worden. De voormalige energieminister van de MR staat bekend als lobbyist van de nucleaire industrie: “We moeten de levensduur van de centrales zoveel mogelijk verlengen om de markten te kalmeren.”
De andere Arizona-partners claimen een overwinning. CD&V hield stand op het platteland en blijft de grootste in 108 Vlaamse gemeenten (tegenover 113 in 2018), met bastions in West-Vlaanderen, Limburg, delen van Oost-Vlaanderen en de Kempen. Voorzitter Sammy Mahdi haalde een persoonlijk succes door met een kartellijst van CD&V en Open Vld in Vilvoorde de grootste te worden. Vooruit deed het goed in een aantal centrumsteden en wordt de grootste in Oostende, Turnhout, Leuven en Herentals. In Sint-Niklaas was dit nipt niet het geval. In Gent is Vooruit de grootste binnen het kartel met de liberalen van burgemeester De Clercq. Langs de andere kant kon Conner Rousseau zijn burgemeestersambities niet waarmaken en haalde Vlaams minister Gennez in Mechelen als tweede op de lijst fors minder voorkeurstemmen dan als lijsttrekster in 2018.
Ondertussen blijven Open Vld en Groen klappen krijgen. Uittredend premier De Croo kon nipt zijn absolute meerderheid in Brakel behouden. De liberalen verliezen Oostende, staan in Gent minder sterk binnen het kartel (Mathias De Clercq haalde opmerkelijk minder voorkeurstemmen) en zijn in Antwerpen voor het eerst zelfs helemaal uit de gemeenteraad verdwenen. Co-voorzitster Nadia Naji van Groen stelde dat haar partij na 9 juni onvoldoende tijd had om de zaken recht te trekken. Wat ze er niet bij vertelde, is dat Groen met Ecolo in Brussel terrein verliest. In Oostende deelt Groen in de klappen van Open Vld waar het een stadslijst mee vormde. In Leuven en Antwerpen is er forse achteruitgang. De hoop in Oudenaarde met Elisabeth Meuleman werd niet waargemaakt. Gelukkig voor Groen waren er het resultaat in Gent, dat van het kartel met Vooruit in Mortsel en dat met N-VA in het Horebeke van Petra De Sutter. Gelukkig voor Ecolo blijft het in Luik grotendeels overeind. In Elsene behield Ecolo de koppositie, maar valt buiten de coalitie. Ook in Ottignies-Louvain-la-Neuve gaat Ecolo voor het eerst sinds 2000 naar de oppositie.
De spectaculaire doorbraak van Team Fouad Ahidar in juni zette zich door in Brussel, met hoge scores in onder meer Anderlecht en Molenbeek. Op lokaal vlak blijft de doorbraak voorlopig beperkt tot het Brussels Gewest, maar elders is er ook een breed wantrouwen tegenover de gevestigde politiek. De lijsten van Team Fouad Ahidar in Brussel werden door veel mensen met een migratie-achtergrond gezien als iets van hen, terwijl andere partijen kandidaten met een migratie-achtergrond vooral of enkel op de lijst zetten om stemmen te halen, maar niet om de strijd tegen dagelijkse discriminatie aan te gaan, een discriminatie die steeds meer toeneemt naarmate de tekorten aan alles de pan uitswingen, tekorten waar de armste en meest onderdrukte lagen van de bevolking het hardst door geraakt worden. Na de hoge score van Fouad Ahidar in juni reageerden de gevestigde partijen met een wansmakelijke islamofobe campagne. Dat zal de vervreemding tegenover de traditionele politiek enkel vergroten. Zelf met lijsten opkomen, is een stap vooruit. Zeker met eisen rond betaalbaar wonen, investeringen in onderwijs en toegankelijke zorg. Langs de andere kant is het verzet tegen een betere toegang tot abortus en LGBTQIA+rechten ( wat opmerkelijk was in de Antwerpse campagne) problematisch. Niet dat de traditionele partijen Fouad Ahidar lessen kunnen geven op dat vlak: het zijn CD&V en N-VA die een versoepeling van de abortusrechten tegenhouden en de liberalen, sociaaldemocraten en groenen dat ook jarenlang hebben toegestaan in regeringsvorming na regeringsvorming ondanks een parlementaire meerderheid. Vooruit blijft dit overigens doen in het kader van de Arizona-coalitie. De islamofobe reacties van de gevestigde partijen dienen vooral om niet te moeten antwoorden op het terechte wantrouwen van een deel van de bevolking en de terechte afkeer van de witte racistische politiek van dagelijkse discriminatie. Vanuit de stem tegen onderdrukking die tot uiting kwam in het resultaat van Fouad Ahidar, kunnen verdere stappen gezet worden om in te gaan tegen alle vormen van onderdrukking. Dat is iets waar de volledige arbeidersklasse in al haar diversiteit een rol in te spelen heeft.
Wat betekenen deze resultaten voor de komende periode? De kans dat de Arizona-regering er komt, is groter geworden. De Wever, Rousseau, Mahdi en Prévot komen vol zelfvertrouwen uit de verkiezingen. De elementen van de supernota van De Wever bij de regeringsvorming wijzen echter op een hard asociaal beleid dat de georganiseerde arbeidersbeweging aanpakt om de positie van het kapitaal te versterken, met als gevolg een collectieve verarming en een isolement en repressie tegen de zwaksten. Dat is een beproefd recept voor een groei van extreemrechts. Met de MR die zich Trumpiaans opstelt, is dat ook langs Franstalige kant het geval. Zelfs indien het resultaat van Chez Nous beperkt blijft (1 zetel in Moeskroen), is het een waarschuwing. Tenzij de arbeidersbeweging er zich mee bemoeit natuurlijk. De ABVV-krant over de supernota was een uitstekend initiatief voor een informatiecampagne. Deze krant is vooral op de militanten gericht, maar het kan een opstap zijn naar een meer toegankelijke krant in gemeenschappelijk vakbondsfront, zoals ten tijde van de uiteindelijk succesvolle strijd tegen het puntenpensioen. Als de vakbondsleiders zich blind staren op de aanwezigheid van Vooruit en CD&V in de regeringen, dreigen ze de vervreemding in hun eigen organisaties enkel te vergroten. De strijd beginnen organiseren, is nu de inzet.
PVDA gaat vooruit, maar verwachtte meer
De debatten tussen Bart De Wever en Jos D’Haese domineerden de aanloop naar de verkiezingen langs Nederlandstalige kant. Met 20,2% wordt de PVDA de tweede partij van Antwerpen, een historisch resultaat. In de districten van Antwerpen is er een verdubbeling van het aantal PVDA-verkozenen van 19 naar 43. In Borgerhout is de PVDA met 28,8% de grootste, in Hoboken (26,2%) en Deurne (22,2%) de tweede. Dat is fenomenaal! Tegelijk moet de PVDA erkennen dat de verwachtingen hoger waren. Het breken van de N-VA-coalitie was de inzet, er werd hier en daar zelfs gedroomd dat de PVDA de grootste kon worden. Dat is niet gerealiseerd, met 37% is de N-VA bijna dubbel zo groot als de PVDA.
In een eerste reactie wijst Jos D’Haese op de afschaffing van de stemplicht. Dat is zeker een factor. Tegelijk moeten we nagaan hoe we de steun voor de PVDA, zeker in de volkswijken, omzetten in een meer actieve betrokkenheid bij zowel strijd als verkiezingen. De afgelopen 12 jaar waren er kleine acties, waaronder enkele succesvolle, tegen het kille en asociale bestuur in Antwerpen. Het uitblijven van een bredere protestbeweging tegen De Wever maakte echter dat hij wegkwam met zijn koude oorlogsretoriek en zijn Romeinse fantasieën kon inzetten om het niet over het asociale beleid te moeten hebben. Mobilisatie op andere vlakken, kan ook de deelname aan verkiezingen stimuleren om ook via die weg tegen het gevoerde beleid in te gaan.
In 2018 haalde de PVDA nationaal 142 verkozen gemeenteraadsleden. Op Manifiesta zei Raoul Hedebouw dat ze dit aantal wilde verdubbelen. Uiteindelijk haalt de PVDA 197 gemeenteraadszetels, naast de 43 hierboven vermelde districtsraadsleden. Er zijn eerste verkozenen in Oostende, Aalst, Ronse, Boom, Mortsel, Heist-op-den-Berg, Halle, Asse en Dilbeek langs Nederlandstalige kant; Moeskroen, Doornik, Binche, Ath, Tubeke, Châtelet, Sambreville en Fleurus langs Franstalige kant en Jette en Etterbeek in Brussel. Met 20% is de PVDA de opvallendste nieuwkomer in Moeskroen, de gemeente waar het extreemrechtse Chez Nous een zetel haalde. Langs de andere kant verliest de PVDA haar zetel in Lommel en is er in Zelzate een zetel verlies.
De tweede doelstelling was het vormen van progressieve meerderheden in vier of vijf gemeenten. Conner Rousseau en Vooruit blokten dit in de laatste dagen voor de verkiezingen uitdrukkelijk af. Met net geen absolute meerderheid kan Vooruit in Zelzate voor een kleinere partner kiezen (mogelijk het kartel van CD&V en N-VA om de federale regeringsvorming te smeren?). Kathleen Van Brempt verzet zich tegen een progressieve coalitie in Borgerhout. Daar is de PVDA als grootste aan zet, maar hangt het van Groen af. Die kan met PVDA een meerderheid vormen ofwel met Vooruit en N-VA. Welke prijs is N-VA bereid om daarvoor te betalen op het Antwerps stadhuis?
In Brussel en Wallonië zijn er meer
mogelijkheden, waaronder in de steden Bergen en La Louvière. Catherine Moureaux van de PS in Molenbeek bleef nipt de grootste en wil net als in 2018 met de PVDA praten. In St Gillis is de coalitie van PS en Ecolo al gevormd. Er is een kleine kans in Vorst. In Seraing heeft de PS een absolute meerderheid, maar komt er mogelijk toch een coalitie. Herstal wordt interessant: daar is er net geen absolute meerderheid voor de PS en moet die kiezen om ofwel met de MR ofwel met de PVDA te besturen. Er zijn dus mogelijkheden voor deelname aan coalities. Daarbij moet opnieuw de aandacht gevestigd worden dat het gaat om gemeenten die onder financieel voogdijschap van het gewest staan en dus bitter weinig manoeuvreerruimte hebben.De lichte achteruitgang voor de PVDA in Zelzate werpt de vraag op of deelname aan het beleid geen ambitieuzere resultaten moet opleveren. Tegen een achtergrond van een groeiend wantrouwen in de gevestigde politiek – in feite in alle gevestigde instellingen – is het duidelijk dat een benadering die zich beperkt tot het electorale en institutionele terrein te beperkt is. Beeld je in dat de enorme organisatie van activisten die de PVDA het voorbije jaar in kiescampagnes stak, wordt gebruikt om de basis te leggen voor actiecomités en campagnes voor een vermogensbelasting, een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting, zorg en onderwijs, campagnes voor meer en gratis openbaar vervoer of in het verzet tegen Arizona?
Enkel door het actief maken van passief ongenoegen, wat kan doorheen acties en campagnes, kunnen we het wantrouwen inzetten in een strijd tegen het volledige kapitalistische systeem. Doorheen strijd kunnen we een krachtsverhouding opbouwen voor maatschappijverandering.
Actief verzet nodig!
De horrorlijst van Arizona gaat gepaard met asociaal kil beleid op regionaal vlak. De nieuwe Vlaamse regering probeert dit te verbergen en beweert extra te investeren in sociaal beleid en sociale huisvesting, maar heeft geen antwoord op de enorme tekorten en staat vooral voor een verdelend beleid gericht tegen de zwaksten in de samenleving. De nieuwe Franstalige regering staat onder meer voor een harde aanval op het onderwijspersoneel. In Brussel zitten de besprekingen nog vast, maar erkent iedereen dat de kas leeg is. Dit is ook op lokaal niveau het geval. Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd zal de gemeentelijke financiën verder onder druk zetten en dit nadat in veel gemeenten alles wat los zit al geprivatiseerd is en het sociaal-culturele middenveld tot een woestijn werd herschapen.
Op alle niveaus krijgen de rijksten de rode loper uitgerold, toekomstig premier De Wever is zelfs trots op het feit dat hij nauwe banden heeft met de vastgoedmagnaten en grote werkgevers. Eén op de acht burgemeesters heeft connecties met de vastgoedsector, raakte in de dagen voor de verkiezingen bekend in de Vlaamse media. Hoeveel burgemeesters hebben er connecties met de wereld van kansarmoede?
We staan voor enkele jaren zonder verkiezingen. De lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen geeft aan dat de hoop om via die weg verandering te bekomen beperkt is. Dit mag echter niet leiden tot fataliteit of pessimisme. De werkende klasse kan eigen standpunten en eisen op de agenda zetten. Dit was de weg die in 2014 werd ingeslagen met een sterk oplopend actieplan tegen de ergste rechtse regering sinds de jaren 1980. Enkel het gebrek aan vastberadenheid aan de top van de vakbonden om de strijd voort te zetten na het momentum van de nationale massale algemene staking op 15 december, stelde de regering Michel in staat om het initiatief terug te winnen. Het ontbrak de beweging aan een kracht die in staat was om op brede schaal een alternatief voorstel te verdedigen voor de doodlopende benadering van de vakbondsleiding. Dit weerhield de arbeidersbeweging er echter niet van om het puntenpensioen in 2018 te begraven.
Dit is ook mogelijk en nodig rond thema’s op gemeentelijk niveau, zoals investeringen in betaalbaar wonen in plaats van prestigeprojecten en citymarketing, uitgebreide dienstverlening (dat ook mee de veiligheid bepaalt), het behoud en de verbetering van arbeidsvoorwaarden en pensioenen van het gemeentepersoneel.
Het zal nodig zijn. In het kader van het Oxygène-plan om Waalse gemeenten in financiële moeilijkheden (momenteel 28) te helpen, had het Waals Gewest, via het Centre régional d’aide aux communes (Crac), gepland om 350 miljoen euro op te halen bij banken in 2024. Alleen ING reageerde, maar slechts voor een totaal van 82 miljoen euro en met een weigering om kredieten te voorzien voor zeven Waalse steden, en niet de minste: Luik, Charleroi, Bergen, Ath, Namen, La Louvière en Verviers. Hierdoor blijft er een tekort van 268 miljoen over, bovenop de vele andere uitdagingen waar de gemeenten voor staan, zoals de financiering van het OCMW en de pensioenen van lokale ambtenaren en brandweerlieden. Dit is een duidelijke indicatie van het soort strijd dat nodig zal zijn, met een vastberaden strijd om het budgettaire keurslijf van de lokale overheden te doorbreken, om te weigeren de schuld van de lokale overheden aan speculatieve bankiers te betalen en om alle zaken die aan de privésector zijn verkocht, terug in publieke handen van de gemeenschap te brengen.
De illusies van een deel van de vakbondsleidingen in Vooruit en de PS zijn een uitdrukking van een breder aanwezige zwakte van een gebrek aan antwoorden op de multicrises van het kapitalisme. Dit is een obstakel voor strijd. Zelfs na de aankondiging van de collectieve afdankingen bij Audi kwam er amper een strijd die naam waardig. Een perspectief om te winnen, is essentieel voor een engagement in bewegingen. Het voeren van gesprekken over onze eisen en benadering met zoveel mogelijk werkenden en activisten, is een cruciale prioriteit.
Actieve mobilisatie van onderuit tegen de aanvallen van bovenaf en strijd voor fundamentele verandering, voor een ander maatschappijmodel, zijn nodig. LSP riep bij deze verkiezingen op om voor PVDA te stemmen, de beste stem om de positie van de werkende klasse te versterken. We zullen deze constructieve benadering verderzetten en in strijd samen met kameraden van verschillende achtergronden blijven discussiëren over de noodzaak van een socialistische samenleving.
-
Het voorbeeld van De Wever: een ondemocratisch machtsbastion van de elite
SPQR: Senatus Populusque Romanus, de Senaat en het Volk van Rome (of van Antwerpen, in het geval van De Wever). Diegenen die daarin een vorm van plebeciet of democratische machtsconcentratie zien, hebben blijkbaar geen enkel inzicht in de geschiedenis van het antieke Rome.
Door Tim
De Romeinse Senaat was geen democratisch verkozen orgaan, maar in haar essentie het politieke machtsorgaan van de elite, de patriciërs. Senaatszetels die in de praktijk vaak erfelijk waren, en voorbehouden waren aan de vertegenwoordigers van de machtigste en rijkste families uit Rome. Uiteraard zijn er doorheen de geschiedenis schommelingen geweest: soms konden er wel eens wat vertegenwoordigers van het “gewone volk” worden toegelaten, en was de invloed die de Senaat had op het bestuur doorheen de Romeinse geschiedenis sterk wisselvallig. Maar de Senaat bleef bij uitstek een ondemocratisch machtsbastion van de elite.
De klassenstrijd in Rome zorgde op een bepaald moment ook voor een zekere medezeggenschap van de arme massa’s uit de staat, daarnaar verwijst de P in de afkorting. Zo waren er volkstribunen, verkozen door de plejebers en later door de hele bevolking van de stad, die tot doel hadden de belangen van de armen te verdedigen tegenover de elite. Ze deden dat met wisselend maar vooral beperkt succes: te machtige en doeltreffende volkstribunen werden wel al eens vermoord.
Hoewel er na grote “stakingen” (de secessio plebis) wel eens wat toegevingen konden gedaan worden aan het “volk”, bleef het Romeins staatsbestel vooral een oligarchie, waarin vooral de rijksten het voor het zeggen hadden. Met de invoering van het keizerrijk werd de “SPQR” al helemaal een scherts: hoewel de Romeinse republiek in theorie bleef bestaan, was er van democratische inspraak door de bevolking geen sprake.
Ofwel weet Bart De Wever dit allemaal niet, en hangt hij het kind uit met zijn Romeinse adelaar. Ik denk echter dat hij het wel weet, en dat hij bewust de Romeinse dictatuur van de elite als maatschappijmodel vooropstelt. Een model waarbij er wel elementen van schijndemocratie zijn, maar waarbij de echte beslissingen buiten die democratie worden genomen op basis van de economische belangen van de kapitalistische elite. Dat is de ware betekenis van de SPQA.
In dat kader is de meest opmerkelijke uitslag van deze verkiezing het feit dat zo’n 40% van de “plebejers” duidelijk aangeeft geen enkel geloof meer te hebben in deze schijnvertoning. Voor de linkerzijde is de grote uitdaging hoe we ons kunnen organiseren om ook die mensen te organiseren, en geen illusies te koesteren in de burgerlijke schijndemocratie.
-
Lokale verkiezingen: successen voor de PVDA gebruiken als opstap naar sociale strijd
De huidige positie van de PVDA is ongekend in Europa. Na de parlementsverkiezingen van 9 juni is de PVDA-fractie federaal de vierde grootste. De partij haalde 763.340 stemmen of 200.000 meer dan in 2019. De PVDA verdubbelde haar aantal Vlaamse verkozenen, won sterk in Brussel en blijft in Wallonië ondanks een zekere terugval een kracht om rekening mee te houden. Hoe zal dit zich vertalen in de lokale verkiezingen van 13 oktober? De partij mikt in elk geval expliciet op deelname aan de macht in enkele gemeenten.
door Nicolas Croes
Bij de parlementsverkiezingen scoorde de PVDA vooral erg goed in industriegebieden en waar veel arbeiders wonen: rond Charleroi en Luik is dit al langer het geval, maar ook in de industriezone van Gent en Zelzate, de Limburgse arbeidersgemeenten zoals Genk. De partij zegt de brede werkende klasse te vertegenwoordigen. Deze ambitie komt niet alleen tot uiting in de resultaten, maar ook onder de verkozen vertegenwoordigers. Onder de 50 PVDA’ers die op 9 juni in een parlement verkozen raakten, zijn er 18 arbeid(st)ers.
Eén van hen is Francis Dagrin. Hij werd in 2019 verkozen in het Brussels Parlement en combineert die functie met zijn job als arbeider bij Audi in Vorst. Hij bleef twee dagen per week aan de lopende band van de fabriek werken en is betrokken bij de strijd om de fabriek open te houden. Niemand anders in het parlement kan zich op zo’n directe rol in deze strijd beroepen, of op het feit dat de verkozenen niet meer verdienen dan het gemiddeld loon van een geschoolde werknemer.
Dit is een gevolg van een consequente opstelling van de PVDA en van de opmerkelijke syndicalisatiegraad in België, die tot de hoogste ter wereld behoort. De organisatiegraad van onze klasse heeft positieve gevolgen voor de stabiliteit van de PVDA en haar klassenbenadering in vergelijking met andere brede linkse formaties in Europa.
‘Slag om Antwerpen’ en antifascistische strijd
Een van de meest opvallende resultaten van de PVDA op 9 juni werd in Antwerpen behaald. Met 22,9% werd het onverwacht de tweede grootste partij, net na de N-VA (25,4%) maar ruim voor het Vlaams Belang (15,8%). In een stad die geldt als een historisch bastion van extreemrechts kan dat tellen! In de stad Antwerpen haalde boegbeeld Filip Dewinter als lijstduwer amper 2.500 voorkeurstemmen. De onthullingen over zijn lange en duurbetaalde samenwerking met de Chinese spion Changchun Shao deden hem ongetwijfeld pijn. Toen die laatste in 2017 werd ontmaskerd, probeerde Dewinter achter de schermen om zijn uitwijzing te voorkomen.
De verkiezingen voor de Antwerpse gemeenteraad en de districtsraden zullen echter niet gemakkelijk zijn. De N-VA zal burgemeester De Wever volop uitspelen na jaren zonder grootschalige bewegingen tegen het gevoerde beleid. Het Vlaams Belang besloot om 100.000 euro extra in de Antwerpse campagne te pompen om het vel van Dewinter te redden. Het krijgt de steun van een haatmars van Voorpost op 21 september. De PVDA benadrukt terecht dat de Antwerpenaren verandering willen, na jaren van een sociale crisis op vlak van onder meer huisvesting en openbaar vervoer. De campagne wordt een echte slag om Antwerpen, waarbij geen enkel front mag worden verwaarloosd.
In dat opzicht zou de PVDA een grotere en consequentere betrokkenheid bij antifascistisch verzet ernstig moeten overwegen. Tot hiertoe is ze amper betrokken bij de dynamiek van de Coördinatie van Antifascisten in België. Er dient zich een gelegenheid aan met het protest tegen de haatmars van Voorpost op 21 september in Antwerpen. Naast de symbolische slag om Antwerpen, is er ook de dreiging in de Antwerpse randgemeenten, de Denderstreek, de plattelandsgemeenten van West-Vlaanderen en de Kempen. Electoraal succes van extreemrechts versterkt het vertrouwen om van woorden over te gaan naar daden van intimidatie, pesterijen en geweld. Ook daar moeten we op voorbereid zijn.
“Meerderheden voor verandering”, maar hoe?
De rol van sociale mobilisatie speelde zeker een rol in het uitstekende resultaat van de PVDA. De solidariteitsacties met de Palestijnse massa’s hadden een positief effect op het resultaat in Antwerpen, Brussel en elders.
In Brussel was de PVDA met 20,9% de derde partij. In Anderlecht, Molenbeek en Sint-Gillis werd het de grootste. In die gemeenten is de PVDA een voorstander van deelname aan het lokaal bestuur en lanceerde het net als in Herstal en Seraing een campagne onder de slogan “voor een meerderheid van verandering.”
Verandering is effectief nodig, maar hoe zullen we die bekomen? De drie Brusselse gemeenten in kwestie staan onder financieel toezicht van het Brussels Gewest. Herstal en Seraing staan onder toezicht van het CRAC, het Centre Régional d’Aide aux Communes, een soort Waals IMF. Met andere woorden, de manoeuvreerruimte binnen de budgettaire beperkingen is bijzonder klein.
Dus ja, deelname aan meerderheden in belangrijke gemeenten zal de impact verminderen van het favoriete argument van de PS dat de PVDA weigert ‘verantwoordelijkheid op te nemen’. Maar als de “verandering” uiteindelijk beperkt blijft tot een of twee symbolische maatregelen naast harde toespraken, zal het fatalisme de winnaar zijn. In haar evaluatie van de verkiezingen van juni wees de PVDA er terecht op dat de PS het zaad van het fatalisme had gezaaid door “belangrijke linkse strijdpunten, zoals de pensioenleeftijd terug op 65 jaar brengen of de opheffing van de loonblokkering, af te doen als onrealistisch of onmogelijk.”
“Op lange termijn werken is het enige dat loont”, zei Peter Mertens. De sociale crisis is echter hier en nu. Er is een ambitieuze linkerzijde en arbeidersbeweging nodig die het perspectief van fundamentele maatschappijverandering koestert, niet voor een verre toekomst maar als onderdeel van de strijd vandaag.
Een campagne voor een netwerk van opstandige steden en gemeenten zou een goede stap kunnen zijn. Het zou het gemeentepersoneel en de bevolking kunnen mobiliseren voor een programma dat vertrekt van de sociale behoeften en de aanpassing van de gemeenten aan de klimaatcrisis. Dat is een compleet ander uitgangspunt dan dat van de budgettaire beperkingen die aan de lokale overheden worden opgelegd. Het betekent ongehoorzaam beleid dat weigert om de publieke schulden terug te betalen, behalve op basis van bewezen behoefte. Deze schulden zijn in de eerste plaats het gevolg van politieke beslissingen waardoor lokale overheden ten prooi zijn gevallen aan de hebzucht van het banksysteem en het sneeuwbaleffect van rentebetalingen.
We hopen dat de PVDA-aanwezigheid in de gemeenteraden aanzienlijk versterkt wordt. We hopen ook dat die versterkte positie in de parlementen en raden aangegrepen wordt om zich niet te laten vangen door de zoektocht naar institutionele oplossingen, maar om een echt breed front van sociaal verzet op te bouwen. Dat koppelen we best aan een ideologische strijd om de verdeeldheid en haat tegen mensen met een migratie-achtergrond, werklozen en zieken te bestrijden. Die verdeeldheid wordt vandaag bewust opgewekt door het Vlaams Belang, maar ook door de N-VA en de MR.
Stem PVDA, sluit aan bij LSP
Het lijkt misschien vreemd om op te roepen voor een andere partij. Dat is echter wat LSP al sinds 2013 bij elke verkiezing doet. Voorheen namen we deel aan verschillende initiatieven om de ruimte op links in te vullen met een verenigde aanpak gericht op actie van de werkende klasse in al haar diversiteit.
We hebben verschillen met de kameraden van de PVDA, net zoals overigens ook PVDA-leden verschillende klemtonen leggen. We denken dat een diversiteit van meningen links sterker kan maken, dankzij debat is het mogelijk om actievoorstellen en programma’s te verfijnen. Dat is niet anders met discussies op stakersposten, een plaats waar je al eens PVDA-leden ontmoet. Dergelijke debatten waren er ook bij de recente campusbezettingen tegen de genocide in Gaza, waar onze jonge leden vaak samenwerkten met leden van Comac, de jongerenorganisatie van de PVDA.
Wat ons betreft, is dat ook bij de verkiezingen een mogelijkheid. Kandidaten die lid zijn van LSP worden vooralsnog geweigerd door de PVDA. Dat vernamen we onder meer door het antwoord op een concrete vraag van een LSP-lid die een prominente rol als vakbondsafgevaardigde speelt in Gent. We respecteren deze beslissing en het zal er ons niet van weerhouden om te blijven oproepen om voor de PVDA te stemmen. We zijn er immers van overtuigd dat een nieuw succes voor de PVDA zal bijdragen aan een versterking van de volledige arbeidersbeweging, wat een noodzaak is om het tegenoffensief tegen rechts in te zetten.
-
Harde aanvallen op onze levensstandaard in aantocht… En rechts wil nog meer!
De verkiezingen van 9 juni leverden een verrassende overwinning van de MR langs Franstalige kant op. Een regering van de ‘overwinnaars’ vormen, leek een kwestie van weken. MR en Les Engagés vormden meteen een Franstalige regering. De Wever werd al gauw federaal informateur om een Arizona-coalitie te vormen met N-VA, Vooruit en CD&V langs Nederlandstalige kant. Bijna drie maanden later blijft er weinig over van het optimisme.
9 miljard cadeau aan bedrijven, 14 miljard besparen op werklozen, vluchtelingen en werkenden
De nota van De Wever wil de bedrijven 9 miljard euro lastenverlagingen cadeau doen op kosten van de gemeenschap en de sociale zekerheid. Een deel van die middelen zou gecompenseerd worden door andere taksen, onder meer op consumptie. Kortom, een transfer van de werkenden en hun gezinnen naar de aandeelhouders. Dit alles met de instemming van Conner Rousseau en Vooruit!
Om te besparen kijken de Arizona-partijen naar de pensioenen (2 miljard), werklozen (1,7 miljard), gepruts aan de index en dus aan onze lonen (600 miljoen), langdurig zieken (362 miljoen), overheidspersoneel (1,8 miljard), vluchtelingen (1,5 miljard), de welvaartsenveloppe van uitkeringsgerechtigden (1,4 miljard), in de zorg wordt nog eens 300 miljoen gezocht … En dat is pas het begin: bovenop de 14 miljard euro geplande besparingen is er sprake van nog eens 19,6 miljard euro die de komende jaren gezocht wordt.
Een miniem deel van de compensaties voor de lastenverlagingen wou De Wever bij de rijksten zoeken, onder meer in de vorm van een beperkte meerwaardebelasting op aandelen die in het ultieme voorstel nog amper 120 miljoen euro zou opleveren. Zelfs dat is onmogelijk voor de MR, die verklaarde dat het de verkiezingen niet gewonnen had om “miljarden nieuwe belastingen in te voeren.” Een deel van het patronaat moedigt Bouchez aan. Het wil nog meer dan de reeds beloofde 9 miljard euro, en het wil geen cent betalen voor dat cadeau! Andere bazen likkebaarden al danig bij wat nu op tafel ligt, dat ze het meteen willen grijpen. Zo riep Unizo op om meteen verder te onderhandelen, omdat wat op tafel ligt “veelbelovend” is.
Zelfs geen schijn van evenwichtigheid
De schijn van evenwichtigheid dat ‘iedereen’ een duit in het zakje moet doen, is voor de MR niet nodig. ‘Daarvoor hebben we de verkiezingen niet gewonnen’, luidt het. Het plaatst de N-VA van De Wever in een moeilijke positie. Ten gronde is de N-VA het eens met Bouchez, maar tegelijk is er het besef dat een horrorbeleid voor de werkende klasse zal leiden tot sociale onrust en ongenoegen die de electorale positie van de N-VA ondermijnen. De afstraffing van de Vlaamse regering, inclusief zijn N-VA-kopstukken, gaf een indicatie op 9 juni.
Die afstraffing van de Vlaamse regering en de rechtse overwinning langs Franstalige kant zorgden voor een beperktere nadruk op het communautaire. Het argument van ‘twee democratieën’ maakte plaats voor dat van een ‘historische kans’. Ondertussen verloopt de Vlaamse regeringsvorming stroef en zijn er donderwolken boven de ‘historische kans’ op federaal niveau. Samen met de omvang van de besparingsoperatie – het bedrag van 28 miljard euro doet onvermijdelijk denken aan het Globaal Plan van Dehaene in de jaren 1990 – is een terugkeer van communautaire spanningen onvermijdelijk.
Antwoord van arbeidersbeweging nodig
Wat plaatsen de arbeidersbeweging en de linkerzijde hiertegenover, en hoe kunnen we dat afdwingen? Ons gewillig laten pluimen is geen optie. De sociale noden zijn groot en we moeten ervoor strijden om die in te vullen. De middelen hiervoor moeten gezocht worden waar ze zitten. Niet bij de werklozen, werkenden of vluchtelingen, maar bij de superrijken en grote aandeelhouders. Offensieve campagnes kunnen solidariteit en sociale thema’s centraal stellen, in plaats van verdeeldheid waarop extreemrechts verder groeit.
Met een kapitalistisch systeem dat op alle vlakken in verval is, moeten we de kwestie van een andere samenleving durven stellen. Links staat sterker als het een omvattende visie heeft over het falen van het kapitalisme en de noodzaak van een socialistische samenleving die niemand achterwege laat en de klimaatuitdagingen aanpakt, een samenleving gebaseerd op de democratische collectivisering van sleutelsectoren van de economie, binnen een kader van rationele en democratische planning van de economie om te voldoen aan sociale behoeften en niet aan de hebzucht van aandeelhouders.
-
Tegen rechts en extreemrechts. Verzet organiseren om te winnen
Met 22% bleef het Vlaams Belang onder de gevreesde verwachtingen. De hoge score wakkert echter haat tegen anderen en verdeeldheid aan. Dit gevaar is evident voor mensen die het slachtoffer zijn van racisme, LGBTQIA+ personen, feministen, vakbondsleden … De Waalse extreemrechtse partij Chez Nous brak niet door, maar met een rechts-populistische campagne heeft de MR racisme mee helpen normaliseren. Dit rolt de rode loper uit voor extreemrechts.
Met de N-VA die standhoudt en de MR die forse winst boekt, komen er rechtse regeringen. Rechts wil miljarden besparen, terwijl onze zorg en ons onderwijs al onder de tekorten kreunen, wonen onbetaalbaar is en er steeds minder openbare diensten zijn. Ze willen het geld niet zoeken bij hun superrijke vrienden, maar bij de werklozen, vluchtelingen, zieken en in onze sociale zekerheid. Dit zal de ongelijkheid en de sociale problemen doen toenemen. Daar kan extreemrechts op inspelen. Tenzij de werkende klasse in al haar diversiteit de strijd tegen de aanvallen ernstig organiseert.
De vorige rechtse regering van Charles Michel en Bart De Wever wankelde toen er in 2014 een indrukwekkend oplopend actieplan was. Op een vakbondsconcentratie die de meest actieve militanten bijeenbracht, werd een reeks actiedata aangekondigd. Dit was een duidelijke mobilisatiekalender die resulteerde in de grootste vakbondsbetoging sinds 1986, drie dagen van provinciale stakingen (telkens een Vlaamse en een Waalse provincie, op de laatste dag ook in Brussel) en tot slot een krachtige nationale algemene staking. Het land lag volledig stil. Het vakbondsprotest trok jongeren, kleine zelfstandigen, kunstenaars, advocaten met zich mee. Maar…
Helaas werd dit actieplan niet doorgezet. De vakbondsleiders waren geschrokken door wat er in de straten en de bedrijven was losgebarsten. De aarzeling en verlamming aan de top stelde de regering in staat om haar positie te herstellen. Het is belangrijk om hierop terug te komen nu we opnieuw voor een confrontatie met rechts staan. De controle op de beweging van onderuit is essentieel. Personeelsvergaderingen en democratische algemene vergaderingen zijn daarvoor cruciaal. De afgelopen tien jaar is het besef hierrond gegroeid, zowel door actiegroepen als La Santé en Lutte als in sociaal protest zoals de recente campusbezettingen.
Die bezettingen zijn overigens een belangrijk lichtpunt. Ze geven aan dat jongeren met een ander niveau van voorbereiding de volgende fase van de strijd aangaan. De klimaatstakingen van 2019 waren de eerste grote massamobilisaties van jongeren sinds het protest tegen de oorlog in Irak (in 2003!). Sindsdien hebben de historische campusbezettingen de ervaringen van de jongeren versterkt. Er waren ook andere bewegingen, onder meer tegen racisme en seksisme, voor LGBTQIA+rechten, tegen de hoge prijzen … Het inzicht dat ‘heel het systeem schuldig is’ nam toe. Dat leidt tot meer eenheid in actie, op een inclusieve manier met een prominente plaats voor strijd tegen onderdrukking. De afgelopen tien jaar was er op het politieke terrein ook de groei van de PVDA.
Terwijl ons sociaal kamp potentieel sterker staat voor een confrontatie met rechts beleid, staan de partijen die rechtse regeringen vormen zwakker. De crisis van het kapitalisme heeft zich doorgezet en escaleert in dit tijdperk van wanorde. Dat ondergraaft de autoriteit van alle instellingen en ook de politieke partijen. Decennia van besparingen en tekorten leiden tot ongenoegen en onbehagen. Rechts heeft daar geen antwoord op, dat zagen we met de vorige Vlaamse regering die op 9 juni werd afgestraft. Er is druk om fors te besparen, maar ook om te investeren in onder meer defensie en infrastructuur. Het maakt dat we niet zomaar een herhaling van 2014 zullen krijgen. Tegelijk moeten we lessen uit de beweging van tien jaar geleden trekken: het belang om door te zetten en om daarbij een alternatief te verdedigen van een samenleving waarin de sociale meerderheid het bezit en de democratische controle over de centrale productiemiddelen in handen neemt.
Sociale strijd: het beste tegengif
Tegenover verdeeldheid en haat plaatsen we solidariteit. Doorheen collectieve strijd maken we die solidariteit concreet en kunnen we ingaan tegen alle vormen van onderdrukking en uitbuiting. Als de werkende klasse in al haar diversiteit in actie komt met massamobilisaties, dan is niets onmogelijk.
De werkende klasse en haar vakbonden, actiegroepen en politieke organisaties heeft potentieel een enorme kracht. Strijd van onderuit op straat en in de bedrijven is nodig om de rechtse aanvallen te stoppen en op te komen voor een beleid dat vertrekt vanuit de noden. Die zijn erg groot met de enorme ongelijkheid, klimaatrampen, aftakelende openbare diensten, dalende levensstandaard … Met kleine aanpassingen, laat staan met een ‘zachter’ besparingsbeleid, zetten we geen stappen vooruit.
Wil je met revolutionair antifascisme en vastberaden verzet tegen rechtse regeringen de strijd voor socialistische maatschappijverandering aangaan? Dan is je plaats bij LSP.
Dit artikel komt uit maandblad De Linkse Socialist. Neem een abonnement om elke maand deze krant in je brievenbus te krijgen.
-
Sociale strijd is cruciaal om rechtse aanvallen te stoppen
Organisatie en programma ervan nu bespreken!
“Niet lachen, niet huilen, maar begrijpen,” zei Spinoza. Op maandag 10 juni heerste de sfeer van een zware kater. Het Vlaams Belang was niet de grootste partij in Vlaanderen, maar werd nipt tweede na de N-VA en bij de Europese verkiezingen was het wel de grootste. De doorbraak van rechts aan Franstalige kant was een onaangename verrassing. Om de komende klassenstrijd voor te bereiden, is het nodig om een bilan van de campagne en de verkiezingen op te maken.
Pauze in sociale strijd tijdens kiescampagne is een grote fout
Naar aanleiding van de verkiezingen sprak het ABVV-magazine Syndicats (tegenhanger van De Nieuwe Werker) met Jean Faniel. Die is doctor in de politieke wetenschappen en directeur van het CRISP (Centre de recherche et d’information socio-politiques). Naast heel wat pertinente opmerkingen benadrukt Faniel dat “werk en vooral de ‘waarde van werk’ gekaapt werden door de MR en Les Engagés. (…) Rechts viel de inactieven aan en dat wierp zijn vruchten af.” (1) Deze analyse brengt ons op een gevaarlijk hellend vlak. Ons aanpassen aan de rechtse retoriek in naam van een vermeende ‘verrechtsing’ van de bevolking zal de werkende klasse niet helpen.
Het klopt dat de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd sterk aanwezig was in de campagne. Als de vakbonden geen actieve strijd voeren voor hogere lonen, is er meer ruimte om het argument dat werken meer moet lonen te misbruiken om uitkeringen aan te vallen. Als collectieve strijd geen uitweg of uitzicht op vooruitgang lijkt te bieden, dan ligt de doodlopende weg van het zoeken naar individuele oplossingen en het richten van woede op de zwaksten breed open. Dan wordt het ongenoegen en onbehagen niet gericht tegen de verantwoordelijken van de heersende klasse, maar wordt naar beneden geschopt. De weigering van de vakbondsleiders om in de verkiezingsperiode strijd te organiseren, zogezegd om de bevriende partijen te ontzien, maakte de ruimte voor rechts groter.
Strijd nu voorbereiden
ABVV-voorzitter Thierry Bodson zei dat “we niet gaan mobiliseren vanuit angst, we gaan nu niet mobiliseren omdat we het resultaat van de verkiezingen respecteren. We gaan mobiliseren wanneer de mensen zich bewust worden van wat er op de agenda staat, en als er belangrijke sociale achteruitgang is, dan zullen we mobiliseren.” (2) We weten nu al dat rechts sociale achteruitgang wil opleggen. De N-VA, MR en Les Engagés zijn voorstander van verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen. Hun programma’s staan bol van asociale aanvallen, van een puntensysteem voor de pensioenen tot een aanval op syndicale vrijheden. Aan Franstalige kant organiseerden Bouchez en Prévot meteen een ontmoeting met vertegenwoordigers van de Vlaamse werkgeversfederaties Unizo en Voka. De Wever verklaarde in 2010 al dat Voka zijn baas was. Het geeft aan in welke richting het zal gaan. Ook zonder de Europese bevelen om te besparen zou het plaatje er somber hebben uitgezien.
We zijn het met Bodson eens dat een overhaaste mobilisatie niet de beste optie is, maar de voorbereiding van sociaal protest moet wel nu starten. Wachten tot de schok van de aanvallen het bewustzijn verandert, mag niet het vertrekpunt zijn. De grote algemene staking van de winter van 1960-61 werd voorafgegaan door een ‘operatie waarheid’: grote openbare bijeenkomsten en vakbondsvergaderingen waarop de leugens van rechts en de grote bazen werden weerlegd en waarmee de werkende klasse werd voorbereid op strijd. Een bokser wacht niet op de eerste uppercut om in beweging te komen, net zomin als hij de ring ingaat zonder zich eerst op te warmen. Het is in de klassenstrijd niet anders.
Welke strijd is er nodig? Een grote betoging of nationale stakingsdag om ‘druk uit te oefenen’ zal niet volstaan. Theo Francken (N-VA) was duidelijk in een interview met Knack meteen na de verkiezingen: “Natuurlijk verwachten we dat het FGTB en de andere vakbonden nu al plannen aan het smeden zijn voor een reeks stakingen – waarom niet meteen een tiendaagse staking? Ze doen maar.” Er is nood aan een oplopend actieplan dat uitvoerig besproken wordt aan de basis, met actiedata die ruim op voorhand bekend zijn en waarbij elke mobilisatie (betogingen of stakingen per provincie, nationale betogingen …) de volgende al voorbereidt.
“Don’t mourn, organise”
Die slogan komt van de Amerikaanse vakbondspionier Joe Hill. Een van de grote verschillen met 2014 en de rechtse besparingsregering van Charles Michel en Bart De Wever, die toen aan de macht kwam, is de positie van de PVDA. Dat is nu een partij met 25.000 leden, de vierde grootste op federaal vlak, met een opmerkelijke groei in Brussel, een mooie groei in Vlaanderen en lichte achteruitgang in Wallonië. We zijn uiteraard blij met deze resultaten, maar de achteruitgang in Wallonië nemen we best ernstig.
De campagne van de PVDA was net als die van andere partijen sterk op de sociale netwerken gericht. Dit werd versterkt door het indrukwekkende aantal jongeren dat voor het eerst ging stemmen: 600.000 tot 800.000 jongeren tussen 16 en 23 jaar. Het grote nadeel van dit type campagne is dat het passiviteit in de hand werkt. Een belangrijke kracht van de sterkste campagnes van Bernie Sanders, Jeremy Corbyn en Mélenchon was de dynamiek van massabijeenkomsten die passieve steun omzetten in actieve betrokkenheid in de campagne.
De PVDA scoorde het beste in de steden, waar veel werkenden wonen en waar sociale strijd een grotere rol speelt, ook tijdens de campagne. In Antwerpen, de historische bakermat van het Vlaams Belang, werd de PVDA de tweede partij met 22%. De partij van Van Grieken en Dewinter werd er verslagen. De dynamiek van het protest rond Gaza en de rol van de PVDA daarin is daar niet vreemd aan.
Er is een debat nodig over de strategie tegen de komende rechtse regeringen. Dat is onderdeel van de strijd om de resultaten van de PVDA in oktober te maximaliseren en zo de positie van de werkende klasse te versterken.
In de strijd tegen rechts staan we sterker met een programma om heel de samenleving te veranderen. Bodson heeft een punt als hij opmerkt: “Links had geen plan voor de samenleving, het had enkel een waslijst van maatregelen.” De PVDA legde in de campagne sterk nadruk op aanvaardbaarheid om mee te besturen. Hierdoor werd de PVDA soms gezien als een partij links van de PS en meer strijdbaar, maar niet fundamenteel anders dan de sociaaldemocratie.
Het programma van de radicale linkerzijde moet gebaseerd zijn op sociale behoeften, niet op wat de instellingen van het kapitaal toestaan. We mogen geen concessies doen aan hun discours: alles wijst op de dringende noodzaak van een ander productiesysteem. Dat is de echte ‘breuk met het verleden’. De weg is lang, maar de beste manier om mensen te overtuigen dat we het menen is door meteen duidelijkheid te scheppen over ons alternatief van een democratische socialistische samenleving, waarin de sociale meerderheid van de producenten van rijkdom ook beslist over het gebruik ervan. De acties van de Brusselse campagne van activisten en vakbondsleden onder de noemer ‘Commune Colère’ (3) zijn een uitstekende bron van inspiratie als deze pleiten voor de “socialisatie van het gemeengoed” (zoals energie).
De uitdagingen voor de lokale verkiezingen van oktober zijn duidelijk: rechts bestrijden met een ernstig actieplan, de ruimte voor extreemrechts beperken en de hoop die de PVDA biedt maximaliseren. In de ‘slag om Antwerpen’ en de strijd voor een front van rebelse gemeenten met een linkse meerderheid, zal LSP een actieve rol spelen. Dit is onderdeel van de opbouw van een krachtsverhouding tegen de besparingsregeringen op alle andere machtsniveaus.
- Jean Faniel: “Une gauche qui n’a pas fait rêver”, syndicatsmagazine.be, 18 juni.
- Thierry Bodson (ABVV): “Certains citoyens vont vite comprendre qu’on leur a vendu du rêve, et qu’ils ont été trompés sur la marchandise”, interview door Thomas Gadisseux in La Première, rtbf.be, 17 juni.
- commune-colere.be
-
Antifascistisch protest na verkiezingen. Tegenover extreemrechts: strijd en solidariteit!
De overwinningsnederlaag van het Vlaams Belang zorgde bij velen voor een gevoel van opluchting dat erger was voorkomen. Het VB ging echter fors vooruit en werd in de Europese verkiezingen de grootste partij langs Nederlandstalige kant. De peilingen werden niet waargemaakt, waardoor er geen euforie was bij het VB. Ruim 22%, de grootste in de helft van de Vlaamse gemeenten en in 39 gemeenten 30% of meer: dat is een erg donker resultaat.
door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist
Geen regeringsdeelname
Mee besturen was voor het VB een belangrijk thema van de campagne. De Wever trok lessen uit het geschipper van de Nederlandse VVD omtrent samenwerking met extreemrechts. Hij sloot de deur voor samenwerking uitdrukkelijk om de N-VA voor te stellen als de meest geloofwaardige optie voor een rechts Vlaams beleid te krijgen. Op die basis bleef de N-VA de grootste partij, al was het verschil bij de Vlaamse verkiezingen kleiner.
Het doorbreken van het cordon sanitaire op lokaal vlak zou het argument van N-VA over de onbekwaamheid van het VB om te besturen ondergraven. Anderzijds volgen er na de lokale verkiezingen van oktober vijf verkiezingsvrije jaren, wat voldoende lang is om risico’s te nemen. Bovendien blijft het gevaar reëel dat extreemrechts een absolute meerderheid haalt in Ninove, waar het VB op 9 juni 39,7% haalde.
De belangrijkste lichtpunten waren de resultaten in grote steden, waar het VB erg zwak scoorde. In Antwerpen haalde de PVDA een opmerkelijke 22%. Het VB bleef ter plaatse trappelen. Ook in Brussel werd de verhoopte doorbraak van het VB niet gerealiseerd.
De N-VA zal de steun voor het VB aangrijpen om een rechtser beleid te voeren dat leidt tot meer tekorten en dus nog meer ruimte creëert voor verdeeldheid en haat. Op de bekommernissen van kiezers van extreemrechts zal geen antwoord komen. Rechts biedt geen antwoord op extreemrechts, maar normaliseert het en spreidt er het bedje voor.
Schok in Franstalig België
Langs Franstalige kant slaagde Chez Nous er niet in om een zetel te behalen. Stelselmatig antifascistisch protest maakte het onmogelijk om zich publiek te manifesteren. Er was ook intern geruzie binnen de extreemrechtse familie: Marine Le Pen trok naar de rechter in Luik om Chez Nous te verbieden haar afbeelding te gebruiken.
Een belangrijk obstakel voor Chez Nous was de campagne van de MR die een buitenbaan van rechts-populisme opzocht. Georges-Louis Bouchez deed vergeten dat zijn partij deel uitmaakte van de vorige regering, hij overtrof de PS in het voeren van oppositie vanuit de meerderheid. De MR combineerde het inzetten van populaire kopstukken als Sophie Wilmès met het bewust opzoeken van elementen van racisme. Minister-president Pierre-Yves Jeholet merkte in een debat over de hoofddoek op dat Nabil Boukili (PVDA) niet in België hoeft te blijven als het hem hier niet bevalt. MR-gemeenteraadslid Philippe Lefèvre deelde berichten van Geert Wilders en Marion Maréchal-Le Pen. De kersverse MR-kandidaat Marc Ysaye likete de afgelopen jaren tal van berichten van extreemrechts. De MR werd een ‘catch-all’ partij die allerlei vormen van ongenoegen naar zich toetrekt. Het leverde stemmen op, maar dit kan ook de deur openen voor een doorbraak van extreemrechts in een later stadium aangezien het zorgt voor een normalisatie van extreemrechts.
De PS verloor niet omdat het een te links beleid voerde, maar omdat het na jarenlange machtsdeelname geen antwoorden biedt op de sociale noden. Dat maakte dat velen voor ‘iets anders’ stemden, ook in de traditionele Waalse bastions.
Het resultaat van de MR zorgt voor een schok. Bovendien is er langs Franstalige kant veel aandacht voor Frankrijk, waar het Rassemblement National van Jordan Bardella de Europese verkiezingen won met 31%.
Macron riep meteen nieuwe parlementsverkiezingen uit en capituleerde zo voor extreemrechts, iets waartoe hij niet bereid was toen een grote meerderheid van de Fransen maandenlang acties en stakingen tegen zijn pensioenhervorming voerde of steunde. Tijdens de campagne voor de Europese verkiezingen was Bardella welkom op ontmoetingen met tal van werkgeversorganisaties. Een deel van het rechtse Les Républicains is bereid om een alliantie met extreemrechts te sluiten. De hoop dat traditioneel rechts een buffer vormt tegen extreemrechts is compleet vervlogen.
Terugslag in oktober?
Extreemrechts ging vooruit in de Europese verkiezingen. Er waren echter ook elementen van terugslag na grote vooruitgang in de nationale verkiezingen. Dit was onder meer het geval in de Scandinavische landen. Eerder was er een gelijkaardige tendens in de Indische verkiezingen, waar de extreemrechtse BJP van Modi wel de grootste bleef, maar veel zetels verloor.
Lokale verkiezingen hebben een eigen dynamiek. Langs Franstalige kant zal de PS alles bovenhalen om terrein terug te winnen op de MR. Het kan daarbij beroep doen op de schok van het besef van wat een rechts beleid betekent. Daarnaast heeft de PS nog steeds een sterke lokale aanwezigheid. Langs Nederlandstalige kant kan het VB het moeilijk hebben om de scores in plattelandsgemeenten te evenaren, de uitbouw van lokale afdelingen staat er doorgaans nog in de kinderschoenen. Anderzijds is het politieke landschap vandaag zo instabiel dat nieuwe verrassingen ook op lokaal vlak waarschijnlijk zijn.
Een antwoord van strijd en solidariteit
De schok van 9 juni leidde tot massaal protest in Frankrijk. Op 15 juni waren er 650.000 betogers tegen extreemrechts. Ook in België waren er grote acties, met duizenden voornamelijk jonge betogers op 11 juni in Luik en Brussel en vervolgens een nationale betoging met 10.000 deelnemers op 16 juni. Het initiatief daarvoor ging uit van de Coördinatie van Antifascisten in België (CAB) en kreeg de steun van onder meer het ABVV en de Franstalige CNE. LSP speelde een actieve rol en wil de CAB verder uitbouwen. We willen daarnaast de antifascistische betrokkenheid onder vakbondsmilitanten versterken. We koppelen strijd tegen extreemrechts uitdrukkelijk aan verzet tegen alle vormen van onderdrukking en andere strijdbewegingen.
Protest is belangrijk, maar volstaat niet. Ondanks massaal antiracistisch protest begin dit jaar, werd het Duitse AfD met 16% de tweede partij, in het oosten zelfs de grootste. Het Franse protest dwong de linkse partijen tot samenwerking in het ‘Nouveau Front Populaire’. Ook daar zal de kwestie van programma en benadering cruciaal zijn. Het straatprotest kan dit naar links duwen, naar een breuk met het status-quo.
Tegenover de uitdagingen van deze tijd heerst het gevoel dat links faalt. Dat komt door het gebrek aan een programma en benadering gericht tegen het volledige kapitalisme. De geloofwaardigheid van het temmen van een kapitalisme in verval staat op een historisch dieptepunt. Dat is niet verwonderlijk: een echt antwoord is niet mogelijk zonder de volledige winstmachine in vraag te stellen.
Het maakt dat extreemrechts soms als ‘duidelijker’ wordt gezien. Rechts en extreemrechts hebben echter geen antwoorden. Ze gaan mee in de stroom van een samenleving gebaseerd op onderdrukking en uitbuiting, maar stellen zich fors op terwijl radicaal links zich al te vaak beperkt tot kleinere aanpassingen of enkel het behoud van eerder afgedwongen sociale verworvenheden.
Het antifascistisch protest staat sterker als het ingaat tegen alle vormen van onderdrukking en uitbuiting die eigen zijn aan het kapitalisme. Strijd is noodzakelijk om de hoop op verandering in het belang van de meerderheid van de bevolking te concretiseren. Het is ook onderdeel van de opbouw van een krachtsverhouding om de productiemiddelen uit handen van de kapitalisten te halen, zodat een democratische planning gericht op de belangen van mens en planeet mogelijk wordt.
-
Rechts aan zet. Werkende klasse moet zich opmaken voor strijd!
De verkiezingen maken rechtse regeringen mogelijk op federaal vlak, in Vlaanderen, Wallonië en zelfs indien het complexer ligt ook in Brussel. De overwinning van de MR is historisch en een slag voor de PS. Tegelijk kregen de liberalen van Open VLD een uppercut. De groenen zijn weggevaagd, zelfs indien Petra De Sutter (Minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven en de eerste vrouwelijke transminister van Europa) op haar eentje Groen boven de kiesdrempel hield met een sterke profilering rond LGBTQIA+rechten tegenover de aanvallen van extreemrechts daarop. Het feit dat het VB onder de verwachtingen bleef, zorgt bij velen voor een gevoel van opluchting. Maar dan wel een gemengd gevoel: 22% blijft bijzonder veel en een rechts beleid zal de verdeeldheid versterken waarop extreemrechts in alle delen van het land kan groeien. Gelukkig zijn er de scores van de PVDA, die voortaan in alle Vlaamse provincies verkozenen heeft en een uitstekend resultaat neerzette in Antwerpen en Brussel. Elders bleef het onder de verwachtingen na een campagne die benadrukte dat de partij klaar is om mee te besturen. De werkende klasse in al haar diversiteit drukte echter te weinig haar stempel op deze verkiezingen op basis van eigen acties.
Systeem loopt vast – strijd is bepalend
Wij omschrijven het huidige tijdperk als dat van de wanorde. De crises stapelen zich op, versterken elkaar en lijken onoverkomelijk. Van de klimaatcrisis tot de nooit geziene ongelijkheid over een toenemende instabiliteit die met oorlogsgeweld gepaard gaat. Dit zijn geen abstracte kwesties, ze zijn voor de werkenden en hun gezinnen erg tastbaar in hun portemonnee en hun vooruitzichten. Zeker na een periode van snelle prijsstijgingen terwijl de dienstverlening langs alle kanten kraakt.
Lange tijd liet de Belgische heersende klasse haar instrumenten van politieke vertegenwoordiging verwaarloosd, tot het punt waarop ze alleen nog kon rekenen op de PS als een stabiele en betrouwbare partij, die echter een langzamer tempo van asociale tegenhervormingen oplegde. Aan Franstalige kant markeren deze verkiezingen een verandering met de fysieke betrokkenheid bij de campagne van enkele zwaargewichten van de heersende klasse, zoals Olivier de Wasseige (voormalig hoofd van de Union wallonne des entreprises) en Yvan Verougstraete (oprichter van Medi-Market, een keten van apotheken en parafarmaceutische winkels) voor Les Engagés, en Olivier Willocx (voormalig hoofd van BECI, Brussels Entreprises Commerce and Industry) voor de MR. Daarnaast hebben niet minder dan vier voormalige universiteitsrectoren zich kandidaat gesteld: Yvon Englert (ULB) voor de PS, Vincent Blondel (UCLouvain) voor Les Engagés, Naji Habra (UNamur) voor Écolo en Pierre Jadoul (Université Saint-Louis) voor de MR. De heersende klasse kan zich verheugen over het feit dat ze enkele van de kortetermijnelementen van deze crisis van de vertegenwoordiging heeft uitgesteld, maar de kern ervan – het falen van de mainstream politiek om te reageren op de tegenstellingen van het productiesysteem – zal de komende tijd opnieuw tot uiting komen op politiek niveau.
Tegenover deze uitdagingen heerst het gevoel dat links faalt. Dat komt niet door een te links beleid, maar net door het gebrek aan een programma en benadering dat zich richt tegen het volledige kapitalisme. De geloofwaardigheid van het temmen van een kapitalisme in verval staat op een historisch dieptepunt. Het maakt dat extreemrechts soms als ‘duidelijker’ wordt gezien. Rechts en extreemrechts hebben geen antwoorden. Ze gaan mee in de stroom van een samenleving gebaseerd op onderdrukking en uitbuiting, maar stellen zich fors op terwijl radicaal links zich al te vaak beperkt tot kleinere aanpassingen of enkel het behoud van eerder afgedwongen sociale verworvenheden.
Dit volstaat niet en al zeker niet op het terrein van de verkiezingen die doorheen de geschiedenis omgevormd zijn tot een terrein gedomineerd door de ideologie van de heersende klasse. Sociale verworvenheden in het verleden zijn nooit afgedwongen door er vriendelijk om te vragen in het kader van coalitiegesprekken of nachtelijke onderhandelingen onder politici. Ze kwamen er steeds door strijd van onderuit door de werkende klasse op straat en in de bedrijven, los van de vraag wie er in de regering zat.
De potentiële kracht van de georganiseerde arbeidersklasse, die eens te meer bleek uit de massale deelname aan de sociale verkiezingen, werd amper benut in de politieke verkiezingen. Dit onderstreept het belang van het verdedigen op de werkvloer, vooral tijdens sociale verkiezingen, van een strijdbaar syndicalisme dat het strikte kader van het bedrijf overstijgt en niet aarzelt om een visie op de maatschappij te verdedigen die gebaseerd is op de belangen van onze klasse.
Hierdoor is het niet de agenda van de werkende klasse die de debatten domineert, maar de onderlinge populariteitsstrijd tussen gevestigde kopstukken. Gelukkig zorgt de PVDA de afgelopen jaren voor een ander geluid. Dit verklaart in het bijzonder de prominente plaats die de kwestie van het belasten van grote vermogens tijdens een deel van de campagne innam. Er waren acties, zoals de ongezien sterke onderwijsbetogingen en stakingen langs Nederlandstalige kant of de acties van het personeel van de Brusselse lokale en regionale besturen. Dit werd echter onvoldoende veralgemeend om doorheen strijdbewegingen de belangen van de werkende klasse in het centrum van het debat te plaatsen door een krachtsverhouding op te bouwen voor het afdwingen van nieuwe sociale verworvenheden op basis van de vele noden.
De hoop die de PVDA brengt maximaliseren
De PVDA scoorde in de steden, met bijzonder sterke resultaten in Antwerpen en Brussel (maar ook in Genk, Vilvoorde en enkele andere plaatsen). Voor het eerst heeft de PVDA verkozenen in alle Vlaamse provincies. Met 22% deelde de PVDA in Antwerpen een pandoering uit aan het Vlaams Belang. Het toont de mogelijkheden om extreemrechts tegen te houden. In Brussel wordt de PVDA de derde partij met meer dan 20%. In Luik en Charleroi houdt de PTB grotendeels stand rond de 20%. Tegelijk valt niet te ontkennen dat er een lichte achteruitgang was in Wallonië en dat de verwachtingen in Vlaanderen hoger lagen.
Er is in Vlaanderen niet enkel de populariteit van Jos D’Haese, stilaan de onbetwiste nummer één van zijn partij, maar vooral ook de stem rond Gaza. De opeenvolgende nationale en lokale acties tegen de gruwel in Gaza blijven duizenden mensen op de been brengen en steeds is PVDA daar prominent aanwezig en actief bij betrokken. Het toont hoe bewegingen en strijd de agenda kunnen bepalen en zeker voor een linkse partij van doorslaggevend belang zijn.
In debatten rond sociale kwesties was Raoul Hedebouw steeds uitstekend en populariseerde hij een linkse opstelling. Het effect daarvan is reëel, maar blijft wellicht te beperkt als het niet gekoppeld wordt aan actie en een beweging op straat. In de discussies over LGBTQIA+rechten, waarmee extreemrechts de afgelopen weken onder vuur lag, liet PVDA zich helaas weinig opmerken. Dit terrein werd aan Petra De Sutter overgelaten, zelfs indien die zich vooral beperkte tot het verdedigen van verworven rechten en niet offensief opkwam voor nieuwe rechten.
De PVDA benadrukte sterk dat het klaar is om mee te besturen en dat een stem voor de PVDA dus een nuttige stem was. De nuttigheid van een stem koppelen aan bestuursdeelname beantwoordde de kritiek van vooral de PS, maar maakte dat er minder nadruk lag op het belang van strijd en de opbouw van een krachtsverhouding met de volledige arbeidersbeweging. Doorheen de campagne werd de PVDA herhaaldelijk bekritiseerd op het punt van de ‘aanvaardbaarheid’ en ‘haalbaarheid’ van maatregelen. Tegelijk namen andere partijen eisen als de vermogensbelasting over. Het gebrek aan een breed mobiliserende campagne – wat bijvoorbeeld Mélenchon, Corbyn en Sanders destijds wel deden met massameetings en grote betogingen – maakte dat de PVDA teveel werd gezien als een linkse partij zoals de andere, met een scherper kantje maar ook niet te scherp om deelname aan een regering niet onmogelijk te maken. De wisselwerking tussen de electorale positie van links en strijdbewegingen is nochtans essentieel. De rol van de Gaza-protesten in het resultaat van de PVDA is daar een uitdrukking van. Dit is ook mogelijk rond sociale thema’s als lonen, pensioenen, betaalbaar wonen, openbare diensten … Bij de aankondiging van de resultaten werd een kans gemist om te pleiten voor een breed front van verzet tegen de rechtse regeringen die nu overal dreigen.
Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen komt het erop aan om de vooruitgang van de PVDA lokaal te consolideren en door te zetten. Dat gebeurt het best met al wie daaraan wil bijdragen en met een benadering gericht op strijd en bewegingen. LSP roept al 10 jaar op om op PVDA te stemmen en deed dit ook in de huidige campagne. Bij de lokale verkiezingen zijn we bereid een grotere rol te spelen, bijvoorbeeld met gezamenlijke campagnemomenten en/of kandidaten op PVDA-lijsten. Een zo sterk mogelijk resultaat van de PVDA in oktober kan de basis leggen voor een front van rebelse gemeenten die mee een rol spelen in de noodzakelijke strijd tegen de rechtse regeringen die nu op verschillende niveaus worden voorbereid.

PVDA is sterk aanwezig in strijdbewegingen. Foto door Liesbeth Als het niet over ideologie gaat, wordt het een kwestie van kopstukken
Zeker langs Nederlandstalige kant werd de campagne gedomineerd door een handvol kopstukken. Het maakt de nederlaag van Open VLD des te frappanter. Voor De Croo is het over en uit, het einde van een tijdperk. Een interne afrekening is bijna onvermijdelijk bij deze partij, met onder meer Lachaert die al klaar staat om via zijn goede band met Bouchez van de MR zichzelf terug op het voorplan te werken. De sterke nadruk op enkele kopstukken is op zich een uitdrukking van wantrouwen in de politiek. Dat kwam ook tot uiting in het recordaantal thuisblijvers: iets meer dan 1 miljoen Belgen stemden niet, nog eens 100.000 meer dan bij de vorige verkiezingen.
De grootste verrassing langs Nederlandstalige kant was de ‘overwinningsnederlaag’ van het Vlaams Belang terwijl N-VA stand hield. Ook dat is ongetwijfeld sterk verbonden met de kopstukken. De Wever haalde Van Grieken meermaals onderuit in de debatten en televisieprogramma’s, terwijl hij zich opwierp als harde criticus van Vivaldi en VLD in het bijzonder. De Vlaamse kopstukken van N-VA kwamen amper aan bod. Er is een verschil van 1,7% tussen het federale en het Vlaamse resultaat van N-VA, federaal is er vooruitgang naar 25,6% maar op Vlaams niveau achteruitgang naar 23,9%. Het aantal voorkeurstemmen van minister-president Jan Jambon in de provincie Antwerpen is gehalveerd. Ben Weyts doet het in Vlaams-Brabant op Vlaams niveau veel slechter dan Theo Francken op federaal niveau. Enkel Zuhal Demir vormt een uitzondering, maar zij werd niet gezien als verantwoordelijke voor het rampzalige beleid in onderwijs, zorg en openbaar vervoer. De aftredende Vlaamse regering van Jan Jambon verloor op 9 juni zijn meerderheid.
Terwijl zowat alle andere kopstukken een op den duur platgetreden pad van steeds dezelfde argumenten en debatfiches volgden, scoorde De Wever door regelmatig nieuwe argumenten aan te halen terwijl hij de koers aanhield om zowel tegen het VB als Vivaldi uit te halen en de aandacht weghield van het rampzalige palmares van de door N-VA geleide Vlaamse regering. Enkel Petra De Sutter viel daarnaast in de debatten op met een sterke verdediging van LGBTQIA+rechten, tegenover extreemrechts dat daar een thema van maakte waarmee het deels in eigen voet schoot. De Wever had dit sneller dan Van Grieken begrepen en hield zijn boekje tegen ‘woke’, eigenlijk tegen al wie opkomt tegen onderdrukking, zorgvuldig onder de radar.
Door VB naar de tweede positie te duwen en zelf stand te houden, werd de ‘I’m still standing’ waarmee De Wever de zaal met zijn aanhangers op de verkiezingsavond betrad omgevormd tot een overwinning. Ondertussen haalde het Vlaams Belang een enorme score van 22% en wordt het de grootste partij in de provincies West-Vlaanderen, Limburg en Oost-Vlaanderen. Daarnaast haalt het VB hoge scores in de Kempen. De peilingen voorspelden een donkerzwarte zondag. Zelfs indien het uiteindelijke resultaat beperkter was, blijft dit een erg zwarte zondag. Het VB heeft zich naar voren geduwd en is sterker aanwezig, onder meer bij jongeren en op het platteland. In de Europese verkiezingen, waar er doorgaans minder ‘pragmatisch’ wordt gestemd omdat het Europese niveau ver van ons bed is, werd het wel de grootste partij. Samen met de versterking van extreemrechts in de rest van Europa zal dit onder meer de LGBTQIA+haat versterken. Extreemrechts is een gevaar voor mensen van kleur, voor LGBTQIA+ personen, voor feministen, voor syndicalisten … Antifascistisch protest is en blijft meer dan nodig!
Het idee dat rechts een dam tegen extreemrechts kan opwerpen, is een illusie. Het resultaat van het Rassemblement National en van Jordan Bardella in Frankrijk (meer dan 30%), is op dat vlak veelzeggend. Macron riep meteen nieuwe parlementsverkiezingen uit en capituleerde zo voor extreemrechts, iets waartoe hij niet bereid was toen een grote meerderheid van de Fransen maandenlang acties en stakingen tegen zijn pensioenhervorming voerde of steunde. Het establishment experimenteert liever met extreemrechts dan het toegeeft aan de arbeidersbeweging. Vermeldenswaard zijn ook de ontmoetingen die tijdens de Europese verkiezingscampagne werden georganiseerd tussen de voorzitter van het Rassemblement National en verschillende werkgeversorganisaties (Medef, Confédération des PME, Union des entreprises de proximité (U2P), France Invest). De bereidheid van minstens een deel van Les Républicains om een alliantie met Marine Le Pen te sluiten, maakt het failliet van de hoop dat traditioneel rechts een buffer vormt tegen extreemrechts compleet.
Bij Vooruit werd zorgvuldig gekozen voor een taakverdeling tussen Melissa Depraetere en Conner Rousseau, wat beiden een goed resultaat opleverde en een vooruitgang tegenover het rampzalige resultaat van 2019. De beperkte sociale maatregelen onder Vivaldi (behoud van de index en minimumpensioen van 1500 euro) werden geclaimd, zonder evenwel de regering op zich al te hard te verdedigen. Het enthousiasme zal echter niet overal even groot geweest zijn, in de steden Brussel en Antwerpen was er weinig reden tot feesten bij Vooruit. In Brussel zorgde het vertrek van Fouad Ahidar voor een leegloop. De deelname aan de Antwerpse coalitie van De Wever leverde interne ruzies en breed wantrouwen onder de kiezers op. Regeringsdeelname lijkt het doel van Vooruit, maar ongetwijfeld zal er zowel bij Vooruit als CD&V (dat het resultaat van de meest rampzalige peilingen kon voorkomen maar ondertussen wel verliest) nagedacht worden over wat er nu met De Croo is gebeurd.
De ruimte voor rechts-populisme in Wallonië
De MR zocht steeds meer een buitenbaan van rechts-populisme op waarbij de enige zekerheid is dat Georges-Louis Bouchez de controverse opzoekt. Terwijl dit een deel van de traditionele basis weg duwde richting Les Engagés, bleek de ruimte voor een tegenstem ook in Wallonië erg groot. Dit werd gecombineerd met de populariteit van kopstukken zoals Sophie Wilmès (nog versterkt door het medeleven na het verlies van haar man in 2022 waarna ze aftrad als minister van Buitenlandse Zaken), die Europees maar liefst een half miljoen voorkeurstemmen haalt. Er was vooruitgang voorspeld, maar niemand zag aankomen dat het richting 30% zou gaan. In de campagne was Bouchez niet de enige die bewust forse uitspraken liet optekenen. Minister-president Pierre-Yves Jeholet viel op met een racistische uitspraak tegen Nabil Boukili (PVDA). In een debat over de hoofddoek zei Jeholet dat Boukili niet in België hoeft te blijven als het hem hier niet bevalt. Extreemrechts kon eens te meer niet doorbreken in Wallonië, maar de MR volgt een steeds populistischere koers. Dat kan een zeker anti-establishmentimago opwerpen, wat de partij van Bouchez stemmen heeft opgeleverd. Het kan echter ook de deur openen voor een doorbraak van extreemrechts in een later stadium aangezien het zorgt voor een normalisatie van extreemrechts.
Zo ver is het nu gelukkig nog niet. Het extreemrechtse Chez Nous kon de aanvankelijke verwachtingen niet inlossen. De banden met het Rassemblement National van Le Pen raakten ernstig verstoord en publieke activiteiten bleven op antifascistisch protest botsen. Toch zijn er scores van 6% in Flemalle, 5,5% in Seraing, 5,4% in Charleroi, 5,2% in Herstal en 4,6% in La Louvière. Dit levert geen zetels op, maar dat mag niet wegnemen dat er een waarschuwing is.
De tweede winnaar in Wallonië is Les Engagés van Prévot. De vroegere CDH moest wel gokken om te overleven en zette zichzelf terug in de markt. Het kon zich als betrouwbare centrumpartij opwerpen op een ogenblik dat de MR de populistische toer opging. Samen met de ineenstorting van Ecolo zorgde dit voor een momentum waar Les Engagés optimaal gebruik van maakte bij deze verkiezingen. De onderhandelingen met MR voor regionale regeringen zijn meteen gestart. Prévot houdt de deur voor een federale coalitie met N-VA open en versterkt de banden met CD&V. Een hard besparingsbeleid voeren, kan de herwonnen populariteit van Les Engagés echter snel ondergraven.
Aan de linkerkant is het verlies het grootste voor Ecolo, dat halveert tot 7%. De groenen recycleren hun vorige verkiezingsnederlagen, toen ze na regeringsdeelname eveneens hard afgestraft werden in 2003, 2004 en 2014. Welke lessen vallen daaruit te trekken? Klimaat blijft een belangrijk thema, nu de opwarming versnelt en leidt tot meer gevallen van extreem weer. Proberen binnen de marges van het gevestigde beleid iets gedaan te krijgen, lukt duidelijk niet. De nederlaag toeschrijven aan profilering rond thema’s als LGBTQIA+rechten in plaats van de corebusiness van klimaat, is oppervlakkig en in tegenspraak met het resultaat van Petra De Sutter en Groen.
De cijfermatige schade voor de PS blijft ‘beperkt’ tot 3%, maar door de forse groei van MR komt dit veel harder aan. Ook in Brussel, waar de PS stand hield met 22% en kopstuk Laaouej de populairste is, maakt de groei van MR dat dit als een nederlaag wordt aangevoeld. Dit wordt versterkt door de blauwe winst in drie noordelijke Brusselse gemeenten (Jette, Sint-Agatha-Berchem en Ganshoren). Zich profileren als oppositie binnen de regering, was niet langer mogelijk voor de PS die op dat vlak voorbijgestoken werd door Bouchez. De PS verloor niet omdat het een te links beleid voerde, maar omdat het na jarenlange machtsdeelname geen antwoorden bood op de sociale noden. Dat maakte dat velen voor ‘iets anders’ stemden, ook in de traditionele Waalse bastions.
De PVDA verliest in Wallonië 1,6%. De partij houdt grotendeels stand in de grote steden met 20% in Luik en Charleroi, maar kan de rest van de vooruitgang in 2019 niet vasthouden. Alleszins is het een pak minder dan de peilingen die op momenten de PVDA op 20% plaatsten. De doorbraak in 2019 was mee het resultaat van de populariteit van Raoul Hedebouw, die nu zijn aandacht over het hele land verdeelde. Die vooruitgang kwam er bovendien in de nasleep van grote sociale bewegingen tegen de rechtse regering-Michel en tegen aanvallen op de pensioenen. Er is discussie nodig over de redenen van de achteruitgang langs Waalse kant. Een puur electoralistische benadering rond een minimaal programma is te beperkt. De verkiezingscampagne zou sterker staan met een strijdbaar actieplan dat de bredere arbeidersbeweging mee betrekt.
Eén, twee of drie democratieën?
Op het eerste gezicht lijkt het resultaat de kaarten gemakkelijker te leggen. Er is een meerderheid rond N-VA mogelijk in Vlaanderen met Vooruit en CD&V. In Wallonië halen MR en Les Engagés een meerderheid. Zo eenvoudig is het in België echter niet. Er is immers ook Brussel, waar de resultaten anders zijn dan in de rest van het land. Langs de Franstalige kant is MR de grootste, maar houdt de PS stand en scoort de PVDA. Les Engagés gaat vooruit in de hoofdstad, maar blijft op 10% steken waardoor MR en Les Engagés niet aan een meerderheid komen. Langs Nederlandstalige kant is de institutionele kortsluiting met een meerderheid van VB en N-VA vermeden. Het zijn Groen en Team Ahidar die winnen, wat evenmin aansluit bij het Vlaamse resultaat. Een Brusselse regering vormen, wordt alleszins een uitdaging.
Het Brusselse resultaat doorprikt de retoriek van ‘twee democratieën’ in België. De verschillen tussen Brussel en de rest van het land zijn groter geworden. Daarnaast is er ook geen sprake meer van een ‘rechts Vlaanderen’ tegen een ‘links Wallonië’, aangezien rechts ook in Wallonië won (en dat zonder dat de Waalse N-VA-lijsten potten hebben gebroken). Dat ondergraaft het belangrijkste argument van N-VA over waarom een staatshervorming nodig zou zijn. Verder zijn er grote verschillen tussen de resultaten in alle grootsteden en die in de rest van het land.
Dit is niet onbelangrijk als er straks een regering gevormd wordt. De Wever stuurt al wekenlang aan op een ‘minikabinet’ om de begroting op orde te zetten, eigenlijk een sociaal-economische besparingsregering die het communautaire even opzij zet. Dit ‘minikabinet’ ziet De Wever als een afspiegelingscoalitie van de regionale regeringen. Met het afwijkende resultaat in Brussel wordt dit moeilijker. De grote vooruitgang van MR en Les Engagés werpt bovendien de kwestie op van een volwaardige rechtse regering. Als die niet als ‘minikabinet’ wordt voorgesteld, duikt de vraag van een staatshervorming onvermijdelijk op. Op communautair vlak staan N-VA enerzijds en de mogelijke coalitiepartners echter erg ver van elkaar.
Rechts staat klaar om aan te vallen
Er zijn heel veel obstakels om tot regeringen te komen. De overwinningsroes van N-VA en MR kan de basis leggen voor Vlaamse en Waalse regeringen, maar Brussel blijft een moeilijkheid. Zowel omwille van de resultaten als door de enorme uitdagingen na een beleid dat de sociale tekorten doet ontsporen. Een federale regering blijft eveneens moeilijk, zelfs indien rechts klaar staat om de aanval op onze levensstandaard en openbare diensten in te zetten.
Voor de N-VA kan er 30 miljard bespaard worden door te kijken naar onder meer de zorg, vluchtelingen, leefloners, werklozen, zieken … Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd is wellicht de makkelijkste maatregel voor een toekomstige coalitie, maar dat schuift het probleem vooral door naar de leeflonen. Het activeren van langdurig zieken klinkt gemakkelijk, maar hoe zet je iemand die echt op is opnieuw aan het werk? Hoe kan je 4,5 miljard uit de zorg halen terwijl die sector kreunt onder de tekorten?
De harde aanvallen worden echter voorbereid en rechts krijgt een parlementaire positie om daartoe over te gaan. De arbeidersbeweging mag zich niet herleiden tot de rol van passieve toeschouwer. Het gaat over onze lonen, uitkeringen, openbare diensten … Het gaat over aanvallen op bepaalde groepen van de werkende klasse die het moeilijker hebben, zoals werklozen of vluchtelingen. We weten dat dergelijke aanvallen nadien veralgemeend worden. Om de besparingsoperatie te vervolledigen, zal rechts wellicht ook nieuwe privatiseringen en uitverkoop van publieke middelen voorbereiden. Ongetwijfeld zullen nieuwe aanvallen op het recht op collectieve en syndicale actie op de agenda staan, in een poging om onvermijdelijk vakbondsprotest aan banden te leggen.

Grote antifascistische actie in Luik op dinsdag 11 juni In het verzet hiertegen staan we sterker door vandaag al te beginnen bouwen aan een krachtsverhouding. Op zondag 16 juni is er een nationale betoging tegen extreemrechts, een mobilisatie van antifascisten die expliciet voor sociale eisen opkomen. Het initiatief gaat uit van de Coördinatie van Antifascisten in België (CAB) en wordt onder meer gesteund door het ABVV en de CNE. Afspraak om 13u aan de Kunstberg. Deze campagne toonde ook het belang van actieve strijd voor LGBTQIA+rechten tegenover de extreemrechtse dreiging. Pride Protest in Gent op 30 juni komt daar uitdrukkelijk voor op. Onder de slogan ‘No pride for some without liberation for all’ wordt geprotesteerd tegen rechts, tegen de genocide in Gaza en voor meer publieke middelen voor onderwijs en zorg. Dergelijke initiatieven zijn absoluut noodzakelijk en slechts een voorbode voor het sociaal protest dat nodig is tegen de rechtse regeringen die dreigen gevormd te worden.
Mogelijk zullen sommigen ontmoedigd zijn door de resultaten. Vergeet echter niet hoe een massale sociale onrust de rechtse regering van Michel en De Wever in 2014 deed wankelen en de basis legde voor de verdere doorbraken van de PVDA. Met een oplopend actieplan werd toen opgebouwd naar een van de sterkste algemene stakingen uit de geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging. Het momentum werd niet doorgezet met een tweede en harder actieplan. Hierdoor kon de regering weer overeind kruipen, ook al werd ze nadien afgestraft. In die sociale onrust zagen we het potentieel van de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging en het belang van een collectieve discussie binnen onze klasse over tactieken en strategie om van collectieve strijd naar overwinningen te gaan.
LSP zal verder een actieve rol spelen in dit proces. We trekken mee aan de initiatieven voor de antifascistische betoging van 16 juni en de Pride Protest van Campagne ROSA in Gent. We organiseren een antifascistisch weekend in Gent op 6-7 juli. Op de werkplaatsen zullen onze leden zich laten opmerken als sterke organisatoren van hun klasse, versterkt door inzichten en perspectieven over hoe we onze strijd tegen de dreigende rechtse regeringen zo efficiënt mogelijk kunnen voeren. Dat alles koppelen we aan de noodzaak van socialistische maatschappijverandering. Het kapitalistische systeem loopt vast, het tijdperk van wanorde leidt tot instabiliteit die rechts kan verwarren voor steun aan hun voorstellen. Links staat sterker als het een omvattende visie heeft over het falen van het kapitalisme en de noodzaak van een socialistische samenleving die niemand achterwege laat en de klimaatuitdagingen aanpakt, een samenleving gebaseerd op de democratische collectivisering van sleutelsectoren van de economie, binnen een kader van rationele en democratische planning van de economie om te voldoen aan sociale behoeften en niet aan de hebzucht van aandeelhouders.
-
VB gaat weer vooruit. Het kon erger, rechtse regeringen zullen het effectief erger maken
Artikel vanop blokbuster.be – later vandaag volgt een uitgebreide reactie op de verkiezingsresultaten
Veel antifascisten hadden een gemengd gevoel bij de verkiezingsresultaten. Het Vlaams Belang bleef onder de verwachtingen en haalde een ‘overwinningsnederlaag’. Het element van de nederlaag zorgde voor een oef-gevoel, het element van de overwinning maakt dat bitter. Met 22% is het VB bijzonder groot en zal het de haat en verdeeldheid tegenover mensen met een migratie-achtergrond, LGBTQIA+ personen, feministen, syndicalisten … opvoeren. Bovendien hield N-VA stand langs Nederlandstalige kant en won MR langs Franstalige kant op basis van een campagne die erg rechts-populistisch was. Dat zal extreemrechts niet stoppen, het maakt openlijk racisme meer aanvaardbaar. Dat het VB in de Europese verkiezingen wel groter dan de N-VA maakt de waarschuwing enkel groter.
Met rechtse regeringen in aantocht dreigen er grote aanvallen op de zwaksten in de samenleving. De rechtse partijen willen miljarden besparen, terwijl onze zorg en ons onderwijs al onder de tekorten kreunen, wonen onbetaalbaar is en er steeds minder openbare diensten zijn. Ze willen het geld niet zoeken bij hun superrijke vrienden, maar bij de werklozen, vluchtelingen, zieken en in onze sociale zekerheid. Dit zal de ongelijkheid doen toenemen, wat altijd zorgt voor meer verdeeldheid waarop extreemrechts gretig kan inspelen. Tegelijk kan extreemrechts scoren op basis van ongenoegen over de sociale ellende die eveneens toeneemt onder een dergelijk rechts beleid.
Wie denkt dat rechts een obstakel vormt voor extreemrechts vergist zich. De Franse president Macron capituleerde direct toen het Rassemblement National van Jordan Bardella in de Europese verkiezingen 31% haalde en is bereid om het avontuur van extreemrechts bestuur met Marine Le Pen en Bardella aan te gaan. Toen de werkende klasse massaal staakte en betoogde tegen de aanvallen op hun pensioenen, en daarbij de steun genoot van de overgrote meerderheid van de Franse bevolking, was Macron niet bereid tot de minste toegeving. Het establishment geeft snel toe aan extreemrechts, terwijl het koppig ingaat tegen de belangen van de werkende klasse.
Het was in de nasleep van de vorige rechtse regering in België – die van Charles Michel en Bart De Wever vanaf 2014 – dat het Vlaams Belang een sterke terugkeer kende in 2019. Gelukkig was er massaal en goed georganiseerd verzet van de werkende klasse en haar vakbonden tegen de aanvallen op de lonen (indexsprong), pensioenen en openbare diensten. Het actieplan van eind 2014 deed de rechtse regering wankelen, maar werd helaas niet doorgezet. Zo kon de rechtse regering overeind kruipen, zelfs indien ze nadien afgestraft werd. Het massale protest van de werkende klasse speelde een belangrijke rol in de grote doorbraak van de PVDA in 2019.
Ongetwijfeld speelde het aanhoudende en indrukwekkend massale protest tegen de gruwel in Gaza op dit ogenblik een rol in de erg sterke score van de PVDA in Antwerpen, Brussel en enkele andere steden waar dat protest sterk staat. Het geeft aan hoe strijd in de samenleving een impact heeft op het publieke debat en het bewustzijn van bredere lagen van de bevolking naar links kan duwen. Het Vlaams Belang kreeg een pandoering in Antwerpen, Gent en Leuven, en het kon niet doorbreken in Brussel. Vooral het Antwerps resultaat is opmerkelijk, dit is immers de bakermat van het Vlaams Blok/Belang.
Het VB voert de haat op tegen LGBTQIA+personen, in het bijzonder met transfobie. Het speelt in op de antifeministische backlash en versterkt die verder. Elke terugslag leidt echter tot een tegenbeweging. In de laatste weken van de campagne was er een grote aandacht voor de verdediging van LGBTQIA+rechten. Eerder zorgde opkomend feministisch protest ervoor dat het VB van haar anti-abortusstandpunt geen centrale kwestie maakt. Extreemrechts en populistisch rechts dachten te scoren met een anti-woke campagne. Zowel De Wever als de MR profileerden zich daar sterk rond. De tegenwind voor het Vlaams Belang op vlak van LGBTQIA+rechten deed De Wever hierover zwijgen. De sterkere positie van extreemrechts, zowel in België als in Europa, zal leiden tot nieuwe offensieve gevallen van haatspraak en bijhorende incidenten. Om dit te bestrijden, staan we sterker met een beweging die actief en offensief opkomt voor de bestaande rechten en voor het afdwingen van nieuwe sociale verworvenheden. Pride Protest in Gent op 30 juni is daarom erg belangrijk. Afspraak vanaf 13u in het Coyendanspark, betoging om 15u.
Het beleid van de komende rechtse regeringen kunnen extreemrechts versterken. Het hoeft echter niet zo te zijn. De werkende klasse in al haar diversiteit heeft een enorme potentiële kracht. Het is die kracht die alle sociale verworvenheden afdwong door strijd van onderuit op straat en in de bedrijven. Zo zullen we onze sociale verworvenheden verdedigen en er nieuwe afdwingen. De noden zijn bijzonder groot in de strijd tegen ongelijkheid, klimaatrampen, aftakelende openbare diensten, kortom tegen de onzekerheid van onze levensstandaard en levenskwaliteit.

Extreemrechts beweert anders te zijn dan het rampzalige beleid van de afgelopen jaren en decennia, maar gaat volledig mee in de stroom van een systeem van onderdrukking en uitbuiting waarin enkel de superrijken erop vooruit gaan. Het koppelt migratie en koopkracht, alsof het niet de winstzucht van de grote aandeelhouders is die onze levensstandaard bedreigt en luidkeels roept om harde besparingen op de werkende klasse. Wij zeggen: pak het volledige kapitalistische systeem aan, niet zijn slachtoffers! Tegenover de rechtse aanvallen staat de werkende klasse sterker als ze zich in al haar diversiteit organiseert tegen alle vormen van onderdrukking en uitbuiting.
Ons verzet tegen het rechtse beleid en tegen extreemrechts organiseren, is nu de grote uitdaging. Het succes van de eerste antifascistische acties dinsdagavond in Brussel en Luik geven aan dat er heel wat jonge energie is om die taak aan te gaan. De schok is zeker langs Franstalige kant groot, zowel door de score van de MR na een populistische en soms ronduit racistische campagne als door de gebeurtenissen in Frankrijk. Ook langs Nederlandstalige kant hebben we er alle belang bij om het antifascistisch verzet te versterken. Afspraak komende zondag om 13u aan Kunstberg in Brussel (aan het Centraal Station).
Video: grote antifascistische actie in Luik op dinsdagavond
Waar scoorde het VB het meest?
Antifascisten zijn zich best bewust van de plaatsen waar extreemrechts scoort. Daarom dit overzicht van de hoogste resultaten van het VB.
Ninove 39,2%, Houthulst 37,8%, Vleteren 34,9%, Stabroek 34,7%, Hulshout 34,7%, Wielsbeke 34,2%, Oostrozebeke 34,1%, Balen 33,7%, Laakdal 33,6%, Langemark-Poelkapelle 33,5%, Herstelt 33,5%, Geraardsbergen 33,3%, Denderleeuw 33,2%, Haaltert 32,8%, Ingelmunster 32,5%, Stekene 32,1%, Brecht 32,1% Moorslede 31,8%, Beerse 31,8%, Niel 31,8%, Ichtegem 31,6%, Leopoldsburg 31,3%, Geetbeets 31,0%, Zelzate 30,9%, Erpe-Mere 30,9%, Ravels 30,8%, Rijkevorsel 30,8%, Scherpenheuvel-Zichem 30,7%, Meulebeke 30,6%, Kortemark 30,6%, Maaseik 30,6%, Izegem 30,6%, Bredene 30,5%,Wervik 30,2%, Ham 30,2%, Meerhout 30,2%, Olen 30,1%, Koekelare 30,1%, Heist-op-den-Berg 30%.