Your cart is currently empty!
Category: Publieke sector – algemeen
-
“Ernstige en ongefundeerde beschuldigingen tegen onze brandweerlieden”
Reactie van de ACOD-delegatie op de beschuldigingen van een aanval op de politie door brandweerlieden
De recente mediaberichten waarin onze brandweerlieden worden beschuldigd van het aanvallen van de politie met traangas en het verwonden van meerdere agenten, zijn uiterst ernstig. Deze beschuldigingen, die snel werden verspreid, schaden de eer en integriteit van ons beroep. Beelden zijn gepubliceerd.
Onze collega’s brandweerlieden zijn noch bewapend, noch uitgerust met helmen of andere middelen vergelijkbaar met die van de ordediensten. Uit de feiten die we kennen via de verspreide video’s blijkt duidelijk dat een geïsoleerde brandweerman tegen de grond werd gewerkt en vervolgens hardhandig werd vastgehouden door meerdere politieagenten. Bezorgde collega’s probeerden de man op de grond te hulp te komen.
Wij veroordelen deze duidelijk ongefundeerde beschuldigingen met klem en betreuren een eenzijdige visie zonder de politieactie in vraag te stellen. Een brandweerman (die mogelijk enkele centimeter voorbij de politieafzetting stond?) werd volgens de beelden op de grond geslagen. Ook het gebruik van een pepperspray is aangetoond, maar deze is in handen van een politieagent. De politie draagt geen maskers, en het is aannemelijk dat de spray die hun collega’s hinderde, werd gebruikt door een politieagent.
Wanneer deze feiten worden bevestigd, zou het passend zijn:
1. Dat de politie een correcte rectificatie publiceert.
2. Dat de directie een correcte rectificatie publiceert.
De delegatie stelt vragen bij de manier waarop de directie de ontvangen “informatie” aanpakt. Is het gepast om zo snel te reageren terwijl een situatie tijd vraagt om de nodige informatie te verkrijgen? Het gevoel dat leeft onder onze collega’s is dat de operationele agenten standaard als schuldig worden beschouwd. “Het is maar de vraag of ze hun onschuld kunnen bewijzen!”
We moeten ons afvragen of het logisch is dat drie of vier “losgeslagen brandweerlieden” (bewapend met pepperspray maar zonder enige bescherming) besloten om in hun eentje gehelmde en bewapende politieagenten met stokken, schilden, pepperspray en in overmacht te bestormen. Aan het einde van deze aanval zouden vier politieagenten gewond zijn geraakt! Dit klinkt al verrassend bij het lezen.
Als we ons beperken tot de informatie uit het persbericht, kan men aannemen dat geen enkele brandweerman een letsel heeft opgelopen… Dit is meer dan verrassend gezien de krachtsverhoudingen en de beelden waarop we zien hoe iemand tegen de grond wordt gewerkt.
Het is dringend noodzakelijk om een respectvolle en constructieve dialoog aan te gaan om een serene sfeer te herstellen. Als het inderdaad zo is dat het verboden is om het voorziene manifestatiegebied te overschrijden (mits dat het geval is), dan vinden wij het moeilijk te begrijpen hoe deze situatie een spectaculaire val rechtvaardigt, zoals te zien is op de beelden. De andere aanwezige collega’s hebben hun handen open, voor zich, om verkeerde bewegingen te vermijden, en proberen hun collega overeind te helpen. Ze lijken zichtbaar gestrest maar vertonen geen agressieve handelingen. De brandweerman die tegen de grond werd gewerkt, is waarschijnlijk de enige persoon waarvan men onmiddellijk kan vrezen dat hij gewond is geraakt bij het bekijken van de verspreide beelden.
Wij verwachten een reactie van de directie.
De ACOD-delegatie van SIAMU
-
ACOD-LRB Brussel: “Crisissituatie in de Brusselse OCMW’s”
Persbericht van ACOD-LRB Brussel
De ACOD-LRB Brussel, die de sociale werkers van de 19 OCMW’s vertegenwoordigt, wenst te reageren op de reportage in het programma Pano dat werd uitgezonden op VRT Één. Daarin wordt de aandacht gevestigd op een algemeen probleem in de meeste van onze Brusselse OCMW’s dat het gemeenschappelijk vakbondsfront al enkele jaren aan de kaak stelt: de uitzonderlijke werkoverbelasting van de sociale werkers van de OCMW’s en de dramatische gevolgen die met name verbonden zijn aan de totale desinvestering in deze eerstelijnsondersteunende diensten. De ACOD publiceerde deze vaststellingen al in 2021 naar aanleiding van een enquête die gevoerd werd onder de Brusselse maatschappelijk werkers.
Een onhoudbare werklast
De maatschappelijk werkers van de Brusselse OCMW’s krijgen steeds meer dossiers te behandelen, veel meer dan het gemiddelde in Vlaanderen en Wallonië. Deze situatie treft ook het administratief personeel dat hen ondersteunt, wat het al moeilijke werkklimaat nog verergert. De alarmerende onderfinanciering, het personeelstekort en de daaruit voortvloeiende overbelasting van het werk hebben nu al enkele jaren alarmerende gevolgen:
- Turnover van het personeel: de meeste ervaren sociaal werkers verlaten de OCMW’s, wat een impact heeft op de opleiding en ondersteuning van nieuwkomers. Deze trend wordt steeds groter en het personeel raakt sneller uitgeput of wordt ziek.
- Gebrek aan vooruitzichten en ontevredenheid bij het personeel: het ontbreken van oplossingen om de werklast te verminderen heeft een ernstige impact op het welzijn van het personeel, waardoor OCMW’s niet in staat zijn om competent personeel op lange termijn te behouden. Bovendien leidt de tijd die nodig is om aanvragen te verwerken (en die soms de wettelijke termijnen overschrijdt) tot
misnoegen en zelfs agressie bij de gebruikers, met alle gevolgen van dien voor de betrokkenen personeelsleden. - Overwerkte maatschappelijk werkers zijn eenvoudigweg materieel niet in staat om alle essentiële stappen van het sociaal onderzoek in detail te volgen, wat leidt tot structurele fouten, die met name worden veroorzaakt door een toename van het administratieve werk (bijv. GPMI) en een complexere wetgeving.
- …
Onbevoegdheid en gebrek aan actie
De politieke overheden, van alle niveaus, werden door de vakbonden op de hoogte gebracht van deze situatie en zijn zich er al jaren ten volle van bewust. Bovenstaande vaststellingen werden meer dan twee jaar geleden bevestigd tijdens verschillende algemene vergaderingen die het gemeenschappelijk vakbondsfront met de sociale werkers van de Brusselse OCMW’s organiseerde.
De voorbije twee jaar hebben we deze uiterst problematische situatie regelmatig aangekaart op alle nodige politieke niveaus, naast de actie- en stakingsbewegingen: we hebben meermaals ontmoetingen gehad met mevr. Karine Lalieux (uittredend federaal minister voor Sociale Integratie), de heer Vervoort (minister-president), de heer Clerfayt (uittredend minister voor Plaatselijke Besturen) en de heer Zian (voorzitter van de Federatie van Brusselse OCMW’s). Zonder de burgemeesters en OCMW-voorzitters te vergeten die we maandelijks ontmoeten in plaatselijke overlegcomités. Ieder van hen, zonder enige uitzondering, steunden de eisen van de werknemers. De een na de ander verklaarde zichzelf evenwel niet bevoegd en schoof het probleem door naar een lager of een hoger politiek niveau. Kortom: iedereen is het met ons eens, maar niemand beweert bevoegd te zijn of bereid te zijn om actie te ondernemen.
Sindsdien verslechtert de situatie op de werkvloer met de dag: werknemers nemen ontslag omdat ze de werklast niet meer aankunnen, ze vallen in burn-out of worden ziek, met als gevolg dat het extra werk op hun collega’s terechtkomt. Onderfinanciering heeft bijgevolg negatieve gevolgen voor de gezondheid van werknemers. Daarbij komt nog het gebrek aan financiële investeringen (zowel gewestelijk als federaal), gedurende meer dan 15 jaar, in de OCMW’s en de andere Brusselse lokale besturen, waardoor deze jobs uiteindelijk zeer onaantrekkelijk zijn, wat leidt tot moeilijkheden om geschikt personeel aan te werven. Na enkele jaren strijd kregen de werknemers van de gemeenten en OCMW’s in 2021 een karige loonsverhoging die bij lange na niet volstaat om de voorbije twee decennia van totale onderinvestering in lokale instellingen te compenseren.
Een sociale hel voor werknemers, een belastingparadijs voor de rijken
Intussen zal de situatie alleen maar verslechteren: onder het voorwendsel dat de Belgische staatsschuld moet worden afbetaald, wil de toekomstige rechtse regering de duur van de werkloosheidsuitkeringen beperken. De Brusselse OCMW’s schatten dat bijna 30.000 mensen die de komende twee jaar uitgesloten zullen worden van werkloosheidsuitkeringen mogelijk extra sociale bijstand zullen aanvragen. Het resultaat zullen duizenden extra dossiers zijn, met wellicht nog minder sociale werkers om ze te beheren. De slachtoffers blijven uiteindelijk de gebruikers en de werknemers.
De ACOD-LRB Brussel weigert te aanvaarden dat sommigen deze crisissituatie hanteren om hun eigen politieke agenda op te leggen door de OCMW’s – het enige patrimonium van diegenen die niets meer hebben – en de sociale werkers aan te vallen en door de meest precaire mensen voor te stellen als ‘profiteurs’. Werklozen uitsluiten heeft nog nooit iemand rijker gemaakt – integendeel.
De realiteit in de Brusselse OCMW’s is door iedereen gekend, maar ze is het gevolg van politieke keuzes waarbij sociale en fiscale rechtvaardigheid op het spel staan: terwijl de echte sociale fraude in België neerkomt op bijna 350 miljoen euro per jaar, bedraagt de belastingfraude 30 miljard euro per jaar (om nog maar te zwijgen van de belastingontduiking van bijna 400 miljard euro per jaar). Het echte doel van het rechtse beleid niet is om het geld te zoeken waar het zich bevindt (in belastingterugvordering van grote bedrijven bv.), maar om openbare diensten te onderfinancieren, werknemers en gebruikers onzekerder te maken, de arbeidsomstandigheden te verslechteren, de sociale zekerheid te ondermijnen… Het huidige en toekomstige bezuinigingsbeleid druist in tegen de belangen van de werknemers, verstikt onze OCMW’s en openbare diensten (bewuste onderfinanciering met het oog op eventuele privatisering?) en stelt een ware “jacht op de armen” in.
Onze eisen: een duurzame herfinanciering en betere arbeidsomstandigheden
Het gemeenschappelijke vakbondsfront heeft de afgelopen jaren op alle politieke niveaus onderstaande eisen gesteld. Het is zonder meer vijf voor twaalf!
- Invoering van een collectieve arbeidsduurverkorting tot 30 uur per week over 4 dagen
- Een duurzame herfinanciering van de OCMW’s door de gewestelijke en federale overheden
- Versterking van de ploegen om de werklast te verminderen en zo de kwaliteit van de dienstverlening en het welzijn van de werknemers te verbeteren, net als aanwerving van werknemers in de ondersteunende diensten (specifieke administratie, HR, IT, enz.).
- Vereenvoudiging en harmonisatie van de regelgeving van de verschillende autoriteiten met betrekking tot de werking van de OCMW’s en de wetgeving over het RMI (afschaffing van de GPMI-verplichting).
- 100% terugbetaling van het leefloon door de federale overheid.
- Herwaardering van functies en barema’s in de Brusselse lokale besturen
- Vaste benoeming van de werknemers om een eerlijke en neutrale dienstverlening te garanderen
-
Brussel: personeel openbare diensten in actie om meer middelen te eisen
Op 14 en 23 mei voerde het gemeenschappelijk vakbondsfront van de Brusselse lokale en regionale besturen samen met personeel uit de zorg, de sociale diensten, de veiligheid en de lokale diensten actie om meer middelen voor de openbare diensten te eisen.
Dit soort mobilisatie staat in schril – maar positief – contrast met de meerderheidsopinie in vakbondskringen dat een verkiezingscampagne niet het moment is om met de vuist op tafel te slaan. Integendeel, het is net de beste manier om het publieke debat scherp te stellen en diegenen te ontmaskeren voor wie de belangen van de werkenden slechts een electorale gimmick zijn. Deze acties – en het programma dat ze schetsten – vormen een inspirerend voorbeeld dat elders navolging verdient in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in oktober.
De socialist Jean Jaurès, die in 1914 werd vermoord omdat hij tegen de oorlog was, zei “dat openbare diensten het erfgoed zijn van hen die er geen hebben.” Dat is mooi gezegd en het klopt nog altijd als een bus. Het gemeenschappelijk vakbondsfront verzet zich terecht tegen de aanvallen op onze sociale verworvenheden en tegen de privatisering van een aantal diensten (kinderopvang, conciërges, schoonmaak, preventie, wegenwacht, openbare netheid …).
“Het doorvoeren van nieuwe besparingen op openbare diensten zal niet alleen de bevolking zwaar treffen, maar in het bijzonder de meest kansarmen, en de werkenden van wie de arbeidsomstandigheden zullen verslechteren. Het zal ook de privatisering van deze diensten vergemakkelijken onder het voorwendsel dat dit meer efficiëntie met zich zal meebrengen,” legt het vakbondsfront uit in een persbericht. Noam Chomsky zei het zo: “Hoe vernietig je een openbare dienst? Begin met het snijden in de financiering. Het zal niet werken. Mensen zullen boos worden. Ze zullen iets anders willen. Dat is de basistechniek om een openbare dienst te privatiseren.”
De acties waren ook in het bijzonder bedoeld als reactie op de lage lonen die nog steeds gelden in de sector en op het opleggen van disfunctionele of toxische managementtechnieken, overgenomen uit de private sector, die leiden tot voortdurende onderbezetting, een toenemende mentale werkdruk en risico’s voor de gezondheid en veiligheid op het werk.
Er wordt terecht nadruk gelegd op de eis van arbeidsduurvermindering tot een vierdaagse werkweek van 30 uren, met behoud van loon en aanwerving van extra personeel. Dat zou leiden tot een eerlijkere verdeling van de welvaart, een vermindering van het aantal werklozen, een verbetering van de arbeidsomstandigheden en het welzijn, een daling van de uitgaven voor de sociale zekerheid en een vermindering van de ecologische voetafdruk: voltijdse werkenden zullen meer tijd hebben en deeltijdse werkenden zullen extra loon krijgen voor dezelfde hoeveelheid werktijd.
Deze eisen zijn gericht op al het personeel van de publieke sector. We sluiten ons aan bij de eisen van het personeel van de lokale en regionale besturen:
- Stop de besparingen!
- 10% loonsverhoging nu!
- Collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week over 4 dagen, met behoud van loon en compenserende aanwervingen!
- Een beleid om het personeel vast te benoemen, stop de privatiseringen!
- Meer welzijn, stop het toxische management!
- Aanwerving van voldoende personeel!
Met dit soort offensieve strijd kunnen we het vertrouwen opbouwen dat nodig is om de enorme problemen die zich stellen aan te pakken, en de basis te leggen voor een maatschappij die vrij is van uitbuiting, onderdrukking en kapitalisme.
-
Stop de besparingen op schoonmaak in de Gentse scholen
Eind 2022 klopte het progressieve Gentse stadsbestuur zichzelf op de borst toen het, bij de bekendmaking van een nieuwe besparingsronde van 21,5 miljoen, fier aankondigde dat het niet zou besparen op Jeugd, Onderwijs, Kinderopvang en Cultuur.
door Emilie (Gent)
Niets is minder waar! De besparingen kwamen binnen via een achterpoortje. De stad Gent paste een bekende formule uit de bedrijfswereld toe en bespaarde fors op haar onderaannemers. Sinds 1 september 2023 geeft Gent 20% minder uit aan de firma’s ISS en Atalian. Het zijn twee grote bedrijven die in totaal zowat 250 schoonmakers leveren voor een 70-tal stadsscholen en musea in Gent. Bij de ene firma vielen naakte ontslagen, bij de andere kreeg iedereen minder uren.
De frequentie van de poetsbeurten is verlaagd van drie keer per week naar slechts één keer. In die ene poetsbeurt moeten zowel de klaslokalen, de gangen, de eet-, sport- en buitenruimten én het sanitair proper gemaakt worden. Dat is een onmogelijke taak.
De gangen liggen er, zeker in de wintermaanden, smerig bij. In de leslokalen puilen de vuilnisbakken uit. De toiletten hebben een dagelijkse poetsbeurt nodig, maar daar is geen tijd voor.
De besparingen van de stad Gent raken zowel het poetspersoneel, de leerkrachten als de leerlingen.
Heel wat poetsers krijgen het niet over hun hart om de school vuil achter te laten, en presteren onbetaalde overuren om het werk toch rond te krijgen. Door de besparingen werken ze vaak op verschillende scholen waardoor er meer verplaatsingstijd bij komt. Bovendien blijven de controles op de poetsbeurten even streng. De werkdruk en de stress zijn torenhoog, waardoor heel wat poetsers er onderdoor gaan. De meeste werknemers zijn anderstalig, durven niet met hun verhaal naar buiten te komen en hebben schrik om hun job te verliezen.
In heel wat scholen worden leerkrachten gevraagd om de vuilnisemmers leeg te maken en bij te dragen aan het netjes houden van het leslokaal en de gangen. Na het grote lerarentekort, de uren die ze moeten invallen voor afwezige collega’s en de hoge administratiedruk in het onderwijs, worden ze nu ook gevraagd om de besparingen op het poetspersoneel op te vangen.
Leerlingen getuigen dat ze een toiletbezoek uitstellen tot ze opnieuw thuis zijn omdat het sanitair er te vuil bij ligt en er geen toiletpapier voorhanden is. Ook zij worden, al dan niet als straf, soms ingeschakeld om te poetsen. Het is logisch dat leerlingen leren opruimen en zorg dragen voor hun omgeving, maar het is onaanvaardbaar dat ze taken van schoonmakers moeten overnemen omwille van besparingen.
Daarom ondersteunt Campagne ROSA de acties van het poetspersoneel, SAAMO en de vakbonden voor het terugdraaien van de besparingen. Campagne ROSA eist:
- Maak van het poetspersoneel opnieuw volwaardig stadspersoneel Insourcen nu!
- Draai de besparingsoperatie van september 2023 terug
- Verhoog de schoonmaakfrequentie van leslokalen en andere ruimtes in scholen
- Garandeer door extra personeel een haalbare werkdruk voor schoonmakers in scholen, musea en andere stadsgebouwen
- Een minimumloon van €17/uur
Teken de petitie ‘Stad Gent: bespaar niet op schoonmaak’
Bekijk de reportage van lokale televisie AVS hierover:
-
Tegen agressie op het openbaar vervoer: meer middelen, meer collega’s en betere dienstverlening
Op maandag 29 januari brak er een spontane staking uit bij de TEC in Luik, de Waalse tegenhanger van De Lijn. Aanleiding was een nieuwe daad van agressie: een buschauffeur kreeg in de nacht van 28 januari een stoeptegel in zijn voorruit. De staking duurde een week. Sinds 2015 steeg het aantal gevallen van agressie met 250%!
door Arno (Luik)
Geweld tegen het personeel van het openbaar vervoer is helaas niets nieuws. Het leidt vaak tot zogenaamde ‘emotionele’ stakingen, een terminologie die de volledig rationele aard van de strijd tegen agressie bagatelliseert. Deze gevallen van agressie zijn meestal de laatste druppel die de emmer van de frustraties en het gebrek aan respect voor het personeel én de reizigers doet overlopen. De afgelopen jaren was er een duizelingwekkende stijging van het aantal agressiegevallen.
De staking werd met een week verlengd door personeelsvergaderingen en pas op 5 februari werd het werk hervat, na een akkoord met de directie en de tussenkomst van leden van de Waalse regering. Het akkoord bestaat uit een herdefiniëring van de zogenaamde “gevoelige” gebieden en een toename van zichtbare politiepatrouilles in deze gebieden en op bussen, evenals een toename van de ticketcontroles. Deze maatregelen pakken het probleem enkel aan de oppervlakte aan, de wortel van het probleem ligt veel dieper.
De kwaliteit van het openbaar vervoer gaat snel achteruit. Dit gebeurt in een context waarin er net meer nood is aan openbaar vervoer, zowel vanuit ecologisch als sociaal oogpunt. Die nood botst op de gevolgen van jarenlange besparingen en een gebrek aan middelen. Vertragingen, afgeschafte en overvolle bussen … De slechtere dienstverlening leidt tot terechte frustraties bij de reizigers. Die worden vaak en ten onrechte uitgewerkt op het personeel, terwijl dat zelf het slachtoffer is van het gebrek aan middelen.
Een betere dienstverlening is de beste manier om d frustraties en dus ook het aantal agressiegevallen te verminderen. Dit betekent ingaan tegen het just-in-time model van de TEC, waarbij er geen buffer is om vertragingen op een rit op te vangen en de hele dienstverlening in de soep loopt. Dit vereist investeringen in meer materieel, dat vernieuwd moet worden om de kwaliteit te verbeteren, en ook door extra personeel aan te werven. Dat laatste wordt bemoeilijkt door de slechte arbeidsvoorwaarden bij de TEC.
Om de job aantrekkelijker te maken, zijn betere arbeidsvoorwaarden en meer collega’s nodig. Dat zou meteen ook de dienstverlening ten goede komen. Reizigers en personeel hebben een gemeenschappelijk belang, dat nog nadrukkelijker wordt door de ecologische en sociale crisis. Er is nood aan meer en beter openbaar vervoer. Het openbaar vervoer gratis maken zou daar ook aan bijdragen. Dit zou geen jobs bedreigen, want er is juist nood aan meer personeel op de bussen, trams en treinen om reizigers te informeren, toe te zien op vertrekprocedures en om te zorgen voor meer sociale controle.
-
Minder ambtenaren en meer consultants: duurder en minder transparant
Wat iedereen in de publieke sector weet en waar de vakbonden al jarenlang voor waarschuwen, is nu ook bevestigd door het Rekenhof. Het verminderen van het aantal ambtenaren leidt niet tot lagere kosten. Steevast zijn overheden immers genoodzaakt om meer beroep te doen op externe diensten en consultants om de gaten te vullen die vallen door het lagere aantal ambtenaren.
Die externe diensten en consultants zijn niet goedkoper, zo stelde nu ook het Rekenhof vast. Daar komt nog een belangrijk argument bovenop, waar het Rekenhof zich uiteraard niet over uitspreekt. Namelijk de transparantie en democratische controle. Waar ambtenaren verantwoording moeten afleggen voor wat ze doen, is dat voor externe consultants veel minder het geval.
De cijfers van het Rekenhof zijn opmerkelijk. Het schrappen van 1400 ambtenarenjobs door de Vlaamse overheid leverde geen financiële winst op, maar koste de overheid net meer. Door de besparingen op eigen personeel, wordt er meer beroep gedaan op externe consultants. De regering-Jambon bespaarde 75 miljoen euro per jaar door het met 1400 ambtenaren minder te doen. Tegelijk steeg de kost van de uitbestede diensten en de inzet van externe consultants van 449 miljoen naar 612 miljoen euro. Dat is een stijging met 163 miljoen euro, of ruim twee keer zoveel als de besparing op het eigen personeel.
Het Rekenhof stelt bovendien vast dat de diensten van de Vlaamse overheid hard lijden onder het personeelstekort. “Er is sprake van een toename van de werkdruk, werkstress en burn-out.” De Vlaamse overheid geeft dus het slechte voorbeeld als werkgever. Dit zet de dienstverlening onder druk, met gevolgen voor zowel het personeel als de gebruikers.
Waarom voert de Vlaamse regering dan al jarenlang een beleid van besparingen op het personeel? Dat is deels een ideologische kwestie. Externe diensten en consultants zijn private spelers en die genieten voor liberalen van allerhande slag de voorkeur op ambtenaren. We horen al jarenlang het riedeltje dat ambtenaren log, weinig dynamisch en duur zijn. Nu blijkt dat die ‘goedkope’ en ‘flexibele’ private werkenden echter dubbel zo duur zijn… Het vrijemarktfundamentalisme van de gevestigde partijen is echter niet onder de indruk van de feiten. Vlaams minister Rutten reageerde niet op het rapport van het Rekenhof.
De afbouw van het aantal ambtenaren is daarnaast bewust beleid in de richting van een zo slank mogelijke overheid die zo weinig mogelijk diensten aanbiedt. Het is echter een fabel dat er nog veel ‘vet op de soep’ zit dat gemakkelijk kan weg bespaard worden. De aanhoudende besparingen die enkel nodig zijn omdat alle overheden cadeaus geven aan de grote bedrijven of de middelen daar niet willen zoeken, zetten alle overheidsdiensten op hun tandvlees. Alles is al kapot bespaard, elke nieuwe besparing levert hierdoor in de praktijk niets meer op.
Hetzelfde beleid zien we ook federaal, zowel bij de ambtenaren als bijvoorbeeld het spoor of de infrastructuur. Het is voor de groenen en de sociaaldemocraten gemakkelijk om terechte kritieken op de Vlaamse regering te geven, maar die zouden een pak sterker overkomen als ze federaal niet hetzelfde beleid zouden voeren.
Voor de vakbonden bevestigen de vaststellingen van het Rekenhof wat zij al jarenlang zeggen. Het is één punt om gelijk te hebben, het is een ander om gelijk te krijgen. Een stoutmoedige campagne voor meer publieke middelen voor de ambtenaren en de openbare diensten, met een actieplan en een betrokkenheid van de gebruikers van de openbare diensten, zou daarin een essentiële plaats innemen.
-
Luikse kinderopvang staakte een week. Een interview
Alle kinderdagverblijven in de stad Luik waren een week lang gesloten in het kader van de algemene staking van de openbare diensten op 10 maart. Dit was ongekend. Het stakende personeel eist erkenning van het zware karakter van hun job. Ze waren op 10 maart solidair aanwezig op verschillende andere stakingspiketten. We spraken met een vakbondsmilitante die in een kinderopvang in Herstal werkt.
Interview door Giulia (Luik)
Waarom staken jullie?
“Er is het tekort aan personeel. Er is niet veel statutair personeel, velen werken met tijdelijke contracten. Er is veel deeltijds werk en oudere collega’s werken vaak vier vijfden. Als iemand vier vijfden werkt, is er vaak geen vervanging voor de vijfde dag. Een collega ging in mei met pensioen, maar is nog niet vervangen. Als iemand ziek is, zijn we helemaal onderbemand. Onze directrice deed een aanvraag voor twee polyvalente kinderverzorgsters, maar er is niet genoeg geld.”
“Natuurlijk geven we altijd voorrang aan de kinderen, maar als we bijvoorbeeld in de keuken te weinig personeel hebben, moeten we dat elders vandaan halen… ook al is elke taak heel specifiek. Daarbij komt nog de administratieve rompslomp. We zouden graag dingen invoeren om de dienstverlening te verbeteren, zoals biologische voeding, de dienstverlening uitbreiden zodat deze aansluit op de werktijden van de ouders, enzovoort, maar dat is moeilijk in deze omstandigheden.”
“We moeten begrijpen dat onze opvangstructuur onvoldoende is. We hebben een wachtlijst van 100 kinderen. De meeste zwangere vrouwen moeten zich bij verschillende kinderdagverblijven aanmelden. En er zijn geen voorzieningen voor noodopvang. Bovendien zijn er problemen met de voorzieningen. De linnenkamer bevindt zich in een kelder en de vochtigheid veroorzaakt schimmel. We vechten al twee jaar om hier iets aan te doen!”
“Het is vermoeiend. Daarom zit ik in de vakbond, als er iets mis gaat zeg ik dat er oplossingen moeten komen. Vaak lopen dingen vast door een gebrek aan middelen.”
De deelname aan de staking is groot. Hoe komt dit?
“Met alles wat er gebeurt, van de energiecrisis over de pensioenen tot de kosten van levensonderhoud, hebben mensen geen vertrouwen meer in het beleid. Velen zeiden dat één dag staking geen verschil zou maken. Daarom staken we meerdere dagen. Dat was niet evident. We houden rekening met ouders in moeilijkheden, collega’s die het financieel lastig hebben … Kinderen kunnen niet zomaar in elke opvang geplaatst worden en we mogen hen uiteraard niet in de steek laten.”
“We organiseerden een rotatie met een vergadering op vrijdag om de staking op maandag te starten. Uiteindelijk ging het goed, zelfs indien de omstandigheden moeilijk waren. De organiserende instantie liet ons in de steek door te zeggen: ‘Doe wat jullie willen, als de kinderen maar in goede omstandigheden worden opgevangen.’ Uiteindelijk slaagde onze staking omwille van de enorme solidariteit tussen de collega’s.”
Wat zijn de belangrijkste eisen?
“Meer middelen! Het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) wil dat de opvang ‘s ochtends en ‘s avonds meer open is, dat de openingstijden uitbreid worden. Daarvoor hebben we meer subsidies nodig. Dat is ook nodig om de opvang te verbeteren en om meer te kunnen inspelen op ouders in moeilijkheden.”
“Ten tweede moet het beroep worden opgewaardeerd met degelijke opleidingen en betere arbeidscontracten. Dit betreft ook de lonen. Als je alleen bent met een kind en je moet werken voor een paar honderd euro die je uitgeeft aan vervoer, of je verliest sociale uitkeringen en bent er niet voor je kind, dan is de keuze snel gemaakt! We moeten betere lonen en betere steun voor mensen kunnen krijgen.”
-
Openbare diensten belangen iedereen aan
Samen tegen aanval op pensioenen en voor drastisch meer middelen
Over alle sectoren van de openbare diensten heen werden, regering na regering besparingen doorgevoerd. Dikwijls onder het mom dat het niet ‘efficiënt’ genoeg loopt. Nadat ze onze publieke diensten bureaucratisch organiseerden, haalden ze dit aan om er systematisch middelen uit te halen. Tegelijkertijd werden tal van diensten op de markt gegooid, denk maar aan de post, onderdelen van het openbaar vervoer, telefonie, enz. Wat de markt doet met bijvoorbeeld zorg, toont de Franse zorgmultinational Orpea met de sluiting van tien rusthuizen omdat het niet in infrastructuur wil investeren. Deze kaalslag moet stoppen!
door Wouter (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist
Onderinvestering doet onze diensten kraken
De structurele afbouw en afbraak leiden tot een achteruitgang van de dienstverlening. Bij het spoor is dit heel duidelijk: vorig jaar waren er 40% meer afgeschafte treinen door een gebrek aan personeel en degelijke infrastructuur. De klassen zijn overvol waardoor leerkrachten uitvallen of wegvluchten uit het onderwijs. Essentiële diensten zoals de brandweer hebben niet voldoende materieel om mensen te redden. In Gent schrapte men een winteropvang voor daklozen en krimpt het buurtwerk met minimum 10%.
Het gebrek aan middelen zet de dienstverlening onder druk. Het verhoogt ook de werkdruk van het personeel. Bij het spoor of bij de politie kan verlof vaak niet opgenomen worden, waardoor uitval wegens ziekte toeneemt. We kunnen dit niet langer accepteren.
Handen af van de pensioenen! Het Franse voorbeeld volgen
De federale regering wil besparen op de pensioenen. De discussie tussen Lalieux (PS) en De Croo (Open VLD) gaat niet over het omkeren van de besparingen, maar over hoever ze willen gaan. Nu ligt de perequatie van de ambtenarenpensioenen onder vuur, waardoor deze niet langer volledig zouden meegroeien met de lonen. De Croo wil de perequatie afschaffen, wat 200 miljoen euro zou ‘opleveren’. Lalieux stelt een plafond van 0,5% groei voor. De Croo stelt zelfs de indexering van het minimumpensioen in vraag!
Ambtenaren kunnen bij langdurige ziekte met vervroegd pensioen worden gestuurd. Lalieux wil het tijdelijk ziektepensioen van twee jaar verlengen om te vermijden dat hier nog gebruik van wordt gemaakt. In de plaats van iets te doen aan de arbeidsvoorwaarden en zo de uitval wegens ziekte te beperken, richt de minister zich tegen de zieken.
De federale regering wil het vervroegd pensioen koppelen aan strengere voorwaarden inzake het aantal gewerkte dagen. Gemiddeld leiden we een gezond leven tot 62 à 64 jaar. Op tijd op pensioen gaan, is dus cruciaal! De pensioenleeftijd van 67 jaar en de beperkingen voor vervroegd pensioen, zijn onaanvaardbaar. Bij de brandweer eist het personeel pensioen op 60 jaar. De levensverwachting bij de brandweer ligt zeven jaar onder het gemiddelde.
Momenteel komen Franse werkenden en jongeren massaal op straat tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. Ze hebben groot gelijk en hun voorbeeld verdient navolging. Wij moeten niet opdraaien voor een begrotingstekort dat het resultaat is van de winsthonger van de bedrijven. Toen de regering het puntensysteem voor pensioenen wilde doordrukken, werd dit tegengehouden door ons verzet. Strijd loont!
De pensioenleeftijd en de toegang tot vervroegd pensioen moeten voor iedereen worden verlaagd! Een minimumpensioen van 1700 euro voor iedereen, ook voor wie een onvolledige loopbaan heeft, is noodzakelijk om te voorkomen dat onze senioren in armoede terechtkomen.
Alle sectoren samen!
Het ontbreekt niet aan acties in de openbare diensten. Enkele voorbeelden:
- Het spoorpersoneel staakte voor meer middelen, een verhoging van de barema’s, meer veiligheid …
- In het Franstalig onderwijs waren er al vier stakingsdagen. Er waren betogingen en acties voor meer leerkrachten, degelijke gebouwen en betere werkvoorwaarden.
- Werkenden uit de publieke ziekenhuizen namen massaal deel aan de grootste non-profit betoging (22.000!) sinds lang. Het personeel betoogde voor meer middelen, hogere lonen en een 30-urenweek. De lokale ambtenaren van de OCMW’s in Brussel gingen voorafgaand in staking.
- De federale ambtenaren voerden tal van acties om de naleving van een akkoord rond loonsverhogingen en andere kwesties te eisen.
- Bij de brandweer en de politie wordt gemobiliseerd naar een betoging op 7 maart, onder meer om meer personeel en meer middelen af te dwingen.
Dit laat zien hoe gemeenschappelijk onze belangen zijn. Een verenigde strijd is cruciaal om te winnen. Het resultaat van de staking van 10 maart en het vervolg daarop moeten in personeelsvergaderingen worden besproken. Maar ook interprofessionele vergaderingen in elke stad zijn noodzakelijk. Want deze strijd moet gedragen worden door de hele arbeidersbeweging, de hele samenleving heeft nood aan uitgebouwde openbare diensten.
We moeten een einde maken aan de tekorten door werk in de publieke sector weer aantrekkelijk te maken, met een 30-urige werkweek zonder loonverlies, met bijkomende aanwervingen en herstel van de benoemingen als statutair. Alle privatiseringen en liberaliseringen moeten worden teruggedraaid, want ze hebben noch de kosten voor de gebruikers verlaagd, noch de kwaliteit verbeterd. Een verhoging van alle salarissen met 330 euro bruto per maand is zowel in de openbare als in de particuliere sector noodzakelijk om ons koopkrachtverlies te beperken.
Is er geen geld? De winsten van de grootste bedrijven en de financiële sector zijn vandaag erg hoog. Ze investeren miljarden euro’s in hun eigen aandelen in plaats van te investeren in de samenleving. De nationalisatie van de financiële sector zou het mogelijk maken om de nodige middelen voor de openbare diensten vrij te maken.
Openbare diensten die de afgelopen decennia geprivatiseerd werden, moeten in publieke handen komen door nationalisatie om garantie op kwalitatieve en voldoende dienstverlening te bieden. Dit is cruciaal om te vermijden dat diensten doorgeschoven worden naar gezinnen, vaak naar vrouwen. Openbare diensten onder democratische controle van alle werkenden zijn nodig om goede arbeidsvoorwaarden en degelijke dienstverlening mogelijk te maken. Om degelijke en toegankelijke openbare diensten aan iedereen te garanderen, is een breuk met het huidige beleid en het systeem nodig.
-
Actiedag openbare diensten: strijd zoals in Frankrijk nodig!
Vandaag is er een staking van de openbare diensten. Het jarenlange gebrek aan investeringen heeft alle diensten onder druk gezet. Dit heeft gevolgen voor de dienstverlening aan de bevolking en zeker ook voor het personeel. Van het openbaar vervoer over publieke kinderopvang tot het onderwijs: de tekorten zijn overal merkbaar en onaanvaardbaar.
Piket van spoorpersoneel in Namen Er is een groot potentieel om de strijd voor meer middelen aan te gaan. Waar er met specifieke eisen werd gemobiliseerd, zoals in het stedelijk onderwijs in Antwerpen, was de deelname aan het protest groter. Ook aan de UGent was dit het geval. ACOD-delegee Tim merkte op: “Er was een succesvol piket aan het rectoraat tegen de besparingen voor het hoger onderwijs. Sinds 2008 verloren we door besparingen een bedrag dat jaarlijks intussen 590 miljoen euro bedraagt, de UGent alleen al loopt jaarlijks 104 miljoen euro mis. Wij roepen het bestuur op de besparingen niet door te voeren op kap van studenten door de inschrijvingsgelden, en ook niet door asociale besparingen op personeel. Wij roepen op om samen met ons te vechten voor een publieke herfinanciering van het hoger onderwijs!”
Dit was ook het geval in Luik, waar deze week alle crèches van de stad werden gesloten. Dit was nooit eerder vertoond. Het personeel van de kinderopvang eist erkenning voor het zware karakter van hun werk. Op tal van andere piketten waren ze solidair aanwezig.
Piket aan UGent Om een beweging op te bouwen, moeten de collega’s betrokken worden vertrekkende vanuit hun belangen, bekommernissen en eisen. Daarnaast is er nood aan een plan om de strijd op te bouwen om overwinningen te boeken. Dat is hoe op verschillende plaatsen de internationale vrouwendag werd gebruikt: als momentum om specifieke eisen te ontwikkelen en als mobilisatie naar de staking vandaag.
Meer middelen afdwingen lijkt in veel onderdelen van de openbare diensten niet evident vandaag. Na jaren van een tekort aan middelen is er soms een moedeloosheid. Zeker nu de traditionele partijen opnieuw over besparingen spreken.
Nochtans is het mogelijk om te winnen. Inzake strijdmethoden en opbouw van een krachtsverhouding kunnen we inspiratie halen uit het Franse voorbeeld. Ruim een jaar geleden werd het publieke debat in Frankrijk gedomineerd door een strijd tussen Le Pen en Zemmour, tussen extreemrechts en extreemrechts dus. Deze week waren er 3,5 miljoen stakers en betogers tegen de pensioenhervorming van Macron. Het toont hoe het kan keren. Als de arbeidersbeweging offensief naar buiten komt en de strijd aangaat, trekken we brede lagen mee. Een meerderheid van de Fransen steunt het sociaal protest en wil niet weten van een verhoging van de pensioenleeftijd. Als die leeftijd in Frankrijk vandaag lager is dan in België, komt dat door het sociaal protest.
Piket in Luik Om enthousiasme voor de strijd op te bouwen, volstaat het niet om asociale voorstellen en maatregelen te bestrijden. We moeten onze eigen voorstellen en eisen verdedigen, zoals een radicaal plan van publieke investeringen in openbare diensten gericht op de noden van de bevolking. Meer middelen, betere infrastructuur, meer personeel voor essentiële diensten als onderwijs, openbaar vervoer, ambtenarij … zijn nodig voor betere dienstverlening. Ja, maar er is geen geld, luidt de tegenwerping vaak, niet in het minst van de politieke verantwoordelijken zelf.
Militantenconcentratie in Antwerpen Als we ons beperken tot de logica van dit systeem zullen er nooit genoeg middelen zijn voor degelijke openbare diensten. We moeten tegen de logica van het systeem durven ingaan. Er is geld genoeg in de samenleving, een kleine groep superrijken doet het steeds beter. Energiemultinationals boekten miljarden euro winsten, maar voor een groene transitie kijken ze naar overheidssubsidies. Banken maken opnieuw grote winsten en geven dit aan hun aandeelhouders. We moeten het geld zoeken waar het zit en overgaan tot de nationalisatie van de energie-, de financiële en andere essentiële sectoren onder democratisch bezit en beheer. Dan kunnen de nodige middelen gemobiliseerd worden om te voorzien in diensten gericht op de noden van de bevolking.

Antwerpen 
Antwerpen 
Gent 
Gent 
UGent 
Luik 
Luik 
Luik 
Namen 
Namen -
Openbare diensten: samen strijden voor massale investeringen
Openbare diensten opgeofferd, bevolking in de steek gelaten
- Meer personeel, minder werkdruk, meer dienstverlening!
- Voor een radicaal plan van publieke investeringen in diensten op basis van de noden
- Neen aan de aanval op de pensioenen!
Het is een understatement te zeggen dat de ambtenaren de laatste jaren zwaar op de proef zijn gesteld! Covid, overstromingen, de energiecrisis … Het is duidelijk: de zogenaamde “geprivilegieerde ambtenaren” hielden de essentiële infrastructuur voor de samenleving overeind. De actieweek en de staking van de openbare diensten op 10 maart is noodzakelijk, en we moeten verder gaan.
door Simon (Luik)
Hoeveel noodsituaties werden niet vermeden of opgelost dankzij de gezondheidsdiensten, de brandweer en de civiele bescherming, de sociale diensten en het veiligheidspersoneel? Om nog maar te zwijgen van al het administratief personeel dat tijdens noodsituaties het werk op het terrein mogelijk maakte.
Het overheidspersoneel voert zijn taken uit terwijl de adepten van het neoliberalisme al dertig jaar drastisch snoeien in alle overheidssectoren. Zogezegd zou dit leiden tot meer efficiëntie en een betere dienstverlening aan de bevolking. Het is vandaag moeilijk de verwoestingen van deze ‘hervormingen’ te ontkennen.
Onze slecht uitgeruste overheidsdiensten staan op instorten, zoals het Brusselse Justitiepaleis, dat al zo lang (1984!) wordt gerenoveerd dat de steigers moesten worden gerenoveerd … De ontmanteling van de civiele bescherming was pijnlijk voelbaar tijdens de overstromingen van 2021. Overal ontbreekt het aan middelen om in de behoeften van de bevolking te voorzien.
Daarbij komt nog het type van beheer, dat op managersleest gestoeld is. De gemillimeterde evaluaties van elk personeelslid, die helaas in de meeste overheidsdiensten te vinden zijn en die men nu probeert op te leggen in het Franstalige onderwijs, waren officieel bedoeld om de productiviteit te verhogen. In werkelijkheid zetten ze het onderbezette personeel onder druk. In de taal van de managers klinkt het dan dat er ‘meer gedaan kan worden met minder’. Dit heeft de werkomstandigheden bij onder meer het spoor zo hard ondermijnd dat het soms onmogelijk is om verlof op te nemen. Dezelfde managers klagen nu dat ze moeite hebben om nieuw personeel te vinden en dat het aantal langdurig zieken toeneemt.
Openbare diensten: het erfgoed van wie er geen heeft
De afgelopen maanden gingen veel werkenden uit de openbare sector in actie. Ze hieven het hoofd: betogingen en stakingen bij het spoor en in de zorg (waarvan het personeel het grootste contingent vormde in de grote non-profit betoging op 31 januari). Andere voorbeelden zijn het personeel van het Brusselse OCMW, dat op 16 december staakte, de politie en de federale ambtenaren.
De werkenden in de openbare diensten zijn duidelijk in het offensief, maar tot nu gebeurde dat in verspreide slagorde. De staking van 10 maart is een eerste gezamenlijke actie om de investeringen te eisen die nodig zijn om de opdrachten ten dienste van de bevolking uit te voeren.
Elke vakbondsactivist weet dat een eenmalige actie niet zal volstaan om de regeringen tot toegevingen te dwingen. Wachten tot na de verkiezingen van 2024 is geen optie, nu al beginnen de politici plannen te maken om het besparingsbeleid te hervatten. Iedereen in de openbare sector weet wat dat betekent: meer van dezelfde miserie voor de collega’s en de dienstverlening. Er is nood aan een actieplan voor loonsverhogingen die de stijgende prijzen echt dekken, voor een collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week zonder loonverlies en voor een massaal plan van publieke investeringen.
Is er geen geld voor de openbare diensten? Haal het geld waar het zit: bij de grote bedrijven en de superrijken. Recordwinsten van energiebedrijven en banken tonen de mogelijkheden. De nationalisatie van de financiële sector onder controle van de gemeenschap kan middelen mobiliseren voor investeringen in de samenleving, in plaats van in speculatie.
De acties in maart mogen geen eindpunt zijn, maar het begin van een zo breed mogelijk tegenoffensief. Dat kan een dynamiek creëren waarmee we ook de collega’s uit de privé meetrekken in een veralgemeende beweging.