Your cart is currently empty!
Category: Publieke sector – algemeen
-
Brandweer staakt en betoogt. “Jullie geven ons 67? Wij zorgen voor mei 68”
We kennen het oude gezegde: ‘Als het regent in Parijs, dan druppelt het in Brussel’. Vandaag was de zesde actiedag in Frankrijk tegen de pensioenhervorming. De vakbonden riepen op om Frankrijk stil te leggen. In tegenstelling tot vorige keren kan de mobilisatie meerdere dagen duren in verschillende sectoren met een dynamiek van staking van onbepaalde duur. Dit kwam vandaag ook in Brussel naar voren in de gesprekken die we hadden met betogende brandweerlieden. Dat is niet verwonderlijk: de brandweer is erg woedend omwille van de pensioenmaatregelen in België.
Er zijn veel redenen voor de woede, maar de belangrijkste eisen zijn een volledig pensioen op 60 jaar, meer personeel en meer middelen voor de openbare diensten. Brandweerlieden hebben een levensverwachting die 7 jaar lager ligt dan het nationale gemiddelde (volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken zelf). Met een pensioenleeftijd van 67 jaar zal het pensioen voor veel brandweerlieden zeer kort of zelfs onbestaande zijn. De stakers eisen pensioen op 60 jaar. Dat is inderdaad nodig, en niet alleen voor hen! De gemiddelde levensverwachting in goede gezondheid is 63,8 jaar in België. De slogan ‘Van het werk naar het graf’ weerklonk zowel in Frankrijk als België vandaag.
Onze militanten deelden een pamflet uit gericht op de staking van 10 maart onder de titel: “Openbare diensten. Strijd van hele samenleving nodig, zoals in Frankrijk.” Daarin beschrijven we dat we dezelfde belangen hebben. “Een verenigde strijd versterkt ons. Het resultaat van de staking van 10 maart en het vervolg daarop moeten op personeelsvergaderingen worden besproken. Zo zal het mogelijk zijn onze gemeenschappelijke én sectorspecifieke eisen te ontwikkelen, in combinatie met een opbouwend actieplan waarbij elke actie zorgvuldig wordt voorbereid met het idee de volgende te versterken. Franse werkenden en jongeren gaan via staking massaal de straat op tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. Ook hier geldt: laat iedereen meedoen! In 2018 droegen we in België het asociale voorstel van puntenpensioen ten grave met een massale betoging en voorgaande strijd. Sectoroverschrijdende vergaderingen in elke stad zijn noodzakelijk. Want deze strijd moet gedragen worden door de hele arbeidersbeweging om de hele maatschappij erbij te betrekken.”
Er is geen gebrek aan geld: de nationalisatie van de hele financiële sector, net zoals de energiesector, zou het mogelijk maken om de nodige middelen te mobiliseren om onze openbare diensten te financieren, om zeer goedkope leningen te garanderen aan kleine handelaars in moeilijkheden en om een einde te maken aan de speculatie. Openbare diensten en genationaliseerde sectoren moeten niet beheerd worden zoals de private sector, maar moeten aan maatschappelijke behoeften voldoen. Daartoe moet een genationaliseerde onderneming of sector worden geleid door het personeel, de vakbonden en de gemeenschap.










-
Partijen van De Croo en Bracke willen ambtenarenpensioen harder aanvallen. Seriously?!
De PS van minister Lalieux gaf direct toe aan de chantage van de Europese Unie om de pensioenen te ‘hervormen’ in ruil voor relancegeld. Een van de voorstellen is om de perequatie van ambtenarenpensioenen te beperken. Dat is een moeilijk woord voor de tweejaarlijkse aanpassing van de pensioenen aan de stijgende bezoldiging van de actieve ambtenaren.
De lonen in de publieke sector zijn traditioneel lager, maar de pensioenen hoger dan in de private sector. Als het van de rechterzijde afhangt, worden de lonen in de publieke sector niet opgetrokken en wordt aan de pensioenen geknibbeld. De rechterzijde zou het liefst de perequatie volledig afschaffen, waardoor de ambtenarenpensioenen niet langer de stijging van de bezoldiging van de ambtenaren volgen. Dat stond in het eerste voorstel van premier De Croo en ook N-VA is daar wel voor te vinden. Een afschaffing van de perequatie zou 200 miljoen euro opbrengen.
Het voorstel van Lalieux komt hieraan tegemoet door de perequatie te beperken door het te vervangen door een maximale stijging van alle ambtenarenpensioenen met een half procent, gefinancierd vanuit de welvaartsenveloppe. Hierdoor zouden de pensioenen van ambtenaren niet langer direct gekoppeld zijn aan de bezoldigingen van actieve ambtenaren en wordt de deur geopend om later deze band volledig te verbreken. Het zou er volgens Lalieux voor zorgen dat de verschillende pensioenregimes naar elkaar groeien. Dat is een eufemisme om te zeggen dat de ambtenarenpensioenen achteruitgaan naar het niveau van dat van de werknemers. Een neerwaartse spiraal wordt voorgesteld als ‘solidariteit’, terwijl echte solidariteit betekent dat het beste stelsel voor iedereen geldt.
Terwijl elk degelijk pensioen voor gewone ambtenaren een ‘probleem’ is voor de rechterzijde, iets wat moet ‘hervormd’ en ‘aangepakt’ worden, gelden er voor henzelf andere regels. Het is opmerkelijk dat de luidste oproepen tot aanvallen op de ambtenarenpensioenen komen van de liberalen en Vlaams-nationalisten. De extraatjes voor Kamervoorzitters Herman De Croo en Siegfried Bracke waren er met medeweten van hun partijen. Ongetwijfeld vonden ze dat ze dit verdienden wegens hun hard werk. Het toont de hypocrisie van N-VA en Open VLD: voor ons pensioen is elke euro er één teveel, voor henzelf is het nooit genoeg. Zo werken die graaiers.
De verklaring dat ze niet wisten van de onwettelijke regeling voor Kamervoorzitters is opmerkelijk. Blijkbaar kennen ze de begrotingen niet die ze zelf goedkeuren? Als er ook maar een halve eurocent teveel betaald is aan een werkende of uitkeringstrekker, staan deze partijen vooraan om de ‘sociale fraude’ luidkeels aan te klagen. Als het iemand van migratie-achtergrond is, toeteren ze nog luider. Terwijl De Wever er niet in slaagt om een stabiele Vlaamse regering overeind te houden en zijn eigen politiek personeel blijkbaar graag graait, probeert hij de aandacht af te leiden door enkel nog te spreken over het gevaar van woke. Hij weet zijn strijd te kiezen en nooit gaat het om de belangen van de werkenden en hun gezinnen. Integendeel! Door elk verzet tegen onderdrukking verdacht te maken, wil De Wever verdeeldheid stimuleren. Verdelen om te graaien, dat is waar zijn partij voor staat.
Herman De Croo kondigde aan zijn extraatjes te zullen wegschenken. Zowel De Croo als Bracke spelen de onschuld zelve. Ze wisten niet dat ze zoveel kregen? Maak dat de kat wijs! Ze dachten dat het wel in orde was? Doe er maar nog een kat bij! Ze kregen hun postje als Kamervoorzitter omwille van het prestige en bijhorende vergoeding, inclusief pensioenextra’s. Het graaien is onderdeel van hun politiek systeem.
De hypocrisie van de rechtse politici is op flagrante wijze aangetoond. Maar dat volstaat niet. We moeten ons organiseren om elke aanval op onze pensioenen af te blokken. Het Franse pensioenprotest kan als inspiratie dienen. Het was op basis van eerder protest dat de pensioenleeftijd in Frankrijk nog lager ligt dan bij ons. Het was door ons massaal protest dat we in 2018 het puntenpensioen tegenhielden. Aanvallen op het ambtenarenpensioen moeten vandaag eveneens gestopt worden. Dit belangt iedereen aan, openbare diensten belangen immers iedereen aan en we weten dat elke aanval op één pensioencategorie zal gevolgd worden door een veralgemening van de aanvallen.
-
Openbare diensten. Strijd van hele samenleving nodig, zoals in Frankrijk
- Stop de aanval op de pensioenen van de openbare diensten en vrouwen!
- Een plan van massale publieke investeringen in onze diensten door de nationalisatie van de banken en de energiesector!
In Griekenland heeft de privatisering van het spoor tot doden geleid. Heel wat studenten waren op weg naar hun universiteit toen de fatale botsing plaatsvond. De stakende Griekse spoorwegarbeiders hekelen de onderfinanciering van infrastructuur en veiligheid, alsook het enorme gebrek aan personeel dat tot de tragedie heeft geleid. De Europese Unie, die de Grieken dit besparingsbeleid opdrong, wordt niet vervolgd. Het zijn dezelfde verantwoordelijken die vandaag het herstelfonds gebruiken als chantagemiddel om de pensioenen van de ambtenaren hier aan te vallen! Terwijl Syriza in Griekenland zich aanvankelijk ten minste had verzet, ging de PS al over stag door een plafond te willen stellen aan de perequatie en de toegang tot het minimumpensioen voor deeltijds werkenden (hoofdzakelijk vrouwen) te beperken. Zelfs dat is nog steeds onvoldoende voor de rechtervleugel in de regering.
Ook na de lockdowns blijft het aantal te bezorgen pakjes stijgen met steeds minder personeel bij Bpost. Hetzelfde probleem bestaat bij de brandweer. Het aantal interventies neemt toe zonder voldoende personeel. De gevolgen van de klimaatverandering (denk maar aan de overstromingen) of de energiecrisis, waardoor arme gezinnen hun huizen soms op een gevaarlijke manier verwarmen, maken het nog erger. In alle openbare diensten is de onderfinanciering onhoudbaar. De druk van het personeelstekort en de toenemende werkdruk zijn er zo groot dat steeds meer collega’s de sector ontvluchten of ziek worden. De bevolking botst op tekorten, wachtlijsten en vertragingen. Kwaliteitsvolle dienstverlening is niet mogelijk onder deze voorwaarden. Het tekort aan diensten in de zorg, de kinderopvang en het onderwijs treft vooral vrouwen, waardoor hun dubbele werkdag nog zwaarder wordt.
Het brandweerpersoneel eist terecht een pensioenleeftijd van 60 jaar, hun levensverwachting ligt 7 jaar onder het gemiddelde. In 2020 bedroeg de gezonde levensverwachting in België 63,8 jaar. De pensioenleeftijd en de leeftijd voor het vervroegd pensioen moeten worden verlaagd! Een minimumpensioen van 1700 euro voor iedereen, ook voor wie een onvolledige loopbaan heeft, is noodzakelijk om te voorkomen dat onze senioren in armoede terechtkomen.
Alle sectoren samen: onze strijd verbinden!
In heel wat openbare diensten werd er al actie gevoerd. Het spoorpersoneel staakte verschillende keren; het personeel van het Franstalig onderwijs ook, met grote betogingen en meerdere acties; het personeel van openbare ziekenhuizen nam deel aan de grote non-profitbetoging van 31 januari (22.000 deelnemers!); het personeel van de OCMW’s in Brussel organiseerde een staking en werkonderbrekingen; de federale ambtenaren voerden de afgelopen maanden actie na actie; het personeel van Bpost ging recent nog in staking; het personeel van de brandweer, andere hulpdiensten en de politie hielden een betoging op 7 maart; vanaf 6 maart zijn er meerdere stakingsdagen gepland in de crèches en de naschoolse opvang in Wallonië en Vlaanderen.
Dit laat zien hoe gemeenschappelijk onze belangen zijn. Een verenigde strijd versterkt ons. Het resultaat van de staking van 10 maart en het vervolg daarop moeten op personeelsvergaderingen worden besproken. Zo zal het mogelijk zijn onze gemeenschappelijke én sectorspecifieke eisen te ontwikkelen, in combinatie met een opbouwend actieplan waarbij elke actie zorgvuldig wordt voorbereid met het idee de volgende te versterken.
Franse werkenden en jongeren gaan via staking massaal de straat op tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. Ook hier geldt: laat iedereen meedoen! In 2018 droegen we in België het asociale voorstel van puntenpensioen ten grave met een massale betoging en voorgaande strijd. Sectoroverschrijdende vergaderingen in elke stad zijn noodzakelijk. Want deze strijd moet gedragen worden door de hele arbeidersbeweging om de hele maatschappij erbij te betrekken.
Als een sector winstgevend is, wordt hij overgedragen aan de privésector, als die niet winstgevend is moeten de ondergefinancierde openbare diensten het oplossen. Onze openbare diensten toonden tijdens de pandemie dat ze essentieel zijn. Een plan voor massale overheidsinvesteringen zou het mogelijk maken heel wat jongeren aan te werven op een moment dat de werkloosheid weer toeneemt. We moeten een einde maken aan de tekorten door werk in de publieke sector weer aantrekkelijk te maken, met een 30-urige werkweek zonder loonverlies, met bijkomende aanwervingen en herstel van de benoemingen als statutair. Alle privatiseringen en liberaliseringen moeten worden teruggedraaid, want ze hebben noch de kosten voor de gebruikers verlaagd, noch de kwaliteit verbeterd. Een verhoging van alle salarissen met 330 euro bruto per maand is noodzakelijk om ons koopkrachtverlies te beperken.
Onze openbare diensten herfinancieren door de banken en de energiesector te nationaliseren!
Onze eisen zijn ‘onbetaalbaar’ omdat het overheidstekort de komende jaren zal toenemen? Een terugkeer naar pijnlijke besparingen wordt zelfs overwogen. Het is volgens het Federaal Planbureau nochtans de stijging van de rente op de schuld die op de begroting drukt. Conclusie? Niet de pensioenen of de gezondheidszorg zijn onbetaalbaar, maar de winsten van de financiële sector. We moeten de middelen zoeken waar ze zitten, bij degenen die profiteren van de oorlog en de crisis, bij de speculanten!
De belasting op ‘overwinsten’ in de energiesector wordt een flop, gezien de late invoering en het beperkte karakter ervan tegen de achtergrond van dalende marktprijzen. Energieproducenten strijken zo de buit op zonder serieus te investeren in de groene transitie van de sector. De banken blijven met de stijging van de rente niet in de kou staan. Zo steeg de nettowinst van BNP Paribas in 2022 met 7,5% tot een recordniveau van 10,2 miljard euro! De dividenden aan de aandeelhouders zouden vier jaar lang met meer dan 12% stijgen!
De nationalisatie van de hele financiële sector maakt het, net zoals bij de nationalisatie van de energiesector, mogelijk de middelen te mobiliseren die nodig zijn om onze openbare diensten te financieren, om zeer goedkope leningen te garanderen aan kleine handelaren in moeilijkheden en om een einde te maken aan speculatie. Als het erom gaat de particuliere schulden van de banken af te lossen, moet de gemeenschap betalen. Zij hebben genoeg geprofiteerd, er kan geen sprake zijn van een uitkoop of compensatie voor de aandeelhouders. Uitzonderingen kunnen enkel overwogen worden voor kleine aandeelhouders op basis van bewezen noodzaak.
Openbare diensten en genationaliseerde sectoren moeten niet beheerd worden zoals de private sector, maar moeten aan maatschappelijke behoeften voldoen. Daartoe moet een genationaliseerde onderneming of sector worden geleid door het personeel, de vakbonden en de gemeenschap. Dit vereist de actieve betrokkenheid van de werkende klasse in elk stadium als onderdeel van een rationele en ecologische planning van de economie. Dat is wat voor ons een socialistische samenleving is.
-
Brandweer in actie voor meer middelen
Roll-over (voorloper van de flashover)! Genoeg is genoeg! Opbouwen naar 7 maart
Pamflet van LSP op de acties van brandweerlieden vandaag
Pensioen op 60: nu!
Agressie op brandweerpersoneel neemt al jaren toe. De belangrijkste daarvan is eigenlijk de pensioenhervorming die alle werknemers, inclusief brandweerlieden, dwingt om tot 67 jaar te werken. We hebben als brandweerlui echter een levensverwachting die 7 jaar lager ligt dan het nationale gemiddelde (volgens het Ministerie van Binnenlandse Zaken). Het is duidelijk dat het pensioen voor ons zeer kort of zelfs onbestaande zal zijn. Een volledig pensioen op 60 jaar is dus een evidentie!
We zijn niet de enigen met een zwaar beroep. We zijn solidair met onze collega’s in de ziekenhuizen, bij de politie, in technische beroepen … Iedereen verdient een degelijk pensioen waar je op tijd van kan genieten!
Meer middelen om veiligheid te bieden!
Daarnaast worden onze middelen al jaren niet meer uitgebreid door de politici. We werken met te weinig personeel en in een situatie van tekorten. Reddings- of veiligheidsvoertuigen zijn vaak niet beschikbaar. Het springen van een ladder naar een ambulance en vervolgens naar een pomp is in veel zones gebruikelijk geworden. De werkdruk neemt voortdurend toe. Dit alles brengt de bevolking die wij beschermen en ons eigen leven in gevaar. Dit belangt iedereen aan! Een enorme uitbreiding van het personeel is een prioriteit!
Geen geld? De winsten zijn gigantisch!
We willen niet als citroenen worden uitgeknepen alsof we een privaat bedrijf zijn en just-in-time werken, zoals onze collega’s in ziekenhuizen helaas al moeten doen. Er is geld om dit alles te financieren: De 5.000 grootste industriële en commerciële bedrijven in België hebben vorig jaar 36 miljard euro winst geboekt. Dat is een verdubbeling ten aanzien van 2020. De studiedienst van de PVDA toonde aan dat de grote verzekeringsgroepen (diegenen die geld verdienen met het beschermen van eigendommen en mensen) elk jaar meer dan 1 miljard euro netto winst maken. Het is evident dat ook zij moeten betalen voor een efficiënte openbare nooddienst.
Voor een opbouwend actieplan
27 januari moet een begin zijn. ACOD en ACV Openbare Diensten hebben al een nieuwe datum voor een staking en betoging aangekondigd. VSOA heeft aangekondigd dat het mee wil doen. We stevenen dus af op een nationale dag van strijd van brandweerlieden in een gemeenschappelijk front op 7 maart. Via gezamenlijke algemene vergaderingen per zone kunnen we bouwen aan een beweging die resultaten boekt. Onze vakbondsleiding en hun onderhandelingen met politici moeten onderworpen zijn aan de besluiten van deze algemene vergaderingen.
We hebben als brandweerpersoneel een symbolisch gewicht, maar we zijn niet de grootste groep werkenden, laten we daarom ook samen met andere sectoren en andere werkenden acties opdrijven om onze levenskwaliteit in het algemeen op te krikken! Denk maar aan de strijd voor meer middelen, hogere lonen en de 30-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Samen sterk!
Organiseer je, sluit aan bij LSP
LSP/PSL is een nationale partij die werkenden, jongeren, feministen … organiseert om het kapitalisme omver te werpen en de samenleving te veranderen. Het kapitalisme brengt ons alleen maar meer oorlog, ellende en uitbuiting. Daarom strijden wij voor een democratisch socialistische samenleving waarin de barbaarsheid van de markteconomie wordt vervangen door een rationele economie die democratisch wordt gepland om te voorzien in de behoeften van de gemeenschap met respect voor de planeet. Deze strijd is van nature een internationale strijd, en daarom zijn wij op alle continenten georganiseerd via een wereldpartij: International Socialist Alternative (ISA).
-
Federale ambtenaren in actie na gebroken beloften
Op 16 november voerden de federale ambtenaren een eerste actie uit protest tegen de beslissing van de regering om het sociaal voorakkoord eenzijdig op te zeggen. Een tekort aan middelen maakte dat er in de begroting geen ruimte was om de beloften van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen) effectief waar te maken. De ambtenaren zijn woedend en gaan over tot actie. We spraken met een federaal ambtenaar.
Artikel uit maandblad De Linkse Socialist
“De tekorten in de openbare diensten zijn overal groot, van de zorg over het openbaar vervoer tot het onderwijs. Ook bij de lokale en regionale besturen, de gemeenten, is dit het geval. Door besparingen en tekorten is er straks in de noodcentrales niemand meer om de telefoon op te nemen. Bij de federale ambtenaren wegen de gevolgen van de lineaire besparingen eveneens steeds meer door.
“Voor de zomer was er een voorakkoord tussen de federale ambtenaren en minister De Sutter. Na 20 jaar was er eindelijk zicht op een loonsverhoging. De verhoging met 2% boven de index zou eerst op de laagste barema’s worden toegepast. De oude belofte van een volwaarde eindejaarspremie werd in dat akkoord deels ingevuld met een stijging van de toelage met 500 euro. Er werden daarnaast maaltijdcheques beloofd vanaf november 2022. Dit alles is met de begrotingscontrole overboord gegooid. Geen geld, zo luidde het verdict. Enkel de maaltijdcheques schieten nog over, maar wel pas vanaf april 2024. Bovendien moet dit samengaan met besparingen op de bedrijfsrestaurants.”
“Op 10 jaar tijd daalde het aantal federale ambtenaren van 80.000 naar 64.000 door natuurlijke afvloeiingen. De toegenomen werkdruk voor de overblijvers vandaag leidt tot meer afwezigheid wegens ziekte, in het bijzonder onder laaggeschoolden. In tegenstelling tot hooggeschoolden kunnen zij vaak niet overschakelen op telewerk. Maar door te telewerken in plaats van uit te zieken pleeg je eigenlijk roofbouw op je lichaam. Er is nood aan meer werkingsmiddelen en voldoende collega’s, in plaats van de lineaire besparingen en afbouw van de statutaire tewerkstelling. Om de job aantrekkelijker te maken, waren de loonsverhogingen en het optrekken van de eindejaarspremie die voor de zomer beloofd werden eigenlijk slechts een beginpunt.”
“We hebben geen andere optie dan ons te organiseren. Op 9 november namen we met militanten van ACOD AMIO deel aan de staking. Behalve onze specifieke eisen, kwamen we voor het gebouw van Engie op voor de nationalisatie van de energiesector. Het is belangrijk dat dit nu expliciet verdedigd wordt door ACOD. Na de staking van 9 november begon op 16 november een reeks acties. Elke woensdag is er een militantenconcentratie in gemeenschappelijk vakbondsfront. Daarmee kunnen we een krachtsverhouding opbouwen om de inlossing van de gemaakte beloften te eisen en elke verdere aanval op de federale ambtenaren te stoppen. Het is dan ook cruciaal dat de vakbonden dit actieplan over de kerstvakantie tillen en doorzetten met deze strijd.”
-
OCMW-personeel in 19 Brusselse gemeenten in actie voor meer middelen
Artikel uit maandblad De Linkse Socialist
Na vier werkonderbrekingen legde het OCMW-personeel in Brussel op 16 november het werk neer. Aanleiding is de onhoudbare werkdruk en het gebrek aan middelen, terwijl de opeenvolgende crises leiden tot een toename van het aantal mensen dat beroep doet op de diensten.
Het personeel eist een structurele verhoging van de middelen voor de 19 OCMW’s. Op 16 november trokken de stakers in gemeenschappelijk vakbondsfront naar de kabinetten van Brussels minister-president Vervoort (PS) en federaal minister Lalieux (PS). Dit werd gevolgd door een nieuwe algemene vergadering, waar beslist werd om op 15 december opnieuw te staken. Na de bekendmaking van een nationale betoging op 16 december werd de staking een dag opgeschoven.
Een sociaal werker verklaarde in de media: “Er kloppen meer en meer mensen aan die financiële hulp vragen, maar we kunnen de dossiers niet meer volgen, waardoor er vertraging ontstaat bij de behandeling van de bestaande dossiers, de mensen ongeduldiger worden, en we minder en minder tijd hebben voor nieuwe OCMW-gebruikers.” Een andere merkte op: “We hebben al vaker de politie moeten bellen. Mensen die in de wachtzaal zitten, schreeuwen omdat ze hun financiële steun nog niet hebben gekregen en proberen onze kantoren binnen te dringen.” De werkdruk maakt dat de kwaliteit van de dienstverlening achteruit gaat.
Op een algemene vergadering in oktober werd een eisenplatform opgemaakt. Daarin wordt de aanwerving van extra sociaal werkers en ondersteunend personeel gevraagd om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen. Daarnaast onder meer: een loonsverhoging met 15% op 1 januari 2023 om de job aantrekkelijker te maken, een structurele verhoging van de middelen voor de aanwerving van personeel en renovatie van verouderde of te kleine gebouwen, meer opleidingen voor sociaal werkers, een einde aan autoritaire en agressieve vormen van management, investeringen in preventie voor werknemers, actualisering en strikte toepassing van procedures inzake preventie van psychosociale risico’s en welzijn op het werk, herwaardering van de sociale beroepen, collectieve arbeidsduurvermindering met loonbehoud en compenserende aanwerving, vrijwillig structureel telewerk gedurende twee dagen met vergoeding van de kosten die dit met zich meebrengt.
-
Brusselse pompiers bereiden zich voor op staking van 9 november en daarna
Op 26 oktober hielden een honderdtal Brusselse pompiers een algemene vergadering in de centrale brandweerkazerne.
Deze personeelsvergadering werd bijeengeroepen door de VSOA en ACOD om te praten over het gebrek aan personeel en over de pensioenen.
In de afgelopen tien jaar is het aantal interventies met 70% toegenomen, terwijl het aantal operationele medewerkers slechts met 10% is gestegen. Alleen al in het afgelopen jaar werden 11.000 extra interventies geteld.
De brandweerlieden klagen ook over de pensioenhervorming op 67 jaar en eisen een volledig pensioen op 60 jaar. Hun levensverwachting ligt volgens de cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken 7 jaar lager dan het nationale gemiddelde en het is ondenkbaar dat brandweerlieden van boven de 60 jaar 20-30 kilo operationele uitrusting moeten dragen.
Tijdens de personeelsvergadering werd de wil tot deelname aan de algemene staking op 9 november geformuleerd.
Maar het idee is vooral om tijdens de eindejaarsfeesten enkele dagen te staken en de tijd te nemen om alle brandweerlieden van Brussel en andere steden te mobiliseren.


-
Brusselse brandweerman: “Veel collega’s zijn bereid om extra te werken”
[box] We brengen reacties van werkenden en jongeren over de impact van de coronacrisis op hun werk en leven. Stuur ons je bijdrage via redactie@socialisme.be[/box]

“Als eerstelijnsgezondheidswerkers (nota van de redactie: de Brusselse brandweer is ook een ambulancedienst) worden we bijzonder getroffen door de covid19-pandemie. Wij zijn immers de eersten die geconfronteerd worden met verdachte of geïnfecteerde patiënten. De eerste maatregelen om de omgeving van de patiënt te beschermen wanneer hij of zij het ziekenhuis binnenkomt, hangen ook van ons af.
“Natuurlijk hebben we procedures om onszelf te beschermen, maar deze maatregelen zullen op een gegeven moment zeker mislukken. We moeten alles in het werk stellen om ons operationeel reactievermogen zo intact mogelijk te houden om de bevolking zo lang mogelijk te kunnen beschermen tegen covid19 en/of andere dagelijkse problemen (branden, ongelukken, enz.).
“De directie leek een week lang apathisch en daarom besloot de CGSP-ACOD-delegatie van de Brusselse brandweer (SIAMU) tot een strijdplan in de vorm van een vragenlijst die aan de directie werd overhandigd zodat ze snel radicale maatregelen konden nemen. De liberale vakbond volgde dit voorbeeld en op donderdagavond 12 maart leek de directie de boodschap gedeeltelijk te hebben begrepen en begint ze te reageren.
“We hopen dat de reactie van de federale regering niet te laat komt. Maar bovenal voelen we het gewicht van jaren van onvoldoende middelen en wanbeleid. Normaal gesproken werken we op een just-in-time manier, zowel wat betreft personeel als apparatuur, maar deze coronaviruscrisis zal de dienst in een tekort storten.
“Reeds aan het begin van de crisis vallen gebreken die eerder wekelijks opdoken dagelijks voor. Zo zijn er ambulances die niet beschikbaar zijn door een gebrek aan uitrusting, er zijn onvoldoende uniformen, onaangepaste procedures en er is niet genoeg administratief en operationeel personeel. Dit zal ongetwijfeld nog erger worden.
“Onder deze omstandigheden is het voor ons onmogelijk om te staken, de samenleving heeft nu immers een enorme behoefte aan zorgwerkers. Veel collega’s hebben vrijwillig aangeboden om verlof in te trekken (voordat hun reis eventueel werd geannuleerd) en anderen hebben zich vrijwillig aangemeld om te werken tijdens de zogenaamde rustperiode.
“Solidariteit en organisatie beginnen zich op de werkvloer te manifesteren, beetje bij beetje, om de tekortkomingen als gevolg van het gebrek aan personeel en middelen en het gebrek aan reactie van de leiding te compenseren.”
-
Racisme bij de brandweer. Syndicalisten reageren: “Vuur maakt geen onderscheid”
Begin januari was er in de Franstalige media aandacht voor racistische uitspraken door een brandweerman uit Brussel. Die had op sociale media gepleit voor een “panzerdivisie” om Anderlecht en Molenbeek op te ruimen, een verwijzing naar het nazisme. ACOD-CGSP bij de Brusselse brandweer reageerde.“Wij veroordelen deze opmerkingen, die betrekking hebben op het nazisme en de donkerste uren van ons land, ten stelligste. Ze zijn ons beroep onwaardig en des te meer een onderofficier. Het ondermijnt het vertrouwen tussen collega’s en bezoedelt de hele dienst aan de bevolking van Brussel.
“We wenden ons tot het management en vragen nogmaals om snel een structureel plan op te stellen rond permanente bewustmaking binnen de kazerne, met de betrokkenheid van de vakbonden en het hele personeel hierbij. Het is de hoogste tijd voor serieuze maatregelen.
“Tot slot zijn wij van mening dat de schandalige opmerkingen van de collega moeten worden gezien in de context van toenemende spanningen tussen de brandweer en jongeren in bepaalde delen van Brussel. Net zoals we alle racistische houdingen bij de Brusselse brandweer veroordelen, begrijpen we de woede van collega’s wanneer we in bepaalde wijken worden aangevallen. Het recht op veiligheid is belangrijk voor CGSP-ACOD en we zullen altijd vragen om voldoende middelen. Wij verklaren echter dat er nooit veiligheid kan zijn in sociaaleconomische woestijnen. Veiligheid kan alleen worden bereikt door een grootschalig investeringsplan in deze wijken en door een massale herfinanciering van de openbare diensten: brandweer, politie, onderwijs en justitie.
“Vuur maakt geen onderscheid!”
-
7 november: staking van Brusselse lokale overheidsdiensten

Betoging personeel lokale besturen in Brussel. Foto: Liesbeth Strijd voor betere lonen, zoals minstens 14 euro per uur.
We hebben in deze krant eerder bericht over de strijd van het personeel van de Brusselse lokale besturen. Sinds meer dan een jaar organiseren de werkenden van de 19 Brusselse gemeenten, de 19 OCMW’s en de openbare ziekenhuizen van het IRIS-netwerk in gemeenschappelijk vakbondsfront een actieplan om hun eisen te verdedigen. Dit botst op minachting van de traditionele partijen. Daarom is een volgende stap gepland: een staking op 7 november.
Artikel door Nico M. (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Stop de lage lonen! Minimum 14 euro per uur!
De lonen in de lokale besturen blijft achter bij die van gewestelijke ambtenaren in Vlaanderen, Wallonië en nog meer bij die van het Brusselse gewest. Het verschil tussen de barema’s varieert tussen 2 en 45%, naargelang het niveau. Dit verschil is onaanvaardbaar. De aanpassing van de lonen en de barema’s aan die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou bijna 338 miljoen euro per jaar vergen. Om de achterstand in te halen, vraagt het personeel van de Brusselse besturen een verhoging van 10% in alle loonschalen.
Een van de eisen is de afschaffing van de laagste schaal: barema E. Deze schaal is al afgeschaft voor regionale ambtenaren. In het kader van het vorige nationale loonakkoord zette het ABVV een campagne op voor de verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand. In Brussel wordt deze strijd geconcretiseerd in de lokale besturen. Daar wordt gestreden tegen onzekerheid, lage lonen en het fenomeen van werkende armen. Op dit ogenblik kan een personeelslid dat aan barema E werkt een hele loopbaan afwerken zonder ooit een brutoloon van 2.300 euro per maand te bereiken. Deze loonschaal is niet beperkt tot enkele uitzonderingen: maar liefst 28% van het personeel in de lokale besturen valt eronder en verdient dus minder dan 14 euro per uur. Om het beeld compleet te maken, moeten we opmerken dat wie in de barema’s D en C werkt pas na een aantal jaar loopbaan aan 2.300 euro bruto per maand komt. Om de eis van minimum 14 euro per uur af te dwingen, moet de loonschaal E verdwijnen en is een verhoging van alle andere barema’s nodig.
Personeel lokale besturen is slachtoffer van onderinvestering door overheden
Terwijl de overheidsinvesteringen in België al historisch laag zijn (1,6% van het BBP in 2013 tegenover 4,5% in de jaren 1980), blijft de Europese Commissie extra besparingen op de uitgaven eisen. Dat is volgens de neoliberale dogma’s nodig om de overheidsschuld af te bouwen. De nieuwe Brusselse regering kreeg een negatieve waarschuwing voor het begrotingstraject. Nochtans voorziet deze regering in 600 miljoen besparingen, waaronder 180 miljoen euro directe besparingen en uitstel van investeringen. De investeringen voor het herstel van de tunnels, die letterlijk op instorten staan door een chronisch gebrek aan investeringen in infrastructuur, en de uitbreiding van het metronet zijn uit de begroting getild om het totale tekort van 1,1 miljard euro in de begroting van 2020 weg te moffelen.
De beloften van de Brusselse meerderheid op sociaal vlak, rond klimaat, een plan voor het isoleren van woningen, nieuwe tram- en buslijnen, huisvesting voor 15.000 Brusselaars die op een wachtlijst voor sociale huisvesting staan, zijn allemaal uitgesteld naar de begrotingscontrole van maart 2020. Dan wordt gezien of het mogelijk is om middelen hiervoor vrij te maken. Het ziet er evenwel naar uit dat die begrotingscontrole vooral nieuwe besparingen zal opleggen, terwijl de beperkte sociale maatregelen op de lange baan worden geschoven. Zo is er nog altijd veel onduidelijkheid over de financiering van de belofte van gratis openbaar vervoer voor jongeren (20 miljoen euro). Zal de MIVB dit bedrag op de kap van het personeel zoeken? Of zullen andere reizigers meer betalen? Om het onderhoud van het vervallen waternet te financieren, gaf de regering groen licht voor een verhoging van de waterprijs. Minister-president Vervoort (PS) zei dat dit een “redelijke” maatregel is.
In de campagnes voor zowel de lokale als de regionale verkiezingen werden heel wat beloften gedaan, ook voor het personeel van de lokale besturen. Vandaag blijft het daar oorverdovend stil over.
Besparingen op uitgaven en werkingskosten van de overheid hebben gevolgen op zowel de levensstandaard van het personeel als de aangeboden diensten. Tussen 2012 en 2016 nam het aantal voltijdse equivalenten bij de lokale overheden in ons land af met 5.200 eenheden. Dit heeft een impact op de arbeidsvoorwaarden van de overblijvers. Taken worden niet meer naar behoren uitgevoerd en de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking neemt af. Het personeel van de Brusselse lokale besturen koppelt de looneisen terecht aan de eis om alle collega’s te benoemen en aan de noodzaak van collectieve arbeidsduurvermindering met compenserende aanwervingen. Dat is nodig om de openbare diensten te verbeteren. Het is bovendien een maatregel om het beschikbare werk te herverdelen en de werkloosheid terug te dringen.
Het budgettaire keurslijf doorbreken
Zowel in Europa als op alle beleidsniveaus in België vertrekken de traditionele partijen niet van de sociale noden en behoeften, maar van het neoliberale besparingsdictaat dat de gemeenschap laat bloeden om een transfer van middelen naar de rijksten te financieren. Na alle lastenverlagingen en fiscale voordelen is de concentratie van rijkdom aan de top ongezien. Ondertussen gaan wij gebukt onder de gevolgen van het besparingsbeleid.
Het strijdbare actieplan in de lokale besturen in Brussel gaat daartegen in. Het inlossen van de eisen vereist een radicaal plan van publieke investeringen. De gemeentebesturen en het Brusselse Gewest weigeren om daartoe over te gaan. Nochtans verklaarde een meerderheid van de politieke verkozenen in Brussel in de verkiezingscampagne op de een of andere wijze voorstander te zijn van een minimumloon van 14 euro per uur. Ze zijn na de verkiezingen echter niet bereid om het eigen personeel een degelijk loon te waarborgen. Nu beweren ze dat dit onbetaalbaar is. De strijd van het personeel van de lokale en regionale besturen botst op het neoliberale dictaat.
Het budgettaire keurslijf doorbreken, vereist het stopzetten van de afbetaling van de publieke schulden en het einde van de cadeaus aan de grote bedrijven. Het is een strijd om de rekening te presenteren aan de rijken, door de grote fortuinen en de winsten te belasten. Een begroting en bijhorend beleid moet vertrekken van wat nodig is voor de bevolking, niet van de kruimels die de superrijken aan de gemeenschap overlaten. Er waren nog nooit zoveel middelen. De sociaal-economische barometer van het ABVV geeft aan dat de dividenden tussen 1996 en 2017 in absolute cijfers met 216% zijn toegenomen, onze lonen met minder dan de helft daarvan (98%). De loonsubsidies en patronale lastenverlagingen liepen in 2017 al op tot 13 miljard euro.
We moeten strijden voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden, waaronder een minimumloon van 14 euro per uur. Om uitbuiting radicaal tegen te gaan en de rijkdom te verdelen, is het noodzakelijk om op basis van strijd de sleutelsectoren van de economie onder democratisch beheer van de gemeenschap te plaatsen zodat de aanwezige welvaart kan ingezet worden voor openbare diensten als onderdeel van een economie gericht op de behoeften van de meerderheid van de bevolking en niet de winsten van een kleine minderheid.