Category: Op de werkvloer

  • 16 mei: massaal betogen voor degelijke pensioenen

    Tussen nu en 16 mei zou ieder van ons van de betoging voor ‘waardige pensioenen op een waardige leeftijd’ een topprioriteit moeten maken. Er resten ons nog enkele dagen om collega’s, vrienden, familie en buren te overtuigen mee te komen. Wees maar gerust dat de regering en het patronaat met een bang hartje afwachten hoeveel mensen de vakbonden op straat zullen brengen.

    PDF van dit pamflet

    Betekent dat meteen dat ze al hun plannen zullen opbergen als we met veel zijn? Zo snel gaat dat ook niet. Maar een matige of zwakke opkomst zal de ijver van de regering en het patronaat om ons nog eens goed te ringeloren, nu het nog kan, alleen maar versterken.

    Een sterke deelname daarentegen, kan de plannen van regering en patronaat doorkruisen, hun ijver temperen. Ze zullen in dat geval alles uit de kast halen om de deelnamecijfers te betwisten. De media zullen onder druk worden gezet om er niet teveel aandacht aan te besteden en als dat niet lukt, om het effect ervan zoveel mogelijk te minimaliseren. Als het echt heel groot wordt, zullen ze tijd trachten te winnen, hun plannen wat verder in de toekomst spreiden en mogelijk de vakbondsleiders trachten paaien met enkele cosmetische toegevingen.

    Waar regering en patroons echter nu al wakker van liggen, is een betoging zo groot en zo strijdbaar dat de vakbondsleiders niet anders meer kunnen, dan er een vervolg aan te breien. Ze vrezen vooral een heruitgave van het scenario van 2014, met personeelsvergaderingen, concentraties, meer betogingen en vooral ook regionale en nationale stakingen. Dat bracht in december 2014 de regering aan het wankelen. Het is toen dat de N-VA beroep deed op het primaat van de politiek, op het feit dat de beslissingen door de politiek genomen worden en niet op de straat. Feiten zijn echter maar feiten zolang ze beantwoorden aan de realiteit, een regering wiens maatregelen massaal en actief bestreden worden, kan en mag niet overeind blijven.

    De regeringsmaatregelen inzake pensioenen werden uitgebreid toegelicht in de pensioenkrant die de vakbonden in de loop van maart op meer dan een miljoen exemplaren uitdeelden. In essentie komt het erop neer dat we steeds langer moeten werken voor pensioenen die nog minder zullen bedragen dan die van vandaag die al tot de laagste van Europa behoren. Een op drie gepensioneerden leeft daardoor onder de armoedegrens. De Belgische overheid besteedt proportioneel minder aan pensioenen dan die uit de buurlanden. Zelfs als het volledige programma van de vakbonden doorgevoerd zou worden, dan nog zou België proportioneel minder besteden aan pensioenen dan bijvoorbeeld Frankrijk of Oostenrijk.

    De pensioenkrant was een prachtig initiatief, maar waarom dat niet koppelen aan een vorming voor alle militanten zodat ze die met kennis van zaken kunnen toelichten aan hun collega’s? Waarom werd daarrond niet reeds een vakbondsconcentratie georganiseerd? Het potentieel voor een krachtige beweging is er, niet alleen omtrent de pensioenen, maar ook omtrent de onhoudbare werkdruk zoals de spontane stakingen bij Lidl of de stakingen bij B-Post, Brussels Airlines, de federale ambtenaren en andere hebben aangetoond. Dat potentieel ten volle benutten vergt een minutieuze voorbereiding op alle niveaus.

    De vakbonden eisen:
    1. Terugkeer naar de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar.
    2. Een goed en rechtvaardig stelsel voor de zware beroepen en belastend werk dat toelaat
    3. 1.500 euro gewaarborgd pensioen.
    4. Wettelijke pensioenen van 75% van het gemiddelde loon (in plaats van 60% nu).
    5. De afstemming van het berekeningsplafond voor werknemers op dat voor zelfstandigen
    6. Het beter in aanmerking nemen van deeltijds werk voor het pensioen.
    7. De automatische welvaartsvastheid van de uitkeringen

    De vakbondsleidingen weten net zo goed als wij dat die eisen realiseren een linkse meerderheid vergt die bereid is te breken met de alomtegenwoordige besparingspolitiek van deze en vorige regeringen en die ons opgelegd wordt door Europa. Die eisen ernstig nemen vereist dat de vakbonden de politieke partners die dit in beleid willen omzetten actief ondersteunen en de banden breken met diegenen die daar niet toe bereid zijn. Die eisen consolideren vergt echter ook een maatschappij waarin geproduceerd wordt voor de behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking en niet voor de opgestapelde winsten van een handvol kapitalisten die hun politieke vertegenwoordigers rijkelijk belonen voor bewezen diensten.

  • Interview. “Er is nog nooit op zo’n schaal gestaakt bij Lidl”

    Deze Lidl in Deurne Noord bleef vandaag dicht. Foto: socialisme.be

    Vandaag was de vierde stakingsdag bij Lidl. Onderhandelingen gisteren leverden een voorstel van de directie op dat verworpen werd door BBTK. De andere twee bonden willen het voorstel verdedigen. Vandaag waren er weer meer dan 100 winkels dicht. De woede onder het personeel is al langer groot. We spraken met een delegee bij Lidl in Antwerpen.

    Interview door Luc (Antwerpen)

    Gisteren zijn de onderhandelingen afgesprongen. Wat is de stand van zaken?

    “Momenteel zijn wij volop alle winkels aan het rondgaan om de collega’s te informeren. Aangezien er ook vandaag meer dan 100 winkels gesloten zijn, is het duidelijk dat we doorgaan. De onderhandelingen zijn blijven steken op onze eis om onmiddellijk per winkel 42 uur per week extra in te zetten, een spoedmaatregel. De directie wil dit maar tijdelijk voor zes maanden toestaan en ondertussen beginnen onderhandelen over een nieuwe CAO arbeidsorganisatie. Als er na 6 maanden geen CAO is, vallen de extra 42 uur weg en hebben we nog niets. Wij willen die 42 uur per filiaal/week permanent. Dan ligt de druk om een degelijke CAO te sluiten bij de directie en niet bij de vakbonden. In het slechtste geval hebben we dan toch al die 42 uur.”

    De woordvoerster van Lidl vindt het afspringen van het akkoord ‘bitter’ en zegt dat het een goed akkoord was en ze meer toegezegd hebben dan de vakbonden vroegen.

    “Ze hebben heel wat beloftes gedaan, maar met beloftes zijn we niets. Lidl heeft al zoveel beloofd om de werkdruk aan te pakken, maar er komt nooit iets van. Vorig jaar bijvoorbeeld stuurde het bedrijf een mail naar alle medewerkers waarin stond dat in overleg met de vakbonden gebleken was dat er een probleem was met de werkdruk en dat dit zou aangepakt worden. Er is niets gedaan. Eigenlijk maken ze al twee jaar beloften. Ik heb een hele map vol met actiepunten en plannen van de directie om de werkdruk aan te pakken. Maar er is nog niets van gerealiseerd.”

    Hoe is de staking gestart? Het lijkt grotendeels spontaan te zijn ontwikkeld?

    “Enkele weken geleden brak een staking uit in een winkel in Oostkamp na het ontslag van een verkoopsmanager. Daar kwam meteen ook de kwestie van de werkdruk bij. ACV diende een stakingsaanzegging in voor de hele Lidl-groep. Vorige woensdag was er overleg, maar opnieuw kwam de directie niet verder dan beloftes om de werkdruk aan te pakken. Als klap op de vuurpijl wilde de directie bovendien praten over verlengde openingsuren en zondagsopening.

    “Daarop zijn toen bijna onmiddellijk enkele winkels in staking gegaan. Enkele winkels waren goed voorbereid en gingen meteen na het overleg in staking. Het personeel van heel wat andere vestigingen sloot zich spontaan aan. Dat is ook de sterkte van de staking. Je merkt wel waar de vakbonden sterker aanwezig zijn, maar op veel plaatsen begon de staking spontaan van onderuit, zelfs zonder dat de syndicale delegatie er veel vat op heeft.

    “In het Antwerpse waar ik werk, is het soms moeilijker door het groot verloop en de samenstelling van het personeel. Soms moet ik beginnen met uitleggen wat een vakbond is. Maar ik krijg ook telefoons van collega’s die me vragen of ze hun filiaal mogen sluiten. Als je weet dat de filiaalmanagers en de directie veel leugens verspreiden en dat er gedreigd wordt met sancties, dan is deze stakingsgolf echt wel straf.

    “Deze staking is nu al historisch. Er is nog nooit op zo’n schaal gestaakt bij Lidl. In veel winkels nemen collega’s spontaan het initiatief om de stakingsbeweging te vervoegen. Nochtans is er veel druk vanuit de directie en filiaalmanagers. Er wordt lokaal gedreigd met ontslag, overplaatsing, … Gisteren werd in sommige filialen verteld dat er niet gestaakt mocht worden omdat de onderhandelingen bezig waren. Dit wordt officieel tegengesproken, maar het is duidelijk dat er een strategie achter zit. Voor veel collega’s is het niet evident om hiertegen in te gaan, maar toch doen ze het.

    Wat zijn de volgende stappen?

    “Momenteel is het allemaal nogal chaotisch. Vandaag informeren we zoveel mogelijk collega’s over de stand van zaken. Er is wat verwarring en soms twijfel omdat de vakbondsleidingen niet op eenzelfde standpunt staan. Sommigen denken dat we het voorstel van de directie beter kunnen aanvaarden omdat we dat dan toch al hebben en anders misschien met lege handen overblijven. Tegelijk is er het besef dat dit geen echte oplossing is.

    “De uitdaging is nu vooral om van maandag een grote actiedag te maken waarbij zoveel mogelijk winkels dicht blijven. Alle winkels in staking zal misschien niet lukken, maar de acties zullen wel uitbreiden.”

    De concurrentiestrijd in de distributiesector is hard.  Eind vorig jaar zagen we de aankondiging van een herstructurering bij Carrefour, we hebben Delhaize gehad. Kunnen we dit probleem daarin kaderen?

    “Ja, Lidl wil concurreren met Delhaize, Carrefour, …  Lidl is van een harde discounter gegaan naar winkels met een breder aanbod: met A-merken, een eigen bakkerij, een grotere versafdeling, … Daar is allemaal extra tijd voor nodig, maar we moeten het met evenveel of zelfs minder collega’s doen. We moeten harder en meer werken voor minder geld.

    “Op dit ogenblik kent Aldi een sterke opgang. De kans is groot dat het Lidl inhaalt of voorbijsteekt in de concurrentiestrijd. Zo blijven we bezig met een race to the bottom waarbij de druk op ons altijd groter wordt om zo de winsten te beschermen en te verhogen. Het is belangrijk dat we hiertegen reageren.”

    Ik kan me voorstellen dat regeringsmaatregelen zoals de Wet Peeters ook niet bepaald een hulp zijn?

    “We werken nu al enorm flexibel. Een groot deel van de zaken die ingevoerd werden door Peters waren bij ons al langer van toepassing. Een probleem voor ons is vooral de uitbreiding van flexi-jobs naar de handel en het soepeler maken van nachtwerk voor de e-commerce. De e-commerce is momenteel erg beperkt bij Lidl, maar het kan wel enorme gevolgen hebben voor onze arbeidsvoorwaarden. En dan hebben we het nog niet over de pensioenen. Bijna niemand bij Lidl heeft een voltijds contract. De gevolgen hiervan op onze pensioenen zullen nefast zijn als de plannen van de regering effectief uitgevoerd worden.”

    Hoe denk je dat er stappen vooruit kunnen gezet worden?

    “Allereerst is het belangrijk dat we deze strijd winnen en dus op korte termijn die 42 uur permanent binnenhalen. Dat kan alleen als we de acties maandag verder kunnen uitbreiden. Ik had eigenlijk stilletjes gehoopt dat ook andere warenhuisketens spontaan zouden aansluiten, maar dit is spijtig genoeg niet het geval. Maar als we willen ingaan tegen de aanhoudende concurrentieslag in de distributiesector zal dit toch de manier zijn en moeten we de strijd uitbreiden naar de hele sector.”

  • Lidl-personeel in opstand tegen onhoudbare werkdruk

    Vaste klanten zien het bij elk bezoek: de werkdruk bij Lidl is vreselijk hoog en er is weinig respect voor het personeel. Het is een probleem in de hele sector en er wordt daar al jarenlang over onderhandeld tussen vakbonden en werkgevers in de handelssector. Dit heeft weinig opgeleverd: het moet steeds sneller en efficiënter. Wie niet mee kan, moet er maar uit. De concurrentie wordt steeds harder opgevoerd om de winsten van de aandeelhouders te vergroten. Winst is er absoluut: Lidl was in 2015 wereldwijd goed voor 1,5 miljard euro winst.

    Door een delegee in de sector

    Op 7 april bleef een winkel van Lidl in Oostkamp een halve dag dicht door de werkdruk. De directie probeerde het af te doen als een alleenstaand geval. De werkdruk werd zelfs weggelachen. Maar er is iets beginnen broeien. De directie beloofde via overleg tot oplossingen te willen komen, maar toen een zoveelste onderhandeling zonder resultaat eindigde op 25 april ontstond een spontane stakingsgolf. Het personeel besloot de directie onder druk te zetten om tot oplossingen te komen.

    Het initiatief kwam van onderuit zonder oproep vanuit de vakbond. De staking breidde uit als een lopend vuurtje. Dat bevestigt dat het probleem van de werkdruk overal in de keten onhoudbaar is. De roep om de werkdruk naar beneden te halen, weerklinkt bijzonder luid. Het personeel is het beu.

    Heeft de directie de boodschap begrepen? Dat is twijfelachtig. Grote baas Dieter Schwarz is met een vermogen van 20,9 miljard dollar de 52ste rijkste mens ter wereld, maar nog is het niet genoeg. Dat vermogen is niet opgebouwd met een menselijke opstelling tegenover het eigen personeel.

    Bij onderhandelingen kwam de directie met het voorstel om de winkelmanager uit de personeelsbezetting te halen waardoor 42 uur per winkel extra zouden vrijkomen. Maar de directie wilde dit beperken tot zes maanden om ondertussen andere oplossingen te zoeken. Gezien die korte periode en de vele gebroken beloften uit het verleden, ging BBTK niet akkoord met het voorstel.

    Het opvoeren van de werkdruk zorgt in steeds meer bedrijven voor problemen. Het leidt tot acties waarbij het personeel aan de noodrem gaat trekken, denk maar aan de acties vorig jaar bij Volvo Cars en Volvo Trucks. Als de vakbonden de kwestie op tafel leggen, willen de werkgevers er niets rond doen. De regering heeft de mond vol van ‘werkbaar werk’, maar voert een beleid waardoor het voor de werkgevers gemakkelijker wordt om ons werk onwerkbaar te maken. Deze kwestie zal steeds meer terugkomen: het opvoeren van de werkdruk is namelijk een manier om de winsten van de aandeelhouders te vergroten.

    Een oplossing voor het probleem is uiteraard het aanwerven van bijkomende vaste medewerkers zodat het werk verdeeld kan worden. Een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week met loonbehoud en bijkomende aanwervingen (waarbij de huidige contracten van 30 uur automatisch omgezet worden in voltijdse contracten met bijhorende lonen), moet daar ook onderdeel van zijn. We moeten de strijd organiseren en in de vakbonden en met de collega’s de discussie aangaan over eisen en tactieken om tot overwinningen te komen.

     

  • Waarom de federale ambtenaren staken op 30 april

    ACOD-actie op 27 februari
    • “30 april zal geen eenmalige staking zijn” (ACOD)
    • “In de maand mei volgen er nog meer acties” (ACV-Openbare Diensten)

    Aanstaande maandag, 30 april, gaan de federale ambtenaren in gemeenschappelijk vakbondsfront in staking. Dat is opmerkelijk. Goed twee maand geleden nog maar, op 27 februari, organiseerde het socialistische ACOD op haar eentje een staking bij de overheidsdiensten. Die actie was gericht tegen de pensioenhervorming. Toen pasten de christelijke en de liberale vakbonden nog voor actie om voorrang te geven aan overleg. Sindsdien maakten de federale regering en haar N-VA minister Vandeput het echter zo bont dat alle personeel op de achterste poten staat en het gemeenschappelijk vakbondsfront prompt hersteld is. Voor het ACOD zal dit geen éénmalige staking zijn en ook ACV-Openbare Diensten kondigt nu al aan dat er in mei meer acties zullen volgen.

    Door Eric Byl

    De directe aanleiding voor de woede van het ACV is de weigering van Vandeput om voor 30 april een brugdag toe te kennen. Dat lijkt kleinzerig en zal door de regering ook zo voorgesteld worden, maar is het gevolg van een “harmonisering” van de verlofregeling. Het is de druppel die de emmer doet overlopen. Sinds vorige zomer lanceren de federale regering en Vandeput de ene aanval na de andere op het federale ambtenarenapparaat. Het afwijzen van de brugdag komt bovenop de afschaffing van de vaste benoemingen, van het ziektekrediet en de invoering van interim arbeid. Deze en andere maatregelen zijn gericht op een “redesign (hertekening) van de federale overheid”, die naar verluidt “slanker en efficiënter” moet.

    Daarmee zijn we terug aanbeland bij het beeld dat rechts al tientallen jaren verspreidt over de openbare diensten, dat van een log en inefficiënt apparaat. In de jaren ’80 fulmineerde de toen nog ultra-liberale Verhofstadt over het “ontvetten” van de staat. De catastrofale gevolgen van zijn sloopwerk dragen we nog steeds, maar de staat is er ook onder hem niet kleiner op geworden. Hetzelfde gebeurt nu met Vandeput. Hij zou de overheid “snoeien om te groeien”. Van het aantreden van de regering tot september vorig jaar verdwenen maar liefst 16.600 jobs bij de federale overheid, maar dat leidt niet tot de beoogde efficiëntie, integendeel, de federale overheidsdiensten draaien in de soep.

    Hoe komt dat? De maatschappij heeft de voorbije tientallen jaren niet stil gestaan. Relatief eenvoudige overheidstaken zijn complexer geworden. Denk maar aan de pensioenen. Ooit waren gemengde carrières uitzonderlijk en doorliepen de meeste werknemers een hele loopbaan bij één, hooguit twee werkgevers. Hun pensioen berekenen was relatief éénvoudig. Vandaag zijn carrières een ingewikkeld kluwen van allerlei statuten en is het berekenen van de pensioenen een tijdrovend proces dat door steeds minder mensen geklaard moet worden. Hetzelfde geldt voor belastingontwijking en belastingontduiking: vandaag is dat een heuse spitstechnologie. Er zijn ook een reeks nieuwe overheidstaken. Het winstbejag in de voedingsindustrie vereiste de creatie van een voedselagentschap waarvan meer dan 20 jaar geleden nog geen sprake was. Er zijn nu energieregulatoren, bestrijders van cybercriminaliteit en terrorisme, milieunormen, inburgeringscursussen enz.

    Vandeput wil het overheidsapparaat vereenvoudigen en afslanken om efficiënter te worden, maar wil niet horen dat de taken alsmaar complexer worden en steeds nieuwe noden en specialiteiten vereist. Hij beweert te willen moderniseren, maar wil eigenlijk terug het slanke staatsapparaat van voor de industrialisatie, laat staan het cybertijdperk. Uiteraard kunnen bepaalde taken via informatisering gestandaardiseerd worden, maar als het erom gaat om de regelgeving te doen naleven, zal het veel meer ambtenaren op het terrein en veel meer investeringen vereisen om de whizzkids van de privésector bij te houden.

    Vandeput valt alle ambtenaren aan, maar in de eerste plaats de zwakste. Zo wil hij het ziektekrediet voor federale ambtenaren vervangen door 30 dagen gewaarborgd loon per jaar. Na die 30 dagen zullen ambtenaren terug vallen op 60% van het loon. Je zal maar het slachtoffer worden van kanker, een hartaandoening, een zwaar ongeval, een burn-out. Vandeput maakt de regeling voor ambtenaren nóg nadeliger dan wat geldt voor contractuelen of voor werknemers uit de privésector. Bij een terugval hebben zij opnieuw recht op gewaarborgd loon, een statutaire ambtenaar daarentegen zou geen ziektedagen meer over hebben.

    Als het van de federale regering afhangt zullen voortaan alleen ambtenaren in zogenaamde ‘gezagsfuncties’ nog benoemd worden. Weg dus de werkzekerheid, nochtans de grootste troef voor het werken bij de federale overheid. Bij de federale overheid zijn er vooral gespecialiseerde functies die een zekere mate van kennis, ervaring en competenties vereisen. Als het statuut verdwijnt, zullen die nog gemakkelijker weggekocht worden door de privésector. Zal de regering die dan vervangen door onervaren interimkrachten? Zullen zij onze belastingaangifte verwerken? Zullen zij zonder kennis van zaken de veiligheid van ons voedsel controleren? Bovendien zijn interimkrachten dubbel zo duur als een gewoon personeelslid bij de overheid.

    Minister Vandeput verdedigt zich door erop te wijzen dat er meer promotiekansen voor iedereen zullen zijn. Dat hij vereenvoudigt, moderniseert en de ongelijkheden uit het verleden wil wegwerken. ‘Zijn de vakbonden daar tegen?’ vraagt hij demagogisch. De vakbonden wijzen erop dat promotiekansen niet beschermen tegen afdanking wanneer de dienst in het kader van een staatshervorming naar de gewesten en gemeenschappen overgeheveld wordt. Bovendien, zeggen ze, leidt Vandeput het federaal openbaar ambt alsof het een kleine KMO is: onderwijs en diploma’s zijn niet langer belangrijk, werkzekerheid geen must en personeelstekorten worden opgevuld door interimkrachten. Dat werkt misschien in een KMO, maar het federaal ambt vereist neutraliteit, objectiviteit en continuïteit! De voorstellen van minister Vandeput zullen leiden tot nog meer willekeur en vriendjespolitiek.

    De pensioenleeftijd werd verhoogd tot 67. Velen hebben het moeilijk om tot die leeftijd aan de slag te blijven. Maar de minister maakt het er niet gemakkelijker op door het ziektekrediet af te schaffen en de verlofregeling te herzien. Langer werken, en tegelijk de mogelijkheden om werk werkbaar te houden afbouwen, is onhoudbaar. Niets is zo eigen aan de ambtenaar als zijn statuut. Hij geniet een speciale rechtsbescherming omdat de werkgever van politieke kleur kan veranderen. Die bescherming wordt gegarandeerd door het statuut. Het is geen normaal arbeidscontract waarin beide partijen het eens moeten zijn over de voorwaarden. Een ambtenaar wordt eenzijdig aangesteld door de overheid en heeft geen enkele inspraak in zijn loon- of arbeidsvoorwaarden. Hij heeft slechts het recht om te eisen dat de regels die vastgelegd zijn in het statuut worden nageleefd. Als het statuut wegvalt, valt ook de garantie op een neutrale behandeling weg. Zonder vaste benoeming, worden ambtenaren totaal afhankelijk van een politieke overheid.

    Er zijn meer dan redenen genoeg om collectief actie te voeren met inbegrip van stakingen. Helaas denken de vakbondsleidingen teveel dat iedereen ten volle mee is met de impact van de maatregelen en zijn hun inspanningen om dat op te helderen ondermaats. Wellicht zal de staking op 30 april een succes worden, maar ze is nauwelijks of niet gekoppeld aan personeelsvergaderingen op de werkvloer en pogingen om zoveel mogelijk ambtenaren maximaal te betrekken bij piketten en andere acties. Het gevaar van een dergelijke strategie is dat de inzet niet langer aangevoeld wordt als een conflict tussen het personeel en de overheid, maar als een tussen de vakbonden en de overheid, met het personeel als toeschouwer. Hopelijk grijpen militanten de staking van 30 april aan om dit bij te stellen.

  • Duur openbaar vervoer nefast voor mobiliteit en milieu

    Foto: Jean-Marie

    De voorbije weken was er in de media heel wat aandacht voor internationale mobiliteit. Busmaatschappijen als Flixbus kennen een opmars omdat ze goedkope reizen in Europa aanbieden. Ook vliegen is voor internationale verplaatsingen veelal een pak goedkoper dan met de trein reizen. Terecht wordt opgemerkt dat dit rampzalig is voor het milieu, maar doorgaans komen de antwoorden niet verder dan het voorstel om vliegen duurder te maken. De vakantiemogelijkheden van gewone werkenden drastisch beperken, is blijkbaar het enige antwoord dat de gevestigde krachten kunnen verzinnen.

    Na jarenlang besparen op openbaar vervoer swingen de prijzen de pan uit. De meest recente prijsverhoging is die voor de trein tussen België en Nederland. Een weekendretour Brussel-Amsterdam zal niet langer 55 euro, maar 96 euro kosten! Die prijsverhoging kan deels omzeild worden door vroeg te boeken: dan kost het ‘maar’ 68 euro. Aanleiding voor de drastische verhoging is de snellere verbinding die geopend wordt en, vreemd genoeg, het argument dat de trein in het weekend “te populair” werd (De Tijd, 9 april). Met de auto reizen, is hierdoor een pak goedkoper dan met de trein. De liberalisering van het internationaal reizigersverkeer heeft niet geleid tot goedkopere prijzen en meer mogelijkheden! Wat als dit straks ook met het binnenlands reizigersverkeer gebeurt?

    Hetzelfde zien we bij De Lijn: sinds 2012 steeg de prijs voor een abonnement met gemiddeld 33% en dat van een gewoon ticket met 21%. Voor korte ritten betaal je met een rittenkaart 1,6 euro (tegenover 0,9 euro in 2012) en met een enkel ticket zelfs 3 euro. Met zulke prijzen neem je toch al sneller de wagen in plaats van de bus? Volgens De Lijn zijn de stijgingen beperkt tot de indexeringen en een grotere sprong in 2015. Wie zijn loonbriefje vandaag vergelijkt met dat van 2012 zal opmerken dat er geen sprake is van een indexering die oploopt tot 20 à 30%. We kregen amper meer loon door indexverhogingen en er werd zelfs een indexsprong opgelegd waardoor we loon verliezen. De woordvoerder van minister Weyts (N-VA) praat het goed: “De Lijn is nog altijd goedkoper dan de tegenhangers in de andere regio’s van dit land en in de buurlanden.” Wie regelmatig een uurtje of langer in een file op de ring van Antwerpen of Brussel doorbrengt, heeft daar echter boodschap aan.

    Het resultaat van de prijsstijgingen bestaat uit een toename van het autoverkeer op een ogenblik dat er al een ernstige mobiliteitscrisis is. Voor buitenlandse reizen is de optie van openbaar vervoer steeds minder realistisch wegens te duur. Wie de trein overweegt voor pakweg een reis naar het zuiden van Frankrijk of Spanje, komt niet verder dan de vermelding van het prijskaartje. Dat laat ruimte voor private bedrijven die goedkope verbindingen aanbieden door te besparen op personeel en kwaliteit, waarbij bovendien op geen enkele wijze rekening wordt gehouden met het milieu. Enkel de winsten tellen.

    Om hier verandering in te brengen, moet er een einde komen aan de besparingen op openbaar vervoer. Er zijn publieke middelen om te investeren in oorlogstuig en fiscale cadeaus aan grote bedrijven, maar niet om te antwoorden op de mobiliteitscrisis? Een drastisch plan van publieke investeringen kan het vervoersnet versterken en de prijzen sterk naar beneden halen. Waarom bijvoorbeeld geen gratis bus- en tramvervoer aanbieden om de steden te ontlasten? Dat zou pas een circulatieplan zijn! Goedkoper treinverkeer, ook op internationale verbindingen, kan de trein interessant maken voor reizigers. Maar ook voor wie pendelt: waarom zou je  in de file staan als je goedkoper en sneller ter plaatse kan geraken met openbaar vervoer?

    In plaats van de gewone bevolking te bestraffen voor de vervuilende winstzucht van het kapitalisme, moet er fors geïnvesteerd worden in openbaar vervoer zowel als antwoord op de mobiliteitscrisis als voor de bescherming van de luchtkwaliteit en het milieu.

  • Protest tegen criminalisering sociale actie


    Deze morgen verzamelden enkele honderden vakbondsmilitanten aan het Vlinderpaleis in Antwerpen. Het zal niet de laatste actie voor het justitiepaleis zijn: vandaag was de inleidende zitting, de effectieve pleidooien volgen in juni. Aanleiding was de zaak tegen twee ABVV-militanten die vervolgd worden wegens deelname aan een syndicale actie. De twee worden verweten dat ze de weg ‘kwaadwillig blokkeerden’ en riskeren daar zware straffen voor, inclusief gevangenisstraf. (zie ons eerder artikel hierover)

    Op de actie deze morgen waren er militanten uit verschillende sectoren en regio’s, er waren ook Franstalige militanten en enkele ACV-leden. Deze aanval op het recht op sociaal verzet belangt immers iedereen aan. Als dit passeert, kan straks elke vorm van verzet tegen het asociale beleid afgedaan worden als misdrijven. Dat is uiteraard ook de bedoeling van de rechtse regering: actieve oppositie op straat monddood maken.

    Verzet tegen deze aanval op het recht op collectieve actie is noodzakelijk. Als de zaak in juni gepleit wordt, moet er een grote mobilisatie komen die nationaal door alle vakbonden wordt gevoerd. Wie aan één van ons raakt, treft ons allemaal. Tegenover deze aanval op onze rechten is solidariteit in actie ons sterkste wapen.

    Enkele foto’s:

  • Stop de grote pensioenroof

    Foto: Liesbeth

    “Met de huidige plannen moet ik acht jaar langer werken voor een pensioen dat 200 euro lager ligt,” vertelde een treinbegeleider ons. Veel werkenden maken zich zorgen als ze op mypension.be zien hoe laag hun pensioen zal zijn. En zelfs daar wil de rechtse regering verder op inhakken met onder meer het pensioen met punten. De aanvallen op onze pensioenen gaan onverminderd door.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Aanvallen op drie fronten

    Het grootste project van de rechtse regering is het puntenpensioen. Daarmee wordt de hoogte van het pensioen pas op het laatste moment bepaald, naargelang de beschikbare middelen. Het is een verdere aanzet tot het individualiseren van het collectief recht op pensioen en het moet druk zetten om effectief langer te werken. De regering wil dit op tafel leggen nadat er een regeling is rond de zware beroepen.

    Vakbonden en werkgevers kwamen voor de erkenning van zware beroepen vier categorieën van collectieve criteria overeen: fysiek belastend werk, emotioneel belastend werk, zware werkorganisatie en verhoogd veiligheidsrisico. Over de concrete invulling was er geen akkoord en de regering trekt het dossier naar zich toe. Minister Bacquelaine heeft nog geen voorstel op tafel gelegd.

    Het derde front is dat van de aanval op de pensioenen voor overheidspersoneel. Daar wordt de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar gekoppeld aan strengere loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen. Bovendien is de pensioenbonus afgeschaft, wat het gemiddeld overheidspensioen tot 5% verlaagt in 2020. De regering hoopt dat wie vanaf 2025 op pensioen gaat onder het puntensysteem zal vallen.

    Voor een leefbaar pensioen

    De vakbonden voeren een informatiecampagne waarin ze voor een leefbaar pensioen pleiten. De belangrijkste eisen: pensioen op 65 jaar, minimumpensioen van 1.500 euro per maand, pensioen aan 75% van het gemiddeld loon in plaats van 60% vandaag, geleidelijk optrekken van het wettelijk pensioen in de privésector tot het niveau van de openbare sector, rekening houden met de zwaarte van het werk, behoud van gelijkgestelde perioden (bij werkloosheid, loopbaanonderbreking, …).

    Het is belangrijk dat niet gewacht wordt op de exacte voorstellen van nieuwe aanvallen om zelf offensieve eisen voor een leefbaar pensioen naar voor te schuiven. De huidige pensioenbedragen liggen te laag: het gemiddeld pensioen van een nieuw gepensioneerde vrouw bedraagt amper 882 euro per maand, voor een man is dat 1.181 euro. Door de strengere voorwaarden dreigt de kloof tussen mannen en vrouwen nog groter te worden.

    Het steeds weerkerende argument van de regering en de werkgevers tegen meer middelen voor leefbare pensioenen, is dat er geen geld is. Er wordt meteen geprobeerd om ouderen en jongeren tegen elkaar op te zetten: een leefbaar pensioen vandaag zou een armzalig pensioen voor jongeren in de toekomst betekenen. Onbetaalbaarheid is relatief: er wordt jaarlijks voor meer dan 6 miljard euro aan fiscale cadeaus gegeven aan de bedrijven via verminderingen van sociale bijdragen. Aan de voorziene 3,6 miljard euro voor gevechtsvliegtuigen (met alle kosten erbij gaat het zelfs om 15 miljard euro) mag niet geraakt worden, zelfs indien de huidige nog niet aan vervanging toe zijn. Maar voor onze pensioenen is er geen geld? Ons land geeft minder uit aan pensioenen dan verschillende buurlanden: 10,2% van het BBP tegenover 10,6% in Duitsland en zelfs 13,8% in Frankrijk. Deze ‘pensioenhandicap’ wil de regering echter niet wegwerken.

    Ernstig verzet

    De informatiecampagne van de vakbonden is een uitstekend initiatief, zelfs indien ze al vroeger had mogen komen. De pensioenkrant op 1 miljoen exemplaren biedt de mogelijkheid om de discussie op straat, onder collega’s, vrienden of op markten aan te gaan. Informatie is belangrijk om de publieke opinie te winnen, een noodzakelijk onderdeel om bredere acties op te bouwen. De pensioenen zijn een bijzonder gevoelige kwestie voor een overgrote meerderheid van de bevolking. Een onderzoek van Securex gaf aan dat 92% niet tot 67 jaar wil werken.

    De huidige informatiecampagne kan onze eisen populariseren. Het mag dan ook geen eindpunt zijn, maar een opstap naar nieuwe acties om onze eisen te realiseren. Dit vereist een zo breed mogelijke betrokkenheid op elke werkvloer via personeelsvergaderingen die het regeringsbeleid en onze antwoorden daarop toelichten, maar ook de acties voorbereiden en ter stemming voorleggen. Het actieplan van eind 2014 deed de regering wankelen. Het stoppen van die acties leidde tot frustratie en wantrouwen onder de basis. Er moet duidelijkheid zijn over de inzet van nieuwe acties: een einde maken aan de rechtse regering en het besparingsbeleid.

    De ‘traditionele politieke partners’ laten het afweten. Het ‘sociaal gezicht’ van CD&V is onzichtbaar, de ‘oppositie’ van PS en SP.a ongeloofwaardig. Gelukkig is er de doorbraak van PVDA in de peilingen. De oproep voor progressieve allianties mag geen pleidooi zijn voor ‘besparingen light’, maar moet gekoppeld worden aan de volledige intrekking van alle antisociale maatregelen van Michel. De sociale noden zullen niet vervuld worden zonder radicale maatschappijverandering, zonder democratisch socialisme. Een brede campagne daarvoor met radicaal links, de vakbonden en de sociale bewegingen kan de huidige impasse doorbreken.

  • Na de staking van ACOD op 27 februari: strijd voor pensioenen verbreden!

    Foto: Laurent

    Er waren grote stakersposten in Antwerpen, Gent, Brussel, … en militantenbijeenkomsten met 2.000 aanwezigen in Brugge en nog eens 2.000 in Doornik. Er was een betoging in Luik van het ziekenhuis CHR naar de met sluiten bedreigde hypermarkt van Carrefour. Ook in Charleroi was er een betoging. De staking van de ACOD op 27 februari toonde een potentieel van verzet en mobilisatie, maar ook de beperkingen van geïsoleerde stakingsacties die via de gevestigde media aangekondigd worden in plaats van opgebouwd aan de basis op de werkplaatsen.

    Artikel door een ACOD-afgevaardigde uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    In een poging om de aandacht van de aanvallen op de pensioenen af te leiden, verklaarde minister Daniel Bacquelaine (MR) dat het ABVV die dag een ‘gemeenschappelijk front’ vormde met de PTB en de PS. Daarmee hoopte hij niet te moeten antwoorden op het feit dat zoveel gepensioneerden in armoede leven en dat het huidige beleid de situatie erger zal maken. Of nog over het feit dat de werkdruk en de productiviteit zodanig opgetrokken worden dat er een epidemie is van burn-outs, depressies en diverse beroepsziektes. Ons langer laten werken, zal dat enkel erger maken. Ook hoopte Bacquelaine niet te moeten antwoorden op de leugen dat onze pensioenen onbetaalbaar zouden zijn, terwijl er altijd geld gevonden wordt voor belastingverminderingen en andere cadeaus aan de bedrijven.

    Bacquelaine en zijn regering van rijken vormen in werkelijkheid een gemeenschappelijk front met het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Als we de strijd voor onze pensioenen willen winnen, hebben wij een eigen actiefront nodig dat beroep doet op de potentieel enorme sociale kracht van de meest strijdbare elementen in de vakbonden die bredere lagen van de samenleving kunnen meetrekken.

    De staking van 27 februari toonde dat de wil tot verzet nog altijd aanwezig is en dat er in heel het land kernen van strijdbare militanten zijn. Maar toch is het bilan van de staking gemengd. Er was niet overal enthousiasme, er waren twijfels over de wijze van communicatie en van hoe de mobilisatie werd georganiseerd, heel wat delegees en militanten ondervonden moeilijkheden om hun collega’s te overtuigen. De belangrijkste reden hiervoor is de afwezigheid van een coherente planning van sociaal verzet en de afwezigheid of onvoldoende verspreiding van mobilisatiecampagnes op de werkplaatsen die zich bovendien niet beperken tot het verdelen van pamfletten maar ook personeelsvergaderingen met werkonderbrekingen omvatten. Om een succes te maken van een staking, moet deze door het volledige personeel worden opgebouwd. Het is soms beter om te starten met militantenbijeenkomsten, een reeks acties en afwisselend regionale stakingen in plaats van meteen de zware middelen boven te halen met het risico om geïsoleerd te raken.

    De problemen waarmee we geconfronteerd worden, zijn niet onoverbrugbaar. Ze vereisen de opbouw van een krachtsverhouding op een meer coherente, open en betrokken wijze. Zo kunnen we deze krachtsverhouding verbreden binnen alle vakbonden en alle sectoren. Zelfs indien heel wat collega’s niet mee gestaakt hebben, is het tegelijk duidelijk dat ze de woede tegenover de asociale maatregelen van de regering delen. De ACOD kan zelfs alleen een rol spelen in de organisatie van die woede en kan eraan bijdragen om de woede om te zetten in sociaal verzet. We zullen dat echter niet doen met eenmalige stakingen die van bovenaf beslist worden.

     

  • Stop criminalisering sociale actie! Antwerps ABVV-voorzitter vervolgd wegens protest tegen rechtse regering

    Solidariteit met de vervolgde kameraden: vrijdag 13 april om 8u aan het justitiepaleis te Antwerpen (Bolivarplaats)

    Het antwoord van de rechtse regering op het democratisch recht op collectieve actie: repressie. Foto van het politie-optreden op 24 juni 2016.

    Tijdens een staking in juni 2016 haalden de autoriteiten de grote middelen boven om enkele stakersposten te breken. Het doel was om de blokkades op de Antwerpse Scheldelaan weg te krijgen. De repressie van toen krijgt nu een staartje: twee ABVV-militanten, waaronder de voorzitter van ABVV Antwerpen, Bruno Verlaeckt, moeten voor de rechter verschijnen. De tenlastelegging: ‘kwaadwillig belemmeren van het verkeer.’

    De politieke verantwoordelijkheid voor het politie-optreden, de repressie en de daaropvolgende vervolging ligt bij het door de N-VA gedomineerde stadsbestuur. De voorbije dagen kwam de rechtse N-VA nog in de media met een voorstel om partijen die tegen mensenrechten ingaan te kunnen verbieden. De partij is evenwel selectief in de keuze van mensenrechten die aanvaard worden: het democratisch recht op collectieve actie, een internationaal erkend mensenrecht, hoort er duidelijk niet bij. Europese rechtspraak bevestigt dat het plaatsen van stakersposten onderdeel van dat democratisch recht is. In bepaalde gevallen omvat het recht ook het opwerpen van wegblokkades. Deze sociale rechten, afgedwongen door strijd van de werkende bevolking, liggen onder vuur. De rechtse regering met de N-VA van De Wever op kop wil elk verzet tegen het asociale besparingsbeleid de mond snoeren. Dat is de context van het politie-optreden op 24 juni 2016.

    Als het van de N-VA afhangt, is protest tegen het gevoerde beleid enkel mogelijk indien niemand het opmerkt. Als er toch zichtbaar protest is, volgt harde repressie. Een land waar de voorzitter van een vakbond die staakt tegen het regeringsbeleid wordt opgepakt, doet eerder aan een dictatuur denken. Dat een sociaal conflict, mogelijk op aansturen van dezelfde regeringspartijen waartegen geprotesteerd werd, bovendien als een strafrechtelijke zaak wordt behandeld, is nog een stap verder. Het betekent dat protest tegen deze regering gecriminaliseerd wordt. Al wie het niet eens is met de verhoging van de pensioenleeftijd, het onderuit halen van onze lonen door de indexsprong en bijkomende taksen, de aanvallen op pensioenen en sociale zekerheid, het gebrek aan publieke investeringen in infrastructuur, zorg en onderwijs, … moet maar zwijgen en ja-knikken als het van de bende van De Wever afhangt.

    Bij de repressieve operatie van 24 juni 2016 werden twee ABVV’ers opgepakt, waaronder de Antwerpse voorzitter Bruno Verlaeckt. Ze werden in februari 2018 – anderhalf jaar later – opgeroepen om komende vrijdag voor de correctionele rechtbank te verschijnen.  De tenlastelegging luidt als volgt: “Kwaadwillig het verkeer op de spoorweg, de weg, de binnenwateren of op zee te hebben belemmerd.”  Er wordt aan toegevoegd dat dit gebeurde “bij wijze van vakbondsactie” met het “organiseren van en deelnemen aan niet-toegelaten wegblokkades op de grote toegangswegen tot de Antwerpse haven.” Er wordt verwezen naar een artikel uit het Strafwetboek dat valt onder een hoofdstuk over opzettelijk doden en toebrengen van lichamelijke letsels. Een eerdere poging om dit artikel te gebruiken tegen een vakbondsactie werd afgewezen door het Antwerpse Hof van Beroep.

    De afgelopen jaren werd de havenzone in Antwerpen meermaals afgezet in het kader van collectieve acties. Dit gebeurde door personeel dat opgeleid is om de veiligheid in deze industriezone te garanderen. De blokkades worden dermate opgesteld dat het verkeer ongehinderd rechtsomkeer kan maken waardoor er geen files ontstaan. Op 24 juni 2016 ontstonden er pas grote verkeersproblemen toen de politie met het oog op de repressieve aanpak van de stakersposten deze organisatie van het verkeer onmogelijk maakte. Door het optreden van de politie ontstonden lange files. Om het verkeer was het dus niet te doen, enkel om het breken van het stakingsrecht.

    Deze methode van repressie tegen sociaal verzet is niet nieuw of modern. Het doet eerder denken aan de wijze waarop 125 jaar geleden tegen de beweging voor stemrecht werd opgetreden. Op 18 april 1893 werd de haven afgezet door rijkswacht en leger en werd vervolgens in Borgerhout op stakende arbeiders geschoten waarbij vijf doden vielen.

    Met de huidige vervolging van onder meer de Antwerpse ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt wordt een provocatieve aanval ingezet op het stakingsrecht en het recht op actieve oppositie in het algemeen. Hierop reageren we best met mobilisatie en solidariteit. Al onze democratische rechten zijn afgedwongen door strijd en solidariteit. Dat is ook hoe we ze zullen verdedigen. Een eerste afspraak is komende vrijdag om 8u aan het Justitiepaleis aan de Bolivarplaats.

  • 882 euro – zo laag is het gemiddeld pensioen van vrouwen

    Onze aprilkrant gaat in
    op de discussie rond pensioenen.
    Deze krant komt vanavond
    van de drukker. Neem vandaag
    nog een abonnement en krijg
    volgende week deze krant in je bus!

    Momenteel bespreekt de regering een nieuwe aanval op de pensioenen, meer bepaald wat de zware beroepen betreft. Daarover is er nog geen akkoord. De Morgen titelde vandaag: “Wat N-VA wil, is dood met de kogel voor Bacquelaine.” Anders gezegd: de aanval kan niet hard genoeg zijn voor N-VA, terwijl de coalitiegenoten beseffen dat er een breed gedragen ongenoegen is rond de afbraak van de pensioenen. Eerder werd de leeftijd al opgetrokken tot 67 jaar en werden de voorwaarden voor vervroegd pensioen een pak strenger.

    Een specifiek element in de discussie rond pensioenen is de discriminatie van vrouwen. De regering heeft niet de minste maatregel om die discriminatie aan te pakken. De huidige maatregelen zullen integendeel leiden tot een vergroting ervan. Als het rechtse partijen als N-VA uitkomt in het kader van verdeeldheid tegen migranten, dan zijn ze de eersten om in woorden voor vrouwenrechten op te komen. Maar concrete maatregelen nemen, bijvoorbeeld om het gemiddeld pensioen van vrouwen tot boven de armoedegrens op te trekken, is geen optie. Integendeel: het huidige beleid dat vrouwen hard raakt, mag wat N-VA betreft nog een pak harder zijn.

    De cijfers vatten de ernst van de situatie samen. Een gemiddeld pensioen van vrouwen bedraagt amper 882 euro en de helft van de vrouwen moet het doen met een pensioen dat onder de 1.000 euro bedraagt. Deze week raakte bekend dat de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen maar liefst 26% bedraagt. Dat is meer dan de loonkloof. De steeds grotere nadruk op flexibiliteit op de werkvloer (met meer deeltijdse jobs), de stijgende werkdruk waardoor de combinatie gezin-werk onhoudbaar is, de aanvallen op de pensioenen (onder meer beperking gelijkstellingen), … zorgen ervoor dat de kloof dreigt toe te nemen.

    Een gemiddeld pensioen van 882 euro is schandalig laag, zeker als je weet dat een verblijf in een rusthuis vandaag gemiddeld meer dan 1.500 euro per maand bedraagt. Er is een offensieve campagne nodig voor een hoger pensioen en voor de intrekking van de aanvallen op de pensioenen. Een pensioenleeftijd van 67 jaar is waanzin als je weet dat werknemers gemiddeld gezond leven tot 64 jaar. Het minimumpensioen moet drastisch de hoogte in: 1.500 euro per maand zou een goede start zijn voor dit minimum om zo een opwaartse druk te zetten op alle pensioenen. Is dat onbetaalbaar? De cadeaus aan de werkgevers kosten meer dan wat een leefbaar pensioen zou kosten. Het geld halen waar het zit, is de boodschap. Dat zal niet gebeuren door het vriendelijk te vragen, maar door onze strijd te organiseren. Het draagvlak wordt versterkt met een informatiecampagne (in de vorm van een krant op 1 miljoen exemplaren) en er is nu de oproep voor een actie op 16 mei.

    Deze week was er een kleinere actie in Brussel om de ongelijke pensioenbehandeling van vrouwen aan te klagen. Met de actie werd de aandacht gevestigd op de schrijnende situatie. Een gemiddeld pensioen van amper 882 euro en een pensioenkloof van 26%. Die twee cijfers op zich schreeuwen om een goed georganiseerd ernstig verzet en offensieve strijd voor hogere pensioenen!

    ? Op de ROSA-conferentie van morgen is er een werkgroep over: “Hoe vechten voor vrouwenrechten op de werkvloer en in de vakbond?” Iedereen welkom om mee de discussie te voeren!

    ? Enkele foto’s van de vakbondsactie gisteren in Brussel (foto’s door Els):

     

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop