De strijd bij Visteon: het verhaal door een delegee van Visteon-Basildon

Op 31 maart legde Visteon de boeken neer en werden we op zes minuten tijd op straat gegooid zonder enige ontslagvergoeding en zonder onze pensioenrechten. De Ierse Visteon-arbeiders in Belfast namen meteen een strijdbare houding in, ze weigerden de fabriek te verlaten. Veel collega’s waren eerst geschokt, ze hadden de directie teveel geloofd en dachten dat Visteon in Groot-Brittannië haar bedrijf zou uitbouwen.

Artikel door Frank Jepson, Unite-hoofddelegee Visteon Basildon (zie foto hiernaast)

Toen we op straat werden gezet, zakte de moed bij velen in de schoenen. Bovendien waren Kevin (de hoofddelegee in Enfield) en ikzelf onervaren. Op de fabriek was er overal veiligheidspersoneel. Ik denk dat er op dat ogenblik nog niet genoeg vertrouwen was om in actie te gaan. Die avond sprak ik met Kevin en we namen de tijd om het nieuws wat te verwerken. De volgende ochtend zouden we de fabrieken bezetten.

De curatoren van de fabriek protesteerden niet. De politie van Essex kwam ieder anderhalf uur met een andere verantwoordelijke af die met mij wou spreken. De hele dag lang duurde dat spel. Ze brachten zelfs een onderhandelaar mee omdat we op het dak van de fabriek stonden. De curatoren stelden dan aan de politie dat ze zich bedreigd voelden. Er werd gedreigd met arrestaties. Ze kwamen met honden en geweren. De mannen op de vloer wilden in de fabriek blijven omdat we de anderen in Belfast en Enfield niet alleen wilden laten vechten. Uiteindelijk kwamen we wel naar buiten, ik wou iedereen bij elkaar houden zodat er geen verdeeldheid was onder druk van de politie.

Hierop begonnen we een continue stakerspost aan de ingang met minstens zes mensen aan iedere poort. Ik begon de taken daarbij te delegeren, waarbij er ook eten en zo moest worden voorzien. Er werd een bijeenkomst opgezet met Tony Woodley (de algemeen secretaris van de vakbond Unite) en John Fleming, de voorzitter van Ford-Europa. Ik was daar ook bij samen met de andere hoofddelegees van Visteon.

Fleming zegde op het laatste moment af voor de meeting, hij wou enkel met Woodley spreken. Hij zei dat hij geen enkele contractuele verplichting had, maar gaf toe dat de arbeiders slecht werden behandeld en dat hij daarover zou spreken met de voorzitter van Visteon. We hielden een actie aan het gebouw van VES (Visteon Engineering Services, een zogenaamd onafhankelijk Visteon bedrijf dat nog altijd werkzaam is en waarlangs de managers hun eigen pensioenen hadden veilig gesteld). De acties waren belangrijk om iedereen te blijven betrekken.

We probeerden een familiedag te organiseren, maar de curatoren weigerden ons zelfs om elektriciteit te gebruiken om de springkastelen op te blazen voor de kinderen. We trokken naar verkooppunten van Ford, hielden een betoging in Basildon en hadden op een ander moment ook een actiedag in het stadscentrum van Basildon. Het was belangrijk om steun te krijgen van de gemeenschap in Basildon en van lokale arbeiders. We verdeelden pamfletten bij andere bedrijven, kregen bezoek van een lokaal parlementslid, de nationale vertegenwoordigers van de vakbond kwamen op bezoek,… Er was altijd wel iets te doen.

De steunberichten en de financiële steun was belangrijk om ons te organiseren. We stuurden ook mails rond naar iedereen die ons steunde om lokaal ook acties te houden aan verkooppunten van Ford.

Arbeiders van Ford

We trokken naar de delegees van Ford om hun steun te vragen. Eerst was er wel wat weerstand van hen om ons volledige te steunen. We zeiden dat we strijd zouden voeren, met of zonder hun steun. Maar acties van Ford-arbeiders zouden van doorslaggevend belang zijn. We wilden de Ford-delegees meekrijgen om zo toegang te krijgen tot bijeenkomsten met alle delegees en de arbeiders. Uiteindelijk werd een resolutie opgesteld waarin ze beloofden om ons op alle mogelijke manieren te steunen. We zochten tegelijk ook zoveel mogelijk informatie op tegen Visteon, waarbij duidelijk werd dat er al lang een plan bestond om Visteon te sluiten.

Derek Simpson (een andere nationale vertegenwoordiger van Unite) trok naar de VS. Kevin ging me en we kregen de garantie dat een eisenbundel zou worden voorgelegd. Dat was een eerste les op het vlak van demoralisatie. Iedereen vestigde hoop in deze ontmoeting en dacht dat we zouden krijgen waar we recht op hadden. Er werd al duchtig gespeculeerd over hoeveel we zouden krijgen. Ik probeerde dat soort discussies wat te beperken.

Na twee weken organiseerde Visteon een vergadering met de HR-manager van Visteon. De vergaderplaats werd telkens gewijzigd, uiteindelijk was het in het restaurant Pall Mall. Dat was het beste eten dat ik sinds lang had gegeten. De manager weigerde om met iemand anders dan de vakbondssecretarissen te spreken. De manager ontkende dat er maatregelen zouden worden genomen voor onze ontslagvergoedingen en pensioenen. Ze zei: “Ik weet niet op welke meeting jullie waren in Amerika, maar ik was niet op die bijeenkomst.”

Uiteindelijk bood ze 40% van de normale ontslagvergoeding aan, maar tegelijk stelde ze dat ze geen beslissingsmacht had om dat voorstel ook meteen goed te keuren. We zouden het ook enkel krijgen indien de stakersposten onmiddellijk verdwenen en enkel indien de curatoren over voldoende middelen beschikten na betaling van alle schuldeisers. We waren uiteraard woedend.

3,5 uur later kregen we een aangepast voorstel met een ontslagvergoeding van 16 weken loon. Sowieso moesten we 12 weken krijgen aangezien een ontslag normaal gezien 90 dagen op voorhand moet worden aangekondigd. De rest van de vergoeding zou gewoon het vakantiegeld zijn. We kregen dus eigenlijk niets. Het geld zou onmiddellijk worden gestort indien de acties werden stopgezet. En er werd vaag gezegd dat we later misschien nog meer zouden krijgen. John Maguire (Belfast) stelde dat Visteon al langer had beslist om te sluiten. De manager stelde dat het bedrijf er alles aan had gedaan om een leefbaar bedrijf te vormen.

Ik zei haar: “Jullie hebben ons bedrogen door ons te doen denken dat we door efficiënter te werken een toekomst zouden hebben. We gingen van drie naar twee shiften. Maar jullie hadden niet de intentie om de fabriek open te houden.” De manager kon enkel antwoorden dat ze begreep dat het moeilijk is voor ons.

Kevin zei hierop: “Hoe kan je in hemelsnaam begrijpen hoe we ons voelen, jullie hebben ons in armoede gebracht. Ik zal anders mijn drie dochters eens meebrengen zodat je hen kan uitleggen waarom we niet langer in ons huis zullen kunnen blijven wonen, waarom ze zullen moeten verhuizen van al hun vrienden en waarom er minder op tafel komt om te eten.”

Simpson stelde dat het voorstel niet zou aanvaard worden. Toch stuurde de manager nog een brief naar alle personeelsleden in de hoop om wat verdeeldheid te zaaien. Woodley stelde: “We zullen Visteon neerhalen”. Hij beloofde ook een video-conferentie op te zetten met de directie van Ford.

Vastberadenheid

Terug op de fabriek was de sfeer nog sterker. We bleven wel wachten op de videoconferentie. Van woensdag tot maandag gebeurde er niets. Maandagavond kwam er dan toch een verbinding met Ford. Fleming waste zijn handen in onschuld. Hij zei dat hij het erg vond en alles deed wat hij kon, maar dat hij geen enkele verplichting had tegenover ons. Een nationale vertegenwoordiger van Unite zei hem dat hij beter zou betalen nu het nog goedkoop was. Hij antwoordde dat hij het risico zou nemen. Een nieuwe les in demoralisatie.

We hadden een gezamenlijke bijeenkomst van arbeiders bij Visteon. Dat was een erg productieve bijeenkomst en we besloten om de strijd op te voeren. We zouden solidariteit gaan vragen bij Ford en Bridgend en stakersposten opzetten aan die vestiging. We kozen Bridgend wegens het economisch effect. Ze maken daar namelijk de motors voor de Fiesta en het is de enige plaats waar deze het maken. De Fiesta wordt gebouwd in Keulen. Op het begin van de recessie beloofde de Duitse regering 2.000 pond voor iedere eigenaar van een auto die een oude voor een nieuwe auto zou ruilen. In Bridgend werd dan ook op volle toeren gedraaid. De Duitse maatregel kwam als een verrassing in Bridgend en er was een achterstand van drie weken. Dat maakte het makkelijker om actie te voeren. De regionale secretaris uit Wales gaf ons garanties dat er acties zouden komen.

De Socialist Party gaf ons het advies om toch eerst met de arbeiders zelf te gaan spreken en de acties voor te bereiden. We hoorden ook dat de arbeiders van Ford Dagenham ons vroegen om enkele poorten van hen te bezoeken waar we veel steun zouden krijgen. De chauffeurs zouden bovendien geen stakersposten voorbij rijden. We planden dus om indien nodig ook naar Dagenham te trekken.

Dit lekte uit zodat Ford zou weten wat we van plan waren. Dat had effect, Fleming wou opnieuw met ons spreken. Een week eerder verklaarde hij nog geen verplichtingen te hebben tegenover ons. Nu wou hij toch spreken en werden de acties in Bridgend uitgesteld. Dat was immers onze troefkaart. We wilden dat niet doen zonder de volledige steun van de arbeiders daar. Ik ging met Kevin Nolan naar Bridgend om met de hoofddelegee en andere delegees te spreken om de acties voor te bereiden. Dat was erg nuttig en de delegees waren volledig mee. Intussen vroeg iedereen wanneer er zou onderhandeld worden en hoe lang de directie zou krijgen. Woodley zou ons op woensdag bezoeken, dus dat leek een goed moment. Maar we werden in de plaats daarvan gevraagd op de nationale kantoren van de vakbond.

Voorstel

Er lag geen voorstel op tafel. We werden gezegd dat we iets moesten voorstellen en dat dan zou gekeken worden of het haalbaar was. Dat “iets” was een volledige ontslagvergoeding waar we recht op hadden: 12 weken (de 90 dagen vooraleer de opzegtermijn begint) en daarbovenop 39 weken. Ford zou het geld betalen via Visteon.

Dat leek ons een goed voorstel, maar we beseften dat we Ford onder druk konden zetten en meer moesten eisen. Zeker voor de arbeiders van Belfast was dat belangrijk, zij wilden hun fabriek openhouden en de pensioenen regelen. We bleven in Londen om de volgende dag verder te onderhandelen. Er was weinig contact met Ford op die dag en we trokken naar de aparte onderhandelingen over de pensioenen. We trokken ook naar Woodley. Er was nog altijd niets en ik werd kwaad: ik zei dat we zouden beginnen met acties bij Ford. We trokken naar het parlement waar Angela Smith de kwestie zou voorleggen. Dan kwam het nieuws dat Ford van 39 weken naar 52 weken loon zou gaan, met inbegrip van de shift-vergoedingen. We zouden bovendien met terugwerkende kracht vanaf november de loonsverhoging van Ford krijgen (die verhoging werd niet doorgevoerd bij Visteon).

Dat is een belangrijke overwinning. Nu zullen we verder moeten werken rond de pensioenen. Op dit ogenblik is het niet echt haalbaar om de fabrieken open te houden, uiteindelijk gingen ook de arbeiders van Belfast daarmee akkoord.

Strijdbare vakbonden

Ik werkte jarenlang in Basildon voor ik hoofddelegee werd. Ik kwam altijd op voor rechtvaardigheid. Als iemand werd aangepakt, nam ik het altijd voor die arbeider op. Ik was groepsleider, maar weigerde een job als toezichter. Ik klaagde over het gebrek aan communicatie naar de delegees toe en nam uiteindelijk de rol van hoofddelegee op zodat we een betere vertegenwoordiging zouden krijgen. In de korte tijd dat ik hoofddelegee was, wisten de arbeiders altijd dat ze er op vergaderingen zelf ook bij waren via mij. Ik deed het niet voor mezelf of mijn ego, maar voor ons allemaal.

Deze strijd heeft me doen inzien wat mogelijk is als we allemaal vastberaden samen de strijd aangaan. Ik weiger om respectloos behandeld te worden. Ik ben lid geworden van de Socialist Party omwille van het werk dat deze partij verzet en het nuttige advies dat we kregen. We staan allemaal aan dezelfde kant, we willen allemaal verandering!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop