Category: Op de werkvloer

  • De Lijn: verzet tegen volledige besparingsbeleid organiseren!

    De nieuwe reorganisatie bij De Lijn is een volgende stap in de besparingspolitiek van de Vlaamse regering. De voorbije 10 jaar – sinds 2008 – is er al een slordige 160 miljoen bespaard, en dat op een exploitatiebudget van iets meer dan 800 miljoen euro. Geen wonder dat het aantal klachten records breekt en de reizigerscijfers al jaren dalen, terwijl ook de files nog nooit zo lang waren.

    LSP pamflet – PDF

    Er gaat geen week voorbij of De Lijn komt in de media. Kapotte sporen waardoor een tramlijn in Gent wordt ingekort, trams en bussen die steeds meer defect zijn, trams in Antwerpen die op zomerdienst rijden wegens personeelsgebrek, infoschermen aan de haltes die niet werken, afgeschafte lijnen, … Op alle vlakken zit De Lijn op zijn tandvlees. De jarenlange besparingen op onderhoud beginnen hun tol te eisen, de stijgende werkdruk eveneens. Zowel personeel als reizigers zijn er de dupe van.

    Deze regering is heel duidelijk in wat ze wil. Met het nieuwe concept basisbereikbaarheid is de doelstelling niet meer om een oplossing te bieden voor de mobiliteitsknoop en vervoersarmoede. De nieuwe doelstelling gaat naar zo rendabel mogelijk zijn en zoveel mogelijk inkomsten verwerven. Het aantal reizigers is niet belangrijk, enkel het aantal “betalende reizigers” aldus Ben Weyts. Langs de andere kant van de medaille worden de kosten zoveel mogelijk beperkt: lagere kostencijfers zijn immers belangrijker dan personeel en dienstverlening.

    De Vlaamse regering heeft beslist een benchmark te doen in 2020: een vergelijking met andere openbaarvervoersbedrijven, uiteraard de private. Dit wordt door de directie en de Vlaamse regering gebruikt om ons onder druk te zetten, want na 2020 volgt immers de liberalisering. Dat het zelfs volgens de Europese regelgeving perfect mogelijk is dat de Vlaamse regering De Lijn aanduidt als zogenaamde interne operator wordt verzwegen. Een (gedeeltelijke) privatisering wordt niet opgelegd door Europa, het is een politieke beslissing van de Vlaamse regeringspartijen.

    We mogen dan ook niet meegaan met die chantage. Wanneer zullen we voor hen genoeg ingeleverd en bespaard hebben? In landen als Nederland waar de markt geliberaliseerd is en er met aanbestedingen wordt gewerkt, zijn de arbeidsvoorwaarden en de dienstverlening er over het algemeen fors op achteruit gegaan.

    Samen met reizigers vechten tegen dit besparings- en privatiseringsbeleid

    Het grote merendeel van de reizigers zit samen met het personeel in hetzelfde bootje. We zijn dan ook elkaars bondgenoten. Waarom zouden we hen niet verder betrekken? In Gent voerden actiecomités campagne voor alternatieve pendelbussen in plaats van de ingekorte lijn 4. Na de aankondiging van een betoging ging De Lijn vrij vlug overstag. Met dit soort groepen zouden we kunnen samenwerken, al zullen we zelf ook initiatieven moeten nemen. Te beginnen met het informeren van reizigers.

    Deze staking zou een startschot kunnen zijn voor een langer actieplan en campagne voor een degelijk en publiek openbaar vervoer, uiteraard gekoppeld aan het verzet tegen deze reorganisatie en de andere gevolgen van dit besparingsbeleid. Het mag geen eenmalige actie zijn, maar het begin van een opbouwende campagne.

    Om dit te realiseren, moeten de acties door de collega’s gedragen worden. Personeelsvergaderingen waar de regeringsplannen besproken worden en waar beslist wordt over de acties ertegen, zijn cruciaal. We mogen het niet enkel aan delegees overlaten, waarom geen actiecomités per stelplaats of regio?
    Bij De Lijn hebben we dagelijks contact met de gebruikers van het openbaar vervoer. Waarom dit voordeel niet gebruiken om te bouwen aan gezamenlijk verzet van personeel en reizigers tegen de besparingen? Pamfletten die langere tijd gebruikt worden, een ambitieuze petitie, … gekoppeld aan acties kunnen opbouwen naar breder gesteunde stakingsacties.

    Het fileleed en de vele mobiliteitsproblemen schreeuwen om collectieve oplossingen. Laten we in het offensief gaan: voor een plan van massale publieke investeringen in meer en betere dienstverlening. Dat vereist goede voorwaarden voor het personeel en het kan eenheid tussen personeel en reizigers tot stand brengen.

    Meer openbaar vervoer is een antwoord, maar de gevestigde politiekers gaan voor afbouw. De reden? In dit systeem van steeds groeiende ongelijkheid verdedigen ze de winsten en belangen van de superrijken. Daarom willen ze ons steeds harder en langer laten werken voor lagere lonen. Onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden worden langs alle kanten aangevallen. Daar moeten we samen tegen in gaan en tegelijk een alternatief naar voor schuiven: een samenleving die niet op de winst van een kleine minderheid kapitalisten gericht is, maar op de sociale noden van de meerderheid. Voor ons is dat een socialistische samenleving.

  • Reorganisatie bij De Lijn: volgende stap in afbouw openbaar vervoer

    Waarom er op 16 februari gestaakt wordt

    Bij De Lijn wordt op vrijdag 16 februari gestaakt tegen de nieuwe reorganisatie “De Lijn 2020.” Het plan is om hierdoor 40 miljoen euro te besparen door middel van het centraliseren van de ondersteunende diensten en door 286 jobs te schappen. Directeur-generaal Kesteloot beweert dat dit goed is voor de reizigers en noodzakelijk om de liberalisering tegemoet te gaan. Volgens ons is het een verdere afbouw van het openbaar vervoer en de dienstverlening en een stap richting verdere privatisering.

    Door een correspondent

    Basisbereikbaarheid: niet de dienstverlening maar de cijfers op de eerste plaats

    Deze reorganisatie kadert in een volledige hervorming van het openbaar vervoer in Vlaanderen. Daarbij wordt het decreet basismobiliteit afgeschaft en vervangen door een vage term basisbereikbaarheid. Hierbij wordt Vlaanderen opgedeeld in 15 vervoersregio’s die elk hun eigen budget(enveloppe) zullen hebben. De focus zal liggen op het bedienen van “maatschappelijk belangrijke actoren”, voornamelijk woon-werk en woon-schoolverkeer.

    De Lijn zal in eerste instantie het grootste deel van het aanbod op zich nemen: het kern- en aanvullend net. Maar het zogenaamde ‘vervoer op maat’ – de belbussen en een aantal kleine lijnen – zal niet meer door De Lijn georganiseerd of gereden worden. Hier zullen de vervoersregio’s op zoek gaan naar ‘private partners’. De Lijn wil zich steeds meer opstellen als slechts één van de aanbieders van openbaar vervoer.

    Daarnaast stelt de Vlaamse regering dat er een benchmark in 2020 zal worden uitgevoerd: een zogenaamde vergelijking met andere openbaar vervoerbedrijven, uiteraard de private. Dit wordt steeds gebruikt om te verklaren dat we slanker, efficiënter en wendbaarder zullen moeten worden en dat deze reorganisatie dan ook noodzakelijk is.

    Centralisatie zal werkdruk verhogen en werking niet verbeteren

    Na een vorige reorganisatie ‘De Lijn van de Toekomst’ in 2014, die o.a. HR centraliseerde, zal nu de structuur volledig verder worden aangepast en gecentraliseerd. Waar De Lijn vandaag nog op provinciale basis georganiseerd is, met 6 entiteiten (de 5 provincies + de centrale diensten in Mechelen), zal deze structuur verdwijnen en quasi volledig worden gecentraliseerd. Op lokaal vlak zullen enkel nog uitvoerende diensten zitten – rijdend personeel, technische diensten en beperkt ondersteunend personeel. Beslissingen zullen niet meer lokaal, maar centraal worden genomen.

    Op deze manier zal de (beperkte) inspraak van het personeel helemaal verdwijnen op lokaal vlak en wordt er meteen ook komaf gemaakt met het lokale overleg (bijvoorbeeld over planning, werkroosters en diensten). Met de centralisering van dispatching en controle zal de directe ondersteuning op het terrein eveneens verder van de chauffeurs liggen.

    Van de centralisering van HR zien we vooral dat de ‘dienstverlening’ naar de rest van het personeel ondermaats is. Ook daar zien we dat een onderbemanning ervoor zorgt dat de boel vierkant draait.

    Heel wat bedienden zullen de boodschap krijgen dat ze hun job kunnen houden, maar hiervoor twee dagen per week naar de hoofdzetel moeten. Je zal maar in Oostende werken (en wonen) en twee dagen naar Mechelen moeten…

    Reorganiseren om concurrentieel te zijn: het zal nooit genoeg zijn

    Deze reorganisatie heeft niet de bedoeling om betere dienstverlening aan te bieden of om het personeel beter te ondersteunen. Het doel is om de organisatie zodanig af te slanken zodat het makkelijker wordt om te concurreren met private bedrijven en/of De Lijn later in de etalage te zetten.

    Op geen enkele manier wordt duidelijk hoe de dienstverlening beter kan en we de daling van het aantal reizigers kunnen stoppen op een moment dat we met zijn allen stilstaan in het verkeer. Dit zijn dan ook niet de doelstellingen, het enige doel van deze reorganisatie is zogenaamd ‘marktconform’ te zijn en verder te besparen.

    Het zal dan ook niet bij deze reorganisatie blijven. Wanneer dit kan passeren, zal het volgende dossier op tafel komen, namelijk de ‘Nieuwe Werk Organisatie’. Hierbij wil men enerzijds de arbeidsvoorwaarden binnen De Lijn harmoniseren en anderzijds vergelijkbaar maken met die bij de pachters die in onderaanneming voor De Lijn werken. Hun basisloon mag dan we hetzelfde zijn, de flexibiliteit ligt daar nog een stuk hoger en heel wat premies lager.

    Verzet tegen volledig besparingsbeleid organiseren

    Al deze aanvallen en reorganisaties kaderen in de privatiseringsdrang en besparingsbeleid van de Vlaamse regering. Op 10 jaar tijd – sinds 2008 – is er al ongeveer 160 miljoen euro bespaard bij De Lijn, en dat op een exploitatiebudget van momenteel iets boven de 800 miljoen euro. Het is dan ook niet verwonderlijk dat De Lijn, ondanks de gigantische mobiliteitsproblemen, minder in plaats van meer reizigers aantrekt.

    Het zal belangrijk zijn om het verzet tegen deze reorganisatie uit te breiden naar een verzet tegen het volledige besparingsbeleid en een drastische verhoging van zowel het investering- als exploitatiebudget te eisen in combinatie met een verzet tegenover elke vorm van privatisering van ons openbaar vervoer. Want de afbouw zal niet stoppen, tenzij we in de tegenaanval gaan. De roep naar oplossingen voor de mobiliteitscrisis kan ons een brede steun geven in de strijd voor meer middelen voor een meer en beter openbaar vervoer.

  • Deliveroo: ‘nieuwe platformeconomie’ is slechts nieuwe verpakking van 19de-eeuwse stukloon

    Actie van Britse Deliveroo koeriers

    In oktober kondigde Deliveroo aan dat de verloning en de arbeidsvoorwaarden van de koeriers zou aangepast worden. De directie wil dat alle “partners” (lees: koeriers) vanaf eind januari overgaan naar een statuut als zelfstandige. Zo wil Deliveroo het personeel niet langer per uur maar per levering betalen en dit zonder sociale bescherming en zonder minimaal gegarandeerd loon.

    Artikel door Nicolas M (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De werkgevers zeggen ons steeds dat de wereld verandert waardoor er “moedige” hervormingen nodig zijn. Met de wet-Peeters zette de regering de toon: oude sociale verworvenheden worden aangepakt. Onder het excuus dat die verworvenheden ouderwets en achterhaald zijn, wordt teruggekeerd naar het 19de-eeuwse stukloon met betaling per prestatie in plaats van per uur. Deliveroo zet een grote stap in die richting.

    Koeriers in het verweer

    Sinds 2016 bestaat er een Collectief van Koeriers om de “partners” van verschillende platformen te organiseren. Dit collectief lag aan de basis van verschillende acties, zoals de stakingen van 8 en 13 januari. Er waren gecoördineerde acties in Brussel, Luik, Mechelen, Antwerpen en Gent. Dit werd gesteund door de vakbond CNE (de Franstalige tegenhanger van de christelijke bediendenbond LBC), ACV Transcom en het ABVV.

    Ook in andere landen werd geprotesteerd. Deliveroo verzet zich hiertegen. Zo werden enkele Britse koeriers na acties afgedankt – in Newspeak heet het dat ze ‘afgekoppeld’ werden van de app. In Leeds slaagde een collectief van koeriers er met de steun van de vakbond in om de re-integratie te bekomen van zeven collega’s die door de directie afgedankt werden omdat ze hun arbeidsvoorwaarden besproken hadden op WhatsApp.

    Deliveroo wil alle Belgische koeriers een statuut van zelfstandige geven. Daarmee wil het de werknemers isoleren en de mogelijkheid van collectief verzet breken. Tegelijk wordt elk ondernemingsrisico van het bedrijf op het personeel afgewenteld. Tegenover de inhaligheid van de werkgever is er nood aan – en een groot potentieel tot – collectieve strijd. Dit bleek ook in de actiedagen van de voorbije weken.

    Welke eisen?

    Totnogtoe werden de koeriers tewerkgesteld door de coöperatieve Smart. Hierdoor waren de koeriers werknemers met een contract van korte duur (minstens 3 uur). Het gaf bescherming tegen arbeidsongevallen en er werden sociale bijdragen betaald. Deliveroo kon zich achter Smart verstoppen om geen directe verantwoordelijkheid als werkgever op te nemen, ook al worden de werkingskosten van Smart doorgerekend aan de klanten van Deliveroo. Het gebruik van Smart liet Deliveroo toe om ‘ouderwetse’ verworvenheden als minimumlonen, collectieve arbeidsovereenkomsten of personeelsvertegenwoordiging aan de kant te schuiven. Welkom in de wondere wereld van de ‘nieuwe platformeconomie.’ Maar zelfs dit volstond niet.

    De Belgische koeriers eisen de mogelijkheid van een keuze tussen het statuut van zelfstandige en dat van werknemer van Smart. Ze eisen ook een gegarandeerd minimaal uurloon. Verder eisen ze collectief overleg met de directie. Er wordt aan toegevoegd dat het beter zou zijn om direct voor Deliveroo te werken met echte arbeidsovereenkomsten. Dat laatste punt is bijzonder belangrijk.

    Voor echte jobs met echte contracten en echte lonen

    Sandrino Graceffa, de gedelegeerd bestuurder van Smart, reageerde tegenover RTBF ontgoocheld op het feit dat Deliveroo niet langer van Smart gebruik zal maken. “We waren bezig met een geslaagd sociaal experiment dat aantoonde dat het mogelijk is om een beschermend model te hebben.” Een echte bescherming betekent dat er een arbeidsovereenkomst is tussen een werknemer en zijn werkgever. Het experiment met Smart liet Deliveroo toe om gelijk welke koerier op gelijk welk ogenblik af te danken aangezien er geen enkele verplichting of garantie contractueel vastgelegd was. Dergelijke sociale bescherming wordt net als minimumlonen, opzegperiodes, … als ‘ouderwets’ gezien.

    Het tekort aan degelijke jobs maakt dat de werkgevers steeds verder inhakken op de arbeidsvoorwaarden. Er zijn steeds werkenden of studenten die op zoek zijn naar een verdienste om de eindjes aan elkaar te knopen. Platformen als Deliveroo maken daar misbruik van om het voor te stellen alsof het personeel zelf zo flexibel wil werken. Dat wordt als opstap gebruikt om terug te keren naar 19de-eeuwse arbeidsvoorwaarden.

    De platformeconomie vormt een uitdaging voor de werkenden en hun vakbonden. Het gaat om een sector van lage lonen die dienst doet als testlabo inzake afbouw van de arbeidsvoorwaarden en lonen van alle werkenden. Het Nederlandse voorbeeld van DHL toont aan dat de betaling van de koeriers op basis van stukloon leidt tot lonen die tot 40% onder het minimumloon liggen. De sociale inspectie stelt er aan de regering voor om het stukloon te verbieden.

    De steun van de vakbonden aan de koeriers en het syndicaal organiseren van de koeriers is noodzakelijk. Het gaat om verzet tegen een samenlevingsmodel dat onze arbeidsvoorwaarden en lonen tot een neerwaartse spiraal veroordeelt. Daar moeten we samen tegen ingaan en met studenten en werkenden opkomen voor degelijke jobs.

  • Onrust bij Atlas. “Allemaal samen voor meer middelen en herfinanciering”

    De laatste weken kwamen de protestacties van het personeel van het Agentschap Integratie en Inburgering in het nieuws, als verzet tegen 170 ontslagen. Het kabinet-Homans zet de bijl in de middelen voor integratie en inburgering, maar daar komt nu bij de lokale agentschappen reactie tegen. We spraken met een medewerker van Atlas in Antwerpen, dat ongeveer 300 werknemers telt, en waar het personeel discussieert over het vervoegen van de acties van het Agentschap EVA Vlaanderen (alle lokale centra buiten stad Gent en stad Antwerpen).

    Wat zijn de plannen van het kabinet-Homans en wat hebben jullie bij Atlas in Antwerpen al gevoeld van deze besparingen?

    “Je hebt verschillende Agentschappen: in Antwerpen, Gent en EVA Vlaanderen. Bij EVA Vlaanderen vallen nu 170 ontslagen. Er wordt gesproken over één op vier jobs die daar wegvallen, wat betekent dat de werkdruk enorm zal stijgen. Dat is natuurlijk heel erg voor diegenen die geacht worden te vertrekken én voor diegenen die blijven. Bij Atlas in Antwerpen zijn er op dit moment 30 ontslagen, waaronder een paar mensen die vrijwillig vertrekken. Bij het Agentschap in Gent hoorden we dat voor een twaalftal mensen hun tijdelijke contract niet zal worden verlengd.

    “De 30 ontslagen in Antwerpen vielen vooral bij het deel Inburgering. Maar toen hoorden we dat er ook verschillende integratieprojecten zouden worden gestopt. Het project ‘Connect to Work’, dat vluchtelingen op weg helpt naar een job, wordt gestopt; het project Roma voor zigeuners wordt afgestoten naar een andere organisatie, …”

    Wat was het gevolg van die 30 ontslagen bij jullie op het werk? 

    “Een eerste ontslagronde vond plaats in april-mei, toen een 14-tal mensen werd ontslagen, waaronder enkele mensen die vrijwillig vertrokken. In september was er de tweede ronde van ontslagen. Waarom werd dit gesplitst? De uitleg hiervoor was dat dit afhing van de contracten: tegen september zou de directie het aantal vluchtelingen kennen dat een beroep zou doen op onze dienst. Maar ondertussen is er ook sprake van een audit. Daarom blijft het heel onrustig. Wij weten niet wat het verslag van de audit zal opleveren, en of er nog mensen ontslagen zullen worden.

    “Een deel van de mensen is hard gekant tegen die audit. Ze menen terecht dat dit door een firma gebeurt die enkel zal bezig zijn met cijfers en efficiëntie, zonder te kijken naar de inhoud. Wij zijn een organisatie van de sociale sector en moeten kwalitatief kunnen werken. De audit werd opgelegd door het kabinet-Homans, waarbij Atlas nog gedwongen werd om met eigen middelen voor die audit te betalen. Dat is verontrustend, omdat de kost van de audit zo groot is dat we wellicht over een bedrag gelijk aan het jaarloon van twee medewerkers kunnen spreken.”

    Wat was de reactie bij het personeel toen die eerste ontslagen werden afgekondigd?

    “Iedereen was natuurlijk bezorgd. Na de toename van het aantal vluchtelingen in 2015 kwamen er gelukkig meer middelen. Nieuwe medewerkers kregen een tijdelijk contract van een jaar, dat nadien werd omgezet in een ‘vast contract’. Maar blijkbaar stond er in de kleine lettertjes: ‘op voorwaarde dat er werk is’. En toen de instroom daalde, kregen we plots minder subsidies.”

    Wat was de positie van de vakbonden tegenover deze aangekondigde ontslagen en besparingen?

    “Aanvankelijk heerste er verdeeldheid. Een deel van de afgevaardigden vond dat de vakbonden een positie tegen de ontslagen moesten innemen. Andere afgevaardigden meenden dat er zo geen rekening met hen zou worden gehouden. Dit laatste deel vond dat ze tenminste de criteria moesten opstellen, samen met de directie. Uiteindelijk ging het dan om twee criteria: inzetbaarheid – kijken of er een andere functie kon worden aangeboden binnen de organisatie – en anciënniteit.

    “Op basis van die criteria voelde een deel van de collega’s zich natuurlijk benadeeld. De mensen met weinig anciënniteit waren hier vanzelfsprekend zeer negatief over. De discussie over de criteria creëerde een enorme verdeeldheid. De meer recent aangeworven collega’s vonden zelfs dat de vakbonden enkel aan de kant stonden van de mensen met anciënniteit. Door velen werd er nog meegegaan in de idee dat de instroom een objectief gegeven was en dat er daardoor geen subsidies meer gegeven konden worden.

    “Een belangrijke verandering vond plaats toen we, via de collega’s zelf, hoorden dat er ook bij de integratieprojecten jobs zouden sneuvelen. Het werd toen duidelijk dat dit niet enkel om de instroom ging, maar ook om besparingen op de middelen. De fusie tot Integratie en Inburgering en het dure computerprogramma Connect werden ondergefinancierd. Een deel van de afgevaardigden toonde zich bereid tot actie en bereidde een personeelsvergadering voor. Ook de eisen werden duidelijker gemaakt, onder meer rond de nood aan voldoende subsidies. Er is immers meer dan genoeg werk en de werkdruk vergroot.

    “Hieruit kwam ook de eis voort: geen ontslagen meer. Als er voldoende middelen zijn, hoeven er geen afdankingen plaats te vinden. Een laatste punt op de personeelsvergadering was dat de medewerkers meer gehoord moeten worden. Wij zijn degenen die expertise hebben. Er moet naar ons geluisterd worden. Rond deze eisen werd ook een petitie gelanceerd bij het personeel. Tijdens de personeelsvergaderingen, er waren er twee, was gebleken dat een deel van het personeel bereid was tot actie. Een ander deel focuste op zogenaamde voordelen voor een laag van collega’s, in ‘functie A’. Maar de afgevaardigden trokken de grens en stelden dat we allemaal samen voor meer middelen en herfinanciering dienden op te komen. In de plaats van ons te laten verdelen volgens anciënniteit, functieniveau, enz.

    “We moeten het als werknemers meer globaal bekijken. Het heeft weinig zin om enkel te kijken naar bepaalde voordelen die de directie zou hebben gekregen. Mij laat het koud dat ze een auto of gsm zouden hebben gekregen. In privébedrijven krijgen gewone medewerkers dat ook. Dat zijn kleine druppels in de zee, die kleine privileges. Zo’n benadering zal de zaak niet helpen oplossen: we moeten voor herfinanciering en voldoende middelen pleiten. Als mensen een zekere garantie hebben rond hun werk, dan zijn ze minder bezig met de buren. Dan kijken ze minder naar de vermeende voordelen van hun directe collega’s.”

    Hoe sta je tegenover de idee van een ‘externe audit’? Of de audit gebeurt door het kabinet-Homans, of door een gespecialiseerde firma, maakt dat veel verschil als de analyse door neoliberale onderzoekers wordt uitgevoerd? Kunnen jullie niet beter met de vakbonden en het personeel nagaan wat er nodig is om jullie werk op een kwalitatieve manier uit te voeren? Op basis van democratische discussie?

    “Dat was inderdaad onze derde eis. Dat er naar ons geluisterd moet worden, en niet alleen naar het verslag van de audit moet worden gekeken. Tegenwoordig kan je van een audit enkel verwachten dat ze willen besparen. Ik ben dus tegen een interne en een externe audit. Een auditeur gaat niets oplossen want zij krijgen een opdracht. Moest de opdracht zijn om naar de inhoud en kwaliteit van onze dienst te kijken, dan zou ik daarop ja zeggen. Maar de auditeurs krijgen enkel de opdracht om naar de cijfers en de efficiëntie te kijken. Bij Atlas is er een firma bezig met de ‘externe audit’ die normaal voor privébedrijven analyses maakt. En die wordt nu dus de sociale sector ingestuurd…”

    Wat was de reactie op de petitie die werd gelanceerd, waarmee werd opgeroepen tot actie en voldoende middelen voor een kwalitatieve dienst?

    “De petitie werd op een donderdag gelanceerd. Anderhalve week later waren er al 170 handtekeningen, op een 300-tal medewerkers. Een duidelijke meerderheid dus. Vorige week dinsdag zijn er ook vertegenwoordigers van Atlas naar de actie gegaan in Brussel, om de collega’s van het Agentschap EVA Vlaanderen te ondersteunen.

    “De mensen zijn nu meer bereid om in actie te gaan. Een belangrijke groep steunt de petitie en de eisen volledig. Anderen steunen de idee van actie, hoewel ze nog opmerkingen hebben of twijfel bij het verzet tegen alle ontslagen. Je hebt ook mensen die de petitie steunen maar schrik hebben om hun handtekening te sturen, hoewel er werd gevraagd om anoniem te stemmen.

    “De steun is in ieder geval indrukwekkend. Nu zal er moeten worden overgegaan naar een voorstel van actie. Het resultaat van de petitie kan worden overgemaakt aan de directie, schepen Duchateau (N-VA) en het kabinet-Homans. Wij moeten nu samen met de mensen van het Agentschap EVA Vlaanderen gaan naar gezamenlijke actie om de maatregelen terug te dringen en een herfinanciering te eisen die ons toelaat om fatsoenlijk ons werk te doen.”

  • Solidariteitsbezoek aan stakend Carrefour-personeel in Brussel

    Verslag door enkele LSP-militanten die zaterdag langs verschillende vestigingen van Carrefour gingen om onze solidariteit te betuigen.

    Zeven jaar na de vorige grote ontslagronde bij Carrefour zijn er nu opnieuw 1.233 jobs bedreigd : 1.053 in de hypermarkten en 180 op de hoofdzetel. Dit nieuws komt in het kader van een herstructurering in Frankrijk waar de groep nog eens 2.400 jobs wil schrappen. Op 15 jaar zijn in België bijna 40% van de personeelsleden van Carrefour opgeofferd in naam van de winst. Nochtans werd de afgelopen vijf jaar 248 miljoen euro winst geboekt en betaalde het bedrijf daar amper 1% belastingen op.

    Zaterdagochtend waren verschillende vestigingen van Carrefour dicht. Enkele ploegen van LSP bezochten piketten in de Brusselse regio. We gingen er in discussie met de aanwezigen, verdeelden ons pamflet en verkochten ons maandblad.

    Tegen 8 uur kwamen we aan de hypermarkt van Carrefour in Evere. Daar stonden een 40-tal personeelsleden en syndicale militanten van de verschillende bonden. Ze hielden die ochtend een personeelsvergadering waarop we uitgenodigd werden en waar we onze solidariteit mochten toelichten. We bedanken de ploeg in Evere voor de gastvrijheid.

    De wil en noodzaak om de strijd verder te zetten en om niet toe te geven aan de arrogante directie, bleken duidelijk op de personeelsvergadering. Het doel van de directie is duidelijk: hypermarkten sluiten om meer nadruk te leggen op kleine winkels, waarvan een groot deel door zelfstandige franchisehouders wordt uitgebaat en waar het personeel minder rechten en dus ook minder loon heeft. Carrefour wil vooral goedkoper personeel inzetten, wat kan door meer kleine winkels en/of franchisevestigingen te openen.

    De factuur hiervoor wordt altijd door dezelfde mensen betaald: de werkenden.

    Tijdens de personeelsvergadering uitten veel werkenden hun woede. Dit kwam onder meer tot uiting in het voorstel om de beweging die afgelopen donderdag begon verder te zetten. Maandag is er een overkoepelende vergadering van CNE-delegees (de Franstalige tegenhanger van LBC) uit de handelssector. Daar zal ingegaan worden op hoe de onderhandelingen met de regering zullen gevoerd worden en hoe de beweging wordt verdergezet.

    In ons pamflet stellen we ook voor om na te gaan hoe de stakingsbeweging kan uitgebouwd worden door de acties te verbreden, zeker in de rest van de sector maar ook onder de klanten. Het is mogelijk om solidariteit te versterken. We mogen ons niet laten verdelen en winkel per winkel de situatie bekijken. Na de eerste spontane acties van woede moeten we het verzet coördineren, waarom bijvoorbeeld niet gaan voor een nationale actiedag in dat kader? LSP meent dat de stakingsbeweging moet verdergezet worden. De regering zal samen met de directe proberen om de acties te beperken en alle aandacht te richten op de onderhandelingen of op individuele oplossingen. Er is een nationale beweging in heel de sector nodig. Dit kan door ook op te komen voor offensieve eisen zoals behoud van alle jobs, een minimumloon van 14 euro per uur, degelijke contracten met een gezond evenwicht tussen werk en privéleven. Als multinationals als Carrefour niet bereid zijn om daarop in te gaan, moeten we niet aarzelen om de sector in publieke handen te brengen.

  • Luik: personeel ziekenhuis CHR in actie tegen besparingen

    Donderdag kwamen in Luik honderden mensen op straat. De betoging ging uit van het personeel van het ziekenhuis CHR, waar ook werd gestaakt. De betoging vertrok aan de Citadel en trok naar het stadscentrum waar er een ontmoeting met het stadsbestuur was. Hieronder het pamflet dat LSP op de betoging verspreidde en enkele foto’s.

    [divider]

    Slechts nieuws voor het personeel van CHR. De raad van bestuur maakte bekend dat er 12 miljoen euro wordt bespaard, waarbij vooral het personeel hiervoor opdraait. Zo wordt wie vertrekt niet vervangen en worden enkele tijdelijke contracten niet vernieuwd, dat heeft betrekking op 35 voltijdse equivalenten. Verder is er een vermindering van de eindejaarspremie, wordt geprutst aan het overloon voor moeilijke uren en overuren. De directie vliegt er dus in.

    Dit beleid van steeds meer doen met minder middelen, wordt ons overal in de publieke sector verkocht als een uitdaging van de managers. Het resultaat is minder kwaliteitsvolle dienstverlening aan de bevolking. Als de kwaliteit van de diensten voldoende afgenomen is, wordt vervolgens de privatisering als alternatief naar voor geschoven. Dat zien en zagen we ook bij de Post of bij de NMBS.

    Het personeel van CHR heeft uitstekend gereageerd op deze bedreiging van hun statuut en de kwaliteit van de zorg. De beweging werd snel georganiseerd in gemeenschappelijk vakbondsfront. Op basis van de personeelsvergaderingen blijkt dat het verzet massaal gesteund wordt. Regelmatige personeelsvergaderingen laten het personeel toe om van onderuit controle op de strijd uit te oefenen en om democratisch te beslissen over acties. De mogelijkheid om alle personeelsleden actief te betrekken, is erg belangrijk om tot een overwinning te komen. De vastberadenheid van het personeel is groot, het potentieel van een overwinning is er.

    De betoging vandaag toont nogmaals het potentieel. Deze betoging is noodzakelijk om de eisen zichtbaar te maken en om de politici voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen. We mogen uiteraard niet alle hoop vestigen op wat het stadsbestuur te zeggen heeft. We zullen de strijd moeten verderzetten en bouwen aan een krachtsverhouding. Daartoe is er nood aan een actieplan dat aan de basis wordt bediscussieerd en dat over verschillende weken loopt met een opbouwend element.

    Het lijkt ons ook belangrijk om de strijd uit te breiden en tot solidariteit op te roepen bij het personeel van andere zorginstellingen in de regio, maar ook van andere openbare diensten, van patiënten en van de bevolking in het algemeen. Dat kan met sensibiliseringacties.

    Elke lokale strijd heeft een mogelijkheid van uitbreiding: de specifieke strijd van het personeel van CHR kan steun vinden in de hele zorgsector en in andere sectoren. Elke lokale strijd kan andere bewegingen versterken. Dat is zeker het geval in de huidige context van eindeloze besparingen en patronale arrogantie.

    Elke militant van de sociale beweging kan een rol spelen in het populariseren van de strijd die het personeel van CHR momenteel voert.

    [divider]

    Fotoreportage:
    Liège. Manifestation du CHR

  • “Dokter aan het stuur.” Personeel en reizigers willen meer middelen voor openbaar vervoer

    Dokter Egmont Ruelens werkte een jaar bij De Lijn in Antwerpen en schreef er het boek ‘Dokter aan het stuur’ over. De dokter kwam in aanraking met personeelsleden van De Lijn die rugproblemen hadden en deed er onderzoek naar. In aansluiting hierop besloot hij om zelf een jaar als buschauffeur dit werk ‘aan den lijve’ te ondervinden.

    Geert Cool

    Het boek is niet gewoon een aanklacht van alles wat fout gaat bij De Lijn. Je merkt dat de auteur graag met de bus rijdt en net als zijn collega’s een beroepstrots ontwikkelt. Dat maakt de aanklacht van de gebreken en tekorten des te scherper. Het is een fenomeen dat de afgelopen maanden wel meer voorkwam: zorgpersoneel klaagde over gebrek aan tijd om patiënten goed te verzorgen, koks uit de bejaardenzorg klaagden aan dat ze voor 3 euro per dag maaltijden moesten maken, … Het ging niet zomaar om klachten: het waren oproepen voor meer middelen en meer collega’s om betere dienstverlening te kunnen aanbieden. De besparingen raken niet alleen het brede publiek, maar hakken ook in op de beroepstrots van de werkenden.

    “Dokter aan het stuur” past perfect in dat kader. Dokter Egmont Ruelens heeft het zwaar als hij bij De Lijn begint: de wisselende uren, de enorme druk om ritten op tijd af te werken, de belasting op de rug, het gebrekkig materieel, … Wellicht zullen veel chauffeurs niets nieuw vernemen als ze het boek lezen, mogelijk zullen ze hier en daar technisch beter onderlegd zijn om de kritieken exacter te formuleren. Maar het is positief dat dit allemaal eens aan bod komt in een goed geschreven boek dat erg vlotjes leest.

    Verder is het ook nuttig dat er een boek is waarin de stakingsbeweging van eind 2014 aan bod komt. Geen droog relaas van de feiten, maar een verslag vanop de stakerspost aan Zurenborg. Zo blijft ons de beschrijving van het bezoek van een solidariteitsdelegatie van het spoor bij. De afgelopen jaren hebben de stakersposten bij zowel De Lijn in Zurenborg als de NMBS aan Berchem station een zekere reputatie opgebouwd als goed georganiseerd met ruimte voor discussie en betrokkenheid van alle collega’s. Enkele LSP-leden spelen daar een actieve rol in.

    Aangezien Egmont eerder als dokter betrokken was bij een enquête onder personeel van De Lijn is het niet verwonderlijk dat hij zijn ‘undercover’ niet lang geheim kon houden. Hij werd op het matje geroepen bij de directeur die zich schijnbaar positief opstelde, maar niets ondernam en tegelijk niet aarzelde om zieke chauffeurs af te danken. De manager in kwestie is Tom Meeuws. Which side are you on?’ luidt de vraag in een oud Amerikaans strijdlied.

    “Dokter aan het stuur” brengt het leven zoals het is op de bussen. Onderliggend biedt het een erg toegankelijk pleidooi voor meer middelen voor openbaar vervoer. Zowel het personeel als de reizigers hebben daar nood aan. Tegen de achtergrond van een mobiliteitscrisis is een drastische publieke investering in openbaar vervoer geen overbodige luxe. Een dergelijke investering moet gericht zijn op meer en betere dienstverlening, dus ook op goede arbeidsvoorwaarden en voldoende personeel. Hopelijk zal het boek ertoe bijdragen dat het moeilijker wordt om reizigers en personeel tegen elkaar op te zetten, onder meer bij stakingen.

  • Massaal jobverlies bij Carrefour – met heel de sector in verzet tegen race naar de bodem!

    Foto: Flickr/pittou2

    Het nieuws van het jobverlies bij Carrefour komt hard aan. Zeven jaar na de vorige grote ontslagronde bij het bedrijf zijn er weer 1.233 jobs bedreigd. In de tussentijd kregen we een zware herstructurering bij Delhaize te verwerken. Bij Carrefour werkten in 2004 nog 17.400 mensen. Als het van de directie afhangt, blijven er daar straks geen 10.000 meer van over. Op 15 jaar tijd is bijna 40% van het personeel weg. Wie sprak ook al weer over ‘jobs, jobs, jobs’?

    PDF van dit artikel in pamfletvorm

    Winst, winst, winst

    De reden voor het sociaal bloedbad? Hier en daar wordt geopperd dat de kwestie van e-commerce centraal staat. Moest de digitale verkoop echt een prioriteit geweest zijn, dan had Carrefour daar al jaren geleden in beginnen investeren. Met dit argument willen werkgevers deze sociale crisis gebruiken om verder met de stormram op arbeidsvoorwaarden en lonen in te beuken. Tegelijk proberen ze de verantwoordelijkheid voor het sociaal bloedbad bij het personeel te leggen dat zich verzet tegen sociale afbraak van de voorwaarden en lonen. Voor de werkgevers en hun spreekbuizen biedt elke crisis een ‘opportuniteit’, voor de gewone werkenden daarentegen biedt het enkel sociale ellende.

    Neen, het gaat vooral om het maximaliseren van de winst. Die was al niet slecht. Carrefour maakte de voorbije vijf jaar 248 miljoen euro winst in België en betaalde daar amper 1% belastingen op, zo merkt het ACV op. Vorig jaar was de groep Carrefour internationaal goed voor 1,3 miljard euro winst. Dat cijfer stond onder druk door de zware concurrentie op de Franse markt. Maar in België ging het uitstekend. Zo lazen we in maart 2017 in De Standaard: “Carrefour België doet het inzake winstgevendheid vrij goed, zeggen kenners. Afgelopen jaar werd zelfs het hoogste resultaat geboekt sinds Carrefour de Super- en Maxi-GB’s overkocht van de voormalige GIB Group van de familie Vaxelaire en de holding Cobepa.” In 2016 kende Carrefour in België een groei van 0,6% en een omzet van 4,38 miljard euro.

    Het marktaandeel van de hypermarkten daalt lichtjes, maar dat wordt gecompenseerd door kleinere buurtwinkels. Carrefour speelt daarop in door fors te snoeien in de hypermarkten. Een verschil tussen de hypermarkten en de kleine buurtwinkels: in die laatste winkels wordt het personeel tewerkgesteld door zelfstandige franchisenemers. De arbeidsvoorwaarden en lonen zijn er slechter dan in de hypermarkten. Carrefour zet het personeel bij het grofvuil en de arbeidsvoorwaarden in de solden om de winsten op te krikken. Het resultaat: twee hypermarkten die sluiten, andere hypermarkten die krimpen en nog eens 180 jobs op de hoofdzetel die verdwijnen. Bij het krimpen van de hypermarkten wordt uitgekeken naar externe partners om ruimte over te nemen (zoals MediaMarkt bij Makro). Het totale verdict is hard: 1233 werknemers worden op straat gezet.

    Met personeel en klanten samen in verzet!

    Minister Kris Peeters kondigde aan dat hij vervroegd uit Davos terugkomt om het dossier op te volgen. Wat dat betekent, weet het vroeger personeel van onder meer Ford Genk: het betekent niets. In de raad van bestuur van Carrefour zitten al jarenlang gevestigde politici. Op dit ogenblik is voormalig MR-minister Sabine Laruelle bestuurder bij Carrefour België. Carrefour maakt gebruik van de goede banden met politici om miljoenen euro’s overheidssteun binnen te halen. Anders gezegd: de gevestigde politici zijn mee betrokken bij de beslissing om een sociaal bloedbad aan te richten. Kunnen ze dan tegelijk een rol spelen in het protest ertegen?

    Winkel per winkel de strijd aangaan, zal niet volstaan. Het is positief dat er vandaag een aantal winkels dicht bleven. Dit moet gecoördineerd worden met duidelijke ordewoorden om allemaal samen in actie te gaan. Als dit sociaal bloedbad passeert, staan de volgende aanvallen op de arbeids- en loonvoorwaarden al klaar. Er is immers een race naar de bodem om de concurrentiepositie te verbeteren. Het sociaal conflict kan weken en zelfs maanden aanslepen. Een nationale stakingsdag en betoging die ruim vooraf aangekondigd worden, kunnen mobiliserend werken. Er kan aan de kassa’s bij Carrefour en in andere ketens toe opgeroepen worden. Er kunnen affiches en spandoeken aan de winkels opgehangen worden. Zo kan de solidariteit onder personeel en klanten opgebouwd worden.

    Tegelijk moeten we opkomen voor fundamentele verandering in de handelssector. Zoals een delegee uit de sector eerder deze week op socialisme.be opmerkte: “Vandaag bestaan er in België vijf grote ketens die allemaal bijna hetzelfde verkopen, maar voor elk van deze ketens wordt er naast elkaar gewerkt, vaak zelfs zeer letterlijk. Als gemeenschap zouden we dit veel efficiënter kunnen organiseren, niet om mensen af te danken zoals vandaag het geval is maar om het werk te verdelen onder iedereen. De winsten die deze vijf grote ketens maken, tonen dat het geld er is. We mogen ons niet laten verdelen: Carrefour tegen Delhaize of Colruyt of Lidl of Aldi, maar moeten in de sector opkomen voor een nationalisatie van de volledige sector. Om zo een planning in het teken van klant, werknemer en leverancier te maken. Enkel zo kan de ingezette neerwaartse spiraal. En offensieve eisen naar voor schuiven zoals een minimumloon van 14€/u, voltijdse contracten voor iedereen die dit wil en een degelijke werk-leven balans en geen 24/7 economie.”

  • Herstructurering bij Carrefour. Wanneer stopt de neerwaartse spiraal in de handelssector?

    Foto: Flickr/Fruitnet

    Reactie door een delegee uit de sector

    Naar aanleiding van de aankondiging van Carrefour inzake een “transformatieplan” stelde ik mezelf de vraag waar de handelssector naartoe gaat? Het is pas van 2010 geleden dat Carrefour een herstructurering doorvoerde. Ook Delhaize herstructureerde in 2014. Daartegenover staat dat de werkdruk steeds verder stijgt voor de overblijvers. Dit alles om de winstmarges van de bedrijven te vergroten. Hoe kunnen we vechten voor een handelssector waar niet de winst centraal staat maar klant en personeel?

    De handelssector staat in voor meer dan 400.000 jobs, vaak niet de meest kwaliteitsvolle of best betaalde. Maar niettegenstaande zorgen ze toch in veel gezinnen voor een deel van het inkomen. Het is echter een sector waar er veel concurrentie is en in tegenstelling tot wat liberale commentatoren ons willen laten geloven, is dit niet goed: niet voor klant, personeel of producent. Door de toenemende concurrentie wordt er overal bespaard en de citroen tot het laatste uitgeperst.

    De afdankingen, stijgende werkdruk, hardere onderhandelingen met leveranciers, minder klantenservice, … gebeuren allemaal om de bedrijfswinsten veilig te stellen en zelfs te laten groeien. Deze drang naar winst leidt ook naar de sociale bloedbaden zoals we deze reeds zagen bij Carrefour, Delhaize, Makro/Metro, Cora, … Is er dan geen andere mogelijkheid? Ik denk van wel, waarom moeten enkelingen zich verrijken op de kap van anderen? Waarom halen we de drang naar winst niet uit deze sector en organiseren we hem niet centraal zodat we aan de noden van de mensen kunnen voldoen en de werknemers een degelijke goedbetaalde job kunnen geven.

    Vandaag bestaan er in België vijf grote ketens die allemaal bijna hetzelfde verkopen, maar voor elk van deze ketens wordt er naast elkaar gewerkt, vaak zelfs zeer letterlijk. Als gemeenschap zouden we dit veel efficiënter kunnen organiseren, niet om mensen af te danken zoals vandaag het geval is maar om het werk te verdelen onder iedereen. De winsten die deze vijf grote ketens maken, tonen dat het geld er is.

    We mogen ons niet laten verdelen: Carrefour tegen Delhaize of Colruyt of Lidl of Aldi, maar moeten in de sector opkomen voor een nationalisatie van de volledige sector. Om zo een planning in het teken van klant, werknemer en leverancier te maken. Enkel zo kan de ingezette neerwaartse spiraal. En offensieve eisen naar voor schuiven zoals een minimumloon van 14€/u, voltijdse contracten voor iedereen die dit wil en een degelijke werk-leven balans en geen 24/7 economie.

  • Tachtig jobs in gevaar bij Adient in Assenede

    Spandoek op een vorige stakingsactie bij een toeleverancier van Volvo Cars

    Tijdens een bijzondere ondernemingsraad heeft het Asseneedse bedrijf Adient de intentie bekendgemaakt om de nachtploeg af te schaffen. Adient levert zetels aan Volvo Cars Gent en boekte vorig jaar nog meer dan 5 miljoen euro winst.

    Eind vorig jaar introduceerde Volvo Cars Gent het nieuwe XC40-model. Dat ging gepaard met een daling van het aantal geproduceerde auto’s per dag. Volgens Adient is het aantal gevraagde zetels daardoor niet langer voldoende om drie volwaardige ploegen tewerk te stellen. Nochtans blijft de werkdruk bij de zetelproducent ondanks die gedaalde vraag ontzettend hoog.

    In 2014 brak er bij Adient (toen nog Johnson Controls) zelfs een spontane staking uit om die hoge werkdruk aan te klagen. In die periode laste de zetelproducent gemiddeld meer dan één shift technische werkloosheid per week in, terwijl de werknemers tijdens de rest van de week aan een onhoudbaar ritme moesten werken. Dankzij de staking was het management genoodzaakt om verandering te beloven en 25 nieuwe mensen aan te werven.

    Vier jaar later blijft er van die vooropgestelde verandering weinig over. Het bedrijf maakt nog geregeld gebruik van technische werkloosheid, waardoor werknemers tijdelijk terugvallen op een werkloosheidsuitkering. Ook Volvo Cars Gent zelf maakt regelmatig gebruik van dezelfde maatregel. Vaak laste het bedrijf zelfs meerdere shiften werkloosheid per maand in, om enkele weken nadien verplicht zaterdag- of zondagwerk aan te kondigen. Op die manier hoopt het bedrijf zijn productie beter af te stemmen op de fluctuerende klantvraag.

    In realiteit schuift Volvo daarmee een groot deel van zijn kosten af op de gemeenschap, terwijl de winsten uiteraard voor het bedrijf zelf zijn. In periodes van verminderde vraag vallen werknemers immers terug op een door de gemeenschap betaalde uitkering, terwijl in drukke periodes verplicht weekendwerk wordt geëist waarvoor de werknemers amper compensatie krijgen. Door de maatregel van technische werkloosheid, bovenop de vele andere fiscale achterpoortjes, blijft België voor grote bedrijven als Adient en Volvo dan ook een interessant land om in te investeren.

    De enorme winsten die beide bedrijven boeken, gaan echter ten koste van de fysieke en mentale gezondheid van het personeel. Stress, burn-outs en fysieke kwalen blijven toenemen. LSP verzet zich dan ook tegen de aangekondigde afdankingen bij Adient, en pleit daarentegen voor een betere verdeling van de werkdruk. Een arbeidsduurvermindering naar 32 uur per week zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen kan een belangrijke eis zijn om in te gaan tegen de huidige winsthonger van bedrijven als Adient.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop