Your cart is currently empty!
Category: Petrochemie
-
Zoveelste sociaal bloedbad aangekondigd bij Agfa-Gevaert. Verzet nodig!
De directie van Agfa-Gevaert in Mortsel wil eens te meer de gevolgen van jarenlang mismanagement op het personeel afschuiven. Het wil de komende drie jaar tot 530 jobs schrappen, zonder enige garantie dat het sociaal bloedbad daarbij stopt. Van 22.000 werknemers begin deze eeuw blijven er nu in de groep slechts 5000 over. Daarvan werken er 1900 in Mortsel, 550 op het hoofdkwartier en 1.350 in de productie van film. Ooit waren er in Mortsel alleen meer dan 10.000 werknemers. In de productie dreigt nogmaals 40% van de tewerkstelling te verdwijnen. Dit is een vreselijke klap voor het personeel.
Op dit ogenblik is de groep Agfa-Gevaert vooral actief rond medische beelden, digitale processen voor medische beelden en grafisch drukwerk. De afgelopen jaren is het gebruik van radiologische film voor de medische sector, de belangrijkste activiteit in Mortsel, sterk afgenomen als gevolg van digitalisering. Vandaag worden beelden vooral verkocht in Azië en Latijns-Amerika, maar ook daar zal de digitalisering de markt beperken. Het traag schakelen in de productie heeft geleid tot 25 jaar van herstructureringen. Telkens weer waren het de werkenden die hiervoor opdraaien met verlies van jobs in wat ooit een begrip in Mortsel en omgeving was.
Het schrappen van tot 40% van het aantal arbeiders in de productie betekent een sociaal bloedbad. De directie zegt het aantal naakte ontslagen zo veel mogelijk te willen vermijden, door gebruik te maken van vervroegd pensioen en tewerkstelling in andere functies. Daarbij wordt gewezen op de bouw van een nieuwe fabriek voor de productie van membranen voor waterstof in Mortsel tegen eind 2025. Over hoeveel jobs het gaat, kan de directie nog niet zeggen. Hoeveel jobs er nu weg moeten, is daarentegen wel concreet. Wat vervroegd pensioen betreft, is er uiteraard de dreiging dat een nieuwe regering onder leiding van Bart De Wever de toegang verder afbouwt en in de praktijk het vervroegd pensioen afschaft.
ABVV-vakbondssecretaris Bruno Verlaeckt merkte in Gazet van Antwerpen op: “Ik volg Agfa-Gevaert nu al 25 jaar op. In die periode heb ik nog niets anders dan herstructureringen en besparingen gekend. Ik betreur dat er ook dit keer weer alleen naar het personeel wordt gekeken. In het verleden hebben managers van het bedrijf zichzelf bijvoorbeeld royale bonussen uitgekeerd, terwijl het personeel altijd maar moet inleveren. Er wordt nu wel gesproken over die nieuwe fabriek voor de productie van membranen voor waterstof. Maar laat ons eerlijk zijn: die gaat natuurlijk nooit het jobverlies van 530 mensen kunnen compenseren.”
Eerder dit jaar werd Agfa-Gevaert omschreven als een ‘zombiebedrijf’ dat eigenlijk economisch niet levensvatbaar is. Dit komt niet door het hardwerkend personeel, dat tijdens de pandemie nog uitdrukkelijk geprezen werd als essentieel. De echte zombies zijn de directie en de managers die zichzelf grote bonussen toekenden, maar van het bedrijf een stuurloos schip maakten dat alle windrichtingen uitging. Wordt Agfa-Gevaert straks een klein bedrijfje met een heel leger managers?
Na de aankondiging van de directie vraagt het personeel om verduidelijkingen, waarbij de directie moet aantonen welke functie om welke reden kan geschrapt worden. Onhoudbare werkdruk en extreme flexibiliteit worden niet aanvaard. De vakbonden eisen een volledig uitgewerkt plan en verzetten zich tegen elk naakt ontslag. “Iedere job telt”, is het motto.
Tegenover de dreiging van jobverlies bij Agfa-Gevaert is protest noodzakelijk. Er is nood aan een front van al het personeel in het bedrijf om samen in verzet te gaan tegen het geplande sociaal bloedbad, gekoppeld aan de opbouw van actieve solidariteit van de volledige arbeidersbeweging in de sector en de regio. Dit is mogelijk, het personeel van Agfa-Gevaert heeft een lange traditie van strijd en geniet groot aanzien in zowel Mortsel als de volledige sector.
Red de industrie!
In heel Europa zijn er tienduizenden jobs bedreigd in de industrie. Er zijn de economische problemen in China en toenemende deglobalisering, de transitie naar duurzame energie verloopt veel moeizamer dan verwacht, de vraag naar producten neemt af. De reactie van de ceo’s bestaat uit het schrappen van jobs en voorstellen rond lagere lonen. Bij VW in Duitsland zijn minstens 10.000 jobs bedreigd en wil de directie de overblijvenden een loonsverlaging van 10% opleggen. In Frankrijk zijn er 150.000 jobs in de industrie bedreigd. Wat te doen?
De Franse vakbond CGT roept op tot een nationale dag van stakingen en acties op 12 december. Daarmee brengt de CGT personeel uit bedrijven waar jobs bedreigd zijn samen, ook met werkenden uit de rest van hun sector en de volledige industrie. Het verenigen van al wie bedreigd wordt, is een goede stap. Als we bedrijf per bedrijf moeten reageren, worden we één voor één afgeslacht.
Eén van de eisen van de CGT is een nationaal plan voor het onderhoud en ontwikkeling van industriële productie en bijhorende jobs op initiatief van een overheid die een centrale rol speelt in de industrie. Er is effectief nood aan een planmatige benadering.
De ervaringen van de afgelopen maanden en jaren tonen aan dat we dit best niet aan de aandeelhouders en hun ceo’s overlaten. Zij kijken enkel naar de winsten op korte termijn. Zij zetten personeel bij het grof vuil alsof het niets is en liquideren technische knowhow aan de lopende band. Een uitdaging zoals een rechtvaardige ecologische transitie met behoud van jobs is duidelijk te hoog gegrepen voor de bazen en hun winsthonger. Als we het aan hen overlaten, wordt er niet aan het personeel of het klimaat gedacht. Hen nog meer pamperen met subsidies en fiscale cadeaus vult enkel de zakken van de aandeelhouders, maar maakt geen einde aan de onzekerheid van het personeel.
Het personeel van de industrie en de bevolking in het algemeen zijn het best geplaatst om te bepalen wat de noden zijn, inclusief een leefomgeving die niet van overstroming naar orkaan en bosbrand gaat, en weten ook het best hoe alles kan gemaakt worden. Een plan voor de industrie dat vertrekt van onze noden, botst onvermijdelijk met de ceo’s en aandeelhouders. Die laatsten hebben het voordeel dat ze eigenaar zijn van de productiemiddelen, de werkenden hebben het voordeel dat zij alles doen draaien.
Om de noodzaak van een plan voor de industrie op de agenda te zetten en ook af te dwingen, kunnen we enkel rekenen op onze kracht en mobilisatie. Een actiedag zoals in Frankrijk is een goede eerste stap, zeker als het gepaard gaat met algemene vergaderingen waar de actie voorbereid wordt en verder gediscussieerd wordt over welk alternatief we verdedigen en hoe we dat kunnen afdwingen.
-
Solvay in Italië in opspraak voor grootschalig PFAS-schandaal

De vervuiling door Solvay in Livorno haalde alle kranten. Het PFAS-schandaal in Spinetta Marengo nog niet. In 2021 raakte algemeen bekend hoe het Amerikaanse bedrijf 3M de bodem in de buurt van zijn fabriek in Zwijndrecht op grote schaal had verontreinigd met PFAS. In een straal van 15 kilometer rond de fabriek werden hoge waarden in de ondergrond gemeten. Dat is een gebied waar 1,5 miljoen mensen wonen. Het is geen alleenstaand geval. Het schandaal van industriële vervuiling door Solvay is één van de ergste.
Door een vakbondsafgevaardigde
In een dossier over industriële vervuiling schreef de RTBF: “Het is geen verassing dat 3M vaak voorkomt in de Europese top 5 of zelfs op het Europese podium [inzake bodemverontreiniging]. Maar van 2007 tot 2015 is er één fabriek die boven alle andere uitsteekt. Het stoot 6 tot 7 keer meer perfluorhoudende gassen uit in de lucht dan 3M in Zwijndrecht. Ongeveer 200 ton per jaar. Het is eigendom van Solvay en is gevestigd in Spinetta Marengo, Italië, op een uur rijden van Milaan.”
Deze fabriek was al sterk vervuilend voor het opgekocht werd door de Belgische multinational Solvay. Dit neemt niet weg dat Solvay medeplichtig is. Het bedrijf hield bewust informatie achter voor de overheid en is al vijftien jaar op de hoogte. De gevolgen voor de bevolking in de regio zijn rampzalig: een groter aantal levertumoren, nierkanker, hoge bloeddruk en aandoeningen van de luchtwegen dan in de rest van het land. PFAS vormen de kern van het probleem. ‘Forever chemicals’ vormen een essentieel onderdeel van de omzet van Solvay (goed voor een omzet van meer dan 2 miljard euro in 2021).
Onder het kapitalisme is de chemische industrie enkel gericht op de winsten. Gezondheid komt pas ver daarna, en vooral als schandalen publiek bekend raken. De gevolgen voor mens en natuur zijn groot. De beperkte boetes zijn niet van die aard dat er verandering komt. De chemische sector moet onder controle van de gemeenschap worden geplaatst zodat de rijkdom kan worden gebruikt om de slachtoffers te vergoeden en een biomedisch onderzoek in het gebied rond de fabriek uit te voeren om de schade op te meten en maatregelen te nemen.
Zodra de vaccins tegen Covid-19 waren ontwikkeld, vond een groot deel van de productie plaats in België. Om geen cent winst te verliezen, bleven de patenten in handen van een handjevol multinationals. Dit was een enorme rem om de pandemie sneller te bestrijden. Een farmaceutische industrie onder publieke controle zou geen tijd verspild hebben met het tellen van euro’s, maar zo het mogelijk gemaakt hebben om alle middelen te mobiliseren in de strijd tegen de pandemie.
In de zomer van 2021 werd ons land getroffen door vreselijke overstromingen. Zelfs in normale tijden hebben we geen zekerheid over de gevolgen van de chemische industrie voor het milieu. De toename van extreme weersomstandigheden kan de tol alleen maar verhogen. Dit was al aan de orde met de tsunami in Fukushima in 2011. De chemische en farmaceutische industrie moeten in publieke handen komen zodat er onder controle van de gemeenschap geïnvesteerd wordt in veiligheid, onder meer in het kader van de klimaatcrisis.
-
39,5 miljard dollar winst en toch willen profiteren van Belgische sociale zekerheid

Bij Arlanxeo wordt rubber geproduceerd dat onder meer gebruikt wordt in de automobielsector Op de inhaligheid van de grote bedrijven staan er geen grenzen!
Chemiebedrijf Arlanxeo uit Zwijndrecht, eigendom van het Saoedische staatsoliebedrijf Aramco, zet ongeveer 200 personeelsleden drie maanden op tijdelijke werkloosheid omdat de hoge energieprijzen op de winsten van de rubberfabriek drukken.
Door beroep te doen op tijdelijke werkloosheid zal een deel van het inkomen van de werknemers door de sociale zekerheid gedragen worden. Het bedrijf zal het verschil met het basisloon bijpassen, maar niet met de premies voor ploegen en weekendwerk (die een hele slok op de borrel schelen in deze sector). Wettelijk is het mogelijk om op deze manier beroep te doen op de sociale zekerheid. Daarom wordt ervoor gekozen om de vestiging in Zwijndrecht op technische werkloosheid te zetten en niet die in Canada of Singapore, waar er een gelijkaardige productie is.
Aramco maakte in de eerste drie maanden van dit jaar 39,5 miljard dollar winst. Het gaat om een stijging met 82%, die het resultaat is van de hoge olie- en gasprijzen. De koers van de aandelen steeg dit jaar al met 27%. Aramco stak Apple voorbij als hoogste gewaardeerde bedrijf ter wereld.
Dit bedrijf, waarvan duidelijk is dat het niet bepaald financiële problemen kent, wil nu een graantje meepikken van de sociale zekerheid in ons land. Het wil de Belgische werkenden en de gemeenschap laten opdraaien voor een dreigende winstdaling bij Arlanxeo in Zwijndrecht, een winstdaling die mee het gevolg is van de hoge energieprijzen waar Aramco zelf één van de grootste profiteurs van is. Zoals ABVV-vakbondssecretaris Levi Sollie in een reactie aan De Standaard opmerkte: “Moet onze sociale zekerheid dienen om de winsten van Saudi Aramco op peil te houden?”
Waar zijn al die politici die steevast met een leger camera’s inzoomen op elke werkloze die in het zwart bijklust en daarmee misbruik maakt van de sociale zekerheid? Er is natuurlijk een verschil: het misbruik van de sociale zekerheid is in het geval van Arlanxeo legaal. De rijken en machtigen kunnen blijkbaar altijd net iets meer, dankzij dezelfde politici die werklozen en zieken verantwoordelijk stellen voor de tekorten in de sociale zekerheid.
-
Nationaliseer EuroChem om jobs en productie te redden!

Foto: Wikimedia Commons Elf jaar geleden verkocht BASF haar kunstmestinstallaties voor 700 miljoen euro aan EuroChem, een Russische multinational. Het personeel was toen al ongerust, maar de directie verklaarde dat het allemaal wel goed zou komen. Als gevolg van sancties tegen de Russische eigenaar, de oligarch Andrej Melnichenko, werd de productie begin maart stopgezet.
Melnichenko zal er geen boterham minder door eten: hij is de zesde rijkste Rus met een vermogen tussen 15 en 20 miljard dollar. Voor de 400 personeelsleden is de onzekerheid wel bijzonder dreigend. Met de waarde van het in Italië in beslag genomen luxejacht van Melnichenko, zouden de lonen van deze 400 personeelsleden gedurende meer dan 10 jaar kunnen betaald worden. Maar zo werken de sancties dus niet…
De eerste prioriteit voor het personeel is uiteraard het behoud van de jobs en van de productie. EuroChem Antwerpen produceert 2 miljoen ton kunstmeststoffen per jaar. Dat is belangrijk om de voedselproductie op peil te houden, zeker in een context van een internationaal dreigende voedselcrisis. Door het gebruik van (kunst)meststoffen verdubbelen de oogsten, en verbetert de kwaliteit van het graan. Maar de prijzen van kunstmest zijn op een jaar tijd verviervoudigd, wat ze voor meer en meer boeren onbetaalbaar maken. Laat staan voor boeren uit de neokoloniale wereld.
De vakbonden eisten als reactie op het stilleggen van de productie dat alle lonen zouden uitbetaald worden. Het bedrijf maakte de afgelopen jaren genoeg winsten. Verder werd het openen van de boeken geëist en de nationalisatie van het bedrijf om de productie zo snel mogelijk te heropstarten. Die optie van nationalisatie werd niet meteen afgeschoten, zelfs niet in de zakenkrant De Tijd.
Uiteraard zien de bazen en hun vertegenwoordigers ‘nationalisatie’ anders dan de arbeidersbeweging. Voor hen gaat het niet om productie onder democratische controle en beheer van de werkende klasse. Om uit de impasse te geraken ging de EuroChem-groep akkoord met een tijdelijke verzelfstandiging van de Antwerpse vestiging, onder toezicht van de overheid. De Russische multinational is akkoord dat er op die manier een beperkt deel van de productie opgestart wordt, terwijl de inkomsten in Antwerpen blijven. Ook voor de regering kan dit door de “sanctie-beugel”, op voorwaarde dat de inkomsten voor een heel beperkt aantal zaken gebruikt worden, o.a. het betalen van de lonen. De federale regering gaf uiteindelijk toelating om voorraden te verkopen en enkelvoudig samengestelde meststoffen te produceren.
Hiermee is de discussie echter niet voorbij. Volgens de vakbonden is de beperkte opstart niet houdbaar op iets langere termijn. In de context van een acute voedselcrisis is het ook onverantwoord én onacceptabel dat het grootste gedeelte van de productiecapaciteit onbenut blijft. Een volledige zelfstandige opstart onder overheidscontrole zou een stap vooruit zijn en kan tijdelijk ademruimte bieden. Maar de vraag zal blijven wat er met de winsten gaat gebeuren. Het openen van de boekhouding blijft een belangrijke eis. Om de jobs en de productie op langere termijn veilig te stellen, is een nationalisatie de beste oplossing. Een nationalisatie onder democratische controle en bezit van het personeel van EuroChem Antwerpen en de gemeenschap, zou het mogelijk maken om de beschikbare knowhow en productie in te zetten om mee een antwoord te bieden op de wereldwijd dreigende voedseltekorten.
-
Sancties treffen 400 chemie-arbeiders in Antwerpen. ABVV eist nationalisatie van EuroChem

Foto: Wikimedia Commons EuroChem, een bedrijf met 400 werknemers in Antwerpen, wordt stilgelegd als gevolg van de sancties tegen de Russische oligarch Andrey Melnenchenko. Die stapte ondertussen op als bestuurder en verklaarde ook geen aandeelhouder meer te zijn. Het is evenwel niet duidelijk wie dan wel eigenaar is. Meststoffenfabrikant EuroChem is de productie stapsgewijs aan het stilleggen nadat BASF Antwerpen, op wiens site EuroChem gevestigd is, niet langer levert aan het bedrijf.
ABVV BASF reageerde meteen: “We kunnen niet toestaan dat honderden gezinnen nog eens extra worden getroffen door sancties terwijl de energie- en brandstofprijzen exploderen. Alsof onze tijdelijke werkloosheid het conflict zal oplossen. Alsof Melnichenko daardoor een boterham minder zal eten.” De vakbond voegde eraan toe: “De werkende klasse mag vechten en lijden voor de belangen van de politieke en economische elites in deze wereld. Dit moet stoppen.” ABVV BASF eindigde de eerste reactie op het nieuws met deze oproep: “Voor de onmiddellijke opbouw van een vreedzame anti-oorlogsbeweging in het Westen én Rusland. Wij zijn paraat!”
De Algemene Centrale Antwerpen Waasland werpt de eis van de nationalisatie van het bedrijf op tafel. “We moeten naar een plan B om de productie te kunnen voortzetten. We vragen de overheid daarom te kijken of ze de Antwerpse vestiging van EuroChem tijdelijk of definitief kan overnemen via een nationalisering of een ander mechanisme,” aldus Bruno Verlaeckt van het ABVV in De Tijd (14 maart).
-
3M: geen vertrouwen in directie of regering om gezondheidscrisis aan te pakken

Het hoofdkwartier van 3M in de VS. (foto vanop Wikipedia) Onderzoek toont aan dat wie op minder dan 3 kilometer van 3M woont alarmerende hoge waarden van PFAS in het bloed heeft. Dit geldt uiteraard ook voor het personeel van 3M. Na een onderzoek van 800 bloedstalen door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid was de conclusie dat Zwijndrecht internationaal “één van de ergere hotspots” is. Waarom kwam er nu pas een onderzoek? Wat kunnen bezorgde werknemers en omwonenden doen?
Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) leek zich nu vastberaden op te stellen en liet een deel van de productie van 3M stil leggen. Ze doet zich radicaal voor om de banden tussen 3M en het politieke establishment, inclusief haar eigen partij, te verdoezelen. Liever één bedrijf laten vallen om de andere te beschermen. Terwijl de vervuiling al jaren bekend is, kreeg 3M de voorbije jaren veel Vlaamse subsidies. Sinds 2013 ging het om 5 miljoen euro waarvan 2 miljoen euro uit het Vlaams Klimaatfonds. In dezelfde periode werd er fors bespaard op de controlediensten. De radicaliteit van Demir is hypocriet: ze wil 3M los trekken van de algemene problematiek van industriële vervuiling, de politieke verantwoordelijkheid daarvoor wegstoppen en tegelijk nog eens politiek scoren zonder een echte oplossing aan te bieden voor de omwonenden of het personeel van 3M.
De Vlaamse Milieu-inspectie is de voorbije jaren afgebouwd waardoor er minder controles zijn. Op alle departementen die betrokken zijn bij milieu en omgeving is er op tien jaar tijd een vijfde van het personeel geschrapt: van 5.027 voltijdse equivalenten in 2010 tot 4.146 vandaag. Dit beleid wordt doorgezet: het departement Omgeving moet in 2022 opnieuw 5% besparen op personeel. Het resultaat? Volgens het hoofd van de milieu-inspectie werd één op de vijf meest vervuilende bedrijven, de klasse 1 waartoe ook 3M behoort, nog nooit gecontroleerd. De aankondiging van Demir dat er tien milieu-inspecteurs bijkomen, compenseert amper de 26 vertrekkers onder de vorige regering en de 7 onder de huidige regering.
Voor transparantie inzake de productie of voor ernstige gezondheidsmaatregelen, kunnen we niet op de directie of de traditionele politici rekenen. We moeten zelf van onderaf opkomen voor een publieke controle op het volledige productieproces en de gezondheidsgevolgen ervan. Hiervoor zal een protestbeweging nodig zijn om te vermijden dat dergelijke controle een inefficiënt doekje voor het bloeden is. In de onderhandelingen over een sectorakkoord dwongen de vakbonden een voortgezet gezondheidstoezicht af zodat werknemers die met chemische risico’s in aanraking kwamen ook na hun loopbaan worden opgevolgd. Dit is een belangrijke stap vooruit, afgedwongen door de dreiging met collectieve actie in de sector.
De pogingen om personeel en omwonenden tegen elkaar op te zetten, zijn een klassiek voorbeeld van verdeel en heers. Het gaat hier echter niet om een keuze tussen jobs en gezondheid. Gezondheid van de werknemers moet mee centraal staan. Het gebruik van vervuilende stoffen bedreigt evengoed het personeel. Aangezien 3M verantwoordelijk is, moet dat bedrijf opdraaien voor de gevolgen. Als delen van de productie sluiten wegens gezondheidsoverwegingen, dan moet het volledige personeel garantie van werk en volledig loon krijgen.
Omwonenden zijn terecht bezorgd. 3M moet ook daar zijn verantwoordelijkheid nemen met compenserende maatregelen voor wie wil verhuizen. Dit moet geen decennia duren, zoals bij de loodvergiftiging door Umicore in Hoboken. 3M moet niet beweren dat het dit niet kan betalen: het bedrijf maakte vorig jaar wereldwijd 5,4 miljard dollar winst. In 2019 was de vestiging in Zwijndrecht goed voor 17 miljoen euro winst op een omzet van 300 miljoen euro. Daarvan ging er 13 miljoen euro rechtstreeks naar de Amerikaanse aandeelhouders.
Als 3M niet bereid is om publieke controle op de productie toe te laten, onafhankelijke medische opvolging van het personeel en de omwonenden te betalen, alle jobs en lonen te garanderen en compensatie te voorzien voor omwonenden die willen verhuizen, wordt het hoog tijd om deze industriële vervuiler te onteigenen zonder compensatie en het bedrijf in publieke handen te nemen. Onze gezondheid is te belangrijk om het aan de willekeur van multinationals over te laten. Wij eisen de nationalisatie van de klimaatcriminelen zodat echte transparantie mogelijk is over de industriële vervuiling, en zodat er met behoud van jobs en bijhorende knowhow een milieuvriendelijke alternatieve productie kan uitgebouwd worden.
-
Levi Sollie (Algemene Centrale): “Personeel van 3M voelt zich emotionele speelbal”

Spandoek van de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland Terecht is er veel aandacht voor de mensen die in de buurt van de vestiging van 3M in Zwijndrecht wonen. Zij zijn samen met de werknemers en voormalige werknemers van 3M de eerste betrokkenen. Voor het ABVV vertegenwoordigt de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland het personeel van 3M. We spraken met vakbondssecretaris Levi Sollie.
Interview uit maandblad De Linkse Socialist
Hoe ervaren de personeelsleden van 3M de discussie over de vervuiling?
“Zij voelen zich natuurlijk een emotionele speelbal. Hun bedrijf is nu al wekenlang kop van jut in de media. Er is ook heel wat onzekerheid over de stoffen waar velen van hen jaren mee gewerkt hebben.”
Er is een onderzoek door 3M zelf, het Vlaams parlement doet een onderzoek. Wat zijn de syndicale voorstellen hierover?
“3M hanteert als centrale stelling dat ‘er geen wetenschappelijk bewijs is dat PFOS de gezondheid schaadt’. Nochtans zijn er heel wat wetenschappelijke studies en rapporten die het tegenovergestelde beweren. 3M heeft de productie van PFOS in het begin van deze eeuw stopgezet. In Zwijndrecht gebeurde dat in 2002. Vandaag zijn er van de 168 arbeiders van voor 2002 nog een zeventigtal in dienst.”
“We eisen dat eventuele gevolgen van blootstelling aan PFOS blijven gemonitord en opgevolgd worden. Dit zowel voor de werknemers die nog in dienst zijn als voor diegenen die het bedrijf ondertussen hebben verlaten.”
“De wetgeving voorziet dat werknemers die worden blootgesteld aan chemische agentia na het einde van de blootstelling kunnen blijven genieten van een toezicht op hun gezondheidstoestand. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk. Alleen, deze wetgeving is vandaag nog altijd dode letter in ons land.”
“Wij vragen dus dat er nu dringend werk gemaakt wordt van een voorgezet gezondheidstoezicht voor alle werknemers. Ook voor de ex-werknemers dient dit te gebeuren. We eisen eveneens dat dit onafhankelijk van 3M gebeurt. Desnoods moet de overheid de ex-werknemers aanschrijven en uitnodigen voor een jaarlijks voortgezet gezondheidstoezicht.”
“Er moet ook duidelijkheid komen voor de werknemers aangaande hun bloedwaarden. 3M is in september een nieuw bloedonderzoek gestart. Heel wat van de huidige en een beperkte groep ex-werknemers neemt hieraan deel. We willen dat de analyse en rapportage van deze stalen niet enkel aan 3M wordt overgelaten. Een onafhankelijke overheidsinstantie moet hierbij betrokken worden.”
Hoe kan de arbeidersbeweging meer controle uitoefenen?
“Bedrijven zouden verplicht moeten worden om de kennis die ze hebben van chemische stoffen en productieprocessen veel meer te delen met de gemeenschap. We blijven te veel in het ongewisse over de mogelijke effecten van chemische stoffen op mens en milieu. Dit argument gaat extra op voor de vele nieuwe stoffen die de afgelopen jaren op de markt kwamen.”
“De overheid moet er voor zorgen dat de inspectiediensten meer mensen en middelen krijgen. Ze moeten opnieuw doen waarvoor ze zijn opgericht: veelvuldig controle uitoefenen op het terrein. Het is belangrijk dat ze ook over de nodige expertise beschikken. Meer artsen, chemici, fysici en ingenieurs dienen aangeworven om efficiënt te kunnen controleren.”
“Vakbonden en vakbondsafgevaardigden moeten eveneens op de expertise van de inspectiediensten beroep kunnen doen. De drempel om contact te leggen met inspectiediensten moet lager.”
“De bevoegdheden van het CPBW (comité preventie en bescherming op het werk) moeten worden uitgebreid. In de wet staat dat we recht hebben op alle documenten aangaande veiligheid en welzijn, maar in de praktijk krijgen delegees die vaak niet. De faciliteiten voor de afgevaardigden moeten worden uitgebreid. Velen geven nu het signaal dat ze praktisch niet van de werkvloer weg kunnen vanwege de alsmaar krapper wordende ploegbezettingen en de stijgende werkdruk in het algemeen. Hun taak in het comité wordt daardoor veel moeilijker om in de praktijk uit te voeren. De tijd en ruimte om dieper in te gaan op zaken zoals wetgeving aangaande chemische agentia of milieuwetgeving is er nog amper. Je taak uitoefenen als comité-afgevaardigde betekent dat je ook de tijd zou moet hebben om met collega’s te discussiëren en overleggen aangaande de veiligheid en het welzijn. Het betekent dat je bijvoorbeeld ter plaatse moet kunnen gaan na een arbeidsongeval. Die mogelijkheid is er nu vaak niet. De rol van de afgevaardigden in het veiligheids- en welzijnsbeleid dient opnieuw centraler gesteld. We zullen hiertoe zelf harder op tafel moeten kloppen want de patroons gaan het niet in onze plaats doen.”
Om ons meer te laten betalen voor energie of transport, wordt het argument van de ‘vervuiler betaalt’ gebruikt. Wordt dit ook gebruikt bij 3M en industriële vervuiling?
“In de VS heeft 3M reeds meerdere schikkingen getroffen of werd het veroordeeld tot het betalen van grote schadevergoedingen. Analisten van Merrill Lynch schatten dat de schadeclaims die 3M nog wachten in de miljarden dollars kunnen lopen.”
“Het is een belangrijk principe dat de vervuiler betaalt, maar we moeten vooral zorgen dat er geen milieuschade wordt aangericht. We kunnen niet blijven tolereren dat er wordt vervuild. Chemische bedrijven moet de geldende regels volgen en transparant zijn over wat ze produceren en met welke producten ze werken.”
-
3M. Onze gezondheid beschermen, betekent strijden tegen het systeem

Het hoofdkwartier van 3M in de VS. (foto vanop Wikipedia) De gevestigde politici waren minstens sinds 2017 op de hoogte, maar pas toen de omwonenden zich ermee bemoeiden kwam de vervuiling door chemisch bedrijf 3M in de aandacht. Er heerst een grote ongerustheid onder de omwonenden en onder het personeel van 3M en andere chemische bedrijven. Wat zit er nog allemaal in de grond? Wat betekent dit voor onze gezondheid? En vooral: kunnen we er iets aan doen?
PFOS
PFOS, ofte perfluoroctaansulfonaten, zijn chemische stoffen die behoren tot de brede familie van de PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen). Er bestaan ongeveer 6.000 dergelijke stoffen. Ze hebben zo’n sterke moleculaire structuur dat ze amper afbreekbaar zijn. Enkel bij verhitting tot 1200 à 1500 graden vallen ze uit elkaar. Het is mogelijk om grond en water te filteren, maar dan blijft het nodig om de stoffen bij die extreme temperaturen te verbranden. Het is nog onduidelijk wat er bij die verbranding in de lucht terechtkomt… De ‘forever chemicals’ ofte eeuwigdurende chemicaliën hebben in die zin wat weg van radioactief afval.
Deze chemische stoffen worden gebruikt in producten als regenjassen, brandblusschuim, verpakkingen, schoonmaakmiddelen of anti-aanbakpannen. Ze zijn waterafstotend en hittebestendig, wat hen heel interessant maakt. Er zijn tot op heden geen volwaardige alternatieven voor de PFAS.
Tot in 2002 werd PFOS gebruikt door 3M. Het bedrijf stopte er toen mee, wellicht ingegeven door het gevaar voor de gezondheid dat ermee verbonden was. De directie ontkende dat, maar wist al sinds de jaren 1970 dat PFOS gevaarlijk is. Harvard-professor Philippe Grandjean, gespecialiseerd in de gezondheidseffecten van PFAS: “Hadden we eind jaren 70 geweten wat 3M op dat moment wist, dan hadden we als wetenschappers veel sneller aandacht gehad voor deze problematiek.” 3M deed niets. Eind jaren 1990 nam de milieuspecialist van het bedrijf ontslag uit protest tegen het gebrek aan aanpak van PFOS. Liever de gezondheid van het eigen personeel in gevaar brengen, dan raken aan de winsten van de aandeelhouders.
In 2004 toonde onderzoek aan dat de waarden in de buurt rond 3M in Zwijndrecht te hoog waren. In 2010 werd het bedrijf in Minnesota vervolgd wegens gelijkaardige vervuiling. Dat proces eindigde in 2018 toen 3M het afkocht voor 850 miljoen dollar. Eveneens in 2018 sloot 3M een dading met Lantis (toen nog BAM), de bouwheer voor de Oosterweelverbinding, omtrent de PFOS-vervuiling in Zwijndrecht. Dit kost het chemisch bedrijf 75.000 euro. Vervuiling is in België wel veel goedkoper dan in de VS…
PFAS zijn overal in het milieu, in meer of mindere mate zitten ze ook in ons bloed. Van enkele van deze stoffen is het ondertussen duidelijk dat ze negatieve effecten op de gezondheid hebben, onder meer inzake kansen op het krijgen van kanker, het verzwakken van het immuunsysteem of nog een verstoring van de hormonenbalans. De PFOS-vervuiling in een straal van 15 kilometer rond de fabriek van 3M in Zwijndrecht is de grootste vastgestelde ter wereld.
Alle politieke instanties wisten ervan, niemand deed iets
De top van 3M heeft sinds de start van de PFOS-productie in de jaren 1960 stelselmatig kennis over de schadelijkheid achtergehouden. Pas toen dat niet meer mogelijk was, werd de productie ervan gestopt. In 2017, ten laatste in 2018, wisten zowat alle politieke instanties in ons land van de vervuiling in Zwijndrecht. Het was geweten bij de verantwoordelijke Vlaamse ministers (CD&V’ster Schauvliege en N-VA’er Weyts) en bij Lantis, de bouwheer van de Oosterweelverbinding, waarin de N-VA van Antwerps burgemeester De Wever meer dan één vinger in de pap te brokken heeft.
De overheden wisten het, maar dachten enkel na over hoe ze erover zouden communiceren. Eigenlijk vooral over hoe het nieuws uit de openbaarheid kon gehouden worden. Waarom? De Oosterweelwerken mochten geen vertraging oplopen, de sterkst vervuilde grond afgraven betekent al gauw enkele duizenden kubieke meters verplaatsen en het bekendmaken van de vervuiling zou de rol van zowel de directie van 3M als de overheden naar boven brengen. De directie van 3M dacht ongetwijfeld dat het ermee weg kon komen. Jarenlang is er niet of bijzonder laks opgetreden door de overheden, ook niet bij vastgestelde overschrijdingen van normwaarden.
Vlaams minister Demir stelde 3M en de bestuurders van het bedrijf in gebreke. Nochtans sloot de overheid, via Lantis, eerder een akkoord met 3M waardoor het bedrijf grotendeels vrijuit ging. De Vlaamse regering, ook onder Demir, is bovendien verantwoordelijk voor de jarenlange afbouw van milieucontroles. De administratie die vergunningen moet uitschrijven en daarbij de milieu-effecten onderzoekt, is uitgekleed wat betreft mensen en middelen. Dat maakt dat er sprake is van eeuwigdurende vergunningen waarbij bedrijven zelf de normen bepalen. Zo slaagde 3M er in om de voorgestelde waarde van 1 microgram PFOS in het lozingswater te verdubbelen naar 2 microgram. Anders moest er een nieuw analysetoestel van 300.000 euro aangekocht worden. Het bedrijf dat vorig jaar 3,4 miljard euro aan de aandeelhouders uitkeerde, vond dat teveel.
Bij gebrek aan milieu-inspecteurs mogen SEVESO-bedrijven (bedrijven waar men gevaarlijke stoffen produceert, verwerkt, behandelt of opslaat) zichzelf controleren. Een voorstel van het Departement Omgeving in 2015 om een databank in te voeren waar die bedrijven hun verslagen moesten uploaden, werd door de Vlaamse regering in samenspraak met de werkgeversfederaties van tafel geveegd. Controle mocht ook niet te gemakkelijk worden…
Toen het PFOS-schandaal uitlekte, werd de bevolking in een straal van 15 kilometer opgeroepen om geen eieren van kippen in de eigen tuin te eten. Tegelijk werd beslist dat bouwvakkers die dagelijks in de vervuilde grond ploeteren bij de aanleg van de Oosterweelverbinding gewoon moesten doorwerken. De ‘werf van de eeuw’ gaat voor alles. We kunnen niet op de bazen en hun politici rekenen om onze gezondheid te beschermen!
Jobs en milieu gaan hand in hand
Soms worden klimaatmaatregelen tegenover jobs gezet. Als vervuilende bedrijven worden aangepakt, kost dit jobs, luidt het argument. Wij zijn het daar niet mee eens: opkomen voor gezonde werkomstandigheden betekent niet dat er minder werk is, integendeel. Een groene transitie zou wereldwijd miljoenen jobs vergen bij de reconversie van vervuilende bedrijven en sectoren, wetenschappelijk onderzoek naar duurzame productie, groene energie, openbaar vervoer … Er zijn dringend grote veranderingen nodig, wat niet kan zonder er miljoenen werkenden voor in te zetten. Maatregelen om de escalerende klimaatcrisis onder controle te krijgen, zijn nodig om het menselijk leven op de planeet, en dus ook de bijhorende jobs, te vrijwaren.
De arbeidersbeweging stond steeds vooraan in de strijd tegen vervuiling. Preventie en bescherming op het werk, en dus ook in de omgeving van het werk, moeten afgedwongen worden. Voor vervuilende bedrijven dringt de noodzaak van een doorgedreven medische en wetenschappelijke opvolging door onafhankelijke publieke instanties zich op. Dergelijke opvolging mag zich niet beperken tot wie er vandaag werkt, maar moet doorlopen bij ex-werknemers en gepensioneerden.
Er is reconversie van vervuilende industrie nodig. Dit moet gebeuren zonder afdankingen: het personeel moet aan de slag blijven met behoud van de arbeids- en loonvoorwaarden. Het personeel weet wat en hoe er geproduceerd wordt en is dus goed geplaatst om alternatieven voor te stellen. Als deze niet gericht zijn op de winsten van de aandeelhouders, maar op het maatschappelijke nut van de productie, kan er in veel bedrijven en sectoren ongetwijfeld snel naar een veel minder risicovolle productie overgestapt worden. Dit zou zowel het personeel als het milieu ten goede komen. De knowhow van het personeel in vervuilende bedrijven en sectoren is cruciaal om een groene transitie te organiseren.
Het winstbejag staat vandaag transparantie over het omvangrijke vervuilingsschandaal in Zwijndrecht in de weg. Het spreekt voor zich dat dit winstbejag eveneens een obstakel is voor fundamentelere verandering. Om het uit te schakelen, moeten grote bedrijven en sleutelsectoren (zoals energie, financiewezen, chemische sector …) in publieke handen worden genomen. In een genationaliseerde sector onder controle en beheer van het personeel in de sector en de gemeenschap, kan een planmatige aanpak ontwikkeld worden met het oog op de noden van mens en planeet. Hiervoor moeten we niet rekenen op de gevestigde politici, maar moeten we met de arbeidersbeweging bouwen aan een krachtsverhouding waarmee we een einde kunnen maken aan het kapitalisme.
Onderzoek naar vervuiling en milieurampen niet overlaten aan bedrijven en politieke verantwoordelijken
De reportage van Pano (22 september) over de milieu-inspectie deed veel stof opwaaien. Anonieme inspecteurs verklaarden dat het besparingsbeleid controle vaak onmogelijk maakt, waardoor het aan de vervuilende bedrijven wordt overgelaten om zichzelf te controleren. Als de milieu-inspectie wel optreedt, is er politieke druk om niet te streng te zijn. Dit was ook het geval met 3M, het bedrijf dat in opspraak kwam door de vervuiling met PFOS.
Zowel na het vervuilingsschandaal van 3M als de overstromingsramp in Wallonië werd een parlementaire onderzoekscommissie opgericht. Naar de overstromingen is er ook een gerechtelijk onderzoek. Er wordt onder meer onderzocht wie wanneer wat wist en hoe er met die informatie werd omgesprongen. In het PFOS-schandaal wordt steeds duidelijker dat het volledige politieke establishment al jaren op de hoogte was, maar enkel oog had voor de ‘communicatie’ hierover. Het is belangrijk dat die commissies zoveel mogelijk informatie blootleggen. Maar over het feit dat de rode loper wordt uitgerold voor vervuilende bedrijven die met het oog op winstmaximalisatie hun personeel en de omwonenden in gevaar brengen, zal de 3M-commissie wellicht weinig zeggen. De onderzoekscommissie naar de overstromingen zal evenmin ingaan op het beleid dat de effecten van extreem weer voor de bevolking verergt.
Er wordt terecht gewezen op de tekorten als gevolg van het besparingsbeleid, onder meer bij de civiele bescherming, hulpdiensten zoals de brandweer of nog bij de milieu-inspectie. Dat wijst op een nefaste rol van de politici die verantwoordelijk zijn voor dit beleid. Het is niet verwonderlijk dat dezelfde politici de parlementaire onderzoekscommissies vooral gebruiken om te scoren met straffe uitspraken of door de hete aardappel naar anderen door te schuiven. Als er al iets van beleidsverandering uit die commissies komt, zal dit eerder het resultaat zijn van maatschappelijke druk.
De besparingen aanklagen, is erg belangrijk. De kern van het probleem zit echter nog dieper: het hele systeem is schuldig. De arbeidersbeweging is de kracht die systeemverandering kan bekomen. Zij was historisch de eerste die reageerde op milieuvervuiling en sindsdien steeds de strijd aanging voor gezonde en veilige werk- en leefomgevingen. Dat is geen toeval: het zijn de werkenden en hun gezinnen die de eerste slachtoffers zijn van vervuiling wegens winstbejag, maar ook van de gevolgen van extreem weer door klimaatverandering. Die gevolgen worden versterkt door het falende beleid waarin het winstbejag van de grote bedrijven steeds op mens en milieu voorgaat.
Het onderzoek naar de PFOS-vervuiling en dat naar de overstromingen mogen we niet aan de parlementen of gerechtelijke instanties overlaten. Er zijn meer publieke controle-instanties nodig, waarin de eerste betrokkenen, de werkende klasse, een actieve rol spelen. Dat is onderdeel van onze strijd om democratische controle en planning van de productie door de meerderheid van de bevolking.
-
GSK: directie moet plooien na acties van personeel
Begin juni kondigde de directie van GSK, één van de tien grootste farmaceutische bedrijven ter wereld, aan dat het de CAO90 eenzijdig afschafte. Het gaat om een akkoord over een loonbonus voor het personeel. Het stelsel van een loonbonus bij goede bedrijfsresultaten is vooral gunstig voor de directie (die de afgelopen periode de slechte beslissingen opeenstapelde), maar de afschaffing ervan betekent een verlies van meer dan 1000 euro per jaar voor de werknemers. Na 11 dagen van staking en blokkade moest de directie op haar besluit terugkomen. Dit was enkel mogelijk door de solidariteit en de eenheid van het personeel.Door een correspondent
De voorbije twee jaar stelde het management zich bijzonder agressief op. De verplaatsing van een deel van de productie, automatisering, outsourcing en arbeidsonzekerheid gingen gepaard met bijna 1000 afdankingen. Daar komt het nieuwe Interprofessioneel Akkoord (IPA) bovenop dat erg ongunstig is voor de werknemers. De woede was al voelbaar voor de laatste aanval op werknemers die vorig jaar nog als ‘essentieel’ werden beschouwd. Na verschillende personeelsvergaderingen werd beslist om vanaf 8 juni te staken. Het idee was om elke dag een ander gebouw te blokkeren.
In zijn brief aan het personeel van 10 juni wees gedelegeerd bestuurder Patrick Florent erop dat “ons loonbeleid tot de aantrekkelijkste van België behoort.” Het zijn de werknemers die de rijkdom creëren. De farmaceutische sector – en die van de vaccins in het bijzonder – is een ware goudmijn voor de aandeelhouders. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en andere woordvoerders van de bazen omschrijven het personeel in deze sector vaak als ‘bevoorrecht’. De waarheid is dat hele delen van de farmaceutische sector geteisterd worden door onzekere jobs, terwijl de aandeelhouders meer verdienen dan alle werknemers samen!
De kracht van solidariteit
Het management had niet verwacht dat de staking zo goed zou opgevolgd worden. De solidariteit was compleet, zowel op vlak van het gemeenschappelijk vakbondsfront als tussen de verschillende beroepsgroepen. Personeel uit niet-geblokkeerde gebouwen kwam regelmatig langs om de collega’s van het geblokkeerde gebouw te steunen. Het was doorgaans voldoende dat de delegees hun gezicht lieten zien opdat het werk werd neergelegd. Diegenen die schuchter, en zonder succes, probeerden om door de stakerspost te geraken, waren op de vingers van één hand te tellen.
Op 15 juni verklaarde Patrick Florent aan de RTBF: “Veel activiteiten zijn verstoord of stopgezet. Dit heeft duidelijk gevolgen, namelijk dat er geen vaccins worden geproduceerd, geleverd en verzonden naar landen die ze nodig hebben. Deze acties hebben dus gevolgen voor de gezondheidszorg. Dat is betreurenswaardig, vooral als er iets op tafel ligt.” Dit zijn krokodillentranen! Voor de aandeelhouders is niet de gezondheid belangrijk, maar hun winst. Zorg dient als winstmachine, van de ziekenhuizen tot de vaccinfabrieken. Er wordt pas op de gezondheid gewezen als het personeel in de sector het aandurft om de dictaten van de directie in twijfel te trekken.
Het management vertelt graag sprookjes over hoe het “één team” vormt met het personeel om hulp te bieden aan patiënten. Het management doet zich graag voor als één van de slachtoffers van de pandemie. Vorig jaar maakte GSK echter een nettowinst van 1,7 miljard euro. Het was pas toen de productie van haar kip met de gouden eieren, met name het Shinrix-vaccin (tegen gordelroos), stil lag dat de directie tot dialoog bereid was.
Een overwinning om op voort te bouwen
Een dergelijke staking bij de grootste private werkgever in Wallonië was geen vooraf uitgemaakte zaak. Op de bijeenkomsten van 8 juni waren er veel jonge werknemers aanwezig. Honderden collega’s aarzelden niet om enkele dagen loon te verliezen om hun rechten te verdedigen. Er blijven hierna nog heel wat uitdagingen overeind. Enkele maanden geleden werd het aasgierfonds Elliott Management aandeelhouder van GSK. Er liggen nieuwe aanvallen in het verschiet.
Op de acties in juni werden enkel de delegees opgeroepen om echt deel te nemen aan de blokkades. Dit was van 5 uur ’s ochtends tot 22 uur ’s avonds. Dit zorgde al snel voor uitputting. In de toekomst zal een algemene mobilisatie naar de stakersposten nodig zijn in plaats van de collega’s op te roepen om naar huis te gaan. Als er elke dag acties met 300, 500 of zelfs 1.000 arbeiders waren geweest, dan zou de directie wellicht sneller gezwicht zijn. Dan hadden de delegees tijd gehad om regelmatig algemene vergaderingen te organiseren waarop elke collega kon spreken. Het is ook van groot belang om de meest gemotiveerde werknemers rond de delegees te verzamelen om de impact van de vakbondsdelegaties te versterken.
-
Het einde van het ‘gouden tijdperk’ voor GSK

Ongeveer een jaar geleden kondigde farmabedrijf GSK een herstructureringsplan aan waarbij duizenden jobs in ons land bedreigd werden. Dit plan kreeg ronkende titels als “Future ready” en ‘Fuel for innovation” mee. Het plan wordt nog steeds onderzocht en heeft gevolgen voor vestigingen van het bedrijf in verschillende landen. GSK wil hiermee kapitaal rendabeler maken in alle stadia van de productieketen: onderzoek, productie, maar ook onderhoud, ondersteunende diensten en human ressources.
door Julien (Brussel)
In België gaan deze maatregelen gepaard met diverse aanvallen van de directie. Dit gebeurt op een ogenblik dat er ook nog onderhandelingen zijn over een Interprofessioneel Akkoord (IPA). Begin maart kwam het tot een staking. Het potentieel voor de strijd was zo groot dat de directie van GSK aan Elio Di Rupo vroeg om druk uit te oefenen op de vakbondsdelegatie zodat deze geen actie zou voeren, maar de onderhandelingen hervatten.
Voor de pandemie werd de vaccinindustrie gedomineerd door de ‘grote vier’ (GSK, Sanofi, Merck en Pfizer). Zij controleerden het leeuwendeel van de wereldmarkt. Ondertussen is enkel Pfizer erin geslaagd een mRNA-vaccin tegen Covid-19 te ontwikkelen. De verkoop ervan zal in 2021 naar verwachting goed zijn voor een omzet van minstens 15 miljard dollar, één van de grootste kaskrakers in de geschiedenis van de geneesmiddelen.
De farmaceutische industrie op een tweesprong
De farmaceutische sector kampt al enige tijd met een productiviteitscrisis, vooral inzake onderzoek. GSK heeft de afgelopen twee jaar naar eigen zeggen 600 miljoen euro in de Belgische vestigingen geïnvesteerd. Het bedrijf wil dit jaar nog eens 330 miljoen investeren. Dit volgt na jaren van verwaarlozing van de infrastructuur. De investeringen volstaan niet om de productie te garanderen en uit te breiden. Bijgevolg is ook de tewerkstelling niet zeker. Nochtans beschikt het bedrijf over meer dan 5 miljard euro aan reserve.
In de race voor het mRNA-vaccin zijn GSK, Merck en Sanofi geklopt door Moderna en Pfizer. Sinds het begin van 2020 stegen de aandelen van Moderna met 850% en die van BioNtech met 190%. GSK, Merck en Sanofi daarentegen incasseerden een verlies van 13 tot 30%.
De afgelopen twee jaar veranderde GSK zijn strategie in de hoop om in de voetsporen van Pfizer te treden. Het idee is om de winsten niet te laten afhangen van een twintigtal vaccins, maar om evenveel winst te boeken met enkele grote succesvaccins. Het is in dit kader dat er de afgelopen drie jaar al zes vaccins verkocht zijn. De directie wil nu af van een zevende vaccin (voor hepatitis B) en van de dierenafdeling in Rixensart.
De delokalisaties van onderdelen van de productie volgen elkaar op. Er is echter niets gepland om de jobs van de ruim 9.000 werknemers van GSK in België te garanderen. De directie zegt dat de activiteit gegarandeerd blijft, maar weigert te zeggen wat dit voor het personeel betekent.
Jobs garanderen en activiteiten afstemmen op sociale noden
De voorbije jaren is de omzet van GSK in ons land met miljarden toegenomen. Voor de aandeelhouders gaat het ‘gouden tijdperk’ onverminderd door. Het personeel daarentegen denkt dat de goede jaren voorbij zijn. Dat is vreemd op een ogenblik dat de behoefte aan vaccins in de samenleving niet verminderd is en er in zowel het publieke als private onderzoek geen gebrek aan creativiteit is. Er zijn nog heel wat onderzoeksterreinen om de menselijke gezondheid te verbeteren. DNA-vaccins zoals het mNRA-vaccin bieden slechts een eerste glimp van de wetenschappelijke mogelijkheden: bacteriofagen, serums op basis van monoklonale antistoffen …
De winstlogica van het kapitalisme is een obstakel om het potentieel volledig te realiseren. Voor een ‘gouden tijd’ inzake volksgezondheid mogelijk maakt, moet de farmaceutische sector aan het winstbejag onttrokken worden. Zij moet volledig in publieke handen komen zodat een democratisch beheer en controle door het personeel en de gemeenschap mogelijk wordt