Your cart is currently empty!
Category: Private sector – algemeen
-
Forges de Clabecq: strijd gaat door met betoging in Vilvoorde
Op zondag 2 juni betoogden meer dan honderd actievoerders in Vilvoorde na een oproep van het collectief ‘Ceux de Clabecq’.
Ze trokken naar een terrein dat vroeger toebehoorde aan het voormalige staalbedrijf Forges de Clabecq. Het ging meer bepaald om het terrein waar tot 1987 een cokesfabriek was gevestigd. Er was een interessante kruisbestuiving met de aanwezigheid van verschillende actiegroepen.
Het faillissement van de Forges de Clabecq – dat dateert van eind 1996 – is nog steeds niet opgelost. 1.810 arbeiders, 300 bedienden en 100 kaders wachten al meer dan 25 jaar op het saldo van hun loon, goed voor 20 miljoen euro. De verkoop van de site in Vilvoorde zou de nodige fondsen vrijmaken om dat te betalen. De Belgische regering, die destijds garant stond voor een aanzienlijk bedrag betaald door de Europese Unie, wil de opbrengst van de verkoop van de grond echter zelf opstrijken. De betogers eisten op 2 juni dat de voormalige werknemers als prioritaire schuldeisers worden beschouwd.
Aan het einde van de betoging, die in goede sfeer verliep, nam Silvio Marra, voormalig delegee van het ABVV bij Forges de Clabecq, het woord om duidelijk te maken wat de inzet van deze strijd is en om de aanwezigen te bedanken.
Guy Van Sinoy
-
Decathlon wil 132 jobs schrappen, en het zijn niet zomaar jobs…
In april kondigde de Franse sportketen Decathlon de sluiting van haar depot in Willebroek aan en het verlies van 132 jobs. Dit gebeurt onder het voorwendsel van een reorganisatie van de logistiek van haar Europese depots. Drie andere depots worden eveneens bedreigd, in Frankrijk, Spanje en Italië.
Artikel uit maandblad De Linkse Socialist
Decathlon is een bedrijf dat zichzelf durft omschrijven als “bevrijd”, wat wil zeggen “vrij van vakbonden”. Wanneer een nieuw personeelslid een arbeidsovereenkomst tekent, ontvangt die een symbolisch aandeel van het bedrijf. Dit moet het idee vestigen dat het personeelslid toetreedt tot een ‘grote familie’. In de winkels wordt tijdens de pauzes door het personeel tafeltennis gespeeld. Managers stellen zich graag voor als vrienden van het personeel. Dit alles schept meteen het ideologische kader voor het bedrijf. Het verklaart waarom er al zeven jaar geen echte sociale dialoog meer is geweest. Bijeenkomsten van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) gebeuren via Zoom, met weinig gelegenheid om te spreken. Met notulen wordt geknoeid. Met sociale wetgeving evenzeer.
In Willebroek zijn de zaken anders, zowel sociologisch als qua vakbondsorganisatie. In de logistiek zijn er meer arbeiders met een migratie-achtergrond. De afgelopen periode was het vakbondswerk sterk op de logistiek gericht. Zo was er succesvol verzet tegen de invoering van nachtarbeid, zoals die in de depots in Nederland en Duitsland reeds eerder werd ingevoerd. De rechtstreeks bedreigde personeelsleden zijn diegenen die het voortouw kunnen nemen bij de vakbondsstrijd in de hele keten. Gezien de plannen van de directie, zal dergelijke strijd meer dan nodig zijn.
De directie wil kleinere voorraden in de winkels, en meer aankopen rechtstreeks naar de koper sturen. Dit wordt overgoten met ecologische argumenten over korte ketens. Het is echter duidelijk dat dit problemen met zich zal meebrengen in de winkels, waar er nu al nadruk wordt gelegd op automatische kassa’s en e-commerce.
Syndicaal antwoord organiseren
Wat er momenteel in de depots gebeurt, dwingt de verkopers in de winkels om de ogenschijnlijke ‘vriendelijkheid’ van hun managers in vraag te stellen. Als ze zien hoe hun collega’s in Willebroek worden behandeld, wordt het duidelijk dat Decathlon helemaal niet vriendelijk is voor het personeel. Die vaststelling zal nodig zijn in de komende strijd.
De directie was vooruitziend. In de dagen voor de aankondiging van de sluiting van het depot in Willebroek werden de voorraden in de winkels uitgebreid. Er was duidelijk angst voor stakingsacties. Het personeel dacht bij de aankondiging ook effectief aan acties. De soldenperiode komt er echter snel aan. Acties van het logistiek personeel op zo’n ogenblik kunnen het de directie lastig maken.
De afgelopen vier jaar maakte Decathlon in België gemiddeld 17 miljoen euro winst (dus niet omzet, maar winst!) per jaar. De directie heeft bijgevolg allesbehalve gebrek aan middelen. Toch probeert het de werkenden te isoleren om zo goedkoop mogelijke individuele overeenkomsten te sluiten.
De vakbonden hebben moeten vechten om vijf data te krijgen voor rechtstreekse vergaderingen van de ondernemingsraad, met een nieuw team voor het sociaal overleg. De directie verzekerde dat het sociaal overleg zou gerespecteerd worden, zelfs indien dit een primeur zou zijn. Dit betekent nog niets voor het lot van het personeel. Er is strijd nodig om elke job te verdedigen. Actieve solidariteit organiseren binnen en buiten de sector is eveneens cruciaal, zeker nu er meer massaontslagen aangekondigd worden.
-
Interview. Na zeven jaar een juridische overwinning op Deliveroo
Interview met vakbondssecretaris Martin Willems
Eind december oordeelde het Arbeidshof van Brussel dat Deliveroo-bezorgers werknemers moeten zijn. De strijd begon in 2017 toen het “Collectif des coursier.e.s” de eerste acties ondernam tegen het opstartende bedrijf voor maaltijdbezorging aan huis. Zeven jaar later opent het arrest van het Arbeidshof nieuwe mogelijkheden in de strijd tegen de Uberisering van de tewerkstelling. We spraken hierover met Martin Willems, vakbondssecretaris van het ACV en initiatiefnemer van de campagne ‘United Freelancers’.
door Julien (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist
Kan u ‘United Freelancers’ en uzelf even voorstellen?

“Ik ben al 25 jaar syndicaal actief en 15-16 jaar vrijgestelde voor de vakbond. De tijd vliegt. Ik heb als vrijgestelde op zowat elk gebied gewerkt. Toen koeriers in 2017 de CNE benaderden met de vraag of de vakbond hen kon steunen, heb ik dat mee opgenomen. Ik heb er ook bij het ACV op aangedrongen om in 2019 United Freelancers (UF) op te richten. Het doel van UF is om vakbondswerk uit te breiden naar alle werknemers die diensten verlenen zonder arbeidscontract. Let wel, UF is er niet alleen voor platformwerkers. Platformwerkers zouden overigens werknemers moeten zijn, omdat ze objectief gezien in een ondergeschikte positie verkeren. Op dit moment zorgen we voor deze werkenden. In de toekomst, wanneer ze de juiste status hebben, zullen ze ondersteund worden door de klassieke vakbondsstructuren.”
“United Freelancers is er voor iedereen die werkt als freelancer, op platformen, als freelance journalist of consultant, pakjes aflevert voor het postkantoor of een platform, in de bouw, maar ook in de gezondheidszorg, waar steeds meer verpleegkundigen freelancer zijn. Dit zijn vaak werkenden van buitenlandse afkomst. United Freelancers bevindt zich dus in het grijze gebied van informeel werk onder substatuut, een sector die enorm in ontwikkeling is. In België hebben we een relatief robuuste sociale wetgeving, ook al zouden we willen dat die nog beter was. De laatste 10-20 jaar hebben werkgevers systemen ontwikkeld om deze te omzeilen. Uber heeft het idee om dienstverleners onder een zogenaamd zelfstandigenstatuut te laten werken niet uitgevonden. Het bestaat overal.”
De uitspraak van het Arbeidshof is een overwinning. Hoe klein ook, dergelijke overwinningen komen niet vaak voor. Had u dit verwacht?
“Ik werk al 7 jaar met platformwerkers en met koeriers in het bijzonder, omdat zij het talrijkst en het meest zichtbaar zijn. Zij waren ook de eersten die zich in een collectief organiseerden en aansluiting zochten bij de vakbonden.”
“Had ik dit verwacht? Kijk, in België lopen we ver achter op andere Europese landen, waar er al heel wat uitspraken zijn gedaan tegen platformen. Let wel, die uitspraken komen niet van de regeringen. Kijk bijvoorbeeld naar Frankrijk, waar de regering Macron helemaal pro-platform is, maar de rechtbanken Deliveroo regelmatig veroordelen, vrij zwaar zelfs en strafrechtelijk.”
“In België heeft de arbeidsauditor in 2018-2019 een onderzoek laten uitvoeren, in 2020 zijn ze een rechtszaak gestart, in 2021 was er een eerste vonnis dat ons half gelijk gaf maar uiteindelijk ongelijk en nu is er het arrest in hoger beroep. Had ik dit verwacht? Er zijn zoveel wendingen geweest, zowel positief als negatief, dat ik een afwachtende houding innam. Ik ben er blij mee, ook al is het zeker niet het einde van de zaak.”
“Er is al een wet die de platformen niet respecteren, dus ik weet heel goed dat ze er alles aan zullen doen om deze uitspraak te omzeilen. Dit is een strijd op hoog niveau geworden. De inzet is veel hoger dan je zou denken. De financiële belangen erachter zijn enorm. Neem bijvoorbeeld Uber in Californië. De staat Californië heeft in 2019-2020 een wet aangenomen om Uber te dwingen zijn dienstverleners te betalen. Uber financierde een campagne om een referendum te organiseren, wat mogelijk is in Californië, om een wet te promoten die hen vrijstelt van deze Californische overheidswet, Proposition 22. Hiervoor gaven ze 220 miljoen euro uit en wonnen. Niets is onmogelijk en hun middelen zijn onbeperkt. Ik weet dat dit niet het einde van het verhaal is. Er is meer nodig dan één arrest om de platformen te laten buigen.”
Wat is uw reactie op de uitspraak en wat betekent het arrest voor de bezorgers van Deliveroo?
“In de rechtszaak heeft het auditoraat 115 koeriers gehoord. Dan zijn er nog 28 koeriers die vrijwillig tussenbeide zijn gekomen met hun vakbondsorganisatie. Het arrest zegt twee heel belangrijke zaken. Ten eerste dat het regime van de deeleconomie niet van toepassing is.”
“De overgrote meerderheid van de platformen voor maaltijdbezorging, zoals Uber-eat en Deliveroo, maken gebruik van dienstverleners die noch in loondienst noch als zelfstandige werken. De bezorgers opereren onder de regeling van de deeleconomie. Dat is heel specifiek voor België en 90% van de bezorgers werkt onder dit systeem. Wie voor een platform werkt en minder dan 7.170 euro per jaar verdient, kan volledig informeel werken zonder werknemer of zelfstandige te zijn, en dus zonder sociale zekerheid.”
“Dit soort werk is een enorm probleem omdat de werkenden geen sociale rechten hebben. Het arrest stelt nu dat dit systeem niet kan gebruikt worden voor de koeriers van Deliveroo en bevestigt daarmee een uitspraak uit 2021. Dit geldt voor alle bezorgers van Deliveroo. En het heeft mogelijk betrekking op Uber Eats, aangezien de redenen die de rechter gebruikt volledig overdraagbaar zijn op Uber Eats. De uitspraak gaat verder en zegt dat de dienstverleners werknemers moeten zijn omdat het platform duidelijk gezag uitoefent over hen. Dit is anders dan wat er in het vonnis van 2021 werd gezegd. Dit is waar het beroep de uitspraak hervormt.”
“Op wie is het arrest van toepassing? Dat is een beetje lastig. Het gaat al om de 115 plus 28 bezorgers die betrokken zijn bij de rechtszaak. Voor hun prestaties in het verleden zullen alleen de 28 die vrijwillig tussenbeide kwamen in de rechtszaak een regularisatie kunnen vragen van het barema en andere voordelen die van toepassing zijn op het paritair comité 140.03 voor het vervoer van goederen.”
“Deze uitspraak is erg belangrijk voor de toekomst van alle bezorgers van Deliveroo. Het platform zal ongetwijfeld het tegenovergestelde beweren. Dat de uitspraak niet standaard geldt voor alle andere bezorgers. Het gerecht is een actiemiddel, zeker niet het enige en al evenmin het ultieme. Het is in feite traag, zeker in België, en de platformen zullen altijd een stap voor zijn.”
“Deze uitspraak geeft een heel duidelijk signaal, maar het is nu aan de politici om het op te pakken, aan de overheid om klaar en duidelijk te zeggen dat maaltijdbezorgingen voortaan door werknemers worden uitgevoerd, punt uit. We gaan niet nog 20 jaar procederen. De overheid moet dat tegen Uber Eats zeggen, want het is precies dezelfde situatie. Anders zouden we Uber Eats een voordeel geven, wat zou neerkomen op oneerlijke concurrentie die iedereen naar beneden trekt.”
De bezorgers zijn over het algemeen erg jong, erg onzeker en veel van hen hebben geen papieren. Hoe zijn ze betrokken geraakt bij de strijd?
“Dat was heel moeilijk. In 2020 hebben we breed gecommuniceerd en gezegd dat wij de zaak zouden oppakken, dat de bezorgers niets moesten doen behalve hun gegevens delen en vooral dat ze niets te verliezen en alles te winnen hadden, zonder dat we iets konden beloven. De meesten van hen zijn geen bezorgers meer, want gelukkig voor hen is het geen job die je 5 jaar doet. Ze wachten gewoon om iets anders te vinden.”
“We zijn sterk aanwezig op het terrein. Met het Maison des Livreurs, dat we hebben opgericht met verschillende organisaties waaronder het Collectif des Coursier.es, hebben we drie kantooruren per week. We gaan de straat op, bijvoorbeeld naast Burger King, waar we sinds een paar maanden elke donderdagavond een stand opzetten. We zien veel wanhopige situaties, veel mensen van buitenlandse afkomst die de taal niet goed spreken. Ze zijn totaal hulpeloos en echt vogels voor de kat. Binnenkort doen we voor het eerst hetzelfde in Antwerpen en we willen ook graag in Gent beginnen.”
Kan dit leiden tot de oprichting van een vakbondsafvaardiging?
“We vechten echt voor dezelfde rechten als andere werknemers. Geen enkele bezorger zal zeggen ‘Ik wil een werknemer zijn’. Maar als je ze vraagt of ze €15 per uur willen verdienen in plaats van €5 per bezorging, zullen ze ‘ja, natuurlijk’ zeggen. Dat is waar het werknemersstatuut om draait: loon, voordelen, betaalde vakantiedagen, bescherming bij arbeidsongevallen, collectieve onderhandelingen.”
“We zijn nog niet zo ver dat we een vakbondsafvaardiging kunnen organiseren. Er is een derde platform in België: Take Away. Zij hebben altijd met bezorgers gewerkt op basis van arbeidscontracten. Lange tijd waren deze contracten onzeker en was er veel tijdelijk werk, ook al ging het om arbeidscontracten. Tegenwoordig zijn deze contracten steeds meer voor de lange termijn. In dit bedrijf zijn we bezig met het opzetten van een delegatie en een vakbondsteam.”
Welke argumenten werden gebruikt om vast te stellen dat de bezorgers van Deliveroo werknemers zijn?
“In België zijn de belangrijkste criteria, die we algemene criteria noemen, die maken dat je ofwel zelfstandige ofwel werknemer bent, ten eerste het contract dat je tekent, met andere woorden de omschrijving van de arbeidsrelatie. Vervolgens, en nog belangrijker, is er de organisatie van de werkuren en tenslotte de organisatie van het werk en het toezicht.”
“Uber en Deliveroo laten bezorgers contracten tekenen die ze niet eens lezen, waarin staat dat ze zelfstandige zijn. Maar we moeten afwachten of de realiteit het contract volgt.”
“Wat betreft de andere drie criteria vond de rechtbank dat het vrij duidelijk was. Hiërarchische controle is duidelijk: Deliveroo past GPS-toezicht toe. Er is ook het feit dat je constant om documenten wordt gevraagd. Als je een freelancer vraagt om je dak te repareren, ga je niet controleren of die zijn bestelwagen verzekerd heeft. Dit toont aan dat de relatie tussen Deliveroo en zijn bezorgers niet dezelfde is als tussen een particulier en een onafhankelijke dienstverlener.”
“Een andere belangrijke factor: is de bezorger voor de klant een freelancer of een Deliveroo-agent? Uiteraard is hij een Deliveroo-agent. Je zal altijd zeggen: ‘Ah, daar is de bezorger van Deliveroo of Uber-Eats met mijn soep of pizza!’ Niemand denkt: ‘Nou, daar is Serge met wie ik een contract tekende om me mijn maaltijd te bezorgen’. Uiteraard niet, het is immers Deliveroo dat de koerier kiest. Jij bestelt via het platform en dat bepaalt wie levert.”
“Over de organisatie van de werktijden zeggen de platformen altijd dat de bezorger werkt wanneer die dat wil. De bezorger logt in wanneer die zin heeft. Dat klopt. Maar het is zoals bij elke werkende: wie een voltijds contract tekent kiest daarvoor. Wie interim-jobs doet, kiest de dagen hiervoor. Eens je werkt (dat is niet eens het moment waarop je inlogt, maar het ogenblik waarop het platform een bestelling doorstuurt, wat een half uur of een uur kan duren), wie bepaalt dan wanneer je werkt? Dat is het platform. Zodra je een bestelling hebt die je moet bezorgen, kan je niets anders meer doen. Als de bestelling te laat wordt bezorgd, volgt een sanctie. Het Arbeidshof oordeelde dat de bezorger hierin geen enkele vrijheid heeft.”
Wat betekent het arrest concreet voor de koeriers?
“De betalingen met terugwerkende krachten gaan enkel de 28 aan. Het is belangrijk, maar het is niet wat ons het meest interesseert. Wat voor ons van belang is, is de toekomst van de 3.000 Deliveroo- en 3.000 Uber-koeriers. De herberekening voor de 28 zal het onderwerp zijn van grote discussies, bijvoorbeeld over werktijden. Op steeds meer plaatsen moeten de platforms betalen op basis van werktijd. Ze kunnen niet langer per rit betalen. Zelfs in Londen worden Uber-koeriers per uur betaald. In New York worden zowel Uber-chauffeurs als bezorgers per uur betaald. En toch staan deze steden niet bekend als communistisch. België loop eigenlijk ver achter. Dit werpt de vraag op wat arbeidstijd is.”
“Op deze plaatsen zeggen de platformen: ‘OK, we moeten per uur betalen, maar dan pas vanaf het moment dat de bezorger de bestelling ophaalt tot die bij de klant is’. Er wordt dus niet betaald voor wachttijd. Wij zeggen dat deze tijd ook betaald moet worden. De bezorger is daar, wacht en is beschikbaar. Er zal dus nog discussie zijn over de definitie van arbeidstijd.”
“Wat direct zal veranderen is dat platforms niet langer gebruik kunnen maken van de regeling van de deeleconomie. Ik heb contact opgenomen met het Ministerie van Financiën, dat verantwoordelijk is voor het al dan niet accepteren van het gebruik van deze regeling. In eerste instantie zei het ministerie dat maaltijdbezorging niet onder de wet op de deeleconomie viel. De platformen hebben heel lang gelobbyd en toen ging het ministerie van Financiën akkoord.”
“Nu deze uitspraak er is, kan de minister van Financiën het niet langer accepteren. De platformen zetten tot 90% van hun werkenden in dit systeem in. We weten heel goed dat deze werknemers geen zelfstandigen worden. Je wordt geen zelfstandige in België om een paar honderd euro te verdienen. Het is een statuut waarvoor je sociale bijdragen moet betalen en dat een serieuze administratieve last met zich meebrengt. Je bent zelfstandige als je 2.500 euro verdient, minimaal 3.000 euro. Wat gebeurt er met al deze bezorgers? Dat is nu al een open vraag.”
“Het is een zeer kwetsbare groep is. Het is duidelijk dat we niet kunnen toestaan dat de platformen deze onzekere werknemers gebruiken en ze nog onzekerder maken. We moeten ons richten op wat erachter zit: outsourcing.”
“In deze strijd gaat het eigenlijk om de Uberisering, mensen aan het werk zetten zonder hen te erkennen als werknemer. Het is het oude stelsel van schijnzelfstandigheid dat we al 20 jaar zien opkomen in verschillende sectoren. Hier wordt het statuut van schijnzelfstandige op industriële schaal toegepast door multinationals.”
“Als we deze vormen van werk toelaten, moeten we onszelf niet voor de gek houden. Dan kan al het werk onder het platformsysteem vallen. Als we alle sociale en arbeidswetgeving volledig kunnen omzeilen en mensen aan het werk kunnen zetten zonder het minste sociale voordeel, dan zullen alle werkgevers deze manier van werken veralgemenen.”
“Als je wil maak ik van Audi Brussels een platform. Wat doet Uber uiteindelijk? Als een klant iets nodig heeft, neemt het contact op met een werknemer en vraagt: ‘wil je dat voor die klant doen?’ Als morgen een klant een Audi bestelt, stuur ik een bericht naar vijf arbeiders en zeg: ‘morgen afspraak aan de productielijn om de Audi van meneer hoe-heet-ie-ook-alweer in mekaar te zetten’ en ik noem het een platform waarbij ik hen betaal in het stelsel van de deeleconomie.”
“De belangrijkste strijd is tegen de wens van de bazen om zich volledig te onttrekken aan het arbeidsrecht en al zijn verplichtingen. Als Uber en Deliveroo dit mogen doen, kan het morgen overal. Het kan 5, 10 of 20 jaar duren, maar het zal gebeuren. Het kost hen de helft van de prijs. Als er geen arbeidsovereenkomst meer is, dan ook geen loonschalen, collectieve arbeidsovereenkomsten, sociaal overleg en al dat soort zaken.”
“Dit betekent ook het einde van het recht op collectieve onderhandelingen. United Freelancers probeert dit op twee manieren tegen te gaan. De eerste is om te proberen de meest uitgebuite vormen van werk terug te brengen binnen het kader van de arbeidsovereenkomst. Maar tegelijkertijd ook vakbondswerk ontwikkelen voor afwijkende vormen van werk. Met andere woorden, vakbondswerk buiten de gebaande paden.”
.
-
Dienstencheques: private bedrijven willen meer winst!
De dienstenchequesector, die in 2001 officieel werd ingevoerd om zwartwerk tegen te gaan en werklozen aan het werk te helpen, staat er slecht voor. Is de sector winstgevend voor de privébedrijven die de markt beheren? Ja, en bovendien wordt twee derde van de kosten betaald door de gemeenschap. In het Waals gewest gaat het om een publieke steun van 550 miljoen euro per jaar. Waarom sluit Trixxo, een van de grootste werkgevers in deze sector (13.0000 werknemers over het hele land), dan enkele van zijn strijkcentrales in Wallonië?
door Maxime (Luik)
Het Waalse gewest wilde de verhoging van de klantenbijdrage, het bedrag dat het dienstenchequebedrijf aan klanten vraagt voor de administratie en opleiding van het personeel, beperken. Hiermee werd aan de winsten geraakt. De privésector wil wel publieke financiering, zeker indien het om een kant-en-klaar contract gaat zonder al te veel risico’s. Maar de vraag om niet te veel winst te maken op de kap van de gemeenschap doet de sector steigeren. De winsthonger van deze bedrijven stuurt het personeel, waaronder veel vrouwen, terug naar een nog grotere onzekerheid als voorheen.
Officieel zijn de dienstencheques bedoeld om zwartwerk tegen te gaan. In de praktijk worden ze vaak gebruikt als cadeau aan de werkgevers die de dienstencheques gebruiken. Tegelijkertijd vormen ze een belangrijk onderdeel van de opmars van steeds flexibelere jobs met meer onzekere arbeidsvoorwaarden.
Hoe werkt een dienstencheque? De gebruiker betaalt 9 euro, een prijs die niet meer veranderd is sinds de regionalisering in 2014. De gemeenschap betaalt de rest. In 2022 legde het gewest zo 17,59 euro per cheque bij. Daarvan gaat gemiddeld slechts 60% naar de werknemer, de rest naar het privébedrijf. Het is dus de gemeenschap die de (beperkte maar noodzakelijke) loonsverhogingen van het personeel in de voorbije periode aanvult.
Er is dus een stelsel waarin de werkgelegenheid vooral door de gemeenschap wordt betaald, maar waar de volledige beslissingsmacht bij privébedrijven ligt. Zij krijgen de voordelen, wij betalen. En bovenal: het personeel in de sector draait op voor de onzekerheid.
Een huishoudhulp verdient gemiddeld 1.150 euro bruto per maand. Dat is onder de armoedegrens van 1.248 euro. Ondertussen verdwijnt een groot deel van de publieke middelen in de zakken van het bedrijf. Eens te meer speelt de overheid het spel van de kapitalisten. Hoeft het verwondering te wekken dat die laatsten gewoon met het geld gaan lopen?
Zelfs dat vinden de bazen dan nog niet genoeg. Langs Vlaamse kant zegden de werkgeversfederaties Federgon en DCO Vlaanderen eenzijdig twee cao’s op om de huishoudhulpen een eindejaarspremie en een toeslag bij economische werkloosheid te ontzeggen.
Waarom redden we deze sector niet uit de greep van het private bedrijfsleven en creëren we een openbare dienst met goede lonen en arbeidsvoorwaarden, waardoor deze taken gesocialiseerd worden? Immers, zonder de private sector komt 40% van het geld dat we investeerden terug in gemeenschapshanden. Dat is genoeg om de lonen van de vooral vrouwelijke werknemers op te trekken en ervoor te zorgen dat ze uit de onzekerheid geraken.
- Er werken 150.000 mensen in de sector
- Het startloon bedraagt 13,36 euro bruto per uur
- 90% van de huishoudhulpen werkt deeltijds met een gemiddelde arbeidsduur van 24 uur per week
- 80% van de huishoudhulpen werkt in een winstgevend dienstenchequebedrijf
-
Winsthonger duwt industrie in crisis, werkenden mogen hier niet de dupe van worden
Papierfabriek Sappi in Lanaken sluit begin volgend jaar de deuren waardoor 644 jobs verdwijnen. Bij Audi Brussels werd begin oktober gestaakt omdat de toekomst onzeker is nu het Q4-model enkel in Zwickau zal geproduceerd worden gezien de dalende vraag. De Antwerpse chemiesector draaide in de eerste jaarhelft 13% minder productie dan een jaar geleden, in heel Europa is dat -12%. De sector draait slechts op ongeveer 70% van haar capaciteit.
Industrie in crisis
Telkens wordt gewezen naar de wereldwijde crisis en de recessie in Duitsland. De werkgeversfederatie Essencia stelt: “We voelen dit sterk in de chemie omdat we aan het begin van een lange waardeketen zitten die zich uitstrekt in verschillende sectoren: bouw, autosector, voeding …” De Duitse economie doet het slecht, onder meer in de automobielsector. De gestegen rente doet de bouwsector pijn. En de Chinese consumptie laat het afweten.
Rechtse economen proberen daar propaganda aan toe te voegen over de vermeende hoge ‘loonkost’ in België. Maar in Duitsland en Nederland waar de lonen niet geïndexeerd worden is de neergang sterker dan in België.
De industriële productie in een aantal sectoren staat al enkele maanden onder druk. Dit leidde tot een lichte daling van de bruto winstmarges in 2022 van 44,2% naar 43,8%, nog steeds boven het recordniveau van voor de pandemie. De bazen vrezen dat deze trend zich versterkt zal doorzetten en kwamen met winstwaarschuwingen. Dit gaat gepaard met een toename van economische werkloosheid en de eerste afdankingen.
Rubberfabriek Arlanxeo in Zwijndrecht sluit de deuren waarbij 278 jobs verloren gaan. De vraag naar butyl, een synthetisch rubber dat in autobanden wordt gebruikt, nam sterk af na prijsverhogingen voor de producten uit Zwijndrecht en capaciteitsverhogingen in andere fabrieken van de groep Aramco in onder meer India en China. Aramco boekte vorig jaar wereldwijd maar liefst 161 miljard dollar winst!
De nieuwe ethaankraker die Ineos in Antwerpen wil bouwen, zou 450 jobs opleveren. Ondertussen is er economische werkloosheid bij Ineos in Doel en Geel, terwijl 30 jobs bij Ineos in Zandvliet bedreigd zijn.
De crisis in de industrie heeft gevolgen voor de tewerkstelling en wordt ook aangegrepen om onderhandelingen voor bedrijfscao’s richting het absolute minimum te duwen.
Wat is er gebeurd met de winsten?
Peter Van den Houtte van ING België wijst voor de crisis van de chemie vooral naar Duitsland: “Veel chemieproducten die in de provincie Antwerpen worden gemaakt, komen terecht in Duitse auto’s. Maar de Duitse auto-industrie heeft de boot van de elektrische wagens gemist. Ze hebben te lang ingezet op diesel. Veel onderdelen van elektrische auto’s die in Duitsland worden besteld, komen nu uit China, waardoor Duitse toeleveringsbedrijven van de auto-industrie, en dus ook de Antwerpse chemiebedrijven, minder werk hebben.”
De afgelopen jaren werden enorme winsten geboekt. Deze werden vooral uitgedeeld aan de aandeelhouders in de vorm van dividenden en aankoop van eigen aandelen. De grote winsten zijn niet geïnvesteerd in vernieuwing en vergroening van de productie. Nu kijken de bedrijven hiervoor naar de overheid. In de VS is er al grote overheidssteun en dat willen de Europese bedrijven ook. De lasten zijn voor de gemeenschap, de lusten stromen nadien naar de aandeelhouders. Het personeel zit daartussen geklemd en dreigt de pineut te worden. Het betaalt de prijs voor een systeem van wanorde.
Zo kondigde Innovia Films op 22 september aan haar productie van plastiekfilm in België te stoppen, waardoor 124 jobs in Merelbeke bedreigd zijn. Innovia maakte tussen 2018 en 2023 net geen 20 miljoen euro winst na belastingen. Dat bedrag stroomde volledig door naar het Verenigd Koninkrijk, waar de hoofdzetel gevestigd is. Enkel de hoogst noodzakelijke investeringen werden gedaan. Bij de aankondiging van recordwinsten in 2022, meldde overkoepelend bedrijf CCL Industries meteen dat voor 200 miljoen dollar eigen aandelen werden ingekocht.
Voor de aandeelhouders zijn jobs, arbeidsvoorwaarden en milieu van ondergeschikt belang. Enkel de winsten tellen en daar wordt hun planning op afgesteld. Er is nood aan een planning van de productie gericht op onze sociale noden, waarbij de aanwezige kennis niet verloren gaat maar ingezet en versterkt wordt voor groene aanpassingen en vernieuwingen van de productie. Zo kunnen degelijke jobs behouden of gecreëerd worden.
-

Interview. Ook al denkt O’Leary het… Ryanair-baas staat niet boven de wet
Interview met Didier Lebbe, vakbondssecretaris CNE (ACV) voor de luchtvaartsector
De afgelopen jaren waren er meermaals stakingen bij Ryanair. Deze zomer waren er acties van de piloten in Charleroi. Het bedrijf van Michael O’Leary is berucht anti-syndicaal waarbij het reizigers en het publiek wil opzetten tegen stakers. Toch groeit de vakbondswerking en ook de steun. Een piloot die vakbondsafgevaardigde is voor het CNE (ACV) verklaarde in De Standaard: “Steun voor een staking, dat heb ik als Ryanair-piloot nog nooit meegemaakt”. We spraken met CNE-vakbondssecretaris Didier Lebbe, die verantwoordelijk is voor de luchtvaartsector.
interview door Guy Van Sinoy (afgenomen op 17 augustus)
Waarom werd er de afgelopen jaren actie gevoerd bij Ryanair?
“Ryanair paste in heel Europa de Ierse sociale wetgeving toe, die veel minder gunstig was voor het personeel dan de Belgische wetgeving. We hebben dit in de jaren 2000 aangevochten voor de Arbeidsrechtbank van Charleroi en gewonnen. Ryanair ging echter in beroep en we belandden voor het Arbeidshof van Bergen, dat het Europees Hof van Justitie om advies vroeg omdat het niet precies wist welke koers te volgen. Het Hof heeft in september 2017 een uitspraak gedaan waarin staat dat rekening moet worden gehouden met de plaats waar de werknemer zijn werk begint en de plaats waarnaar hij na zijn werk terugkeert. Wat ons betreft geldt dus de Belgische arbeidswetgeving voor het personeel op de luchthavens van Gosselies en Zaventem. Ryanair hield zich niet aan de uitspraak van het Arbeidshof van Bergen – want Ryanair houdt zich nergens aan – en we moesten staken om ervoor te zorgen dat de wet werd nageleefd.”
“We realiseerden ons ook dat als we de strijd tegen zo’n werkgever wilden winnen, we moesten samenwerken met vakbonden in andere Europese landen. In april 2018 werden we benaderd door de Portugese vakbond, er is een kleine Ryanair-basis in Porto. Die vakbond zei ons: ‘We willen ook de strijd aangaan, maar we zijn heel klein. Er is een beweging nodig die op Europees niveau coördineert.’ We hielden een eerste bijeenkomst met onze Portugese collega’s in Lissabon. Daarna volgden collega’s uit Spanje en Italië. We organiseerden een tweede bijeenkomst in Brussel en besloten om stakingen te gaan organiseren. Op dat moment had de CNE vier leden bij Ryanair… Vandaag zijn dat er 450! We besloten om de strijd aan te gaan, ook met de niet-vakbondsleden – die bang waren om ontslagen te worden en die dachten dat het onmogelijk was om te staken. Dus begonnen we cabinepersoneel te mobiliseren via alle sociale netwerken, elk in ons eigen land.”
“Tot mijn grote verbazing werden in Brussel alle vluchten geannuleerd en in Charleroi de helft! Met andere woorden: bij Ryanair in België was de angst om te staken verdwenen. Aanvankelijk waren de piloten nogal tegen de staking. Maar toen ze zagen dat het werkte, veranderden ze van mening en gaven ze ons een staande ovatie toen we de luchthaven verlieten en de vlaggen wegstopten. Ze vertelden me: ‘Didier, wij willen ook staken.’ Dus lanceerden we de CNE vanaf 2018 in zowel Charleroi als Brussel.”
Dat doet denken aan de omstandigheden waarin de eerste arbeidersorganisaties ontstonden in de 19e eeuw, behalve dat we ondertussen twee eeuwen verder zijn…
“Toen kwam de Covid-crisis. Ryanair wilde een overeenkomst tekenen om de lonen met 20% te verlagen. Ik zei: ‘Nee, de vakbond is hier niet om overeenkomsten te tekenen die de lonen verlagen! Echt niet!’ Ryanair zei: ‘Als het zo moet, dan ontslaan we jullie.’ Ik antwoordde: ‘Jullie willen mensen ontslaan? Dan moeten jullie een Renault-procedure starten!’ Ryanair wist niet wat zo’n procedure was.”
“Vervolgens begonnen we degelijke vakbondsvormingen te geven aan het personeel dat net lid geworden was van de CNE. Met de Covid-crisis hadden we tijd om diegenen op te leiden die zich ontwikkelden tot vakbondsactivisten (ook via videoconferenties). Sommige mensen zeiden dat we een loonsverlaging van 10% konden accepteren en dat we dat later wel zouden inhalen. We zijn er echter om de lonen te verbeteren, niet om ze te verlagen. Uiteindelijk was België het enige land in Europa waar de lonen van het cabinepersoneel niet werden verlaagd.”
“De Belgische piloten daarentegen gingen akkoord met een loonsverlaging van 20%. De piloten waren in paniek en vroegen ons te tekenen omdat ze, met de Covid-crisis, het gevoel hadden dat er geen andere mogelijkheid was. Uiteindelijk tekenden we met tegenzin. Na de Covid-crisis probeerde Ryanair wraak te nemen op het cabinepersoneel dat de loonsverlaging met 10% had geweigerd. De directie deed dit door de weigering om de sociale wetgeving toe te passen. We moesten vorig jaar 11 dagen staken om te krijgen waar we om vroegen.”
Wat was er deze zomer aan de hand?
“De piloten willen de loonsverlaging van 20% die ze hebben geleden terugvorderen. Ryanair stemt in met het teruggeven van die 20%, maar tegelijk weigert het loonindexeringen (die enkel in België bestaan) toe te passen. We hebben een vijftigtal zaken aanhangig gemaakt bij de Arbeidsrechtsbank. De directie van Ryanair reageerde als volgt: ‘Als jullie deze zaken niet intrekken, verhoog ik [eenzijdig!] het aantal werkuren.’ Het ministerie van Arbeid stuurde Ryanair een brief waarin het liet weten dat een werkgever niet eenzijdig de arbeidsduur kan aanpassen en dat loonindexering een wettelijke verplichting is.”
“We moeten vaststellen dat de houding van de baas van Ryanair in schril contrast staat met de algemene houding van Belgische werkgevers. Dit is een man die vindt dat hij boven de wet staat. Ik heb dus een belangrijke vraag: Is er een autoriteit, een legitieme en democratische macht in dit land die in staat is om de wet te handhaven? Of heeft Ryanair meer macht dan de Belgische staat?”
“Ik las in de Vlaamse pers dat Pierre-Yves Dermagne (PS), minister van Werk, zou moeten ingrijpen. Nee, volgens mij is het aan de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) om tussenbeide te komen en ervoor te zorgen dat gerechtelijke uitspraken en de wetgeving in het algemeen worden gerespecteerd! De sociale inspectiediensten hebben hun werk gedaan, maar de arbeidsinspectie niet.”
“De piloten hebben besloten om door te gaan tot het einde. Maar niet zomaar. We gaan geen lange ‘staking tot de finish’ houden die het personeel verarmt en uitput. We gaan elke maand twee of drie dagen staken. Dit zal het bedrijf ontwrichten omdat niemand nog een vlucht durft te boeken en het zal de stakers niet te veel kosten. Daarom maakten we deze keuze.”
Waar wonen het cabinepersoneel en de piloten?
“Het cabinepersoneel woont in de buurt van Charleroi. Er zijn geen Belgen bij. Het zijn arme arbeiders die uit Europese landen komen waar de lonen erg laag zijn (Portugal, Griekenland, Polen, Kroatië, enz.). In de buitenwijken van Charleroi vinden ze goedkopere accommodatie dan in de grote steden. Wanneer Ryanair hen aanwerft zijn ze doorgaans heel opgetogen omdat stewardess zijn een prestigieus imago heeft. Maar hier belanden ze in een gedeelde flat, zonder personeelsdienst op de luchthaven van Charleroi. Het is de vakbondsafvaardiging die de rol van personeelsdienst moet spelen. De dienst ‘human ressources’ van Ryanair is beperkt tot een callcenter in Dublin. Veel cabinepersoneel blijft een jaar of twee en vertrekt weer.”
Ik herinner me ergens gelezen te hebben dat het cabinepersoneel bij Ryanair alleen betaald kreeg als er passagiers in de lucht waren.
“Nu is dat allemaal voorbij dankzij onze staking in 2018. Alleen stakingen kunnen dingen veranderen. De werknemers kunnen enkel op zichzelf vertrouwen om hun angst te overwinnen en te staken om de wet te handhaven. Het gaat niet eens om het afdwingen van nieuwe rechten, enkel om het toepassen van wat het personeel rechtmatig toekomt! Dit geldt zelfs voor de piloten: zij zijn niet de verwende snobs die de media er soms van maken.”
-
Dump slavenarbeid, maak bouwbedrijven en opdrachtgevers verantwoordelijk

Foto: een willekeurige bouwwerf (bron Pixabay) Nieuw schandaal van sociale dumping bij Borealis
Op een bouwwerf van chemiebedrijf Borealis, vorig jaar goed voor 1,4 miljard euro winst, werden 174 slachtoffers van mensenhandel aangetroffen. Dat aantal kan nog verder oplopen. Het ging onder meer om Filipijnse en Bengaalse arbeiders die als moderne slaven met Hongaarse werkvisa voor een hongerloon werkten en in krotten ondergebracht werden. Ze werkten zes dagen op zeven voor 650 euro per maand op een bouwwerf in de Antwerpse haven.
De verantwoordelijkheid voor de slavenarbeid werd doorgeschoven. Borealis wist uiteraard van niets, zelfs de onderaannemer die de papieren regelde probeerde dat argument boven te halen. Alsof het mogelijk is om niet op te merken dat 174 arbeiders in slavencondities op een bouwwerf voor je bedrijf werken! Tien jaar geleden werd Carestel terecht veroordeeld voor het inzetten van Oost-Europese slavenarbeid bij de onderaannemer van de toiletservice in zijn wegrestaurants. De rechter oordeelde dat het niet mogelijk was dat Carestel niets had opgemerkt en bijgevolg werd het bedrijf samen met de onderaannemer veroordeeld. Dat Borealis van niets wist, houdt geen steek. Een voormalig arbeidsauditeur en oud-rechter die de familie van een Oekraïense arbeider opving, merkte op dat de man slechts 8 euro per uur verdiende. Hij maakte reeds in mei informatie over aan zowel de sociale inspectie als de HR-dienst van Borealis.
In de bouwsector is het niet uitzonderlijk dat een kluwen van onderaannemers wordt opgezet om te verdoezelen dat er uiteindelijk onder de geldende lonen en arbeidsvoorwaarden wordt gewerkt. Dat leidt niet alleen tot een neerwaartse spiraal die ons zo terugbrengt naar 19e eeuwse slavenarbeid, het is bovendien een gevaar voor de veiligheid. In de zomer van 2021 stortte een gebouw in op de werf voor een nieuwe school in de Antwerpse wijk Nieuw Zuid. Daarbij kwamen vijf bouwvakkers om het leven. Nu blijkt dat er 249 onderaannemers actief waren op die site. Gebrekkige communicatie en onveilige werkomstandigheden – om de prijs te drukken – speelden wellicht een centrale rol in dat dodelijke ongeval. Ook in dat geval wees de opdrachtgever voor de werf, de stad Antwerpen, alle verantwoordelijkheid af. In Brussel vielen er dit jaar al minstens zes doden bij ongevallen op grote bouwwerven.
De winsthonger drijft bedrijven ertoe om zo goedkoop mogelijke arbeiders in te zetten. De wettelijke bepalingen zijn zo opgesteld dat er steeds achterpoortjes gevonden worden om dat mogelijk te maken. Bij onwettelijke constructies is er bovendien amper controle. De diensten van sociale en economische inspectie die daarvoor instaan, zijn kapot bespaard door opeenvolgende regeringen. Zelfs voor de opvang van de slachtoffers van mensenhandel zijn er tekorten. Hulpcentrum Payoke verklaarde dat het financieel onderuit dreigt te gaan als gevolg van de kosten van de opvang van de 174 slachtoffers op de werf van Borealis. Klaus Vanhoutte van Payoke verklaarde over het schandaal bij Borealis: “We weten al lang dat dergelijke wantoestanden bestaan, ook op zulke grote schaal. Het uitzonderlijke is dat iemand aangifte heeft gedaan en dat de situatie daardoor ontdekt is. Als we echt zouden speuren naar mensenhandel, zou er nog veel meer aan het licht komen. Over het hele land werken bij de sociale inspectie slechts 39 inspecteurs. Dan is het moeilijk om misstanden te ontdekken.”
Er moeten dringend meer middelen komen voor de sociale en economische inspectie. De hoofdaannemer en opdrachtgever moeten volle verantwoordelijkheid dragen voor de arbeidsvoorwaarden en veiligheid op een bouwwerf. Als er dan nog problemen van slavenarbeid opduiken, moet de volledige bouwsector in publieke handen genomen worden zodat controle van het personeel en de gemeenschap op de arbeidsvoorwaarden en lonen kan gevestigd worden.
Borealis is een bedrijf met een miljardenwinst en het kreeg een Vlaamse miljoenensubsidie om mensen te werk te stellen. Laat Borealis opdraaien voor de kosten van dit schandaal van mensenhandel: volledige uitbetaling van de lonen van de 174 slachtoffers (aan de voorwaarden die hier gelden) naast een volledige vergoeding voor de opvang en begeleiding van de slachtoffers.
-
Onderbetaalde koeriers. Slavernij 2.0

De zakenkrant L’Echo onthulde op 30 april dat uit het strafrechtelijk onderzoek van het arbeidsauditoraat naar het statuut van de koeriers die werken voor bestelplatforms (Deliveroo en Uber Eats, enz.) blijkt dat 55% van de in Brussel gecontroleerde koeriers zich in een onregelmatige situatie bevond omdat ze geen papieren hadden.
door Guy Van Sinoy
Veel koeriers zonder papieren werken als “zelfstandigen” voor bezorgplatforms waarbij ze identiteitsgegevens van anderen gebruiken in ruil voor een deel van hun lage inkomen. Sommige van die ‘identiteitsuitleners’ vragen zelfs de helft van het loon van migranten die pas in België zijn aangekomen, zonder bestaansmiddelen en met geen andere keuze dan een echte afpersing te aanvaarden: werken voor een miserabel loon van 2,50 euro per uur.
Kapitalistische jungle
Van werkenden zonder papieren en rechteloze werknemers een ‘commissie’ van 2,50 euro per uur eisen om als dekmantel voor hen te fungeren, is een schande. Niet dat de mensen die hun identiteitsgegevens ‘verhuren’ aan werkenden zonder papieren allemaal rijke managers zijn. Het zijn doorgaans werkenden in onzekere omstandigheden die anderen vonden die zich in een nog meer precaire situatie bevinden. Dit is de wet van de kapitalistische jungle in een sector waar het arbeidsrecht niet van toepassing is en waar de individuele vindingrijkheid regeert.
Deliveroo beweert dat er “talrijke” controles worden uitgevoerd om deze praktijk te bestrijden. Pure hypocrisie! Omdat Deliveroo zich beroept op een arrest van het Arbeidshof van december 2021 om haar koeriers de status van werknemer te ontzeggen. Arbeidsreglementen (opgelegd door de strijd van de arbeidersbeweging om de basisrechten van de werkenden te waarborgen) zijn niet van toepassing. Zonder arbeidsreglement zijn alle driften mogelijk in de kapitalistische jungle.
Ter herinnering: het was een wet van Alexander De Croo uit 2017 die de “collaboratieve” economie in het leven riep. Dat is een mooi woord voor slavernij. Het is deze wet die platforms in staat stelt het arbeidsrecht aan hun laars te lappen. Of ze nu Alexander De Croo of Georges-Louis Bouchez heten, de liberale Frankensteins zijn voortdurend bezig de rechten van de werkenden te vernietigen, zowel in het Noorden als in het Zuiden van het land. Het volgende hoofdstuk zal hoogstwaarschijnlijk de pensioenhervorming zijn. De arbeidersbeweging moet het probleem bij de wortel aanpakken en deze liberale Frankensteins politiek stoppen om te voorkomen dat zij nog meer schade aanrichten.
-
305 jobs bedreigd bij Commscope. Mobilisatie bredere arbeidersbeweging nodig.

Bij Commscope in Kessel-Lo werd de sluiting van de volledige productie-afdeling aangekondigd en het verlies van 305 jobs. Daarbij zijn ook 64 bedienden. Het argument van de directie is dat ze verwachten dat de vraag naar koperdraad zal dalen ten gunste van glasvezelkabel. De afgelopen jaren werden er echter nog serieuze winsten geboekt. Gisteren werd er een piket opgetrokken bij de ingang van het bedrijf en ging het personeel in staking. Enkele jaren geleden werd een gekende en strijdbare afgevaardigde van ACV ontslagen, vandaag staan weer eens honderden jobs op het spel voor de winsthonger van het moederbedrijf.
Door Peter, BBTK-afgevaardigde in de ICT-sector
Bij de ingang van Commscope stonden maandag alle vakbonden en er was ook een delegatie van de bedienden. Jarenlang speelt de directie al een spel van het verdelen van de werknemers, met kleine voordelen voor de bedienden die de arbeiders niet kregen. Vandaag zien we dat de winsthonger uiteindelijk iedere laag van de werkenden treft bij Commscope. Een belangrijke les, ook voor andere bedrijven: uiteindelijk moeten ook beter betaalde lagen van loontrekkenden het gelag betalen.

Volgens de afgevaardigden die we spraken, werd een aantal jaar geleden een kopie van de vestiging in Kessel-Lo in Tsjechië gebouwd. Gevreesd wordt dat er jobs in die richting verdwijnen en dat de jobs in het magazijn richting een Nederlandse vestiging gaan, waar het personeel minder verdient dan in Kessel-Lo. De laatste jaren werden er schulden opgebouwd door het opkopen van andere bedrijven in België, een investering die niet opbracht wat ervan werd verwacht.
70% van de werkenden bij Commscope is ouder dan 50 jaar. Wat kunnen zij nog verwachten op de arbeidsmarkt? De mogelijkheden van de wet-Renault zullen – met de uitholling van het recht op brugpensioen – weinig opbrengen voor velen. De vakbonden plannen personeelsvergaderingen om het personeel te informeren en een strategie te bepalen.

Geconfronteerd met dit soort zware herstructureringen dient de bredere arbeidersbeweging te reageren. Momenteel zien we in verschillende bedrijven zware jobverliezen: een 200-tal jobs bij IBM (met een uitgewerkt actieplan van de vakbonden, geplande personeelsvergaderingen en stakingen), ruim 100 jobs bij Danone … Verder hangen veel bedrijven nog af van financiële steun van de overheid, bv. wat systemen van tijdelijke werkloosheid betreft, die op een bepaald moment echter dreigen opgeheven te worden.
Het opbouwen van een krachtsverhouding binnen het bedrijf is cruciaal, maar om verder in het offensief te gaan en ook kleinere bedrijven mee te krijgen, dient dit gekoppeld te worden aan bredere regionale en nationale mobilisaties. Waarom roepen de vakbondsleidingen geen gezamenlijke stakings- en actiedagen af, gecombineerd met solidariteitsbezoeken, van bedrijven die kampen met deze ontslagrondes? Dit kan gekoppeld worden aan verzet tegen de loonnorm van 0,4%, als begin van een mobilisatie van de bredere arbeidersbeweging. Rekening houdend met corona kan er een veelvoud aan kleinere betogingen of concentraties worden georganiseerd, eerst regionaal en dan in Brussel.
Het bediscussiëren van een bredere strategie voor jobbehoud en hogere lonen kan dan gekoppeld worden aan discussie over de nood van nationalisatie om jobs te redden, als de privésector ons enkel nog achteruitgang te bieden heeft. LSP ziet dit als stap naar een programma van vervanging van het steeds meer bankroete kapitalisme naar een democratisch beheerde economie in een socialistische samenleving.

-
Niet besparen op poetspersoneel, meer middelen voor onderwijs afdwingen!
Ondanks gezondheidscrisis en ondanks expertise over precaire arbeid bespaart Universiteit Antwerpen op poetspersoneel

Actie aan de Universiteit Antwerpen op 8 maart. Foto: 8 maart Comité De Universiteit Antwerpen publiceert het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting en ziet dit zelfs als een prestigeproject om de universiteit een sociaal bewogen imago aan te meten. In het laatste Jaarboek staat een stuk over precaire arbeid. Terecht wordt daarin opgemerkt dat dit niet alleen betrekking heeft op het contractuele aspect, maar ook op “onder andere werktijden, inkomen, rechten en sociale bescherming, en collectieve vertegenwoordiging.” Tussen theorie en praktijk gaapt er aan de universiteit een wel erg grote kloof.
Besparen op onderwijs of op schoonmaak?
Twee maand na de voorstelling van dit Jaarboek kwam de Universiteit Antwerpen in het nieuws met de aankondiging dat fors bespaard wordt op schoonmaak. “Het is of besparen op schoonmaak, of op onderwijs,” klonk het bij de woordvoerder van de universiteit. Er werd een akkoord afgesloten met onderaannemer ISS waarbij 18% bespaard werd op de schoonmaak. Vreemd toch in tijden van gezondheidscrisis waarbij het ontsmetten en poetsen net aan belang wint!
De universiteit schoof de verantwoordelijkheid door naar het tekort aan middelen dat van de Vlaamse overheid komt, maar voegde eraan toe dat onderwijs en onderzoek de kerntaken van een universiteit zijn en er daar niet op bespaard wordt. Alsof schoonmaak geen essentieel onderdeel is van onderwijs en onderzoek. Wie maakt de ruimtes schoon waar in normale tijden de colloquia plaatsvinden waarop het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting wordt voorgesteld? Om lessen en examens mogelijk te maken tijdens de gezondheidscrisis, moest het schoonmaakpersoneel regelmatig extra uren kloppen.
Het nieuwe contract maakt dat deeltijds werk de norm wordt voor schoonmakers. In managementtaal heet dat efficiëntiewinst, maar het zijn niet de managers die zorgen dat de campussen schoon zijn. Voor de getroffen schoonmakers betekent het minder loon, minder vakantiegeld, minder pensioen. Onder druk van protest verklaarde de universiteit dat ISS zou kijken om de uren te compenseren met andere werkplaatsen. Zo werd de hete aardappel naar ISS doorgeschoven. De schoonmakers zelf weten dat dit loze beloften zijn: in de praktijk wordt het moeilijk om poetsen aan de universiteit te combineren met andere plaatsen. Het zal in de praktijk zorgen voor precaire arbeid met een groter risico op armoede.
Ondertussen is al het schoonmaakpersoneel in opzeg geplaatst. Iedereen wordt afgedankt en krijgt een nieuw contract aangeboden dat deeltijds in plaats van voltijds is. De Operations Director Cleaning bij ISS verklaarde daarover: “Je mag als werkgever niet zomaar snoeien in uren van je werknemers. Het enige wat je kan doen als je zo’n gezamenlijke inspanning wil bereiken, is iedereen ontslaan en een aan de nieuwe realiteit aangepast contract geven. Iedereen krijgt een nieuw contract aangeboden; als werknemers dan vanuit zichzelf zeggen dat het voor hen niet meer hoeft, zijn ze natuurlijk vrij om te vertrekken.”
Meer studenten, minder poetsen?
De Antwerpse universiteit telt ruim 20.000 studenten en 6.000 personeelsleden; tien jaar geleden waren dat 14.000 studenten en 4.000 personeelsleden. Terwijl de universiteit groeit, wordt inzake schoonmaak een stap in de andere richting gezet. ISS stelt dat het met efficiëntiewinsten en innovatie op kortere tijd meer kan doen. Extra vuilbakken of matten kunnen echter geen effectief personeel vervangen. Het schoonmaakpersoneel vragen om deeltijds evenveel te poetsen als voltijds, is uiteraard niet mogelijk.
Personeelsleden en studenten haalden met petities ruim 3.000 handtekeningen op om te protesteren. Op 8 maart, de internationale vrouwendag, werd aan het rectoraat actie gevoerd door schoonmakers, studenten, personeelsleden van de UA en sympathisanten, waaronder een delegatie van Campagne ROSA. Hierop zei het bestuur van de universiteit dat het met de vakbonden van de schoonmakers zou overleggen. Ook verklaarde rector Van Goethem bereid te zijn om het debat over insourcing te voeren. Dat mag geen breed en abstract debat zijn waarover nadien wollige academische teksten worden geschreven: schoonmakers zijn essentieel voor een universitaire gemeenschap, waarom hen niet als dusdanig erkennen en als personeel van de universiteit aanwerven aan degelijke voorwaarden?
De reactie van de universiteit maakt duidelijk dat het protest reeds effect heeft. Tegelijk is er nog niets veranderd aan het contract van de universiteit met ISS en zit het schoonmaakpersoneel nog steeds in opzeg. Het onmiddellijke probleem van het verlies aan inkomen van de schoonmakers blijft bestaan. Mogelijk wordt dit op korte termijn opgelost met enkele bijkomende uren elders of zelfs een sociaal fonds, maar dat zijn telkens tijdelijke maatregelen. Zoals de reactie van ISS aangeeft, rekent dat bedrijf erop dat een deel van het personeel ‘vrijwillig’ vertrekt. Nieuwe schoonmakers zullen het met deeltijdse contracten en lonen moeten stellen zonder enige vorm van tijdelijke compensatie.
Met het volledig (hoger) onderwijs strijden voor meer middelen!
Aan verschillende universiteiten werd al actie gevoerd rond het statuut van het schoonmaakpersoneel. Voor de bestuurders is het vaak een cijferkwestie: de krappe budgetten van de overheid voldoen niet om de groei van het aantal studenten en personeelsleden op te vangen. Tekorten leiden tot verdeeldheid, ook aan universiteiten. Er zijn twee reacties mogelijk: de tekorten aanvaarden en besparen op bepaalde groepen personeelsleden of het tekort aan middelen gezamenlijk bestrijden met al wie aan de unief werkt en studeert.
Dat laatste is de benadering die aan de UGent werd gevolgd door de vakbondsdelegatie van ACOD, ondersteund door onder meer Campagne ROSA en anderen. Met een actieplan dat ging van een informatiecampagne en een petitie tot een goed opgevolgde en breed gedragen staking op 9 maart 2020 werd opgekomen voor een minimumloon van 14 euro per uur, statutatisering van het personeel in de sociale sector en insourcing van het schoonmaakpersoneel. Rond de eerste twee eisen werd een principiële beslissing genomen door de Raad van Bestuur. Hierdoor zullen de laagste lonen aan de UGent met minstens 10% stijgen en zullen nieuwe aanwervingen in een hogere schaal gebeuren. De overheveling van contractueel personeel naar een statutaire benoeming is eveneens in principe goedgekeurd. Rond de schoonmaak is de insourcing nog niet bekomen, maar er zijn sociale voorwaarden gesteld in het kader van een nieuwe aanbesteding. Als dit niets oplevert, blijft de kwestie van insourcing uiteraard op de agenda staan.
Ondertussen is ook aan de Leuvense universiteit een petitie opgezet voor een hoger minimumloon van 14 euro per uur, gekoppeld aan de eis dat de universiteit haar onderaannemers eenzelfde minimumloon oplegt. Aan de VUB benadrukt het ABVV in haar campagne voor deze eisen ook de noodzaak van meer publieke investeringen in (hoger) onderwijs en onderzoek. Dat is immers essentieel in de strijd tegen een beleid gebaseerd op tekorten die steeds gevolgen hebben voor het personeel en de studenten.
Een front van het personeel aan alle universiteiten, inclusief dat van onderaannemers, is mogelijk: dezelfde eisen genieten overal een brede steun. Lage lonen en onzekere contracten zijn overal schering en inslag, ook heel wat bursalen (de grootste groep onderzoekers aan de universiteiten) zijn niet rechtstreeks tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst. Bovendien is er een groot ongenoegen onder studenten, wat langs Franstalige kant tot protest leidt (zie pagina 14).
De overwinningen die al geboekt zijn aan de UGent kunnen een basis zijn om tot eengemaakte strijd te komen. Ze tonen aan wat met het betrekken en organiseren van alle personeelsleden en studenten in een gedurfd actieplan mogelijk is. Aan de UGent stemden zelfs rechtse leden van de Raad van Bestuur voor de verhoging van het minimumloon en de statutatisering van het contractueel personeel. Deze strijd uitbreiden naar verschillende universiteiten en hogescholen zal snel de eis van meer publieke middelen voor (hoger) onderwijs stellen.
In een gezondheidscrisis vereist veilig onderwijs meer investeringen in schoonmaak, maar ook in de infrastructuur van het volledige onderwijs. Van het kleuteronderwijs tot het hoger onderwijs zijn er grote noden na jaren van een gebrek aan middelen, met als resultaat een ongelijkheidsbevestigend en zelfs versterkend onderwijs tot frustratie van het personeel en heel wat jongeren. Voldoende personeel dat aan degelijke voorwaarden werkt, degelijke infrastructuur en genoeg aandacht voor het welzijn van de jongeren zijn essentieel in onze ‘kenniseconomie’. Een systeem dat geen middelen heeft voor de toekomstige generaties, heeft zelf geen toekomst. Hoog tijd voor systeemverandering!