Category: Private sector – algemeen

  • Neen aan sociale dumping

    Vandaag wordt door de vakbondsfederaties uit de bouwsector actie gevoerd tegen de sociale dumping. Aanleiding is de Europese discussie over de regels inzake detachering. Vandaag is het mogelijk om bouwvakkers uit landen met lage lonen en slechte arbeidsvoorwaarden via detachering in andere landen te laten werken. Dat zet alle lonen en arbeidsvoorwaarden onder druk. In het kader van het eenheidsstatuut in ons land werd dat bevestigd met de invoering van een nieuwe discriminatie voor bouwvakkers met een slechtere bescherming.

    De discussie is niet nieuw. Bijna tien jaar geleden kwam de Europese Unie met de richtlijn-Bolkestein waardoor het gemakkelijker werd om voornamelijk Oost-Europese werknemers hier tewerk te stellen aan Oost-Europese lonen. Dat kaderde in het zogenaamde ‘vrije verkeer van diensten’ waarbij bedrijven uit Europese lageloonlanden hun diensten elders mogen aanbieden met werknemers uit hun eigen land. Er zijn minimale beperkingen en regels, maar er is veel meer sprake van misbruik en onder meer postbusbedrijven die officieel in een land met lage lonen en beperkte sociale bescherming gevestigd zijn maar dat in de praktijk niet zijn en gewoon geïnteresseerd zijn in de lage lonen. Dat is niet alleen het geval in de bouwsector, ook in de transportsector is het een vaak gehanteerde methode. De beperkingen lopen bovendien op hun einde, vanaf 1 januari 2014 is een volledig ‘vrij verkeer van diensten’ vanuit Bulgarije en Roemenië mogelijk.

    De sociale dumping zet alle arbeidsvoorwaarden en lonen onder druk. Met de oprukkende economische crisis en de sociale ramp die daarmee gepaard gaat in zowel Zuid- als Oost-Europa (maar ook steeds meer in het noorden) dreigt het proces van sociale afbraak te versnellen. Op de EU hoeven we niet te rekenen om daar verandering in te brengen. Het is de EU die als onderdeel van de trojka gaat onderhandelen met onder meer de Griekse regering om het besparingsbeleid van sociale afbraak te versnellen. Nog te versnellen, is een correctere omschrijving. De vraag is daar hoe ver de sociale afbraak kan gaan, met twee derden van de jongeren die zonder werk zitten is er niet veel speling meer.

    Destijds was er Europees protest tegen de richtlijn-Bolkestein en andere asociale maatregelen op Europees vlak. Het ontbrak echter aan een actieplan en strategie om het Europees beleid ook effectief te blokkeren. Sindsdien zagen we nuttige stappen zoals het opzetten van Europese actiedagen, op 14 november 2012 ging dat zelfs gepaard met een algemene staking in Spanje en Portugal. Een gecoördineerde Europese actie, met inbegrip van stakingsacties, in de opbouw naar een eerste algemene staking op Europees niveau, zou gepast zijn om het huidige besparingsbeleid effectief een halt toe te roepen. Dat de geplande acties op 19 en 20 december tegen de EU-top in Brussel met syndicale steun (voornamelijk uit Brussel zelf) verder gaan dan louter symbolische acties en gezondheidswandelingen, is een nuttige bijdrage aan het debat over welk soort acties we nodig hebben.

    Inzake detachering stelden wij destijds voor dat gestuurde werknemers verplicht onder de arbeids- en loonvoorwaarden van het land waar ze werken zouden vallen en ook onder het socialezekerheidsstelsel van dat land. Dat zou de verdeel-en-heersstrategie van de EU doorkruisen. In naam van Europese eenmaking worden de werkenden van verschillende Europese landen immers tegen elkaar uitgespeeld.

    De bouwvakbonden in ons land verwijzen naar een rapport van de werkgevers uit de sector die een enquête hielden onder aannemers en vaststelden dat bijna acht op de tien aannemers een of meer opdrachten verloor aan een buitenlands bedrijf dat goedkoper is. De werkgevers stellen: “De buitenlandse concurrentie zit op een peil dat we nog nooit bereikt hebben in het verleden.” De werkgevers zullen natuurlijk altijd wel een argument vinden om onze lonen en arbeidsvoorwaarden in vraag te stellen. Ze gebruiken de situatie vandaag om onder meer een “structurele verlaging van de loonlasten” te eisen.

    Er is effectief sprake van concurrentie op basis van lage lonen en slechte arbeidsvoorwaarden. Ons antwoord daarop moet niet bestaan uit het meestappen in de neerwaartse spiraal (wat bijvoorbeeld met de uitzondering op het eenheidsstatuut gebeurde), maar een offensieve strijd voor verbetering en eenmaking van arbeidsvoorwaarden en lonen. Terecht protesteren de vakbonden ook tegen het feit dat overheidsopdrachten toegekend worden aan bedrijven die werken met sociale dumping. Zo haalde het ACV uit naar Eandis en andere bedrijven die contracten voor infrastructuurwerken toekennen aan aannemers met dumpingprijzen en bijhorende lonen. Het ACV merkt op: “Een van de winnaars van de aanbesteding heeft gemiddelde personeelskosten van 9.000 euro per jaar. Dat terwijl het gemiddelde in de sector tussen 35.000 en 40.000 euro ligt.”

    In de strijd tegen sociale dumping moeten we ons niet beperken tot een defensieve strijd, lobbywerk en symbolische acties. We moeten bouwen aan ééngemaakte strijd van alle werkenden om het afbraakbeleid op alle niveaus te stoppen.

  • Dienstencheques niet uithollen. Maak er openbare diensten van!

    Tien jaar geleden werd het systeem van de dienstencheques in leven geroepen door Frank Vandenbroucke, toenmalig sp.a-minister van Werk. Het doel was 25.000 werknemers uit het zwarte circuit te halen. Intussen zijn er 180.000 werknemers en is de sector goed voor 4,3 procent van de totale Belgische tewerkstelling. Dit proces van “verwitting” van huishoudelijke diensten kan door de besparingstsunami opnieuw omgekeerd worden.

    Artikel door Jef, militant ACV Voeding & Diensten

    In januari 2013 werd de prijs per cheque verhoogd met 1 euro, vanaf nieuwjaar komt daar nog eens 50 cent bij, wat de prijs voor een cheque op 9 euro brengt. In juli werd het maximumbedrag voor fiscale aftrek gehalveerd. Niets van deze extra inkomsten gaat naar de dienstenchequebedrijven en al helemaal niet naar de werknemers.

    Daarnaast is de regering aan een offensief begonnen om het aantal dienstenchequebedrijven en bijgevolg ook het aantal werknemers drastisch terug te dringen. Het huidige succes brengt immers een te hoog kostenplaatje met zich mee. Dat ligt niet aan de (gedeeltelijk) gesubsidieerde werknemers die door belastingen en sociale bijdragen in feite deels hun eigen loon financieren. Heel wat politieke partijen, opiniemakers, professoren, enzovoort bekijken de dienstencheques vooral vanuit een budgettair oogpunt. Wij steunen de vakbonden die voluit gaan voor het verdedigen van de dienstencheques vanuit het perspectief van de werknemers.

    Het is trouwens ook de werkgevers niet ontgaan dat de regering het aantal werknemers wil terugdringen naar de oorspronkelijke doelstelling. Verschillende dienstenchequebedrijven hebben zich verenigd in een nieuwe federatie: Unitis. Nathalie Garcia-Hamtiaux, voorzitster van Unitis, verklaarde: “We vertegenwoordigen alle actoren uit de sector. Nu we elkaar gevonden hebben, kunnen we eensgezind de strijd aangaan. Als er niet dringend iets verandert, dan doet binnen de twee jaar het grootste deel van onze bedrijven de boeken dicht en hebben we er 130.000 werklozen bij.”

    De vakbonden van hun kant vinden het tijd dat er na tien jaar eindelijk iets gedaan wordt aan de slechte loon- en arbeidsvoorwaarden die schering en inslag zijn in de sector. Een verhoging van de brutolonen en een systeem van sectorale anciënniteit moeten de koopkracht verhogen. Het systeem van verplaatsingen moet eenvoudiger, de kostendekkende vergoedingen realistischer en de verplaatsingstijd voor het indienen van de cheques moet gezien worden als arbeidstijd. Daarnaast dient er onderhandeld te worden over de werklast van 45-plussers en betere garanties voor zwangere werkneemsters.

    Vanaf de invoering ervan stond LSP kritisch tegenover het systeem van dienstencheques. Een op zich progressief gegeven, het creëren van diensten die voor werkende ouders, en dan vooral moeders, de huishoudelijke arbeid verlichten, wordt vaak overschaduwd door de slechtst mogelijke contracten, werkomstandigheden en lonen die er op de arbeidsmarkt te vinden zijn. Privé-bedrijven creëren dit soort jobs enkel als er winst op te maken valt, wat in die sector nagenoeg onmogelijk is zonder de combinatie van lage lonen, slechte werkomstandigheden en hoge loonsubsidies. Maar deze jobs zijn wel nodig, zowel voor de (grotendeels) vrouwen die erin tewerkgesteld zijn als voor de werkende gezinnen die er gebruik van maken. Eerder dan beperkt te zijn voor de gezinnen die dergelijke diensten kunnen betalen, zou het bovendien een recht moeten zijn voor alle gezinnen die er nood aan hebben. Het creëren van stabiele diensten die betaalbaar zijn en toch degelijke werkomstandigheden en lonen bieden, is echter enkel mogelijk door de omvorming van de sector tot een openbare dienst met vaste statutaire tewerkstelling en degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden.

    Openbare diensten in de vorm van was- en strijkateliers, uitbreiding van thuiskuisdiensten met voldoende aanbod voor alle gezinnen die daar nood aan hebben, aanbod van verse en kwaliteitsvolle maaltijden in de werkplaatsen, scholen en wijken, crèches en andere onthaalstructuren voor kinderen van alle leeftijden, voor zieken, zorgbehoevende bejaarden en mensen met een handicap,… zijn maatregelen die het leven van brede lagen van vrouwen, en met uitbreiding de gezinnen, een flink stuk zouden verlichten. Om deze op een stabiele wijze te kunnen aanbieden aan allen die het nodig hebben, zal een strijd voor de nodige middelen moeten worden gevoerd vanuit het begrip dat de privé-sector dit enkel zal doen op de kap van de gebruikers door hoge prijzen en/of op de kap van de werknemers door lage lonen.

    Maandag 9 december: concentratie van militanten van ACV Voeding en Diensten die actief zijn in de dienstenchequesector

  • Staking bij PhotoHall

    Vandaag ging het personeel van PhotoHall in staking om te protesteren tegen de praktijken van de nieuwe eigenaar. Er was een bijeenkomst in Woluwe. Een groepje van de Actief Linkse Studenten was ter plaatse om solidariteit te betuigen. Hieronder enkele foto’s en een interview met een van de werkneemsters.

    Nicolas P (ALS-Brussel)

    Wat gebeurt er vandaag en hoe is het zo ver gekomen?

    “Om het van bij het begin samen te vatten: PhotoHall ging op 28 november 2012 failliet. Slechts 16 winkels werden overgekocht door een overnemer, Max Heilbron. Na acht maanden heeft die besloten om het bedrijf te verkopen aan een andere overnemer, Kévin Boirayon, een Fransman die in Casablanca woont. Sinds acht maanden hebben we geen nieuws meer van hem, er is geen handelswaar in de winkels en we kunnen hem niet bereiken. Bovendien zijn de lonen niet volledig uitbetaald, diegenen die het geluk hadden om betaald te worden, kregen ongeveer 20% te weinig. We voelen ons aan ons lot overgelaten.”

    De nieuwe eigenaar vormt dus een probleem ?

    “Ja. Er is een totaal gebrek aan respect tegenover het personeel en alles is onzeker, we kennen de ware bedoelingen van de overnemer niet.”

    Zullen de winkels dichtgaan en komt het personeel op straat te staan?

    “Het ziet er wel naar uit. We krijgen enkel via de media informatie over de sluitingen en afdankingen. Van de overnemer zelf horen we niets.”

    Wat is het doel van de actie vandaag?

    “We staken vandaag en wat we de komende dagen zullen doen, wordt beslist op een personeelsvergadering. Het is wel duidelijk dat deze situatie niet kan blijven duren.”

    Wordt de staking overal opgevolgd? Is er een eenheid onder het personeel?

    “Iedereen doet mee en is solidair, los van de vakbond waar ze lid van zijn. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.”

  • Protestactie tegen uitblijven eenheidsstatuut

    Gisteren voerden militanten van de bediendenbonden actie in Brussel tegen het uitblijven van een eenheidsstatuut. Er was een bijeenkomst op het Spanjeplein met getuigenissen van militanten. Er was enige frustratie dat we op een afgelegen plaats vast zaten. Veel militanten vroegen zich af wat ze daar konden doen. Velen dachten dat we naar het VBO zouden trekken, maar dat werd ons verhinderd door een indrukwekkende politieaanwezigheid.

    Verslag en foto’s door een BBTK-lid

    Voorbij de agenten geraken, zat er niet in. Een moedige syndicalist die dat even wilde uittesten, werd snel op de grond gegooid. Een aantal vertegenwoordigers van de bonden had een onderhoud met het VBO, maar toen ze terugkwamen kregen we niet eens een verslag van die bijeenkomst. Er werd ons enkel gezegd dat de actie gedaan was en dat er in september nieuwe acties komen.

    We trokken dan met een groepje naar de actievoerders die aan de Kunstberg wilden kamperen tot 8 juli (de deadline voor het stopzetten van de discriminatie tussen arbeiders en bedienden). De actievoerders daar krijgen enige steun van syndicale verantwoordelijken, maar sommige verantwoordelijken houden de boot af omdat het initiatief van de militanten zelf uitgaat.

    De actievoerders werden door de vakbondsverantwoordelijken overtuigd om hun tenten op te bergen om iets verder actie te voeren. Maar eens de tenten ingepakt waren, vertrok iedereen. De commissaris had het over de mogelijkheid van GAS-boetes indien dit niet gebeurde. Ik vroeg hem nog of dat het doel was van de GAS-boetes. De commissaris glimlachte even, de regelgeving was hier niet op gericht maar het kan intussen toch maar toegepast worden.

    We vertrokken met een klein groepje naar het Rouppeplein. We moesten daarbij voorbij de kantoren van de PS passeren. De agenten volgden ons op afstand, maar toen we bijna aan het PS-gebouw waren, sloeg de paniek toe. Er werd in allerijl een versperring opgezet zodat we niet langs het PS-gebouw konden wandelen. Blijkbaar was dit omdat er maandag bij de syndicale actie tegen het Europese besparingsverdrag enkele eieren naar het PS-kantoor werden gegooid.

  • Swissport: een staking die kleur deed bekennen

    Vijf dagen staking hadden de werknemers van bagageafhandelaar Swissport op de luchthaven van Zaventem nodig. Dat is – na de onderaannemers bij Ford – de tweede keer in enkele maanden dat de meest uitgebuite lagen van de werknemers eigenhandig limieten stellen aan de vloedgolf van dereguleren, uitbesteden en liberaliseren. Ook bij Swissport namen ze geen genoegen met de toegevingen die de vakbonden, deze keer na vier dagen, konden afdwingen. Ook zij sleepten uiteindelijk meer binnen dan oorspronkelijk voor mogelijk was gehouden.

    Artikel door Eric Byl uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Onhoudbare werkdruk

    Dagelijks moeten bagagisten 30 tot 40 ton verslepen, meestal gehurkt of letterlijk op handen en voeten. Ze stapelen koffers in 5 à 10 meter lange schachten van gemiddeld anderhalve meter, soms slechts één meter hoogte. Dat leidt tot rugpijn, artrose en spierpijnen. Maar de liberalisering dwingt luchtvaartmaatschappijen tot bikkelharde concurrentie.

    Ze zetten de afhandelaars onder druk, die dat trachten te compenseren door onderbezetting en flexibiliteit met werkonzekerheid als stok achter de deur. Luchtvaartmaatschappijen kunnen contracten met de afhandelaars immers steeds herzien.

    Dat dit de winstmarges onder druk zet, zal wel. Maar Fligthcare, dat vorig jaar door Swissport werd overgenomen, haalde in 2011 nog een rendement van 30% op het eigen vermogen. Toch tast Swissport sindsdien de grenzen af. Normaal laden drie man 1,5 ton, maar door onderbezetting zijn ze dikwijls maar met twee. Twee onervaren bagagisten die samen in 40 minuten 1,7 ton moesten laden, was de aanleiding voor de staking. Diezelfde druk wordt ten koste van de veiligheid toegepast op de planners van de lading en ook op de cleaning. Bovendien wil Swissport voor de bedienden 24 splitshifts per jaar invoeren, waarbij men enkel tijdens de spitsuren werkt met tussenin belangrijke onderbrekingen.

    Luchthaven gaat plat

    Hoeft het dan te verwonderen dat men het werk neerlegde en op de personeelsvergadering met de vakbonden besloot te staken? Binnen de kortste keren was de luchthaven in chaos, werden tientallen vluchten geannuleerd en stapelden duizenden koffers zich op.

    Het aantal beschikbare arbeidskrachten reduceren tot een absoluut minimum mag dan wel rendabel zijn als alles goed draait. Een beperkte groep, 1500 werknemers van Swissport, kan daardoor snel heel het radarwerk stil leggen.

    Ze konden bovendien rekenen op de solidariteit van diegenen die de job het best kennen, hun collega’s bij het intussen zelfstandige Swissport Cargo en bij concurrent Aviapartner. Beide weigerden het werk over te nemen. Bij Aviapartner deelden de vakbonden zelfs een pamflet uit om zich achter de eisen van de stakers te scharen. Ook daar tikt de tijdbom.

    Front tegen de stakers

    Maar ook de patroons vormden front. Volgens CEO Marcel Buelens zou het winstgevende Swissport dit jaar door de daling van het aantal vluchten op Zaventem en het verlies van het contract met Jetairfly, mogelijk in het rood belanden. Dagbladeditorialisten waarschuwden de werknemers om de tak waarop ze zitten niet door te zagen.

    Brussels Airlines dreigde haar contract met Swissport te herzien en gebruikte haar afhandelingslicentie die ze normaal uitbesteedt aan Swissport in een poging de staking te breken. Media voerden gestrande reizigers op die in de toekomst de nationale luchthaven zouden vermijden als gevolg van de staking. Dat tegelijk bij Lufthansa werd gestaakt voor loonsverhoging en de sociale spanningen ook in andere luchthavens oplopen, kwam nu even niet van pas. Reizigers werden geculpabiliseerd.

    Niet de winsthonger van de aandeelhouders, maar het feit dat we allen goedkoop willen reizen, zou immers de onmenselijke werkomstandigheden verklaren.

    De patroons konden uiteraard ook op politieke steun rekenen. Etienne Schouppe (CD&V) wil niet de arbeidsomstandigheden maar het effect van de staking teniet doen met een derde afhandelaar in Zaventem. Dus nog meer liberalisering.

    Met toegevingen aan de bedienden, maar niet aan de arbeiders, wou Monica De Coninck (SPa) de stakers verdelen. Melchior Wathelet (CDH) dreigde namens de federale regering met dwangsommen. De PS zweeg. Dat is een primeur. Tot nog toe beriep de regering zich op onmacht tegen misbruik van dwangsommen door patroons, deze keer schaarde ze zich openlijk aan de kant van de patroon en dreigde ze zelf dat wapen te gebruiken.

    In de media heeft het een tirade voor minimumbezetting en inperken van het stakingsrecht op gang gebracht. Hoe men dat doet, staken zonder een afnemer, een cliënt of een reiziger te raken, heeft niemand ooit uitgelegd.

    Strijd loont

    Uiteindelijk kwam de CEO van Swissport International eraan te pas. Die begreep wellicht dat de spanning ten top drijven op termijn de lucratieve positie van Swissport op Zaventem onhoudbaar zou maken.

    Het systeem met twee arbeiders per vliegtuig werd afgevoerd en het aantal stuks bagage per arbeider in de bagagezaal wordt beperkt tot 300.

    Bedienden zullen maximaal 12 en niet 24 splitshifts per jaar presteren, maximaal 6 voor 45-plussers en 50-plussers worden helemaal vrijgesteld.

    De CEO bood ook zijn excuses aan voor de fouten die het Belgische management heeft begaan.

    Na vijf dagen volharden heeft het personeel de directie, de media en de regering te kijk gezet met een klinkende overwinning.

  • Betonnen vloerelementen-producent Trilco vloert zijn werknemers

    Drie jaar terug in Trends: ‘De crisis is net plezant ‘. Vandaag krijgt arbeider die op socialisme.be waarschuwde voor grootspraak helaas gelijk.

    Wilfried Mons, ex-vakbondsafgevaardigde en ex-werknemer Trilco

    Vanaf 2001 waren de afvoercijfers (de vierkante meters afgevoerd product / geleverd product) van Trilco in vrije val. De firma maakte op dat moment al enkele jaren deel uit van de Echo – groep, een producent van betonnen vloerelementen met hoofdzetel te Houthalen. De piek in de afvoer bij Trilco zelf – 1.143.000 m² (jaar 2000) – was in 2004 al gezakt tot 670.000 m². Dan volgden enkele jaren van stagnatie om vanaf 2008 versneld verder te zakken tot 380.000 in 2010. Dit was in hoofdzaak te wijten aan een (totaal) gebrek aan investering en innovatie en een klantenpolitiek die bol stond van eigenwaan. “Klant is koning maar Echo is Keizer!“, was de slogan. En dat keizerrijk begon steeds meer scheuren te vertonen, ook bij Trilco.

    Het is logisch dat zich dat ook vertaalde in de tewerkstellingscijfers (opnieuw cijfers van Trilco). In 2000 telde men nog ruim meer dan 100 arbeiders en bedienden samen. In 2004 was dat al gezakt tot 83 (62 arbeiders , 21 bedienden ). In 2009 toen de crisis steeds duidelijker om zich heen greep, waren er dat nog 72 (59 arbeiders en 12 bedienden: dat jaar vielen ook de eerste ‘naakte‘ ontslagen bij de bedienden, 4 of 25% van het toenmalig potentieel). Twee jaar later (2011) waren het vooral de arbeiders die in de klappen deelden: er bleven nog 45 arbeiders over op een totaal van 55 (één van de productielijnen – die van de gladde vloerelementen – ging toen onherroepelijk dicht ).

    De kenmerkende grootspraak binnen de Echo groep vinden we nog het best terug in het artikel: “De crisis is net plezant“ (Trends 11 maart 2010). We hadden het daarover reeds op socialisme.be drie jaar terug (Hier kan je dat nalezen). Het meest markante hieruit brengen we nog even in herinnering: op het einde van het 4 pagina’s tellende interview slagen Marc en Bob Cuyvers, die aan het hoofd stonden van de groep, erin om achtereenvolgens te schofferen:

    • de arbeiders: “…de werknemers denken dat ze zo veel mogelijk moeten krijgen door zo weinig mogelijk te werken .”
    • de jongeren: “je diploma krijg je toch, wat je ook doet…“
    • de verkozenen van het volk: “… de overheid kijkt niet op een miljard meer of minder. Het interesseert hen blijkbaar niet.“

    Bleek dat de journaliste haar belofte niet na was gekomen om de kopij door de betrokkenen te laten nalezen. De uitspraken staan er dus onverbloemd en écht. Deze en andere uitspraken in dit artikel klinken bijzonder cynisch voor wie ze nu naleest, vooral in het licht van wat erop gevolgd is… En dat zal zeker niet in Trends verschijnen.

    Daarom geven we het hieronder weer.

    Op het moment van het verschijnen van het artikel in Trends moest de splinternieuwe fabriek op de site van Genk beginnen draaien. Het zou de modernste welfselfabriek zijn geworden in Europa: elke bestelling gegarandeerd af te halen 48 uur na definitieve opgave. Zou – want na 1,5 jaar proberen moest het oorspronkelijk concept worden opgegeven en vloog ook de oorspronkelijke (dure) software buiten. Er was nooit geluisterd naar de opmerkingen van diegenen die toch in de praktijk stonden. Steeds meer werknemers konden al vrij vroeg met de ellebogen aanvoelen dat dit verkeerd zou aflopen, vooral toen één van de verantwoordelijken (Simon H.) met stille trom de fabriek verliet. Ook de ondernemingsraad stond machteloos. Stel dat men de nodige expertise in huis had om de werkgever erop te wijzen dat zijn investering van 25 miljoen euro schipbreuk zou lijden: de ondernemingsraad had geen enkele bevoegdheid om dit tegen te houden !

    Dezelfde verantwoordelijke kwam zich op het laatst ook nog mengen in het zgn. ‘ infoteam ‘ op Trilco (de ondernemingsraad op Trilco was sinds januari 2009 door dit vehikel vervangen ). Er werd op niet mis te verstane wijze meegedeeld dat geen enkele kritiek geduld werd! Uiteraard werd dat niet in die bewoordingen op papier gezet. In het verslag van 2/7/2010 heet dat verbloemend: ” van Trilco wordt een constructieve samenwerking verwacht “. Tot een conflict met Simon is het niet meer gekomen: kort daarna verliet hij de Echo groep.

    De problemen met Genk werden als een vergiftigd geschenk doorgeschoven naar Bart T., de nieuwe ‘Operations Director Floor Solutions’ (aan ronkende titels heeft het nooit ontbroken ). 2010 was ook het jaar waarin bleek dat het grootste deel van de aktiva van de Echo groep al verpand was (welk een verschil met de optimistische toon van het Trends-artikel!). Onthou ook dat heel de groep borg stond voor elkaar.

    De ‘opstartperikelen in Echo Genk‘ (dixit Bart T.) bleven in 2011 voortduren en ook de mededelingen van de directie werden steeds alarmerender. Tel daar de crisis bovenop sinds 2008 en je krijgt een cocktail die teveel wordt. Begin 2012 zag men de zaken versnellen: op 11/4/2012 gooide de financieel directeur Kurt V. de handdoek in de ring (naar verluidt na een stevig conflict met Bob Cuyvers). We hebben meermaals getracht van Kurt verduidelijking te krijgen ivm het kluwen van verpandingen en de wederzijdse leningen van de ene (zuster) firma aan de andere , en de te verwachten gevolgen hiervan. Hij slaagde erin om een echt antwoord telkens handig te ontwijken (of er kwam géén antwoord tout court).

    Tot alles was uitgeput en het water de groep tot aan de lippen stond. Op 23 april 2012 startte de WCO-procedure – Wet Continuïteit Ondernemingen – voor onder meer Trilco. Nerva, onderdeel van de groep met vestiging te Harelbeke, ontsnapte hieraan: er was hier een minderheidsaandeelhouder, om dezelfde reden was er ook geen hypotheek op Nerva gevestigd. Christel Gijsbrechts werd als nieuwe CEO belast met de afwikkeling van de hele WCO.

    • Op 10 september 2012: aankondiging intentie tot sluiting Trilco (start procedure-Renault )
    • 23 oktober 2012 verlenging WCO met 6 maand, ook voor Trilco
    • 23 april 2013 faillissement Trilco aangekondigd

    De Raad van Bestuur stelt nu dat ze tot het laatst gepoogd heeft een faillissement voor Trilco te vermijden.

    Maar… Misschien is het wel iets anders gegaan, mogelijk op deze manier:

    ‘Mevrouw Gijsbrechts, U bent hier aangesteld omdat de banken u hebben aangeraden , met zachte dwang mag ik wel zeggen. Aangezien u van de KBC komt rekenen we op uw onderhandelingscapaciteiten: u hebt bij de banken natuurlijk een streep voor. Uiteraard willen ZIJ hun geld terug maar uw taak is pas echt geslaagd als er ook voor ONS iets overblijft, als u begrijpt…’

    Normaal wordt bij een WCO een herstelplan met de schuldeisers afgesproken, vreemd genoeg is dat er bij Trilco nooit gekomen (mededeling rechtbank van koophandel Hasselt , en ook sommige firma’s klagen nog in september 2012 via hun advocaat aan dat ze bij het herstelplan van Trilco niet betrokken worden …..). Het kan natuurlijk zijn dat men geen 50% van de schuldeisers tot een positief akkoord kon bewegen en/of de 50% van het bedrag niet gehaald werd. In ieder geval was dit voor de rechtbank geen bezwaar om in oktober 2012 de WCO ook voor Trilco te verlengen met 6 maand zodat het totaal op 1 jaar komt.

    Bij de aankondiging van de sluiting (10 sept) ging men ervan uit dat LRM (Limburgse Reconversie Maatschappij) als bijkomende investeerder met geld over de brug zou komen. Eerste tegenslag : LRM haakt af wegens een veel te groot bedrag dat de groep Echo nodig heeft (men had erop gerekend met een deel van dit geld het sociaal plan Trilco bij de sluiting te regelen; toen dat niet lukte is men er wellicht aan beginnen denken Trilco failliet te laten gaan).

    Tweede tegenslag: de verkoop van de grond van Trilco wil niet vlotten. Na het afhaken van LRM had men ons laten verstaan dat een deel van het geld van de verkoop van de grond dan maar moest dienen voor het sociaal plan. De grond zou verkocht worden aan Umicore die een voorkooprecht had (de grond kwam immers oorspronkelijk van Umicore). Bleek niet alleen dat de grond een historische vervuiling had in oorsprong afkomstig van Umicore. Midden in het terrein van Trilco was nog jarenlang de firma Revos actief geweest. Hun activiteit was het verwerken van afvalolie. Men had het daarbij niet zo nauw genomen en een deel geloosd in de gronden, waardoor de vervuiling ook tot onder het terrein van Trilco was uitgebreid . De eigenaar van Revos was met de noorderzon vertrokken. De vervuiling van Revos kwam daardoor ten laste van Ovam, maar die was niet bepaald gehaast die vervuiling op te lossen waardoor een conflict met Umicore ontstond. Een ander probleem was de kostprijs van het grondverzet . Op die manier kwam de verkoop redelijk vast te zitten. Ondertussen werden op de Trilco-terreinen lustig boorgaten gemaakt om de vervuiling in kaart te brengen… (toestand begin 2013).

    Een derde probleem en op het eerste gezicht vrij eigenaardig : de potentiële kopers van Nerva die sinds eind 2012 ook nog geen stap verder stonden, gingen nadrukkelijker met geld zwaaien. Gijsbrechts : ‘opgelet mijne heren, de verkoop van de grond van Trilco moet kost wat kost geregeld zijn alvorens we de verkoop met Nerva sluiten. Anders gaat het geld van Nerva gebruikt worden om onder meer de hypotheek op Trilco te lichten.’ (Herinner u dat de groep borg stond voor elkaar en bovendien ‘ moet bij de realisatie van de verkoop van een onderdeel steeds tot een akkoord gekomen worden met de banken…‘ ( mail M Fleck 4/4/2013)

    Op 20 maart 2013 kwam een aangetekend schrijven van Ovam binnen aan Christel Gijsbrechts gericht. Wellicht was de inhoud hiervan positief om de verkoop van de grond te doen vlotten, meer bepaald een getekend compromis over de verkoop maar die voor de banken voldeed. En zie plots daagt ook op 25 maart Ivan V. op ivm de verkoop van Nerva. Wat was er dus wellicht gebeurd?

    Eerst was het compromis over de verkoop van de grond van Trilco gerealiseerd. Nadien zal blijken dat dit gaat over 6,4 miljoen euro, precies het bedrag van de hypotheek die op Trilco rust! Hiermee waren de banken dus tevreden, de hypotheek kon gelicht worden. Tot zolang was de verkoop van Nerva op de lange baan geschoven. Die kon vervolgens doorgaan en het geld kon elders worden ingezet. Want het was inmiddels al lang duidelijk geworden dat de familie Cuyvers zelf Frederickx en Vaheja op het oog hadden (reden waarom Christel Gijsbrechts voor Vaheja zogezegd geen koper kon vinden en toen die wel opdaagde dit eveneens op de lange baan schoof !). Bij ‘toeval’ waren Frederickx en Vaheja ook de twee bedrijven die door Christel van de nodige fondsen werden voorzien om verder te produceren terwijl zelfs Echo en ten langen laatste Genk stilvielen bij gebrek aan grondstoffen (om van Trilco nog maar te zwijgen).

    ‘ We moeten je bewonderen Christel, door de verkoop van Nerva uit te stellen, is het geld hiervoor niet voor de hypotheek van Trilco gebruikt. Ze zitten daar bij Trilco nu zo goed als met een lege doos. En ze zijn nog wel blijven geloven dat ze daar een vet sociaal plan gingen ‘vangen’. En ze zijn tot de laatste dag nog blijven werken ook!’

    Het is deze truuk die ons als werknemers van Trilco de das omdeed . Veronderstellen we even dat Nerva éérst was verkocht voor de verkoop van de grond van Trilco was beslecht. De banken konden dat geld dan bestemmen voor de hypotheek die op Trilco rustte. Kwam vervolgens de verkoop van de grond van Trilco toch nog rond voor de afloop van de WCO dan zou bij een faillissement deze som moeten terugkeren in het faillissementsdossier (dit geldt voor alle verkopen van onderdelen van een firma die minder dan 6 maand voor het faillissement zijn gerealiseerd). Was de verkoop bij afloop WCO niet gerealiseerd dan kon de curator die grond alsnog te gelde maken. In deze gevallen ontsnapt het geld van de gronden aan de familie. De banken gaan als bevoorrecht schuldeiser niet tussenbeide komen: de hypotheek is al gelicht.

    Nu niets van dit alles: de compromis-verkoop van de grond dient om de hypotheek te lichten en de banken zijn er mee weg. Voor de rest blijft over: een deel nog niet verkochte stock maar grotendeels onverkoopbaar, nog enkele bestellingen die klaarstaan en de productiehal van de ruwe welfsels met onder meer een knipinstallatie (wellicht goed voor 150.000 euro). Wat daar nog van te gelde wordt gemaakt, gaat naar de leveranciers/schuldeisers. Het personeel wordt doorverwezen naar het fonds sluiting van ondernemingen (waarbij de bedienden die normaal op een voordelige ontslagvergoeding kunnen terugvallen het meeste verlies lijden).

    Dat mevrouw Gijsbrechts dit systeem zou bedacht hebben, is haar teveel eer toekennen. Anderen zijn haar voorgegaan op de weg waarbij men bij een groep verbonden firma’s (zoals hier) er een of meerdere failliet laat gaan. Het zet vooral kwaad bloed dat hier de WCO-procedure is misbruikt: degenen die schuld hebben komen nog redelijk goed weg, zij die geen schuld hebben boeten .

    Blijft nog de vraag: wat als ?

    Gedurende de hele WCO-procedure stonden de vakbonden volledig buiten spel. Kon men bij de aankondiging van de sluiting (10 september 2012) een staking en/of een blokkade uitroepen? Stellig was het resultaat niet anders geweest. De directie zou wel niet nagelaten hebben om ons de schuld van het faillissement te geven in de zin van: ‘het zijn de vakbonden weer die door hun acties de bedrijven kapot maken. …’ De werkelijkheid is duidelijk anders! Zoals we in een mail op 3 april reeds voorspelden: “Wij (Trilco) zijn al lang de ‘ achterhoede’ die zoals in een oorlog opgeofferd wordt”. De expertise van Christel Gijsbrechts is in werkgeverskringen en bij de banken in waarde flink toegenomen. De familie Cuyvers mag tevreden uitblazen in haar appartement te Monaco… En wij (nog 45 arbeiders en 8 bedienden)? Wij ZIJN opgeofferd.

    Boven: bedrijvigheid bij Trilco. Onder: het verval treedt in

  • Handen af van ontslagbescherming!

    Overal in Europa wordt tot massale afdankingen overgegaan. Er zijn inmiddels meer dan 26 miljoen werklozen op het continent. De bezorgdheid van vele werkenden is dan ook begrijpelijk. Wat als ook wij binnenkort het steeds groeiende werklozenleger vervoegen?

    Artikel uit de mei-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Tegen de achtergrond van de diepe economische crisis is de discussie over het eenheidsstatuut in ons land al gauw verengd tot een debat over het ontslagstatuut, ook al zijn er nog andere verschillen tussen beide statuten. De opzegperiode van bedienden is voor de werkgevers al langer een doorn in het oog, het zorgt er immers voor dat bedienden niet van de ene op de andere dag op straat kunnen gezet worden. Voor ‘werklieden’, arbeiders die hoofdzakelijk ‘handenarbeid’ verrichten, zijn de termijnen korter.

    De technologische evoluties hebben het onderscheid tussen hoofd- en handenarbeid voorbijgestoken, maar voor de ontslagvergoedingen blijven de werkgevers liefst vasthouden aan deze van werklieden. Afdanken moet in naam van de flexibiliteit en de concurrentie goedkoper worden. Het personeel wordt samen met de werkzekerheid in de solden gezet.

    Volgens het patronaat is dergelijke onzekerheid voor de werknemers noodzakelijk voor de concurrentiepositie van de bedrijven die minder snel zouden aanwerven omwille van de hoge ‘ontslagkosten’. Hoe een slechtere ontslagbescherming in deze tijden van interim- en onzekere contracten zou leiden tot meer tewerkstelling, maakt het patronaat uiteraard niet duidelijk.

    Het laatste voorstel voor opzegtermijnen kwam van Itinera Institute, een van de vele ‘denktanks’ die de dagelijkse propagandastroom van patronale argumenten moeten onderbouwen. Professor Marc De Vos van Itinera stelt voor om de opzegperiode te beperken tot minimaal twee maanden en per jaar anciënniteit boven de vijf jaar een halve maand erbij met een maximum van zes maanden. Dat is een regelrechte aanslag op de bestaande ontslagbescherming voor bedienden.

    De Vos wil dat ‘compenseren’ met een “aanvullend budget van een halve maand per jaar anciënniteit, met een maximum van zes maanden, dat alleen kan besteed worden om de ontslagen werknemer naar nieuw werk te begeleiden.” Met de torenhoge en toenemende werkloosheid betekent dit dat enkele bedrijven die werkbegeleiding aanbieden gouden zaken zullen doen, maar werk vinden lukt nu eenmaal niet als er amper werk is. De aanval op de ontslagbescherming is gericht tegen jobzekerheid en tegen onze tewerkstelling tout court. Het heeft als doel om een deel van de ‘ontslagkost’ op de gemeenschap af te wentelen. En het is een nieuwe poging om de verantwoordelijkheid voor werkloosheid af te schuiven op de werklozen.

    Om te voorkomen dat het debat rond het eenheidsstatuut wordt aangegrepen om de sociale verworvenheden van bedienden af te bouwen, is een sterk en eengemaakt syndicaal antwoord nodig. Iedere verdeeldheid langs onze kant zal uitgespeeld worden en iedere zwakheid aangegrepen om nog een stap verder te gaan. Enkel door op te komen voor een harmonisatie van beide statuten naar boven, is eenheid mogelijk. Door nu hiervoor in het offensief te gaan, kunnen we vermijden dat de regering alsnog probeert om ons een slecht ‘compromis’ op te leggen.

  • Industrie. Never waste a good crisis?

    De aangekondigde sluiting van Ford Genk heeft de grote persgroepen aan het werk gezet. Hoe kunnen we de industrie in België redden? De Tijd stelt een actieplan in 10 punten voor, Le Soir 10 relancemaatregelen en een reeks dossiers over evenveel noodmaatregelen. Varianten daarop vinden we terug in alle grote perstitels. Veel nieuws valt er niet te rapen. Al hun voorstellen zijn erop gericht de rode loper uit te rollen voor mogelijke industriële investeerders. Wordt hier echt het begin van een oplossing geboden of wordt het drama in Genk slechts aangegrepen om alle wensen van het patronaat nog eens op te lijsten?

    Artikel door Eric Byl uit de december/januari-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Lonen

    De patroons hadden het liever anders gezien. Hun bewering dat de loonkosten aan de basis lagen van de keuze voor Genk werd door de Ford-directie zelf ontkend. Zelfs de sectorfederatie Agoria moest toegeven dat de lonen in Genk op dit ogenblik 5 procent lager liggen dan in Duitsland. (1) Peter Leyman, voormalig Voka-voorzitter en ooit gedelegeerd bestuurder bij Volvo beweert dat per 100 euro kostprijs van een wagen de productiekost maar 10 tot 15% zou bedragen. De rest zou gaan naar logistiek, marketing en ontwikkeling. Loonkosten zouden slechts 6 tot 8% vertegenwoordigen. (2) Vic Heylen, autospecialist bij FCAR, beweert dat dit in de assemblage slechts 5,5% van de totale kost bedraagt. Toch is zowat heel het establishment gemobiliseerd om ons aan te praten dat loonkost het grote probleem is.

    De regering Di Rupo maakt niet van het terugdringen van de armoede, maar van de zogenaamde loonkostenhandicap met de buurlanden de hoeksteen van haar begroting. Zowel Le Soir als De Tijd geven het een centrale plaats in hun 10 puntenprogramma. In haar jongste jaarverslag, dat van 2011, berekende de Nationale Bank dat de lonen hier sinds de invoering van de wet op de bescherming van het concurrentievermogen in 1996, 4,6% sneller stegen dan het gewogen gemiddelde van Duitsland, Frankrijk en Nederland.(3) Dat is echter uitsluitend aan Duitsland te wijten. In Nederland zijn de lonen tijdens diezelfde periode 14% meer gestegen dan bij ons, in Frankrijk 3% meer. Daarover piept De Tijd niet in haar actieplan. De krant wijst er enkel op dat in Duitsland de lonen tijdens diezelfde periode 14% ‘minder snel stegen’. Geen woord over de Duitse eenmaking en de druk die dat teweegbracht op de lonen. In de vergelijking van onze lonen met die van de buurlanden wordt bovendien geen rekening gehouden met loonsubsidies en andere fiscale voordelen. Die bedragen nu al ruim 10 miljard euro per jaar, meer dan 5,5% van de totale loonmassa. Als ook die in rekening gebracht worden, bedraagt de zogenaamde handicap nog maar 1%.

    Productiviteit

    Uurlonen zijn slechts een deel van het verhaal. Volgens de OESO produceerde een werknemer in België in 2011 gemiddeld elk uur een waarde van 59,2 dollar, in Nederland 59,6 dollar, in Frankrijk 57,5 dollar en in Duitsland 55,3 dollar.(4) Dat is alle sectoren samen. In maart publiceerde consultant PricewaterCoopers een vergelijkende studie voor private bedrijven met meer dan 250 werknemers. Bedrijven uit de financiële sector, de non-profit en uitzendarbeid werden bewust niet opgenomen. Daaruit blijkt dat in grote bedrijven in Nederland 126 werknemers vereist zijn, in Frankrijk 131, in Duitsland 132 en in het VK zelfs 176, om dezelfde omzet te produceren als 100 werknemers in België. (5)

    Tijdens de jongste begrotingsbesprekingen werd even de mogelijkheid geopperd een wettelijke verlofdag te schrappen of een andere manier om de arbeidstijd te verlengen. Ook daarover houdt de OESO cijfers bij. In Nederland werken de werknemers jaarlijks gemiddeld 200 uur minder dan in België, in Frankrijk is dat 100 uur minder en in Duitsland 150 uur. (6) Veel tijd om te zonnebaden hebben werknemers in Griekenland niet. Zij werken gemiddeld 460 uur per jaar meer dan in België. Doordat er nauwelijks grote bedrijven zijn, ligt de productiviteit er gemiddeld nauwelijks hoger dan we hier in België kennen in de meeste kleine bedrijven van hooguit 10 werknemers, 34 dollar per uur.

    Wat speelt dan wel?

    Waaraan wijten de echte specialisten van de autosector de sluiting van de vestigingen in Genk en Southampton? Ferdinand Dudenhöffer, professor aan het CAR-instituut van de universiteit Duisburg-Essen: “Andere Europese vestigingen sluiten was veel moeilijker. In Valencia kan je zeer moeilijk werknemers laten afvloeien. Dat is daar zeer sterk gereglementeerd. En ook in Duitsland was het niet mogelijk om mensen te ontslaan, omdat er garanties gegeven waren tot 2015 of 2016”. (7) Volgens UBS-analist Colin Lagnan was de keuze voor Genk logisch. “Op die manier kan de groep de bezettingsgraad in één klap optrekken tot 76%… Een Duitse vestiging sluiten zou sociaal een stuk lastiger zijn”.(8) The Wall Street Journal noemt in haar artikel over Ford Genk, België een “land met minder moeilijke autovakbonden”. (9)

    Alternatieven

    Ontkennen dat de ongebreidelde drang naar competitiviteit leidt tot overcapaciteit zou zinloos zijn. De vestiging in Genk is een hypermodern bedrijf. Dat geldt voor talloze bedrijven die vandaag geherstructureerd worden of botweg dichtgegooid. Die vestigingen bevatten moderne laboratoria, moduleerbare matrijzen en computergestuurde robotten. Met de nodige aanpassingen kan er zowat alles geproduceerd worden. Waarom die rijkdom opofferen aan privaat winstbejag en met gemeenschapsmiddelen de rode loper uitrollen voor nog meer private geldwolven? Die installaties en de terreinen in beslag nemen, gebruik maken van de talloze kenniscentra aan onze universiteiten, van de technische knowhow en van de ervaren werknemers, zou ons in staat stellen eindelijk tegemoet te komen aan de echte behoeften: een mens en milieuvriendelijk mobiliteitsplan, de bouw van energieneutrale en betaalbare sociale woningen, van scholengebouwen en andere noodzakelijke infrastructuur, het benutten van duurzame energiebronnen etc. Daarmee zouden we de basis kunnen leggen voor een echt industrieel beleid in plaats van mee te stappen in de concurrentielogica waarbij gemeenschapsmiddelen worden aangewend om werknemers tegen elkaar uit te spelen ten koste van hun arbeidsomstandigheden, hun inkomen en hun leefmilieu.


    De industrie vervangen door een kenniseconomie?

    Sinds 1995 is het aantal jobs in de industrie met 134.000 afgenomen tot nu nog 585.000 overblijvende jobs. In 1995 werkte nog 18,6% van de actieve bevolking in de industrie, nu nog maar 12,6%. (10) In tegenstelling tot 2003, tijdens de vorige grote herstructurering bij Ford Genk, vinden de persgroepen dat nu alarmerend.

    Destijds tekende diezelfde pers uit de mond van allerhande specialisten nog op dat het voor de industrie in West-Europa afgelopen was. Dat we ons voortaan uitsluitend moesten toeleggen op kenniscentra. De linkse socialisten waren het daar toen al niet mee eens. We benadrukten het belang van de industrie. Als de productie verhuist, zal het niet lang duren vooraleer ook de kenniscentra volgen, schreven we.

    De fabel over de zogenaamde kenniseconomie is nog niet helemaal verdwenen, maar wordt gelukkig niet meer gehanteerd als toverstok voor magische oplossingen. Ook de persgroepen wijzen er nu op dat de export van goederen in ons land nog steeds veel groter is dan de export van diensten en dat bovendien juist de industrie het meest besteedt aan onderzoek en ontwikkeling.

    Dat de industrie rake klappen krijgt, ondervinden arbeiders en hun gezinnen, waaronder ook heel wat LSP-militanten helaas dagelijks. Toch willen we er de aandacht op vestigen dat een niet gering deel van het jobverlies het gevolg is van het uitbesteden door industriële bedrijven van niet-kerntaken. Onderhoud, schoonmaak en administratie die vroeger tot de industrie behoorden, zijn verzelfstandigd of uitbesteed en worden nu dikwijls tot diensten gerekend. Bovendien is het jobverlies niet gepaard gegaan met een daling van de geproduceerde waarde.

    Volgens een rapport van het Leuvense Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie is de industriële tewerkstelling in Vlaanderen tussen 2001 en 2010 weliswaar afgenomen met 20%, maar in diezelfde periode steeg de toegevoegde waarde met 40%. Nog in die periode is de arbeidsproductiviteit toegenomen met 50%, in de chemie zelfs met 200%. (11)


    Voetnoten

    1. De Tijd 24/10/2012 Zoek de autosector in Europa’s plan voor een industriële revolutie
    2. Le Soir 24/10/2012 Leyman: ”chaque centime d’euro compte”
    3. Een technische werkgroep van de regering die de begroting 2013 moest begeleiden, beweert dat de loonhandicap intussen is opgelopen tot 5,2%. De details daarvan kennen we nog niet. Het zou kunnen, maar zoals gewoonlijk zullen die cijfers de komende maanden naarmate de werkelijke gegevens binnen komen, herzien worden.
    4. http:/stats.oecd.org/Index.aspx?usercontext=sourceoecd
    5. Verslag daarvan in De Tijd van 28/03/2012 – Belg presteert, maar rendeert niet
    6. Zie voetnoot 4
    7. De Tijd 30/10/2012 – Dudenhöffer: ‘Ford kon enkel Genk sluiten’
    8. De Tijd 23/10/2012 ‘Sluiting lost overcapaciteit bij Ford op’
    9. De Tijd 14/09/2012 ‘Autobouwers willen steeds dichter bij hun markt zitten’
    10. De Tijd 25/10/2012 Belgische industrie smelt weg
    11. Beleidsrapport STORE-B-12-001 Sectoranalyse van de Belgische economie – 3 juli 2012
  • Duferco, NMLK: vechten voor iedere job!

    Afgelopen donderdag werd bij de staalbedrijven NLMK en Duferco een herstructurering aangekondigd. Het plan voorziet in het afvloeien van zowat de helft van de personeelsleden, het gaat om 601 jobs die bedreigd zijn. De arbeiders gingen over tot spontane werkonderbrekingen om te protesteren tegen deze beslissing, maar er kwam vooralsnog geen offensief actieplan. In de komende dagen volgen er onderhandelingen met de directie en ook een algemene personeelsvergadering.

    Door Pierre (Namen)

    Terwijl de politici ons enkele maanden geleden nog wilden laten geloven dat de Belgische economie op weg naar herstel was en dat de moeilijkste momenten achter de rug lagen, weten we intussen wel beter. De afgelopen weken regende het aankondigingen van collectieve afdankingen. De lijst wordt lang en blijft aangroeien: Ford Genk, HP, Photohall,… Daar komen nu ook NLMK en Duferco bij. Geen enkele sector en geen enkele regio blijft gespaard.

    De gevolgen blijven niet beperkt tot de directe ontslagen, er komen een pak jobs bij onderaannemers bij alsook bij handelszaken in de regio. Bovendien zorgt elk jobverlies ook voor minder inkomsten voor de lokale, regionale en federale autoriteiten. De gemeenschap moet hierdoor besparen. Het is een vicieuze cirkel waarop de politici geen enkel antwoord hebben.

    De afdankingen worden gerechtvaardigd door de ineenstorting van de vraag op de kapitalistische markten. Als de bedrijven grote winsten maken, dan verdwijnt dat geld in de zakken van de aandeelhouders. Als ze verliezen maken, wordt bij de gemeenschap aangeklopt. Als de winsten dreigen te dalen, worden arbeiders afgedankt en wordt de schuld naar hen doorgeschoven. “Te hoge loonkosten” worden dan ingeroepen, over de hoge productiviteit van de Belgische arbeiders wordt doorgaans zedig gezwegen in patronale kringen. Iedere gelegenheid wordt aangegrepen om verder te besparen op onze levensstandaard.

    De enige oplossing is een democratisch geplande economie waar de winsthonger van een kleine minderheid wordt uitgeschakeld en niet langer de levensstandaard van duizenden anderen naar beneden kan trekken. We zullen dit niet van vandaag op morgen bekomen en al zeker niet met de partijen die vandaag aan de macht zijn. We moeten bouwen aan een krachtsverhouding om het behoud van alle jobs te eisen en dit koppelen aan de eis van de nationalisatie van bedrijven die tot collectieve afdankingen overgaan. Deze strijd moeten we verbinden met alle arbeiders wiens toekomst onder vuur wordt genomen. Op de betoging van de arbeiders van Ford Genk op 11 november kunnen de arbeiders van verschillende getroffen bedrijven bijeen komen. En waarom wordt van de Europese actiedag van 14 november geen gebruik gemaakt om te gaan naar een echte Europese algemene staking?

  • Werkgevers vinden het onaanvaardbaar dat personeel Desso geen loon wil inleveren

    De werkgevers vinden het “onbegrijpelijk” dat het personeel van Desso het voorstel tot sociaal plan heeft afgeschoten. Unizo stelt dat de wereld op zijn kop wordt gezet als een premie wordt gegeven om naar een ‘andere’ job over te gaan. Dat de tewerkstelling in de textielsector de afgelopen tien jaar met 40% is afgenomen en het behoud van werk dus steeds onzeker is en het feit dat het personeel 2 euro per zou moeten inleveren ondanks cao 32 bis dat bij een overname het behoud van de arbeidsvoorwaarden oplegt, worden niet in rekenschap gebracht.

    De tewerkstelling in de textielsector nam tussen 2001 en 2011 met 40% af, de toegevoegde waarde nam eveneens af maar minder sterk. In 2011 waren 60% van de arbeiders uit 2001 goed voor 75% van de toegevoegde waarde uit 2001. De productiviteit in de sector nam dus toe, maar minder sterk dan in andere sectoren. (zie het rapport van STORE: http://steunpuntore.be/publicaties-1/20120703beleidsrapport.pdf)

    De scherpe afname van de tewerkstelling in de sector leidt uiteraard tot vragen bij wie er wel nog werkt. Als de huidige tendens zich voortzet en als de crisis leidt tot een versnelling van het jobverlies, dan is ieder behoud van jobs dat vandaag wordt beloofd slechts tijdelijk. De directie van Desso wil 27 personeelsleden overplaatsen naar Domo in Sint-Niklaas als onderdeel van een sociaal plan waarbij aanvankelijk 91 van de 125 jobs zouden sneuvelen.

    Bij Domo zouden de arbeiders 2 euro per uur minder verdienen, bovendien moeten de arbeiders van Dendermonde verkassen naar Sint-Niklaas. Om die bittere pil te verzachten stelde de directie een eenmalige premie van eerst 6.000 en vervolgens 12.000 euro voor. Om de arbeiders tegen elkaar op te zetten, werd bovendien beslist om de beloofde premie van 350 euro voor alle personeelsleden van Desso te laten vallen. De nipte afkeuring van de voorstellen van de directie door het personeel werd als reden voor het schrappen van deze premie ingeroepen. Verdeel-en-heers.

    Unizo vindt de mutatiepremie onverantwoord, ‘de wereld op zijn kop’ en nog: ‘een bedrijf moet toch geen premie geven om werknemers te verleiden op een jobaanbod in te gaan’. Met 2 euro minder per uur is “verleiden” niet direct de best gekozen term, de beloofde premie volstaat amper om het loonverlies van de eerste twee jaar op te vangen. Minister-president Kris Peeters (ex-Unizo) betreurt eveneens de afwijzing van het voorstel. De directie van Desso legt de afwijzing van het plan naast zich neer. Alle werknemers worden voor een individuele keuze geplaatst. Ongetwijfeld wordt er gehoopt dat een aantal arbeiders de onmiddellijke premie van 12.000 euro willen opstrijken. Wie daar niet voor kiest, verliest zijn job en krijgt niets boven het wettelijke minimum.

    De werkgeversfederatie Unizo maakte meteen gebruik van de gelegenheid om ontslagvergoedingen op zich in vraag te stellen. De werknemers beschouwen zo’n vergoedingen “als een recht en een financieel extraatje, ongeacht de tewerkstellingskansen.” Als het aan Unizo lag, dan werd iedere vorm van ontslagbescherming meteen overboord gegooid.

    De vakbonden waren eveneens verrast door het resultaat van de stemming bij Desso. De vraag is hoe ver wordt meegestapt in het aanvaarden van een neerwaartse spiraal van arbeids- en loonsvoorwaarden in een sector waar de afgelopen jaren een sociaal bloedbad werd aangericht om de winsten op peil te houden. Bij een collectieve overname is het behoud van de loonsvoorwaarden verplicht. Het niet naleven van deze verplichtingen uit cao 32 bis wordt vreemd genoeg niet als een probleem gezien door zowel vakbonden als werkgevers en commentatoren. Nochtans wil Domo de volledige divisie kunstgras met de machines en het personeel overnemen. Als dit geen collectieve overname is, wat is het dan wel?

    De werkgevers, politici en hun commentatoren in de kranten zijn eensgezind: het behoud van een job weigeren, is ‘onverantwoord’. De omschrijving is tendentieus, het gaat niet om het aanvaarden van een job maar om het verrichten van hetzelfde werk aan 2 euro per uur minder. Dat betekent dat een essentieel onderdeel van de arbeidsovereenkomst is gewijzigd. Zelfs een beetje respect tonen voor de inzet van de arbeiders kan er blijkbaar niet af. Respect zullen we moeten afdwingen. Waarop wachten de vakbonden om voor diegenen die naar Domo willen overstappen minstens het behoud van het volledige loon te eisen?

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop