Category: Private sector – algemeen

  • Deliveroo: ‘nieuwe platformeconomie’ is slechts nieuwe verpakking van 19de-eeuwse stukloon

    Actie van Britse Deliveroo koeriers

    In oktober kondigde Deliveroo aan dat de verloning en de arbeidsvoorwaarden van de koeriers zou aangepast worden. De directie wil dat alle “partners” (lees: koeriers) vanaf eind januari overgaan naar een statuut als zelfstandige. Zo wil Deliveroo het personeel niet langer per uur maar per levering betalen en dit zonder sociale bescherming en zonder minimaal gegarandeerd loon.

    Artikel door Nicolas M (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De werkgevers zeggen ons steeds dat de wereld verandert waardoor er “moedige” hervormingen nodig zijn. Met de wet-Peeters zette de regering de toon: oude sociale verworvenheden worden aangepakt. Onder het excuus dat die verworvenheden ouderwets en achterhaald zijn, wordt teruggekeerd naar het 19de-eeuwse stukloon met betaling per prestatie in plaats van per uur. Deliveroo zet een grote stap in die richting.

    Koeriers in het verweer

    Sinds 2016 bestaat er een Collectief van Koeriers om de “partners” van verschillende platformen te organiseren. Dit collectief lag aan de basis van verschillende acties, zoals de stakingen van 8 en 13 januari. Er waren gecoördineerde acties in Brussel, Luik, Mechelen, Antwerpen en Gent. Dit werd gesteund door de vakbond CNE (de Franstalige tegenhanger van de christelijke bediendenbond LBC), ACV Transcom en het ABVV.

    Ook in andere landen werd geprotesteerd. Deliveroo verzet zich hiertegen. Zo werden enkele Britse koeriers na acties afgedankt – in Newspeak heet het dat ze ‘afgekoppeld’ werden van de app. In Leeds slaagde een collectief van koeriers er met de steun van de vakbond in om de re-integratie te bekomen van zeven collega’s die door de directie afgedankt werden omdat ze hun arbeidsvoorwaarden besproken hadden op WhatsApp.

    Deliveroo wil alle Belgische koeriers een statuut van zelfstandige geven. Daarmee wil het de werknemers isoleren en de mogelijkheid van collectief verzet breken. Tegelijk wordt elk ondernemingsrisico van het bedrijf op het personeel afgewenteld. Tegenover de inhaligheid van de werkgever is er nood aan – en een groot potentieel tot – collectieve strijd. Dit bleek ook in de actiedagen van de voorbije weken.

    Welke eisen?

    Totnogtoe werden de koeriers tewerkgesteld door de coöperatieve Smart. Hierdoor waren de koeriers werknemers met een contract van korte duur (minstens 3 uur). Het gaf bescherming tegen arbeidsongevallen en er werden sociale bijdragen betaald. Deliveroo kon zich achter Smart verstoppen om geen directe verantwoordelijkheid als werkgever op te nemen, ook al worden de werkingskosten van Smart doorgerekend aan de klanten van Deliveroo. Het gebruik van Smart liet Deliveroo toe om ‘ouderwetse’ verworvenheden als minimumlonen, collectieve arbeidsovereenkomsten of personeelsvertegenwoordiging aan de kant te schuiven. Welkom in de wondere wereld van de ‘nieuwe platformeconomie.’ Maar zelfs dit volstond niet.

    De Belgische koeriers eisen de mogelijkheid van een keuze tussen het statuut van zelfstandige en dat van werknemer van Smart. Ze eisen ook een gegarandeerd minimaal uurloon. Verder eisen ze collectief overleg met de directie. Er wordt aan toegevoegd dat het beter zou zijn om direct voor Deliveroo te werken met echte arbeidsovereenkomsten. Dat laatste punt is bijzonder belangrijk.

    Voor echte jobs met echte contracten en echte lonen

    Sandrino Graceffa, de gedelegeerd bestuurder van Smart, reageerde tegenover RTBF ontgoocheld op het feit dat Deliveroo niet langer van Smart gebruik zal maken. “We waren bezig met een geslaagd sociaal experiment dat aantoonde dat het mogelijk is om een beschermend model te hebben.” Een echte bescherming betekent dat er een arbeidsovereenkomst is tussen een werknemer en zijn werkgever. Het experiment met Smart liet Deliveroo toe om gelijk welke koerier op gelijk welk ogenblik af te danken aangezien er geen enkele verplichting of garantie contractueel vastgelegd was. Dergelijke sociale bescherming wordt net als minimumlonen, opzegperiodes, … als ‘ouderwets’ gezien.

    Het tekort aan degelijke jobs maakt dat de werkgevers steeds verder inhakken op de arbeidsvoorwaarden. Er zijn steeds werkenden of studenten die op zoek zijn naar een verdienste om de eindjes aan elkaar te knopen. Platformen als Deliveroo maken daar misbruik van om het voor te stellen alsof het personeel zelf zo flexibel wil werken. Dat wordt als opstap gebruikt om terug te keren naar 19de-eeuwse arbeidsvoorwaarden.

    De platformeconomie vormt een uitdaging voor de werkenden en hun vakbonden. Het gaat om een sector van lage lonen die dienst doet als testlabo inzake afbouw van de arbeidsvoorwaarden en lonen van alle werkenden. Het Nederlandse voorbeeld van DHL toont aan dat de betaling van de koeriers op basis van stukloon leidt tot lonen die tot 40% onder het minimumloon liggen. De sociale inspectie stelt er aan de regering voor om het stukloon te verbieden.

    De steun van de vakbonden aan de koeriers en het syndicaal organiseren van de koeriers is noodzakelijk. Het gaat om verzet tegen een samenlevingsmodel dat onze arbeidsvoorwaarden en lonen tot een neerwaartse spiraal veroordeelt. Daar moeten we samen tegen ingaan en met studenten en werkenden opkomen voor degelijke jobs.

  • Tegen het personeel en tegen de vakbond. Wat zit er achter de chaos bij Ryanair?

    Foto: Wikicommons

    De kranten staan er vol van: Ryanair schrapt tientallen vluchten. De aankondigingen van 27 september alleen treffen 400.000 reizigers. Deze crisis is veroorzaakt door de schandalige behandeling van het personeel door Ryanair.

    Artikel door Michael O’Brien, gemeenteraadslid van Solidarity in Dublin

    De piloten van Ryanair kwamen in opstand tegen de arbeids- en loonvoorwaarden. Ze verdienen onze steun en solidariteit van alle werkenden. De mannen en vrouwen die de vliegtuigen van Ryanair doen vliegen, het werkschema van Ryanair volgen en een uniform van Ryanair dragen werken onder het fictieve stelsel van zelfstandige.

    Schijnzelfstandigen

    Schijnzelfstandigheid is al schering en inslag in de bouwsector. Het motief is duidelijk: de werkgever moet niet betalen als de werknemer ziek is, er is geen vakantiegeld en er moet niet aan de sociale zekerheid bijgedragen worden. De kosten van de sociale zekerheid worden doorgeschoven naar de gemeenschap, wat jaarlijks miljoenen euro kost. Gelijk welke piloot van Ryanair die ziek valt of stopt als piloot, heeft geen automatisch recht op een uitkering.

    Afgelopen zomer vielen verschillende diensten van de sociale inspectie in Ierland binnen op een bouwwerf in Dolphin’s Barn om op te treden tegen schijnzelfstandigheid. Dat is terecht. Maar waarom gebeurt het niet bij Ryanair?

    Socialistisch parlementslid Mick Barry vroeg de minister van Transport, Shane Ross, deze week of dit komt omdat het bedrijf beschermd wordt door het establishment? Door de partijen die Ryanair-topman Michael O’Leary uitnodigen naar hun denktanks en door de regering die Ryanair voorstelt als een schitterend symbool en voorbeeld van het neoliberale Ierse kapitalisme?

    Anti-vakbond

    Ryanair is niet gewoon een bedrijf zonder vakbondsaanwezigheid, het is een expliciet anti-vakbondsbedrijf. Het wordt bestuurd als een bedrijfsdictatuur. Elk personeelslid dat opstond en aankondigde dat hij of zij de collega’s zou organiseren in een vakbond, werd meteen afgedankt. De afwezigheid van vakbonden is onderdeel van het probleem. Moesten er effectieve vakbonden bestaan hebben bij Ryanair, dan zouden de lonen en voorwaarden beter geweest zijn. En dan zou deze crisis die zoveel passagiers treft, mogelijk vermeden zijn.

    In maart 1998 ging er een kans verloren om de bazen van Ryanair aan te pakken. Toen gingen de bagage-afhandelaars en vakbondsleden van SIPTU op de luchthaven van Dublin in staking. De aanleiding was de weigering om te onderhandelen met het personeel in een poging om de vakbond monddood te maken. De luchthaven lag plat en dit bood een kans om de acties uit te breiden naar het personeel van Ryanair. Deze kans ging echter verloren toen de vakbondsleiding de solidariteitsacties afbrak om over te gaan tot een proces van “verzoening” met Ryanair. Om het anti-vakbondsbedrijf aan te pakken, zullen doeltreffender acties nodig zijn.

    Ryanair zet piloten onder druk, ook al zien die betere lonen en arbeidsvoorwaarden bij andere luchtvaartmaatschappijen. Het bod van ongeveer 10.000 euro per piloot om een week vakantie af te staan, werd terecht verworpen. De piloten hebben gelijk om de wettelijke middelen die ze hebben te gebruiken om betere lonen en voorwaarden af te dwingen, met inbegrip van het einde aan de praktijken van schijnzelfstandigheid. Dit moet niet alleen aanleiding geven tot strijd voor de erkenning van vakbonden bij Ryanair, maar ook voor een verderzetting van de strijd bij de bagage-afhandelaars, het cabinepersoneel en de bedienden.

  • Douwe Egberts. 3 miljard winst + fiscale cadeaus = 274 jobs weg. Onaanvaardbaar!

    Foto: PPICS
    Foto: PPICS

     

    Terwijl de regering zocht naar maatregelen om ons nog enkele miljarden te laten inleveren, kondigden tal van bedrijven afdankingen aan. Er gaat geen week voorbij zonder slecht nieuws: Caterpillar, AXA, ING, … Op 15 september was het de beurt aan Douwe Egberts: sluiting van de productiesite in Grimbergen en 274 bedreigde jobs.

    Artikel door Nico (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    In 2014 kwam Douwe Egberts onder de vleugels van de groep Jacobs terecht. Samen werden ze de grootste producent en verkoper van koffie ter wereld met een winst van 3 miljard euro per jaar. In Grimbergen werd in 2015 15 miljoen euro winst geboekt met een jaarproductie van 35.000 ton.

    Het bedrijf kreeg vorig jaar 1,5 miljoen euro belastingvrijstellingen op basis van de notionele intrestaftrek. Daarnaast kreeg het voor 500.000 euro verminderingen op sociale bijdragen. Voor de overname door Jacobs stemden de werknemers in met het afschaffen van de weekendploeg. Maar de inspanningen door het personeel en de fiscale cadeaus volstonden niet om de jobs te behouden. Eens te meer lijkt dit bloedbad ingegeven te zijn door een zoektocht naar nog meer winsten door inhalige aandeelhouders.

    Volgens de woordvoerder van het bedrijf veranderen de verwachtingen van consumenten en is het bedrijf niet meer aangepast. Als de fabriek in Grimbergen niet aangepast is, komt dit niet door het personeel. Als de organisatie van de productie problemen ondervindt, moet naar het management gekeken worden. Waarom werd niet geïnvesteerd om de productie aan te passen aan de ‘nieuwe noden’? De directie stelt dat ze wil inzetten op grote volumes en gespecialiseerde producten. In Grimbergen is dat moeilijk haalbaar. Maar komt dat door het beleid van de directie, of was de sluiting van deze site al langer gepland?

    Een alternatief door en voor de werkenden

    De directie sprak van een overcapaciteit binnen de groep waardoor Grimbergen dicht moest. Het geeft aan dat de directie zal doorzetten met de sluiting om haar doelstellingen te behalen. Een nieuwe verlaging van de sociale lasten of een loonsvermindering zet enkel het personeel meer tegen elkaar op zonder enige garantie op behoud van jobs. De directie verklaarde overigens dat zelfs indien het personeel gratis zou werken, de fabriek in Grimbergen toch zou dichtgaan.

    Na de informatiefase voorzien door de wet-Renault zal het sociaal plan in maximaal 60 dagen onderhandeld worden. Indien daar niets uitkomt, is het voor de directie mogelijk om af te danken aan de wettelijke minimumnormen. Waarom geen offensieve informatiefase organiseren met het personeel? Het spandoek aan de ingang van het bedrijf dat ook op de betoging van 29 september meegedragen werd, is alleszins duidelijk: “3 miljard winst + fiscale cadeaus = 274 jobs weg. Onaanvaardbaar!”

    Het is een goed vertrekpunt om een brede campagne vanuit de fabriek te starten. De personeelsvergaderingen bieden een kans om te discussiëren over de twijfels, de verwachtingen en om collectieve antwoorden te bieden. Het personeel moet de argumenten voor de sluiting weerleggen. Er zijn in Grimbergen machines om koffie te produceren, er is personeel om ze te bedienen en er zijn genoeg koffiedrinkers in het land. De onteigening zonder schadeloosstelling dringt zich op. Het nationaliseren van de productielijn onder controle van het personeel en de gemeenschap is de beste manier om een industrieel project te vestigen dat niet gericht is op de winsten maar op productie en jobs. Dit vereist een bezetting van de fabriek door het personeel zodat de directie de machines niet kan ontmantelen om ze door te verkopen. De helft van het personeel van Grimbergen blijft buiten het sociaal plan en moet verhuizen eens het sociaal plan er is.

    Brede solidariteit is nodig. Het spandoek kan ook in een affichevorm gemaakt worden met een campagne van de vakbonden naar de winkels en de bevolking in de buurt. Dit kan leiden tot een solidariteitsbetoging tot voor de poorten van het bedrijf. Het zou naast de procedure van de wet-Renault een sterke oproep zijn voor het behoud van jobs. We mogen de verschillende slachtoffers van collectieve afdankingen niet alleen laten strijden.

  • ING. 588 miljoen euro winst in eerste helft 2016 en toch sociaal bloedbad

    Foto: Flickr / redvers
    Foto: Flickr / redvers

    De aandeelhouders van de banken doen het uitstekend, hun personeel en klanten een pak minder. De vier grootbanken waren in de eerste helft van 2016 goed voor 3 miljard euro winst: 1,1 miljard voor KBC, 1 miljard voor BNP Paribas Fortis, 588 miljoen voor ING en 252 miljoen euro voor Belfius. In de tweede helft van 2016 kunnen die winsten nog hoger liggen, de bankentaks is immers bijna volledig in de eerste jaarhelft geboekt. Toch worden duizenden jobs bedreigd en tegelijk wordt aangekondigd dat de klanten meer zullen moeten betalen voor minder dienstverlening. De reden hiervoor? Winstbejag.

    3500 jobs bij ING bedreigd

    Vorig jaar maakte ING in ons land 500 miljoen euro winst, dit jaar werd in de eerste jaarhelft al meer winst geboekt. Toch wordt nu een bijzonder zware besparingsronde aangekondigd: bijna de helft van het personeel moet weg. Met de helft minder personeel evenveel doen, moet de winsten nog verder de hoogte in stuwen.

    Twee derden van de eigen kantoren moeten weg, de zelfstandige kantoren en die van dochterbedrijf Record Bank worden geïntegreerd in één netwerk van 650 voornamelijk zelfstandige kantoren in plaats van de huidige 1.200 van ING en Record. Van de 8.100 jobs bij ING België en de 600 bij Record Bank moeten er 3.500 weg. Internationaal verdwijnen 7.000 van de 52.000 jobs bij ING. De helft zou via natuurlijke afvloeiingen gebeuren, de helft via naakte ontslagen. In beide gevallen is het resultaat hetzelfde: waar er voorheen degelijke jobs waren, zijn die er voor de komende generaties niet meer.

    De reden voor de herstructuring is niet dat het bedrijf verlies maakt, maar dat er volgens de directie onvoldoende winst is. Aangezien steeds meer bankdiensten door klanten zelf gedaan worden op hun PC of smartphone, wordt het bovendien makkelijker om de dienstverlening fors af te bouwen. Dat oudere mensen of wie niet met PC-banking overweg kan hierdoor uit de boot valt, is voor de directie van ING duidelijk geen punt.

    De winsten worden vooral gebruikt om aan de aandeelhouders uit te keren. De PVDA maakte bekend dat er van de 10,9 miljard euro winst van ING de voorbije 10 jaar maar liefst 7,2 miljard euro aan dividenden werd uitgekeerd. De bank kon ook voor 1,9 miljard aan notionele intresten aftrekken en kwam aan een gemiddeld belastingtarief van 12,5%. Het geeft een nieuwe betekenis aan de term ‘bankoverval’. En het doorprikt het idee dat belastingvoordelen leiden tot nieuwe investeringen en bijhorende jobs. Neen, de voordelen vloeien door naar de aandeelhouders. De gemeenschap betaalt de belastingkortingen en nadien draait ze ook nog eens op voor de kost van het sociale bloedbad.

    “Duurdere bankdiensten onvermijdelijk”

    3 miljard euro winst op een half jaar tijd is niet voldoende voor de grote banken. Max Jadot van BNP Paribas Fortis verklaarde eerder al: “Duurdere bankdiensten zijn onvermijdelijk.” Hij stelt dat de banken “door de lage rentes op zoeken moeten naar andere inkomsten.” Zo werd al beslist om de dossierkosten voor nieuwe woonkredieten van 350 euro te verhogen naar 500 euro, bij een herziening is er zelfs een verdubbeling tot 700 euro.

    Mogelijk zullen de banken zich niet beperken tot doorgaans eenmalige diensten zoals leningen voor de aankoop van een woning. Er wordt ook gekeken naar de kosten voor zichtrekeningen of kredietkaarten. Het aantal filialen neemt af en we moeten steeds meer bankverrichtingen zelf doen via automaten of de computer, maar de kosten die we hiervoor moeten betalen nemen toe. Het doel is duidelijk: meer winsten boeken.

    Minister Kris Peeters stelde dat hij de dossierkosten aan regels wil onderwerpen. “Ik begrijp dat mensen het niet verstaan dat banken aan de ene kant winst boeken en aan de andere kant de kosten verhogen,” verklaarde hij. Maar of er aan zijn begrip ook een vervolg komt, is hoogst betwijfelbaar. Deze rechtse regering rijdt immers voor de grote bedrijven en de superrijken. Die willen niet dat aan hun dividenden en winsten geraakt wordt.

    De bankensector kan de winsten niet verhogen door onder de wettelijke minimale rente te gaan. Door de kosten te verhogen, wordt die rente in de praktijk naar beneden gehaald en dit met een vlaktaks die voor iedereen gelijk is: wie 150.000 euro voor een bescheiden rijwoning leent, moet evenveel extra betalen als wie zich een ruime villa kan permitteren. Het verhogen van de kosten voor een zichtrekening betekent dat wie elke maand moet schrapen om boven nul te blijven evenveel extra moet betalen als de allerrijksten. Niet dat het afschaffen van de wettelijke minimale rente een stap vooruit zou zijn, dan betalen we ons straks blauw om onze spaarcenten aan de banken toe te vertrouwen. Het probleem zit niet bij ons, maar bij het winstbejag.

    Tenslotte wordt gezegd dat de regulering van de bankensector een probleem is. Blijkbaar kunnen de banken niet op een veilige manier werken en vereist de winsthonger van de aandeelhouders dat grotere risico’s worden genomen. De speculanten willen meer gokken, de gemeenschap draait toch op voor de verliezen?

    Nationaliseer de banken!

    Met deze herstructurering bij ING zien we hetzelfde als bij Caterpillar: een winstgevend bedrijf richt een sociaal bloedbad aan om nog meer winst te kunnen maken. De argumentatie van de regering over belastingvoordelen om ‘jobs, jobs, jobs’ te creëren, blijkt een leugen te zijn: de aandeelhouders incasseren de voordelen via hun dividenden en om die op peil te houden, aarzelen de bedrijven nadien niet om sociale bloedbaden aan te richten. De enige jobs die er bijkomen, zijn laagbetaald en super-flexibel. Goed betaalde jobs verdwijnen.

    Ook zien we dat technologische vooruitgang niet gebruikt wordt om de samenleving vooruit te duwen, maar om sociale achteruitgang op te leggen in naam van de winsten. Nochtans zou het logisch zijn om technologische vooruitgang te gebruiken om de arbeidsduur collectief te verminderen. In plaats van afdankingen kan het beschikbare werk verdeeld worden over het bestaande aantal werknemers die bijvoorbeeld 30 uur werken (met loonbehoud).

    Toen de banken door hun speculaties overkop dreigden te gaan, kwam de overheid tussen en werden sommige banken zelfs genationaliseerd. Het beheer bleef evenwel in handen van dezelfde kliekjes topbankiers die de banken eerder naar de afgrond brachten. Het doel was enkel om de verliezen op de gemeenschap af te wentelen om de toekomstige winsten voor de private aandeelhouders veilig te stellen.

    Maar er werd aangetoond dat het mogelijk is om de banken te nationaliseren. Waarom zou dit niet mogelijk zijn om een sociaal bloedbad in de sector te vermijden? Maar dan wel geen nationalisatie geleid door dezelfde topbankiers: het personeel uit de sector, de vakbonden en de gemeenschap in het algemeen zijn het beste geplaatst om het beheer op democratische wijze in handen te nemen.

    Wellicht zal ING navolging krijgen van andere banken en ook in de verzekeringssector zijn er grootschalige afdankingen. Zoals we na het jobverlies bij Axa en P&V opmerkten: “Verzekeringen, krediet, banken, … zijn te belangrijk om aan de winsthonger van de private sector over te laten. Waarom de volledige sector niet onder democratische controle van de gemeenschap plaatsen? Dan kan de verzekeringssector rampen en schade collectief laat dragen zonder daar steeds grotere winsten voor speculanten en andere aandeelhouders op te realiseren en kunnen de banken goedkoop krediet en diensten verlenen aan de gemeenschap.”

  • 650 jobs weg bij AXA, 300 bij P&V. Verzekeringssector dankt massaal af

    Foto: Flickr / shinythings
    Foto: Flickr / shinythings

    Wie in de verzekeringssector werkt, kan zich maar beter duur laten verzekeren tegen afdankingen. De aankondiging van 650 jobs die verdwijnen bij AXA werd snel gevolgd door die van P&V waar tegen 2020 zowat 300 jobs weg moeten. Ondertussen hangen er donkere wolken boven de toekomst van Ethias. De verzekeringssector staat naar eigen zeggen onder druk door digitalisering maar ook door de langdurig lage rente. Waar het echt om gaat, zijn de winsten. Om die op peil te houden, betalen personeel en klanten het gelag.

    AXA België haalde vorig jaar een omzet van 3,7 miljard euro. De internationale groep was goed voor een winst van 5,65 miljard euro, een stijging met 12% tegenover 2014. AXA België wil zich vooral op schadeverzekeringen en pensioenproducten richten. Beleggingen op lange termijn in de vorm van spaarverzekeringen met een gegarandeerde opbrengst zijn niet langer interessant door de lage rente.

    De heroriëntatie van de activiteit gaat gepaard met een forse afbouw van het personeelsbestand: 650 van de 4.000 jobs verdwijnen. Nog voor het einde van het jaar moeten er ongeveer 300 mensen vertrekken. Bij P&V Verzekeringen moeten 300 van de 1.738 jobs weg tegen 2020. Volgens de directie kan dit via natuurlijke afvloeiingen. Ook hier wordt gewezen op de digitalisering en de lange rente die op de inkomsten weegt.

    In beide gevallen wordt meteen ook de discussie opgestart over de arbeids- en loonvoorwaarden van wie blijft. Bij P&V heet het dat medewerkers “kostenefficiënt en concurrentieel verloond” zullen worden. Bij AXA wordt de arbeidsduur opgetrokken zonder looncompensatie en wil de directie nog bijkomende maatregelen. Er is zelfs sprake van de piste van een rechtstreekse loonvermindering en verloning gekoppeld aan prestaties in plaats van arbeidstijd zodat geen overuren betaald worden en de werkdruk kan opgedreven worden.

    Eén van de centrale argumenten voor de afdankingen is de groeiende digitalisering. Hilde Vernaillen van P&V vatte het als volgt samen: “De wereld verandert sneller dan we dachten. De digitale transformatie zit in een acceleratie. De zuiver administratieve jobs, zoals ‘encodage’, worden overbodig omdat de informatiestroom automatisch loopt. Meer efficiëntie betekent dat we minder personeel nodig hebben.” Bij AXA verwerpen de vakbonden het argument van de digitalisering en wordt op verkeerde IT-investeringen in het verleden gewezen. Alleszins is het duidelijk dat technologische vooruitgang vandaag niet gebruikt wordt om de arbeidstijd van alle werkenden naar beneden te halen zodat we met z’n allen van de vooruitgang kunnen genieten. Het wordt integendeel gebruikt om sociale bloedbaden aan te richten. Ook indien er bij P&V geen directe afdankingen komen, zijn er toch 300 jobs minder voor de volgende generatie.

    Het belangrijkste argument bij AXA werd al voor de zomer gegeven. Toen kondigde de internationale directie aan dat wereldwijd 2,1 miljard euro moest bespaard worden op de onkosten om het operationeel resultaat jaarlijks en gemiddeld met 3 tot 7% per aandeel op te voeren. De dividenden voor de aandeelhouders moeten steeds verder stijgen en daar betalen personeel en klanten de prijs voor. Het personeel door met steeds minder collega’s flexibeler te werken voor een lager loon. De klanten door meer te betalen voor minder diensten. Er wordt nu al aangekondigd dat er mogelijk nog fusies in de sector komen en dat dit gepaard zal gaan met een verhoging van de premies.

    Vorig jaar waren er in de verzekeringssector in ons land net geen 23.000 voltijdse jobs. Daar verdwijnen er nu ongeveer 1.000 van en mogelijk volgen er nog jobverliezen. Het groeiende belang van de financiële sector werd ons jaren geleden voorgesteld als een teken van vooruitgang. Nu botst de hele sector, van de banken tot de verzekeringen, op de beperkingen van het kapitalisme in crisis. Verzekeringen, krediet, banken, … zijn te belangrijk om aan de winsthonger van de private sector over te laten. Waarom de volledige sector niet onder democratische controle van de gemeenschap plaatsen? Dan kan de verzekeringssector rampen en schade collectief laat dragen zonder daar steeds grotere winsten voor speculanten en andere aandeelhouders op te realiseren en kunnen de banken goedkoop krediet en diensten verlenen aan de gemeenschap.

  • Hoe het personeel bij Uber organiseren? Interview met een Uber-chauffeur

    uberDon Creery werkt voltijds als chauffeur bij Uber. Hij is een van de verantwoordelijken van de vakbond App-Based Drivers Association (ABDA) in Seattle. Deze bond is deel van de Teamster vakbond. We spraken met hem over hoe zelfstandige chauffeurs kunnen georganiseerd worden in de vakbond.

    Interview door Socialist Alternative, onze Amerikaanse zusterorganisatie

    Waarom begon je voor Uber te rijden?

    “Ik las in de zomer van 2013 een artikel in Seattle Weekly. Het ging over Lyft en het zag er interessanter uit dan gewoon als taxichauffeur werken. Ik begon ermee te werken en mijn ervaring was erg positief. Van bij het begin verdiende ik ongeveer 30 dollar per uur, na aftrek van tankkosten. Ik dacht: ‘Dit is fantastisch’.

    “Aangezien ik uit een vakbondsfamilie kom, stond ik er meteen bij stil dat Amerikaanse bedrijven nooit lang zouden toelaten dat ik 30 dollar per uur verdien. Ik wist dat het nodig zou zijn om ons te organiseren.

    “Het stelsel stond nog in zijn kinderschoenen en iedereen hield ervan. De forums en commentaren op Facebook stonden vol positieve reacties: goede ritten en chauffeurs die goed verdienden. Er was veel optimisme.”

    Je begon als een zelfstandige chauffeur? Bedrijven als Uber en Lyft stellen hun diensten toch voor als het delen van ritten en niet als het aanbieden van taxi-diensten?

    “Ze stellen het voor alsof je een vriend met een auto bent. Het zou alle ‘problemen’ met taxi’s moeten oplossen. Het werd voorgesteld als een alternatief op taxi’s en dat is ook hoe veel passagiers erover dachten. Er was een ongelofelijk enthousiasme onder de passagiers: ‘Jullie staan er erg snel en jullie weten waar je naartoe gaat, jullie zijn vriendelijk en ik kan vooraan zitten.’

    “Persoonlijk hou ik daar wel van. In de jaren 1980 was ik een tijdje taxichauffeur en het was een erg hiërarchische verhouding, de chauffeur was lager geplaatst en reed anderen rond. Lyft gaf de indruk dat het anders was: ‘Een leuke vriend daagt op, je zit vooraan en chauffeur en passagier zijn gelijken.’

    “Er was toen nog geen druk om zoveel mogelijk chauffeurs in te zetten. Dat is vandaag wel het geval. De reacties op Facebook zijn dan ook veel minder enthousiast. Er is algemeen ongenoegen en verbittering. Op alle sites van chauffeurs is er veel rancune.”

    Wat is het moeilijke als je voor Uber of Lyft werkt?

    “Je moet twee keer per dag werken. Ik begin in de ochtendspits, dan ben ik nog fris en de ochtendspits lijkt daarom niet zo inspannend. Maar omdat er bespaard wordt op de tarieven, moet ik vaak ook de avondspits doen. Voor de besparing op de tarieven zou ik dan al lang niet meer werken. In de avondspits ben ik meer gespannen, maak ik meer kans om fouten te maken. Twee spitsen per dag is teveel. Dat is het moeilijkste onderdeel, we moeten langere werkdagen kloppen.

    “Er zijn wel regels over hoe lang chauffeurs mogen rijden, maar ik denk dat deze te laks zijn en bovendien worden ze niet afgedwongen. Het is echt gevaarlijk. Chauffeurs worden ertoe aangezet om langer te rijden dan wat goed is. Voor is een shift van 12 uur veel te lang.”

    Nu je betrokken bent in het opzetten van een vakbondswerking kom je met veel andere chauffeurs in aanraking. Hoe begin je de discussie met andere chauffeurs? Waren er al contacten voor er aan een vakbondswerking begonnen werd?

    “Niet echt, nee. De meeste communicatie gebeurde over Facebook. Er waren soms bijeenkomsten via de fora op Facebook, maar daar waren doorgaans dezelfde vijf mensen. Je komt niet echt in contact met anderen en dat maakt het erg moeilijk om een vakbond te organiseren. Het is niet gemakkelijk om een plaats te vinden waar je meer dan vijf of zes chauffeurs tegelijk kunt aantreffen.”

    Hoe raakte jij betrokken bij het organiseren van de chauffeurs?

    “In december 2013 begon ik ook voor Uber te rijden. Zij deden een enorme inspanning om chauffeurs van Lyft aan te trekken om voor hen te rijden. We werden uitgenodigd op hun kantoor, ze boden ons pizza aan en een tankkaart van 50 dollar met als boodschap: ‘rij ook voor ons’, en nog: ‘Als je in december 20 ritten doet, geven we een bonus van 500 dollar.’ Natuurlijk sprong iedereen daarop. En dus begon zowat iedereen voor beiden te rijden.

    “In augustus 2014 werden de tarieven naar beneden herzien. Dat was op 3 augustus. Voordien verdiende ik makkelijk 150 dollar per dag, soms zelfs 200. Ik moest daar nooit 8 uur voor werken. Op 3 augustus werkte ik de hele dag, ik deed 18 ritten en mijn inkomen was 118 dollar. Ik keek naar de teller en was verbaasd. De teller was er altijd al, maar als je goed verdiend besteed je er niet zoveel aandacht aan. Dan moet je er niet bezorgd om zijn.

    “Ik had in mei gezien dat een aantal chauffeurs een vereniging hadden opgezet via de Teamster vakbond. Toen de tarieven naar beneden herzien werden, zocht ik hen op en stuurde ik een bericht dat ik geïnteresseerd was in de vakbond. Ik kwam in contact met een organisator van de vakbond en had een bijeenkomst met haar. Ze zei me: ‘we maken ons klaar voor deze sector.’

    “De Teamsters hadden beslist dat ze alle aandacht op Seattle zouden richten. Het is hun grootste afdeling ten westen van de Mississippi, ze hadden hier ook het meeste middelen en mensen. En er was ook het gevoel dat het hier als gevolg van de regel van het minimumloon van 15 dollar en door de samenstelling van de gemeenteraad een goede plaats was om de campagne te starten. Het doel was een collectief akkoord.

    “Het probleem is dat steden en burgemeesters in heel het land gewoon bang zijn van Uber. Dit zijn wel bedrijven, zij kunnen de wet breken en de steden kijken de andere kant op. Dat is wat er gebeurt, ook in Seattle. De steden hebben de bevoegdheid om de regels rond taxidiensten te bepalen en wij bieden taxidiensten aan. Ik weet niet hoeveel steden regels hebben vastgelegd, maar Seattle deed dit in 2014 waardoor we een erkenning moesten hebben.

    “Met de Teamsters werd een strategie uitgewerkt en ik begon aan vergaderingen met andere chauffeurs deel te nemen. We begonnen chauffeurs lid te maken van de vakbond, dat was zeker niet evident.”

    Hoe deden jullie dat?

    “Dat was niet gemakkelijk. We gingen naar drukke straten in het stadscentrum en zochten geparkeerde auto’s met het logo van Uber of Lyft. Of je ziet iemand in een auto wachten en je gaat er gewoon naar toe om te vragen of het een chauffeur van Uber of Lyft is. We spraken met hen. Of we zagen hen in de Starbucks, enkele filialen zijn populair onder chauffeurs. Het was een traag en moeizaam proces, op deze manier bereik je niet veel mensen. Maar er was geen andere manier. We hingen rond bij moskeeën na het vrijdaggebed en troffen zo soms drie of vier chauffeurs tegelijk aan.

    “Nadien trok ik naar de buurt rond het kantoor van Uber. Er waren daar twee types van mensen: diegenen die pas begonnen, zij stonden erg wantrouwig. En daarnaast de mensen die het niet meer zagen zitten omdat ze kwaad waren. Die mensen konden we wel benaderen. Maar het bleef moeizaam verlopen.

    “Maar dan riep Uber in februari 2015 alle chauffeurs bijeen. Het bedrijf kondigde aan dat de tarieven opnieuw zouden herzien worden, we wisten allemaal dat dit betekende dat de tarieven verder naar beneden zouden gaan voor ons. Het ging om een verlaging van de tarieven met 25 cent per mijl. Vervolgens werden vergaderingen gepland, de Teamsters werden overstelpt met reacties. We hadden bijeenkomsten met 75-100 aanwezigen op elke vergadering. Dat is waar het echt begon.

    “Op de laatste bijeenkomst planden we een actie aan Olympia, waar de deelstaatregering een wetsvoorstel besprak dat gericht was op het dereguleren van de taxidiensten van Uber. We wilden protesteren en eisen dat er een wet komt om een collectief akkoord te sluiten. Als de deregulering er kwam, zou dat onmogelijk worden. We zouden in de stad geen collectief akkoord bekomen als er op het niveau van de staat een deregulering was.

    “We gingen met 36 chauffeurs naar Olympia. We voelden ons erg sterk die dag. We hadden een opleiding gekregen van de Teamsters over hoe we de parlementsleden moesten aanspreken met onze eisen. Wij waren maar gewone chauffeurs, maar omdat de vakbond erbij was, kwamen de parlementsleden naar buiten om met ons te praten.

    “Drie weken later werden de ergste delen uit het wetsvoorstel gehaald. Twee van de parlementsleden zeiden dat ze hun stemgedrag hadden aangepast na onze actie. Dat was een overwinning voor ons. Er werd naar ons geluisterd en we hadden iets bekomen. Op die basis konden we verdergaan en onze organisatie ABDA opzetten.

    “In augustus hoorden we dat er in de gemeenteraad van Seattle regels zouden gestemd worden. Uiteindelijk werd dit over de verkiezingen getild. Op zich was dat niet slecht, het maakte er een kiesthema van.”

    Op welke manier maken Uber of Lyft het moeilijker om de chauffeurs te organiseren?

    “We moeten aan één zeel trekken. Er was een chauffeur die sprak op de persconferentie waar de regels inzake het collectief overleg aangekondigd werden. Binnen de twee uur werd hij gedesactiveerd op basis van onduidelijke redenen. Toen de media en de Teamsters hiervan wisten, werd hij binnen de twee uur terug geactiveerd.”

    Wat hebben jullie al bekomen?

    “De regels van collectief overleg geven ons de mogelijkheid om te onderhandelen over betere lonen en rond verschillende kleine zaken, zoals het systeem van de waardering van de chauffeur. Na enkele negatieve commentaren is er nu een automatische desactivering. Er kunnen redenen zijn voor die negatieve commentaren. Je zal maar een moslim zijn die als chauffeur botst op reacties als: ‘je bent een terrorist’ of ‘ga terug naar Arabië.’ Niemand zal bij een negatieve evaluatie als reden aangeven dat hij of zij niet van moslims houdt. Er wordt geen reden gegeven, maar de negatieve score blijft.

    “Er is ook het perspectief van de veiligheid van de reizigers. Bedrijven als Uber en Lyft stellen het graag voor alsof ze werken met chauffeurs die wat bijklussen voor ‘extra’ geld. Dat klinkt misschien niet slecht, maar willen we het personenvervoer daarop baseren? Mensen die wat bijklussen zonder een opleiding en zonder er even goed in te zijn als mensen die transport van personen als vaste job uitoefenen?

    Hoe kan een collectief contract met Uber of Lyft bekomen worden?

    “Daar kan ik niet over speculeren. Het zal een lange strijd zijn. Ze zullen druk zetten, wellicht gaat het een lange juridische strijd zijn.”

    Heb je een boodschap voor andere chauffeurs of zelfstandige onderaannemers in het land?

    “Je moet je organiseren. We zijn echt kwetsbaar in deze jobs, dat is overigens het uitgangspunt ervan. Enkel voor jezelf opkomen, volstaat niet. We moeten ons organiseren. Het gaat nu om chauffeurs, maar op langere termijn moeten we alle werkenden in schijnzelfstandige statuten betrekken. In Californië wordt gewerkt aan een wet die van toepassing zou zijn op alle zelfstandige contractors.”

  • Horeca: flexi-jobs aan 9,5 euro per uur zonder werkzekerheid

    Deze zomer heeft de ministerraad beslist om maatregelen te nemen rond tewerkstelling in de horeca. Met flexi-jobs en goedkope overuren krijgen de werkgevers enorm veel mogelijkheden. Voor Gwendolyn Rutten (Open Vld) is het slechts een opstap: “De horeca is een testcase, ook voor de nieuwe economie. Als dit flexstatuut werkt, kunnen andere sectoren er ook gebruik van maken.”

    Een flexi-job is mogelijk voor wie drie kwartalen minstens vier  vijfden elders werkt of gewerkt heeft. Onder het mom van bijverdienen in de horeca is het dan mogelijk om aan een hongerloon van minstens 9,5 euro per uur te werken, waarbij geen baremaverhogingen mogelijk zijn en waarop geen bijdragen aan sociale zekerheid of bedrijfsvoorheffing betaald worden. De werkgever betaalt enkel een bijzondere bijdrage. Het argument is dat er in de vorige tewerkstelling van minstens vier vijfden al voldoende aan de sociale zekerheid is bijgedragen…

    Er is geen minimumtermijn om de werknemer te verwittigen wanneer hij of zij moet werken, er kan dag per dag gekeken worden of en hoeveel flexi-werkers worden opgeroepen. Een contract voor een flexi-job moet niet noodzakelijk schriftelijk worden opgesteld, een mondeling contract met een dagelijkse aangifte is eveneens mogelijk. De stap naar nulurencontracten, waarbij een contract geen garantie op werkuren en bijhorend loon omvat, wordt wel heel klein.

    Ook voltijds personeel in de horeca wordt onder druk gezet. Het aantal overuren dat dit personeel mag kloppen, wordt verhoogd tot 360 per jaar. Dat zijn er bijna twee per normale werkdag. Een overurentoeslag voor deze uren wordt afgeschaft en zelfs de zon- en feestdagtoeslagen verdwijnen. De regel van een vlak loontarief bij de flexi-jobs wordt dus stilaan veralgemeend tot de volledige sector.

    Deze voorstellen vormen een aanval op de bescherming van werknemers, de lonen en de sociale zekerheid. Het is onderdeel van de invoering van een steeds grotere lageloonsector waarin werkenden geen rechten hebben, maar in ruil voor een hongerloon dag en nacht ter beschikking van hun werkgever moeten staan.

  • Vakbondsprotest tegen sociale dumping eist een ander Europa

    dumpingalgemeenEnkele duizenden vakbondsmilitanten, vooral uit die sectoren waar sociale dumping schering en inslag is zoals bouw, transport, voeding en diensten, verzamelden deze middag op het Brusselse Luxemburgplein. De aanleiding was een onderhoud tussen de vakbonden en Europese parlementsleden dat deze namiddag zou plaatsvinden.

    Verslag door Bart Vandersteene

    Sociale dumping is een harde realiteit geworden in veel sectoren binnen de EU. Werkkrachten worden vanuit die landen waar de lonen het laagst liggen naar hier gehaald om de loon-en arbeidsvoorwaarden hier te ondermijnen. Zoals alle sprekers op de actie vertelden kunnen we die werknemers die hopen een betere toekomst op te bouwen voor zichzelf en hun familie niet verwijten dat ze naar hier komen. Het zijn de werkgevers en de regels die de EU in hun belang creëerde een spiraal naar beneden veroorzaken.

    Bart Vannetelbosch, nationaal secretaris van ACV Voeding & Diensten, gaf een beklijvende opsomming van waar we over spreken wanneer het gaat over sociale dumping in de vleesindustrie:

    • werknemers 2 shiften na elkaar laten werken en maar één uitbetalen;
    • werknemers op tijdelijke werkloosheid plaatsen, toch laten werken, maar geen loon uitbetalen en dus produceren op kosten van de gemeenschap;
    • lonen van 6 en 7 euro per uur betalen terwijl het minimumloon 12 euro bedraagt;
    • werknemers in een stal laten logeren en zotte kosten ervoor inhouden van hun loon;
    • loon in cash uitbetalen en de helft aan de koppelbaas geven;
    • bedreigd worden als je naar de vakbond stapt en de dag nadien, met een blauw oog, bij de vakbond komen vertellen dat je je klacht wil intrekken.

    Volgens Frank Moreels, federaal secretaris van het ABVV, die als eerste de manifestanten toesprak, zijn er in België de afgelopen 4 jaar 6.000 jobs verloren gegaan in de transportsector. Deze jobs zijn niet in rook opgegaan, maar Belgische chauffeurs werden vervangen door Oost-Europese. Bij deze buitenlandse werknemers vindt er een zware uitbuiting plaats. Ze zijn maanden weg van thuis, ze leven, werken en slapen in hun camion. Ze zijn moe en vormen daardoor ook een gevaar op de weg. Werkgevers vertelden ons vroeger dat de loonkost van Belgische chauffeurs te hoog was en ze haalden Poolse chauffeurs. Toen waren die ook te hoog en haalden ze Sloveense en Slowaakse. Toen die ook te hoog bleken kwamen er Roemeense en Bulgaarse chauffeurs en nu komen er Litouwse en Letse chauffeurs. Deze race to the bottom moet stoppen. Geen enkele werknemer wint hierbij, zij worden gigantisch uitgebuit en de Belgische chauffeurs verliezen hun job. Het zijn de grote multinationals die zo weinig mogelijk willen betalen voor hun transport die voor deze situatie verantwoordelijk zijn.

    Frank sprak ook over de verpletterende verantwoordelijkheid van Europa. Het Europa dat al jarenlang probeert het statuut van de havenarbeiders aan te pakken en het Europa dat elke lidstaat dat sociale maatregelen neemt tot de orde roept. Duitsland heeft net een minimumloon ingevoerd, dat ook geldt voor buitenlandse chauffeurs en dat zou iedereen in Europa tevreden moeten stellen. Wat doet de EU? Deze start een procedure om deze maatregel voor buitenlandse chauffeurs te betwisten.

    Ook andere sprekers verwezen naar de rol die de EU speelt in heel het verhaal van sociale dumping. Johan Vandycke, nationaal verantwoordelijke voor o.a. de bouw namens het ACLVB, wees scherp op het feit dat Europa de sociale zekerheid in gevaar brengt. Hij stelde terecht dat pas wanneer alle bouwvakkers in Europa dezelfde rechten hebben, dezelfde lonen en dezelfde sociale bescherming, we fier zullen kunnen zijn op Europa.

    bouw

    Marie-Hélène Ska, algemeen secretaris van het ACV, haalde uit naar het plan van de Europese Commissie om éénpersoonsbedrijven met een startkapitaal van één euro mogelijk te maken. Dit plan moet tegengehouden worden omdat het de sociale dumping enkel maar zal aanwakkeren. Ze riep alle Europese parlementsleden op om hun verantwoordelijkheid te nemen en duidelijk te kiezen tussen ofwel de belangen van de werknemers ofwel die van het kapitaal.

    ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw, verwees naar het neoliberale karakter van de EU, gebaseerd op vrijheden, zoals het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. Hij verweet de EU de sociale vrijheden vergeten te zijn.

    Mocht het echter om een vergetelheid gaan dan kon dit snel rechtgezet worden. Maar de hele opzet van deze EU en haar structuren bestaat er net uit om om de sociale rechten ondergeschikt te maken aan de economische wetten van de vrije markt. Wanneer iemand iets vergeet kan je er vriendelijk op wijzen om dit recht te zetten. Wanneer een constructie bewust wordt opgezet om alles wat sociaal is aan Europa af te breken, dan helpt vriendelijk vragen, dan is er maar één optie en dat is een meedogenloze strijd voeren tegen deze EU.

    De Leeuw vermeldde correct dat een grote meerderheid van de Europeanen een sociaal Europa willen, een Europa van solidariteit en sociale zekerheid. Maar het is een illusie te denken dat de huidige EU daarvoor een instrument is.

    Jan Vercamst, nationaal voorzitter van het ACLVB, noemde de praktijken die vandaag gehanteerd worden door werkgevers, een moderne vorm van slavernij.

    500minder

    En daarmee kunnen we akkoord gaan. Vandaar dat dit thema te serieus is om er luchtig over te doen. Soms leek de actie en de sfeer op een eindeseizoenswedstrijd in het voetbal, een gezellige afsluiter van het jaar en een laatste inspanning voor de congé. Maar mag een actie ook meer zijn dan het mobiliseren van enkele duizenden militanten op een plein in Brussel om de onderhandelaars meer ‘gewicht’ te geven aan de onderhandelingstafel?

    Waarom niet een aantal werkgevers in het Brusselse die gekend staan voor hun maffieuze praktijken een bezoekje brengen met enkele honderden vakbondsmilitanten. Waarom niet de moderne slavendrijvers via deze actie bekend maken aan het bredere publiek. Waarom niet een actie organiseren die gevoeld wordt door diegenen die vandaag de EU-regels naar hun hand zetten.

    De gelegenheidsgroep van vakbondsmilitanten, die de tekst YMCA van Village People omtoverde tot een aanklacht tegen de EU en opriep tot een strijd tegen het Europa van de banken, was nog het meest expliciet in hun kritiek, door de vinger op de wonde te leggen.

    Op het einde van de toespraken kon Marc Goblet, federaal secretaris van het ABVV, nog terecht de link maken met de nood om in België de strijd tegen de besparingsregering terug nieuw leven in te blazen. Hij verwees als enige naar de volgende belangrijke afspraak waar alle sectoren elkaar kunnen vinden om elkaars strijd te ondersteunen, 7 oktober 2015, de grote nationale manifestatie naar aanleiding van één jaar regering Michel I. Hij pleitte terecht om na de zomer een evoluerend actieplan in België op te starten naar analogie met het succesvolle actieplan van vorig jaar. Tegelijk pleitte hij er voor om dit, gezien de Europese realiteit, ook op Europees vlak op poten te zetten.

  • Foto’s vanop het vakbondsprotest tegen sociale dumping

    Gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde werkplek!

    19089035926_c1aa01101e_zVandaag kwamen honderden militanten van ACV, ABVV en ACLVB bijeen op het Luxemburgplein voor het Europees Parlement in Brussel. Er werd geprotesteerd tegen de Europese regels die sociale dumping mogelijk maken, onder meer de detacheringsrichtlijn waarmee werkgevers personeel kunnen uitsturen om in andere landen te werken aan ellendige lonen. In heel wat sectoren is de situatie onhoudbaar geworden.

    De afgelopen dagen waren er verschillende acties tegen sociale dumping. Afgelopen vrijdag trokken een 30-tal militanten van het ABVV naar de bouwwerf voor de toekomstige IKEA-winkel in Bergen. Ze spraken er met Bulgaarse, Portugese en Spaanse arbeiders die aan bijzonder lage lonen werken. Belgische bedrijven doen mee aan de dumping door goedkope buitenlandse arbeiders in te zetten die in hun land van afkomst sociale bijdragen betalen, uiteraard gaat het dan om erg lage bijdragen. Vooral in de sector van de bouw en het transport waren er de voorbije dagen acties.

    Het gemeenschappelijk vakbondsfront verklaarde vandaag: “Niet alleen worden duizenden werknemers hier op straat gezet, ook de arbeids- en loonvoorwaarden die eruit voortvloeien zijn onaanvaardbaar. Deze moderne slavernij moet stoppen. Sociale dumping is onmenselijk voor de uitgebuite werknemers, oneerlijke concurrentie voor werknemers en werkgevers die de regels wel volgen, vormt een bedreiging voor jobs en sectoren en doet de sociale zekerheid een pak opbrengsten missen.”

    Marc Goblet (ABVV) herinnerde aan de oproep voor de betoging van 7 oktober, in het kader van een nieuw “actieplan”. Deze betoging moet een massale bijeenkomst worden, een uiting van ongenoegen een jaar na het aantreden van de rechtse regering.

    Van de betoging op 7 oktober een succes maken!

    Het voordeel van het eerste actieplan eind 2014 was dat goed op voorhand geweten was welke acties zouden volgen en dat de acties werden opgebouwd met een goede informatie- en mobilisatiecampagne naar een algemene staking van historische omvang. Een van de sterke punten was onder meer de terugkeer van algemene personeelsvergaderingen.

    Een militantenconcentratie begin september om het mobilisatiemateriaal voor 7 oktober massaal te verspreiden, moet toelaten om te bouwen naar die betoging. Het zou meteen ook een uitstekende gelegenheid zijn om het actieplan na 7 oktober meteen aan te kondigen, een actieplan dat gericht moet zijn op de val van de regering van de rijken. Daartoe zullen stakingsacties nodig zijn.

    Foto’s door Liesbeth:

    Foto’s door Nico:

     

  • Wat niet in het nieuws kwam: de lonen bij Plopsaland

    Managers die zichzelf miljoenen uitkeren, vragen flexibel personeel dat aan 9,34 euro bruto per uur werkt

    Voor de verkiezingen was er in het debat over werkgelegenheid de voor de patronale partijen welkome reactie van Plopsaland dat beweerde dat het moeite had om gemotiveerd personeel te vinden. Dit werd gebruikt om de stelling te onderbouwen dat wie werk zoekt nu eenmaal werk vindt en dat wie geen werk heeft bijgevolg na twee of drie jaar mag geschrapt worden. Werkloosheid zou met andere woorden de schuld van de werklozen zelf zijn.

    Dat argument hebben we al beantwoord op deze site. Op 21 mei schreven we in dit artikel: “In de database van VDAB staan momenteel in ons land 90.547 openstaande vacatures. In april 2014 ontving de VDAB 21.043 vacatures en over een periode van een jaar gaat het om 237.163 vacatures. Daar tegenover staan in Vlaanderen alleen 224.790 niet-werkende werkzoekenden of 14.614 meer dan een jaar geleden en meer dan 40.000 daarvan zijn jongeren. In heel het land zijn er volgens de RVA 359.317 niet-werkende werkzoekenden met een RVA-uitkering en 202.518 tijdelijk werklozen. Alles samen waren er in maart 2014 669.032 “vergoede werklozen” in ons land, waarvan 309.886 in Vlaanderen. 669.032 vergoede werklozen, tegenover 90.547 openstaande vacatures. Zelfs een rekenwonder als Philip Muyters moet beseffen dat er daar een zekere scheeftrekking in zit.”

    In het geval van Plopsaland wijst het ACV op zijn website op nog een belangrijk en specifiek element dat eigen is aan het bedrijf zelf. De centrale ACV-propagandist voor Plopsaland wijst op de wel erg lage lonen met bruto amper 9,34 euro voor een 21-jarige. Hij stelt: “Enkele jaren geleden werd het paritair comité 333 toeristische attracties opgericht. De enige bedoeling vanuit werkgeverszijde was om een manier te vinden om hun lonen onder het gewaarborgd minimum maandinkomen te laten zakken. Dit is dankzij een harde opstelling van de vakbonden niet gelukt. Toch blijven de lonen extreem laag. Het bruto-uurloon voor een 21-jarige in de categorie 1 (basismedewerker attractiebedienaar, onderhoud, toegangscontrole) bedraagt 9,34 euro bruto. Als we dit vergelijken met de lonen in de horeca zijn dit erg lage lonen.”

    Bovendien wordt een extreme flexibiliteit geëist. “Van de jobstudenten en uitzendkrachten wordt een steeds grotere flexibiliteit verwacht. Deze mensen worden vaak op het laatste moment opgebeld om te melden dat ze niet moeten komen werken of dat ze na 3 uur al terug naar huis mogen. Dit is de echte reden waarom veel mensen afhaken.” Bovendien wijzen de ACV-Jongeren er op dat jobstudenten die solliciteren te horen krijgen dat ze op een wachtlijst staan en dus niet zeker aan de slag kunnen. Weinig studenten kiezen er voor om verschillende opeenvolgende jaren bij Plopsaland te werken.

    Het bedrijf Studio 100 zag de afgelopen jaren de omzet sterk toenemen, onder meer door snel stijgende bezoekersaantallen in Plopsaland. Waar personeelsleden 9,34 euro per uur krijgen, zijn de cijfers voor de aandeelhouders van een andere orde. Op een omzet van 153 miljoen euro in 2012 werd een brutowinst van 41 miljoen euro geboekt (27%). Vooral in de pretparken wordt heel wat winst geboekt, de brutowinstmarge (voor betaling van belastingen en afschrijvingen) bedroeg er in 2012 maar liefst 35%.

    De centrale managers, Hans Bourlon en Gert Verhulst, kwamen eerder dit jaar in het nieuws met een onderzoek door de belastingdiensten naar een kapitaalvermindering van 12,1 miljoen euro die in feite een dividend zou geweest zijn waarop wel belastingen hadden moeten betaald worden. Los van de discussie over de fiscale afwikkeling geeft het bedrag aan welke sommen ze zichzelf toekennen. Een kleine rekenoefening maakt duidelijk dat een 21-jarige jobstudent ruim 300 jaar bij Plopsaland zou moeten werken om evenveel te verdienen als een van de twee managers van Studio 100.

    Als Plopsaland gemakkelijker personeel wil vinden, moet het misschien eens proberen met betere lonen en arbeidsvoorwaarden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop