Category: Op de werkvloer

  • [Archieftekst] Voor een school van vrijheid, een socialistische school

    onderwijsMidden augustus verschijnen de eerste ‘terug naar school’-reclamecampagnes. Stilaan wordt inderdaad vooruitgekeken naar het nieuwe schooljaar. Wij doen dat ook met de publicatie van een archieftekst door Mandy (Luik) uit 2014. Deze tekst beschrijft de grote lijnen van onze visie op onderwijs.

    [divider]

    Het nieuwe PISA-onderzoek heeft ook in ons land heel wat inkt laten vloeien. Na meer dan dertig jaar van hervormingen in ons onderwijs, is het duidelijk dat er een achteruitgang is die leidt tot een versterking van de sociale ongelijkheid. In ons land is er een sterk verband tussen de sociaal-economische positie van de ouders en de schoolresultaten van hun kinderen.

    Een kind van bescheiden afkomst maakt vier keer meer kans om niet te slagen en te blijven zitten dan een kind van betere afkomst. Op 15 jaar heeft de helft van onze jongeren al eens een schooljaar moeten overdoen. De ‘zwakste’ leerlingen worden verbannen naar zogenaamde concentratiescholen waar vaak een meerderheid van de kinderen van migrantenafkomst is. De verdedigers van de zogenaamde ‘gelijke kansen’ moeten erkennen dat er ergens een probleem is. Meer nog, kan het onderwijs met de beperkingen van het kapitalisme wel gelijke kansen aanbieden?

    Industriële revolutie maakt basisopleiding noodzakelijk

    De industriële revolutie heeft doorheen Europa vaak ongeletterde boeren van het platteland naar de stad gebracht waar ze arbeiders werden. Er was een minimum aan opleiding nodig zodat de industriëlen hen aan de machines konden inzetten. Er was bovendien nood aan voormannen, bedienden, … Er was een omkadering nodig voor de industriële productie.

    In deze nieuwe situatie ontstond de vraag naar een opleiding. Het besef groeide dat dit een economische en sociale noodzaak was. Er ontstonden tal van intiatieven die aanvankelijk los van de overheid stonden.

    Onder druk van de angst voor een uitbarsting van de arbeidersklasse, beseften de politieke leiders van de kapitalisten dat het nodig was om de werkende bevolking aan banden te leggen. Er kwamen wetten om een onderwijsstelsel te vestigen om de werkende bevolking een basisopleiding te geven, maar tegelijk ook vooral discipline en gehoorzaamheid bij te brengen.

    Arbeidersbeweging voert strijd voor onderwijs

    In 1848 reeds kwamen Marx en Engels in het ‘Communistisch Manifest’ op voor de afschaffing van kinderarbeid en voor gratis en publiek onderwijs, een onderwijs waarvan ze wilden dat het levendig was en aangepast aan de materiële productie. Het onderwijs moest productieve arbeid verenigen met opleiding als methode om de sociale productie te verbeteren en als methode om de veelzijdigheid van de mensen te vergroten. Mensen met een wetenschappelijke kennis van de productie, maar ook van de sociale, politieke en economische dimensies ervan, zouden de economische activiteiten zodanig kunnen aanpassen dat het aansluiting vond bij de vereisten van de samenleving maar ook bij de eigen persoonlijke voorkeuren.

    De Commune van Parijs in 1871 (*) was dan wel van korte duur, maar er werd wel de tijd gevonden om voor het eerst in Europa gratis, verplicht en seculier onderwijs op te leggen. De schoolplicht ging regelrecht in tegen de kinderarbeid. Het was ook van toepassing voor meisjes die voorheen amper aan bod kwamen in wat er van onderwijs bestond. Nadat de Communes was overwonnen, verdwenen ook de maatregelen ervan. Het duurde nog tien jaar voor de Franse overheid de lagere school verplicht maakte. In België gebeurde dat pas in 1914.

    Een school voor de arbeiders en een school voor de burgerij

    Toegang tot onderwijs was een eis van de arbeidersbeweging, maar de basisopleiding werd door de overheid ingevoerd om de belangen van de burgerij te verdedigen. De kapitalisten hadden immers nood aan jongeren die op gedisciplineerde wijze als arbeider of soldaat aan de slag gingen, terwijl van meisjes werd verwacht dat ze het huishouden deden.

    De kapitalisten hadden er ook belang bij dat ze hun waarden aan de rest van de bevolking konden opleggen en het respect voor de bestaande orde in de hand konden werken, onder meer door de jongeren ervan te overtuigen dat ze voorbestemd waren om in de industrie te werken. Er bestonden twee vormen van onderwijs. Er was een ruwe basisopleiding om arbeiders klaar te stomen en er was het elitaire en dure onderwijs voor de kinderen, uiteraard niet de meisjes, van de burgerij.

    De strijd voor de democratisering van het onderwijs

    Vanaf de jaren 1960 was er een massale toestroom van jongeren in het secundair onderwijs. Dat gebeurde op een ogenblik dat alle machines aan modernisatie toe waren en de naoorlogse heropbouw nieuwe technologische vooruitgang stimuleerde. Er was behoefte aan beter opgeleide arbeiders maar ook aan technici en ingenieurs. De bredere toegang tot het algemeen secundair onderwijs wekte de indruk dat er een democratisering van het onderwijs was.

    Er bleven echter tal van mechanismen, waarvan velen vandaag nog bestaan, om een selectie te maken die een onderscheid tussen jongeren van bescheiden afkomst en de kinderen van de rijken in stand hield. Gewone jongeren werden meer op technisch en beroepsonderwijs gericht om na een beperkte opleiding aan de slag te kunnen.

    Het aantal geschoolde jongeren is onmiskenbaar toegenomen, maar de selectiemechanismen zorgen er nog steeds voor dat er scherpe sociale verschillen zijn. In het technisch en beroepsonderwijs wordt de algemene opleiding beperkt, er zijn lange periodes van stages in bedrijven die zogezegd een professionele opleiding aanbieden maar in de praktijk vooral gebruik maken van goedkope jonge arbeidskrachten.

    De toegang tot hoger onderwijs werd ook deels ‘gedemocratiseerd’, maar dat betekent niet dat de samenleving veranderd is. Ongelijkheid en uitbuiting blijven bestaan, ook onder werkenden met een hoger diploma. Een diploma volstaat vandaag lang niet meer als bescherming tegen lage lonen, onzekere jobs of werkloosheid.

    Om het onderwijs te veranderen, is een andere samenleving nodig

    Het onderwijs is nauw verbonden met het economische en politieke stelsel waarin het tot stand kwam. Achter de retoriek over ‘gelijke kansen’ waarmee we constant om de oren worden geslagen, blijft de ongelijkheid in het onderwijs als uitdrukking van de ongelijkheid in de samenleving overeind. Die ongelijkheid was 50 jaar geleden misschien zichtbaarder aanwezig. Maar het is niet omdat er vandaag een retorisch sausje van ‘gelijke kansen’ over wordt gegoten, dat de onderliggende ongelijkheid verminderd is. Bovendien wordt er van deze retoriek gebruik gemaakt om de verantwoordelijkheid voor mislukkingen op school enkel en alleen aan de jongeren zelf toe te schrijven, ze hadden maar beter gebruik moeten maken van de kansen die ze kregen. Het succes van enkele uitzonderingen wordt gebruikt om de instandhouding van sociale ongelijkheid onder de grote meerderheid te verdoezelen.

    Dit wordt door politici vaak aangevuld met het doorschuiven van de verantwoordelijkheid naar de leraars, pedagogische methoden en de ouders. Alles is goed om toch maar niet te moeten spreken over de eigen verantwoordelijkheid van de overheid. Het uitbouwen van een openbare dienst van gratis en degelijk onderwijs dat de nodige praktische, technische en culturele kennis aanbiedt om een waardig leven te leiden. Het gebrek aan investeringen en middelen zet alle niveaus van het onderwijs onder druk, van de kleuterschool tot de universiteit. Deze aftakeling van het onderwijsstelsel komt des te harder aan bij jongeren van bescheiden afkomst.

    We moeten ons samen met het personeel, ouders en jongeren verzetten tegen de afbouw van het onderwijs en tegen een schoolstelsel dat gericht is op het bestraffen van iedere fout. We verzetten ons tegen een stelsel waar we van jongsaf aangeleerd krijgen dat we elkaars concurrenten zijn in de strijd om als beste uit de bus te komen. Het doel vandaag is niet zozeer om iets bij te leren, maar wel om punten te halen en te presteren op basis van de waarden van de heersende klasse.

    Er werden doorheen de jaren alternatieven voorgesteld tegenover het falende onderwijsstelsel. Zo waren er de voorbeelden van Freinet, Oury of Dolto die een pedagogisch model ontwikkelden op basis van leergierigheid, verantwoordelijkheid en een collectief karakter van samenwerking bij schoolse activiteiten. Er is ook de rondtrekkende school van de Beweging van Landlozen in Brazilië waar de realiteit als vertrekpunt voor iedere kennis wordt gebruikt waardoor de jongeren, maar ook oudere schoolgangers, meteen het praktische nut van hun aangeleerde kennis inzien. Er zijn nog tal van andere voorbeelden die ingaan tegen het kapitalistische onderwijsmodel. Maar deze hebben steeds beperkingen zolang we in een samenleving op basis van uitbuiting leven. Een einde maken aan ongelijkheid door een einde te stellen aan het kapitalisme, zal ons toelaten om te bouwen aan een school van vrijheid, een socialistische school.

    (*) Meer over de Commune van Parijs: http://www.marxisme.be/n/?p=3104

  • Brandweerman: “Ook voor ons is de maat vol”

    Betoging van brandweerlieden begin juni in Namen. Foto: socialisme.be
    Betoging van brandweerlieden begin juni in Namen. Foto: socialisme.be

    “Er is dagelijks ongenoegen onder brandweerlieden. Elke nieuwe maatregel leidt tot meer frustraties. De hervorming van de Civiele Bescherming sinds anderhalf jaar is een ramp. We hadden grote investeringen in collega’s en materieel verwacht, maar dat gebeurde niet. Er komen minder nieuwe mensen bij dan voor de hervorming en de invoering van brandweerzones. Het materieel  wordt maar met mondjesmaat vervangen en de droom van nieuwe kazernes is stilaan opgegeven. We werken bijna overal met een beperkt aantal effectieven, met voertuigen die hun beste tijd gehad hebben en vanuit lokalen die bouwvallig zijn.

    “Nog erger is dat er geleidelijk aan stappen gezet worden om delen van onze diensten te privatiseren. In veel zones zijn er al betalende interventies zoals het weghalen van wespennesten, het oppompen van olie uit kelders of nog het bevrijden van mensen uit geblokkeerde liften. Het feit dat deze diensten betalend zijn, is een gevaar voor de veiligheid. Burgers zullen eerst proberen om zonder hulp tot oplossingen te komen. Maar het opent ook de mogelijkheid voor private bedrijven om taken over te nemen aan aanvankelijk aantrekkelijke tarieven voor de gebruikers. Zullen we straks kazernes van G4S of Securitas hebben?

    “We vragen geen luxe, enkel voldoende middelen om onze job te kunnen doen en mensen effectief te kunnen helpen. De regering en in het bijzonder meneer Jambon denkt alleen maar aan het besparen op middelen. De minister van Binnenlandse Zaken had ons meer middelen beloofd, maar ondertussen laat hij de gemeenten die al onder financiële druk staan aan hun lot over.”

  • Spoorstaking ging niet om privileges van personeel, maar om protest tegen de afbraak van het openbaar vervoer

    Staking 9 november 2015. Foto: socialisme.be
    Staking 9 november 2015, piket in Gent. Foto: socialisme.be

    Eind mei en begin juni waren er verschillende stakingsdagen bij het spoor. De eenzijdige beslissing van de directie om kredietdagen af te nemen, leidde tot woede en protest. Kredietdagen zijn recuperatiedagen die toegekend worden omdat het personeel in de praktijk 40 uur per week werkt, terwijl er officieel een 36-urenweek is. Dagen afnemen, betekent dus langer werken voor hetzelfde loon. Waarom werd er zo lang en zo veel gestaakt? We vroegen het aan een treinbegeleider.

    Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    “Het ongenoegen zit heel diep. Op een goede tien jaar tijd kwamen er 50% reizigers bij, maar nam het personeelsbestand met een kwart af. Het gebrek aan middelen en investeringen leidt tot meer problemen met het materieel, extra flexibiliteit voor het personeel, kortere wisseltijden in eindstations, … Meer vertragingen en frustraties onder zowel personeel als reizigers zijn daar het gevolg van.

    “En dan wil de regering nog eens tot 20% van de publieke middelen afpakken, het gaat om 663 miljoen euro. Eén op de vijf treinen zou een one-man-car worden, dus zonder treinbegeleider. Zal ik als treinbegeleider morgen nog een job hebben? Uit ervaring weet ik dat mijn functie belangrijk is voor de veiligheid, ik heb al verschillende ongevallen voorkomen. Een trein met slechts één personeelslid aan boord, de bestuurder, is een onveiligere trein. Van het loketpersoneel moet 60% weg, probeer als reiziger maar eens informatie te vragen aan een automaat… Nu stelt de directie het graag voor alsof het personeel enkel voor eigen privileges opkomt, maar 663 miljoen euro besparen kan niet zonder gevolgen voor de dienstverlening en dus ook voor de reizigers.

    “De aankondiging dat we kredietdagen moesten inleveren, was de druppel die de emmer deed overlopen. Het komt bovenop alle eerdere maatregelen. En het gaat gepaard met arrogantie: de directie doet alsof wij een geprivilegieerd werkritme hebben, terwijl veel collega’s op erg afwisselende en soms onmogelijke uren moeten werken. Hoeveel verdienen die topmanagers eigenlijk om ons hele dagen zwart te maken?

    “De acties werden voorgesteld als een operatie ‘reizigers gijzelen’. Dat is nonsens, het is een verdeel-en-heersspel van een directie en een regering die het openbaar vervoer willen afbreken. Enkel als er gestaakt wordt, lijken ze over dienstverlening te spreken. Over iets anders dan minimale dienstverlening horen we hen niet, maximale dienstverlening willen ze namelijk niet. Moesten de regering en haar volgzame media echt om het lot van de reizigers bekommerd zijn, dan zouden ze de besparingen terugdraaien, de acties van het personeel ondersteunen en investeren in meer en degelijk openbaar vervoer. Dat zou ook het milieu ten goede komen.

    “Het klopt wel dat we voor onze acties meer en beter moeten informeren onder de reizigers. Nu was het personeel zelf vaak niet goed geïnformeerd, laat staan de reizigers. We vernamen uit de kranten, dezelfde die de propagandacampagne van de directie klakkeloos overnemen, waarover er onderhandeld werd en wat de resultaten daarvan waren. De spontane acties toonden dat de woede overkookt. Maar het ontbrak aan centrale ordewoorden. De vakbondsleiding is daar nochtans toe in staat, dat zagen we toen de acties stilgelegd werden.

    “Uiteindelijk is er een compromis uit de bus gekomen waarbij we nog altijd twee extralegale feestdagen verliezen en in geval van ziekte ook kredietdagen. We gaan erop achteruit. Door de spontane acties misschien iets minder dan in het oorspronkelijk voorstel. Maar we hadden veel meer kunnen bekomen door de strijd ernstig te organiseren op nationaal vlak. En er blijft de dreiging van sancties, daarover zou afzonderlijk onderhandeld worden.

    “Het ongenoegen is niet verschillend in Vlaanderen, Brussel of Wallonië. Het werd voorgesteld als een ‘Waalse’ staking alsof er in Brussel en Vlaanderen door iedereen werd gewerkt. Dat is een leugen die bewust in de hand gewerkt werd door de directie. De cijfers van het aantal stakers spreken de leugen tegen: ook in Vlaanderen waren er veel stakers. Minder dan langs Franstalige kant omdat de acties bijna niet georganiseerd werden. Want ja, ook spontane acties vergen een minimum aan organisatie.

    “Het initiatief werd aan de basis overgelaten. In Antwerpen organiseerden we personeelsvergaderingen om met strijdbare militanten en collega’s elke stap van de acties en de onderhandelingen te bespreken. Hierdoor werd de actie gedragen en goed opgevolgd.

    “Er zullen nog acties volgen. Deze regering wil het openbaar vervoer kapot besparen. Aan de 4 miljard subsidies voor bedrijfswagens wordt niet geraakt, maar de 3 miljard voor de NMBS vindt ze niet kunnen. In plaats van het openbaar vervoer af te bouwen, is er dringend nood aan een plan van extra publieke investeringen. Met deze regering zal dat niet gebeuren, we zullen ze moeten wegstaken.”

  • Bpost. “Er is een hoge werkdruk die steeds toeneemt wegens het gebrek aan personeel”

    Piket aan Bpost in Brussel in juni 2016. Foto: Mario
    Piket aan Bpost in Brussel in juni 2016. Foto: Mario

    We spraken met een postman over de arbeidsvoorwaarden bij Bpost. Op 13 juni was er een staking. Er is veel ongenoegen door een reeks onopgeloste dossiers. Daarbovenop kwamen de geheime onderhandelingen met PostNL die afsprongen, maar onder het personeel wel leidden tot de vrees voor een verdere afbouw van het statuut en de werkomstandigheden.

    Interview door Christophe (Keerbergen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Hoe is het om vandaag voor Bpost te werken?

    “Ik werk al 43 jaar voor de post. Het is vandaag zeer stressvol. Er is een hoge werkdruk die steeds toeneemt wegens het gebrek aan personeel. Veel mensen die met pensioen gaan, worden niet vervangen. Nieuwe mensen krijgen onvoldoende opleiding. Daarenboven zijn er veel interimmers, met contracten variërend van een week of zelfs van 1 dag. Hierdoor gaat de kwaliteit van het werk achteruit en verhoogt nogmaals de werkdruk van het overgebleven meer ervaren postpersoneel. Het postpersoneel moet zich zowel bezighouden met het eigen werk als met het steeds opnieuw opleiden van interimmers. De dienstverlening leidt hier dubbel onder. Er gaat veel ervaring verloren.”

    Hoelang duurt het vooraleer een nieuw personeelslid het werk goed kent en efficiënt kan werken?

    “Dit kan een paar maanden duren. Het werk is variërend tussen gewone brieven, platte stukken (grote enveloppen) en pakjes. Er zijn daarenboven ook wekelijkse kranten en folders. In het begin kennen de mensen de rondes niet. Hierdoor gaat het sorteren van de poststukken zeer langzaam met veel fouten, want er zijn immers verschillende uitzonderingen zoals postbussen, firma’s, speciale beroepen, … Het duurt verschillende weken vooraleer ze een beetje ingewerkt zijn en hun ronde beginnen te kennen, zodat ze niet op lijsten alles moeten opzoeken om te weten in welk vak de post moet maar automatisch steeds sneller sorteren. Dit gaat natuurlijk niet indien men werkt met dag- of weekcontracten. Daarenboven verwacht men steeds meer flexibiliteit en verschuift men het personeel steeds vaker tussen verschillende rondes – en zelfs bureaus – om het vele werk op te vangen. Maar hierdoor leren ze moeilijk tot zelden een bureau of ronde goed kennen waardoor het rendement veel minder is.”

    Worden de brieven tegenwoordig niet met machines automatisch dan gesorteerd?

    “Ja, er worden veel brieven en stukken automatisch gesorteerd. Maar er zijn ook heel veel stukken die de machines “rejecten” (= niet herkennen). Dit moet dan manueel opgevangen worden door de postmensen die niet voorzien zijn in de verdeling van de taken. In theorie zouden de machines 99% van de post kunnen sorteren, in de praktijk moet 1/3 nog steeds met de hand gesorteerd worden.”

    Is er door e-mail en zo niet veel minder post vandaag?

    “Er is inderdaad een daling van het aantal gewone brieven, maar er zijn veel meer reclamefolders en pakjes bij internetwinkelen. Pakjes komen bovendien in allerlei vormen, maten en gewichten, waardoor de machines moeilijkheden kennen bij het sorteren. Het aantal reclamefolders dat huis aan huis wordt bezorgd, neemt toe en dus ook het gewicht voor de postbode. De rondes zijn bovendien veel uitgebreider met meer brievenbussen waardoor de toename van gewicht nog groter is. Veel postbodes werken enkele uren per week gratis om toch maar hun ronde af te krijgen.”

    Vroeger had de postbode nog een sociale functie, blijft daar nog iets van over?

    “Vroeger betaalden de postbodes de pensioenen uit waardoor er sociaal contact was en op tijd problemen konden opgemerkt worden. Nu worden de pensioenen enkel aan de invaliden uitbetaald, de rest wordt op de rekening gestort. Ook wordt deze uitbetaling aan invaliden in seconden gemeten met de georoute, een gechronometreerd managementsysteem. Om nog een voorbeeld te geven: vroeger waren postbodes de referentie voor mensen die de weg vroegen, vandaag is daar geen tijd meer voor. Het gaat bovendien vaak om interimmers die zelf de weg niet goed kennen.”

    De job is vandaag dus minder aantrekkelijk dan toen jij begon?

    “Zelf heb ik nog geluk dat ik benoemde ambtenaar ben, die het werk met voldoening wil uitvoeren. Als ambtenaar heb ik nog verschillende voordelen. Nieuwe aangeworvenen zoals de hulppostbodes, doen hetzelfde werk als wij maar aan veel lagere lonen en minder voordelen. Het management maakt een soep van alle verschillende statuten om toch maar steeds goedkoper en flexibeler te werken. Zo zijn er 4 categorieën: de klassieke ambtenaren, de baremieke contractuelen (=contract van onbepaalde duur), de niet-baremieke contractuelen en hulppostmannen. Vier verschillende categorieën van postpersoneel die identiek werk doen, maar niet aan hetzelfde loon of dezelfde voordelen. Het management holt op deze manier trapsgewijs steeds verder de contracten uit. Feitelijk zijn interimmers de vijfde categorie, omdat deze steeds vaker en meer systematisch worden ingezet. Hoe precairder het contract, hoe banger het personeel is om de dagdagelijkse problemen aan te kaarten bij hun oversten.”

  • Ugent. Verhoging inschrijvingsgeld voor éénjarige ManaMa’s en postgraduaten afgevoerd na protest

    onderwijs-300x160Na een aantal studentenacties aan het rectoraat heeft de Ugent de verhoging van het inschrijvingsgeld voor éénjarige Master-na-Masters (ManaMa) en postgraduaten afgevoerd. Dit betekent dat de ManaMa’s aan de faculteiten Economie, Politieke en Sociale Wetenschappen, Letteren en Wijsbegeerte gevrijwaard zijn. Tweejarige masters en de masters Data-analyse en Milieusanering worden wel nog steeds duurder. Er komen voor deze laatste wel overgangsmaatregelen voor studenten die de opleiding al hebben aangevat.

    Artikel door Koerian, student UGent

    Eerder dit semester kondigde de Ugent aan dat het de inschrijvingsgelden voor ManaMa-opleidingen wilde verhogen, dit tot een bedrag tussen de 1730 en de 5300 euro. Bij gebrek aan financiering van de Vlaamse overheid wilde de universiteitsbureaucratie de reguliere bachelors en masters meer fondsen geven, door die voor ManaMa’s en postgraduaten af te schaffen.

    De maatregel past in het project van deze regering om een elite-onderwijs te creëren, waarbij gewone studenten enkel via leningen hoger onderwijs kunnen volgen. Na het verhogen van de algemene inschrijvingsgelden, was dit een testcase voor verdere besparingen. Door telkens een klein deel van de vakgroepen en studenten aan te pakken, wil men hen tegen elkaar opzetten en veralgemeend protest vermijden.

    Al gauw na het aankondigen van de maatregel werd een protestactie opgezet. Met een honderdvijftigdtal studenten werd naar het rectoraat getrokken. De actie werd vooral gedragen door studenten uit verschillende ManaMa’s. Eenmaal daar wist vicerector Freddy Mortier ons te vertellen dat er nu eenmaal keuzes moeten gemaakt worden en dat buitenlandse universiteiten onze richtingen als rommel zien, wegens te goedkoop. Een paar weken later vond na een beperkte mobilisatie een gelijkaardige actie plaats, opnieuw aan het rectoraat. De rector kwam ons vertellen dat haar handen gebonden waren door de Vlaamse regering. Zowel de vicerector als de rector maakten de visie van de universiteit op onderwijs pijnlijk duidelijk: een luxe voor zij die er het geld voor hebben. De acties waren met slogans als “Betaal onze ManaMa met geld uit Panama” strijdbaar.

    Matthias Van der Heyden, studentenvertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de Ugent, deed na de acties een voorstel in die Raad van Bestuur om de prijsverhoging af te voeren, ofwel om de maatregel uit te stellen dan wel overgangsmaatregelen te voorzien. Toen het ernaar uitzag dat het voorstel op steun van andere raadsleden kon rekenen, liet voorzitter Sas van Rouveroij (Open VLD) het tegen de regels in, van de agenda halen. Hiertegen volgde nog een kleine actie aan het rectoraat.

    Onder de studenten was er heel wat enthousiasme voor de acties en het was duidelijk dat er veel potentieel was om een beweging tegen besparingen uit de bouwen. Er was echter geen programma dat verder gingen dan het afvoeren van de prijsverhoging van de ManaMa’s. Door de link te maken met algemene besparingen op onderwijs hadden we sterker gestaan. De rector had de verantwoordelijkheid voor haar besparingen niet zomaar kunnen afschuiven op de Vlaamse regering. Bovendien was het makkelijk geweest om andere delen van de universiteit die zwaar worden getroffen door de besparingen, zoals het Ugentpersoneel en kleinere vakgroepen zoals Arabistiek en Slavistiek, mee te betrekken. De regering-Bourgeois bespaarde reeds 400 miljoen euro op onderwijs, en meer besparingen zullen volgen. Er zal daarbij kosten noch moeite worden gespaard om faculteiten, universiteiten en studenten tegen elkaar uit te spelen. Een studentenbeweging die nu al sterk staat, had een belangrijke rol kunnen spelen in de mobilisatie naar het actieplan dat vanaf 29 september door de vakbonden wordt ontrold, en waarin het personeel van de openbare diensten een belangrijke rol zal spelen.

    De huidige toegeving is erg belangrijk. Het toont aan dat strijd loont. Dat zelfs relatief kleine protestacties een besparingsmaatregel kunnen terugdringen, moet studenten het vertrouwen geven om zich verder te organiseren rond offensieve eisen, voor meer investeringen in onderwijs, voor een volledige afschaffing van het inschrijvingsgeld, voor gratis koten en degelijke voorzieningen. De strijd rond deze maatregel is echter nog niet afgelopen. De ManaMa’s van de rechtenfaculteit, die veelal tweejarig zijn, zullen wel duurder worden. De kans dat de universiteit haar besparingsmaatregel toch nog, gefaseerd, doorvoert is bovendien groot. Waakzaamheid en verdere acties zullen nodig zijn.

    Laat deze overwinning de basis zijn om een sterke studentencampagne op te bouwen. Een campagne die via democratische actiegroepen op elke faculteit kort op de bal kan spelen, elke poging tot besparingen tegenhoudt en een offensief en duidelijk politiek programma naar voor schuift. Een campagne die verder gaat dan protestacties, maar via muurkranten, algemene vergaderingen etc., structuren en steun opbouwt die een langdurige strijd kunnen dragen. Een dergelijke beweging die de link kan maken met scholieren en studenten en personeel aan andere universiteiten kan een grote uitdager worden voor het besparingsbeleid. Laat de betoging van 29 september en de staking van 7 oktober een startmoment zijn om een ééngemaakte strijd tegen besparingen op onderwijs af te trappen.

    Een vergadering van academisch personeel van de vakgroep Conflict en Ontwikkeling heeft alvast besloten een groot piket te plaatsen op 7 oktober, waarop les zal worden gegeven over de effecten van het besparingsbeleid en waar zal worden besloten over verdere acties.

  • Antwerpse actie: sociaal werk is niet te koop!

    niettekoopklein

    Voor de tweede keer op een maand tijd werd in Antwerpen geprotesteerd tegen de vermarkting van een deel van het sociaal werk. Onder meer inloophuis ‘De Vaart’ dat in opvang van daklozen voorziet, wordt hiermee bedreigd. Het duurt jaren om een degelijke band met gebruikers op te bouwen, maar de stad Antwerpen wil alle ervaring overboord gooien om de private sector binnen te halen in het sociaal werk. Tot wat dit kan leiden, zagen we al met het forensisch psychiatrisch centrum in Gent dat privé uitgebaat wordt en niet aan de normen voldoet.

    Enkele tientallen personeelsleden en gebruikers kwamen gisteravond samen op het Mechelseplein in Antwerpen, voor de kantoren van het OCMW waar later op de avond een OCMW-raad plaatsvond. Ze herhaalden de boodschap van de actie eind mei: sociaal werk is niet te koop. Deze actie kreeg de steun van beide vakbonden die elk een spreker hadden. Er werd ook gesproken door activisten van het Sociaal Werk Actie Netwerk (SWAN). In maandblad ‘De Linkse Socialist’ hadden we vorige maand (juni) een interview over deze kwestie, je kan dit interview hier lezen.

    Onder de foto’s vind je het pamflet dat LSP op de actie verspreidde met nadruk op het belang van de uitbouw van de strijd op de werkvloer, het actieplan van de vakbonden biedt daar een uitstekende kans toe.

    Enkele foto’s vanop de actie:

    [divider]

    Pamflet van LSP

    De plannen van Fons Duchateau, schepen van sociale zaken, om in Antwerpen in 2017 een deel van het sociaal werk op de markt te gooien, zijn ronduit onaanvaardbaar! De voorbeelden in binnen- en buitenland toonden al aan dat enkel de winstcijfers van de private investeerders hier beter van worden.

    Duchateau loopt niet hoog op met de sociaal werkers, dat werd duidelijk in het interview in de Gazet van Antwerpen. Om ons in een slecht daglicht te stellen, schrok hij er niet voor terug om een loopje met de werkelijkheid te nemen. Het is absurd om de schuld voor de aanwezigheid van 200  langdurige daklozen in Antwerpen bij de sociaal werkers te leggen. Het is toch niet onze verantwoordelijkheid dat er een torenhoog tekort is op de private en sociale huurwoningenmarkt met de daaraan verbonden hoge prijzen?!

    Voor 2017 wordt er al een klein aantal projecten getenderd. Maar voor Duchateau is dit slechts een begin. In de komende jaren zullen verschillende projecten binnen de beleidsdomeinen wonen, (kinder-)armoede en drugs volgen.  Het is niet uitgesloten dat andere steden en gemeenten alsook de Vlaamse overheid zijn plannen overnemen.

    De eerste twee acties zijn een stap in de goede richting. Het maakt het stadsbestuur duidelijk dat we hun plannen niet zomaar aanvaarden. Maar het zal niet genoeg zijn. We moeten ervoor zorgen dat het protest zo breed mogelijk gedragen wordt. Dat betekent in de eerste plaats dat we alle betrokken werkingen moeten meekrijgen (CAW, Samenlevingsopbouw, Free-Clinic,…). Dat kan enkel door hen voldoende te informeren. Het actieplan van de vakbonden biedt daar een uitstekende gelegenheid voor. SWAN greep de staking van 24 juni  al aan om langs verschillende werkingen van het CAW en Samenlevingsopbouw langs te gaan om met hulpverleners en cliënten te discussiëren. Dit kan men doorzetten doorheen de zomer in opbouw naar een grote algemene personeelsvergadering over de organisaties heen in september.  Het zal belangrijk zijn om concrete solidariteit op te bouwen met de collega’s uit andere organisaties en sectoren zoals de gehandicaptenzorg. Zij worden uiteindelijk met hetzelfde vermarktingsbeleid geconfronteerd. De cliënten hebben een belangrijke plaats in de beweging. De petitie van een aantal van hen om hun inloopcentrum De Vaart open te houden, maakt het moeilijk voor Duchateau om te doen alsof de maatregel er in het belang van de cliënten is. Ook het manifest  ondertekend door 88 professoren, docenten en onderzoekers versterkt de beweging.

    Dit stadsbestuur heeft een fundamenteel andere visie op sociaal werk. Ze wilt de problemen niet oplossen, maar via een repressief beleid uit het straatbeeld krijgen. We kunnen niet wachten tot de verkiezingen in 2018 om tot een ander beleid te komen . In 2 jaar tijd zou het huidig bestuur immers nog heel wat  schade kunnen aanrichten.

    Van de aanval op de langdurige zieken, de Turteltaks, tot de afschaffing van de medische waarborg. Op alle niveaus voert deze coalitie (N-VA, CD&V en Open-VLD) zware besparingen door. Ze zal niet stoppen tenzij we haar ten val brengen. Het actieplan van de vakbonden biedt daar een kans toe. Ons protest daaraan koppelen kan het alleen versterken. Op 29 september is er een nationale vakbondsbetoging in Brussel. Laat ons mobiliseren voor een grote delegatie van sociaal werkers en cliënten op die betoging om duidelijk te maken dat ook wij dit beleid niet aanvaarden. Sociaal werk is immers niet te koop!

  • Stakers aan het woord: verslag vanop piketten in Brussel

    Foto vanop metallos.be, de website van de Franstalige metaalbond van het ABVV
    Foto vanop metallos.be, de website van de Franstalige metaalbond van het ABVV

    Afgelopen vrijdag was er een algemene staking in België van het ABVV. Tal van leden van LSP kwamen tussen op de piketten om interviews af te nemen. Die bestonden uit een 4-tal vragen. Hieronder vind je een aantal reacties daarop.

    Deze staking maakt deel uit van een breder actieplan met betogingen en een algemene staking op 7 oktober, in gemeenschappelijk vakbondsfront. Wat betekent deze staking voor jullie, op jullie bedrijf?

    Voor Majid, ACOD-delegee in de werkplaats van de TGV in Vorst, moet heel het besparingsbeleid onder vuur genomen worden. De flexibiliteit speelt een grote rol in de werkplaats. De TGV rijdt tot 300 kilometer per uur. Beeld je in dat er aan die snelheid ongelukken gebeuren. Net zoals bij een auto het geval is, moeten de stellen van de TGV regelmatig onderhouden worden. Maar er is meer, de schokdempers zijn na drie jaar niet meer betrouwbaar. Veel gebreken worden vastgesteld via de computer, maar andere zijn puur mechanisch. Er is veel druk om het onderhoud zo snel mogelijk te doen. Op deze manier is het niet mogelijk om ongelukken in de komende jaren uit te sluiten. Laat het duidelijk zijn: niemand wil dat.

    Voor Didier, arbeider voor een transportbedrijf, heeft de beweging behoefte aan een tweede adem om een stap vooruit te kunnen zetten. Er is ook nood aan een betere dialoog tussen de arbeiders in de sector en de gebruikers.

    Voor Philippe, arbeider bij Audi Vorst, is het vooral een strijd voor betere arbeidscondities met bijvoorbeeld de eis voor arbeidsduurvermindering zonder loonverlies, om een betere levenskwaliteit te verkrijgen en meer tijd voor zichzelf en zijn familie te hebben.

    Bij AutoVision geeft Amine zijn visie op wat de strijd betekent: voor een politiek en sociaal alternatief. Op dit laatste piket werd ook een pamflet verdeeld door de werknemers zelf, waarin ze hun eisen naar voren brachten: een versterking van de sociale zekerheid, terugkeer naar pensioen op 65, een rechtvaardige fiscaliteit en een collectieve arbeidsduurvermindering.

    De regering heeft reeds gezegd dat ze deze zomer nog meer besparingsmaatregelen zal aankondigen voor ongeveer 9 miljard euro. Denk je dat deze regering bereid is om fundamentele toegevingen te doen? Indien niet, denk je dat we in staat zijn om ze te doen vallen en wat hebben we nodig om dat te doen? Bijvoorbeeld: dienen de grote betoging van 29 september en de algemene staking van 7 oktober het begin te zijn van een stakingsbeweging tot de val van de regering?  

    Majid herinnert eraan dat Olivier Chastel (MR) aan de vooravond van de staking verklaarde dat deze geen enkel effect zou hebben op de regering. Hij denkt dat we dus hardere acties nodig hebben, allemaal samen zoals op de betogingen van 6 november 2014 en 24 mei 2016. Hij denkt het ACV op 29 september en 7 oktober sterk aanwezig zal zijn.

    Voor Didier zijn er geen concessies mogelijk met deze regering, die niet in staat is om een rechtvaardige en correcte politiek toe te passen. Hij vertelt ons ook dat, wat hem betreft, het wel degelijk mogelijk is om de regering te doen vallen. Dat is in andere landen ook reeds voorgevallen. Het is mogelijk als de vakbonden en de militanten nog meer mobiliseren en hun collega’s en kennissen daarvoor motiveren.

    Ook Phillippe meent dat de regering geen toegevingen zal doen. Ook voor hem blijft het werk van de mobilisatie centraal. Hij beklemtoont dat we de grote en superrijke patroons moeten aanpakken en hen moeten dwingen om de rijkdom op een meer evenwichtige manier te verdelen.

    Voor Amine hangt alles af van de krachtsverhouding die de arbeidersbeweging opbouwt. Als die sterk is, kan de regering worden teruggedrongen. Volgens Amine moeten we ons laten inspireren door de ontwikkelingen in het buitenland, zoals de beweging in Frankrijk, de revoltes van de Indignado’s in Spanje en in Noord-Afrika. De actieve strijdbeweging is het vertrekpunt voor onze strijd.

    Wij denken dat er een groot potentieel is voor de acties op 29 september en 7 oktober, als er een goede mobilisatie is. Hoe verloopt de mobilisatie, de organisatie en discussie over het actieplan bij jullie op het werk? Hebben jullie personeelsvergaderingen? Zou dat een instrument kunnen zijn om meer te kunnen mobiliseren naar september toe?

    Majid is al begonnen met over 29 september en 7 oktober te spreken. Tijdens de 8 dagen staking bij het spoorpersoneel waren er dagelijkse personeelsvergaderingen. De aanwezigheid op het piket is nu wat beperkter, er is een zekere uitputting van de stakers waardoor ze een stapje achteruit zetten. Maar velen bleven wel thuis, amper 3% van de spoormensen zijn aan het werk in Brussel.

    In het bedrijf van Didier circuleert de informatie goed en doen de delegees en militanten goed hun werk. Een aanzienlijk deel van het personeel wordt op de hoogte gehouden van de betogingen en stakingen. Volgens Didier zal er zoals gebruikelijk goed gemobiliseerd worden naar de betoging van 29 september en 7 oktober.

    Philippe zegt ons dat er op zijn werkplaats vergaderingen waren en er pamfletten werden verdeeld om het personeel te mobiliseren. Door de vakbonden, rood en groen, wordt er sterk werk verricht om betere acties te organiseren.

    Bij AutoVision volgen de syndicale militanten in het algemeen hun centrale waarbij ze wel een zekere interne onafhankelijkheid behouden wat de inhoud van de pamfletten betreft. Bij Audi en AutoVision wordt ook gebruik gemaakt van personeelsvergaderingen – bij AutoVision meermaals per jaar – om het personeel te informeren en te mobiliseren.

    De vraag die dikwijls terugkomt, is die over een alternatief als we erin slagen om de regering te doen vallen. Hebben we geen behoefte als syndicale militanten aan een politiek verlengstuk dat de arbeidersklasse zelf in handen heeft? Een strijdpartij die een platform kan zijn voor verschillende tendenzen binnen de arbeidersbeweging, die openstaat voor nieuwe sociale bewegingen, voor de PVDA en andere krachten binnen radicaal links, waaronder LSP?

    Didier stelt dat het goed zou zijn als het syndicalisme zou aanknopen bij een meer revolutionaire traditie en als we een “federatie” van werkenden zouden hebben om daarin zoveel mogelijk mensen te betrekken in de politiek.

    Phillippe stelt dat het belangrijk zal zijn om een links front te hebben dat de werknemers verdedigt en vertegenwoordigt. Het zal niet makkelijk zijn om deze regering te doen vallen die voortdurend onze rechten aanvalt zonder solidariteit en eenheid van de reeds bestaande krachten.

    Er is een alternatieve kracht nodig, zegt Amin, van de vakbonden, de linkse partijen en de sociale bewegingen om een nieuwe regering vanuit de werkende bevolking voor te bereiden.

  • Voorakkoord NMBS: er zat meer in

    sncb_020616Op donderdag 16 juni kwam het tot een voorakkoord tussen de syndicale onderhandelaars en de directies. Hierbij zouden we vanaf dit jaar 15 november verliezen als extralegale feestdag. Voor 2017 komt daar de schrapping van de extralegale feestdag 2 november bij en het inleveren van 1 kredietdag (KD) per 28 kalenderdagen ziekte. Dit is slechts een kleine verbetering tegenover het origineel bericht, een verbetering die afgedwongen werd door de spontane stakingen van 25 mei t.e.m. 3 juni. Rond de sancties staat er niets in het voorakkoord, daarover zou er nog afzonderlijk onderhandeld worden. Bij velen leeft het gevoel dat er meer toegevingen, of zelfs de volledige afschaffing van het bericht, in zaten.

    ->  PDF van dit pamflet

    Bovendien moet niet enkel naar het bericht over de KD’s gekeken worden. Dat was voor veel collega’s slechts de druppel die de emmer van jarenlange productiviteitsverhogingen deed overlopen. Op een goede tien jaar tijd kwamen er 50% reizigers bij, maar verdween bijna een kwart van het personeel. Het ongenoegen is niet beperkt tot één maatregel, het gaat om het volledige mobiliteitsbeleid. Met een meer globale benadering in onze acties kunnen we overigens ook makkelijker reizigers overtuigen.

    De grote zwakte was dat de vakbonden weinig tot geen coördinatie aan de spontane staking gaven, behalve om deze stil te leggen, en zich volledig toelegde op de onderhandelingen. In de week “stakingspauze”, waarbij er eerst voor een week dan voor 2 weken stakingsaanzeggingen waren ingediend van zondagavond 12 juni tot zondagavond 26 juni, werd niet actief gemobiliseerd of geanalyseerd. Er waren wel her en der militantenraden en algemene vergaderingen, maar deze werden vaak op korte tijd aangekondigd. Algemene personeelsvergaderingen om het personeel te betrekken bij de discussies van de onderhandelingen en de organisatie van de staking vanaf 12 juni zou tot een grotere betrokkenheid leiden, een beter beeld van wat leeft bij het personeel en veel meer druk op de onderhandelingen hebben gevormd.

    Ondanks de beperkingen van de beweging, geeft een interview van Michel Bovy van HR Rail in L’Echo (Franstalige tegenhanger van De Tijd) van 18 juni aan dat we de directie onder druk gezet hebben en dat enkele van haar projecten terug in vraag gesteld worden.

    De vakbondsleiding liet het initiatief voor de acties aan het personeel over, ook spontaan protest vergt immers organisatie. Het zou dan ook logisch zijn dat de basis die de acties voerde, kan beslissen over het voorakkoord. Dat kan door overal personeelsvergaderingen of militantenraden te houden om het voorakkoord te duiden en ter stemming voor te leggen, waarbij deze bijeenkomsten niet één of twee dagen op voorhand terloops worden aangekondigd.

    Er moet in de komende weken en maanden discussies opgestart worden binnen de structuren van de vakbonden om een analyse te maken van deze strijd. Niet om ons te beperken tot frustraties en kritieken die tot een anti-vakbondspositie leiden, maar om de sterktes en zwaktes te evalueren om onze strijd de komende weken en maanden beter te kunnen voeren. Ook moet er nagedacht worden over tactieken en strategie, een actieplan voorgesteld worden, met een programma van syndicale eisen om op middellange termijn de krachtsverhouding op te bouwen in het voordeel van het personeel.

    Het spoorpersoneel kan, eventueel samen met andere openbare diensten, het algemeen actieplan aanvullen, omdat de aanvallen blijven komen. Daarbij kan nagedacht worden bijvoorbeeld aan wekelijkse 24u stakingen te houden in september en oktober, waarbij rond de algemene staking in gemeenschappelijk vakbondsfront van 7 oktober een 48u staking of zelfs een 72u staking kan uitgeroepen worden bij de spoorwegen en andere openbare diensten.

    De val van de regering en haar neoliberaal beleid moet ook op de agenda geplaatst worden. Want wie denkt dat deze regering grote toegevingen gaat doen, maakt zich slechts illusies. Er is een dringendheid om het algemeen actieplan op te voeren tegen deze asociale regering en haar talloze maatregelen. De spontane stakingen bij de spoorwegen, maar ook in andere sectoren, tonen een algemeen ongenoegen en grotere actiebereidheid. De maat is meer dan vol. We zullen de aanvallen enkel stoppen door onze strijd ernstig te organiseren.

  • Atheneum Evere: problemen met directie komen boven tijdens stakingsdag

    evere

    Met een vijftal kameraden bezochten we op vrijdag 24 juni rond 9 uuur het piket voor het Atheneum van Evere. Op vraag van CGSP Enseignement hadden de directies van de middelbare scholen in Brussel alle klassenraden die op vrijdag gepland stonden naar een andere datum verplaatst. Alleen in het Atheneum van Evere was dat niet het geval. Gezien de directie met deze beslissing duidelijk de staking wou breken, hadden vakbondsvertegenwoordigers en –leden vanaf 8 uur een piket opgezet voor de parking van de school. Het piket kreeg onder andere steun van leerkrachten uit een naburige school.

    Tijdens discussies met de aanwezigen op het piket werd duidelijk dat de directie erom bekend staat een schrikbewind te voeren op haar school. Leerkrachten van het atheneum die bij collega’s van andere scholen hun beklag doen over een lastige situatie op school, dringen bijvoorbeeld steeds aan om hun naam niet te vermelden als de mistoestand ruchtbaarheid zou krijgen. De aanwezige vakbondsvertegenwoordigers maakten duidelijk dat ze een moeilijke relatie hebben met deze directie. Met hun piket gisterochtend konden ze verhinderen dat de klassenraden plaatsvonden en bereikten ze een gesprek met de directie.

    Volgens een aanwezige vakbondsvertegenwoordiger was deze actie tekenend voor hoe tijdens een algemene actiedag vaak interne problemen van een school bovenkomen.

    Verslag: Sofie, Foto: Mario

  • OCMW Luik: “Besparingsbeleid bedreigt de menswaardigheid”

    CPAS02Op de stakingsdag van 24 juni was de stakerspost aan het OCMW van Luik indrukwekkend. Naast de traditionele vakbondsvlaggen was er ook een infostand met pamfletten van verschillende vakbonden of politieke organisaties die het piket bezochten. Er waren informatieborden die de huidige situatie uitleggen en de impact van de besparingen. Het personeel maakte spandoeken en kleine affiches over verschillende thema’s. Er was een strijdbare en erg politieke sfeer. We spraken met Boris, ACOD-delegee.

    “De staking vandaag [24 juni] toont de woede en het ongenoegen tegenover de regeringsmaatregelen. Daarnaast wordt de staking gebruikt om te discussiëren. Bij het OCMW zijn we erg ongerust over onze arbeidsvoorwaarden en nog meer over onze pensioenen. Er is ook de wet-Peeters en alle andere maatregelen die uiteindelijk vanuit de private sector dreigen over te slaan naar de publieke sector, zowel de 45-urenweek als de opgedreven flexibiliteit of de afschaffing van overloon voor overuren.

    “We willen tegelijk ook protesteren tegen alle maatregelen van sociale uitsluiting, ook de maatregelen die door de vorige regering onder Di Rupo genomen zijn. Al wie elders uitgesloten is, komt bij het OCMW terecht. We zien dus de gevolgen van al die maatregelen. Het leidt tot een sterke toename van het aantal dossiers en een druk op onze arbeidsvoorwaarden. We kunnen geen menswaardige hulp meer garanderen.

    CPAS08“Als we er al in slagen om alle documenten op tijd afgewerkt te krijgen, is er nog geen garantie dat er op tijd hulp zal zijn. Alle diensten zijn immers overbevraagd. Dergelijke vertragingen hebben ook betrekking op levensbelangrijke vragen van hulpbehoevenden. Het leidt tot frustraties die soms ook uitmonden in verbaal of zelfs fysiek geweld tegen de hulpverleners. De menswaardigheid van de gebruikers wordt bedreigd door het besparingsbeleid van de opeenvolgende regeringen.

    CPAS06“Dit dreigt nog verder uit de hand te lopen met het project van geïndividualiseerde sociale integratie van minister Borsus (MR), de verplichte gemeenschapsdienst voor leefloners. Op langere termijn dreigt dit tot een neerwaartse spiraal van alle lonen te leiden. Als er voor het vegen van de straten leefloners kunnen ingezet worden, waarom dan nog iemand met een echt loon aannemen?

    “Met ons piket en onze syndicale acties willen we bouwen aan een actieplan voor zowel het personeel als de gebruikers. Wij moeten als job de situatie van mensen analyseren en een actieplan opstellen. We doen hier op het piket hetzelfde. We analyseren de situatie en proberen er de positieve en negatieve elementen uit te halen. We willen zoveel mogelijk informatie bieden, pamfletten beschikbaar maken, … zodat we niet alleen vakbondsmilitanten kunnen bereiken maar ook wie niet regelmatig deelneemt aan vakbondsactiviteiten of betogingen. Als iemand zelf niet geïnformeerd raakt, moeten we ervoor zorgen dat de informatie tot bij die persoon raakt.”

    Enkele foto’s door Julie en Simon:

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop