Category: Op de werkvloer

  • Massale betoging! Woede tegen asociaal beleid blijft

    Foto: Liesbeth
    Foto: Liesbeth

    Goblet (ABVV) heeft gelijk: nieuwe algemene staking nodig

    De voorbije dagen leek het alsof de regering er gerust op was: de vakbondsbetoging zou kleiner zijn en zou nieuwe harde besparingen niet tegenhouden. Op de ochtend van de betoging klonk het in de kranten nog dat een tweede indexsprong bediscussieerd wordt. De agressieve opstelling van de neoliberale regering heeft de mobilisatie versterkt.

    We waren opnieuw met meer dan vooraf gedacht. Het cijfer van de vakbonden was 70.000 deelnemers. Zoals we in ons pamflet op de betoging opmerkten, hadden het er een pak meer kunnen zijn “als de vakbondsleiders even goed geluisterd hadden naar de achterban als de achterban naar hen. Dan hadden we misschien één ordewoord gehad in plaats van veel verschillende en misschien ook een strategie om te winnen.”

    De samenstelling van de betoging toonde dat het ongenoegen overal groot is. Er waren grote delegaties uit de metaalsector, met een groep van het met sluiten bedreigde Caterpillar die voorop liep. Maar ook andere bedrijven zijn met collectieve afdankingen bedreigd: Douwe Egberts, Axa, Makro, MS Mode, … Daarnaast ligt het opvoeren van de flexibiliteit met de wet-Peeters erg gevoelig in de metaal en de voedingssectoren die massaal aanwezig waren, sommige jonge arbeiders namen voor het eerst aan een vakbondsbetoging deel. Ook de openbare diensten lieten zich niet onbetuigd, zo zagen we grote delegaties uit onder meer het onderwijs. De Antwerpse sociale sector die uitverkocht dreigt te worden, zo wil het N-VA-bestuur de daklozenopvang aan G4S toekennen, vormde een delegatie met de slogan ‘Sociaal werk is niet te koop.’ Ook was er net als op vorige vakbondsbetogingen een delegatie mensen-zonder-papieren. Vlamingen, Brusselaars en Walen liepen dooreen, alle drie de grote vakbonden hadden veel volk bijeengebracht.

    In zijn toespraak herhaalde Marc Goblet (ABVV) dat er een nieuwe algemene staking nodig is. Die van 7 oktober werd afgeblazen, maar er zullen toch acties zijn met ook stakingen. Deze acties kunnen we goed gebruiken om terug op te bouwen naar een algemene staking zoals Goblet voorstelt. De omvang van de betoging zorgde ervoor dat ook ABVV-voorzitter De Leeuw verklaarde: “We hebben het idee van een nationale staking nog niet begraven. Als de regering doof blijft voor al onze vragen, behoort die tot de mogelijkheden.” Dat die regering doof zal blijven, staat buiten twijfel. Een ‘Thatcheriaanse’ regering heeft niet het DNA om te luisteren naar de gewone werkmens. Een algemene staking moet goed voorbereid worden, de omvang en diversiteit van de betoging toont het potentieel hiervoor.

    Tegen de achtergrond van de Bahama’s Leaks die amper enkele maanden na de Panama Papers, LuxLeaks en SwissLeaks komen, is het inderdaad schandalig dat de gewone werkenden en uitkeringstrekkers opnieuw moeten opdraaien voor de tekorten. Het huidige beleid van cadeaus aan de rijken om de economie te stimuleren faalt (zie ons artikel op pagina 2-3 in ons maandblad van oktober: ‘Het Leugenpaleis van Michel’). ACV-voorzitter Leemans stelde terecht: “Waar is ons geld naartoe? Naar het zwart gat van de regering.” Toch blijft die regering herhalen dat de rijken buiten schot moeten blijven en dat onze lonen te hoog zouden zijn of dat wie pech heeft en zonder werk valt een profiteur is wiens uitkering zo snel mogelijk naar beneden moet.

    Rudy De Leeuw riep op tot een “Coucke- en Hutstaks” om de rijken te laten betalen. Een terechte eis, maar van deze regering moeten we geen enkele vermogensbelasting verwachten. Ze kijkt integendeel uit naar een verlaging van de vennootschapsbelasting. Tegelijk wordt de discussie al gevoerd over een nieuwe indexsprong of een uitstel van de indexaanpassing om het gat van 4,2 miljard euro dicht te rijden.

    Zoals we in ons pamflet opmerkten: “De regering-Michel met rationele argumenten overtuigen haar beleid om te gooien, is een illusie. Haar doen matigen tot aan de verkiezingen binnen twee jaar eveneens. Voor deze regering is het erop of eronder. Aan de top van de vakbonden heeft helaas alleen Marc Goblet dat begrepen. Hij moest zelfs Tamellini daarover corrigeren. Goblet is ook de enige op dat niveau die nog expliciet zegt dat als de regering niet plooit, ze dan maar moet vallen en hij plaatst ook meteen opnieuw de kwestie van de algemene staking op de agenda “nog voor het einde van het jaar”. Dat mag geen loze belofte blijven, maar moet vanaf vandaag ernstig voorbereid worden. We kunnen de acties van 7 oktober daarvoor goed gebruiken.”

    De regering mag dan al arrogant nieuwe proefballonnetjes oplaten over hoe ze onze levensstandaard naar beneden wil trekken, zo sterk staat ze helemaal niet. De recente peiling gaf aan dat alle regeringspartijen fors verliezen tegenover de verkiezingen van mei 2014. Zowel die van de federale als die van de regionale regeringen verliezen. Federaal (MR, N-VA, CD&V en Open VLD) met bijna 14%, Vlaams (N-VA, CD&V en Open VLD) met 11,5%, in Wallonië (PS en CDH) met 9,9% en in Brussel (PS, Défi, CDH, Open VLD, SPa en CD&V) met 8,5%. Het zijn bijna uitsluitend de “extremen” die vooruit gaan: in Wallonië wordt de PTB met bijna 15% de derde partij en in Vlaanderen kent het Vlaams Belang een gelukkig iets minder steile opmars tot 13%. Dat illustreert dat velen de platgelopen paden verlaten in hun zoektocht naar een alternatief.

    In ons pamflet merkten we op: “Datzelfde fenomeen deed zich voor in het referendum over Schotse onafhankelijkheid of ook nog in de stemming over de Brexit. Ze drukken een sluimerende revolte tegen het establishment uit, net zoals de massale betogingen tegen TTIP. In de VS werd die revolte politiek vertaald door Sanders, in Groot-Brittannië niet door Farage van UKIP, maar door Corbyn in Labour. Elders gebeurt dat via nieuwe formaties zoals Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland. Het toont een enorm potentieel, maar kan ook, zoals onder meer werd aangetoond in het geval van Syriza, snel instuiken als blijkt dat de nieuwe formatie dan toch de oude politiek voortzet.

    “Goblet en veel anderen pleiten begrijpelijk voor een centrumlinkse coalitie van sociaaldemocraten, groenen en PVDA. Een breuk met het winstsysteem zal echter niet gebeuren door coalities met gediscrediteerde politici, maar door alle krachten ter linkerzijde samen te brengen met de vele duizenden syndicalisten om een brede linkse strijdpartij te vormen. Goblet zou daaraan een enorme bijdrage kunnen leveren, net zoals de PVDA en andere consequent linkse formaties.

    “We kunnen het aantal uitnodigingen van LSP aan de radicale linkerzijde, ook de PVDA, om gesprekken daarover aan te gaan, niet meer tellen. We waren betrokken bij alle initiatieven in die richting, van Jef Sleeckx tot Daniël Piron. Telkens weer zijn die helaas gestrand op allerlei politieke berekeningen, maar de objectieve omstandigheden zullen die kwestie systematisch blijven opwerpen. Aan de oever gaan zitten en wachten tot de kansen voorbij drijven, is niet onze stijl. Het verdedigen van een strijdbaar socialistisch programma als antwoord op de kapitalistische crisis kan niet wachten tot er een brede strijdformatie bestaat, maar kan er juist toe bijdragen om de nood eraan op te helderen. Dat programma telkens weer op de agenda plaatsen en verdedigen, is wat LSP doet en waarvoor we ieders hulp kunnen gebruiken.”

    Fotoreportages: (klik op de foto om de reeks te zien)

    Foto’s door Liesbeth:

    Foto’s door PPICS:

    Foto’s door Nico:

    Foto’s door Jean-Marie:
    Vakbondsbetoging // Jean-Marie

  • LSP-pamflet op betoging van 29 september. Nog twee jaar Michel? Onaanvaardbaar!

    pamflet29sep
    Klik op de afbeelding voor een PDF van dit pamflet

    In de jongste peilingen krijgen de regeringspartijen op elk niveau flink klappen. Vooral de grootste moeten fors inleveren in vergelijking met de verkiezingen van 2014, de PS 5 à 6% en de N-VA zelfs 6 à 7%. Dat weerspiegelt de afkeer van een beleid dat steeds meer begrepen wordt als uitsluitend in dienst van de rijken. Geen wonder dat we hier vandaag opnieuw zo talrijk zijn. Het had nog veel meer kunnen zijn, als de vakbondsleiders even goed geluisterd hadden naar de achterban als de achterban naar hen. Dan hadden we misschien één ordewoord gehad in plaats van veel verschillende en misschien ook een strategie om te winnen.

    Dat dit ons nog zuur zou opbreken, was te verwachten. Over niets is er een akkoord: niet over de Wet-Peeters, niet over de herziening van de loonnorm, niet over de lijst van de zware beroepen en niet over de ‘hervorming’ van de vennootschapsbelasting. Daar komen nog een reeks recente bedrijfssluitingen en herstructureringen bij, steeds door fors winstgevende multinationals als Caterpillar, Axa, Douwe Egberts, Makro etc. Tot daar Michels’ jobs, jobs, jobs. Wat is er nog meer vereist om een algemene staking die al in april met grote trom werd aangekondigd door te laten gaan?  Uitstel met een week, zelfs twee, tot na de begrotingsverklaring van de regering op 11 oktober, hadden we nog begrepen, maar de staking van 7 oktober gewoon afblazen? “Blaffende honden bijten niet,” moet Michel gedacht hebben en binnen de week bleek het begrotingstekort voor dit en volgend jaar niet 2,4 maar 4,2 miljard euro.

    “Een regering van veel woorden en weinig daden”?

    Patroons en economieprofessoren die nog hopen op een bijverdienste als consultant bij die patroons, creëren al volop de setting om er nog eens stevig in te hakken. “Deze regering is er één van veel woorden, maar weinig daden” luidt hun oordeel. Het optrekken van de pensioenleeftijd, het afschaffen van de brugpensioenen, de schorsing van werklozen, de gemeenschapsdienst, de indexsprong, de jacht op zieken en invaliden, de besparingen op het onderwijs, de onhoudbare werkdruk, de prijsstijgingen, … dat vinden ze maar ‘woorden’.

    Welke daden ze dan wel willen, zullen ze nooit expliciet zeggen, maar neem het van ons aan: zoveel mogelijk. Als je aan 4,2 miljard wil geraken dreigt een indexsprong, een algemene BTW-verhoging, een frontale aanval op de gewestelijke ambtenaren en komt de sociale zekerheid in het vizier. Deze regering nog twee jaar uitzitten in de hoop dat er dan een alternatieve meerderheid kan gevormd worden, is onaanvaardbaar. Wie weet wat er dan nog allemaal op ons afkomt. Misschien dat we tegen dan zo murw geslagen zijn dat rechts nog herkozen raakt ook.

    Wat met 7 oktober?

    Van Overtveldt zat er de voorbije twee jaar telkens kilometers naast bij het ‘berekenen’ van de begroting. Iedere student zou gebuisd zijn, iedere werknemer zou de laan uitvliegen, maar Van Overtveldt komt daar allemaal mee weg. Waarom? Omdat hij een absolute topper is in iets veel belangrijkers: een gigantische verschuiving van welvaart naar de rijken. Dat is waar het deze regering echt om te doen is.

    De regering-Michel met rationele argumenten overtuigen haar beleid om te gooien, is een illusie. Haar doen matigen tot aan de verkiezingen binnen twee jaar eveneens. Voor deze regering is het erop of eronder. Aan de top van de vakbonden heeft helaas alleen Marc Goblet dat begrepen. Hij moest zelfs Tamellini daarover corrigeren. Goblet is ook de enige op dat niveau die nog expliciet zegt dat als de regering niet plooit, ze dan maar moet vallen en hij plaatst ook meteen opnieuw de kwestie van de algemene staking op de agenda “nog voor het einde van het jaar”. Dat mag geen loze belofte blijven, maar moet vanaf vandaag ernstig voorbereid worden. We kunnen de acties van 7 oktober daarvoor goed gebruiken.

    Centrumlinkse coalitie of massale strijdpartij?

    Terecht wijst Goblet erop dat de regering “niet zo sterk” is. Alle regeringspartijen donderen achteruit ten opzichte van de verkiezingen in mei 2014. Federaal (MR, N-VA, CD&V en Open VLD) met bijna 14%, Vlaams (N-VA, CD&V en Open VLD) met 11,5%, in Wallonië (PS en CDH) met 9,9% en in Brussel (PS, Défi, CDH, Open VLD, SPa en CD&V) met 8,5%. Het zijn bijna uitsluitend de “extremen” die vooruit gaan: in Wallonië wordt de PTB met bijna 15% de derde partij en in Vlaanderen kent het Vlaams Belang een gelukkig iets minder steile opmars tot 13%. Dat illustreert dat velen de platgelopen paden verlaten in hun zoektocht naar een alternatief.

    Datzelfde fenomeen deed zich voor in het referendum over Schotse onafhankelijkheid of ook nog in de stemming over de Brexit. Ze drukken een sluimerende revolte tegen het establishment uit, net zoals de massale betogingen tegen TTIP. In de VS werd die revolte politiek vertaald door Sanders, in Groot-Brittannië niet door Farage van UKIP, maar door Corbyn in Labour. Elders gebeurt dat via nieuwe formaties zoals Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland. Het toont een enorm potentieel, maar kan ook, zoals onder meer werd aangetoond in het geval van Syriza, snel instuiken als blijkt dat de nieuwe formatie dan toch de oude politiek voortzet.

    Goblet en veel anderen pleiten begrijpelijk voor een centrumlinkse coalitie van sociaaldemocraten, groenen en PVDA. Een breuk met het winstsysteem zal echter niet gebeuren  door coalities met gediscrediteerde politici, maar door alle krachten ter linkerzijde samen te brengen met de vele duizenden syndicalisten om een brede linkse strijdpartij te vormen. Goblet zou daaraan een enorme bijdrage kunnen leveren, net zoals de PVDA en andere consequent linkse formaties.

    Sluit aan bij LSP!

    We kunnen het aantal uitnodigingen van LSP aan de radicale linkerzijde, ook de PVDA, om gesprekken daarover aan te gaan, niet meer tellen. We waren betrokken bij alle initiatieven in die richting, van Jef Sleeckx tot Daniël Piron. Telkens weer zijn die helaas gestrand op allerlei politieke berekeningen, maar de objectieve omstandigheden zullen die kwestie systematisch blijven opwerpen. Aan de oever gaan zitten en wachten tot de kansen voorbij drijven, is niet onze stijl. Het verdedigen van een strijdbaar socialistisch programma als antwoord op de kapitalistische crisis kan niet wachten tot er een brede strijdformatie bestaat, maar kan er juist toe bijdragen om de nood eraan op te helderen. Dat programma telkens weer op de agenda plaatsen en verdedigen, is wat LSP doet en waarvoor we ieders hulp kunnen gebruiken.

  • Neen aan de uitverkoop van Eandis. Energie volledig in publieke handen brengen!

    meterDe voorbije dagen was er veel discussie over de uitverkoop van Eandis aan een Chinees bedrijf. Er groeide protest, vooral tegen het feit dat aan een Chinees bedrijf verkocht werd met een deal die weinig doorzichtig is. Dat de energiedistributie hiermee verder uitverkocht wordt, lijkt minder van belang. De discussie lijkt zich te beperken tot verkopen aan de Chinezen of een beursgang. Wij zijn tegen beide opties gekant: energie is te belangrijk om het aan de winsthonger van de private sector over te laten, het moet volledig in publieke handen komen.

    Eandis staat in voor de elektriciteitsaansluiting van 2,6 miljoen gezinnen en KMO’s en voor 1,7 miljoen aardgasaansluitingen. De netbeheerder zoekt vers geld en daarom wordt gekeken naar een participatie door een private partner, het Chinese staatsbedrijf State Grid. De reden waarom Eandis nieuwe middelen zoekt, moet gezocht worden bij de uitstap van Electrabel eind 2014. De Vlaamse gemeenten achter Eandis kochten het belang van Electrabel (21%) over waarbij de financiering gebeurde door intercommunales. State Grid Corporation of China zou 14% van Eandis opkopen en is een gegarandeerde opbrengst van 4% per jaar beloofd, volgens Eandis een “beperkt rendement”. De voorbije jaren kocht het bedrijf zich in verschillende Europese netbeheerders in, onder meer in Italië en Griekenland.

    Tijdens de discussie werd plots geschermd met een waarschuwing door de staatsveiligheid. State Grid zou toegang krijgen tot strategische informatie over het energienetwerk in ons land. Dit argument lijkt vooral gebruikt te worden om het pleidooi voor een beursgang kracht bij te zetten. Tommelein probeert dit in te kaderen als ‘de burger laten participeren’, maar we weten allemaal dat beurshandel gedomineerd wordt door grote kapitaalgroepen. Of het nu een Chinees bedrijf of een Amerikaans pensioenfonds is dat het energienetwerk deels opkoopt, maakt weinig uit: enkel de winsten tellen. Dat zien we overigens met de energieproductie die in ons land grotendeels in handen is van een Franse multinational (Engie). Voorstanders van de deal met State Grid stellen dat het over een belang van slechts 14% gaat. Maar zelfs met een beperkte inbreng zullen de private belangen en de verplichte winst voor deze partner steeds dominant zijn.

    De deal met State Grid wordt verdedigd door een reeks traditionele politici, vooral vanuit CD&V en N-VA is er enthousiasme. Bij Open VLD zijn de meningen verdeeld, diegenen die er een probleem in zien willen vooral een beursgang. De Gentse Open VLD’er Geert Versnick, met zijn ervaring bij Optima een expert inzake samenwerking tussen de gemeenschap en private partners, merkte op dat er geen commotie zou zijn indien Eandis met een Australische of Canadese partner had samengewerkt. N-VA’er Mathias Diependaele zei in ‘De Ochtend’: “Men heeft het vooral over het feit dat het Chinezen zijn. Ik heb er een zeer ongemakkelijk gevoel bij dat men daarop afgaat.” Als N-VA een anti-racistisch argument inroept, weet iedereen dat er een hypocriet kantje aan is. N-VA blijft immers de partij van de ‘dansende moslims’.

    Ter linkerzijde komt er protest. Bij SP.a zijn de meningen verdeeld: Louis Tobback is voorstander van de deal die hij mee onderhandelde, andere SP.a’ers raken zich bewust van een breder gedragen wantrouwen tegen de uitverkoop van de energienetbeheerder en de gevolgen hiervan op de energiefactuur die de gewone mensen betalen. Groen spreekt zich uit tegen de deal omdat deze ondoorzichtig is en wegens de macht van de private partner binnen Eandis. Energiespecialist Danen stelde: “Wij vinden dat ons energienetwerk in handen van de Vlamingen moet blijven, gemeenten en burgers.” De partij wil participatie door de Vlaamse overheid en door burgers via een coöperatief fonds, eventueel aangevuld door een volkslening. Dit standpunt wordt gedeeld door PVDA. Energiespecialist Tom De Meester schreef in De Morgen: “De Vlaamse overheid en de gemeentes moeten hun verantwoordelijkheid nemen en het net in publieke handen houden. Waarom zouden we daarbij ook burgercoöperaties niet de kans geven om, naast de overheid, te investeren in het energienet? Dat coöperaties niet in staat zijn om de volle 14 procent Eandis-aandelen op te kopen, is een open deur intrappen – daar is minstens 500 miljoen euro voor nodig – maar dat mag geen alibi zijn om burgerparticipatie uit te sluiten.”

    Energie is inderdaad te belangrijk om het aan de private winsthonger over te leveren. We zien met de energieproducenten zoals Electrabel wat de gevolgen hiervan zijn: een verouderde productie met scheurende kerncentrales, gebrek aan investeringen in duurzame energie en miljardenstromen naar de grote aandeelhouders in onder meer Frankrijk. De nieuwe farce waarbij minister Marghem (MR) enkele miljoenen van Electrabel en Engie niet zou geïnd hebben, bevestigt hoe de rode loper voor de private bedrijven wordt uitgerold.

    Waarom energie niet volledig in publieke handen brengen, van de productie tot de distributie? LSP is voorstander van een nationalisatie onder arbeiderscontrole en -beheer. Daarmee bedoelen we niet dat de Vlaamse of federale regering de energiesector op bureaucratische wijze moet beheren. Onder nationalisatie verstaan wij dat de gemeenschap de sector in handen neemt waarbij de controle en het beheer in handen zijn van verkozen (en dus ook afzetbare) vertegenwoordigers van het personeel uit de sector, de vakbonden en de gemeenschap in het algemeen. Dat is de beste wijze om ‘burgerparticipatie’ democratisch te organiseren.

    [divider]

    Chinese win-win?

    Het is een detail, maar wel opmerkelijk: de neoliberalen van N-VA staan te springen om samen te werken met een Chinees staatsbedrijf dat nauw verbonden is met het ‘communistische’ regime terwijl de PVDA tegen de deal gekant is. Wij vinden het positief dat de PVDA in deze discussie niet het standpunt van haar laaste partijcongres volgt. Toen heette het in de congrestekst nog dat China op internationaal vlak van een “win-winprincipe” vertrekt waarbij akkoorden onder meer in Afrika die landen helpen om zich te ontwikkelen. Ook de overname van westerse bedrijven door Chinese werd als een win-win voorgesteld: “Chinese bedrijven winnen technologie en markttoegang, het Westen wint zuurstof en werkgelegenheid voor een kwakkelende economie.” We hopen dat het verzet van PVDA tegen de overname van Eandis ook leidt tot een ander inzicht over de Chinese rol in onder meer Afrika.

  • Nog twee jaar Michel? Onaanvaardbaar!

    Het uitzitten van deze regering mag geen optie zijn, het verzet moet opnieuw opgebouwd en georganiseerd worden

    De oktobereditie van 'De Linkse Socialist' komt op de betoging van donderdag uit. Koop deze krant op de betoging of neem meteen een abonnement.
    De oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’ komt op de betoging van donderdag uit. Koop deze krant op de betoging of neem meteen een abonnement.

    Een ontslag-tsunami trekt over het land, maar De Wever is tevreden over het sociaaleconomische beleid van zijn regering (De Tijd 14 september). Het is waar: met de resultaten van de begroting was hij minder gelukkig. Het liefst had hij nog meer en dieper bespaard op de overheidsuitgaven voor sociale zekerheid en gezondheidszorg.

    Artikel door Els Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Aan de boodschap van een verpleegster deze zomer over de lamentabele toestand in de bejaardentehuizen of de verontwaardiging van de koks die maaltijden moeten serveren voor 3 euro per dag, heeft hij duidelijk lak. Ook aan de verontwaardiging die er leeft bij het spoorpersoneel, de calltakers, sociaal werkers of onderwijzers. Het personeelstekort is overal zo nijpend en de vermarkting zo verregaand dat het steeds meer een menselijke dienst- en hulpverlening in de weg staat. Een jongeman in Gent ‘vond zijn weg naar aangepaste hulp niet’ en stierf van honger en dorst. Maar De Wever is tevreden en zou het liefst nog verdergaan in de afbouw van het sociale vangnet en na de verkiezingen met de huidige formule, zeg maar Michel 2, voortregeren.

    Het protest tegen Michel 1 was dan wel legendarisch, het heeft de regeringspartijen nauwelijks op andere gedachten gebracht. Integendeel. Voor de regering is deze jobcrisis alleen maar een opportuniteit om verdere loonmatiging door te drukken. We zijn dus gewaarschuwd. Als we deze regering haar termijn laten uitzitten, staat ons nog veel meer te wachten. Zo moet er, bovenop wat we reeds ingeleverd hebben, nog een paar miljard bespaard worden. Over hoeveel wordt nog gekibbeld. Net zoals er nog aanvallen gepland zijn op ons recht om ons tegen hun beleid te verzetten. Bij Open VLD willen ze de sociale bescherming van syndicaal afgevaardigden afbouwen en bij de MR bereidt men tegen december een aanval voor op stakingsrecht bij het spoor.

    Het uitzitten van deze regering mag dan ook geen optie zijn. Het verzet moet opnieuw opgebouwd en georganiseerd worden.

    Het enthousiasme om op straat te blijven komen om ons protest te laten horen neemt af. Nochtans tonen alle peilingen dat de regering aan steun inboet. Een strategie om alle verzet bijeen te brengen met als doel deze regering te stoppen, zou de beweging opnieuw perspectief geven. De regering is immers maar zo sterk als haar oppositie toelaat. Het zou tegelijk onze beste kans zijn om te vermijden dat de rechtse regering herkozen raakt op basis van een zekere teleurstelling in het falen van de strijd ertegen. Dit verzet zou op haar beurt de basis kunnen vormen voor de opbouw van breed gedragen anti-besparingspartij die niet slechts wacht op verkiezingen, maar de strijd mee organiseert en richting geeft en zo de nodige stappen zet om de arbeidersbeweging ook politiek aan zet te brengen.

  • Personeelstekort bij noodcentrales is levensbedreigend

    Foto: Flickr / alanclarkdesign
    Foto: Flickr / alanclarkdesign

    In juni raakte bekend dat een man overleden was nadat hij niet binnengeraakt was bij de noodcentrale op het nummer 112. Een wachttijd van meer dan vier minuten kan levens kosten. Bij zowat elk geval van uitzonderlijk noodweer worden de diensten overstelpt. Maar ook in ‘normale’ omstandigheden weegt het personeelstekort. We spraken hierover met Ann, afgevaardigde van ACOD in de noodcentrale van Leuven.

    Kan je de werking van de noodcentrales kort voorstellen?

    “Ongeveer tien jaar geleden werd beslist om de oproepen door burgerpersoneel te laten beantwoorden, voordien gebeurde dit door de politie. Er was het project om in heel Europa het overkoepelende nummer 112 te gebruiken voor noodoproepen. Dit vereist natuurlijk multidisciplinair personeel dat de juiste hulp kan aansturen.

    “Alleen ontbrak het in België aan geld en een visie om tot één performante dienst te komen. De ministers volgden elkaar op en met hen ook de opeenvolgende voorstellen. Maar ondertussen zijn er nog steeds twee nummers operationeel: 100 (ziekenwagens en brandweer) en 101 (politie). In Leuven zitten we samen in één meldkamer, elders is dat niet het geval. Wie 112 belt, komt eerst bij de dienst 100 terecht omdat eventuele dringende medische zorg voorgaat.”

    Wat zijn de voornaamste problemen op de werkvloer?

    “Het tekort aan collega’s. Op mijn dienst is het kader niet ingevuld. We zijn niet met de voorziene 28 collega’s maar met slechts 21. Dit leidt tot een hogere werkdruk en regelmatig een tekort aan mensen, wat zich zeker laat voelen bij grotere problemen zoals noodweer. Door de werkdruk is het ziekteverzuim groot en vertrekken mensen als ze een andere job vinden.

    “Onlangs hoorde ik bij de collega’s van de 100 dat er op een zondagnacht slechts één iemand was om de dienst te verzekeren. Dat is onverantwoord! Uiteindelijk werd na lang rondbellen een tweede persoon gevonden. Het is al gebeurd dat iemand uit West-Vlaanderen moest invallen omdat er niemand anders was. Als er enkele collega’s op vakantie zijn, terwijl anderen ziek werden door de werkdruk en nog anderen al veel te veel moesten invallen, wordt het erg moeilijk om toch iemand te vinden om de dienst te verzekeren. Beeld je maar eens in dat twee personen op de dienst 100 moeten omgaan met de reacties op een ernstig incident zoals een aanslag…

    “Een oproep die niet snel beantwoord wordt wegens een tekort aan call takers kan levensbedreigend zijn. Dat zagen we met het voorbeeld dat in juni in de media kwam: een man probeerde tevergeefs naar een noodnummer te bellen, raakte niet binnen en overleed. Dergelijke voorbeelden komen wellicht niet altijd in de media, het GSM-verkeer van een overledene wordt niet altijd gecontroleerd. Met het personeelstekort zullen er nog slachtoffers vallen.”

    Deze zomer kwam het personeelstekort in de media, hoe reageert de minister daarop?

    “Minister Jambon en zijn kabinet ontkennen het probleem niet. Dat is al iets. Ze zeggen telkens dat de problematiek bekend is en dat er aanwervingen bezig zijn. Maar daar weten wij niets van.

    “Vroeger was er minstens één keer per jaar regionaal sociaal overleg via het Basis Overleg Comité (BOC) voor het personeel van de 100 en een BOC voor het personeel van de 101. Sinds het aantreden van de huidige regering is dit in de Nederlandstalige noodcentrales niet meer het geval. Eigenlijk is er geen enkel overleg. De reden hiervoor is dat de administratie geen personeel meer heeft om zo’n BOC voor te zitten en het is moeilijk om dergelijk personeel te vervangen. Er is enkel sporadisch nationaal overleg. De laatste geplande vergadering was op 22 maart, de dag van de aanslagen. Om evidente redenen is daar niet veel uitgekomen.

    “Ondertussen blijven we maar wachten op de dringende versterking. We zitten op ons tandvlees. Dit zorgt voor ongenoegen, maar dit blijft vaak beperkt tot de eigen centrale of zelfs de eigen ploeg. De werkdruk en het personeelstekort ondermijnen onderlinge solidariteit en een bredere kijk op het volledige beleid van deze regering. Het aanslepende personeelstekort en de weigering om daar iets aan te doen, maken nochtans duidelijk hoe weinig deze regering bekommerd is om zowel het personeel van de noodcentrales als de bevolking die moet kunnen rekenen op een goede werking van deze levensbelangrijke dienst waar elke seconde het verschil kan maken.”

     

    [divider]

    Dit artikel verscheen in maandblad ‘De Linkse Socialist’. Steun ons en neem een abonnement op deze krant!

  • Elke vonk kan tot nieuwe explosie leiden

    Afblazen of afzwakken actieplan neemt ongenoegen niet weg

    Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie
    Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie

    De staking van 7 oktober, op de tweede verjaardag van de rechtse regering, werd deze zomer geleidelijk van tafel geveegd door de vakbondsleidingen. ACLVB-voorzitter Mario Coppens was het duidelijkst: “Tenzij de regering plots enkele maatregelen aankondigt die onaanvaardbaar zijn, zie ik weinig redenen om te staken.”

    Standpunt dat zal verschijnen in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ (die uitkomt op de vakbondsbetoging van 29 september)

    Is Coppens de open brief van die verpleegster over het tekort aan collega’s om een menswaardige zorg aan bejaarden te bieden al vergeten? Of de klachten van koks die voor 3 euro per dag drie maaltijden op tafel moeten toveren in de bejaardenzorg? De postbodes die de toenemende flexibiliteit van de georoutes niet aankunnen waardoor naar nog goedkopere vluchtelingen uitgekeken wordt om de post te bezorgen? Erg ‘werkbaar’ is het werk in de praktijk niet. Voor de zomer kookte het ongenoegen al over met spontane acties bij onder meer de cipiers en het spoorpersoneel. Zelfs de magistraten klaagden over een tekort aan middelen. Na de zomer werd de retoriek van ‘jobs, jobs, jobs’ op pijnlijke wijze doorprikt met collectieve afdankingen bij Caterpillar, Axa, P&V verzekeringen, Douwe Egberts, … Voor gewone werkenden zijn er veel onaanvaardbare maatregelen.

    Een vaak voorkomend argument is dat we ons best kunnen klaarhouden voor nog ergere maatregelen, waarna iedereen wel in actie zal schieten. Zonder voortrekkers die meteen de toon zetten en met een actieplan het verzet opbouwen, is er het gevaar dat het wachten op zich een vastgeroeste strategie wordt. Ondertussen worden onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden steeds verder uitgehold. Gebrek aan actie van onze kant, zal de arrogantie van de regering en werkgevers enkel versterken. Elke zwakheid langs onze kant zet immers aan tot agressie van de andere kant.

    Met deze rechtse regering zitten de werkgevers in een zetel en volgen de aanvallen elkaar in snel tempo op: verhoging pensioenleeftijd, indexsprong, BTW-verhogingen, verlenging arbeidsweek, … Vakbondsleiders die nog de illusie hebben dat deze Thatcherianen zullen matigen of dat er ernstig mee kan onderhandel worden, vergissen zich over het karakter van de regering. De scherpste kantjes afveilen, lukt niet met deze regering.

    Wachten tot volgende verkiezingen biedt evenmin een garantie op succes. Dat zagen we in Groot-Brittannië. Door het stopzetten van de acties na 2011 kon rechts het publieke debat domineren waarna Cameron zichzelf in 2015 opvolgde. De conservatieve Britse regering is erin geslaagd om de lonen met 10% naar beneden te duwen en de vakbondsrechten verder te beknotten.

    Indien de vakbondsleiding de acties niet of niet ernstig organiseert, zal het ongenoegen niet verdwijnen. Hier en daar zal het tot frustratie leiden, elders ook tot spontane acties waarmee de leiding voorbijgestoken wordt. Elke vonk kan tot een explosie leiden. Het ontbreekt momenteel vooral aan een leiding met een programma dat breekt met het besparingsbeleid.

    Elke strijdbare syndicalist en linkse socialist heeft een grote rol te spelen: strijd organiseren, collega’s betrekken, richting geven met suggesties inzake programma en methoden, collectief evalueren, … kortom in de opbouw van een krachtsverhouding waarmee we de rechtse regering en haar besparingsbeleid wegkrijgen.

    Groeiende ruimte voor consequent links : PTB op 15% in peilingen

    Het actieplan eind 2014 toonde het aan: met eengemaakte en goed georganiseerde opbouwende acties kunnen we de regering doen wankelen. Laat ons op die ervaring verderbouwen, te beginnen met de groeiende groep voortrekkers binnen de arbeidersbeweging waarmee we elke opening kunnen aangrijpen om zoveel mogelijk collega’s actief te betrekken. Het potentieel voor acties blijft groot, het ongenoegen neemt toe en zal opnieuw tot uitbarstingen leiden.

    Ook op politiek vlak groeit de ruimte voor consequent links. Wie was er niet onder de indruk van de recente peiling waarin de PTB, de Franstalige PVDA, op 14,6% staat en de derde partij wordt, nog voor Ecolo en CdH? Ook in Brussel wordt een mooi resultaat neergezet en in Vlaanderen wordt de kiesdrempel genomen. Volgens deze peiling zouden de 2 huidige PVDA-verkozenen er na de volgende verkiezingen 10 worden. LSP juicht deze vooruitgang toe.

    Beeld je in wat 10 federale parlementsleden en een veelvoud daarvan op regionaal vlak zouden kunnen betekenen voor de arbeidersbeweging? Het zou onze bekommernissen en onze eisen tot in het parlement brengen. Het zou het parlement verplichten daar niet zomaar over te stappen. De media zouden niet anders kunnen dan onze stem mee aan bod laten komen. Het zou de mogelijkheid bieden om niet alleen de ongelijkheid aan te klagen, maar ook maatschappijverandering en socialisme te populariseren. Gedurfde initiatieven, niet enkel op gericht op de verkiezingen maar ook en vooral op strijd, kunnen onze standpunten en voorstellen centraal op de politieke agenda plaatsen.

    Verkiezingen zijn belangrijk, maar het is door bewegingen op straat dat de arbeidersbeweging verworvenheden afdwingt. Dat is hoe de sociale zekerheid of nog het stakingsrecht werden bekomen. Een sterkere electorale positie kan strijd op straat versterken door deze te populariseren en door het grotere platform te gebruiken om ordewoorden te verspreiden.

    Een grotere electorale steun is op zich niet voldoende om tot verandering te komen. Er waren grotere linkse krachten dan de PVDA die het spijtig genoeg niet waarmaakten. Kijk maar naar Syriza in Griekenland dat gecapituleerd heeft en nu zelf het besparingsbeleid van de trojka uitvoert. Of Bernie Sanders die zijn politieke revolutie niet doorzet maar probeert te laten stranden bij de Democraten van Hillary Clinton, de establishmentkandidate bij uitstek. Aan goede bedoelingen ontbrak het niet, wel aan een consistent programma en een methode om een krachtsverhouding mogelijk te maken waarmee we effectief breken met het besparingsbeleid.

    We hopen dat de PVDA daar ook lessen uit trekt en niet in dezelfde vallen trapt. Coalities, zelfs op het lokale terrein van de gemeenteraden, met de ‘linkerzijde’ van het besparingsestablishment, lijken ons bijzonder gevaarlijk. De tactische oproep tot een kartel met SP.a en Groen in Antwerpen – wellicht in de wetenschap dat beide partijen daar niet tot bereid zijn – geeft aan dat PVDA bereid is om heel ver te gaan om tot coalities te komen. De eisen en het programma waarmee de PVDA naar buiten komt, worden nu al aangepast aan wat voor de toekomstige coalitiepartners aanvaardbaar is. Op termijn kan dit de weerstand ondermijnen tegen de druk van het establishment om in de logica van dit systeem te stappen.

    LSP is voorstander van een brede linkse strijdpartij die meer te bieden heeft dan ‘stem volgende keer voor mij’. De volledige radicale linkerzijde, de PVDA in de eerste plaats, heeft daar een rol in te spelen. Een brede linkse strijdpartij waarin al wie zich tegen het besparingsbeleid verzet een plaats vindt, gekoppeld aan een gedurfd programma dat resoluut breekt met de logica van dit systeem, is de beste garantie om tot echte verandering te komen. Wil je dit idee versterken en ons programma ondersteunen? Sluit dan aan bij LSP.

    [divider]

    Dit artikel zal in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ verschijnen. Steun socialistische media zoals socialisme.be en maandblad ‘De Linkse Socialist’ door je te abonneren op ons maandblad.

  • Noodkreten uit Gents Forensisch Psychiatrisch Centrum dringen niet door tot Antwerps stadsbestuur…

    Actie 30 juni in Antwerpen. 'Sociaal werk is niet te koop'. N-VA wil daklozenbegeleiding aan G4S verkopen.
    Actie 30 juni in Antwerpen. ‘Sociaal werk is niet te koop’. N-VA wil daklozenbegeleiding aan G4S verkopen.

    De N-VA wil zowat alles privatiseren. Gevangenissen bijvoorbeeld ziet de partij liever door de private sector uitgebaat worden. Waar de partij het voor het zeggen heeft, zoals in Antwerpen, worden stappen gezet om een deel van de sociale sector naar de privé over te hevelen. Daklozenbegeleiding, woonbegeleiding, begeleiding van verslaafden, wijkwerkingen, … worden allemaal bedreigd door ‘vermarkting’. Deze diensten worden op de markt geplaatst zodat de laagste biedende speler de opdracht kan binnenhalen. De voorbije dagen werden tientallen personeelsleden in vooropzeg geplaatst.

    Het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent, waar gevangenen met een psychiatrische problematiek worden opgevangen, is in private handen. De Vlaamse Zorginspectie stelde eerder al dat het FPC Gent geen basisdiensten kan aanbieden door onvoldoende personeelsbezetting. Eind december 2015 stuurde het FPC voor het eerst een patiënt terug naar de gevangenis omdat alle isoleercellen van het centrum vol zaten na verschillende incidenten. Het tekort aan personeel en begeleiding leidt er tot een repressief regime. Is dat in het belang van personeel, patiënten en de samenleving? Wij dachten van niet…

    Nu pakt ‘De Morgen’ uit met een nieuw artikel over noodkreten uit het FPC Gent. Zowel patiënten als personeelsleden klagen over de slechte leef- en werkomstandigheden. De krappe bezetting leidt tot veel problemen en zet de veiligheid onder druk. “De minimale bezetting wordt niet altijd gehaald,” merken de vakbondsverantwoordelijken op. Patiënten moeten bij het minste conflict weken op hun kamer blijven. De isoleercellen draaien overuren.

    Ook in de zorgsector, onder meer voor bejaarden, waren er de afgelopen weken noodkreten van personeelsleden en familieleden die het gebrek aan personeel en bijhorende kwaliteitsvolle zorg aanklaagden. In de opvang van ouderen is de winst blijkbaar belangrijker dan de aangeboden zorg. Personeel en ouderen zijn daar de dupe van.

    Dit soort geprivatiseerde opvang is wat de N-VA ook wil voor daklozen en andere sociaal zwakkeren in Antwerpen. De verantwoordelijke schepen Fons Duchateau begrijpt naar eigen zeggen niet waarom de begeleiding van daklozen soms zo lang duurt. Eigenlijk begrijpt hij niet waarom er sociale problemen zijn en waarom deze als gevolg van het asociale neoliberale beleid toenemen. Bijgevolg herleidt hij alles tot individuele keuzes en verantwoordelijkheden.

    De vermarkting van een deel van de sociale sector in Antwerpen werd deze week opnieuw concreter met het uitlekken van het nieuws dat de groep G4S er als beste uitkwam voor de uitbating van de daklozenopvang die nu door ‘De Vaart’ wordt georganiseerd. G4S is een veiligheidsbedrijf dat eerder in opspraak kwam wegens verregaande gebreken in de beveiliging van de Londense Olympische Spelen in 2012 of nog wegens betrokkenheid bij de apartheidspolitiek van het rechtse Israëlische regime. Dit bedrijf zou nu de begeleiding van daklozen moeten doen? Zullen ze een muur bouwen rond daklozen? Checkpoints instellen zodat daklozen zeker niet in het zicht van de rest van de bevolking komen?

    Het is waanzin dat sociaal werkers die soms jarenlang gewerkt hebben aan een vertrouwensband nu plaats moeten ruimen voor een bedrijf als G4S. Sociale zorg wordt dan ondergeschikt aan de uitbouw van een winstgevend netwerk binnen de sociale sector. De Antwerpse N-VA chargeert om dit erdoor te krijgen. De noodkreten uit het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent geven nogmaals aan dat het verzet hiertegen gelijk heeft.

    Er waren al enkele succesvolle acties tegen de vermarkting van de sociale sector. Op 29 september zullen sociaal werkers mee opstappen in de vakbondsbetoging met een blok ‘Sociaal werk is niet te koop.’ Als de onzekerheden onder het personeel – waaronder de vele personeelsleden die in vooropzeg geplaatst zijn! – niet snel genoeg in collectieve strijd omgezet worden, kan fatalisme een opgang maken. Laat ons dat vermijden door vastberaden het verzet tegen de vermarkting van de sociale sector te organiseren en op te komen voor meer middelen en meer collega’s.

    De graad van beschaving kan afgemeten worden aan de zorg die ze aan de zwaksten besteedt. Het besparingsbeleid doet de sociale problemen toenemen en verhoogt de werkdruk in de sector. Tegelijk wordt de sector zelf getroffen door aanvallen en besparingen. Dit zorgt ervoor dat de allerzwaksten in de samenleving dubbel getroffen worden door dit beleid. Sociaal werkers vinden dat verschrikkelijk, maar kunnen steeds minder doen omdat ze zelf onder vuur genomen worden. Sociaal werk is niet te koop, de volledige zorgsector (van gezondheidszorg over bejaarden- en gehandicaptenzorg tot sociaal werk) moet in publieke handen zijn en vereist dringend meer publieke middelen.

  • Studeren straks enkel voor de elite? Bespaar niet op onze toekomst

    crevitsDe gevolgen van Crevits’ neoliberale besparingsbeleid worden steeds duidelijker. De Vlaamse minister van onderwijs kondigde aan dat er in haar regeerperiode 400 miljoen euro moet bespaard worden op hoger onderwijs en nog eens zoveel op basis- en secundair onderwijs. Voor het onderwijs dat al jarenlang kampt met chronische onderinvestering en dat werd leeggezogen door opeenvolgende ministers is dat een smak geld.

    Artikel door Koerian (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Volgens een studie van Test-Aankoop en de Gezinsbond kost Crevits’ beleid elke scholier jaarlijks 117 euro extra. Een gemiddelde schoolfactuur bedraagt in het secundair onderwijs 1.287 euro per kind. In een land waar bijna één op vijf kinderen opgroeien in een arm gezin is dit een hoop geld. Ons onderwijs is volgens UNICEF bovendien het meest ongelijke van de hele OESO: de sociaal-economische achtergrond van de ouders bepaalt in heel wat gevallen het studieniveau. Zo heeft een kind van rijke afkomst volgens het laatste PISA-rapport ongeveer 60% meer kans om ASO te volgen dan een kind van arme afkomst. Ondertussen verzanden de loopbanen van steeds meer leerkrachten in een resem interimjobs en is er een wachtlijst ter waarde van 5 miljard euro in scholenbouw.

    In het universitair onderwijs staan de dingen er niet veel beter voor. Ook hier bevestigt en versterkt onderwijs sociale ongelijkheid, de slaagkansen voor kinderen van arme ouders, ouders van andere origine en/of laaggeschoolde ouders liggen er erg laag. Op zowel hogescholen als universiteiten daalt de financiering per student drastisch. Het budget per student bedraagt op de gemiddelde hogeschool minder dan 5.000 euro, een prijs waarvoor het onmogelijk is kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. De universiteit Antwerpen krijgt bijvoorbeeld 4.110 euro per student, hoewel ze naar eigen zeggen minstens 7.500 euro nodig heeft om haar onderwijs te financieren. Het aantal proffen per student daalt al jarenlang, met als gevolg dat er les moet worden gegeven in massa-auditoria of zelfs via webcams. Doordat de Vlaamse overheid amper een vijfde van het nodige budget voor bouw en onderhoud van universiteitsgebouwen voorziet, gaan steeds meer universiteiten leningen aan.

    Het geld om de structurele tekorten in het Vlaamse onderwijs op te lossen is er. Luxleaks leerde ons dat 62 miljard Belgische euro’s op Luxemburgse rekeningen geparkeerd staan, de Panamapapers brachten duizenden illegale Belgische rekeningen aan het licht. Met dat geld kan een volledig gratis onderwijs ruimschoots worden gefinancierd. Kwaliteitsvol onderwijs met gelijke kansen is echter geen prioriteit van deze regering. Terwijl grote bedrijven amper of zelfs geen belastingen betalen, wil minister Van Overtveldt de vennootschapsbelasting verlagen. Nog cynischer wordt het als de militaire uitgaven worden bekeken. Er is 15 miljard euro over voor de aankoop en het onderhoud van nieuwe gevechtsvliegtuigen, maar geen geld voor onderwijs. Onze regering bombardeert liever kinderen dan dat ze te onderrichten.

    De besparingen op ons onderwijs zullen niet stoppen. Bourgeois, Crevits en hun neoliberale kompanen kijken likkebaardend naar het Angelsaksische onderwijsmodel. Ondernemers verdienen in Groot-Brittannië handenvol geld aan geprivatiseerd onderwijs, terwijl studenten jaarlijks 14.000 euro inschrijvingsgeld moeten ophoesten. De Ugent probeerde dit academiejaar een pilootproject in die richting op te zetten door de inschrijvingsgelden voor master na master opleidingen op te trekken naar 5.730 euro, maar moest na verzet van studenten inbinden.

    Deze aanvallen op het onderwijs maken deel uit van een breder Thatcheriaans beleid van zowel de Vlaamse als de federale regering. Om dit te stoppen moeten studenten en scholieren de strijd aangaan, in solidariteit met het personeel en hun vakbonden, tegen alle besparingen en voor een gratis onderwijs. Deze regering zal blijven besparen, op elk gebied, tenzij ze stuit op een verzet dat haar breekt en doet vallen. Actief Linkse Studenten en Scholieren roepen jongeren dan ook op om deel te nemen aan de vakbondsbetoging op 29 september en op de nationale staking van 7 oktober de piketten te ondersteunen.

  • Regering kon arbeidersbeweging niet breken. Welke strategie om te winnen?

    Foto: socialisme.be
    Foto: socialisme.be

    Van bij haar aantreden twee jaar geleden, wou Michel I doen wat de vorige rechtse regeringen Martens-Gol-Verhofstadt in de jaren ’80 nooit konden: de ruggengraat van de arbeidersbeweging breken zoals Thatcher toen in Groot-Brittannië. We zijn intussen talloze vakbondsmeetings en -concentraties verder. We hebben de voorbije twee jaar massaal betoogd, trokken sociale lagen mee die doorgaans moeilijk in beweging komen. Veel bedrijven en sectoren hebben dagen- tot soms maandenlang gestaakt. Na de algemene staking van 15 december 2014 bleef de regering amper overeind. Aan strijdbaarheid geen gebrek, maar winnen vereist ook een juiste inschatting van de situatie, een methode en een programma.

    dossier door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Voor de vakbondsleidingen was de vorming van een homogeen rechtse regering in oktober 2014 een echte schok. Ze hadden het niet zien aankomen. Tot enkele maanden tevoren waren alleen Vlaamse patroons ervoor gewonnen. Zelfs het verbond van de grote Belgische patroons (VBO) stond weigerachtig tegenover die flamingante avonturiers die het land willen besturen zoals men een frietkot beheert. Maar dat was voor de verkiezingen van mei 2014. N-VA werd daarin de grote overwinnaar en vooral… een tripartite behaalde voldoende zetels voor een federale meerderheid. Dat was een unieke opportuniteit voor de Belgische burgerij. Ooit zou ze met de N-VA opgescheept zitten. Haar in de regering opnemen – in ruil voor het bevriezen van het nationale vraagstuk – stond garant voor een lucratief ultra-liberaal beleid, maar zou mogelijk de arbeidersbeweging haar duivels doen ontbinden. Met een klassieke tripartite achter de hand, die desnoods zonder nieuwe verkiezingen kon overnemen, werd N-VA plots wel een optie.

    Als ‘kracht van de verandering’ kan N-VA zich geen half werk veroorloven. Dat geldt ook voor Michel. In een regering kruipen met slechts 1 op de 5 Franstalige kiezers, heeft enkel zin als de lat hoog ligt. Michel wil ons “DNA wijzigen”, ons zonder protest lijdzaam langer en harder doen werken. Als dat niet lukt, kan zijn partij gedurende decennia een kruis maken over machtsdeelname en is het hoogtepunt van zijn carrière voorbij. Open VLD wil haar rechtse kiezers die de voorbije jaren overliepen naar N-VA terug winnen door zich zo rechts mogelijk op te stellen. N-VA moet dan mee, maar dreigt meteen een deel van haar bredere achterban te verliezen. CD&V tenslotte weet dat ze in Vlaanderen voor een centrum-linkse coalitie onmisbaar is, maar niet voor een rechtse.

    Correcte inschatting onontbeerlijk

    Een correcte inschatting van de situatie is onontbeerlijk in sociale strijd. Inbinden strookt niet met de bestaansreden van deze regering. Bovendien heeft iedere coalitiepartner haar eigen redenen om niet toe te geven. Als deze regering niet valt, zal ze met nieuwe anti-sociale maatregelen blijven komen. Aanvankelijk leek dat duidelijk voor de vakbondsleidingen. Nog voor de regering in het zadel zat, begon een eerste actieplan te lopen. LSP waarschuwde toen al niet in de val te trappen van verdeeldheid tussen rode en groene syndicalisten en evenmin tussen Vlamingen, Walen, Brusselaars en migranten. Dat bleek toen nog voorbarig. De militanten werden op 23 september 2014 opgewarmd met een concentratie in gemeenschappelijk vakbondsfront in Brussel en dat front hield stand gedurende heel het eerste actieplan dat liep tot en met 15 december en de regering uiteindelijk deed wankelen.

    Hebben de vakbondsleidingen toen beseft welke kracht ze hadden opgewekt en deinsden ze terug voor de gevolgen? Kreeg de ACV-leiding beloftes in het Arco-dossier? Was het de schrik om de schijnheilige nationale éénheid na de aanslagen op Charlie Hebdo te breken? Wellicht speelde dat allemaal mee toen het ACV met een zeer nipte meerderheid op haar nationale raad in februari 2015 een schandalig loonakkoord tekende. Eigenlijk herzag de ACV-top haar inschatting van de situatie. Voortaan werd geen actie meer gevoerd tegen de regering, maar voor een evenwichtiger beleid. De indexsprong en het optrekken van de pensioenleeftijd werden niet officieel aanvaard, maar het verzet ertegen ingeruild voor een zogenaamde taxshift. Het ACV was daar al tijdens het eerste actieplan fors op beginnen hameren, bijgetreden door een deel van de linkerzijde. LSP waarschuwde toen al om rechtvaardiger fiscaliteit niet als pasmunt te gebruiken voor het opgeven van ons verzet tegen de andere maatregelen van Michel I. We wezen er ook op dat een taxshift uitgewerkt door de rechtse regering wellicht het omgekeerde van een rechtvaardiger fiscaliteit zou opleveren.

    De ABVV-leiding beging de fout om niet direct na 15 december het actieplan te evalueren op interprofessionele militantenvergaderingen en algemene vergaderingen op de werkvloer. Door de onverzettelijkheid van de regering zou dat wellicht tot een nieuw harder actieplan of zelfs direct een 48-urenstaking hebben geleid. Het zou de ACV-top onder druk hebben gezet om mee te gaan. Maar de ABVV-leiding liet de regering tijd om te herstellen en ook om de ACV-top te bewerken. Die greep de kans, met het vuur van de acties wat verderaf, om haar achterban in de pas te doen lopen. De ABVV-leiding slaagde er wel nog in een nieuwe vakbondsconcentratie op 11 maart 2015 af te dwingen, maar intussen waren er ook in het ABVV steeds meer stemmen die er openlijk voor uit kwamen dat ze geen zin hadden in actie.

    Was het dan een maat voor niets? Die vraag werd op de betoging van 7 oktober 2015 beantwoord. Er heerste toen zeker geen groot enthousiasme. De  frustratie over de kloof tussen de mogelijkheden van het eerste actieplan en wat de vakbondsleidingen er maar uit haalden, zat nog hoog. Toch werden velen verrast door de massale toeloop van 100.000 hoofdzakelijk militanten die tot de actieve vakbondskernen waren toegetreden in de loop van het actieplan een jaar eerder. Het werd nadien bevestigd in peilingen waarin ruime meerderheden de nood aan vakbonden erkenden, in de toename van het aantal vakbondsleden en het aantal kandidaten in de sociale verkiezingen. De regering heeft veel binnengehaald, maar de ruggengraat van de arbeidersbeweging heeft ze niet gebroken en dat zal ze vroeg of laat ondervinden. Heeft dat ermee te maken dat ze de doelstelling van een begrotingsevenwicht tegen 2018 laat varen?

    Afwezigheid methode en programma verzwakt en verdeelt

    De talloze interprofessionele vergaderingen, zeker die met tussenkomsten van de militanten, en de algemene personeelsvergaderingen op de werkvloer die helaas nog te weinig georganiseerd werden, waren beslissend voor het succes van het eerste actieplan. Heel af en toe vormden delegaties van verschillende bedrijven op eenzelfde industrieterrein een stakerscomité. Dat maakt allemaal deel uit van een traditie die de voorbije decennia grotendeels verloren is gegaan en op heel wat nieuwe werkplaatsen nooit bestaan heeft. Dat herstellen en er een automatisme van maken, zal tijd en vindingrijkheid vergen. Maar waar het gebeurde, bevorderde het de deelname, zorgde het voor een toestroom van nieuwe militanten, ook op de piketten. Het dwong de vakbondsleidingen tot concrete ordewoorden: intrekken van de indexsprong en vrije loonsonderhandelingen, een sterke sociale zekerheid en het behoud van brugpensioenen, een relancepolitiek van creatieve investeringen, het behoud van de openbare diensten en het ambtenarenstatuut, en tenslotte rechtvaardige belastingen door een evenwichtige bijdrage uit kapitaal.

    Dat is nog heel ver verwijderd van wat nodig is, maar veel beter dan de oproep voor de nationale betoging van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 29 september. Dan gaan we officieel de regering ‘geen gelukkige verjaardag’ wensen en politici en werkgevers oproepen tot ‘een serieus engagement’. Hoe zijn we daar aanbeland? Er worden geen of nauwelijks nog interprofessionele militantenvergaderingen gehouden en indien wel, worden ze genegeerd of zelfs geboycot door centrales die er al lang van uit gaan dat we de regering maar best uitzitten. Denken ze dat mensen dan anders zullen stemmen? Dat zou flink tegen kunnen zitten, fatalisme is zelden een game-changer.

    Intussen is van democratische besluitvorming geen sprake meer. Dat heeft ook andere gevolgen. Op de werkvloer, vooral tijdens personeelsvergaderingen is de druk voor eenheid groot, sectarisme tegen andere bonden en niet-gesyndiceerden wordt er snel afgestraft, maar hoe verder van de werkvloer verwijderd, hoe groter de verdeeldheid. Op 9 oktober 2015 staakte CGSP-Cheminots alleen tegen het protocolakkoord bij de NMBS, zonder ACV-transcom, maar ook zonder ACOD-Spoor dat voor het eerst ooit openlijk afstand nam van haar federale structuur en dat zonder de achterban te raadplegen. Door het gekibbel van de bonden, zagen de spoordirecties de kans om het stakingsrecht met deurwaarders en dwangsommen aan banden te leggen. We vrezen dat ze strafdossiers aanleggen tegen strijdbare militanten om die zonodig met ontslag af te dreigen.

    Bij de start van het tweede actieplan in april dit jaar, was omzeggens niets meer gemeenschappelijk. Het ACV betoogde de dag na drie verschillende militantenconcentraties van het ABVV in Brussel, Luik en Charleroi. Op 31 mei betoogde de openbare dienstencentrale van het ACV in  Brussel, terwijl de tegenhanger bij het ABVV in verspreide slagorde actie voerde in Gent, Waver en Namen. Dat de ACOD-voorzitster Chris Reniers enkele dagen voordien in de media de deur op een kier zette voor sancties tegen de stakende penitentiaire agenten in Wallonië en Brussel, zal er niet vreemd aan zijn. Met lede ogen zien strijdbare militanten hun vakbondsleidingen vooral elkaar, in plaats van de regering en de patroons, bekampen en dat terwijl de aanvallen maar blijven komen.

    Vakbondsleiding ingehaald door spontane acties

    Het is niet meer dan logisch dat werknemers ten einde raad zelf het initiatief nemen. Meestal springen de vakbonden dan wel bij, maar helaas niet altijd. De staking van de bagage-afhandelaars op Zaventem werd aanvankelijk in de media, door patroons en politici, afgebrand als “die teveel”. Maar toen hun vakbonden publiek maakten dat de patroon weigerde de overuren die gepresteerd werden na de aanslagen van 22 maart correct uit te betalen, sloeg de stemming om. Hun collega’s luchtverkeersleiders die net tevoren in actie gingen omdat hun patroon de nasleep van de aanslagen trachtte te misbruiken om hun pensioenregeling inderhaast overboord te gooien, stonden echter alleen. Ze werden afgeschilderd als gepriviligieerden, corporatisten en van alle kanten bedreigd. Op de eigenlijke reden van de staking werd nauwelijks ingegaan, helaas ook niet door de vakbonden.

    Liefst 55 dagen staakten de penitentiaire agenten in Wallonië en Brussel. De regering zette de politie in, dan het leger en lanceerde een mediacampagne over de erbarmelijke condities waarin gevangenen moeten leven, alsof ze dat nu pas ontdekt had. Niets leek te werken. Tot de regering er met communautair onevenwichtige voorstellen in slaagde de Vlaamse bonden af te kopen en de staking in Wallonië en Brussel dood te laten bloeden. Vlaamse penitentiaire agenten zouden moeten weten dat ze die toegevingen nooit gekregen hadden zonder de strijd van hun Brusselse en Waalse collega’s. Bij het spoor was het afnemen van een bijkomende kredietdag en het optrekken van de productiviteit met nog eens tien procent de druppel die de emmer deed overlopen. Een spontane staking, waarbij ook veel personeelsleden betrokken waren die nooit eerder deelnamen, overspoelde het land. Uiteindelijk erkenden de vakbonden de staking, maar om ze zo snel mogelijk te doen landen op een akkoord waarin de directie vrijwel alles binnenrijfde en de werknemers het moeten stellen met vage beloftes.

    Als de vakbondsleidingen geen initiatief nemen, terwijl aanvallen blijven komen in een situatie die nu al ondraaglijk is, zal dat onvermijdelijk tot nieuwe spontane acties leiden. Het is een kwestie van tijd voor de eerste bedrijfsbezettingen er komen. De regering ziet de bui hangen. Ze wil het stakingsrecht inkapselen in het sociaal overleg en spontane – zij noemt het “wilde” – stakingen zo goed als onmogelijk maken en onderwerpen aan allerlei sancties. Dat kan de arbeidersbeweging een tijdlang intimideren. De vakbondsleidingen hadden dat gemakkelijk kunnen keren, door net zoals delen van het FGTB, de stakende penitentiaire agenten en spoormannen ter hulp te snellen. In plaats daarvan werd de timing van het actieplan misbruikt  als excuus om afzijdig te blijven. Het doel van een actieplan is: geen acties zonder vervolg en systematisch krachtsverhoudingen opbouwen. Het is absurd om van de stakers te eisen dat ze zich aanpassen aan de opgestelde kalender: als de concrete situatie het vereist, moet de kalender aangepast. Dat gebeurt trouwens al. Sinds de regering haar beleidsverklaring uitstelde tot ten vroegste 9 oktober, wordt met geen woord meer gepiept over de aangekondigde algemene staking op 7 oktober. De agenda aanpassen aan de regering kan blijkbaar wel.

    Geen enkel ordewoord, hoe toepasselijk het in bepaalde omstandigheden ook mag zijn, is dat altijd in alle omstandigheden. In 1997, tijdens de sluiting van Renault-Vilvoorde, had de leiding van de metaalbond het correcte verlangen naar ‘internationale solidariteit’ misbruikt om de aandacht af te leiden naar Frankrijk, weg van een mogelijk front van Renault-arbeiders met die van het bezette staalbedrijf in Clabecq. Sinds de trojka neerstreek in Griekenland ‘organiseerden’ de vakbonden maar liefst 42 algemene stakingen, sommige waren heel sterk, maar andere hadden als voornaamste resultaat de totale uitputting van de beweging. Strijdbare syndicalisten mogen zich daardoor niet laten ontmoedigen. De arbeidersbeweging heeft een enorm incasseringsvermogen, juist omdat ze zo’n kolossale productieve kracht is. Zelfs na oorlog, wanneer ze zo goed als met de grond gelijk gemaakt is, slaagt ze er telkens weer in om zich op verrassend korte termijn te herstellen. Op 29 september en andere mobilisaties, moeten we net zoals in 2014 gebruik maken van iedere opening om zoveel mogelijk collega’s actief te betrekken. We weten nu wat het potentieel is, hebben de voorbije jaren wellicht een stuk naïviteit verloren, die ervaring moeten we delen onder elkaar en met de talloze collega’s die de komende weken, maanden en jaren eveneens gedwongen zullen worden om in actie te gaan.

     

  • Solidariteitsmars met arbeiders van Caterpillar

    04

    Vandaag betoogden ongeveer 10.000 mensen in Charleroi tegen de aankondiging van de sluiting van Caterpillar in Gosselies. Onder de betogers veel arbeiders van Caterpillar en de onderaannemers, maar ook van tal van andere bedrijven en inwoners uit Charleroi.

    De betoging toonde het potentieel voor de opbouw van een strijd voor het behoud van alle jobs, wat de kwestie van de nationalisatie onder arbeiderscontrole stelt. In het LSP-pamflet dat vandaag verdeeld werd, brengen we ons pleidooi voor zo’n nationalisatie. Lees hier ons pamflet.

    Foto’s door PPICS:

    Nog enkele foto’s vanop de betoging:
    Marche de solidarité avec les travailleurs de Caterpillar

    >> Reeks foto’s door Collectif Krasnyi

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop