Het onderwijs kreunt onder de pandemie. Dit wordt versterkt door de opeenstapeling van jarenlange tekorten. Het gemeenschappelijk vakbondsfront in het Franstalige onderwijs kondigde aan dat het tot actie overgaat. Op 10 februari is er een stakingsdag voor een “billijke herwaardering van het onderwijs en zijn personeel.” De staking gaat gepaard met een concentratie voor het ministerie van Onderwijs (11u, Surlet de Chokierplein). In de week van 31 januari zijn er informatievergaderingen waarvoor werkonderbrekingen worden gehouden.
Sinds het begin van de pandemie wordt het onderwijs als ‘essentiële sector’ erkend. Franstalig onderwijsminister Caroline Désir (PS) omschreef het personeel als de “helden van elke dag.” Haar woorden verbleken als we kijken naar de situatie op het onderwijsterrein. De aanhoudende crisis in het onderwijs is nog verergerd door de pandemie. De overbelaste schouders van het personeel krijgen er nu nog crisisbeheer bovenop. Alle tekorten komen nog scherper tot uiting. Komt daar nog bovenop dat traditionele politici en bepaalde inrichtende machten niet aarzelen om het personeel een extra mes in de rug te steken met neerbuigende opmerkingen, onder meer over het absenteïsme.
Zoals het ABVV samenvat: “Het lijkt erop dat het niet zozeer het personeel is dat telt bij de genomen beslissingen, maar veeleer de prioriteit om ‘de scholen open te houden’. De crisis maakt de tekorten duidelijk waar de sector al lange tijd onder gebukt gaat!”
Deze eerste actie is een goede stap vooruit. De woede in de sector is voelbaar, en niet alleen in België. In Frankrijk vond op 13 januari een eendaagse staking plaats “om de voorwaarden te verkrijgen voor veilige scholen onder Omikron.” De constatering in Frankrijk klinkt bekend in de oren: “De minister beweert dat hij de scholen open wil houden, maar de politieke keuze van de regering is vooral om de opvang van leerlingen te verzekeren zodat ouders naar hun werk kunnen gaan. Dit gaat ten koste van de gezondheid van het personeel, de kinderen en hun gezinnen.” (Snuipp-FSU, de belangrijkste vakbond voor basisscholen). De deelname aan deze staking was het sterkst in 20 jaar. Er zijn nieuwe acties gepland.
Ook in de Federatie Wallonië-Brussel werden alle vakbondsacties sinds het begin van de pandemie zeer goed opgevolgd. Helaas waren er weinig acties. Er is nood aan een actieplan dat opbouwt naar een echte krachtsverhouding om verandering af te dwingen. Dat is ook nodig om het vertrouwen te herstellen onder collega’s die sceptisch staan tegenover acties die louter bedoeld zijn om wat stoom af te laten. Daarnaast is er nood aan een duidelijk eisenpakket dat geen twijfel laat bestaan over wat we willen.
Maskers, gels, zelftests: ouders noch personeel moeten betalen!
Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas.
Voor de massale aanwerving van personeel.
Voor een goede en gezonde infrastructuur: bouw van nieuwe scholen en renovatie van bestaande scholen.
Onmiddellijke intrekking van alle hervormingen die scholen met elkaar laten concurreren.
Massale overheidsherfinanciering van de sector voor echt gratis onderwijs van goede kwaliteit.
Aan het begin van het jaar was er de ‘dringende’ aanbeveling van de overheden om schoolgaande kinderen vanaf 9 januari regelmatig een zelftest te laten doen, eenmaal per week. Test Aankoop merkt terecht op dat dit voor een gezin met twee kinderen neerkomt op “24 tot 64 euro per maand.” Ouders hebben geen gebrek aan extra kosten. In tegenstelling tot tijd, die ontbreekt.
De afgelopen twee jaar waren zwaar voor iedereen, maar zeker voor de ouders, die zich hebben moeten aanpassen aan telewerken terwijl ze voor kinderen zorgden, de beperkingen van afstandsonderwijs moesten aanvaarden, enz. Traditioneel doen we een beroep op grootouders als die er zijn… Maar moeten we hier het risico nemen om hen op hun beurt te besmetten?
De pandemie is een maatschappelijk gegeven dat bijgevolg maatschappelijke antwoorden vereist. Het is bij gebrek aan die collectieve antwoorden dat de aanpak geïndividualiseerd wordt met een vaak onmogelijke combinatie van taken en verantwoordelijkheden voor ouders.
Daar tegenover plaatsen wij de nood van collectieve maatregelen. Kinderen moeten op school getest worden en de kost hiervan moet door de gemeenschap gedragen worden. Als een kind thuis moet blijven, moet ten minste één van de ouders zonder loonverlies thuis kunnen blijven om voor het kind te zorgen.
Tegelijk maakt deze crisis nogmaals duidelijk waarom er nood is aan arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Dat is nodig om te voorkomen dat het onmisbaar personeel bij een langdurige crisis snel uitgeput raakt, maar ook om een beter evenwicht tussen gezin en werk mogelijk te maken.
De discussies en beslissingen over het gezondheidsbeleid op de werkvloer mogen we niet overlaten aan de overheden. De werkenden moeten zelf hun belangen verdedigen, bijvoorbeeld met democratisch georganiseerde crisiscomités op basis van de personeelsvertegenwoordigers in de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).
Vandaag was er een eerste succesvolle actie aan de UGent uit protest tegen het asociale besparingsplan van het universiteitsbestuur. Er namen 300 personeelsleden aan deel, naast enkele studenten, kinderen en ouders die verbonden zijn aan de UGent via de kinderdagverblijven. Ze uitten hun ongenoegen over de geplande aanval die vooral het essentiële personeel van de UGent hard raakt.
“Een cadeau voor de rector”
Bij een van de zwaarst getroffen diensten, de kinderdagverblijven, werd daags na het uitlekken van de besparingen al overgegaan tot staking. Het personeel had zich op deze actie voorbereid door spandoeken te maken en samen met ouders en kinderen die hen steunen in betoging richting de actie te trekken. Met een 100-tal trokken ze vastberaden door de Sint Pietersnieuwstraat richting het rectoraat.
De kinderverzorgers hadden ook een ‘cadeau’ voor de rector voorbereid. Een medewerker van de rector ontving een grote papfles met de daarop geschreven de jaren dienstverlening die het personeel er al heeft opzitten bij de universiteit. Carrières van gemiddeld 20 jaar worden hier zomaar van bovenaf stopgezet. Natuurlijk kwam de rector het cadeau niet zelf in ontvangst nemen, je zou immers voor minder beschaamd zijn.
Video van de betoging naar het rectoraat:
“Als je de keuken raakt, wordt er geen eten gemaakt”
Er wordt niet begrepen waarom op het essentieel personeel bespaard wordt. Wel wordt begrepen welke gevolgen dat zal hebben. Een slogan op een pancarte vat het perfect samen: “Als je de keuken raakt wordt er geen eten gemaakt”. De coronacrisis maakte duidelijk wie deze wereld doet draaien, maar dat hebben het universiteitsbestuur en de politieke verantwoordelijken van de Vlaamse regering duidelijk niet begrepen. Hun kapitalistische denkwijze gaat er bij dit personeel niet in. “Stank voor dank” staat ook te lezen op een van de pancartes. En dat is nog een understatement. Alsof de besparingen op zich al niet genoeg waren, kwamen deze werkenden het nieuws over de besparingen via de pers te weten.
Twee kinderverzorgers getuigen dat ze ondertussen amper iets wijzer zijn geworden: “onzekerheid over je job, wat je loon zal zijn en je werkrooster” en dat midden in een pandemie terwijl de levenskost volop blijft stijgen! De kinderverzorgers vertellen dat ze op een bepaald moment toelichting kregen door de logistiek beheerder en de directeur Studentenvoorzieningen.
“Op elke vraag kregen we het antwoord: daar kunnen we nog niet op antwoorden. De beheerder beweerde open te staan om te communiceren en dat het personeel inspraak zou krijgen in de toekomst, maar toen de vraag gesteld werd naar overleg samen met de vakbond heeft hij dat geweigerd. Vandaar onze opstand nu, vandaar dat we ons willen laten horen. Dit gaat over onze kindjes, over onze ouders.”
“Kinderopvang is kwaliteit, geen profijt!”
“Al 29 jaar hebben ze met mijn voeten gespeeld, ik ga me niet meer laten doen”
De onzekerheid over wat het besparingsplan met het personeel zal doen, is het dominante gespreksonderwerp, niet alleen onder de kinderverzorgers. De schrik zit er fel in, maar de vastberadenheid domineert. Zo getuigt een personeelslid uit het restaurant.
“Waar moet ik nog naar toe? Ik werk hier al 34 jaar. Ik woon alleen. Ik moet mijn huur ook nog betalen hé. Ik heb hier 29 jaar moeten wachten op een vast contract, dat was al schandalig. 29 jaar lang hebben ze met mijn voeten al gespeeld. Ik werk hier nu 34 jaar, maar na vijf jaar een vast contract smijten ze me buiten. Schandalig, maar ik ben niet bang om te praten. Ik ga me niet laten doen na 34 jaar.”
Werkenden die al zo lang aan de universiteit werken weten waaraan ze zich mogen verwachten. De privatiseringsgolf en het asociale onderwijsbeleid slepen al veel langer aan. Zo vertelde dezelfde restaurantmedewerkster dat in het begin van haar carrière nog metsers, schilders en schoonmaakpersoneel tewerk gesteld waren door de UGent. Ondertussen zijn die diensten geprivatiseerd, die laatste wordt vandaag uitgebaat door multinational ISS, die gekend staat om zijn barslechte arbeids- en loonvoorwaarden.
“In de privé mag de keuken niet mee”
Deze besparingen zijn een bewuste keuze
Tijdens de actie nemen de vakbondsverantwoordelijken voor de drie vakbonden het woord. ACOD-afgevaardigde Tim Joosen verduidelijkte dat deze besparingen asociaal zijn, maar bovenal ook een bewuste keuze voor aanvallen op de statuten van personeel en privatiseringen. “Andere hervormingen zoals statutarisering, die de Universiteit zelf overigens ook geld zou besparen, worden niet overwogen. Men kiest ervoor de aanval in te zetten op het personeel en dus ook op de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat hier om een politieke keuze volledig in lijn met het kabinet van Vlaams onderwijsminister Ben Weyts. Dat is de reden waarom wij vandaag zeggen: stop de besparingen.”
Volgende afspraak 23 februari
De aanwezigen en de vakbondsverantwoordelijken zijn blij met het succes van deze eerste actie. De volgende afspraak is een betoging op 23 februari, waarvoor al het personeel en de studenten opgeroepen worden om mee te betogen tegen besparingen aan de UGent. Verschillende personeelsleden wezen er ons op dat deze besparingen ook de studenten raken. “Jullie gaan er ook onder lijden, laat jullie daarom horen, en geef ons steun via de betoging op 23 februari,” zegt Cynthia van de kinderdagverblijven.
Actief Linkse Studenten, Campagne ROSA en LSP zullen volop mobiliseren naar de betoging van 23 februari. De strijd voor kwaliteitsvol onderwijs moet gevoerd worden. Er is geld genoeg, dat maken de mega winsten van de miljardairs tijdens de afgelopen pandemie duidelijk. Hervormingen aan de UGent zijn welkom, maar dan wel hervormingen met massale investeringen in beter onderwijs en bijhorende dienstverlening. Meer personeel, meer loon, meer middelen en meer onderwijskwaliteit. Gratis en kwalitatief onderwijs voor iedereen! Wie mee wilt doen met de campagne kan ons contacteren via de sociale media of onze websites.
De Gentse universiteit is de grootste werkgever in Oost-Vlaanderen met 15.000 personeelsleden. Daarnaast zijn er 50.000 studenten ingeschreven. De middelen voor het hoger onderwijs staan al langer onder druk. Tot hiertoe werd dit vooral opgevangen met kleine ingrepen. Mee aangestuurd door de rechtse Vlaamse regering en minister van onderwijs Ben Weyts (N-VA), wil de UGent overgaan tot harde aanvallen op het personeel. Iedereen wordt getroffen, maar in het bijzonder het personeel dat tijdens de pandemie bleef doorwerken in de kinderopvang, interne post en logistiek, restaurants … We spraken over het besparingsplan en de strijd ertegen met Tim Joosen, ACOD-afgevaardigde aan de UGent.
“De raad van bestuur discussieert al enkele maanden over een strategisch hervormingsplan voor de universiteit met onder meer een reorganisatie van faculteiten. Dit wordt meteen gekoppeld aan een besparingsplan dat erg hard is. Het kan nuttig zijn om de organisatie van de universiteit grondig te bekijken, maar het besparingsplan is onaanvaardbaar.”
“De maatregelen treffen iedereen. Zo is er het voorstel om verlofdagen te schrappen en worden de voorwaarden voor de hospitalisatieverzekering slechter, in het bijzonder voor oudere werknemers die meer zouden moeten betalen. Het inschrijvingsgeld voor doctoraatstudenten zou in de praktijk verdubbelen: vandaag betalen ze enkel in het eerste en het laatste jaar, voortaan zou dit elk jaar het geval zijn. Verder zouden de prijzen voor het personeel in de restaurants van de universiteit met 50% omhoog gaan. Wie zal aan die prijzen daar nog gaan eten? Een daling van het aantal bezoekers zal nadien uiteraard gebruikt worden om de restaurants zelf af te bouwen.”
“De aanval die het hardst aankomt, is die waardoor een 100-tal jobs direct bedreigd zijn. Er wordt namelijk voorgesteld om drie diensten uit te besteden. Het gaat om het Pand, een restaurant voor professoren en bezoekers, de interne post en logistieke dienst en tot slot de twee kinderdagverblijven die met eigen middelen worden uitgebaat. Vandaag wordt een deel van de kinderopvang voor personeel en studenten met kinderen al uitbesteed aan Partena. De UGent wil alle kinderopvang uitbesteden, uiteraard met nefaste gevolgen voor het personeel en de gebruikers, aangezien private kinderopvang het met minder middelen moet stellen.”
“De helden van de coronacrisis, zoals die van de kinderdagverblijven, krijgen vandaag geen applaus van het bestuur van de UGent, maar een mes in de rug.”
Waarom komt de raad van bestuur nu met deze voorstellen?
“Er is al enkele jaren een financieel probleem aan de universiteit, zo wordt ons toch gezegd. De vakbonden zijn er niet van overtuigd dat dit zo’n plan noodzakelijk maakt. Maar het klopt wel dat de Vlaamse overheid al jaren bespaart op het hoger onderwijs. Sinds het financieringsdecreet van 2008 is het hoger onderwijs tot 35% van de budgetten misgelopen. Tot hiertoe werden de tekorten opgevangen met kleine besparingen of het uitstellen van renovaties. Nu zegt het bestuur dat een forse besparing op het personeel noodzakelijk is.”
“Deze besparing wordt mee gestuurd vanuit de Vlaamse regering. De rechtse regering wil aantonen dat er op het hoger onderwijs kan bespaard worden en dat de personeelskosten te hoog zijn. Na jaren van ‘zachte’ besparingen is de keuze beperkt: ofwel de besparingen stoppen ofwel een stap verder gaan in de besparingslogica. De Vlaamse regering drukt die laatste optie door. Als dit lukt aan de UGent, zal de rest van het hoger onderwijs volgen. Het is een testcase voor de haalbaarheid van harde besparingen door de Vlaamse regering.”
Hoe reageert het personeel?
“De reacties zijn zeer fel en sterk. We dachten wel dat er woede zou zijn, zeker omdat de aanvallen zo algemeen zijn. Maar het was bijzonder sterk. Bij de kinderdagverblijven was er een spontane stakingsoproep, nog voor de vakbond het gesprek met het personeel kon aangaan. Ze namen zelf contact op met een duidelijk standpunt: als de UGent dit voorstelt, leggen we het werk neer. Op donderdag 13 januari was er een eerste stakingsdag.”
“De rector probeerde aanvankelijk om zo weinig mogelijk over de besparingen te communiceren. Na de raad van bestuur werd wel op het hervormingsplan gewezen, maar niet op welke besparingen exact voorgesteld werden. Met de personeelsvertegenwoordiging, die ook in de raad van bestuur zetelt, beslisten we om de aanvallen wel bekend te maken. Er kwamen gigantisch veel reacties op die getuigden van een grote strijdbaarheid.”
“In de eerste dagen hierna was er de staking van het personeel van de kinderdagverblijven en bleek de breed gedragen woede in de UGent-gemeenschap. Een foto van een team van de kinderdagverblijven met een kruis over elke collega werd massaal gedeeld. Dat is ook belangrijk: het plakt een gezicht op de slachtoffers van deze besparingsoperatie. Met de vakbondsafgevaardigden namen we ondertussen de tijd om met het meest getroffen personeel en vertegenwoordigers van de andere vakbonden te spreken over hoe we de strijd zullen organiseren.”
Welke acties zijn er gepland?
“We beginnen met een personeelsvergadering in open lucht op de parking van het rectoraat op 25 januari. Daar brengen we het hardst getroffen personeel en sympathisanten bij elkaar. Het is nog geen massale actie, onder meer omdat de examens nog bezig zijn en omdat er in het kader van de pandemie nog beperkende maatregelen gelden. Veel collega’s werken van thuis, de meeste bureaus zijn leeg. Wellicht speelt dat overigens ook mee in de timing van de raad van bestuur om deze aanval in januari te lanceren.”
“Na de examens en de lesvrije week mobiliseren we naar een betoging op 23 februari. Die zal door de stad en langs verschillende gebouwen van de UGent trekken. We willen er zowel personeel, studenten als sympathisanten bijeenbrengen om aan te tonen dat er onder de UGent-gemeenschap geen draagvlak is voor het plan.”
“Vervolgens komt er een actie op 8 maart, de internationale vrouwendag. Aan de UGent is er een traditie van acties op die dag, in het bijzonder rond vrouwenrechten en zorgberoepen aan de universiteit en het statuut van dit personeel. Vlak voor het uitbreken van de pandemie was er op 9 maart 2020 een staking die onder meer het optrekken van het minimumloon naar 14 euro per uur eiste. Die eis werd nadien afgedwongen. We zullen op 8 maart dit jaar opnieuw actie voeren. Op 18 maart, de ‘dies natalis’ of de verjaardag van de oprichting van de universiteit, zullen we alternatieve eredoctoraten uitreiken aan de helden van de coronacrisis die nu getroffen worden.”
“Dit zijn de eerste acties. Als we daarmee geen resultaat boeken, zullen er stakingsdagen volgen. Mogelijk zijn we dus vertrokken voor een actieplan van verschillende maanden.”
Waarom moeten studenten en personeelsleden uit de volledige onderwijssector deze strijd ondersteunen?
“Zoals opgemerkt is dit een testcase voor het volledige hoger onderwijs. Als dit passeert aan de UGent, zullen andere universiteiten en hogescholen volgen. De rectoren hebben regelmatig onderling overleg over besparingen, het voorstel om het inschrijvingsgeld voor doctoraatstudenten op te trekken komt wellicht vanuit die hoek. Wellicht wordt er daar ook nagedacht over de mogelijkheid van een algemene verhoging van het inschrijvingsgeld voor studenten. Zo wordt het vuile werk van de Vlaamse regering opgeknapt.”
“Tegenover dit beleid is er een krachtsverhouding nodig om meer middelen voor onderwijs af te dwingen. We willen niet dat er met tekorten wordt geschoven, maar dat er meer geld komt. Dat is een strijd tegen het volledige beleid van de Vlaamse regering waarvoor eenheid van personeel en studenten uit de hele sector nodig is.”
Actief Linkse Studenten:
Jambon en Weyts: handen af van ons onderwijs!
De Actief Linkse Studenten verwerpen de besparingen aan de UGent als een nieuwe aanval op het democratisch karakter van het hoger onderwijs. De afbouw van diensten heeft onvermijdelijk gevolgen voor studenten, in het bijzonder voor de meest kwetsbare studenten die afhankelijk zijn van goedkope maaltijden in de restaurants of van degelijke en betaalbare kinderopvang. Aanvallen op het personeel aan een universiteit treffen altijd ook de studenten.
Deze aanvallen zijn het resultaat van een besparingsbeleid van de Vlaamse regering-Jambon en onderwijsminister Weyts in het bijzonder. Nadat Jambon zich opwierp als minister van ‘cancelcultuur’ richt Weyts zich tegen het onderwijs. Wij komen op voor meer middelen voor onderwijs om het beter en toegankelijker te maken. Het verzet tegen het besparingsplan aan de UGent is cruciaal in deze strijd. Studenten: doe mee aan de strijd, mobiliseer met ons naar de betoging van 23 februari!
Op donderdag 13 januari legde het UGent personeel van het kinderdagverblijf in Home Heymans het werk neer. Kinderen van UGent personeel en ook van studenten worden er met de beste zorgen opgevangen. Campagne ROSA sprak op de dag van de staking met verschillende medewerkers. Wat hangt hen boven het hoofd?
door Rebekka, Gent
Waarom staken jullie?
Wij hebben collectief beslist om het werk neer te leggen naar aanleiding van berichten die we oppikten in de media en via sociale media. In de Raad van Bestuur van de UGent zou er beslist zijn om de kinderdagverblijven van de UGent uit handen te geven met als expliciet doel om te besparen. Het is nog onduidelijk of deze dan zouden worden overgenomen door de Stad Gent of een privébedrijf zoals Partena. Wij zijn niet verwittigd door de directie en werden op geen enkele manier betrokken of geconsulteerd bij deze beslissing die genomen werd. Vanavond vergaderen we en komt er misschien wat meer duidelijkheid. We beslisten nu al het werk neer te leggen om duidelijk te maken aan de directie dat we dit niet pikken.
Wat zou er veranderen voor het personeel als jullie dienst door de UGent wordt uitbesteed aan de privé?
Wat er exact zou veranderen weten we nog niet. Maar het is wel zo dat we bij de UGent een zeer waardevol statuut hebben als werknemers. Hoe zal een privébedrijf 500.000 euro besparen op onze dienst? De lonen in de privé liggen een pak lager, wellicht zullen we minder vakantiedagen hebben, maar wellicht zullen er ook collega’s zijn die hun job zullen verliezen wat op zijn beurt voor extra werkdruk zal zorgen. Wellicht verliest het keukenpersoneel haar job want bij veel kinderdagverblijven wordt dat uitbesteed aan externe catering, wat de kwaliteit niet ten goede zal komen. Daar moeten we geen tekeningetje bij maken.
Wat zal er, indien deze plannen doorgaan, veranderen voor de gebruikers van de crèche?
Voor gebruikers en kinderen is het grote gevaar dat er minder kwaliteit van zorg geboden kan worden. De kostprijs voor de gebruikers zal normaal niet stijgen want deze tarieven worden door Kind & Gezin vastgelegd en zijn inkomensgerelateerd. Kort samengevat zullen we minder kwaliteit kunnen bieden voor dezelfde kostprijs.
Bleven de kinderdagverblijven open tijdens de COVID-golven?
Ja, onze crèche is altijd open gebleven, dankzij de inzet van alle medewerkers. We doen ons werk ook met hart en ziel en het is echt teleurstellend dat we nu op zo’n manier worden behandeld. Wij hebben een essentieel beroep, we zorgden ervoor dat andere werkenden aan het werk konden blijven en nu willen ze op ons besparen, het is schandalig en wraakroepend.
Blijft het bij deze actie?
Dat is afhankelijk van wat er vanavond besproken wordt. We zenden nu een signaal aan de directie dat we niet zomaar bereid zijn in te boeten op onze loon-en arbeidsvoorwaarden. Als het nodig is dan zullen we verdere acties opzetten en zal de solidariteit vanuit personeel en studenten aan de UGent belangrijk zijn.
Dank je voor dit gesprek, veel succes met jullie strijd. Op onze steun zullen jullie kunnen rekenen!
Uit het overleg van die avond, waarvan sprake in het interview, bleek dat de directie geen enkele intentie heeft om over te gaan tot overleg. Ze willen €500.000 besparen en gaan enkel een engagement aan met een bedrijf dat deze besparing kan verwezenlijken. Het personeel is niet bereid om dit pikken.
Besparen op de kap van helden van de zorg. Het UGent bestuur durft nogal. Dit mogen we niet laten passeren. Campagne ROSA zal alle acties van het personeel steunen en roept alle organisaties van UGent personeel en studenten op om de toekomstige acties te steunen.
Het hoofdkwartier van 3M in de VS. (foto vanop Wikipedia)
Onderzoek toont aan dat wie op minder dan 3 kilometer van 3M woont alarmerende hoge waarden van PFAS in het bloed heeft. Dit geldt uiteraard ook voor het personeel van 3M. Na een onderzoek van 800 bloedstalen door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid was de conclusie dat Zwijndrecht internationaal “één van de ergere hotspots” is. Waarom kwam er nu pas een onderzoek? Wat kunnen bezorgde werknemers en omwonenden doen?
Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) leek zich nu vastberaden op te stellen en liet een deel van de productie van 3M stil leggen. Ze doet zich radicaal voor om de banden tussen 3M en het politieke establishment, inclusief haar eigen partij, te verdoezelen. Liever één bedrijf laten vallen om de andere te beschermen. Terwijl de vervuiling al jaren bekend is, kreeg 3M de voorbije jaren veel Vlaamse subsidies. Sinds 2013 ging het om 5 miljoen euro waarvan 2 miljoen euro uit het Vlaams Klimaatfonds. In dezelfde periode werd er fors bespaard op de controlediensten. De radicaliteit van Demir is hypocriet: ze wil 3M los trekken van de algemene problematiek van industriële vervuiling, de politieke verantwoordelijkheid daarvoor wegstoppen en tegelijk nog eens politiek scoren zonder een echte oplossing aan te bieden voor de omwonenden of het personeel van 3M.
De Vlaamse Milieu-inspectie is de voorbije jaren afgebouwd waardoor er minder controles zijn. Op alle departementen die betrokken zijn bij milieu en omgeving is er op tien jaar tijd een vijfde van het personeel geschrapt: van 5.027 voltijdse equivalenten in 2010 tot 4.146 vandaag. Dit beleid wordt doorgezet: het departement Omgeving moet in 2022 opnieuw 5% besparen op personeel. Het resultaat? Volgens het hoofd van de milieu-inspectie werd één op de vijf meest vervuilende bedrijven, de klasse 1 waartoe ook 3M behoort, nog nooit gecontroleerd. De aankondiging van Demir dat er tien milieu-inspecteurs bijkomen, compenseert amper de 26 vertrekkers onder de vorige regering en de 7 onder de huidige regering.
Voor transparantie inzake de productie of voor ernstige gezondheidsmaatregelen, kunnen we niet op de directie of de traditionele politici rekenen. We moeten zelf van onderaf opkomen voor een publieke controle op het volledige productieproces en de gezondheidsgevolgen ervan. Hiervoor zal een protestbeweging nodig zijn om te vermijden dat dergelijke controle een inefficiënt doekje voor het bloeden is. In de onderhandelingen over een sectorakkoord dwongen de vakbonden een voortgezet gezondheidstoezicht af zodat werknemers die met chemische risico’s in aanraking kwamen ook na hun loopbaan worden opgevolgd. Dit is een belangrijke stap vooruit, afgedwongen door de dreiging met collectieve actie in de sector.
De pogingen om personeel en omwonenden tegen elkaar op te zetten, zijn een klassiek voorbeeld van verdeel en heers. Het gaat hier echter niet om een keuze tussen jobs en gezondheid. Gezondheid van de werknemers moet mee centraal staan. Het gebruik van vervuilende stoffen bedreigt evengoed het personeel. Aangezien 3M verantwoordelijk is, moet dat bedrijf opdraaien voor de gevolgen. Als delen van de productie sluiten wegens gezondheidsoverwegingen, dan moet het volledige personeel garantie van werk en volledig loon krijgen.
Omwonenden zijn terecht bezorgd. 3M moet ook daar zijn verantwoordelijkheid nemen met compenserende maatregelen voor wie wil verhuizen. Dit moet geen decennia duren, zoals bij de loodvergiftiging door Umicore in Hoboken. 3M moet niet beweren dat het dit niet kan betalen: het bedrijf maakte vorig jaar wereldwijd 5,4 miljard dollar winst. In 2019 was de vestiging in Zwijndrecht goed voor 17 miljoen euro winst op een omzet van 300 miljoen euro. Daarvan ging er 13 miljoen euro rechtstreeks naar de Amerikaanse aandeelhouders.
Als 3M niet bereid is om publieke controle op de productie toe te laten, onafhankelijke medische opvolging van het personeel en de omwonenden te betalen, alle jobs en lonen te garanderen en compensatie te voorzien voor omwonenden die willen verhuizen, wordt het hoog tijd om deze industriële vervuiler te onteigenen zonder compensatie en het bedrijf in publieke handen te nemen. Onze gezondheid is te belangrijk om het aan de willekeur van multinationals over te laten. Wij eisen de nationalisatie van de klimaatcriminelen zodat echte transparantie mogelijk is over de industriële vervuiling, en zodat er met behoud van jobs en bijhorende knowhow een milieuvriendelijke alternatieve productie kan uitgebouwd worden.
Het stond al in het Vlaams regeerakkoord waarbij de hete aardappel van verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen naar CD&V-minister Crevits werd doorgeschoven. Deze week kwam Crevits effectief met een voorstel. Het werd ingepakt als een maatregel om werklozen te helpen en er werd zelfs een aalmoes van 1,3 euro per uur tegenaan gegooid. Het is echter niet omdat je een slecht voorstel zo probeert te verpakken dat het minder slecht wordt. Onze mening blijft klaar en duidelijk: als er werk is, zorg dan voor degelijke arbeidsvoorwaarden en bijhorend loon. Welke gemeente zal nog eigen personeel aanwerven als het beroep kan doen op quasi gratis dwangarbeid door ‘werklozen’? En ben je nog ‘werkloos’ als je ervoor moet werken? Hieronder een reactie door een delegee.
De officiële redenen zijn drogredenen: mensen “activeren” en “sociale competenties” aanleren zodat ze later sneller een job vinden. Nochtans toont internationaal onderzoek aan dat dergelijke vormen van gemeenschapsdienst daar geen effect op hebben. Het is dus een rechtse populistische pestmaatregel.
Eind oktober 2021 stonden er 72.067 jobs open bij de VDAB. Een heel aantal van die jobs is tijdelijk, en niet voltijds. Heel wat van die jobs hebben compleet onrealistische jobvoorwaarden, of zijn jobs die gewoon permanent openstaan in knelpuntberoepen. Maar laten we die bedenkingen even rusten.
Op hetzelfde moment waren er in Vlaanderen 130.000 mensen uitkeringsgerechtigd werkloos. Dat cijfer houdt geen rekening met heel wat werklozen die geen uitkering krijgen, met mensen die gedwongen deeltijds werken, met de vele tijdelijke werklozen, etc. Bijvoorbeeld: op dit moment zijn er per dag zo’n 110.000 mensen tijdelijk werkloos, voor Corona schommelde dat aantal tussen de 60.000 en de 100.000.
Dus, met al die bedenkingen, komen we nog uit op het feit dat er bijna twee keer zoveel volledig uitkeringsgerechtigde werklozen zijn als er jobs beschikbaar zijn! Werkloosheid is voor de overgrote meerderheid van de gevallen geen keuze, geen kwestie van “onwil” of “sociale onaangepastheid”, het is een kwestie van niet-beschikbaar zijn van voldoende degelijke en geschikte jobs.
En nu komt de Vlaamse regering af met “gemeenschapsdienst”. Bepaalde diensten, bepaalde “jobs” dus, zullen worden ingevuld door werklozen die verplicht worden te werken tegen hun uitkering, en een kleine som van 1,3€/uur. Eén euro en 30 cent per uur!
Als er noden zijn, vul die in met échte jobs! Jobs aan degelijke werkomstandigheden en een goed loon. Dàt zal de werkloosheid effectief oplossen.
En nog één ding. Ik hoorde onlangs dat de “linkerzijde taboes moet doorbreken”. Helaas werd dit toen gezegd door mensen die vooral de “linkse taboes” op een rechtvaardige wereld willen doorbreken, maar soit. Ik wil hier eens een réchts taboe doorbreken.
Ik vind namelijk dat mensen récht hebben op werkloosheid. Dat ze het recht hebben om onaanvaardbare arbeidsomstandigheden, slechte, onveilige jobs en extreem lage lonen te weigeren. Dat een werkloosheidsuitkering ons zo allemaal beschermt, ook de mensen die wél een job hebben. Het beschermt ons tegen de willekeur van bedrijven, tegen een race naar de bodem qua werkomstandigheden en lonen. Het zorgt ervoor dat bedrijven betere lonen en arbeidsvoorwaarden moeten bieden. Dat vakbonden kunnen onderhandelen over goede en veilige arbeidscondities, zonder dat de patroon ermee kan dreigen iemand anders aan te werven.
De Vlaamse regering hoopt met haar rechts populisme vandaag verdeeldheid te kunnen zaaien tussen mensen zonder werk en mensen mét een job. Laten we ons niet verdelen: het recht op werkloosheid beschermt ook de werkomstandigheden van diegenen die wél werken!
In 2017 werd de “wet op de continuïteit van het personenvervoer per spoor in geval van staking” aangenomen. Dit was de invoering van de zogenaamde minimumdienst. Bij diensten die als essentieel voor het treinverkeer worden beschouwd, moet elke agent uiterlijk 72 uur van tevoren aangeven of hij of zij al dan niet aan de werkonderbreking zal deelnemen.
De toenmalige minister van transport, François Bellot (MR), verklaarde dat er geen aantasting van het stakingsrecht was. Volgens hem ging het niet om het verbieden van stakingen, maar om het beter organiseren van de diensten met werknemers die niet staken. Het argument werd goed uitgewerkt, maar het heeft weinig met de werkelijkheid te maken.
Zo is het voor een staker mogelijk om zich op het laatste moment te bedenken en alsnog te werken. Het omgekeerde wordt daarentegen als een fout gezien die leidt tot een sanctie. Zelfs formeel is er geen gelijkheid tussen stakers en niet-stakers.
De minimumdienst wordt gebruikt om de steun voor vakbondsacties kunstmatig te verlagen. Wie op de geplande stakingsdag niet ingeroosterd staat, heeft technisch niet de mogelijkheid om zichzelf als staker te laten registreren. In het oude systeem was dit wel mogelijk. Tijdens stakingsdagen wordt leidinggevend personeel, dat gewoonlijk met andere taken belast is, ingezet om de treinen te laten rijden. In de seinhuizen, die het verkeer in real time beheren, wordt alles in het werk gesteld om zoveel mogelijk treinen te laten rijden. Zelfs indien dit betekent dat een personeelslid een dubbele shift moet kloppen (wat een gevaar is voor de veiligheid van collega’s en reizigers!)… Dit alles wordt aangevuld met een wetsartikel dat het verbod invoert op het verhinderen van het “gebruik van arbeidsmiddelen en infrastructuur”. De directies van de NMBS en Infrabel aarzelen niet om daar gebruik van te maken, waardoor het in de praktijk uiterst moeilijk wordt om een stakerspost op te zetten.
Een ander aspect van de minimale dienstverlening kreeg minder aandacht, wellicht omdat het wat technisch is. HR Rail, de wettelijke werkgever van het spoorpersoneel, moet een door een erkende vakbondsorganisatie ingediende stakingsaanzegging valideren vooraleer de procedure kan opgestart worden. Als HR Rail de aankondiging niet erkent, dan kan de betrokken organisatie onmogelijk op de juiste manier een stakingsactie organiseren.
De OVS (Onafhankelijke Vakbond van Spoorwegpersoneel) werd meermaals het slachtoffer van die regeling. Zo werd een algemene stakingsaanzegging in 2018 verworpen door HR Rail met als argument dat de maatregel waartegen geprotesteerd werd enkel betrekking had op de treinbestuurders. Dit maakte het voor de andere personeelsleden onmogelijk om uit solidariteit aan de staking deel te nemen. In november 2021 werd een nieuwe aanzegging geweigerd met het argument dat de betwiste maatregel (over achterstallige rust- en compensatiedagen) eerst nog moest besproken worden in… een overlegorgaan waar OVS niet in zit. Het is dus de werkgever die beslist of een staking al dan niet legitiem is. Dat is de droom van elke baas…
In een interview in De Standaard van 6 november stelde minister van mobiliteit Lydia Peeters: “We moeten onze gereden kilometers drastisch verminderen en verduurzamen.” Je zou denken dat dit het gemakkelijkst kan gerealiseerd worden door massale investeringen in openbaar vervoer. Daar is echter geen sprake van. De vergroening van de bussen wordt zelfs gebruikt om een aanval te lanceren op het personeel door verder te privatiseren.
Artikel door een buschauffeur uit maandblad De Linkse Socialist
In een opiniestuk in De Standaard van 16 november legt Stefan Stynen (TTB) de vinger op de wonde. Hij verwijst naar het totaal gebrek aan investeringen: slechts 2,16% van het budget van het relanceplan ingevolgde de coronapandemie gaat naar openbaar vervoer: 93 miljoen euro op een totaal van 4,3 miljard. Hij vergelijkt dit met de ambitie in het regeerakkoord om het aandeel van de auto in Vlaanderen terug te dringen tot 60% en zelfs 50% van alle vervoer in Antwerpen en de Vlaamse rand rond Brussel. Hij merkt op dat een beperkte stijging van het aantal reizigers, zoals voorzien in de nieuwe vervoersplannen, niet volstaat om die doelstellingen te halen. Dat is overigens nog optimistisch: blijvend telewerk, gebrek aan (betrouwbaar) aanbod, het schrappen van minder bezette of landelijke lijnen, dreigen voor een vermindering van het aantal reizigers te zorgen met deze vervoersplannen.
Als minister Peeters spreekt over het drastisch verminderen en verduurzamen van de gereden kilometers, bedoelt ze niet dat er meer ingezet wordt op collectief openbaar vervoer. Ze wil meer elektrische auto’s en ze wil het aantal kilometers verminderen via een ‘slimme’ kilometerheffing. In plaats van mobiliteit voor iedereen te voorzien door middel van degelijk openbaar vervoer, wordt mobiliteit een privilege voor wie het kan betalen. Het Netwerk tegen Armoede waarschuwde voor een toename van vervoersarmoede. Het netwerk stelt terecht dat openbaar vervoer essentieel is om mensen met een laag inkomen uit hun sociaal isolement te halen.
Het vergroenen van de bussen wordt aangegrepen om de privatiseringsagenda te pushen. Minister Peeters stelt dat De Lijn niet snel genoeg gaat in het uitbreiden van het aantal elektrische bussen en dat er daarom meer kilometers naar de private onderaannemers zullen gaan. Ze heeft gelijk als ze zegt dat het schandalig is dat er amper 13 volledig elektrische bussen bij De Lijn rondrijden. Als dat er zo weinig zijn, komt dit door de beslissingen en de budgetten waarover de minister en de Vlaamse regering beslist. De minister grijpt het door haar besliste gebrek aan middelen aan om verdere stappen in de privatisering te zetten. Ze klaagt aan dat de 100 miljoen die eind 2020 is vrijgemaakt voor de aankoop van elektrische bussen nog niet is besteed. Het klopt dat de aankoop nu pas op de door de politiek aangestelde raad van bestuur kwam. Maar zelfs dan moet opgemerkt worden dat de volledige vergroening van de vloot 3,2 miljard euro zou kosten.
In plaats van die middelen uit te trekken, beloofde de minister 65 miljoen voor investeringen in de vergroening van bussen bij de onderaannemers. Die subsidies voor private bedrijven lijken meer te maken te hebben met het beschermen en maximaliseren van hun winsten dan met oprechte klimaatbekommernissen.
Dit is niet wat er nodig is. Vandaag is er nood aan een massaal investeringsplan in ons openbaar vervoer. Enkel zo kan het totaal aantal gereden kilometers drastisch verminderen en verduurzamen. Daarvoor is niet alleen budget nodig, maar ook een transparante manier van werken met inspraak van personeel en reizigers bij de vervoersplannen. En waarom het openbaar vervoer niet meteen gratis maken? Uiteraard is daar geld voor nodig en is gratis nooit echt ‘gratis’. Maar als we effectief de CO2-uitstoot drastisch willen verlagen en de vervoersarmoede wegwerken, dan kan de gemeenschap beter investeren in meer en gratis openbaar vervoer.
De vakbonden blijven op de achtergrond in dit debat. Nochtans was de tijd wellicht nog nooit zo rijp om met reizigers, klimaatactivisten en personeel samen de eis te verdedigen van een massaal investeringsplan in volledig publiek openbaar vervoer dat meer en gratis dienstverlening aanbiedt. Wie anders kan een beweging hiervoor beter trekken en organiseren dan de betrokken vakbonden? Door af te wachten en naar elkaar te kijken, geraken we geen stap vooruit.
Waarom niet actief mobiliseren naar klimaatacties met eigen eisen rond openbaar vervoer? De eis van een massaal investeringsplan in meer en beter openbaar vervoer, in combinatie met strijd tegen de privatisering, zou enthousiasme kunnen opwekken bij zowel personeel als reizigers.
Breng volledige postdienst in publieke handen met degelijke arbeidsvoorwaarden!
De ‘camionettisering’ van de pakjesbezorging is volop bezig. Dagelijks rijden busjes van concurrerende pakjesbezorgers door onze straten. Allemaal gejaagd, dikwijls oude busjes, snel naar de volgende op de lijst van soms honderden af te werken adressen op één dag. De afgelopen weken waren er acties van het gerecht bij PostNL, DPD en GLS. Telkens werden sociale wantoestanden aangetroffen. Mediareportages vestigden daar eerder eveneens de aandacht op.
Binnen de postbedeling is het belang van pakjes de afgelopen jaren sterk toegenomen. Terwijl brievenpost verminderde, onder meer door de komst van nieuwe technologie maar ook door de snel stijgende prijzen, worden steeds meer pakjes verstuurd. Opmerkelijk: de prijs hiervan lijkt steeds lager te zijn. Straks wordt het goedkoper om een brief als pakje op te sturen dan om een postzegel te plakken!
De constructie van de pakjesbezorgers zit scheef: de grote bedrijven werken doorgaans met schijnzelfstandigen. Chauffeurs die enkel voor het bedrijf in kwestie rijden, zijn zogezegd ‘zelfstandig’. Dat statuut moet er vooral voor zorgen dat alle verantwoordelijkheid doorgeschoven wordt. Geen sociale zekerheid en andere bescherming vanwege het bedrijf, geen materieel dat ter beschikking wordt gesteld, geen controle op de arbeidsuren. Neen, de chauffeurs moeten zelf maar hun plan trekken en werken vaak veel uren voor een wel erg karig loon. Opdrachten met 200 stops per dag zijn niet uitzonderlijk, in sommige gevallen loopt het aantal adressen zelfs op tot 300 of 400. Onmogelijk op één dag, maar dat is de verantwoordelijkheid van de ‘zelfstandige’ chauffeur. Met een dergelijke werkdruk is een verkeersovertreding snel gebeurd waardoor er nog minder loon overblijft. In enkele gevallen is er geen uurloon, maar stukloon: betaling per bezorgd pakje. Moderne technologie gaat onder het kapitalisme hand in hand met 19e eeuwse uitbuiting.
Hoe deze uitbuiting aanpakken? Het gerechtelijk onderzoek om de naleving van bestaande wetten af te dwingen is uiteraard nuttig, maar mag in geen geval tot sancties voor het uitgebuite personeel leiden. Meer personeel vast in dienst nemen, zoals bij DHL waar 70% van het personeel zo’n contract heeft, is zeker een stap vooruit. Maar het wordt tijd dat er ook meer offensieve eisen gesteld worden: de volledige sector in publieke handen nemen met degelijke arbeidsvoorwaarden (vaste contracten, hogere lonen, betere bescherming). Als een deel van de postbedeling aan de ‘vrije markt’ wordt overgelaten, krijgen we een neerwaartse spiraal inzake lonen en arbeidsvoorwaarden.
Vandaag zijn de cowboys die actief zijn op de Belgische pakjesmarkt vaak bedrijven die voortkomen uit publieke postbedrijven in de buurlanden: PostNL komt van de Nederlandse Post, DPD is in handen van het Franse La Poste en GLS is in 1999 opgezet als dochteronderneming van het Britse Royal Mail. Dit is wat de liberalisering van de postmarkt betekent: een neerwaartse spiraal voor het personeel, waarbij de ‘publieke’ bedrijven de logica van de private spelers nog verder doordrukken inzake het opvoeren van de uitbuiting. Ze worden daarin verder aangevuurd door bedrijven als Amazon, dat grote winsten opstapelt door extreme uitbuiting van het personeel.
Dat kunnen we enkel doorbreken door de ‘vrije’ markt uit de post- en pakjesbedeling te halen. Een goed georganiseerde publieke postdienst kan ervoor zorgen dat pakjes efficiënter bezorgd worden. Dan moeten er geen vijf busjes van verschillende bedrijven elke wijk aandoen. Dan is een werkorganisatie mogelijk die pieken aankan en de werkdruk op andere momenten verlaagt, in plaats van telkens piek-inspanningen van het personeel te eisen en bij echte pieken nog extra werkdruk op te leggen. Dit zou ook een werkorganisatie zijn met postpersoneel aan degelijke lonen, vandaag behoren de lonen van postbezorgers bij de laagste terwijl het werk zwaarder geworden is.