Category: ACV

  • Syndicalisten pleiten voor solidariteit, geen regionalisering van onder meer de zorg

    De onderhandelingen tussen PS en N-VA laten uitschijnen dat er een akkoord tussen deze partijen mogelijk is op basis van erg beperkte sociale maatregelen (die in crisistijden verre van volstaan) in ruil voor institutionele hervormingen waarbij onder meer de zorg verder zou geregionaliseerd worden. In januari betoogden syndicalisten nog voor een sterkere federale sociale zekerheid. De gezondheidscrisis toonde aan dat het commerciële zorgmodel, dat in de geregionaliseerde ouderenzorg het verst is opgerukt, leidt tot meer doden. De economische neergang en bijhorende golf van afdankingen vereist verregaande sociale maatregelen, geen koehandel met aalmoezen in ruil voor grote cadeaus aan de private winstbelangen. Er zijn verschillende open brieven van syndicalisten die hun bezorgdheid uiten. Hieronder de oproep van het ABVV van Charleroi en de open brief van honderden delegees en militanten onder de noemer ‘Verenigde syndicalisten – syndicalistes unis’.


    FGTB Charleroi is sterk gekant tegen elke institutionele hervorming die tot meer verdeeldheid zou leiden in ons land.

    De eerste elementen die uit de huidige onderhandelingen tussen PS en N-VA naar voren komen, moeten alle syndicalisten van het land alarmeren. Voor FGTB Charleroi kan er geen sprake zijn van een nieuwe staatshervorming die de solidariteit verbreekt tussen de werknemers van het hele land.  Beleidsmaatregelen die een antwoord bieden op de sociale urgentie, dat is wat bovenaan op de agenda moet staan.

    Het is nu meer dan één jaar dat we wachten op de vorming van een regering. Meer dan één miljoen werknemers bevonden of bevinden zich nog altijd in tijdelijke werkloosheid als gevolg van de coronacrisis. De wachtrijen voor het uitdelen van de voedselpakketten worden week na week langer. Er zijn alsmaar meer aankondigingen tot sluiting en herstructurering van bedrijven en in sommige sectoren ligt de activiteit ook vandaag nog altijd stil. De urgentie zit hem duidelijk in het sociale, maar wat stellen Bart De Wever en Paul Magnette ons voor bij het verlaten van het Koninklijk Paleis? Een zoveelste institutionele hervorming in heel brede domeinen als werkgelegenheid, justitie en gezondheid.

    FGTB Charleroi wil niet weten van een nieuwe staatshervorming die de solidariteit verbreekt tussen de werknemers van het hele land. We willen niet weten van een hervorming die de arbeidswereld nog wat meer verdeelt en zodoende vor nog meer onderlinge concurrentie zorgt. De kracht van de arbeidswereld, dat is aantal en eenheid. De verdelingspolitiek verzwakt de arbeidswereld, ze speelt het patronaat in de kaart”, legt Antonio Cocciolo, Voorzitter van FGTB Charleroi-Sud Hainaut, uit.

    Zes staatshervormingen hebben geleid tot het droevig schouwspel van een door de eerste golf van de pandemie verlamd België. Iedereen is het erover eens: de versnippering van de bevoegdheden heeft het rampzalige resultaat dat we op het terrein hebben vastgesteld (inzake mondmasker- en testingbeheer, het crisisbeheer in de wooncentra …) nog verergerd. “Maar waarover discussiëren PS en N-VA terwijl we voor een tweede golf staan? Over nieuwe transfers, meer versnippering en minder solidariteit. Dit is totaal ongepast” verklaart Vincent Pestieau, Gewestelijk Secretaris van FGTB Charleroi-Sud Hainaut.

    De Voorzitter, Antonio Cocciolo, verduidelijkt: “ We stellen de huidige onderhandelingen tussen PS en N-VA aan de kaak. Die willen de financiering van de gezondheidszorg federaal houden maar ze willen tegelijkertijd aparte enveloppes organiseren met een mogelijks verschillend beheer tussen de Gemeenschappen/Gewesten. Een heel droevig voorbeeld hiervan is de hervorming van de kinderbijslag, met verschillende bijdragen naargelang de woonplaats van de rechthebbenden.

    Voor FGTB Charleroi kan er geen sprake van zijn dat er aan enig onderdeel van de sociale zekerheid en van het beheer ervan zou worden geraakt! We laten ons geen zand in de ogen strooien, dit is opnieuw de voorbode van de “confederalisering” van de sociale zekerheid”, legt Vincent Pestieau uit.

    Het ABVV verdedigt alle werknemers (met of zonder job) van het land. Niet de “Vlamingen” aan de ene kant en de “Walen en Brusselaars” aan de andere kant. Het ABVV verdedigt alle werknemers en werkneemsters van het land. In tegenstelling tot de nationalisten, streeft het ABVV naar eenheid, niet naar verdeeldheid, en sluit de arbeidswereld niet op binnen steeds nauwere communautaire grenzen. Aldus aanvaarden wij geenszins de recente politieke verklaringen die een grotere verdeeldheid van het land en van de arbeidswereld proberen te rechtvaardigen.

    Het komt er integendeel op aan om het te hebben over de herfinanciering van de sociale zekerheid, een belasting op grote vermogens, 14 € minimumloon, het terugbrengen van de pensioenleeftijd naar 65 jaar, 1.500 euro netto minimumpensioen en de afschaffing van de loonblokkeringswet van 1996. Sociaal beleid moet de absolute prioriteit krijgen. Solidariteit tussen de mensen en eenheid van de werknemers vormen de sleutels om deze prioriteit te verwezenlijken”, besluit Vincent Pestieau.


    Open brief ‘Verenigde syndicalisten – syndicalistes unis’

    Wij zijn allemaal enthousiaste en geëngageerde syndicalisten. Werknemers, militanten, leden van het ACV, het ABVV en de ACLVB. Wij zijn trots op onze vakbond, op de arbeidersbeweging en alles wat zij heeft verwezenlijkt.

    De huidige onderhandelingen over een nieuwe federale regering stemmen ons uitermate ongerust. De onderhandelende partijen lijken duidelijk van plan om nog meer bevoegdheden te regionaliseren. In de gezondheidszorg en op andere domeinen, denk aan het arbeidsmarktbeleid, om één gebied te noemen dat zeer relevant is voor de belangen van de werkende bevolking en voor de vakbondswerking.

    De onderhandelaars organiseren een grote koehandel die volgens ons niet in het belang is van de Belgische bevolking. In de voorbije decennia waren er al heel wat van die koehandels en politieke deals. Wat de bevolking echt wenste, was daarbij zeer vaak van géén tel of van ondergeschikt belang.

    Uit recent wetenschappelijk onderzoek en ernstige opiniepeilingen blijkt dat een meerderheid van de Belgen de versnippering en verbrokkeling van bevoegdheden beu is. Zeer zeker als het gaat om onze gezondheidszorg, maar ongetwijfeld ook als het gaat om andere domeinen (1) (2).

    Wij vrezen voor een nieuwe federale regering die nog meer zaken regionaliseert. Mogelijk als voorbode van nog méér en nog erger. Als syndicalisten vinden wij de versplintering van ons land nefast en zeer kwalijk voor de werknemers en hun rechten en belangen.

    Wij zijn Belgische syndicalisten en willen als dusdanig werken en in het werk staan. Alle in België werkende mensen hebben dezelfde belangen, hebben dezelfde rechten en verdienen onze steun. Wij willen ons niet laten verdelen, zeker niet door deze politieke manoeuvres.

    In vakbondskringen werden al duidelijke vraagtekens gezet bij de huidige versnippering van onze gezondheidszorg. De coronacrisis illustreerde reeds hoe deze versnippering zeer kwalijk is en leidt tot minder efficiëntie en verlies van mensenlevens. Wat we nu meer dan ooit nodig hebben is één centraal beslissingsniveau bevoegd over een volledig geherfederaliseerde gezondheidszorg.

    Verbinding en verbondenheid

    Onze vakbonden en de arbeidersbeweging moeten ijveren voor verbinding en verbondenheid onder alle werknemers en werkzoekenden. Dit is de essentie van ons syndicale DNA. Waarom zouden wij onderscheid willen of moeten maken tussen werknemers, werkzoekenden, jobstudenten, gepensioneerden, volgens de landstaal die zij spreken of de plaats waar ze wonen? Dit is compleet in strijd met alle vakbondswaarden en -idealen, en wij wijzen dit dan ook resoluut van de hand.

    Wat zijn werknemers en werkzoekenden gebaat met verdeeldheid? Dit speelt alleen in de kaart van andere ‘belangen’ die ingaan tegen de verzuchtingen en tegen de rechten van werknemers en werkzoekenden. Vakbonden halen hun impact uit hun aantallen en uit de kracht van onze overtuiging. Ons uit elkaar laten spelen is dus niet wat we nu nodig hebben.

    Eenheid, geen verdeeldheid

    Wij vakbonden verdedigen alle werknemers, met of zonder job, in België. Wij verdedigen niet ‘de Vlamingen’ of ‘de Walen’ of ‘de Brusselaars’. Wel iedere werknemer en werkneemster en elke werkzoekende in België. Anders dan sommigen in ons politieke bestel streven wij naar eenheid, niet naar verdeeldheid.
    Wij sluiten de wereld van de arbeid niet op binnen communautaire grenzen die steeds enger worden. In die zin aanvaarden wij in géén geval eender welk politiek plan dat mikt op nog grotere verdeeldheid in ons land en in de wereld van de arbeid.

    Daarom richten wij vakbonden en syndicalisten deze oproep tot u, onze leiders: zeg nu met overtuiging JA voor méér België, voor herfederalisering, voor meer verbondenheid, meer sociale keuzes en meer sociaal beleid.

    Iedere nieuwe regering moet aan deze criteria voldoen om onze steun te verdienen. En wij moeten ons duidelijk en openbaar verzetten tegen verdere regionalisering. Op zowat alle domeinen is het beleid net gebaat bij een centrale aansturing en herfederalisering.

    We willen met deze open brief een duidelijk signaal geven aan onze vakbondsleiders. We beseffen dat de vakantieperiode en de coronacrisis het u niet altijd makkelijk maken om te overleggen met de vakbondsachterban.

    Daarom willen we zeer uitdrukkelijk deze oproep tot jullie richten. Wacht niet af, maar spreek nu, in het belang van de miljoenen werknemers en mensen die moeten toekomen met een uitkering en ons meer dan ooit nodig hebben. Zij rekenen op ons.

    Spreek nu asjeblief, met kracht en overtuiging.

    In het belang van dit land, zijn bevolking en al zijn werkende en werkzoekende medemensen.

    We rekenen op jullie!

    (1) Negen ministers bevoegd voor Volksgezondheid: daar ziet bijna niemand het nut van in. Om dat aan te pakken, willen 6 op de 10 Belgen de gezondheidszorg herfederaliseren. Dat blijkt uit de Grote Peiling van ‘Het Laatste Nieuws’, VTM Nieuws, RTL en ‘Le Soir’. Zelfs een meerderheid van de kiezers van N-VA en Vlaams Belang is daar voorstander van.

    Bron: Grote Peiling van ‘Het Laatste Nieuws’, VTM Nieuws, RTL en ‘Le Soir’, gepubliceerd in juni 2020

    (2) Onderzoek wijst uit dat de publieke opinies in diverse delen van België eerder gelijklopend zijn. We verwijzen naar onderzoek van vijf Belgische universiteiten dat aangeeft dat ‘de verschillen’ helemaal niet zo groot zijn als sommige politieke partijen beweren.

    Bron: VRT NWS, 5 juni 2019.

    Wil je deze oproep mee ondertekenen: mail je volledige naam en de naam van de vakbond waar jij actief bent naar Verenigdesyndicalisten@gmail.com
    We sluiten af op vrijdag 14 augustus 2020 om 12.00u, maar handtekeningen die daarna binnenkomen, houden we uiteraard ook bij voor onszelf.

  • ACV: breek wat nog rest van banden met CD&V

    Binnen het ACV haalt de ene strekking al wat meer de banden aan met de historisch bevoorrechte partner –CD&V en voorheen CVP – als politiek verlengstuk dan de andere. Toch lijken sommige CD&V’ers het als een plicht van ACV te beschouwen dat het CD&V steunt en zelfs oproept om voor deze partij te stemmen. Het bijzonder slechte resultaat van CD&V werd door Etienne Schouppe, voormalig gedelegeerd bestuurder van de NMBS en gewezen staatssecretaris voor CD&V, aangegrepen om kritiek te uiten op ACV-voorzitter Leemans.

    door een ACV-militant

    Volgens Schouppe gaf het ACV te veel kritiek op de regering-Michel, waarin CD&V een prominente rol speelde. Bovendien verwijt Schouppe Leemans dat hij “Vlaams Belang-taal” gebruikt. Laat het duidelijk zijn: niet de vakbonden namen VB-retoriek over, het Vlaams Belang kwam met een zogezegd sociale retoriek. Het ACV nam de eis voor pensioen op 65 jaar en een menswaardig pensioen van minstens 1.500 euro per maand niet over van het Vlaams Belang. Integendeel: het Vlaams Belang kopieerde dit van de vakbonden omdat deze eisen populair zijn. En laten we wel wezen: het Vlaams Belang heeft niet de bedoeling om dit ook ten uitvoer te brengen. Waarom zou de partij anders in het Europees parlement tegen een Europees minimumloon stemmen? En tegen eender welke sociale maatregel overigens! Maar het spreekt wel een laag van de bevolking aan: mensen die niet meer rondkomen aan het einde van de maand en die in vreemdelingen concurrenten zien voor de eigen welvaart.

    De uitspraken van Schouppe geven aan dat CD&V een zondebok zoekt bij het ACV in plaats van de analyse te maken waarom de partij zo’n zwaar verlies leed. De redenen moeten niet ver gezocht worden. Marc Leemans heeft gelijk als hij zegt dat alle regeringspartijen afgestraft zijn. CD&V probeerde – zeker naar het ACV toe – tot de allerlaatste minuut de kaart te trekken dat zij er in de regering voor zorgde dat het allemaal niet nog rechtser en asocialer aan toeging. Maar het ontging geen enkele werkmens: zonder CD&V was er van de Thatcheriaanse afbraakregering de afgelopen vijf jaar geen sprake geweest. Dat weet de basis van het ACV maar al te goed. De vakbondsleiders lieten na het actieplan van 2014 overigens een kans schieten om het protest verder op te bouwen en de regering die wankelde effectief ten val te brengen. Als er één kritiek moet gegeven worden, dan is het dat de ACV-leiding de rechtse regering consequenter had moeten bestrijden!

    De ACV-campagne “Een ander beleid is mogelijk” bood een kans om de banden met de historisch bevoorrechte partner verder los te laten. Het ACV mag zich niet laten chanteren door het ARCO-dossier en andere zogenaamde privileges die CD&V de vakbond bezorgt. Het ACV moet volledig breken met CD&V: een partij die niet de belangen van de gewone werkmens verdedigt, maar enkel de Belgische burgerij dient.

  • Vakbondssteun voor staking op internationale vrouwendag

    “Enkel de brede arbeidersbeweging heeft de kracht om onze eisen af te dwingen”

    8 maart vorig jaar in Spanje.

    Volgend op de massale staking voor vrouwenrechten in Spanje vorig jaar op 8 maart, maar ook de staking voor gelijk loon (tegen de lagere lonen voor “gefeminiseerde” jobs) in Glasgow op 23 oktober vorig jaar, heeft de Franstalige christelijke bediendenbond CNE een stakingsaanzegging ingediend voor 8 maart dit jaar. De oproep werd overgenomen door ACV en ACOD LRB in Brussel. Campagne ROSA verwelkomt deze beslissing als een eerste stap naar de deelname van België aan het uitbouwen van wereldwijde actie rond vrouwenrechten – en dan vooral de rechten van werkende vrouwen – op 8 maart en zal deelnemen daar waar dat mogelijk is.

    Reactie door Anja Deschoemacker

    De ervaring en lessen van Spanje en Glasgow

    De initiatiefneemsters van het ‘8 maart collectief’ stellen dat ze niet verwachten dat de impact zo groot zal zijn als in Spanje, waar zes miljoen mensen deelnamen en in verschillende steden massabetogingen plaatsvonden. Dat is ongetwijfeld waar. De staking in Spanje speelde zich af na jaren van groeiend straatprotest en na maanden van gecoördineerde campagne om de staking op te bouwen. Het was een campagne waaraan uiteraard vrouwenorganisaties deelnamen, maar ook jongeren- en LGBT-organisaties en buurtcomités en sociale organisaties allerhande die zich in de laatste jaren hebben verzet tegen het besparingsbeleid van regering en stadsbesturen, waaronder ook de enorme beweging tegen de huisuitzettingen als gevolg van de financiële crisis. Het is die brede campagne die de vakbonden ertoe aanzette de stakingsoproep te vervoegen. Voor alle duidelijkheid: de miljoenenstaking was geen “vrouwenstaking” zoals de pers in België, maar ook de deelneemsters aan het ‘8 maart comité’ het voorstellen – zowel vrouwen als mannen namen deel aan de strijd voor de eisen van loongelijkheid en tegen geweld op vrouwen. Dat is ook de enige manier om op termijn die eisen binnen te halen: de eenheid van de arbeidersklasse in de strijd ervoor.

    De Spaanse staking op 8 maart vorig jaar kwam niet uit de lucht vallen. Er was in dat land de afgelopen jaren een wedergeboorte van de vrouwenbeweging in de massale acties tegen pogingen van de toenmalige rechtse PP-regering om het recht op abortus in te perken. Tegen de achtergrond van een diepe crisis en harde besparingsmaatregelen die zeker op vrouwelijke sectoren als onderwijs en gezondheidszorg een enorme impact hadden op vlak van personeelskader, lonen en werkvoorwaarden, maar ook op de voorziening van diensten die vrouwen met kinderen toelaten buitenshuis te werken, groeide de revolte. Vrouwen waren ook enorm betrokken in de strijd tegen de uithuiszettingen toen steeds meer mensen hun hypotheek niet meer konden betalen – een strijd die ertoe leidde dat de woordvoerster ervan, Ada Colau, burgemeester van Barcelona werd. Sindsdien zagen we ook de revolte tegen de afloop van het proces van de “wolvenbende”, waarin vooral het slachtoffer van een groepsverkrachting in een negatief daglicht werd gesteld en de daders er goedkoop vanaf kwamen.

    Ook in Glasgow is er een hele voorgeschiedenis die het succes van de staking eind oktober verklaart. De actie kaderde in lang uitgesponnen loononderhandelingen van de lokale openbare diensten. Personeel uit de meest gefeminiseerde diensten met de laagste verloning namen het voortouw in de staking. Ze eisten gelijk loon voor gelijk werk. Zowel vrouwen als mannen uit die diensten staakten mee. Bovendien werd de staking vervoegd door onder meer straatvegers, grotendeels mannen, die buiten de officiële stakingsaanzegging vielen.

    Wat is het doel van de staking?

    In Spanje en Glasgow was dat doel zeer duidelijk: voor vrouwenrechten, maar concreet ook voor loongelijkheid en dus een loonsverhoging voor de laagste lonen. In België spreken de initiatiefneemsters echter over het “zichtbaar maken van het vrouwenwerk in de samenleving” en over het aantonen dat “zonder vrouwen de wereld niet kan draaien.” De oproep tot staking houdt niet enkel een staking van de loonarbeid in – een instrument dat druk kan zetten op de loononderhandelingen met het patronaat en de regering – maar ook een staking van al die andere taken die vrouwen uitvoeren.

    Waar campagne ROSA zeker haar steun zal geven aan de staking in bedrijven waar voldoende steun daarvoor is opgebouwd – en vorig jaar reeds waren er al acties aan bijvoorbeeld de VUB en UGent (werkonderbrekingen gekoppeld aan personeelsvergaderingen over het thema) – denken we dat een staking van de huishoudelijke taken weinig zoden aan de dijk zet en bovendien voor veel vrouwen met kinderen onhaalbaar is, zo o.a. voor eenoudergezinnen (in grote meerderheid vrouwen met kinderen) die in Vlaanderen een vijfde uitmaken van de gezinnen met kinderen en in Brussel reeds 33%. Een deel van die moeders kan misschien rekenen op steun uit hun sociale omgeving om de zorg voor de kinderen voor een dag op te vangen, maar met een grote graad van armoede onder deze lagen en alle gevolgen van dien, zoals een gebrek aan sociaal leven, hebben veel van hen niet zo’n weefsel waarop ze terug kunnen vallen.

    Maar het is vooral ook zo dat de ene staking en de andere niet met elkaar te vergelijken vallen. Een staking in een bedrijf is bij uitstek een collectieve actie terwijl de strijd binnen koppels voor een gelijke verdeling van de huishoudelijke taken een individuele actie is, waarbij je niet kunt rekenen op solidariteit van grote groepen collega’s en vakbondsorganisaties. Campagne ROSA denkt bovendien dat de oplossing voor de dubbele dagtaak voor vrouwen niet zozeer ligt in het meer doen meedraaien van mannen in de huishoudelijke en zorgtaken binnen het gezin, maar in de uitbouw van openbare diensten – met degelijke lonen en werkvoorwaarden voor het personeel, en toegankelijk voor iedereen die ze nodig heeft – die de combinatie werk en gezin vergemakkelijken.

    Dat betekent het terugdraaien van de besparingen in de gezondheidszorg, kinderopvang en onderwijs, maar ook bijvoorbeeld in de ouderenzorg en de zorg voor mensen met een beperking, en massale publieke investeringen om diensten en zorg terug op peil te brengen na drie decennia van onderinvestering en afbraak. Het vereist ook de strijd voor een werktijdverkorting: 30 urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen – om de werkdag werkbaar te maken voor iedereen, maar ook om een einde te maken aan de werkloosheid die dagelijks druk zet op de lonen van ons allen en veel vrouwen, maar ook jongeren en steeds meer ouderen, dwingt tot het aanvaarden van jobs met lonen waarvan je niet kunt leven.

    Er is een bovendien een strijd nodig die de constante uitbreiding van de nieuwe lage loonsectoren stopt en terugdraait en bijvoorbeeld de dienstencheques en de onthaalmoeders in publieke handen neemt, waarbij de toegang tot de diensten verzekerd is voor iedereen die ze nodig heeft (en niet alleen voor zij die ze kunnen betalen) en waarbij het personeel over een degelijk statuut beschikt en goede lonen en arbeidsvoorwaarden.

    Verdere eisen om een echte impact te hebben op het leven van veel vrouwen – en om hen financiële onafhankelijkheid te bieden – zijn hogere minimumlonen die een algemene invloed hebben, ook in die sectoren waar het moeilijk is zich voldoende te organiseren om de strijd te voeren en een hoger minimumpensioen.  Beide eisen worden naar voren gebracht in de komende algemene staking in gemeenschappelijk vakbondsfront op 13 februari en we roepen Rosa-leden op deel te nemen. Ook de individualisering van de vervangingsuitkeringen – waarbij het statuut “samenwonende” wordt afgeschaft, die al decennialang grote groepen vrouwen veroordeelt tot afhankelijkheid van de partner (en jongeren tot afhankelijkheid van de ouders) – gecombineerd met kinderbijslag die de reële kosten van een kind dekt en het optillen van alle sociale uitkeringen boven de armoedegrens.

    Geen van deze eisen kan bereikt worden met een beweging van alleen vrouwen en wordt geen stap verder geholpen door een staking van de huishoudelijke taken. Het belang van de ontwikkeling van een internationale staking op 8 maart ligt in het ontwikkelen van arbeiderseenheid rond dergelijke eisen. Enkel de brede arbeidersbeweging heeft de kracht om dergelijke eisen af te dwingen. Dat is enkel mogelijk als we begrijpen dat de strijd voor vrouwenemancipatie er niet één is van vrouwen tegen mannen, maar een strijd van vrouwen en mannen tegen een systeem dat ten gronde gebaseerd is op ongelijkheid en discriminatie en dat dagelijks tonnen vooroordelen rondstrooit om de arbeidersbeweging te verdelen.

    De oproep van campagne ROSA

    We roepen onze leden en sympathisanten op om te kijken op hun werkplaats of het mogelijk is tot een werkonderbreking te komen op 8 maart, gekoppeld aan algemene personeelsvergadering om te praten over de noodzakelijke eisen en te zien wat binnen het eigen bedrijf kan gebeuren om een einde te maken aan de loonongelijkheid en hoe de solidariteit daarvoor bij het volledige personeel kan worden opgebouwd. We roepen alle vakbonden op echte stakingen en werkonderbrekingen te ondersteunen en te beginnen bouwen aan de Belgische deelname aan de heropbouw van 8 maart zoals het oorspronkelijk is ontstaan: als een strijddag van de werkende vrouwen als onderdeel van de internationale socialistische arbeidersbeweging.

    We willen hier verwijzen naar de oproep van Ruth Coppinger in Ierland (lid van ROSA, parlementslid voor de Socialist Party, zusterpartij van LSP, en centrale figuur in de strijd voor het recht op abortus, bekend ook voor haar protesten tegen de straffeloosheid van geweld op vrouwen) voor werkonderbrekingen op 8 maart – voor gelijkheid en tegen geweld op vrouwen, een oproep waarachter zich een aantal vakbonden hebben geschaard. De actie heeft alle kans op groot succes, na jaren van massale actie rond het recht op abortus, rond geweld op vrouwen, rond de financiering van de gezondheidszorg geaccentueerd door de huidige staking van verpleegsters en vroedvrouwen en ander ziekenhuispersoneel en de grote deelname van vrouwen in campagnes als de strijd tegen de waterbelasting en in de beweging voor betaalbare huisvesting. Hiermee kan Ierland het lijstje landen dat deelneemt aan de internationale staking voor vrouwenrechten vervoegen.

    In België wordt nu een eerste stap gezet, wat campagne ROSA toejuicht. We zullen onze bijdrage leveren om er een eerste succes van te maken, door een steun aan de staking in bedrijven waar dat mogelijk is, en door het verder uitbouwen van de strijd met de acties die in diverse steden voorzien zijn op 8 maart.

     

  • CD&V faalt om rechtse regering zelfs maar illusie van ‘sociaal gezicht’ te geven

    26520013256_3de59346e3_z
    Foto: PPICS

    Op Rerum Novarum haalde ACV-voorzitter Leemans uit naar de regering-Michel omdat deze de grote vermogens ontziet en het sociaal overleg saboteert. Enkele militanten waren explicieter en riepen slogans als “CD&V, weg ermee.” Kris Peeters, tot voor kort het zelfverklaarde ‘sociaal gezicht’ in de regering, was niet aanwezig. Wellicht om de gemoederen niet verder op te hitsen? Eerder trok de ACV-betoging van 20 april maar liefst 10.000 aanwezigen. Het verzet tegen de wet-Peeters stond centraal op die betoging.

    Artikel uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’

    Na het eerste actieplan in 2014 kon de ACV-leiding met een nipte stemming het protest nog stilleggen. Een magere loonnorm werd toen goedgekeurd met de belofte van nieuwe acties. Er werd ruimte gelaten voor het overleg en de leiding stelde veel hoop in Kris Peeters. Ruim een jaar later moet zelfs Marc Leemans erkennen dat er van overleg niets in huis komt. Zelfs indien er akkoorden met de werkgevers gesloten worden, zoals rond de eindeloopbaan, schuift de regering dit opzij. Leemans: “Elk unaniem akkoord onder sociale partners onderging de sjoemelsoftware van Michel I. Correcties aan eindeloopbaan. Het sociaal akkoord. De beschikbaarheid voor oudere werklozen en SWT-ers. Het flexibiliteitsakkoord. En laatst nog dat mooie project van sociale partners, samen met de mutualiteiten, om zieken en invaliden meer kansen op hertewerkstelling te geven.”

    De beloofde taxshift om ook de rijksten te laten meebetalen, werd een nieuw cadeau aan de werkgevers betaald door de gewone werkenden. De discussie over ‘werkbaar werk’ werd omgebogen tot voorstellen van meer ‘wendbaar werk’, steeds meer flexibiliteit door de werknemers tot de rek er volledig uit is. De afschaffing van de 38-urenweek is onderdeel van wat nu al de wet-Peeters wordt genoemd.

    Niet alleen Peeters laat zich opmerken als een van de vele asociale gezichten van deze regering. Zijn kompaan Geens doet op Justitie hetzelfde. Het besparingsbeleid daar leidt tot een immens ongenoegen bij zowat alle actoren in de sector, van de cipiers tot de magistraten. Is het dan verwonderlijk dat steeds meer protest tegen CD&V weerklinkt onder ACV-leden? In West-Vlaanderen riep ACV Metea (metaal- en textielsector) CD&V op om “de stekker uit de regering te trekken.” De centrale merkte op dat de verklaringen van CD&V-kopstukken naar aanleiding van Rerum Novarum op hoongelach onthaald werden “omdat die politici in het parlement niet de daden bij het woord voegen en de kapitalisten gerust laten.” ACV Metea merkt op dat CD&V de rechtse regering op de been houdt en mee verantwoordelijk is voor sociale afbraak die ons terugbrengt “naar de tijd van Daens.”

    Tegenover conservatieven die het beleid van Woeste en co opnieuw willen invoeren en dit als ‘modern’ verpakken, zullen wij de traditie van Daens eveneens moeten opnemen en onze strijd organiseren, ook op politiek vlak.

  • Succesvolle betoging van het ACV

    acv5

    Vandaag verzamelden duizenden militanten en leden van het ACV aan het Zuidstation te Brussel voor een betoging tegen de besparingsmaatregelen van de regering. De aanval op de 38u-week, op de pensioenen en onze levensstandaard wekken heel veel woede op. De opkomst was dan ook een groot succes en toont dat de strijdbaarheid duidelijk aanwezig is.

    Opschriften als “De wet Peeters: neen bedankt” werden meegedragen in de betoging. De militanten hopen dat dit het begin is van een nieuwe periode waarin sociale strijd wordt opgebouwd. Net zoals op de militantenconcentratie van het ABVV de dag ervoor, werd de oproep van LSP voor een nieuw actieplan goed onthaald. De werknemers zijn het succes van het actieplan in de herfst van 2014 duidelijk nog niet vergeten.

    Een nieuw actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront zou opnieuw een krachtige beweging tegen deze besparingsregering kunnen opbouwen. Personeelsvergaderingen en informatiecampagnes zouden net zoals in de herfst van 2014 vele tienduizenden bereiken en verenigen in een nieuwe betoging. Dat zou een belangrijke stap zijn in de strijd tegen deze regering die nooit zal stoppen zolang ze aan de macht zijn. Als Peeters nu aankondigt dat de huidige maatregelen slechts een vingeroefening zijn en er voor de begroting van 2017 “pas echt die gesneden zal worden”, zullen we een manier moeten vinden om de beweging over de zomer heen te tillen door na een betoging eind mei regionale stakingen aan te kondigen voor september die de draad van het sociale verzet opnieuw oppikken.

    We spraken met een ACV-militante over de betoging:
    “Op woensdag 20 april bracht het ACV ruim 8000 mensen op de been in Brussel om te protesteren tegen de regering Michel onder het motto ‘de rek is eruit’. Aanvankelijk was er een jongerenactie onder het motto ‘de toekomst is van ons’ gepland rond jongeren en werk. Maar toen de federale regering in het begrotingsakkoord een nieuwe aanval lanceerde, werd de oproep naar de jongerenactie omgebogen naar een brede manifestatie. De betogers uitten hun ongenoegen over de aanval op langdurig werklozen en andere besparingen in de sociale zekerheid, de aanval op de ambtenarenpensioenen, de aanval op deeltijds werkenden, … en natuurlijk de afschaffing van de 38-urenweek.

    “Er was ongelooflijk veel onbegrip voor het feit dat uitgerekend Kris Peeters van CD&V met dit voorstel (en uitspraken over “boven ons stand leven”) was afgekomen, getuige slogans als: “shame on you Peeters”, “loi Peeters non merci”, “omdat we boven onze stand leven: terug naar de tijd van toen, CD&V” (en een prent van armoedige arbeiders uit de tijd van Daens), “ik leef niet boven mijn stand”,… Verder verwezen betogers ook naar de actualiteit met slogans als “je ne suis pas panama”, omdat de PanamaPapers uiteraard duidelijk maken dat de middelen er wel zijn, maar niet op de juiste plaats gezocht worden. Ook het ACV schreef in haar pamflet: “voor vermogenden zijn er Panama-voordelen, voor wie werkt inleveringen en minder rechten.”

    “De strijdbaarheid was groot en de teneur was duidelijk: dit is maar het begin! Omdat het oorspronkelijk een actie van de jongeren was, was er ook een mooie aanwezigheid van alle leeftijdscategorieën. Verder waren er delegaties vanuit alle centrales, vanuit de verbondelijke werkingen, uit heel Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
    Aan het einde van de betoging waren er speeches op het Albertinaplein. De algemeen secretaris van het ACV – Marie-Helene Ska – riep op tot een grote betoging eind mei (vlak na de sociale verkiezingen) en reikte daarbij de hand naar De Leeuw – die een dag eerder op de militantenconcentratie van het ABVV een gelijkaardige oproep lanceerde.”

    Foto’s door PPICS:
    Betoging ACV // Foto's: PPICS

  • Tweede actieplan nodig! Michel en het besparingsbeleid wegstaken

    LuxLeaks, SwissLeaks, Excess Profit Rulings, Panama Papers… Maar regering zoekt geld bij werkenden, langdurig zieken en gepensioneerden

    LSP-pamflet voor de militantenconcentraties van ABVV en ACV deze week – PDF van dit pamflet

    7oct_GRANDDe regering pakt wat ze kan krijgen, onder het motto ‘onze bedrijven moeten competitief blijven’. Maar tegelijk worden de bedrijven leeggeroofd door aandeelhouders, CEO’s en bevriende consultants. Vorig jaar boekten alle Bel20 bedrijven samen een nettowinst van 17,7 miljard, waarvan meteen 9,9 miljard (+7%) werd weggeschonken aan de aandeelhouders. Het gemiddelde loon van de CEO’s ervan steeg vorig jaar met 20%! Na LuxLeaks, Swissleaks en de Panama Papers schat men het vermogen dat offshore voor de fiscus is verborgen op 57 miljard euro. Als de regering door Europa wordt aangepord om 940 miljoen euro terug te vorderen voor illegaal toegekende Excess Ruling Profits, gaat ze echter in beroep.

    Ooit al een staking geweten waarvoor regering en patronaat wel begrip opbrengen?

    Intussen volstaat zelfs een begrotingscontrole om enkele ‘Westerse waarden’ zoals de 8-urendag en de 38-urenweek overboord te kieperen. Gedaan met overuren betalen en extra personeel op piekmomenten, voortaan zullen we werken tot we ziek worden. De opgespaarde uren kunnen we dan daarvoor gebruiken. Uitzendarbeid blijft nu ook officieel niet langer beperkt tot een tijdelijke vermeerdering van het werk, maar wordt mogelijk voor onbeperkte duur. Afwezig door overmacht, zieke kinderen? “Je mag toch wel vragen dat collega’s solidair zijn door je enkele van hun verlofdagen af te staan”, aldus Wouter Beke. Vrij vertaald: dat de armen de armen helpen, zo moeten we de rijken niets vragen!

    Langdurig zieken moeten aan het werk, zoniet worden ze bestraft. De pensioenen in de openbare sector worden “herberekend”. Doel? Langer werken voor fors lagere pensioenen. Wie deeltijds werkt in variabele uren zou nog slechts 1 dag vooraf zijn uurrooster moeten krijgen. Wie zich verzet wordt steevast weggezet als egoïst. Spoormannen, scheepsloodsen, luchtverkeersleiders, … ooit al een staking geweten waarvoor regering en patronaat wel begrip opbrengen? Waarom worden hun lonen en voordelen niet eens breed uitgesmeerd in de media? Journalisten doen zich voor als volleerde machinisten, loodsen of luchtverkeersleiders, maar de betrokkenen die toch het best de moeilijkheden van hun job kunnen inschatten aan het woord laten, dat kan niet. Zo scheppen ze het klimaat voor een algemene aanval op het stakingsrecht. Niet dat ze iets tegen stakingen hebben, maar dan enkel in onze vrije tijd.

    Het sociaal klimaat creëren voor een tweede actieplan

    De komende weken staan vakbondsconcentraties, een stakingsdag van de federale ambtenaren, een actieweek van de openbare diensten, bijeenkomsten van Nuit Debout, Blokkeer de 45-urenweek en wat later 1 mei en de sociale verkiezingen op de agenda. We moeten dat aangrijpen om tijdens die acties, maar ook in de bedrijven via algemene personeelsvergaderingen op de werkvloer, in de scholen en in de wijken een sociaal klimaat te creëren waardoor  een tweede actieplan van dezelfde grootteorde of nog groter dan dat van najaar 2014 mogelijk wordt.

    Interprofessionele algemene vergaderingen en opnieuw een nationale betoging (men spreekt van 23 mei), zoals die op 6 november 2014 zouden een geschikte aanzet zijn. Het zou de regering flink van haar stuk brengen. Als we daar na de zomer opnieuw provinciale stakingsdagen, gevolgd door een nationale 48-urenstaking aan koppelen, kunnen we aan deze horrorregering een einde maken. Elke regering die daarna aan de macht komt zou wel uit een ander vaatje tappen.

    Politieke partners ongeschikt voor confrontatiemodel

    Zolang het patronaat tijdens de welvaartstaat koos voor sociaal overleg, konden de traditionele politieke partners van de vakbonden, SPa en CD&V, zij het toen ook al schots en scheef, de schijn hoog houden dat ze onze belangen verdedigden. Sinds het patronaat is overgeschakeld naar een confrontatiepolitiek zijn die traditionele politieke partners totaal ongeschikt gebleken. En dat net op het moment dat de regering ieder akkoord dat buiten de lijntjes kleurt, op het niveau van de bedrijven, de sectoren of zelfs tijdens het sociaal overleg binnen de groep van 10, op politiek niveau keldert. Niet de vakbonden, maar de regering politiseert ieder sociaal conflict.

    De vakbonden zijn de grootste ledenorganisaties van het land. Iedere ernstige oproep wordt massaal opgevolgd. Talloze jongeren, ook niet-gesyndiceerden, proberen op hun manier de sociale strijd te versterken, in Hart Boven Hard, Nuit Debout en andere spontane mobilisaties. Het wordt tijd dat de vakbonden meehelpen om dat verzet ook politiek te organiseren. Tijd dat we die praatbarak van een parlement open breken met echte vertegenwoordigers van de werkenden, de jongeren, de gepensioneerden, de zieken, … Een tweede actieplan mag zich niet beperken tot het stoppen van het besparingsbeleid en al evenmin tot de val van de regering, maar moet in de bedrijven, op de straat, in de wijken de krachten bundelen waarmee we een andere politiek zullen afdwingen.

    Elders in Europa dagen nieuwe linksere partijen de sociaaldemocratie uit. Sinds Corbyn voorzitter werd, is er binnen het Britse Labour een strijd aan de gang tussen een oude rechtse burgerlijke en een nieuwe linkse arbeidersvleugel. De voorcampagne van Sanders in de VS illustreert het potentieel voor een partij die volledig breekt met de politiek van Wall Street. Een kordaat initiatief in die richting vanwege de vakbonden, dat open staat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere krachten van radicaal links, zou een verpletterend enthousiasme opwekken en op enkele maanden tijd het politieke landschap in ons land kunnen hertekenen.

    LSP weet dat de beweging talloze meer specifieke verzuchtingen zal opwerpen, maar we denken dat onderstaande eisen de richting mee kunnen helpen bepalen :

    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 30u/week zonder loonverlies

    We hebben nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Niet de middelen, maar de politieke wil ontbreekt. Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.

  • Welke perspectieven voor de strijd tegen de regering-Michel 1?

    22623622443_2b2350e790_zDe vakbondsbetoging van de 100.000 op 7 oktober had een opstap kunnen zijn naar een nieuw actieplan zoals dat van eind 2014. Toen werd een grote betoging gevolgd door provinciale stakingen en een grote nationale algemene staking op 15 december. Voor 7 oktober dit jaar was er twijfel, maar de betoging werd een overweldigend succes. Ze toonde het potentieel voor een succesvolle strijd tegen deze regering van rijken.

    Analyse door Ben (Charleroi)

    Hiertoe is er nood aan klare ordewoorden en doelstellingen. We drukken ons zacht uit als we zeggen dat dit vandaag niet het geval is. Het was misschien beperkt, maar eind 2014 waren er tenminste de vier centrale breukpunten van het gemeenschappelijk vakbondsfront die breed besproken werden: bescherming en behoud van koopkracht, verdediging van sociale zekerheid, investeringen om tot economisch herstel en werkgelegenheid te komen en meer fiscale rechtvaardigheid. Vandaag is het meer dan ooit duidelijk dat het niet mogelijk is om verbeteringen te bekomen doorheen onderhandelingen met de regering. We zullen de regering-Michel moeten wegkrijgen.

    Een deel van de vakbondsleiding lijkt daar niet van overtuigd. Er wordt openlijk gezegd dat we moeten wachten tot de volgende verkiezingen. ACV-topman Leemans verklaarde: “Ons doel is een evenwichtig regeringsbeleid, niet de regering doen vallen.” Zijn ABVV-collega De Leeuw verklaarde voor de betoging van 7 oktober dat hij er alles aan wil doen opdat er geen regering-Michel II komt. Dit is een gevaarlijke gok. Twijfel en gebrek aan strijd zullen Michel en zijn bende nog arroganter maken in de pogingen om onze levensstandaard te ondermijnen. De werkgevers en hun regering zullen niet stoppen, haaien die bloed geproefd hebben willen meer bloed! Zwakheid langs onze kant, zet aan tot agressie van hun kant.

    Wat hebben we bekomen?

    Tot enkele jaren geleden was het idee van massastrijd nog redelijk abstract voor veel jonge werkenden, maar ook voor minder jonge werkenden. Sinds het opbouwende actieplan van eind 2014 hebben we een concrete ervaring waarop we verder kunnen bouwen en die we verder kunnen verfijnen met volgende actieplannen. Een werkpunt is bijvoorbeeld dat we onze strijd van onderuit in handen moeten nemen zodat de dynamiek aan de basis niet zomaar van bovenaf kan gestopt worden.

    Het feit dat er na het actieplan eind 2014 geen vervolg kwam, zorgde voor ontgoocheling en zelfs demoralisatie onder militanten. Maar tegelijk hebben nieuwe lagen van werkenden hun eerste ervaringen met vakbondsacties en strijd opgedaan. Die ervaring gaat niet verloren. Het verklaart overigens mee het succes van de betoging op 7 oktober.

    De sociale verkiezingen van 9 tot 22 mei 2016 vormen een kans om deze laag van nieuwe strijdbare militanten een grotere rol te laten spelen in de syndicale delegaties. Dit is cruciaal inh et versterken van de vakbonden op basis van strijd, in plaats van ons te verzwakken door toegevingen en begeleide afbraak.

    Nieuwe bewegingen zijn onvermijdelijk

    Het feit dat de regering doorgaat met de afbraak van onze sociale verworvenheden en het ontbreken van een perspectief van economische groei, maken nieuwe harde aanvallen op onze levensstandaard onvermijdelijk. Het leidt ook tot een toename van woede en bereidheid tot strijd. De kwestie van massastrijd zal terug op de agenda komen. Veralgemeende strijd van alle sectoren is de komende maanden misschien niet waarschijnlijk, maar het blijft wel mogelijk.

    Verdeeldheid onder de vakbondstop en een gebrek aan klare ordewoorden en een coherente strategie vormen een rem op de ontwikkeling van algemene strijd. De aanslagen in Parijs en het klimaat van angst dat erna volgde, helpen ons ook zeker niet vooruit. Maar waar het vooral aan ontbreekt, zijn enkele sterke syndicale bastions die van onderuit acties op gang kunnen trekken en de meer terughoudende lagen meetrekken.

    Wellicht zullen we wel strijd in sectoren zien, denk maar aan de NMBS waar de regering 20% van de middelen wil schrappen. Het spoorpersoneel kan een locomotief voor strijd vormen. Maar het actieplan van ACOD-Spoor was tot nu toe vooral radicaal in woorden en niet zozeer in daden. De omvang van de aanvallen maakt dat er een bereidheid tot strijd aanwezig is. Een ernstig actieplan dat opbouwend en mobiliserend werkt onder de collega’s kan ook andere sectoren inspireren. Een regionale vakbondsafdeling kan ook een locomotiefrol spelen, denk maar aan het succes van de regionale staking in Henegouwen op 23 november.

    De steun voor massabewegingen opbouwen en de doelstellingen van onze strijd verduidelijken, kan het best door personeelsvergaderingen en interprofessionele militantenbijeenkomsten te organiseren. Dergelijke vergaderingen die open staan voor iedereen, zowel meer ervaren als nieuwe militanten, laten ons toe om democratisch de discussie aan te gaan en twijfelende collega’s te overtuigen. Op zulke vergaderingen kunnen we ingaan op het falen van het overleg of collectief overleggen hoe we kunnen antwoorden op de verschillende complicaties voor onze strijd als gevolg van de actualiteit, welk soort campagne we nodig hebben om tot een nieuw actieplan te komen, hoe we andere lagen kunnen meetrekken, …

    Een overwinning in de strijd tegen het besparingsbeleid en voor een andere samenleving is mogelijk indien we de collectieve kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging opbouwen. Dit proces van opbouw gebeurt niet rechtlijnig. Het gebeurt met vallen en opstaan, met nederlagen, mislukkingen en stappen vooruit. Maar wat we nu al kunnen vaststellen, is dat dit proces vandaag bezig is en dat de arbeidersbeweging zich versterkt. We moeten er allemaal onze rol in spelen. Tegen besparingen, barbarij en kapitalisme plaatsen wij strijd, solidariteit en socialisme.

  • Tax shift maakt einde aan laatste hoop in CD&V

    ACV moet klaar staan voor de strijd

    acvbetoogtDe tax shift kwam hard aan. In plaats van de grote vermogens en superrijken meer te laten betalen, werd het een nieuwe aanval op onze levensstandaard. We spraken met LBC-secretaris Tina De Greef over de tax shift en de acties dit najaar.

    Interview door Anja Deschoemacker

    De tax shift van deze zomer toont dat er niets te verwachten valt van de CD&V. Hoe wordt hierop in het ACV gereageerd?

    Tina: “Verschillende figuren uit ACV-middens hebben zich negatief uitgesproken over de taxshift zoals ze werd beslist door de regering. Beweging.net-voorzitter Patrick Develtere stelde: “De grote vermogens ontspringen de dans, alweer. Wie (…) een echte taxshift van arbeid naar vermogens had verwacht, is eraan voor de moeite.” De CNE rekende uit dat de sociale zekerheid en de staat drie maal meer bijdragen dan het kapitaal. Zelfs oud-ACV-voorzitter Cortebeeck stelt dat de CD&V het verschil niet maakt. Oud-LBC-voorzitter Ferre Wyckmans stelde “we zijn nog meer bedrogen dan we al waren”. Als de betoging van 7 oktober niets oplevert, moet volgens hem hardere actie overwogen worden.

    “Nu moet alle nadruk liggen op de mobilisatie voor 7 oktober. Maar de lessen uit de vorige acties tegen deze regering moeten getrokken worden. Een betoging zal niet volstaan als zelfs de massale beweging van vorig jaar slechts een lege belofte opleverde. En we kunnen enkel op onze eigen kracht rekenen, de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging tegenover de regering en het patronaat.”

    Deze zomer was er de woordenwisseling tussen ACV-leidster Marie-Hélène Ska en ABVV-leider Marc Goblet. Goblet stelde onder meer: “Ze (de ACV-top) blijven maar geloven dat CD&V en Kris Peeters gaan kunnen wegen”.

    “Het actieplan van vorig jaar eindigde in een anticlimax, waarin de belofte van een voor de arbeiders gunstige tax shift die het kapitaal meer doet bijdragen centraal stond. Deze houding stootte op een historisch grote tegenstand binnen de ACV-rangen, waardoor het akkoord met de allerkleinste meerderheid mogelijk werd goedgekeurd. Bovendien werd daarbij benadrukt dat het akkoord niet inhield dat de strijd tegen de indexsprong en het besparingsbeleid werd gestopt.

    “In realiteit was er grote scepsis in de ACV-rangen over de steun aan/hoop in de rol die CD&V zou spelen. Dat de partij niet werd opgesomd in het lijstje van besparingspartijen in de slotspeech op het congres vonden velen gewoon belachelijk. Op het congres werd ook een poging van de nationale leiding tegengegaan om het instrument van de staking een minder belangrijke plaats te geven, een teken dat bij de basis minder geloof heerst in wat met overleg bereikt kan worden dan bij de leiding.

    “Zwakheid zet aan tot agressie. Wat ook de mening van de leiding moge zijn, er kan niet ontkend worden dat deze regering haar aanvallen op de arbeidersklasse en de vakbonden verder zet. Wat ze nu ook zou kunnen willen, de CD&V kan het karakter van deze regering niet wijzigen. Niet reageren, zal voor het ACV geen optie zijn. Een nieuw actieplan moet worden uitgewerkt en we mogen ons ditmaal niet laten afremmen door hoop op de ene of de andere regeringspartij.”

    En toch houdt men bij ACV en Beweging.net tot nu toe vast aan de relatie met CD&V.

    “Ik denk dat er gelijkenissen zijn in de discussie binnen het ACV over de CD&V en die binnen het ABVV en de PS. In het overlegsyndicalisme dat na de Tweede Wereldoorlog tot stand kwam, binnen een kader waarin het kapitaal wel verplicht was toegevingen te doen aan de arbeidersbeweging, kwam het de grote vakbonden goed uit steeds een gesprekspartner in de regering te hebben. De laatste 30 jaar staat dit steeds meer onder druk omdat de toegevingen steeds meer enkel van één kant, van de werkenden, moeten komen. In plaats van dat tegen te houden, hebben de staatsdragende partijen CD&V en PS zich daaraan aangepast. In plaats van garant te staan (tenminste in de perceptie) voor een belangenverdediging voor de werkenden, deden ze niets anders dan wat sociale begeleiding bieden in de achteruitgang van de positie van de werkenden. Dit begrip is steeds meer aan het doorsijpelen in de basis, zeker na de fantastische mobilisatie van vorig jaar en de vaststelling dat we ons niet alleen met een kluitje in het riet hebben laten sturen, maar dat we daar ook een bijkomende prijs voor moeten betalen in de vorm van steeds meer regeringsmaatregelen die ons treffen. We moeten ook vaststellen dat de rol naar buiten uit die de PS sinds 1987 heeft gespeeld als zijnde “de sociale oppositie binnen de regering” de CD&V minder goed afgaat.

    “Als de leiding van de grote vakbonden kan vasthouden aan een band met partijen als CD&V en PS, ondanks hun besparingspolitiek, dan is dat niet door de steun onder de basis voor die partijen, maar door het gebrek aan alternatief. Daar waar geloofwaardige alternatieven worden geboden, blijkt al zeer snel dat de band tussen de basis van de vakbonden en de partijen die officieel nog steeds verbonden zijn met de vakbonden nog slechts aan een zijden draadje hangt. Wat blijft er nog van PASOK over na de kansen die de opkomst van Syriza bood?

    “PS en in mindere mate CD&V hebben electorale steun bij de werkenden kunnen behouden vanuit het idee van “het minste kwaad”, stemmen voor hen gebeurde voornamelijk om “erger te vermijden”. Als we meer willen, moeten we ten eerste rekenen op onze eigen kracht, de mobilisatie van de arbeidersklasse. En daar moet het vandaag alle hens aan dek zijn. En ten tweede moet ook in België een nieuw politiek instrument worden uitgebouwd, een partij die vecht voor de belangen van de arbeidersklasse op dezelfde manier als deze regering vecht voor de belangen van het kapitaal: zonder scrupules. Die discussie moet door alle linkse militanten in alle vakbonden worden gevoerd. De komende beweging kan kansen bieden om daar ook concrete stappen in te zetten.”

  • Verdeeldheid aan de top beantwoorden met strijdbare eenheid aan de basis

    De zakenkrant L’Echo, tegenhanger van De Tijd, publiceerde op 3 augustus een interview met Marie-Hélène Ska (ACV) die over Marc Goblet (ABVV) zei: “Ik ben alles waar hij een afkeer van heeft: een vrouw, ik heb gestudeerd, ik lees dossiers. Ik denkt dat dit op zijn zenuwen werkt.” Goblet reageerde meteen op Twitter: “Klopt niet. Waar ik niet van hou, is dat de belangen van de werkenden aan die van CD&V worden verbonden.”

    Artikel door Ben (Charleroi) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Er waren al langer spanningen, de vorming van een regering met CD&V maar zonder PS was natuurlijk het belangrijkste element. De ACV-leiding was bang om na het vorige actieplan verder te gaan. Dat CD&V in de problemen kwam, speelde ongetwijfeld mee. De ABVV-leiding zou liefst de PS zo snel mogelijk terug aan de macht krijgen, Goblet trok mee de kaart van de ‘Gemeenschappelijke Actie’ met PS en de mutualiteit.

    Ondanks het gewicht van de ACV-leiding is er aan de basis onder de militanten en delegees een bereidheid om de strijd tegen deze regering verder te zetten. Net zoals in het ABVV verschijnt het eerste mobilisatiemateriaal van ACV naar 7 oktober relatief vroeg. En laat er geen twijfel over bestaan, ook in de ABVV-leiding is er een probleem met verantwoordelijken die de PS of SP.a als enige alternatief verdedigen of die stellen dat nieuwe stakingsacties niets zullen opleveren (een uitspraak van BBTK-voorzitter De Deyn begin februari).

    De vakbondsleidingen vormen stelselmatig een rem. Als er vandaag druk staat op het gemeenschappelijk vakbondsfront is dit vooral een kwestie van de leiding. Dat de sociale verkiezingen van 2016 dichterbij komen, zal dit fenomeen wellicht erger maken. Tegenover de verdeeldheid aan de top, moeten we de eenheid van onderuit uitbouwen.

    En er zal nood zijn aan een eigen politiek verlengstuk. Gevraagd naar de politieke figuren die haar het sterkste inspireren, verwees Marie-Hélène Ska naar Verhofstadt en Dehaene (Le Soir, 1 augustus). De nauwe banden van Goblet met de PS zijn eveneens bekend. Zullen zij die strijdbare leiding vormen die we zo hard nodig hebben?

    Een strijdbare leiding zal het resultaat van strijd zijn en moet voortkomen uit de basis van de vakbonden, de werkenden en delegees die zich op het terrein organiseren. De ervaringen van personeelsvergaderingen om over de te volgen strategie te beslissen en die maken dat we doorheen ons collectief werk sterker staan, tonen de weg naar een strijdbaar syndicalisme dat verenigend werkt.

  • Tax shift werd aanval op werkenden. Vakbonden in front naar 7 oktober!

    Ook ACV-topman Leemans heeft de boodschap van de rechtse regering begrepen: toegevingen komen er niet, enkel meer aanvallen op werkenden en uitkeringstrekkers.

    Tijdens de acties in het najaar van 2014 werd door de ACV-top zwaar ingezet op de eis van een tax shift. “Pas als er een tax shift komt, kunnen we over de regeringsmaatregelen praten en kunnen we onze verantwoordelijkheid opnemen”, stelde topman Marc Leemans toen. (DM 25 november 2014) Het werd als voorwaarde gesteld om een serene sociale dialoog te herstarten. Voor de ACV-leiding moest een tax shift onder meer een vermogenswinstbelasting omvatten. “Met minder komt de regering niet weg”, aldus Leemans op het ACV-congres. (DS 25 april)

    Op het ACV-congres stelde Leemans nog dat de tax shift niet mag neerkomen op een nieuwe asociale maatregel, “weg van belastingen op vermogens en almaar meer richting consumptie, goed wetend dat zo’n shift minder kost aan de rijken en vooral wordt opgehoest door gewone mensen.”

    De druk op CD&V werd opgevoerd om de voorzichtige retoriek over het ‘sociale gezicht’ in de rechtse regering waar te maken. De grote lijnen van de tax shift bevestigen dat CD&V daar compleet in gefaald is. Amper waren de asociale BTW-verhogingen en hogere accijnzen aangekondigd of ook de tweede maand gewaarborgd loon bij ziekte – een van de weinige concrete toegevingen die van de werkgevers werd gevraagd – werd afgevoerd. Voor zover CD&V probeert om zich een socialer imago aan te meten, staat de partij nu met de broek op de enkels.

    Begin februari moest CD&V alles uit de kast halen om de ACV-top aan boord te houden voor het sociaal akkoord (met onder meer een wel erg beperkte marge voor loonsverhogingen die niet volstaat om de indexsprong goed te maken). Voorzitter Marc Leemans haalde het toen met de hakken over de sloot met 147 tegen 135 stemmen in de nationale raad van het ACV. Met de onthoudingen meegerekend, kreeg het voorstel de steun van 49% van de ACV-top.

    Van de belofte van een ‘rechtvaardige’ tax shift door CD&V op dat ogenblik blijft nu niets meer over. Leemans moet erkennen: “Met een shift binnen de portemonnee van de gewone mensen ontziet Michel I voor de zoveelste maal de portefeuilles van vermogenden. De werkende burgers met een bescheiden loon gaan mogelijk later wat meer netto ontvangen. Mogelijk, want op de persconferentie van de regering was daar vooral nog veel onduidelijkheid over. Zowel over de uitwerking als over de timing. Wat er ook van zij, die mogelijke koopkrachtverhoging neemt de regering echter dubbel en dik al meteen terug met hogere btw op elektriciteit en hogere accijnzen. Dat komt bovenop de verhoging van de elektriciteitsprijs die de Vlaamse regering al aankondigde. En bovenop een rist Vlaamse en federale regeringsbeslissingen die al stevig in uw portemonnee zaten.” Na de stemming over het sociaal akkoord in februari en de tax shift die nu op tafel ligt, zal Leemans wel bijzonder voorzichtig zijn vooraleer hij in het ACV een ‘compromis’ probeert door te drukken om verdere acties te stoppen.

    Voor zover dit nog nodig was, heeft de rechtse regering met deze tax shift nogmaals aangetoond dat er niet op toegevingen moet gerekend worden. De aanval op onze levensstandaard is ingezet en gaat onverkort door. Gelobby of overleg haalt niets uit. Het enige ogenblik dat de regering in de problemen kwam, was tijdens de vakbondsacties van het najaar van 2014. Toen kregen de voorstellen en eisen van de vakbonden een steeds bredere steun en was de propagandacampagne van de rechterzijde steeds wanhopiger.

    Met de tax shift zoals die nu voorligt, wordt de druk groot op de leidingen van alle vakbonden om van de geplande nationale betoging van 7 oktober een succes te maken. Waar 7 oktober op de acties in juni slechts door enkele vakbondsverantwoordelijken benadrukt werd, moeten alle kopstukken er nu nadruk op leggen. De Standaard stelde op 24 juli: “De nationale betoging van 7 oktober: dat is en blijft de eerstvolgende grote actie tegen het beleid van de regering- Michel. Dat zeggen de drie grote vakbonden unisono.”

    Het lijkt erop dat de rechtse regering zelfs geen poging meer doet om met beperkte toegevingen de vakbondsleidingen uit elkaar te spelen. Meer nog, de eerste stemmen over volgende aanvallen beginnen al op te duiken. Van Overtveldt suggereerde bijvoorbeeld al een tweede indexsprong om de gevolgen van de stijgende prijzen uit te schakelen in de loonvorming. Als we deze regering laten doen, zal ze steeds verder inhakken op onze levensstandaard.

    Het potentieel voor het verzet tegen dit beleid is groot, meer dan de helft van de bevolking staat volgens een peiling negatief tegenover de tax shift en 80% is tegen de nieuwe BTW-verhoging. Eerder waren er grote meerderheden, ook in Vlaanderen, voor een vermogensbelasting. Met een gemeenschappelijk vakbondsfront en een offensieve campagne met degelijk informatiemateriaal dat bijvoorbeeld voorgesteld wordt op nationale en regionale militantenbijeenkomsten begin september gevolgd door personeelsvergaderingen, kunnen we ervoor zorgen dat de betoging van 7 oktober die van 6 november vorig jaar nog overtreft qua omvang. Deze betoging mag geen eindpunt zijn, geen wandeling om stoom af te laten, maar het beginpunt van een nieuw actieplan met als doel om de regering van de rijken en het volledige besparingsbeleid weg te krijgen.

    7oktober

     

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop