Category: Lonen

  • Staking goed opgevolgd in Antwerpse chemie

    In de Antwerpse chemie waren er vandaag heel wat stakersposten. Het grootste stond aan BASF met enkele tientallen personeelsleden. Verderop langs de Schedelaan waren er piketten aan onder meer Evonik, Covestro, Lanxess, Bayer en andere bedrijven. Langs de andere kant van de Schelde onder meer bij Ineos, Lanxess en Ashland, het chemiebedrijf waar rond de jaarwisseling nog wekenlang gestaakt werd.

    De chemiesector is één van de sectoren die het uitstekend bleef doen tijdens de gezondheidscrisis. Het is een sector waar de grote bedrijven de aandeelhouders internationaal verwennen met ruime dividenden. Voor de aandeelhouders volstaat een stijging met 0,4% niet, voor het personeel zou dat wel moeten volstaan?! De BEL-20 bedrijven delen 6,3 miljard aan dividenden uit. BASF geeft wereldwijd 3 miljard euro aan dividenden.

    Wie produceerde er het afgelopen jaar de rijkdom die de bazen zo graag aan hun aandeelhouders uitdelen? Dat waren de werkenden die vandaag respect eisen door te staken voor ernstige loonsverhogingen. Het argument van de crisis gaat niet op voor bedrijven die zoveel dividenden uitdelen.

    Op het stakingspiket van BASF verklaarde Bruno Verlaeckt van de Algemene Centrale dat de loonwet met al zijn sjoemelsoftware weg moet. Daarnaast eiste hij een verhoging van het minimumloon voor iedereen. Aan de piketten stonden er telkens delegees, militanten en leden van zowel ABVV als ACV, hier en daar ook een ACLVB’er. Daarnaast waren er militanten van andere bedrijven waar er geen piketten stonden en politieke activisten van PVDA en LSP die piketten bezochten uit solidariteit. Overal was te horen dat de staking goed opgevolgd werd en was er actiebereidheid om verder te protesteren indien er niet geluisterd wordt.

    De vastberadenheid om het protest verder op te bouwen, is zeker aanwezig. Er is nood aan een actieplan om te eisen wat ons toekomt: respect in de vorm van meer loon en een minimumloon van minstens 14 euro per uur!

  • “Bij het spoor wachten we al meer dan tien jaar op loonsverhoging”

    Aan het station Gent-Sint-Pieters stond vandaag een piket met de boodschap ‘Meer dan peanuts!’. De 0,4% ruimte tot loonsverhoging wordt er als denigrerend beschouwd. Daarnaast wordt de eis voor een minimumloon van 14 euro per uur naar voren gebracht. We spraken op dit piket met Tony Fonteyne, secretaris van ACOD Spoor Oost-Vlaanderen.

    Door Wouter

    Waarom gaat spoorpersoneel in actie?

    Wij kunnen niet leven met een beperking van 0,4% loongroei. Het zijn apennootjes voor personeel die al meer dan tien jaar wacht op een loonsverhoging. Onze mensen zijn blijven werken zonder klagen, terwijl dit niet zonder risico’s was tijdens de pandemie. Tegelijkertijd wordt er steeds meer flexibiliteit gevraagd. Toch durft de directie zeggen dat er door COVID verlies gemaakt wordt en er in de komende onderhandelingen binnen de NMBS weinig tot geen ruimte is. Respect voor het personeel houdt een degelijke opslag in!

    Was de keuze om wel een piket te zetten snel gemaakt?

    Ja, hoor. Dit is een fundamentele traditie van strijdbare vakbonden. Die moeten we in stand houden. Er wordt van de COVID pandemie geprofiteerd om beperkingen op onze rechten door te duwen, dat kunnen we niet aanvaarden. Er kan vandaag 100% coronaproof gestaakt worden: je kan dit doen door in je kot te blijven. Op deze actie hebben we markeringen geplaatst om buiten op veilige afstand te blijven. Alle noodzakelijk materiaal om geen hoogrisico contacten te hebben, is voorzien.

    Hoe moet het verder wanneer de beperking op loongroei blijft?

    Wij staan klaar om op initiatief van de vakbondsleiding van de twee grote vakbonden nieuwe en opbouwende acties mee te ondersteunen. We verliezen jaarlijks ongeveer 1000 personeelsleden, zo gingen we vorig jaar van 30.000 naar 29.000. Loketten werden gesloten en zelfs in steden zoals Lokeren of in populaire stations als Gent-Dampoort is er een afbouw. We slikten de afgelopen vijf jaar al 3 miljard euro besparingen. Ik ben verwonderd dat de treinen blijven rijden. We zien de spoorwegen als een publieke opdracht, dus er zijn meer middelen nodig voor betere dienstverlening. Het stopt niet vandaag!

  • Geen kruimels, strijden voor meer loon!

    Na het applaus, de slag in het gezicht

    Onze lonen mogen met maximaal 0,4% stijgen de komende twee jaar. Dat is wat de bazen voorstellen. Ze zeggen dat dit nu eenmaal moet omdat we in de grootste economische crisis sinds de oorlog zitten. Looneisen stellen en ervoor staken, vinden ze onverantwoord. De traditionele media lopen dit standpunt kritiekloos achterna. Het moet gezegd: ook in de vorige periode vonden ze staken onverantwoord.

    Artikel door Thomas (Gent) voor het aprilnummer van ‘De Linkse Socialist’ – abonneer je nu om deze krant begin volgende week in je bus te krijgen.

    Niet allemaal in hetzelfde schuitje

    De bazen proberen ons nog steeds wijs te maken dat we allemaal in hetzelfde bootje zitten en dezelfde belangen hebben. Dat is niet het geval. De BEL20-bedrijven, de beursgenoteerde bedrijven in ons land, keerden al meer dan 5 miljard euro aan dividenden uit. Bedrijven maken nog steeds grote winsten. Dat is niet het resultaat van de aandeelhouders, maar van de werknemers die met gevaar voor besmetting elke dag gaan werken. Zonder ons zouden er geen winsten zijn!

    Om een voorbeeld te geven: de eigenaar van Lidl, de heer Schwarz, keert zichzelf jaarlijks 1 miljard euro uit. Dat is 83 miljoen euro per maand. Voor het personeel van Lidl in ons land zou 0,4% een maximale opslag van ongeveer 8 euro bruto per maand opleveren. Nochtans waren zij het die de winkels openhielden in de coronacrisis.

    We werken bovendien steeds harder. Sinds 1996 zijn onze lonen 12% achtergebleven bij de productiviteitsgroei. Dit leidt tot meer uitputting op het werk, waarbij de kosten van burn-outs en ziektes naar de gemeenschap worden doorgeschoven. Voor hogere winsten is elke situatie opportuun, voor loonsverhogingen is dat nooit het geval.

    Actieplan voor onze strijd nodig

    Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we beloond worden voor ons werk? Dat de door ons geproduceerde winst ook in onze portemonnee terechtkomt? We hebben al vaak geprobeerd om dit braaf of iets minder braaf te vragen. Door strijd werd soms iets meer afgedwongen: de vorige loonnorm in 2019 werd na een staking opgetrokken van 0,8% naar 1,1%. Dreigen met acties of symbolisch actie voeren, maakt weinig indruk op het VBO of andere patronale organisaties.

    De furieuze reactie op de aankondiging van de nationale stakingsdag op 29 maart toont dat zelfs de bazen moeten erkennen dat het pijn doet als wij het werk neerleggen. Onze lonen worden als ‘kost’ voorgesteld, maar op stakingsdagen horen we steeds hoeveel een staking ‘kost’. Daarmee wordt erkend dat wij het zijn die de rijkdom produceren. Sinds de coronacrisis is dat voor meer mensen duidelijk.

    De actiedagen in februari toonden een groot ongenoegen over de loonnorm. De staking van 29 maart is voorbereid met een uitstekende ‘Loonkrant’. Het informeren van collega’s is essentieel om sterker te staan. We doen dit best ook collectief in personeelsvergaderingen en interprofessionele vergaderingen. Daar kunnen we de eisen en de volgende stappen van de strijd bespreken en stemmen. Want mogelijk zal één dag staking niet volstaan om toegevingen af te dwingen. Met een vastberaden beweging die een tactiek heeft om het protest op te bouwen, kunnen we winnen.

    Strijden voor een alternatief

    De loonmarge bevestigt nogmaals het gebrek aan respect voor ons. Zonder strijd en een alternatief kan het ongenoegen omslaan in verbittering, waar rechts en extreemrechts op kunnen teren. Een actieplan om alle lonen te verhogen en een einde te maken aan hongerlonen lager dan 14 euro bruto per uur, is nodig. Als we strijden, kunnen we winnen. Als we niets doen, hebben we al verloren.

    In het kapitalistische systeem wordt echter geprobeerd om met de ene hand terug te nemen wat zij met de andere moesten toegeven. De Tijd waarschuwt nu al: “Vandaag de lonen verhogen, is het ontslag van morgen mee organiseren.” Een alternatief vanuit de arbeidersbeweging is nodig: inzage in de boeken van bedrijven die sluiten of dreigen met collectief ontslag en indien nodig de nationalisatie ervan onder controle van de werknemers.

    In de strijd tussen arbeid en kapitaal tegen een achtergrond van economische, gezondheids- en ecologische crisis, is er nood aan een globaal programma voor socialistische maatschappijverandering. De enige uitweg uit de kapitalistische impasse is dat de werkenden de voornaamste hefbomen van de economie in handen nemen en de productie en distributie zelf organiseren op basis van de noden van de mens en de planeet in het kader van een democratische planning.

  • Oproep Campagne ROSA: Neem deel aan stakingspiketten

    Campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en een Asociaal beleid) roept op om van de nationale staking op 29 maart een zo groot mogelijk succes te maken. Campagne ROSA zal in solidariteit langsgaan bij verschillende stakingspiketten, doe met ons mee!

    De strijd tegen lage lonen is ook een feministische strijd

    Een maximale loonsverhoging van 0,4% is gewoonweg schandalig. Dit komt neer op slechts €6 bruto per maand voor de laagste lonen, waarin 70% van de tewerkgestelden vrouwen zijn, €9 bruto per maand voor het personeel van de “essentiële” jobs, waar vrouwen ook de overweldigende meerderheid uitmaken: distributie (supermarkten), gezondheidszorg, hulpverlening, onderwijs… Essentieel maar precair, dat is in feite wat ons wordt aangeboden. Anderzijds heeft de baas van Delhaize zijn salaris met 34% zien stijgen. Het is niet voor iedereen een crisis !

    Er is nog steeds een loonkloof tussen vrouwen en mannen. Vrouwen verdienen 23,1% minder dan mannen. Vrouwen zouden na een jaar tot 25 maart moeten blijven doorwerken om te verdienen wat mannen in één jaar verdienen. En voor degenen die deeltijds hebben gewerkt (bij gebrek aan vacatures voor voltijdse jobs en/of bij gebrek aan openbare diensten om werk en gezinsleven te kunnen combineren), explodeert de pensioenkloof tot ongeveer 30%. Het probleem is duidelijk niet dat mannen te goede banen hebben, maar dat vrouwen niet genoeg verdienen om financieel onafhankelijk te zijn. Ze hebben twee keer zoveel kans om in een afhankelijke situatie te verkeren.

    Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in precaire, onzekere jobs. Als de tijdelijke covid-werkloosheid in België voorlopig een zekere buffer vormt, hoeft men alleen maar naar andere landen te kijken om te beseffen dat vrouwen nog steeds een reservewerkkracht vormen. In december betrof zo goed als 100% van het jobverlies in de VS en 98% in Italië, vrouwen. Wereldwijd neemt het inkomen van vrouwen in deze crisis twee keer zo sterk af als dat van mannen. Dit alles draagt in hoge mate bij tot het gebrek aan consideratie dat vrouwen in de samenleving ondervinden, hetgeen dagelijkse seksisme voedt.

    Voor syndicaliseringscampagnes

    Het minimumloon van €14/uur komt er aan de Universiteit Gent! Dit is het resultaat van langdurig opbouwend werk van de vakbondsdelegatie van het ACOD, die met een petitie, vervolgens een demonstratie en ten slotte een zorgvuldig voorbereide staking in maart 2020, de betrokkenheid van het personeel en studenten heeft gezocht en verwezenlijkt. Campagne ROSA zette zich volledig mee in tijdens deze strijd.

    Vrouwen hebben een cruciale rol te spelen in deze strijd. Zij moeten er actief aan deelnemen en de hypocrisie van de regering aan de kaak stellen om een strijdbare beweging op te bouwen die haar eisen kan afdwingen. Maar daarvoor moeten we georganiseerd zijn! Momenteel zijn het in België de vakbondsbewegingen die de meeste vrouwen in strijd bijeenbrengen. Laten we het potentieel van de vakbond om te strijden tegen de specifieke onderdrukking van vrouwen niet onderschatten. Daarom moedigt Campagne ROSA syndicaliseringscampagnes van vrouwen en het versterken van gendercommissies in de vakbonden aan als een instrument voor een bredere betrokkenheid van vrouwen bij strijd en voor het bespreken van problemen die zij specifiek ervaren. Dit is essentieel om een sterke en verenigde beweging op te bouwen, zeker in de onzekere sectoren waar vrouwen de meerderheid uitmaken.

  • 29 maart: mobilisatie en staking voor een echte loonsverhoging

    Op 25 februari werd er al geprotesteerd tegen de dwingende loonnorm van 0,4%. Foto: actie aan BASF in Antwerpen

    “Na het applaus, nu een slag in het gezicht!” Terecht beschouwen het ACV en het ABVV het voorstel van maximale loonmarge van 0,4% als schandalig. Dit komt neer op amper 6 euro bruto per maand voor de laagste lonen of 9 euro bruto per maand voor personeel in de als “essentieel” omschreven jobs. Het equivalent van vier grote broden per maand.

    Bazen zijn blijkbaar vergeten wie de rijkdom produceert…

    Het zal niemand verbazen dat de bazen kwaad zijn over de aankondiging van een staking. Betere lonen? “Het lijkt erop dat de vakbonden vergeten zijn dat we in een crisis zitten,” zegt De Tijd. “Nu een staking uitroepen, is niet constructief,” klinkt dat bij De Standaard. De ‘progressieve’ versie hiervan in De Morgen: “Een staking is niet bepaald een erg geïnspireerd antwoord op de sociale kwesties na corona.” Neen, veel inspiratie hadden de media niet in hun anti-stakingspropaganda die zo opgediept lijkt uit de tijd dat gewone werkenden nog niet erkend werden als de helden die alles doen draaien.

    Als je naar de bazen luistert, is het nooit het juiste moment om de lonen te verhogen. Nuja, onze lonen om preciezer te zijn. In 2019 verdiende een manager van een BEL20-bedrijf (de Belgische beursgenoteerde bedrijven) gemiddeld 2,46 miljoen euro of 30% meer dan het jaar ervoor. Delhaize haalde in 2020 14% meer omzet, waardoor de baas 34% opslag kreeg. Neen, we zitten niet allemaal in hetzelfde schuitje.

    Ook voor de aandeelhouders is er geen maximale marge voor de verhoging van de dividenden. De Bel20-bedrijven bereiden zich voor om in 2021 meer dan 5 miljard euro aan dividenden uit te keren. De studiedienst van de PVDA berekende dat een loonsverhoging van 5% in deze bedrijven slechts 25% van de aangekondigde dividenden zou kosten. Als de bazen zeggen dat loonsverhogingen ‘onbetaalbaar’ zijn, moeten ze het bewijzen door de boeken te openen.

    Voor de aandeelhouders van Colruyt zit er dit jaar een dividend van 183 miljoen euro in. Het personeel van de supermarktketen zal het echter met kruimels moeten stellen, ook al stonden ze van het begin van de gezondheidscrisis in de frontlinie. Op vrijdag 12 maart benadrukte Yves Van Laethem, de Franstalige tegenhanger van Steven Van Gucht, dat het aantal clusters op de werkvloer nog steeds erg groot is. Bij ABInBev in Jupille was er eerder een staking van 12 dagen nodig om maatregelen te bekomen nadat meer dan tien arbeiders besmet waren geraakt. De media negeren dit doorgaans en wijzen liever met de vinger naar jongeren in de parken.

    De loonwet van 1996 is gebaseerd op een berekening van de ‘loonkost’. Alsof de werkenden een kost zijn in plaats van diegenen die voor alle winst zorgen. Op stakingsdagen horen we in de gevestigde media hoeveel de staking “kost”, waarmee ze eigenlijk erkennen dat het de werkenden zijn die de rijkdom produceren. De productiviteit is de afgelopen jaren gestaag toegenomen. In feite zijn de Belgische lonen sinds 1996 12% achtergebleven bij de productiviteitsgroei. Anders geformuleerd: we werken steeds harder. Dit leidt tot meer uitputting op het werk, waarbij de kosten van burn-outs en ziektes naar de gemeenschap worden doorgeschoven. Voor hogere winsten is elke situatie opportuun, voor loonsverhogingen is het dat nooit.

    Strijd loont!

    Momenteel leeft in België 5% van de beroepsbevolking onder de armoedegrens. In 2020 was ongeveer een kwart van alle Belgen (werkenden en niet-werkenden) niet in staat om onverwachte uitgaven te doen. 5,7% van hen kon zijn rekeningen niet op tijd betalen. En 20% van de Belgen kan het zich niet veroorloven een weekje op vakantie te gaan. Een beter minimumloon is een absolute noodzaak. En dat geld gaat niet naar bankrekeningen in belastingparadijzen…

    Op dit punt is zojuist een belangrijke overwinning behaald: het minimumloon van 14 euro/uur komt er aan de universiteit van Gent. Dit is het resultaat van het langdurige werk van de vakbondsdelegatie van het ACOD, die de betrokkenheid van het personeel en de studenten heeft vergroot met een petitie, vervolgens een betoging en ten slotte een zorgvuldig voorbereide staking in maart 2020.

    De eerste actiedagen van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 12 en 25 februari illustreerden de vastberadenheid die aan de basis leeft. De staking van 29 maart is ruim van tevoren aangekondigd en de mobilisatie zal worden ondersteund door de uitgave van de “Loonkrant” (zie: https://www.abvv.be/documents/20182/408944/De_Loonkrant.pdf/). Deze krant zal op een miljoen exemplaren worden verspreid in de bedrijven, op dezelfde wijze als de pensioenkranten die enkele jaren geleden uitkwamen en die bijdroegen tot de succesvolle mobilisaties die het pensioen met punten van de regering-Michel hebben tegengehouden.

    Deze krant en campagne zijn een goede gelegenheid voor delegaties om sensibiliseringsbijeenkomsten te organiseren, ook online, om de argumentatie voor betere lonen en sociale uitkeringen verder te verfijnen en om de volgende stappen in ons actieplan tegen de bazen en de regering te bespreken. Er is een ernstig actieplan nodig dat alle krachten van de arbeidersbeweging bijeenbrengt om een loonnorm af te dwingen die een minimale verhoging vastlegt en geen maximale. Op die manier zou de strijdbaarheid van de sterkste sectoren een beter minimum voor iedereen garanderen.

    Er is eenheid van alle werkenden nodig, Franstalig of Nederlandstalig, ACV- of ABVV-lid. Het is zeker dat de strijd niet overal op hetzelfde niveau zal beginnen, dat is nooit het geval geweest. We moeten echter vermijden dat we ons concentreren op wat niet werkt of waar we zwakker staan. Het is beter om positieve elementen te benadrukken en te zien hoe die kunnen veralgemeend worden om een zo breed mogelijke basis voor strijdbaar syndicalisme op te bouwen.

    Dat is hoe we een krachtsverhouding opbouwen waarmee we niet alleen de loonnorm van 0,4% verwerpen of ons verzetten tegen elk slap compromis dat de sociale zekerheid ondermijnt, maar dat ook de loonwet van 1996 naar de prullenmand verwijst. De liberale professor Paul De Grauwe van de London School of Economics schreef in De Morgen: “De wet van 1996 is gebaseerd op een verouderde economische opvatting die het moet weten van kostendrukking. Die leidt tot een negatieve spiraal van lage lonen en onaantrekkelijke jobs. We kunnen ons beter bevrijden van dit ouderwetse economisch paradigma en de loonnorm in de prullenmand gooien.” Inderdaad, maar tegelijk vergeten we niet dat De Grauwe niet verlegen is om van standpunt te veranderen om de belangen van zijn sociale klasse te verdedigen.

    Een ander systeem is nodig

    Niet alleen de loonnorm en de loonwet moeten weg. In het kapitalistische systeem zullen de bazen altijd proberen om met de ene hand terug te nemen wat zij met de andere moesten toegeven. De Tijd waarschuwt nu al: “Vandaag de lonen verhogen, is het ontslag van morgen mee organiseren.” We weten al wat de beste manier is om terug te vechten: de nationalisering onder controle van de werknemers van alle bedrijven die sluiten of die dreigen met collectief ontslag.

    Sommigen rekenen op  de sociaaldemocratie (SP.a-PS) en groenen (Groen-Ecolo). Nochtans heeft deze regering met dezelfde partijen het patronaat in een zetel gezet door het carcan van loonbeperking in het regeerakkoord te verankeren. We zullen zien wat ze waard zijn, als ze onder druk komen te staan van een vastberaden arbeiderswereld in strijd. De beste manier om het gevaar van rechts, populistisch en extreemrechts, af te wenden, is door te stoppen met een beleid van het “minste kwaad” dat België op de 16e plaats van belastingparadijzen heeft gebracht (volgens het rapport 2021 van het Tax Justice Network). België is op deze manier een “paradijs voor de kapitalisten” en een “hel voor de arbeiders”, zoals Marx de sociale verhoudingen in ons land al omschreef in de 19e eeuw.

    In de strijd tussen arbeid en kapitaal tegen een achtergrond van economisch, gezondheids- en ecologische crisis, is er nood aan een globaal programma voor socialistische maatschappijverandering. Het zijn de werkenden die de wereld doen draaien en de bron zijn van de geproduceerde rijkdom. De enige uitweg uit de kapitalistische impasse is dat de werkenden de voornaamste hefbomen van de economie in handen nemen en de productie en distributie democratisch organiseren op basis van de noden van de mens en de planeet in het kader van een democratische planning.

  • Strijd loont: 14 euro per uur komt er aan de UGent

    Stakingspiket aan de UGent op 9 maart 2020. Foto: Jean-Marie Versyp
    Waar lees je nieuws over acties en campagnes die lonen? Niet in de traditionele media. Die zijn te druk bezig met stakings-bashen, zoals we vandaag merken. Toen we werkten tijdens de gezondheidscrisis waren we helden, nu we daar een vergoeding voor vragen, zouden we onverantwoord zijn. We hebben nood aan eigen media vanuit de arbeidersbeweging. Maandblad ‘De Linkse Socialist’ draagt daaraan bij. Neem vandaag nog een abonnement om op de hoogte te blijven en deze krant te versterken.

    Aan de UGent keurde de Raad van Bestuur van 5 februari 2021 de principebeslissing goed om de laagste lonen aan de universiteit te verhogen tot een minimum van 14 euro per uur. De beslissing is een overwinning voor een strijdbare en volgehouden campagne die twee jaar geleden gelanceerd werd door ACOD UGent, in samenwerking met het Vrouwenstakingscomité aan de universiteit. Het is een opsteker voor de nationale campagne Fight for €14 en het bewijs dat een goed georganiseerde en volgehouden strijdbare campagne succesvol kan zijn.

    door Tim Joosen, delegee ACOD-UGent

    In de verantwoording voor de beslissing werd expliciet verwezen naar de campagne van ACOD, die ook op heel wat publieke steun kon rekenen binnen de universitaire gemeenschap. Over de exacte modaliteiten van de verhoging wordt de komende maanden sociaal overleg georganiseerd, maar dat de laagste lonen worden opgetrokken, is nu al duidelijk.

    Voor het UGent-personeel in de laagste loonschaal zoals het personeel in de studentenresto’s en cafetaria’s, gaat het om een loonsverhoging van ruim 10%, de laagste lonen gaan er zo’n 100 euro netto per maand op vooruit. Hoewel het gaat om een relatief beperkte groep (bij de start van de campagne zaten zo’n 100 personeelsleden onder 14 euro per uur, vandaag zijn het er nog een 70-tal), is het vooral ook een sterke symbolische overwinning, die alleen maar mogelijk was dankzij de strijdbare campagne die er rond gevoerd werd.

    Tijdens de campagne werd de eis rond het optrekken van het minimumloon gekoppeld aan de vraag naar statutarisering van het personeel van de studentenresto’s, en het insourcen van het schoonmaakpersoneel. Op die manier werd het draagvlak voor de actie breder. De drie eisen samen zouden voor het personeel in de slechtste statuten een enorme verbetering van de loon -en arbeidsvoorwaarden betekenen.

    ACOD UGent begon in mei 2019 met sensibiliseringsacties. In oktober van dat jaar volgde een massale petitieactie bij UGent-personeel en studenten, die op 14 oktober werd afgetrapt met een grootschalige actiedag waar een 70-tal personeelsleden en studenten aan deelnamen. Uiteindelijk haalde de petitie ruim 4.000 handtekeningen op.

    Vanaf het begin was het duidelijk dat een petitie weliswaar een goed actiemiddel is om in discussie te gaan met studenten en personeel, maar dat zelfs het ophalen van een groot aantal handtekeningen niet voldoende zou zijn om de eisen ingewilligd te zien. De petitie toonde wel het draagvlak bij personeel en studenten, maar er was meer nodig om een echte krachtsverhouding op te bouwen.

    Daarom werd vanaf begin januari 2020 gemobiliseerd voor een echte stakingsactie op 8 maart 2020 (eigenlijk op 9 maart, aangezien 8 maart een zondag was). Deze actie op Internationale Vrouwendag werd samen met het Vrouwenstakingscomité aan de UGent georganiseerd. Vooral binnen de resto’s en cafetaria’s, de kinderdagverblijven en in de schoonmaak werd gestaakt. Een solidariteitsactie op het middaguur aan het stakingspiket aan het rectoraat bracht zo’n 300 stakers en sympathisanten samen. Omdat staken ook loonverlies betekent voor de laagste inkomens, werd een solidariteitsfonds opgericht waaraan personeel en studenten een bijdrage konden doen: zo werd uiteindelijk ruim 3.000€ steun opgehaald. Dat geld werd gebruikt om diegenen die het financieel moeilijker hadden een extra vergoeding uit te betalen bovenop hun stakersvergoeding. Dit alles toonde hoe groot het draagvlak was voor de actie.

    De vaststelling van een breed draagvlak bracht het universiteitsbestuur ertoe om toegevingen te doen. Nog voor de staking van 9 maart 2020 werden onderhandelingen opgestart, maar er werden geen concrete toegevingen gedaan waardoor de stakingsdag gewoon doorging.

    In mei 2020 ging de Raad van Bestuur concreet in op één van de drie eisen van de campagne: er werd principieel toegezegd dat het personeel van de resto’s, cafetaria’s en kinderdagverblijven statutair benoemd zou kunnen worden. In september 2020 voerde de Raad van Bestuur het debat over de insourcing van de schoonmaak: het was de eerste keer sinds de uitbesteding eind jaren 1990 dat een dergelijk thema op de agenda kwam. Uiteindelijk besliste de Raad om de insourcing voorlopig niet goed te keuren, maar wel om de aanbestedingsvoorwaarden zo aan te passen dat nieuwe onderaannemers gevraagd werd om de loon -en arbeidsvoorwaarden te verbeteren om ze zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij die van de UGent. Deze nieuwe aanbestedingsprocedure loopt nog tot eind maart 2021. Indien de schoonmaaksector niet ingaat op de vragen rond betere arbeidsvoorwaarden, komt de insourcing opnieuw op de agenda.

    In februari 2021 tenslotte stemde de Raad van Bestuur principieel in met het optrekken van de laagste lonen. Hiermee zijn dus alvast twee van de drie eisen van de campagne ingewilligd, en is de derde eis in behandeling. Trouwens: de verhoging tot 14 euro per uur werd in de Raad van Bestuur unaniem goedgekeurd: ook de vertegenwoordigers van VOKA, UNIZO en N-VA in de Raad stemden in. Dit toont aan dat zelfs de rechterzijde kan gedwongen worden tot toegevingen.

    Deze ervaring aan de UGent geeft aan hoe de ABVV-campagne Fight for €14 concreet kan ingevuld worden, en hoe er successen kunnen geboekt worden. Door in bedrijven te organiseren, te bouwen aan een krachtsverhouding en de eis te linken aan andere verbeteringen van de werkomstandigheden, kan er een beweging opgebouwd worden waarmee we overwinningen boeken. Het was opvallend dat veel personeelsleden aan de UGent blij waren dat er met de Fight for 14€ campagne iets concreet gedaan werd op de werkvloer. Uiteraard zijn de condities op het terrein in elke sector en in elk bedrijf anders, maar syndicalisten kunnen zeker een manier vinden om ook in hun eigen bedrijf deze campagne ingang te doen vinden.

    Campagne ROSA mobiliseerde studenten voor de actie van 9 maart 2020. Foto: Jean-Marie Versyp
  • Meer loon, minstens 14 euro per uur nodig! Getuigenis uit de schoonmaaksector

    “Ik werk al 33 jaar in de schoonmaaksector, in één van de grootste Facility-bedrijven ter wereld. Ik ben al minstens 20 jaar afgevaardigde voor de Algemene Centrale (ABVV). Binnen de Algemene Centrale is de schoonmaak één van de grootste, maar tegelijk één van de zwakste sectoren met de laagste lonen die bruto ongeveer 14 euro per uur bedragen voor de arbeiders.

    “Aangezien wij meestal als onderaannemers werken zonder langdurige contracten met de klanten, is er veel onzekerheid en flexibiliteit. Om te besparen en/of om meer winst te maken, zoeken de klanten meestal de goedkoopste firma’s om hun gebouwen schoon te maken. Dat gebeurt uiteraard ten koste van de werkdruk waarbij op kortere tijd meer moet gedaan worden. Burn-out en ziekteverzuim zijn schering en inslag. Musculoskeletale aandoeningen komen vaak voor: problemen met de spieren, de gewrichten, de pezen, de ligamenten en de zenuwen.

    “Door de pandemie is er veel economische werkloosheid, omdat klanten minder gebruik maken van hun gebouwen en deze dus minder moeten schoongemaakt worden. Anderzijds zijn er ook plaatsen waar er meer werk is, denk maar aan de ziekenhuizen of aan gebouwen waar er meer ontsmetting moet gebeuren. Ook moeten we op die plaatsen veel meer beschermingsmiddelen dragen.

    “Wie op economische werkloosheid staat, heeft maar 70% van het loon. Dat is al moeilijk voor wie voltijds werkt, laat staan voor wie deeltijds werkt, zoals de meeste collega’s in de schoonmaak. Het zou nuttig zijn om te strijden voor 100% loon tijdens de pandemie, in het bijzonder voor de sectoren met lage lonen. Als het geld gehaald wordt waar het zit, is dat ook mogelijk.

    “Mensen met lage lonen zijn nu vaak de grootste verliezers, terwijl een aantal bedrijven dankzij corona net grote winsten boekt. Verzet tegen die loonmarge van 0,4% is dan ook heel belangrijk. Die 0,4% is hetzelfde als niets en het compenseert de verliezen niet die veel werkenden hebben geleden. Er is een algemene loonsverhoging nodig, niet alleen voor de sterkere sectoren. We verdienen het om meer loon te krijgen en dat vrijwaart onze koopkracht.”

  • Actiedag om loonnorm en loonwet te breken

    Vandaag voeren de vakbonden acties tegen het voorstel van loonnorm van slechts 0,4%. In verschillende steden en aan verschillende bedrijven worden acties opgezet, met respect voor de coronamaatregelen. De bazen willen niet luisteren. Voorstellen om de loonwet aan te passen, liggen bij de regeringspartijen moeilijk. Om ernstige loonsverhogingen af te dwingen, is strijd nodig. Hieronder het LSP-pamflet naar aanleiding van deze actiedag.

    Deze morgen werd aan BASF in Antwerpen een actie gehouden door leden van de drie vakbonden.

    Dat onze lonen de komende twee jaar slechts met 0,4% zouden mogen stijgen, is een regelrecht schandaal voor de werkenden die de maatschappij hebben doen draaien tijdens de pandemie, maar ook voor alle werkenden die in de afgelopen periode slechts een deel van hun loon kregen. Dit komt bovenop het decennialange neoliberale besparingsbeleid dat er voor zorgt dat vele werkenden en werklozen al slecht beschermd zijn. Dit merk je nu duidelijk door de pandemie en economische crisis, de rijen aan de voedselbanken of voor een sociale woning waren nog nooit zo lang. Werkenden konden nog minder sparen dan de afgelopen jaren. Ondertussen werden de 10 rijksten op deze wereld 500 miljard dollar rijker.

    PDF van dit pamflet

    UGent: campagne dwingt €14 per uur af

    Dat er vandaag in België nog steeds werkenden zijn die bruto minder dan €14 per uur of €2.300 per maand verdienen, zou niet mogen kunnen. Dit bedrag is wat je nodig hebt om menswaardig te kunnen leven en iedere werkende verdient dit dan ook! Aan de Gentse Universiteit werd hierrond recent een overwinning geboekt na een lange campagne van personeel en studenten.

    Er wordt vandaag in België genoeg rijkdom geproduceerd om dit te betalen, ook in bedrijven die hun personeel minder dan €14 per uur betalen. Denk maar aan de handel of de schoonmaaksector waar multinationals jaarlijks miljarden winsten laten optekenen en miljoenen dividenden uitkeren aan hun aandeelhouders. Nochtans zijn het de werkenden die de meerwaarde produceren. Daarom zou bij dit interprofessioneel akkoord (IPA) het minimumloon naar €14 per uur opgetrokken moeten worden en daarna gekoppeld worden aan de index.
    Lessen van Corona: werkenden doen alles draaien, besparingsbeleid faalt

    Vandaag worden steeds meer werkenden echter ook met werkloosheid geconfronteerd of bedreigd. Welke ondernemingen in de horeca zullen overleven? Als het van de topbankier Rasière van Belfius afhangt, mogen er gerust wat cafés en restaurants verdwijnen. Maar ook in andere sectoren, zelfs de meest winstgevende, worden er herstructureringen of sluitingen aangekondigd.

    Het zijn niet de werkenden in deze bedrijven die de crisis veroorzaakten, zij moeten er dan ook niet voor opdraaien. Door het beschikbare werk te verdelen onder al wie kan werken kunnen we de burn-out en stress bij de ene verminderen en degene zonder werk vandaag aan een job helpen. Het is mogelijk om hier vandaag voor te vechten, de neoliberale dogma’s van de afgelopen decennia komen meer en meer in het diskrediet. De harde besparingen na de vorige crisis hebben het herstel enkel bemoeilijkt en uitgesteld.

    De middelen die voorzien worden in de relanceplannen, moeten naar de werkenden gaan en niet naar de banken of grote multinationals zoals de vorige keer. Dit zal natuurlijk niet zomaar gaan, veel politici hebben sterke banden met het bedrijfsleven en hopen later terecht te komen op postjes in raden van bestuur als dank voor bewezen diensten. We moeten een krachtsverhouding opbouwen, wie vecht kan winnen. De kameraden uit de zorg bewezen dit reeds, het strijdcollectief ‘De Zorg in Actie’ organiseerde verschillende acties, die de druk opbouwen. De acties en de brede steun voor het zorgpersoneel dwongen toegevingen af voor een bedrag van meer dan 2 miljard euro. Hun volgende actie zal op 15 mei doorgaan.

    Strijd organiseren kan

    De eerste actiedag rond het IPA toonde dat er in vele bedrijven een grote verontwaardiging is over de loonnorm van 0.4%. Veel collega’s steunden de militanten en delegees aan de poorten. Aan de actiedag in gemeenschappelijk vakbondsfront op 25 februari zal door meer delegees en militanten uit meer bedrijven deelgenomen worden. Maar we hebben meer nodig: een actieplan gekoppeld aan duidelijke eisen moet op interprofessionele- en personeelsvergaderingen bediscussieerd en liefst gestemd worden.

    Ons organiseren is mogelijk. De coronamaatregelen staan sociaal verzet niet in de weg. De vakbonden kunnen online militantenconcentraties organiseren met discussie over welk programma we nodig hebben in deze crisis, gevolgd door personeelsvergaderingen in zo veel mogelijk bedrijven om ons eisenplatform toe te lichten en te concretiseren. Onmogelijk? In Groot-Brittannië organiseerde de onderwijsvakbond een Zoom-meeting met meer dan 400.000 aanwezigen, waarna premier Johnson verplicht was om de scholen alsnog te sluiten in het belang van de veiligheid van personeel en jongeren.

    Zelfs binnen de huidige coronamaatregelen zijn protestacties mogelijk. Als we samen mogen komen om te werken, dan toch ook om het werk te onderbreken en ons te organiseren? De grootste kracht van de arbeidersbeweging is haar aantal. Waarom niet opbouwen naar een nieuwe actiedag met als doel om in enkele duizenden bedrijven werkonderbrekingen te houden met staande acties van collega’s die coronaproof met afstand en mondmaskers plaats vatten op een binnenplaats of voor de ingang, gecombineerd met bijvoorbeeld een videotoespraak en uitwisseling van beelden van de acties via sociale media? Een actieplan zoals dat van 2014 kan duidelijk maken dat het ons menens is. Het zou de spanningen in de regering vergroten en het kan de loonnorm en de loonwet breken.

    Een stevige campagne met acties en een massale betrokkenheid van collega’s kan ons een krachtsverhouding opleveren waardoor er wel naar ons geluisterd moet worden. Als de bazen nadien toch in onze zakken willen zitten, hebben we een vertrekpunt voor nieuwe mobilisaties. Binnen het kapitalisme is elke toegeving slechts tijdelijk, de bazen zullen altijd proberen om terug te pakken wat wij bekomen door strijd. Als de aanpak van de pandemie, naast de klimaatcrisis en de economische crisis, iets aantoont, is het wel dat dit systeem niet in ons belang werkt. LSP komt op voor socialistische maatschappijverandering: een systeem waarin we met alle werkenden niet alleen alles doen draaien, maar ook beslissen hoe dat gebeurt en met een democratische planning onze noden en behoeften centraal stellen.

  • Zonder ons geen winsten! Strijd organiseren voor echte loonsverhogingen

    Door toenmalig premier Wilmès de rug toe te keren, zette het zorgpersoneel het sociaal verzet terug op de agenda. Laten we dat voorbeeld volgen in de strijd voor meer loon. (foto: Collectif Krasnyi)

    0,4%. Zoveel zouden onze lonen de komende twee jaar maximaal mogen stijgen volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. De bazen vinden dit zelfs al veel. Bij hun aandeelhouders zouden ze er niet mee moeten afkomen als dividend. De loonnorm breken, betekent dat de loonwet weg moet. Echte loonsverhogingen en een minimumloon van minstens 14 euro per uur: dat is wat nodig is.

    PDF van dit pamflet

    Meer koopkracht is nodig

    De loonwet legt een dwingende loonnorm op en bepaalt de wijze waarop de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven het advies inzake loonnorm moet berekenen. Er scheelt vanalles aan die berekening en aan het dwingend karakter van de loonnorm. De wet werd nog verstrengd onder de regering-Michel. Het is een wet die geschreven is op maat van de bazen. Voor hen is het gemakkelijk: ze bepalen de regels, inclusief de mogelijkheden om vals te spelen, en doen elke kritiek daarop af als ‘onwettelijk’. Als de wet een obstakel is om de werkenden een degelijk inkomen toe te kennen, dan moet die wet weg.

    Alle financiële instanties en autoriteiten, zelfs de meest harde liberalen, erkennen dat het besparingsmodel minstens tijdelijk verlaten moet worden. De bazen willen de extra middelen echter voor zichzelf en hun aandeelhouders houden. Wat zou de economie echter het best stimuleren: extra winsten die doorgesluisd worden naar belastingparadijzen of extra koopkracht die meteen leidt tot meer uitgaven in onder meer de horeca zodra deze terug open kan? De bazen gebruiken het argument van de sectoren in moeilijkheden, maar ondertussen zegt topbankier Rasière van Belfius dat er gerust wat cafés en restaurants mogen verdwijnen. De banken werden in 2008 gered met publieke middelen, maar zijn de eersten om kleine zelfstandigen die het vandaag moeilijk hebben de nek om te wringen. Neen, van de bazen en hun managers hebben wij geen lessen in solidariteit te krijgen. Echte loonsverhogingen zouden daarentegen een uitstekende maatregel zijn om de koopkracht en dus de bestedingen in sectoren in moeilijkheden te ondersteunen.

    De tien rijkste mannen ter wereld zagen hun gezamenlijke rijkdom met 500 miljard dollar toenemen tijdens de pandemie. Heel wat werkenden die essentiële beroepen uitoefenen, in de zorg, schoonmaak, distributie of transport, daarentegen verdienen bruto minder dan 14 euro per uur en moesten in de pandemie extra hard werken voor een laag loon. Het gebrek aan middelen voor zorg, onderwijs en andere openbare diensten leidt tot tekorten en spanningen. Een record aantal mensen kan niet meer mee en is ziek. Het antwoord van de bazen daarop is om de zieken aan te pakken, in plaats van de omstandigheden die mensen ziek maken. Nu er ruimte is voor overheidsinvesteringen moeten deze gaan naar wat de werkenden en hun gezinnen nodig hebben: echte loonsverhogingen, het optrekken van het minimumloon tot minstens 14 euro per uur of 2.300 euro per maand, werkbare arbeidsomstandigheden en een programma van massale publieke investeringen in openbare dienstverlening zoals zorg, kinderopvang, onderwijs, openbaar vervoer, sociale huisvesting … Het geld hiervoor moet gehaald worden waar het zit: bij de superrijken en grote aandeelhouders.

    Strijd organiseren

    VBO-topman Timmermans stelde dat als de vakbonden het niet eens zijn, ze bij de regering moeten polsen om de loonwet te laten wijzigen. Laten we die aanbeveling volgen. Niet door voorzichtig te polsen of te lobbyen, maar door de arbeidersbeweging te organiseren om de loonnorm en de loonwet van 1996 te breken. Er zal pas naar ons geluisterd worden als we een krachtsverhouding opbouwen.

    Ons organiseren is mogelijk. De coronamaatregelen staan sociaal verzet niet in de weg.

    De actiedag op 12 februari is een goede eerste sensibiliseringsactie waarop in gemeenschappelijk vakbondsfront verder kan gebouwd worden. Het ACV lanceerde reeds de datum van 25 februari. Personeelsvergaderingen die online georganiseerd werden tijdens deze pandemie hadden soms meer aanwezigen dan voorheen. De vakbonden kunnen online militantenconcentraties organiseren met discussie over welk programma we nodig hebben in deze crisis, gevolgd door personeelsvergaderingen in zo veel mogelijk bedrijven om ons eisenplatform toe te lichten en te concretiseren. Onmogelijk? In Groot-Brittannië organiseerde de onderwijsvakbond een Zoom-meeting met meer dan 400.000 aanwezigen, waarna premier Johnson verplicht was om de scholen alsnog te sluiten in het belang van de veiligheid van personeel en jongeren.

    Zelfs binnen de huidige coronamaatregelen zijn protestacties mogelijk. Als we samen mogen komen om te werken, dan toch ook om het werk te onderbreken en ons te organiseren? De grootste kracht van de arbeidersbeweging is haar aantal. Waarom niet opbouwen naar een nieuwe actiedag met als doel om in enkele duizenden bedrijven werkonderbrekingen te houden met staande acties van collega’s die coronaproof met afstand en mondmaskers plaats vatten op een binnenplaats of voor de ingang, gecombineerd met bijvoorbeeld een videotoespraak en uitwisseling van beelden van de acties via sociale media?

    Als we strijden kunnen we winnen

    De werkenden in de gezondheidszorg hebben getoond dat strijd loont. Al decennia komt de witte woede op straat met de eis voor meer personeel, betere verloning en kwalitatievere zorgverlening. Deze mobilisaties hadden vaak niet het gewenste effect, maar droegen bij aan de opbouw van een krachtsverhouding.

    Sinds het begin van de pandemie klonk deze eis echter opnieuw en het strijdcollectief ‘De Zorg in Actie’ organiseerde verschillende acties, waaronder de bekende actie waarbij zorgpersoneel toenmalig premier Wilmès de rug toekeerde. De acties en de brede steun voor het zorgpersoneel dwongen toegevingen af voor een bedrag van 2 miljard euro.

    De afgelopen week raakte bekend dat de UGent principieel instemt met een verhoging van de minimumlonen tot 14 euro per uur. Dit gebeurde na een lange campagne van personeel en studenten, onder meer in het kader van acties op internationale vrouwendag, 8 maart. Strijd loont!

    Een stevige campagne met acties en een massale betrokkenheid van collega’s, kan ons een krachtsverhouding opleveren waardoor er wel naar ons moet geluisterd worden. Als de bazen nadien toch in onze zakken willen zitten, hebben we een vertrekpunt voor nieuwe mobilisaties. Binnen het kapitalisme is elke toegeving slechts tijdelijk, de bazen zullen altijd proberen om terug te pakken wat wij bekomen door strijd. Als de aanpak van de pandemie, naast de klimaatcrisis en de economische crisis, iets aantoont, is het wel dat dit systeem niet in ons belang werkt. LSP komt op voor socialistische maatschappijverandering: een systeem waarin we met alle werkenden niet alleen alles doen draaien, maar ook beslissen hoe dat gebeurt en met een democratische planning onze noden en behoeften centraal stellen.

     

  • Overleg over loonnorm van 0,4% terecht gestopt. Strijd organiseren om loonwet te breken!

    De vakbondsleiders hebben beslist om niet over een schandalige loonmarge van 0,4% te onderhandelen. Normaal waren er deze week twee onderhandelingsmomenten tussen bazen en vakbonden gepland. Na de bijeenkomst maandag werd de afspraak op woensdag afgeblazen. Dat is een terechte stap van de vakbondsleiders. Als het overleg onmogelijk is, blijft er maar één optie over: de strijd organiseren.

    De bazen, die uiteraard blij waren met het voorstel van een verdere stagnatie van de lonen, vonden de beslissing van de vakbondsleiders “onbegrijpelijk en onaanvaardbaar.” Ze laten uitschijnen dat de werkenden tevreden mogen zijn met 0,4%. Of hun aandeelhouders zich met dergelijke rendementscijfers tevreden zouden stellen, is uiteraard een andere kwestie. Tegelijk stellen ze meteen dat als de vakbondsleiders de loonnorm niet slikken er ook niet kan gesproken worden over sociale maatregelen zoals de welvaartsenveloppe voor de uitkeringstrekkers en gepensioneerden. Die chantage op de kap van de zwaksten in de samenleving gebruikt het patronaat al jaren.

    De twee argumenten van de bazen blijven dezelfde: het is crisis en die 0,4% is wat de wet voorschrijft. Rond het argument van de crisis wordt vooral gekeken naar de sectoren die het moeilijk hebben, in het bijzonder zelfstandigen in de horeca. Daarvoor zouden de werkenden in alle sectoren, inclusief diegenen die meer winst maakten in de pandemie, moeten opdraaien. Hetzelfde vragen de bazen uiteraard niet van hun collega’s die het beter deden in de pandemie. Belfius-topman Marc Rasière verklaarde doodleuk dat er “te veel cafés en restaurants” zijn en dat enkele faillissementen geen probleem vormen.

    In de aanloop naar het advies van de CRB schreeuwden de woordvoerders van de bazen het in alle media uit: in tijden van crisis zijn loonsverhogingen uit den boze. Pierre Wunsch van de Nationale Bank waarschuwt voor jaren van besparingsbeleid. De patronale provocateur Wouter De Geest van VOKA riep al op tot een nieuwe aanval op de pensioenen. Terwijl steeds meer economen en instanties tot de conclusie komen dat het jarenlange besparingsbeleid heeft gefaald, houden de bazen er krampachtig aan vast. Steeds hetzelfde doen, maar een ander resultaat verwachten, was volgens Einstein de definitie van waanzin.

    VBO-topman Timmermans stelde dat als de vakbonden het niet eens zijn, ze de regering moeten polsen om de loonwet te wijzigen. Het gebeurt niet vaak, maar Timmermans heeft in deze gelijk. We moeten ons met de arbeidersbeweging organiseren om de loonnorm én de loonkostenwet van 1996 te breken. Het vriendelijk vragen aan de regering zal ons niet ver brengen, we zullen het door strijd moeten afdwingen.

    De loonkostenwet legt een dwingende loonnorm op en bepaalt de wijze waarop de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven het advies inzake loonnorm moet berekenen. Er scheelt vanalles aan die berekening en aan het dwingend karakter van de loonnorm. De wet werd nog verstrengd onder de regering-Michel. Het is een wet die geschreven is op maat van de bazen. Voor hen is het gemakkelijk: ze bepalen de regels, inclusief de mogelijkheden om vals te spelen, en doen elke kritiek daarop af als ‘onwettelijk’. Als de wet een obstakel is om de werkenden een degelijk inkomen toe te kennen, dan moet die wet weg.

    De vakbonden stelden dat een marge van 0,4% onaanvaardbaar is en dat hierover geen onderhandelingen mogelijk zijn. “Het sociaal pact is dood. De sociale vrede die ermee gepaard ging ook,” stelde Françoise Bernard van het ABVV Luik-Hoei-Waremme in een opiniestuk in Le Soir op 19 januari. Het opzeggen van de sociale vrede is gebeurd door de opeenvolgende regeringen en de bazen. Niets wijst erop dat de nieuwe regering zich minder patroonvriendelijk zal opstellen. Dat zagen we tijdens de gezondheidscrisis waarbij ons sociaal leven aan strikte beperkingen werd onderworpen, maar veel bedrijven zo goed als ongemoeid werden gelaten. We mochten meer mensen zien op het werk dan tijdens het kerstfeest. Laten we evenmin vergeten dat de loonwet in 1996 de vrucht was van een regering van socialisten en christendemocraten.

    De arbeidersbeweging moet de strijd organiseren. De solidariteit van de afgelopen maanden met het personeel van de essentiële sectoren, waar de lonen vaak laag liggen, toont de mogelijkheden.  Er is nood aan een campagne met zo breed mogelijke betrokkenheid richting een algemene staking. Om onze gerechtvaardigde eisen rond koopkracht en minimumlonen te bekomen, volstaat het niet om gewoon de onderhandelingspositie van de vakbondstop te versterken. We moeten tonen dat het ons menens is. Het zijn de werkenden die voor welvaart zorgen: zonder onze arbeid zijn de kapitalisten en hun politici niets. Als wij het werk neerleggen, valt alles stil.

    Binnen het kapitalisme botsen onze belangen steeds op die van de superrijken. We moeten voor elke vooruitgang vechten en zodra de krachtsverhoudingen het de bazen toelaten, staat elke verworvenheid terug onder druk. LSP meent dat we de strijd niet kunnen beperken tot koopkracht of het behoud van verworvenheden, maar dat we moeten opkomen voor een ander systeem waarin de behoeften en noden van de meerderheid van de bevolking centraal staan in plaats van die van een handvol kapitalisten. Kortom, we gaan voor een democratisch socialistische samenleving.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop