Your cart is currently empty!
Enkel een superflexibele toekomst voor jongeren?
Wie als jongere denkt dat hij of zij niets te maken heeft met de geschillen tussen arbeiders en patroons, slaat de bal mis. Want sociale zekerheid en openbare diensten gaan ons allen aan. Het patronaat wil de solidariteitsbanden doorknippen, en dit heeft voor zowel arbeiders als jongeren zware gevolgen.
Vandaag komen jongeren op een arbeidsmarkt waar ze weinig kansen krijgen. In Brussel is één op de vier jongeren afhankelijk van een werkloosheidsuitkering of van het OCMW. Toename van flexibiliteit en lagere lonen zijn de norm. Als het van de politici afhangt, verandert daar niets aan.
De toename van interimarbeid betekent voor veel jongeren niet meteen dat er een springplank is naar meer succes. Weekcontracten, soms dagcontracten, bieden geen werkzekerheid en ondermijnen de mogelijkheden tot verzet. Dat moet de arbeidsvoorwaarden van alle arbeiders onder druk zetten. Vooral jongeren worden getroffen: 45,3% van de uitzendkrachten zijn jonger dan 25 jaar en 64% is jonger dan 30 jaar (cijfers voor 2004).
De dalende koopkracht ondermijnt voor veel jongeren de mogelijkheid om verder te studeren. Het leidt er ook toe dat jongeren langer thuis blijven wonen, 37% van de 18 tot 35-jarigen woont thuis. De dalende koopkracht gaat gepaard met het opdrijven van de prestatiedrang in het hoger onderwijs. Tegelijk worden vakantiejobs gevaarlijker: in 2007 waren er onder jobstudenten 10,1% meer arbeidsongevallen dan in 2006.