Category: Lonen

  • Hard werken niet beloond. Als we niet strijden voor meer, mogen onze lonen met amper 0,4% stijgen

    In februari 2019 werd gestaakt tegen een voorstel van loonnorm van 0,8%. Vandaag zijn die kruimels nog eens gehalveerd…

    De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven geeft advies inzake de marge voor de loononderhandelingen op nationaal niveau. Deze onderhandelingen kaderen in het Interprofessioneel Akkoord (IPA) tussen vakbonden en bazen. Na maanden waarin de werkenden duidelijk maakten wie alles doet draaien, worden ze beledigd wat hun loon betreft. Een marge van maximaal 0,4% is onaanvaardbaar.

    Het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd bijgesteld van 0,9% opslag tot maximaal 0,4%. De reden? De loonnormwet voorziet in een veiligheidsmarge van 0,5%. Voor alle duidelijkheid: de ‘veiligheid’ waarvoor marge wordt genomen, heeft geen betrekking op onze sociale veiligheid maar op de winsten van de bedrijven. Het toont aan hoe de bazen de wetgeving naar hun hand zetten. Dan doen ze ook door de berekening van de “loonkost” steeds abstracter te maken (onder meer door fiscale en andere cadeaus van de overheid niet in mindering te brengen). De bazen bepalen de regels, spelen samen met de overheid vals en vertellen achteraf dat dit nu eenmaal de regels zijn.

    De diepe economische crisis, mee versneld en verdiept door de pandemie, maakte onder meer in Europa duidelijk dat een aantal van die ‘regels’ niet in steen gebeiteld zijn. Om het systeem overeind te houden, werden regels als de beperking van de staatsschuld en de vereiste van begrotingen in evenwicht zonder problemen overboord gegooid.

    Voor de bazen is 0,4% nog te veel. Er is geen ruimte voor enige loonsverhoging, riepen ze de voorbije weken. VBO-topman Timmermans waarschuwde voor een “ontsporing” van de lonen en suggereerde dat zo’n ontsporing nadien moet ‘rechtgezet’ worden met maatregelen als een indexsprong. Kortom: we mogen al ‘blij’ zijn dat er niets afgenomen wordt. Aangezien 0,4% dicht genoeg bij nul ligt, hopen de werkgeversfederaties nu op “sereen overleg”.

    Na jaren van ‘loonmatiging’, waarvoor de bazen bij alle traditionele partijen bereidwillige politici vonden, is het aandeel van onze lonen in de totaal geproduceerde waarde afgenomen. Onze levensstandaard heeft met andere woorden de vooruitgang niet gevolgd. De bazen willen dat het liefst zo houden en gebruiken opnieuw alle mogelijke argumenten.

    Natuurlijk is er het argument dat ernstige loonopslag niet kan in een diepe crisis. Het is evenwel niet voor iedereen crisis en bovendien blijft de vraag wie zal opdraaien voor die crisis. De gewone werkenden of diegenen die de afgelopen jaren steeds rijker werden? De 2.153 miljardairs in deze wereld bezitten meer dan de 60% armsten. Bloomberg merkte op dat de 500 rijksten hun rijkdom in 2019 met maar liefst 25% zagen toenemen. In coronatijden ging Jeff Bezos van Amazon er met 67 miljard dollar op vooruit, dat is ruim 2000 dollar per seconde. Je zal maar in de zorg of de distributie werken en per maand nog niet verdienen wat Bezos per seconde binnenhaalt. Haal het geld bij de superrijken, niet in onze zakken! Voor alle duidelijkheid: als we het over ‘superrijken’ hebben, bedoelen we niet de werkenden die wat spaarcenten hebben. Er zijn in ons land 29 miljardairs. Of denk aan de CEO’s van beursgenoteerde bedrijven: zij waren in 2019 goed voor een gemiddeld jaarloon van 2,46 miljoen euro en gingen er op een jaar tijd met 30% op vooruit.

    Breek de loonnorm, breek de loonwet

    In het verleden was er een indicatieve loonnorm, waarbij op sector- en/of bedrijfsniveau kon beslist worden om meer opslag toe te kennen. Dit is gewijzigd in een dwingende loonnorm, met de mogelijkheid van sancties. In bedrijven waar het personeel sterker staat, wordt de loonnorm in de praktijk nog regelmatig overschreden. Dat gebeurt onder meer via extralegale voordelen. Het loonpakket wordt hierdoor steeds individueler ingevuld, wat de bazen meer ruimte biedt voor willekeur en verdeeldheid. Bovendien wordt op deze manier een stuk loon aan de sociale zekerheid onttrokken.

    Twee jaar geleden werd de loonnorm van 0,8% opgetrokken tot 1,1% na een goed opgevolgde staking in februari 2019. Ook nu zal strijd nodig zijn om de loonnorm fors op te trekken. Bovendien moet deze strijd ook de loonwet op zich in het vizier nemen. Een terugkeer naar een indicatieve loonnorm zou het minimum moeten zijn. Het zou het mogelijk maken om bijvoorbeeld in de supermarktsector en het transport substantiële loonsverhogingen te realiseren. Of vinden de bazen en hun politici dat deze helden van de coronacrisis dat niet waard zijn? Daarnaast moet ook de eis van een hoger minimumloon, van minstens 14 euro per uur, in de strijd worden opgenomen.

    Waarop wordt gewacht om een goed voorbereide campagne, met werkenden uit essentiële sectoren vooraan, op te zetten om de belangen van de werkende klasse te verdedigen? De vakbondsleiders klagen terecht aan dat 0,4% een belediging is. Wie beledigd wordt en daar niets tegen doet, wordt onder de voeten gelopen. Er is nood aan een offensieve strijd. De werkende klasse heeft potentieel een enorme kracht om te reageren, maar dat vereist organisatie en een strijdbaar programma.

    Het is door strijd dat in 2019 de loonnorm van 0,8% naar 1,1% ging (zelfs indien er meer mogelijk was), het was eveneens door strijd dat het pensioen met punten is tegengehouden. De strijdbeweging waarmee we de bazen en de regering het meest in het defensief duwden was die van eind 2014, toen er een ernstig actieplan was met acties die telkens opbouwden naar een volgende stap. Corona mag geen excuus zijn om niet te reageren, de bazen en hun politici laten zich immers ook niet door Covid-19 hinderen om hun beleid op te leggen. Breek de loonnorm, breek de loonwet!

  • Van 9,65 euro per uur kan je niet leven. Minimumloon moet naar €14 per uur

    De helden van de coronacrisis verdienen een heldensalaris!

    Op de moeilijkste momenten zie je wat je aan iemand hebt. Dat is ook het geval in deze gezondheidscrisis. Het sociale nut van bepaalde sectoren werd meer dan ooit duidelijk. Uiteraard was dit zo voor het zorgpersoneel, maar waar zouden we staan zonder de werkenden in de schoonmaak, transport en logistieke sector? Of die in de voedselproductie en distributie, de energiesector of het onderhoud? Topmanagers konden het zich veroorloven om in veilige afzondering te gaan, maar heel veel gewone werkenden moesten een tandje bijsteken, onder meer omdat collega’s door ziekte afwezig waren. Ze deden dit met risico om zelf besmet te geraken.

    door Simon (Luik)

    Toch vinden we in deze essentiële sectoren vaak de slechtste werkomstandigheden en de laagste lonen. Voor veel van deze jobs komt het loon niet of amper boven het minimumloon, dat momenteel 9,65 euro per uur bedraagt of 1.340 euro netto voor een voltijdse baan. Elke werkende weet dat dit niet volstaat om een waardig leven te leiden. Rondkomen is vaak een dagelijkse strijd, zeker voor wie in een onzekere, tijdelijke of deeltijdse job zit.

    Voor een minimum basisloon van 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand

    Laagbetaalde werknemers, die essentieel zijn voor het functioneren van de samenleving, verdienen beter dan deze lage lonen! Twee jaar geleden begon het ABVV met een petitie om op te roepen voor een minimumloon van 14 euro per uur. Het ACV voerde tegelijk campagne voor meer koopkracht. Het belang van dit soort campagnes is vandaag meer dan ooit duidelijk.

    De strijd voor een hoger minimumloon wordt in heel veel landen gevoerd. In de VS waren er de acties van ’15 Now’, een strijd die begon in de fastfoodsector en die loonsverhogingen tot 100% afdwong. Het toont hoe een strijd in een bepaald land of sector een inspiratiebron kan zijn voor heel veel andere werkenden. Met een goed georganiseerde opbouwende campagne kunnen bovendien overwinningen geboekt worden.

    Campagne van onderuit opbouwen

    Tot hiertoe was de campagne van het ABVV vooral beperkt tot de petitie die te vinden is op de website 14euros.be en een aantal symbolische acties. Dat was belangrijk om de eis te populariseren. Wij hebben mee handtekeningen opgehaald op onze werkplaatsen en in de wijken.

    Het is nodig dat de campagne geconcretiseerd wordt. Dit gebeurde bijvoorbeeld aan de Universiteit Gent waar vakbondsactivisten en andere personeelsleden samen met studenten de invoering van een minimumloon van 14 euro per uur eisten voor een honderdtal personeelsleden van UGent en voor personeel dat in onderaanneming werkt. Er werden duizenden handtekeningen verzameld en er waren verschillende acties om deze eis kracht bij te zetten, waaronder de succesvolle staking van 9 maart. Dat was de grootste staking aan de UGent sinds lang en het zet grote druk op het bestuur. Om een eis af te dwingen, moeten we er actief voor strijden. Dat vraagt een brede betrokkenheid van zoveel mogelijk collega’s. Aan de UGent zien we hoe dit kan opgebouwd worden.

    We krijgen niets in de schoot geworpen. We kunnen enkel op onze mobilisatie rekenen om overwinningen te boeken. De crisis toont het sociaal nut van heel wat laagbetaalde jobs en er waren al de eerste stappen in de opbouw van een campagne rond een hoger minimumloon. Laat ons dat aangrijpen om een versnelling hoger te schakelen en gebruik te maken van de brede solidariteit in de samenleving om effectief een basis minimumloon van 14 euro per uur af te dwingen!

    Bespreek in je syndicale delegatie deze campagne, ga er actief de straat mee op onder collega’s, familie en vrienden. Kom naar de grote zorgbetoging na de zomer om ook daar deze eis te verdedigen.

  • Essentieel personeel moet essentieel loon krijgen

    Vandaag zien we wie de wereld op de been houdt. Het zijn niet de politici die naar hun navel staren als er beslissingen moeten genomen worden. Het zijn niet de beurshandelaars die volledig manisch zijn en als een kip zonder kop kopen en verkopen. Het zijn niet de CEO’s of managers die je momenteel ook in essentiële sectoren niet op de werkvloer ziet. Neen, het zijn de gewone werkenden in deze sectoren waarvan nu blijkt hoe essentieel ze zijn. Het gaat om sectoren als distributie, schoonmaak of zorg, waar de lonen vaak laag zijn en waar velen niet aan een minimumloon van €14 per uur komen.

    Artikel door Thomas (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Eerst en vooral is er natuurlijk het zorgpersoneel dat in het oog van de storm staat. Ze worden op het terrein gestuurd zonder voldoende tests en soms ook zonder degelijke bescherming. Van de ziekenhuizen tot de woonzorgcentra wordt al jaren geklaagd dat er te weinig personeel is om menswaardige zorg aan te bieden. Bij elk meerjarenakkoord eiste het personeel slechts een minimale opslag van de lonen, maar vooral meer collega’s. Die kwamen er niet, ook vanwege de onaantrekkelijkheid van het werk. Nu krijgt het zorgpersoneel applaus. Ze verdienen veel meer dan dat: niet een eenmalige premie waarop geen sociale bijdragen betaald worden, maar degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden voor iedereen in de zorg: van schoonmaker tot verpleegkundige. Dat is waar het zorgpersoneel om vraagt. Na het applaus verdienen ze onze steun om dit af te dwingen!

    Er zijn daarnaast nog heel wat anderen die blijven doorwerken. Denk maar aan het personeel in de supermarkten, schoonmakers, huisvuilophaling, openbaar vervoer … Zij gaan vaak met schrik en veel vragen werken, maar zijn tegelijk ook fier dat ze de bevolking kunnen helpen. In de supermarkten werd bijzonder hard gewerkt. Helaas duurde het lang voor de directies beschermingsmaatregelen namen. Vaak gebeurde dit pas na druk van het personeel.

    De directies kijken vooral naar hun inkomsten: ze kunnen vandaag een hogere omzet en bijhorende winst draaien. Dat de gezondheid van het personeel daaraan ondergeschikt is, bleek onder meer toen Colruyt even probeerde om mondmaskers tegen te houden met het argument dat dit de klanten kon afschrikken… In de supermarkten eist het personeel een premie: een ernstige vergoeding voor de hoge werkdruk in gevaarlijke omstandigheden. Laat zo’n premie een opstap zijn naar betere loonvoorwaarden in de sector!

    Veel helden die doorwerken, doen dit aan lage lonen. Het ABVV voert al even campagne voor de verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur. Dat komt neer op 2300 euro bruto per maand, het minimum om menswaardig te leven. Eigenlijk is 14 euro nog te laag, maar het zou een serieuze verbetering zijn tegenover het huidige minimumloon van ongeveer 9,5 euro per uur. Alle voorstellen rond premies om de helden te bedanken, zijn natuurlijk welgekomen. Maar respect in de vorm van hogere lonen en minimum 14 euro is dat nog meer!

    De vraag is immers: wat na corona? Gaan we dan terug naar wat voordien als normaal werd gezien? Of gaan we de helden die elke dag onze noden invullen de appreciatie geven die ze verdienen? Aandeelhouders en bazen maken van de crisis gebruik om hun belangen te verdedigen. In de handel maakte de regering via volmachten de uitbreiding van de openingsuren mogelijk zonder enige sociaal overleg. Als we willen vermijden dat de bazen als winnaar uit de crisis komen, zullen we ons moeten organiseren rond onze noden: hogere lonen, minimum €14 per uur, degelijke bescherming, genoeg collega’s voor het werk …

    In deze crisis zien we wie er aan onze kant staat: de militanten en delegees van de vakbonden die samen met hun collega’s opkwamen voor de veiligheid van iedereen. Om onze eisen af te dwingen, moeten we ons organiseren. Het is niet genoeg om de militanten en delegees te steunen, we moeten samen in actie komen. Wij doen de wereld draaien, we kunnen alles ook stil leggen. We verdienen niet alleen applaus, maar ook een degelijk loon!

  • Video. ACOD-delegee Tim Joosen over de strijd voor €14/uur aan de UGent

    Op de conferentie van campagne ROSA en ALS op 28 maart lieten we ACOD-delegee Tim Joosen aan het woord over de strijd voor een hoger minimumloon aan de UGent. Hieronder kan je die getuigenis bekijken.

  • Fight for €14 bouwt op naar staking aan UGent. Interview met ACOD-delegee Tim Joosen

    Op 14 oktober werd de actiedag voor een hoger minimumloon aangegrepen voor een campagnedag aan de UGent. ABVV-militanten en sympathisanten, waaronder studenten, trokken langs verschillende faculteiten en resto’s met een petitie. Ze haalden meer dan 1500 handtekeningen op rond de eis om aan de UGent het minimumloon op te trekken tot 14 euro bruto per uur of 2.300 euro per maand. Een honderdtal personeelsleden komt daar nu niet aan. We spraken met Tim Joosen, afgevaardigde van ACOD UGent over het belang van deze campagne.

    In het Interprofessioneel Akkoord (IPA) werd begin dit jaar een verhoging van het minimumloon van 1,1% vooropgesteld. ABVV weigerde dit akkoord daarom te tekenen. De voorbije weken kwam het nieuws dat er een voorstel zou zijn om dit op te trekken naar 3,5%, hoewel het akkoord hierover nog niet rond is. Wat denk je daarvan?

    “Allereerst was het correct om het oorspronkelijke akkoord waarin slechts 1,1% verhoging werd voorzien niet te tekenen. Het ABVV voert al ruim een jaar campagne rond een minimumloon van 14€/uur. Er moet een debat gevoerd worden over de strategie die we nodig hebben om dat te kunnen bereiken, maar met een tweejaarlijkse stijging van 1,1% duurt het nog bijna 70 jaar voor we er geraken.

    “Het feit dat ook de werkgevers nu inzien dat dit moest opgetrokken worden naar 3,5% toont aan dat het been stijfhouden kan lonen. Tegelijk moeten we vaststellen dat gewoon “neen” zeggen tegen een slecht akkoord niet voldoende is. De werkgevers stellen nu plots bijkomende eisen: niet alleen willen ze dat die verhoging betaald wordt door de gemeenschap door nieuwe lastenverlagingen, ze willen in ruil ook een verlaging van de opzegtermijnen bij ontslag. De werkgevers voelen zich gesterkt door het huidige politieke klimaat, en menen dat ze zich alles kunnen permitteren.

    “Om dat te keren heeft de vakbond nood aan een strategie: een actieplan op langere termijn dat toewerkt naar een grote en algemene mobilisatie, zoals we dat ook eind 2014 hadden. Als je dat niet doet, kan je weliswaar “neen” zeggen tegen een slecht akkoord, maar heb je geen manier om daar echt iets tegenin te brengen.”

    Aan de UGent werden op 14 oktober petities opgehaald in het kader van een campagne voor een minimumloon van 14€/uur aan de UGent: waarom dit type actie en wat waren de reacties?

    “De militantenkern van ACOD UGent heeft de keuze gemaakt om de nationale campagne voor een minimumloon van 14€/uur concreet te maken, we willen dit op korte termijn realiteit maken aan de UGent. We hebben een sterk inhoudelijk onderbouwd dossier, en we willen aantonen dat er voor onze eisen een breed draagvlak bestaat bij personeel en studenten.

    “Op elke werkplek moet men rekening houden met de concrete situatie, het bewustzijn onder de werkenden, en op basis daarvan kijken welke actievormen mogelijk en nuttig zijn om de syndicale strijd te versterken. Voor ons aan de UGent was de petitie een uitstekende manier om te starten, en te werken aan een breed draagvlak voor onze eisen. We willen 5.000 handtekeningen ophalen, wat aan de UGent een ongeziene prestatie zou zijn. Tegelijk helpt de petitie onze militanten om in discussie te gaan met collega’s en studenten: de actiedag op 14 oktober 2019 was een succes: we haalden maar liefst 1539 handtekeningen op in minder dan 2 uur. Dit zorgde voor een enorm enthousiasme, ook bij mensen voor wie dit de eerste keer was dat ze aan een syndicale actie deelnamen. Zo bouwen we ook aan een dynamische en actieve syndicale werking. Dat is een enthousiasme en zelfvertrouwen dat we ook kunnen gebruiken om actie te voeren rond andere noodzakelijke thema’s.”

    Hoe moet het nu verder met de campagne?

    “We willen nogmaals drie dergelijke actiedagen organiseren, waarbij we met enkele tientallen mensen tegelijkertijd handtekeningen ophalen: elke maand één. Daarnaast gaan we ook in alle bureaus en op alle werkplekken rond met de petitie en een speciale editie van onze syndicale nieuwsbrief. Er is een affichecampagne en we organiseren een actiemoment op 14 februari, wanneer we de petitie zullen overhandigen aan de rector.

    “Tenslotte mobiliseren we voor een echte staking naar aanleiding van de jaarlijkse Women’s Strike aan de UGent op 9 maart: we willen daar de problematiek van lage lonen – waar vooral vrouwelijke medewerkers het slachtoffer van zijn –onder de aandacht brengen.

    “Door op die dag echt te staken, minstens op een aantal plekken aan de UGent, willen we het bestuur tonen dat het ons echt wel menens is met onze eisen, en willen we de druk opvoeren om die ook werkelijk te realiseren. Zo’n overwinning is niet alleen belangrijk voor de werknemers aan de UGent wiens loon zo sterk zou opgetrokken worden. Het zal ook een enorme opsteker zijn voor de nationale campagne. We willen aantonen dat door echt te mobiliseren en door de campagne concreet te maken in de bedrijven, op de werkvloer, een minimumloon van 14€/uur kan afgedwongen worden.”

  • Aan een beweging bouwen om de €14/u te winnen

    Een minimumloon van 14 euro per uur, een minimumpensioen van 1.500 euro netto, een herziening van de loonwet, een daling van de BTW op elektriciteit naar 6% en een sociale shift zodat de sterke schouders de grootste kosten dragen en de gezondheidszorg toegankelijk blijft. Dat zijn de vijf speerpunten van de campagne “samen kan het anders.” Ze beantwoorden aan wat nodig is voor een menswaardig bestaan. Voor de verkiezingen namen verschillende partijen die eisen over, maar daar vinden we vandaag nauwelijks wat van terug. Zolang we binnen de grenzen blijven  van wat patroons en politici mogelijk achten, botsen we steeds op de limieten van het kapitalisme.

    Moeten we dan verder besparen en de broeksriem aanhalen?

    Al enkele decennia krijgen we te horen dat er geen geld is om te investeren in openbare diensten, onderwijs, infrastructuur, … en dat bedrijven moeten geholpen worden om de economie te ondersteunen. Sinds het begin van de crisis in 2007 is dit nog versterkt en worden verworvenheden aan een hels tempo afgebouwd.

    Voor werkenden heeft de besparingspolitiek niet voor de beloofde kentering gezorgd: het aantal werkende armen stijgt, burn-out neemt toe, openbare diensten zitten in crisis, … Ondertussen blijven de rijkste 1% rijkdom opstapelen. Opnieuw besparen en afbouwen zal de werkenden en hun gezinnen nog meer pijn doen.

    Ons nu reeds voorbereiden op de komende regering

    Welke federale regering er ook gevormd wordt, ze zal doorgaan met besparen. We stoppen ze beter voor ze er echt aan begint. Daarvoor is de campagne ‘Fight for €14’ ideaal. Iedere werkende weet dat €14/u vereist is om het einde van de maand te halen. De patroons vinden het echter teveel en willen hun winsten daarvoor niet aanspreken. Een kleine verhoging van het minimumloon moet voor hen door de sociale zekerheid, door ons dus, betaald worden en daarbovenop eisen ze extra compensaties.

    Onderhandelingen hebben nog niets opgeleverd. Dat wil niet zeggen dat €14/u onmogelijk is, maar dat we van tactiek moeten veranderen. Net zoals in de Verenigde Staten zal dit een campagne aan de basis vereisen. Daar was dit op stads- of staatsniveau, in België zal het op bedrijfs-, sector- en nationaal niveau moeten.

    Twee lopende campagnes kunnen als inspiratiebron dienen. Het personeel van de lokale publieke besturen in Brussel voert strijd voor de afschaffing van het laagste barema en het optrekken van alle andere met 10%. Er is begonnen met personeelsvergaderingen, werkonderbrekingen van 1 uur en nu langere stakingen. Aan de Gentse universiteit loopt ook een campagne. Slechts een klein deel van het personeel heeft geen €14/u, maar toch werden bij het volledig personeel en studenten al duizenden handtekeningen ingezameld. Als dit de directie niet op andere gedachten brengt, volgen ook hier andere acties.

    Een campagne naar de werplekken waar lonen van (een deel van) de werknemers onder de €14 liggen, zou veel werkenden en in het bijzonder jongeren en vrouwen enthousiast maken voor het programma van de vakbonden. Dat zou des te meer het geval zijn indien samen met hen een actieplan wordt uitgewerkt. Enkel door alle werkenden actief te betrekken, zullen we voor deze en andere campagnes overwinningen boeken. Laat ons van iedere komende 14de van de maand campagnedagen maken in de bedrijven, ook deze waar de vakbonden nog niet aanwezig zijn, om de bestaande steun €14/u om te zetten in een beweging.

    Als we €14/u afdwingen, versterken we het vertrouwen dat strijd loont. Dat is belangrijk, maar zoals bij ieder verworven recht zullen de patroons en hun politieke vertegenwoordigers ook deze verworvenheid trachten terug te draaien zodra ze een kans zien. Dat verhinderen kan enkel door onze overwinningen te gebruiken om te blijven bouwen aan de organisaties die onze belangen verdedigen. Tegelijk moeten we een duurzame oplossing aanreiken door onze strijd telkens weer te koppelen aan de nood aan een samenleving die niet gebaseerd is op winstmaximalisatie, maar op de behoeften van allen. Enkel een democratische socialistische omvorming van de maatschappij kan dit mogelijk maken.

    De Linkse Socialistische Partij ondersteunt volop de ABVV-campagne “Fight for €14” door interessante voorstellen te ondersteunen en er zelf te formuleren. Wil je hier meer over weten of deze campagne steunen, contacteer ons dan en sluit aan!

  • 7 november: staking van Brusselse lokale overheidsdiensten

    Betoging personeel lokale besturen in Brussel. Foto: Liesbeth

    Strijd voor betere lonen, zoals minstens 14 euro per uur.

    We hebben in deze krant eerder bericht over de strijd van het personeel van de Brusselse lokale besturen. Sinds meer dan een jaar organiseren de werkenden van de 19 Brusselse gemeenten, de 19 OCMW’s en de openbare ziekenhuizen van het IRIS-netwerk in gemeenschappelijk vakbondsfront een actieplan om hun eisen te verdedigen. Dit botst op minachting van de traditionele partijen. Daarom is een volgende stap gepland: een staking op 7 november.

    Artikel door Nico M. (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Stop de lage lonen! Minimum 14 euro per uur!

    De lonen in de lokale besturen blijft achter bij die van gewestelijke ambtenaren in Vlaanderen, Wallonië en nog meer bij die van het Brusselse gewest. Het verschil tussen de barema’s varieert tussen 2 en 45%, naargelang het niveau. Dit verschil is onaanvaardbaar. De aanpassing van de lonen en de barema’s aan die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou bijna 338 miljoen euro per jaar vergen. Om de achterstand in te halen, vraagt het personeel van de Brusselse besturen een verhoging van 10% in alle loonschalen.

    Een van de eisen is de afschaffing van de laagste schaal: barema E. Deze schaal is al afgeschaft voor regionale ambtenaren. In het kader van het vorige nationale loonakkoord zette het ABVV een campagne op voor de verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand. In Brussel wordt deze strijd geconcretiseerd in de lokale besturen. Daar wordt gestreden tegen onzekerheid, lage lonen en het fenomeen van werkende armen. Op dit ogenblik kan een personeelslid dat aan barema E werkt een hele loopbaan afwerken zonder ooit een brutoloon van 2.300 euro per maand te bereiken. Deze loonschaal is niet beperkt tot enkele uitzonderingen: maar liefst 28% van het personeel in de lokale besturen valt eronder en verdient dus minder dan 14 euro per uur. Om het beeld compleet te maken, moeten we opmerken dat wie in de barema’s D en C werkt pas na een aantal jaar loopbaan aan 2.300 euro bruto per maand komt. Om de eis van minimum 14 euro per uur af te dwingen, moet de loonschaal E verdwijnen en is een verhoging van alle andere barema’s nodig.

    Personeel lokale besturen is slachtoffer van onderinvestering door overheden

    Terwijl de overheidsinvesteringen in België al historisch laag zijn (1,6% van het BBP in 2013 tegenover 4,5% in de jaren 1980), blijft de Europese Commissie extra besparingen op de uitgaven eisen. Dat is volgens de neoliberale dogma’s nodig om de overheidsschuld af te bouwen. De nieuwe Brusselse regering kreeg een negatieve waarschuwing voor het begrotingstraject. Nochtans voorziet deze regering in 600 miljoen besparingen, waaronder 180 miljoen euro directe besparingen en uitstel van investeringen. De investeringen voor het herstel van de tunnels, die letterlijk op instorten staan door een chronisch gebrek aan investeringen in infrastructuur, en de uitbreiding van het metronet zijn uit de begroting getild om het totale tekort van 1,1 miljard euro in de begroting van 2020 weg te moffelen.

    De beloften van de Brusselse meerderheid op sociaal vlak, rond klimaat, een plan voor het isoleren van woningen, nieuwe tram- en buslijnen, huisvesting voor 15.000 Brusselaars die op een wachtlijst voor sociale huisvesting staan, zijn allemaal uitgesteld naar de begrotingscontrole van maart 2020. Dan wordt gezien of het mogelijk is om middelen hiervoor vrij te maken. Het ziet er evenwel naar uit dat die begrotingscontrole vooral nieuwe besparingen zal opleggen, terwijl de beperkte sociale maatregelen op de lange baan worden geschoven. Zo is er nog altijd veel onduidelijkheid over de financiering van de belofte van gratis openbaar vervoer voor jongeren (20 miljoen euro). Zal de MIVB dit bedrag op de kap van het personeel zoeken? Of zullen andere reizigers meer betalen? Om het onderhoud van het vervallen waternet te financieren, gaf de regering groen licht voor een verhoging van de waterprijs. Minister-president Vervoort (PS) zei dat dit een “redelijke” maatregel is.

    In de campagnes voor zowel de lokale als de regionale verkiezingen werden heel wat beloften gedaan, ook voor het personeel van de lokale besturen. Vandaag blijft het daar oorverdovend stil over.

    Besparingen op uitgaven en werkingskosten van de overheid hebben gevolgen op zowel de levensstandaard van het personeel als de aangeboden diensten. Tussen 2012 en 2016 nam het aantal voltijdse equivalenten bij de lokale overheden in ons land af met 5.200 eenheden. Dit heeft een impact op de arbeidsvoorwaarden van de overblijvers. Taken worden niet meer naar behoren uitgevoerd en de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking neemt af. Het personeel van de Brusselse lokale besturen koppelt de looneisen terecht aan de eis om alle collega’s te benoemen en aan de noodzaak van collectieve arbeidsduurvermindering met compenserende aanwervingen. Dat is nodig om de openbare diensten te verbeteren. Het is bovendien een maatregel om het beschikbare werk te herverdelen en de werkloosheid terug te dringen.

    Het budgettaire keurslijf doorbreken

    Zowel in Europa als op alle beleidsniveaus in België vertrekken de traditionele partijen niet van de sociale noden en behoeften, maar van het neoliberale besparingsdictaat dat de gemeenschap laat bloeden om een transfer van middelen naar de rijksten te financieren. Na alle lastenverlagingen en fiscale voordelen is de concentratie van rijkdom aan de top ongezien. Ondertussen gaan wij gebukt onder de gevolgen van het besparingsbeleid.

    Het strijdbare actieplan in de lokale besturen in Brussel gaat daartegen in. Het inlossen van de eisen vereist een radicaal plan van publieke investeringen. De gemeentebesturen en het Brusselse Gewest weigeren om daartoe over te gaan. Nochtans verklaarde een meerderheid van de politieke verkozenen in Brussel in de verkiezingscampagne op de een of andere wijze voorstander te zijn van een minimumloon van 14 euro per uur. Ze zijn na de verkiezingen echter niet bereid om het eigen personeel een degelijk loon te waarborgen. Nu beweren ze dat dit onbetaalbaar is. De strijd van het personeel van de lokale en regionale besturen botst op het neoliberale dictaat.

    Het budgettaire keurslijf doorbreken, vereist het stopzetten van de afbetaling van de publieke schulden en het einde van de cadeaus aan de grote bedrijven. Het is een strijd om de rekening te presenteren aan de rijken, door de grote fortuinen en de winsten te belasten. Een begroting en bijhorend beleid moet vertrekken van wat nodig is voor de bevolking, niet van de kruimels die de superrijken aan de gemeenschap overlaten. Er waren nog nooit zoveel middelen. De sociaal-economische barometer van het ABVV geeft aan dat de dividenden tussen 1996 en 2017 in absolute cijfers met 216% zijn toegenomen, onze lonen met minder dan de helft daarvan (98%). De loonsubsidies en patronale lastenverlagingen liepen in 2017 al op tot 13 miljard euro.

    We moeten strijden voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden, waaronder een minimumloon van 14 euro per uur. Om uitbuiting radicaal tegen te gaan en de rijkdom te verdelen, is het noodzakelijk om op basis van strijd de sleutelsectoren van de economie onder democratisch beheer van de gemeenschap te plaatsen zodat de aanwezige welvaart kan ingezet worden voor openbare diensten als onderdeel van een economie gericht op de behoeften van de meerderheid van de bevolking en niet de winsten van een kleine minderheid.

  • Fight For 14 aan de UGent – Knallende start

    Naar aanleiding van de campagne “Fight For 14” voor een minimumloon van €14/u bruto, voert het ABVV in Oost-Vlaanderen sinds februari elke 14e van de maand een actie. Maandag 14 oktober was het de beurt aan de UGent. De ACOD-delegatie heeft er het initiatief genomen om de campagne van het ABVV aan te grijpen om een minimumloon van €14 bruto af te dwingen voor de meer dan 100 personeelsleden die er minder verdienen. Meer dan 50 militanten uit verschillende centrales van het ABVV kwamen samen om dat kracht bij te zetten.

    Verslag door Michael, foto’s door Bart

    Na een speech van Tim Joosen, vakbondsafgevaardigde van het ACOD aan de UGent (zie video hieronder), trokken de militanten met een petitie naar verschillende resto’s en faculteiten. Het werd een groot succes. Op twee uur tijd werden meer dan 1500 handtekeningen van studenten en personeelsleden opgehaald. LSP en de Actief Linkse Studenten waren ook aanwezig. Onze vakbondsmilitanten, leden en studenten hielpen mee om handtekeningen op te halen.

    Door met de petitie naar de studenten en personeelsleden te trekken, werd het snel duidelijk dat er bijzonder veel steun is voor een leefbaar minimumloon van €14. Veel studenten schrokken ook dat niet iedereen aan de UGent minstens €14 per uur verdient. Zoals wij uitleggen in ons pamflet, begrijpen ook zij dat elk loon onder de €1700 netto volkomen ontoereikend is om het hoofd te bieden aan de steeds duurder wordende levenskost.

    Een dergelijke actie is heel belangrijk voor het verdere verloop van de campagne “Fight For 14”. Het helpt om de steun in de maatschappij zichtbaar te maken, maar ook om de campagne concreet te maken en op de werkvloer de personeelsleden of sympathisanten te betrekken. De petitie zal helpen om de druk bij het bestuur van de universiteit op te voeren en kan een voorbeeld zijn van hoe ook in andere sectoren de druk op de bazen en politieke verantwoordelijken kan opgevoerd worden. We houden onze lezers op de hoogte van nieuwe acties en campagnemomenten.

  • Nieuwe actiedag voor minimum €14/u. Loonsverhoging moet niet door gemeenschap betaald worden!

    In het kader van de campagne voor een minimumloon van 14€/uur (2300€/maand) organiseert het ABVV elke 14e van de maand acties en bijeenkomsten. Gisteren verzamelden een honderdtal vakbondsleden voor de deuren van het VBO.

    Door Nico (Brussel)

    Deze actie kaderde ook in de onderhandelingen binnen de groep van 10, het sociaal overleg op nationaal vlak. Aanstaande woensdag zou in dit orgaan een overeenkomst kunnen worden getekend voor een verhoging van het minimumloon met 3,5% (1,1% nu en nog eens 2,4% in april 2020). De overeenkomst voorziet een vermindering van de patronale lasten om deze verhoging te compenseren. Het ABVV wil dat deze lastenverlagingen tijdelijk zijn en dat de middelen elders gezocht worden, zodat het niet de gemeenschap is die via de sociale zekerheid voor de verhoging betaalt.

    Deze 3,5% is een stap vooruit. Met een minimumloon van ongeveer 1600 euro vandaag, zou een verhoging van meer dan 40% meer nodig zijn om de 14 euro per uur te bereiken die het ABVV eist en tienduizenden laagbetaalde werkenden goede vooruitzichten voor de toekomst te bieden.

    Het ABVV heeft gelijk en Robert Verteneuil heeft het vanochtend weer benadrukt: we moeten het VBO laten zien dat we waakzaam blijven. De afgelopen jaren werden veel verbeteringen voor de werkenden uiteindelijk betaald door de gemeenschap in de vorm van lagere heffingen of premies die rechtstreeks door de gemeenschap betaald worden. Om te voorkomen dat de gemeenschap en de openbare diensten geplunderd worden om de ongelijke verdeling van rijkdom niet ter discussie te stellen, zullen onderhandelingen niet volstaan en moet een krachtsverhouding opgebouwd worden. Dat kan op basis van een actieplan dat besproken wordt op personeelsvergaderingen en daar ook gestemd wordt om een zo breed mogelijke betrokkenheid mogelijk te maken.

    Verteneuil stelde in september terecht dat de arbeidersbeweging de sociale zekerheid zal verdedigen. “Het hoeft niet te verbazen als we op straat komen en voor de bedrijven actie voeren. We zullen de kathedraal van de sociale bescherming niet laten vernietigen. Het is opgericht omdat de werkenden ermee instemden een deel van hun loon in een solidariteitsfonds te steken. De sociale zekerheid behoort hen toe.”

    Om het minimumloon van 14 euro per uur af te dwingen, zal er een brede en massale sociale beweging nodig zijn die ook gebruik maakt van het stakingswapen. Het VBO en andere werkgevers zullen steeds proberen om via hun bereidwillige partners van de traditionele partijen de factuur voor elke sociale vooruitgang op de kap van de gemeenschap af te wentelen. Een actieplan zou nuttig zijn om ook het “nationaal noodplan” dat Verteneuil eind augustus in Le Soir voorstelde te propageren.

    Dat plan had betrekking op 3,5 miljard euro en bestond uit vijf hoofdbestanddelen. De ABVV-voorzitter omschreef deze als volgt:

    1). De wet op de loonvorming grondig herzien, een einde maken aan de restrictieve loonnorm en de koopkracht van de werkenden verhogen.

    2). Verhoging van de sociale minima boven de armoedegrens, gelijk aan 1.180 euro per maand: 90% van de minima in België liggen onder de drempel.

    3). We moeten de pensioenen verhogen – we hebben een van de laagste pensioenen in Europa – tot een minimum van 1.500 euro, tegen een kostprijs van 2,2 miljard euro. De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 jaar moet terug ingetrokken worden, zeker als je weet dat de gezonde levensverwachting 64 jaar is.

    4). Verhoog het minimumloon tot 14 euro per uur, oftewel 2.300 euro per maand.

    5). We moeten investeren in sociale en klimaatbescherming. Opletten voor de staatsschuld? Een groot deel van onze schuld is te wijten aan de redding van de banken, we hebben al genoeg betaald voor hun incompetentie.

  • Minimum €14/u: een feministische eis!

    Foto: Liesbeth

    Het minimumloon in België bedraagt amper 9,65 euro bruto per uur. Een job is geen garantie op een waardig leven. Maar liefst 230.000 werkenden – of 5% van de beroepsbevolking – worden als arm beschouwd en 15% verdient minder dan 2.300 euro bruto per maand (ongeveer 1.400 euro netto). De vele besparingen op onze leef- en werkomstandigheden maken het allemaal nog erger. Op vrouwen hebben de besparingen nog meer effect. Alles wordt duurder, maar onze lonen volgen niet!

    Artikel door Celia (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Loon van vrouwen: een aanvullend loon?

    De loonkloof tussen mannen en vrouwen in België bedraagt 21% op jaarbasis. Dit verschil is voornamelijk te wijten aan de oververtegenwoordiging van vrouwen in deeltijds werk. In de private sector werkt 41,6% van de vrouwelijke werknemers deeltijds, tegenover 7% van de mannen. Volgens een onderzoek van ‘Monde selon les femmes’ (1) kiest slechts 8% van de vrouwen bewust voor deeltijds werk.

    Het gebrek aan plaatsen in de kinderopvang, de opvang van kinderen voor en na school, het ontbreken van voldoende hulp voor oudere of zieke familieleden, zorgen ervoor dat deeltijds werken vaak de enige optie is. Wanneer een van beide partners in een gezin de arbeidstijd noodgedwongen moet verminderen, is het vaak de partner met het laagste loon. Dat is in de meeste gevallen nog steeds de vrouw. Zo komen we aan 23% van de vrouwelijke werkenden die ‘vrijwillig’ deeltijds werken.

    Maar liefst 83% van de vacatures voor deeltijdse betrekkingen in ons land komt uit sectoren waarin vooral vrouwen werken. Deeltijds werk betekent vooral een deeltijds loon. Het loon van vrouwen wordt nog vaak gezien als een aanvulling op het gezinsinkomen in plaats van als een volledig loon. Bovendien nemen vrouwen gemiddeld een groter deel van het huishoudelijk werk op zich: dat is vaak een onbetaalde tweede dagtaak.

    Jonge vrouwen mislopen heel wat jobs of promoties omdat ze zwanger zijn of aan kinderen denken. Tijdens het zwangerschapsverlof krijgt de overgrote meerderheid van de vrouwen slechts 70% van hun loon. In die periode is er overigens een explosieve toename van huiselijk geweld. (2) Al deze elementen maken dat een grote meerderheid van de vrouwen geen volledige loopbaan kent met gevolgen voor het pensioen: bijna de helft van de vrouwen heeft een pensioen dat lager is dan 1.000 euro per maand! (3)

    Meer algemeen dragen lagere lonen bij tot minder aandacht voor de rol van vrouwen in de samenleving, wat dagelijks seksisme aanwakkert. Meer dan 70% van de werkenden in de groep van de 10% laagste lonen zijn vrouwen! Kijk bijvoorbeeld naar het onderwijs: bij de laagste betaalde functies vind je meer vrouwen. Het gaat onder meer om kleuter- en lager onderwijs. Hoe hoger op de ladder, hoe meer loon en hoe meer mannelijke personeelsleden.

    Zoals eerder gezegd maken de besparingsmaatregelen van de opeenvolgende regeringen de situatie erger. Er is een uitbreiding van onzekere contracten met stelsels als flexi-jobs, meer interimwerk, dienstencheques, … Daarnaast kregen we de voorbije jaren een indexsprong, aanvallen op de pensioenen, afbouw van de zorgsector en openbare diensten, waardoor een deel van de zorg voor kinderen, ouderen of mensen met een handicap op de rug van het gezin en vaak de vrouw terechtkomt. Lagere lonen maken vrouwen afhankelijk van hun partner, waardoor het moeilijker is om uit een gewelddadige relatie te stappen en de stap om klacht in te dienen wegens pesterijen of geweld op het werk moeilijker te nemen is.

    Strijd tegen seksisme vereist strijd voor financiële onafhankelijkheid

    Het ABVV voert campagne voor een hoger minimumloon van 14 euro per uur, of 2.300 euro bruto per maand. Het is belangrijk om deze eis actief te ondersteunen: de eis populariseren, de petitie gebruiken, op de werkvloer een actieplan opstellen, … Met campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en Asociaal beleid) leggen we veel nadruk op deze eis. Een degelijk loon is immers noodzakelijk in onder meer de strijd tegen geweld op vrouwen.

    Een hoger minimumloon moet natuurlijk gepaard gaan met andere maatregelen, zoals een verhoging van de werkloosheidsuitkering tot boven de armoedegrens en kinderbijslag die de reële kosten voor het opvoeden van een kind dekt. Daarnaast moet het recht op een uitkering geïndividualiseerd worden: het bedrag mag niet afhankelijk zijn van de partner met wie je samenwoont. Een pensioen van minstens 1.500 euro netto per maand met een verlaging van de pensioenleeftijd moet het mogelijk maken om echt wat rust te kennen. Om het werk werkbaar te maken, is arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen nodig. Wie vandaag deeltijds werkt, zou hierdoor een volwaardig loon kunnen genieten. Er is ook dringend behoefte aan massale publieke investeringen in openbare diensten: gratis en voldoende kinderopvang, echt gratis en kwalitatief hoogstaand onderwijs, toegankelijke ouderenzorg, betaalbare gezondheidszorg, …

    Van propaganda naar overwinningen

    We hebben nood aan opbouwende campagnes van onderaf, liefst in gemeenschappelijk vakbondsfront om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Personeelsvergaderingen, werkonderbrekingen, betogingen, stakingen: onze acties zijn steeds sterker als er meer collega’s betrokken zijn. Het is essentieel dat vrouwelijke werkenden zich organiseren en deelnemen aan de sociale verkiezingen, zeker in de meest precaire sectoren waar er vaak nog weinig vakbondsstructuren bestaan.

    Overwinningen zijn belangrijk als voorbeeld voor andere werkenden. In de VS, waar sociale afspraken doorgaans per stad of regio worden gemaakt, voerde onze zusterorganisatie Socialist Alternative campagne voor een hoger minimumloon van 15 dollar per uur in Seattle. Deze eis werd in mei 2014 effectief afgedwongen, waarna hetzelfde gebeurde in tal van andere steden. Een overwinning was mogelijk op basis van een grootschalige campagne met mobilisaties waarin het socialistische raadslid Kshama Sawant een actieve rol speelde. De campagne 15 Now bouwde 11 actiecomités op in verschillende delen van de stad, voerde campagne op straat, hield betogingen en nam deel aan publieke debatten. Met deze actiecomités en democratische algemene vergaderingen was het voor de activisten mogelijk om hun strijd zelf in handen te nemen. Socialist Alternative toonde bovendien aan hoe een verkozen positie kan gebruikt worden om een beweging op te bouwen en te versterken.

    Aan deze kant van de Atlantische Oceaan werd een jaar geleden in het Schotse Glasgow een overwinning geboekt na 12 jaar strijd. Ongeveer 8500 personeelsleden van de gemeente gingen 48 uur in staking om gelijke lonen te eisen. Het ging voornamelijk om vrouwelijk personeel dat al jaren gebukt ging onder loonverschillen. Op basis van strijd werden gelijke lonen en een compensatie van 567 miljoen euro afgedwongen. Dit was enkel mogelijk na een goed voorbereid actieplan dat opbouwde naar een 48-urenstaking met honderden piketten (aan basisscholen, kinderopvang, schoonmaakdepots, gemeentediensten, …) en een betoging met 10.000 mensen, waaronder veel vrouwen maar ook mannelijke collega’s. Zonder solidariteit onder alle collega’s en dus ook tussen vrouwen en mannen, was dit niet mogelijk geweest. Zo besloten 600 afvalophalers om de staking uit solidariteit te ondersteunen. Solidariteit en eenheid in strijd zijn essentieel om overwinningen te boeken.

    Ook in België zijn overwinningen mogelijk

    Laten we samen mobiliseren naar de nationale betoging tegen geweld op vrouwen van 24 november. We kunnen de komende weken de discussie aangaan over onze eisen en methoden om overwinningen te boeken. Met ROSA benadrukken we de noodzaak van strijd voor financiële onafhankelijkheid. Dat is nodig om een obstakel voor het verlaten van een gewelddadige partner weg te nemen. Het is niet alleen een strijd van vrouwen, maar van vrouwen en mannen samen tegen onderdrukking, onzekerheid en het daaruit voortkomende geweld. De betoging van 24 november is ook belangrijk om de eis van een hoger minimumloon onder de aandacht te brengen.

    Afspraak op 24 november om 13u30 aan Brussel-Centraal. Neem deel aan het strijdbare blok van ROSA dat de strijd tegen seksisme koppelt aan die tegen het systeem.

     

    Noten

    1. Le Monde selon les femmes, « Pourquoi les politiques d’austérité touchent davantage les femmes ? » in Recherche &Plaidoyer, Brussel, 2016.
    2. http://www.femmesprevoyantes.be/wp-content/uploads/2017/09/Analyse2012-grossesse-et-violences.pdf
    3. http://www.fgtb.be/documents/20702/312330/Gazette+p%C3%A9nibilit%C3%A9/d6fb961a-bcd6-490b-a4b3-470ceabd5252
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop