Category: Lonen

  • Loononderhandelingen in het najaar… Opgelet, zwakheid zet aan tot agressie!

    Artikel door Nicolas Croes uit de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’

    koopkrachtStilaan worden de voorbereidingen getroffen voor de onderhandelingen over een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) dat de arbeid- en loonvoorwaarden in de private sector bepaalt. Het komt midden de aankondigingen van de verschillende besparingsoperaties op federaal, regionaal en lokaal vlak. En ook inzake de lonen ziet het er niet goed uit. Ook op dat vlak zal verzet nodig zijn.

    We weten nog niet exact wat er op het menu zal staan. De werkgeversfederaties zwijgen nog even in blijde verwachting van de cadeaus die ze van de Zweedse coalitie verwachten en ze willen ook niet te veel olie op het vuur gieten in de aanloop naar het ABVV-congres van oktober. Maar de grote lijnen van wat ons te wachten staat, zijn wel duidelijk. Bij de laatste verkiezingen en ook daarna, hielden de werkgeversfederaties zich niet in om hun eisen op tafel te leggen. Ze deden dat met een zelfvertrouwen dat groter dan ooit tevoren was, ook langs Franstalige kant.

    Alle verhaaltjes over de zogenaamde concurrentiepositie van de bedrijven zijn uiteraard niet nieuw, deze plaat is al jarenlang grijsgedraaid. Maar iedere nieuwe gelegenheid wordt aangegrepen. Nu roept Philippe Godfroid, de voorzitter van de Union des Classes Moyennes (UCM, Franstalige tegenhanger van Unizo), op om “krachtige en moedige beslissingen te nemen om de kost van arbeid te verminderen, de eindeloopbaan en de berekening van de pensioenen te moderniseren, de vorming te verbeteren, de arbeidsmarkt te flexibiliseren, …” Uiteraard willen de werkgevers dat enkel voor het ‘welzijn van iedereen’ en niet enkel om de eigen winsten op te drijven. Straks moeten we de werkgevers nog bedanken voor de opofferingen die steeds van onze kant moeten komen.

    Zijn de Belgische werkenden te gulzig?

    De twee vorige IPA-onderhandelingen hebben niet tot een akkoord geleid. De federale regering legde daarop eenzijdig een loonnorm op met een Koninklijk Besluit. Voor 2011-2012 ging het om een loonstop in het eerste jaar en een verhoging van amper 0,3% in het tweede jaar. Voor 2013-2014 werd een complete loonstop opgelegd. Ongetwijfeld zal het patronaat zich gesterkt voelen nu er een openlijk rechtse regering zit aan te komen.

    In maart van dit jaar stelde de Europese Commissie in een rapport over de komende IPA-onderhandelingen: “Bovenop de maatregelen die de buitensporige toename van de lonen in het verleden moesten corrigeren, probeerde de regering tevergeefs om de wet van 1996 aan te passen om een toekomstige scheeftrekking tussen de lonen en de productiviteit tegen te gaan.” (Macro-economische onevenwichten België 2014). De wet van 1996 heeft tot doel om de evolutie van de lonen in ons land aan te passen aan deze in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het idee is om de logica van een bevriezing van de lonen door te trekken, minstens tot in 2018. Voor de Europese Commissie moet dit op tijd worden doorgevoerd zodat het reeds op het IPA van 2015-16 van toepassing zou zijn.

    En zelfs dat zou niet volstaan. “Zelfs indien de nationale loonnorm strikter wordt gemaakt, kan de loonhandicap groter worden door het algemeen toepassen van de automatische indexering van de lonen op sectorniveau.” Eens te meer wordt voorgesteld om de indexering van de lonen aan te pakken. Het patronaat droomt daar al jaren van.  In het document ‘Strategie 2010’ verklaarde het VBO zonder omwegen dat de “afschaffing van de automatische loonindexering de beste oplossing is voor het verbeteren van de concurrentiekracht van de Belgische bedrijven.” Een totale afschaffing van de index staat wellicht niet op de agenda, maar een nieuwe ondermijning ervan wel. Dat komt bovendien na alle eerdere ‘aanpassingen’ die de index al sterk ondermijnd hebben.

    Een studie van het Europees Vakbondsinstituut (European Trade Union Institute, ETIU) vorig jaar gaf op basis van de gegevens van de Europese Commissie nochtans aan dat de reële lonen (dat is dus zonder inflatie) in België in de periode 2009-2013 slechts stegen met 0,0901% en in 2000-2008 met 0,4593%. Maar dan zouden de werkenden gulzig zijn?

    Overlegsyndicalisme faalt

    De grote bedrijven hebben geen gebrek aan geld, integendeel. In mei titelde L’Echo nog: “26 miljard ongebruikte cash bij grote Belgische bedrijven” (21 mei). De 150 grootste bedrijven in ons land houden een investeringsstaking. We zullen de middelen moeten zoeken waar ze zitten, het gaat overigens om middelen die ons toebehoren. Het zijn immers de arbeiders die rijkdom creëren en niet de aandeelhouders.

    De strategie van overlegsyndicalisme – het is te zeggen het mee beheren van de sociale achteruitgang – heeft gefaald. Sinds 1981 hebben de opeenvolgende aanvallen op onze lonen en uitkeringen geleid tot een vermindering van onze koopkracht met naar schatting meer dan 20%, indien ook rekening wordt gehouden met de prijs die we betalen door de manipulaties aan de index.

    Wanneer zullen de vakbonden de strijd ernstig voorbereiden met algemene vergaderingen op de werkvloer, werkonderbrekingen en sectoriële en interprofessionele vergaderingen om te informeren, mobiliseren en de werkenden te betrekken in een gedurfd oplopend actieplan met algemene stakingen? Geen enkele sector wordt vandaag gespaard, de confrontatie wordt op alle vlakken gevoerd of voorbereid. Het potentieel van gezamenlijke strijd is groot, het komt er nu op aan om dit potentieel te organiseren!

     

     

  • Voor een leefbaar minimumloon van 15 euro per uur

    Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De gemeenteraad in de Amerikaanse stad Seattle besliste eind mei om toe te geven aan de maandenlange campagne van de beweging 15 Now die een massabeweging op de been bracht rond de eis tot het invoeren van een minimumloon van 15 dollar per uur. Deze overwinning zal inspirerend werken voor soortgelijke eisen in de rest van de Verenigde Staten, maar ook in België kan een dergelijke eis een belangrijk strijdpunt worden.

    Ook in België zouden heel wat werknemers erop vooruitgaan bij de invoering van een minimumloon van 15 euro per uur. Zo’n uurloon zou voor een voltijdse werknemer neerkomen op een bruto maandloon van zo’n 2.565 euro, of 1.650 euro netto voor een alleenstaande bediende. In 2012 verdienden maar liefst 40% van de Belgische werknemers minder dan dit bedrag, vooral in sectoren zoals de schoonmaak, verkoop, horeca of de textielindustrie (1). Bij de laagste lonen vinden we vooral jongeren, lager geschoolden en vrouwen. Bijna 70% van de werknemers met de gemiddeld laagste lonen in ons land (minder dan 1.967 euro bruto per maand) zijn vrouwen (2)!

    Bovendien voert het patronaat de voorbije jaren systematisch de druk op om de lageloonsector in ons land verder uit te breiden. Op vraag van bedrijven zoals Walibi en Studio 100, het bedrijf dat naast de producent van televisieshows zoals Kabouter Plop, Bumba en Megamindy ook de uitbater van het pretpark Plopsaland is, werd voor de sector van de toeristische attracties in 2003 het nieuwe paritair comité 333 opgericht, met lonen die ver onder het nationaal gemiddelde vallen. Een bediende in onze pretparken wordt nu tewerkgesteld aan een uurloon van slechts 9,34 euro per uur, een schril contrast met de winsten voor de aandeelhouders. Op een omzet van 153 miljoen euro in 2012 boekte Studio 100 een brutowinst van 41 miljoen euro (27%)! In 2010 voerde het personeel van Walibi nog actie tegen deze extreem lage lonen en slechte werkomstandigheden (3).

    Ook in de sector van de verkoop en grootwarenhuizen staan de reeds lage lonen verder onder druk. Nadat Carrefour in de periode 2008-2010 er via sluitingen van winkels en franchiseringen reeds in slaagde de lonen van haar werknemers te drukken, is het nu de beurt aan Delhaize om dezelfde tactieken te gebruiken. Ook bij de supermarkt met het leeuwenlogo is het de bedoeling zoveel mogelijk warenhuizen naar paritaire comités af te schuiven waar de lonen lager liggen en de werkomstandigheden slechter zijn.

    Een andere tactiek om steeds meer mensen naar de lageloonsector af te laten glijden, is de voortdurende aanval tegen werklozen. Een van de gevolgen van de laatste aanval op deze uitkeringen door de regering-Di Rupo is dat vanaf 1 januari 2015 zo’n 55.000 mensen in ons land die overleven met een zogenaamde ‘wachtuitkering’ van de RVA dit inkomen dreigen te verliezen. Het officiële verhaal van de regering en het patronaat is dat zo’n aanpak de werklozen zal ‘activeren’ en hen zal dwingen naar werk te zoeken. Met zo’n 669.032 ‘officiële’ werklozen voor slechts 90.547 vacatures (4) zal zo’n aanpak er enkel toe leiden dat nog meer werklozen moeten concurreren voor veel te weinig jobs, en nog meer werknemers verplicht zullen worden gelijk welke arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Koren op de molen van die bedrijven die zich specialiseren in extreem lage lonen…

    En nog is het niet voldoende: de Nationale Bank adviseerde de regering begin juni om de pensioenen en werkloosheidsuitkeringen verder te laten zakken. Als zulke berichten naar buiten komen, staan neoliberale economen zoals Geert Noels klaar om de journalisten duiding te geven: “We moeten beseffen dat er harde besparingen nodig zullen zijn in onze sociale uitgaven en subsidies: het bord is te groot, en schaadt de solidariteit en de houdbaarheid van ons model” (5).

    Burgerlijke economen bevestigen hiermee dat het kapitalisme steeds minder in staat is degelijke lonen, pensioenen en uitkeringen te voorzien voor de meerderheid van de bevolking. Jobs verdwijnen, uitkeringen worden geschrapt. En voor diegenen die nog aan werk geraken, blijven de lonen steeds verder zakken. Wij zijn het eens met Geert Noels dat dit model niet langer houdbaar is!

    Laat ons dus een voorbeeld nemen aan de strijd die gevoerd is in Seattle. Laten we ons niet langer neerleggen bij de dictaten van de kapitalistische vrije markt, maar bouwen aan een stevige tegenbeweging die de strijd kan voeren voor voldoende jobs aan degelijke lonen. Als deze eis onverenigbaar blijkt met de recordwinsten en toplonen voor het patronaat, laten we dan ook meteen afrekenen met dit systeem en het vervangen door een democratisch socialisme, waarbij de rijkdommen collectief beheerd worden, en degelijke levens- en werkomstandigheden voor iedereen mogelijk zijn!

     

    Noten

    (1) Zie cijfers Statbel:
    http://statbel.fgov.be/nl/binaries/SES%202010_Loon%20naar%20werken_NL_tcm325-206807.pdf

    (2) Cijfers 2009, zie “De Loonkloof en het Glazen Plafond in België” door Nick Deschacht ea.: http://mosi.vub.ac.be/papers/DeschachtBeartsGuerryMOSI38.pdf

    (3) Zie ons artikel: www.socialisme.be/nl/6739/

    (4) Cijfers april 2014

    (5) Le Soir, 10 juni 2014: « La BNB conseille de baisser les pensions » : http://www.lesoir.be/567300/article/economie/2014-06-10/bnb-conseille-baisser-pensions

  • Extra koopkracht afdwingen? Het kan… maar de loonstop moet volledig van tafel!

    Er zijn enkele eerste voorbeelden van bedrijven waar extra koopkracht voor de werkenden werd bekomen. Dat gebeurde onder meer bij Solutia in Gent, Innovia in Merelbeke en Evonik in Antwerpen, in de chemische sector. Telkens werd de loonstop officieel niet doorbroken, maar kwam er een extra premie in de vorm van een premie via CAO 90. Maakt die maatregel de loonnorm overbodig of zijn er addertjes onder het gras?

    De CAO 90 omvat het stelsel van een niet-recurrente resultaatgebonden premie die buiten de loonnorm valt en daarom kan gebruikt worden om de koopkracht van het personeel te versterken zonder de strikte regels van de regering te overtreden. Bij Evonik, het vroegere Degussa, werd na een korte staking een premie van 750 euro per personeelslid afgedwongen. Een mooi bedrag dat op basis van een strijdbare opstelling werd bekomen. Hiernaast werden ook toegevingen gedaan op het vlak van de tweede pensioenpijler.

    Het is begrijpelijk dat alle mogelijke middelen worden uitgeprobeerd om de loonnorm te doorbreken of althans de koopkracht te verbeteren. Zeker in een sector waar grote winsten worden geboekt en de directie zichzelf riante loonsverhogingen toekent, wil het personeel een deel van de koek. Maar een premie onder CAO 90 is uitdrukkelijk “niet-recurrent”, wat in mensentaal evenveel betekent als “eenmalig” waardoor het telkens opnieuw moet afgedwongen worden en bovendien afhankelijk is van de resultaten van het bedrijf.

    De premie geldt niet als loon waardoor er ook geen sociale rechten mee opgebouwd worden. De premie wordt dus niet opgenomen in de berekening van vakantiegeld en eindejaarspremie. De inkomsten voor de sociale zekerheid en de gemeenschap zijn beperkter, zo is er geen bedrijfsvoorheffing op verschuldigd. Tenslotte is het bedrag beperkt om van fiscale voordelen te kunnen genieten, vanaf 1 januari 2013 is dat 3.100 euro.

    Voor de invoering van een loonstop werd een dergelijke premie vooral gebruikt als een voor de werkgever goedkope mogelijkheid om de koopkracht van het personeel te versterken. Volgens SDWorx kreeg voor mei van dit jaar 15% van de bedienden en 12% van de arbeiders een dergelijke bonus, in de metaalsector ging het om 24% van de arbeiders.

    Bij gebrek aan een algemene strijd tegen de loonnorm – het potentieel was nochtans aanwezig met sterke mobilisaties voor de zomer die jammer genoeg telkens zonder duidelijk vervolg bleven – staan de delegees er in de bedrijven alleen voor. Het is positief dat hier en daar maatregelen inzake koopkracht worden afgedwongen, maar het zal erop aankomen om die kleine overwinningen te gebruiken als opstap naar een algemene strijd tegen de loonstop.

    In het relanceplan van de regering werd geen hervorming van de wet van 1996 over de concurrentiekracht opgenomen, die hervorming was gericht op het invoeren van een quasi permanente loonstop. Dat gaat naar een werkgroep waardoor er even wat uitstel is. Als dat voorstel voorlopig niet meer op tafel ligt, is het om een harde confrontatie met de arbeidersbeweging te vermijden. Na de verkiezingen zullen mogelijk nog asocialere maatregelen voorgesteld worden. De regering wil tijd winnen in de aanloop naar de verkiezingen. Laat ons van die tijd gebruik maken om ons verzet ernstig te organiseren. Niet met gezondheidswandelingen maar door een informatie- en sensibiliseringscampagne waarmee een krachtsverhouding wordt uitgebouwd.

  • Maar onze lonen vinden ze te hoog…

    Voor 290.000 euro doen zij het niet

    Een voorzichtige poging tot loonstop voor topmanagers in de publieke sector werd meteen afgekraakt. Voor een “missionarisloon” wil Luc Van Den Bossche (ex-SP.a-parlementslid) niet werken. Zijn collega Jean-Luc Dehaene (nog steeds CD&V-Europarlementslid) vond het getuigen van “populisme” en stelde dat het “ridicuul” is om de lonen te beperken tot 290.000 euro per jaar. Kersverse spoorbaas Jo Cornu verklaarde dat managers “steeds meer beperkingen” opgelegd krijgen waardoor “veel managers die topjobs niet meer willen doen.” Hij voegde er aan toe: “De overheid jaagt iedereen naar het buitenland”.

    Artikel door Geert Cool

    Wat een verschil met hun houding tegenover onze lonen! Over onze lonen zijn alle gevestigde politici en hun collega’s in de raden van bestuur van diverse grote publieke en private bedrijven het allemaal eens: die zijn te hoog. Als wij een normaal loon krijgen, trekken de bedrijven naar het buitenland omdat het daar goedkoper is. Als toplui geen extravagante lonen krijgen, willen ze hier niet meer werken. En dan is de conclusie dat wij onverantwoord zijn als we de loonstop niet aanvaarden?!

    Op de inhaligheid van de kleine toplaag staat geen grenzen. Om hun gouden bonussen en bijhorende parachutes op peil te houden, moeten wij steeds opnieuw inleveren. Het is dan ook geen toeval dat de kloof tussen arm en rijk toeneemt. In de VS waren de 1% rijksten vorig jaar goed voor 19% van alle inkomsten, het grootste aandeel sinds 1928. De 10% rijksten waren goed voor 48,2% van alle inkomsten. In ons land is het niet anders: de 20% meest vermogende gezinnen zijn goed voor 61,2% van het totale vermogen terwijl de 20% armste gezinnen het met 0,2% van dat vermogen moeten stellen.

    Maar alles kan beter. De 20% rijkste Duitse gezinnen nemen 76,3% van alle vermogen voor hun rekening, daar kunnen de 20% rijkste Belgische gezinnen dus nog niet genoeg mee concurreren. Terwijl 2,7% van de Belgische gezinnen een negatief nettovermogen heeft (met meer schulden dan bezittingen) loopt dat in Duitsland op tot 7,4% en in Nederland tot 11,7%. Het aantal werkenden dat in armoede verzeild geraakt, neemt snel toe in Duitsland. Waarom denk je dat de gevestigde politici en werkgevers zo graag zwaaien met het Duitse model van lage lonen voor ons en extra hoge winsten voor zichzelf? Na het Duitse model kan misschien het Russische volgen, daar is 35% van alle rijkdom in handen van amper 110 mensen. Zo concurreren ze ons aan de bedelstaf.

    Het is een kleine toplaag die het vandaag voor het zeggen heeft. Zij benoemen elkaar in lucratieve postjes en overstelpen elkaar met complimenten en prijzen. Waarom gaat de Nobelprijs voor economie telkens naar iemand die de crisis niet had zien aankomen en pakweg niet naar een alleenstaande moeder die erin slaagt om met een aalmoes-uitkering rond te komen? De toplaag staat mijlenver van onze realiteit. De Britse premier Cameron viel uit de lucht toen een journalist hem vroeg hoeveel een brood kost. Zouden zijn Belgische collega’s het wel weten? Zij leven in een ivoren hangmat.

    De topmanagers beschikken over tal van politici en partijen om hun belangen te verdedigen. De overgrote meerderheid van de gewone werkende bevolking en hun gezinnen niet. Het ABVV van Charleroi nam een belangrijke stap door een oproep en campagne te lanceren rond de noodzaak van een politiek verlengstuk. In een breed verspreide brochure stelt het ABVV-Gewest: “Wij hebben een nieuwe politieke strategie nodig, want zonder sterke politieke spreekbuizen aan de linkerzijde zijn wij gedoemd om steeds achteruit te gaan. Wij kunnen misschien de schade beperken, maar op lange termijn zijn al onze verworvenheden gedoemd om te verdwijnen. Om de krachtsverhoudingen ten opzichte van het patronaat en rechts te veranderen, hebben wij een sterk ABVV nodig en een nieuwe linkse politieke kracht die deze naam waardig is.”

    Het versterken van de oproep van Charleroi door de discussie over een politiek verlengstuk zo breed mogelijk te voeren, is een taak die wij mee willen opnemen. De brochure van het ABVV van Charleroi is nu ook in het Nederlands beschikbaar en kan dienen als basis voor discussie onder syndicalisten en daarbuiten. LSP heeft voor de verkiezingen van 2014 ook een oproep gedaan om tot linkse eenheidslijsten te komen, bijvoorbeeld onder de naam PVDA-Eenheid. Vooralsnog wordt LSP echter buiten iedere discussie over het openstellen van PVDA-lijsten gehouden.

    Met zwijgen of berusten zal de arbeidersbeweging geen stappen vooruit zetten. We moeten nagaan hoe we de strijd voor onze belangen op syndicaal en politiek vlak kunnen voeren. LSP heeft daar uitgesproken meningen over en is met bescheiden middelen actief als onderdeel van de arbeidersbeweging. Versterk ons daarin, steun dit maandblad door er een vaste lezer van te worden met een abonnement, ga met ons in discussie en sluit je aan bij de linkse socialisten!

  • Actie tegen loonstop

    Op 26 september was er in Brussel een actie van een 100 tot 200 militanten die protesteerden tegen de loonstop. De Belgische regering wil minstens voor 2013-14 en mogelijk ook daarna alle lonen bevriezen. Althans alle lonen van gewone werkenden. Het initiatief voor de actie van vorige week ging uit van de CNE (Franstalige christelijke bediendenbond), de Brusselse afdeling van ACOD-LRB (Lokale en Regionale Besturen) en de Europese Actiecomités. De actie had als centrale slogan: “Bevries de winsten, niet de lonen”. Het was een kleine actie, maar er ging een groot enthousiasme van uit.

    Maxime (Brussel)

    We mogen het belang van de voorgestelde maatregelen niet onderschatten. De regering wil de wet op de concurrentiekracht van 1996 aanpassen. Achter de loonstop zit een ideologische logica van een neoliberaal beleid dat ‘structurele hervormingen’ en ‘besparingen’ centraal stelt. De Belgische regeringen richten zich tegen de werklozen, de gebruikers en het personeel van het openbaar vervoer, cultuur, onderwijs, gezondheidszorg,… Dat dient allemaal om de ‘noodzakelijke’ inspanningen te leveren en te antwoorden op de eisen van strikte begrotingen.

    Alle regeringen (en ook de ‘socialisten’ die er in zitten) aanvaarden de recepten van de rechterzijde en het patronaat als enige oplossingen om ‘uit’ de crisis te geraken. Dat die crisis zelf werd uitgelokt door een bankencrisis in 2008 en de reddingsoperatie die erop volgde, is al lang vergeten. Het probleem oplossen door het erger te maken, zal niet leiden tot vooruitgang voor de werkende bevolking.

    De besparingslogica en de retoriek van ‘redelijke inspanningen’ (zoals het verkondigd wordt door bepaalde ‘onpartijdige’ journalisten), is er vooral op gericht om de winsten van de grote kapitalisten in stand te houden. De regeringen nemen maatregelen die de economische vooruitzichten verder ondermijnen, ze knippen in onze koopkracht. Om de winsten op peil te houden, wordt vervolgens ingehakt op alle sociale verworvenheden van de arbeidersbeweging. In naam van de concurrentiepositie worden onze lonen aangepakt en dat is nog maar het begin. Alle arbeidsvoorwaarden liggen onder vuur.

    Het verzet tegen dit beleid is belangrijk. Er is een actiebereidheid, dat bleek eerder bij zowat alle syndicale acties dit jaar. We moeten aansluiting vinden bij een democratisch strijdsyndicalisme. Een actieplan om ook over te gaan tot algemene stakingen is nodig om vanuit de basis een krachtsverhouding uit te bouwen.

    Hieronder enkele foto’s van de actie op 26 september, foto’s van ‘Solid Photos’.

  • Zij blokkeren onze lonen? Blokkeer hun beleid!

    De regering heeft voor 2013-2014 een loonstop opgelegd en wil dat de komende jaren verderzetten. Dat heeft tot heel wat ongenoegen geleid. Onze lonen zitten in de diepvries, maar de facturen en kosten niet. De ondermijning van de indexering zorgt er bovendien voor dat de automatische aanpassing van de lonen de reële levensduurte niet volgt.

    Schrok je ook toen je je energiefactuur in handen kreeg? Je geld werd goed besteed: Elia (de beheerder van het elektriciteitsnet in ons land) heeft het onder meer gebruikt om zijn voormalige baas, Daniel Dobbeni, als consultant aan te werven. Voor een missionarisloon kan dat niet, de man krijgt 400.000 euro voor een opdracht van 170 dagen. Dat is 2.400 euro per dag!

    De vakbonden verzetten zich tegen de loonstop en tegen de schandalige toplonen in zowel de publieke als de private bedrijven. Zelfs in de media weerklonken kritische stemmen. Maar met kritische opmerkingen en veroordelingen zullen we er niets aan veranderen. De Franstalige metaalbond van het ABVV, het MWB, trok naar de Raad van State en kreeg daarbij de steun van de Franstalige bediendenbond van het ACV, het CNE. Daarna trokken de drie grote vakbonden naar de Internationale Arbeidsorganisatie. In beide gevallen werd de beperking van de vrijheid van onderhandelen als argument ingeroepen.

    “De loonstop verhindert ons om een loonsverhoging te onderhandelen, wat nochtans een basisrecht van de werknemers is. Het is een inbreuk op de internationale conventies inzake vrijheid van onderhandelen”, aldus ACV-voorzitter Marc Leemans. Dat klopt. Maar wat indien de Internationale Arbeidsorganisatie België veroordeelt? Dan zou dat een morele blaam zijn en “een affront voor ons land”, aldus Leemans. “België zou landen als Colombia en Guatemala vervoegen, landen die met de vinger worden gewezen door de Internationale Arbeidsorganisatie.” Het patronaat en de regering beven wellicht van de schrik…

    We hebben er geen probleem mee dat alle mogelijke middelen worden aangewend om de werkenden, hun sociale verworvenheden en rechten te verdedigen. Dat kan ook de gerechtelijke weg of de Internationale Arbeidsorganisatie omvatten. Maar laat ons duidelijk zijn: zonder het gewicht van actieve strijd van de georganiseerde arbeidersbeweging was de 8-urendag of het stakingsrecht er nooit gekomen. Zonder een krachtsverhouding op straat en in de bedrijven op te bouwen, is het onmogelijk om de asociale tsunami van het patronaat en haar politieke marionetten een halt toe te roepen. De kleine juridische en andere middelen kunnen enkel dienen om de effectieve strijd te versterken, niet als excuus om de strijd op het terrein uit de weg te gaan.

    De vakbonden wijzen er terecht op dat het overlegmodel constant onder vuur ligt door het patronaat en de winsthonger. Het is hoog tijd dat hier conclusies uit worden getrokken om terug te keren naar een strijdbaar syndicalisme waarbij de strijd doeltreffend en democratisch wordt georganiseerd. Voor de zomer werden alle oproepen tot actie enthousiaster en massaler overgenomen dan verwacht, maar telkens opnieuw bleef het wachten op een vervolg laat staan op een duidelijk en opbouwend actieplan. We hebben kostbare tijd verloren, maar het is niet te laat om onze strijd te organiseren.

    Op 26 september was er een kleine betoging tegen de loonstop op initiatief van het CNE, de Brusselse afdeling van ACOD LRB (Lokale en Regionale Besturen) en de Actiecomités tegen besparingen in Europa. Het was een beperkte actie die niettemin aantoonde dat we op basis van actief verzet wel degelijk openingen kunnen maken om zo tot resultaten voor de arbeidersklasse te komen.

  • Niet de lonen, maar de winsten moeten bevroren worden!

    Op 26 september omsingelen we het parlement!

    Oproep van de organisatoren

    In naam van het heilig concurrentievermogen heeft de regering een wet op de “loonmatiging” gelanceerd. Het federaal parlement zal die wet binnenkort goedkeuren; dat zou in principe reeds gebeurd zijn in 2012 met het oog op de begroting van 2013.

    We moeten ons met kracht tegen dit wetsontwerp verzetten, dat leidt tot nog meer verarming van de werkers, ten voordele van de aandeelhouders! Daarom omsingelen we het Parlement op 12 september aanstaande!

    Door een wijziging aan de wet van 1996 op het concurrentievermogen (wet op de loonnorm) wil de regering onze lonen blokkeren tegenover de buurlanden: Frankrijk, Nederland maar vooral in verhouding met Duitsland. En dat voor meerdere jaren!

    Het Duits model is dé inspiratiebron geworden van onze regeerders. Over de duistere kanten van dit model zijn ze echter nogal zwijgzaam: geen minimumloon, geen indexering van de lonen, 7 miljoen mini-jobs aan 400 euro per maand, 15% armen… Volgens het Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung daalde het gemiddelde reële brutoloon in Duitsland in de periode 2000-2010 met 4,2%, de laagste lonen daalden zelfs met 20% .

    We zitten dus echt in een wedloop om het laagste loon, en volgens onze regering moet België deze wedloop ‘winnen’ … Wij verzetten ons tegen het uitspelen van de de Europese arbeiders tegen elkaar en wij willen niet weten van een wet die de werkers verarmt! De regering blokkeert de lonen, maar van een bevriezing van de winsten van de patroons en de bedrijven is geen sprake. En ze staat altijd klaar om miljarden overheidsgeld te pompen in ‘onze’ banken, die nochtans verantwoordelijk zijn voor de crisis.

    Aan ons loon zitten, dat is volgens de regering blijkbaar goed voor het ‘ondernemersklimaat’, voor de ‘competitiviteit van onze bedrijven’, en vette bonussen trekken zogezegd investeerders en bekwame bedrijfsleiders aan…

    Men zegt er niet bij dat in de afgelopen 10 jaar de Belgische bedrijfswinsten met meer dan 75% gestegen zijn, dat de aandeelhouders drie maal zoveel dividend binnenhaalden, maar dat het beschikbaar inkomen van de gezinnen slechts met 13% steeg …

    We hebben genoeg van de georganiseerde armoede!

    BIJEENKOMST OP 26 SEPTEMBER TE 17u AAN DE CONGRESKOLOM (Koningsstraat, buiten de neutrale zone)

    Dit is een initiatief van CNE, ACV Brussel, ACOD LRB Brussel en de ACSIE-comités (ACtie tegen de Soberheidspolitiek In Europa) / Comités Action Europe (CAE) een samenwerking van syndicale militanten, andersglobalisten, indignados en verontwaardigde burgers. Meer info op Facebook

  • Verdienen wij te weinig?

    In de vergelijking van het jaarloon van premier Di Rupo en postbaas Thijs, moeten we ons volgens Karel Vinck (ex-spoorbaas) niet de vraag stellen of Thijs teveel verdient maar wel of Di Rupo te weinig verdient. Het is een interessante piste om in het debat over de toplonen de vraag te stellen of diegenen die geen toploon hebben niet meer moeten verdienen. Waarom zouden we de vraag van Vinck immers beperken tot het loon van de premier?

    Een jaarloon van 1,1 miljoen euro voor Johnny Thijs is volgens specialisten niet overdreven. Het ligt immers “in de lijn van wat de markt betaalt”, aldus een professor aan de Vlerick Business School in De Tijd van dit weekend. Professor Baeten: “Het gemiddelde bij de Bel20-bedrijven ligt op 1 à 1,5 miljoen euro. 290.000 euro ligt daar toch een heel stuk onder.” Het blijf toch opvallend dat ‘de lijn van de markt’ voor toplui betekent dat naar boven wordt gekeken – wie verdient meer? – terwijl er voor gewone werkenden naar beneden wordt gekeken, zoniet zouden we niet concurrentieel zijn.

    Het ligt effectief in “de lijn van de markt” om toplui steeds meer te betalen en gouden parachutes aan te bieden. Midden jaren 1970 verdiende een CEO van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven gemiddeld 25 keer zoveel als een gewone werkende, tegen 1990 was dat 100 keer zoveel en tegen 1996 al 210 keer zoveel. Het neoliberale offensief van de jaren 1990 heeft geleid tot een explosie van de lonen van topmanagers. Een CEO van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven verdiende in 1993 gemiddeld 3,7 miljoen dollar, in 2006 was dat al 9,1 miljoen dollar. De managers zijn een instrument van de aandeelhouders die nauwlettend toezien op hun winsten. Er is hierdoor een markt om de meest bloeddorstige manager te vinden die bereid is om sociale bloedbaden aan te richten zonder een krimp te geven. (Lees ook dit artikel: ‘De nieuwe kapitalistische elite’).

    Ook in de publieke sector is er een explosie van lonen voor topmanagers. Waar de openbare bedrijven in de VS begin jaren 1990 minder dan 5% van hun netto-inkomsten aan hun top vijf van CEO’s besteedden, was dat op het begin van deze eeuw opgelopen tot meer dan 10%. Het ligt dus inderdaad in de lijn van de markt om toplui meer te betalen. Net zoals het in de lijn van de markt ligt dat er langs onze kant een dalende tendens is. Maar moeten we de ‘lijn van de markt’ dan zomaar aanvaarden? Het lag ook in deze lijn dat de zeepbel van de bankenspeculatie werd doorprikt en de gemeenschap een loodzware schuldenlast werd opgedrongen.

    Voor oud-spoorbaas Karel Vinck verdient Thijs niet teveel. De voormalige overheidsmanager die zelf ook een riant loon kreeg stelde: “Goede overheidsmanagers moet je goed betalen. Al de rest is zuiver populisme. Wat Thijs verdient, is niet overdreven. Hij heeft dat uitstekend gedaan in een moeilijke politieke en syndicale context. Vergeet niet dat hij Bpost door een zeer grote herstructurering heeft geloodst. Als dat mislukt was, had dat de overheid zeer veel kunnen kosten.” Thijs heeft dus met succes een sociaal bloedbad aangericht en mag daar goed voor betaald worden, aldus onze neoliberale orakels. De sociale prijs voor de gemeenschap, onder meer op het vlak van werkgelegenheid, is niet hun probleem. Neen, dat komt op het conto van de falende overheid (je weet wel, diezelfde overheid die hen dik betaalt om sociale bloedbaden aan te richten).

    Terwijl de regering voor ons een uiterst strikte loonnorm heeft opgelegd, pleit Karel Vinck onomwonden voor loonsverhogingen. Hij beperkt het dan wel tot bevriende toppolitici zoals de premier, maar het is een interessante piste om de ijstijd voor de lonen achterwege te laten. Vinck stelde: “De vraag is niet of Thijs te veel verdient. De vraag is eerder: verdient de premier wel genoeg. 290.000 euro is belachelijk voor alle verantwoordelijkheden die Di Rupo draagt om zo’n complex land te besturen. Betaal hem drie keer meer. Dan zit hij op het niveau van Thijs.”

    Een postbode die door weer en wind de verantwoordelijkheid heeft om bij iedereen de post bezorgen en daar straks misschien nog andere verantwoordelijkheden bijkrijgt (zoals het noteren van de stand op energiemeters), verdient belachelijk weinig. Moesten we hen nu eens drie keer zoveel betalen? Dan zitten ze nog ver onder het niveau van Thijs en zelfs een pak onder het niveau van Di Rupo.

    Wij stelden eerder voor om de maximale loonspanning – het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen – te beperken (Lees: ‘Minilonen voor ons, miljoenenlonen voor hen’). Dat is een oude eis van de arbeidersbeweging die overigens ook in de vakbonden wordt toegepast. Bij het ACV is er een maximale loonspanning van één op drie, met de voorzitter die netto aan ongeveer 4.000 euro per maand komt. Bij het ABVV verdient de top iets meer en komt De Leeuw aan ongeveer 4.700 euro netto per maand met een interne maximale loonspanning van één op vier.

    Nu reageren de vakbondsvoorzitters terecht op de toplonen van de managers. De Leeuw: “Politici vragen enorm zware inspanningen van de bevolking. Een postbode rijdt voor 1.300 à 1.400 euro per maand door weer en wind. En dat terwijl topmanagers hun neus ophalen voor een salaris dat hoger is dan dat van Di Rupo.” Als de grens van 290.000 euro wordt overschreden, “moet men ons niet komen spreken van loonmatiging”. ACV-topman Leemans brengt geen absolute grens, maar pleit voor een loonspanning van 1 op 7, dat is “voor het ACV het absolute maximum, ook bij overheidsbedrijven.”

    De syndicale reacties zijn terecht. Hopelijk wordt er ook iets mee gedaan en blijft het niet beperkt tot mooie woorden die geen vervolg krijgen. Het gemak waarmee de regering een loonnorm heeft opgelegd, was opvallend. Bij alle syndicale acties was er een grote aanwezigheid, vaak ondanks de desorganisatie en het gebrek aan ernstig actieplan. Hoeveel patronale provocaties en aanvallen zijn er nog nodig om een ernstig actieplan uit te werken?

  • Minilonen voor ons, miljoenenlonen voor hen

    Eerder dit jaar besliste de regering dat er in de sectoren geen overeenkomsten met loonsverhogingen mogen komen. De hoge ‘loonkosten’ zouden de concurrentiepositie van ons land ondermijnen. Vandaag wordt een ander loondebat gevoerd, we mogen topmanagers toch niet wegjagen door aan hun loon te knabbelen. Als Alexander De Croo zich tegen een inperking van lonen verzet, dan weten we dat het niet over onze lonen gaat. De voorstander van minilonen voor ons is tegelijk voorstander van miljoenenlonen voor hen.

    Het nieuwe loondebat barstte los naar aanleiding van het voorstel om de lonen van topmanagers van overheidsbedrijven te beperken tot 290.000 euro per jaar. Een bruto maandloon van 24.000 euro is wat premier Di Rupo verdient. Voor Johnny Thijs van Bpost is het echter een onaanvaardbaar laag bedrag. Voor minder dan 23 keer zoveel als een gemiddelde werknemer van Bpost wil Thijs niet werken. Niet dat hij in staat is om 23 postrondes op een dag af te werken.

    Als gewone werkenden nog maar een procent opslag vragen, worden ze door de gevestigde politici en de al even gevestigde media afgedaan als onverantwoordelijke egoïsten die niet beseffen dat het crisis is en die door hogere lonen te eisen de concurrentiepositie en dus de toekomst van de jongeren ondermijnen. Deze argumenten worden nooit gehanteerd als het om toplui gaat. Dan heet het plots dat we ‘loon naar werken’ moeten toekennen en dat de toplui toch hard werken. Alsof wij niet hard werken.

    Thijs werd meteen bijgetreden door Alexander De Croo (Open Vld), een politicus van een partij die minijobs met bijhorende minilonen wil stimuleren. Voor bevriende managers is een ‘miniloon’ natuurlijk niet aanvaardbaar. De Croo: “We moeten enige flexibiliteit behouden om goede mensen aan te werven om uitzonderlijke zaken te doen. Bpost naar de moderniteit loodsen, dat is geen alledaagse opdracht. (…) Hij heeft dat bedrijf gemoderniseerd zonder veel sociale conflicten. Ik begrijp dat hij niet van plan is die taak te blijven doen voor een kwart van het loon. Als je topmanagers wil aantrekken, moet je ze ook goed verlonen.”

    Voor het aantrekken van gewone werkenden, is een goed loon blijkbaar niet noodzakelijk. De postbodes die dagelijks door weer en wind hun door computerprogramma’s uitgewerkte routes moeten rondkrijgen, verrichten uiteraard geen ‘uitzonderlijke zaken’. Neen, dat is de alledaagse opdracht die ook met een miniloon kan verricht worden. ‘Concurrentieel’ heeft een verschillende betekenis voor gewone werkenden en voor topmanagers. Voor ons betekent het inleveren en twee, drie jobs combineren om rond te komen. Voor hen betekent het steeds hogere lonen.

    De verwezenlijkingen van Thijs worden geroemd: het feit dat hij de helft van de postkantoren liet sluiten en het voorbereiden van De Post op de liberalisering. Het jaarlijks aanrichten van een sociaal bloedbad (10.000 jobs weg op tien jaar!) zonder veel georganiseerde syndicale tegenstand – een verdienste waar de postbonden niet bepaald trots op horen te zijn – is volgens liberale politici (waaronder de postbaas zelf) een jaarloon van 1,1 miljoen euro waard.

    Nu verdient Thijs naar verluidt 23 keer zoveel als een gemiddelde werknemer bij Bpost, het verschil met het loon van een gewone postbode is groter dan dat. De afgelopen decennia is de kloof tussen de verloning van topmanagers en gewone werkenden scherp toegenomen. In de VS verdienden de CEO’s van de grootste bedrijven in 1980 42 keer meer dan de gemiddelde werknemer, in 2012 was dat opgelopen tot 380. In Rusland in 1917 werd een ander stelsel ingevoerd. Daar werd de maximale loonspanning – de verhouding tussen het hoogste en het laagste loon – beperkt tot een op vier. Als een gewone werkende met een normaal loon kan rondkomen, dan moet vier keer dat loon toch volstaan om een riant leven te leiden?

    In de strijd voor een verbetering van onze arbeids- en loonsvoorwaarden moeten we de excessen aan de top aangrijpen om hun hypocrisie aan te tonen. Dat aanklagen, zal echter niet volstaan. We moeten er gebruik van maken om een krachtsverhouding uit te bouwen om verbetering af te dwingen. Daarnaast moeten we de discussie aangaan over hoe het ‘management’ van overheidsbedrijven dient te gebeuren, door vetbetaalde managers of door democratisch verkozen vertegenwoordigers van personeel en gebruikers?

  • Breek de loonnorm! Geen bevriezing van de lonen!

    De ene provocatie volgt snel op de andere. We zijn amper bekomen van de maatregel die bepaalt dat onze lonen de komende twee jaar niet mogen stijgen of er worden al plannen gesmeed om tot een permanente loonstop te komen. En alsof dat nog niet genoeg was, staan de liberale extremisten van Unizo en VLD al klaar met hun Duitse mini-jobs met bijhorende mini-lonen.

    Artikel door Geert Cool uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’

    De afgelopen jaren werden de grote bedrijven in ons land getrakteerd op een fiscaal gunstregime. Allerhande ingewikkelde constructies zorgen ervoor dat multinationals amper nog belastingen betalen. In plaats van te investeren in spitstechnologie om armoede en miserie te bestrijden, lijkt er de afgelopen jaren vooral in fiscale spitstechnologie geïnvesteerd te zijn.

    Het resultaat is er naar: een enorme transfer van middelen van de gemeenschap – van ons allemaal dus – naar de zakken van de grote aandeelhouders. De topmanagers, aandeelhouders en speculanten zitten op een fenomenale geldberg. Maar hun inhaligheid kent geen grenzen, ze eisen steeds meer. Het nieuws dat er 25.000 miljard euro op rekeningen in enkele belastingparadijzen staat, wordt al gauw naar de achtergrond geduwd om onze lonen als het grote probleem voor te stellen.

    Alle obstakels voor het in stand houden van de recordwinsten worden onder vuur genomen. Van de belastingen bleef al niet veel over, dus wordt op andere ‘kosten’ gejaagd. Dat is waarom onze lonen vandaag in het vizier liggen. Officieel wordt gezegd dat iedereen in deze crisistijden inspanningen moet leveren.

    Dat geldt nochtans niet voor de grote aandeelhouders die nog nooit zo hard verwend werden en evenmin voor de topmanagers die steeds meer verdienen. Bovendien is nergens aangetoond dat een drastische loonsverlaging leidt tot economische groei. De Griekse werkenden leverden inmiddels soms tot de helft van hun inkomen in, maar zonder resultaat. Integendeel, na vijf jaar van crisis wordt nu al gesproken over een verloren decennium.

    In een aantal bedrijven in ons land legt het personeel zich terecht niet neer bij de loonnorm. Zo eist het personeel van Bayer in Antwerpen een opslag van 4%. Dat is nog een pak minder dan de 15% verhoging van de dividenden voor de aandeelhouders. ‘Onwettelijk’, schreeuwt de patroonsfederatie. ‘Onverantwoord’, vullen de gevestigde partijen aan. ‘Rode’ neoliberalen zoals minister De Coninck (SP.a) willen een loonstop op langere termijn opleggen en zelfs wettelijk verplicht maken. Waarom sociaal overleg tolereren als de uitkomst toch op voorhand vastligt: onze levensstandaard moet naar beneden.

    Als het van de donkerblauwe neoliberalen afhangt, moet nog een stap verder gegaan worden. In die kringen wordt gepleit voor mini-jobs met mini-lonen. Dat zou de toegang tot de arbeidsmarkt gemakkelijker maken. Vertel dat maar eens aan de 60% werkloze jongeren in Griekenland en Spanje! Of aan de ruim 30% werkloze jongeren in Brussel. Het doel van de donkerblauwen is duidelijk: de lonen drastisch naar beneden trekken.

    Overigens is het hypocriet dat zo’n partijvoorzitter als Gwendolyn Rutten met een bruto jaarloon van meer dan 200.000 euro voorstellen doet om minijobs aan 450 euro per maand in te voeren. Zelf verdient ze meer op een dag.

    Als we hen laten doen, zullen we steeds verder wegzakken in een neerwaartse spiraal van lage lonen, onzekere jobs en onveilige arbeidsomstandigheden. Niet onze lonen zijn de reden waarom de economie stokt. Dat komt door het falen van hun systeem. Een verkeerde diagnose van de problemen leidt tot verkeerde remedies. Bovendien gebeurt het met kwaad opzet: het verder verrijken van de superrijken ten koste van de levensstandaard van de overgrote meerderheid van de bevolking.

    Verzet is nodig, iedere zwakheid langs onze kant zal nieuwe patronale agressie uitlokken. Het breken van de loonnorm kan een eerste stap zijn om het tij te keren. Het ongenoegen neemt toe en moet dringend op een ernstige manier georganiseerd worden in een strijd die niet alleen gericht is tegen de sociale afbraak maar ook op het afdwingen van nieuwe verworvenheden. Het besparingsbeleid heeft zoveel tekorten gecreëerd (kinderopvang, plaats op school, betaalbare huisvesting, ouderenzorg,…) dat we ons niet kunnen beperken tot een defensieve strijd.

    LSP komt in die strijd op voor een socialistisch alternatief op het kapitalisme, een alternatief waar de noden en behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking – en niet de bankrekeningen in belastingparadijzen – bepalen wat en hoe er wordt geproduceerd.TEXT

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop