Category: Lonen

  • IPA. Gemiste kans voor een offensieve vakbondsstrategie

    Het voorstel van de door de regering aangestelde ‘bemiddelaar’, Tollet, staat zeer ver af van de eisen die in de acties en betogingen voor meer koopkracht en het verhogen van de bruto-lonen naar voor werden gebracht. De vakbonden vroegen een IPA met inhoud dat de solidariteit tussen alle werknemers versterkt, een verbetering van het bruto-inkomen, verhoging van het bruto interprofessioneel minimumloon en ruimte voor vrije onderhandelingen zonder dwingende loonnorm.

    LSP-pamflet

    Wat nu op tafel ligt is een EENMALIGE NETTO-verhoging van 125 € in 2009 en 250€ in 2010. Bovendien voert men het principe van de enveloppe-financiering in. Daardoor zal een beter akkoord in één sector gecompenseerd moeten worden door een slechter akkoord in een ander.

    Tegenover deze minimale, éénmalige nettoloonsverhoging vragen de patroons nogmaals verdere lastenverlaging: lineair voor elke werknemer, op de overuren en op de ploegenarbeid. Met andere worden de belastingsbetaler mag er voor opdraaien. In totaal zal dit ‘voorstel’ de patroons meer dan 1 miljard € aan overheidsgeld opleveren.

    Chantage van de loontrekkenden

    De regering heeft de onderhandelingen over de lonen gekoppeld aan die over de welvaartsvastheid van alle sociale uitkeringen, de vereenvoudiging van de banenplannen, de verhoging van de vergoeding voor de vele technische werklozen en de fiscale korting op overuren en ploegenpremies. Ze chanteert op deze manier de loontrekkenden en dit mogen we niet aanvaarden.

    Maar ook de vakbondsleiding moet stoppen mee te wandelen in een logica waarbij de arbeiders en bedienden zelf opdraaien voor de crisis. Hoeveel keer gaat men ons de welvaartsvastheid nog verkopen? Dat was toch al eerder verworven. Het optrekken van de uitkeringen van de werklozen, vervangingsuitkeringen en minima is positief en vooral hoogdringend. Dat dit net nu wordt doorgevoerd, nu de SPa, “onze bevoorrechte partner”, na 18 jaar regeringsdeelname in de oppositie beland is, zou ook tot nadenken moeten stemmen.

    Tienduizenden arbeiders dreigen de komende weken en maanden werkloos te worden of op tijdelijke werkloosheid te belanden. Het optrekken van de plafonds en de bedragen met 180€ gedurende de eerste 6 maanden en 90€ voor de volgende 6 maanden is dan ook logisch. Maar het is onvoldoende. De patroons moeten voorzien in bijpassingen op de werkloosheidsuitkeringen zodat niemand loonsverlies moet lijden.

    Dit IPA zal waarschijnlijk goedgekeurd worden. Het element van economisch crisis wordt door patronaat en regering misbruikt om een ja te krijgen van de vakbonden. Bovendien trekt men amper een week uit voor de raadpleging van de basis want op 22 december moet er een antwoord zijn. Zo kan er geen echte discussie en consultatie over het ontwerp van IPA plaatsvinden.

    We begrijpen dat in de huidige onzekere economische situatie sommige delegees en afdelingen zich eerder zullen onthouden dan tegen te stemmen. Want geen akkoord betekent dat waarschijnlijk ook de kleine verbeteringen voor gepensioneerden en invaliden en de verhogingen van de (tijdelijke) werkloosheidsuitkeringen opnieuw in vraag zullen gesteld worden. Iedereen vindt deze verhogingen belangrijk. Ook zij die tegen stemmen omdat ze denken dat dit loonakkoord na de verschillende mobilisaties die er in het voorjaar waren een enorm gemiste kans is.

    Alternatieve syndicale en politieke strategie nodig

    Er is meer dan ooit nood aan een offensieve vakbondstrategie om de chantage van het patronaat te stoppen. Wat dat betreft is dit IPA een gemiste kans. Zijn onze eisen van het voorjaar in de huidige omstandigheden niet langer “realistisch”? Wereldwijd pompen nationale banken en overheden miljarden op om bankiers en aandeelhouders bij te springen, gehele en gedeeltelijke nationalisaties worden zonder verpinken doorgevoerd, helaas niet om jobs te redden maar om te saneren en zo snel als mogelijk terug te verkopen aan de hoogste bieder. Om het kapitalisme te redden, is alles mogelijk. En wij zouden het moeten stellen met de oude neoliberale recepten? We hebben nood aan een offensieve syndicale strategie waar nationalisatie om jobs te redden deel uitmaakt van het programma en aan een eigen politieke partij die niet zoals de andere partijen socialisme voor de rijken, maar socialisme voor ons doorvoert.

    Een links socialistisch programma voor koopkracht en werk

    • geen afbraak van de index, voor een index die de reële levensduurte uitdrukt
    • een minimum nettoloon van 1.500 euro
    • afschaffing van de BTW op levensnoodzakelijke producten
    • geïndexeerde uitkeringen op het niveau van echte vervangingsinkomens
    • massaal programma van kwaliteitsvolle, publiek gefinancierde sociale woningbouw
    • afschaffing van de notionele intrest en andere neoliberale cadeaus aan de patroons
    • een vermogensbelasting op de grote fortuinen
    • harde aanpak van de fiscale fraudeurs
    • 32-urenweek, zonder loonverlies, en vervangende tewerkstelling in volwaardige jobs
    • de nationalisatie van sleutelsectoren van de economie zoals het bankwezen, de energie- en voedingsector, … deze dienen ten dienste te staan van de behoeften, niet van de winsten
    • een socialistische maatschappij onder controle van de democratische organen van de arbeiders en hun gezinnen

    PDF-versie van dit pamflet

    > Download dit pamflet

  • Gouden parachutes zijn het gevolg van extreme toplonen

    De laatste maanden is er naar aanleiding van een aantal riante ontslagvergoedingen van topmanagers een discussie losgebarsten over dit onderwerp. Fortis-topman Mittler ontving een ontslavergoeding van maar liefst 4 miljoen euro. Dat was gezien de huidige economische crisis een beetje teveel van het goede. Het VBO greep deze discussie aan om een tegenaanval te lanceren op de ontslagvergoeding van de bedienden.

    Door Karel (Brugge)

    Het gaat niet op om de lonen en ontslagvergoedingen van topmanagers te vergelijken met die van doorsnee bedienden. Het VBO vindt de aanval wellicht de beste vorm van verdediging is.

    Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de ondernemers zichzelf regels zouden opleggen om de ontslagvergoedingen van topmanagers in te perken, maar de regering besliste uiteindelijk om de ontslagvergoeding van topmanagers wettelijk te beperken tot 12 maanden. De laatste versie van de Code Lippens die begin 2009 zou moeten verschijnen, voorzag nog een ontslagvergoeding van maximaal 18 maanden. Dat bleek gezien het ongenoegen in de maatschappij echter onvoldoende. Het vertrouwen in de capaciteiten van topmanagers om zichzelf te regulieren is ook sterk gedaald. Het is pijnlijk dat de Code waarin beschreven staat hoe topmanagers en bestuurders moeten handelen, genoemd is naar iemand die mede verantwoordelijk is voor het verdwijnen van de grootste private onderneming van het land.

    De wettelijke beperkingen van de ontslagvergoedingen zijn op zich stappen in de goede richting, maar we mogen ons geen zand in de ogen laten strooien. Een ontslagvergoeding van één jaar voor iemand die jaarlijks één miljoen euro verdient is nog altijd een fenomenaal bedrag waar gewone werkenden enkel van kunnen dromen. De hoogte van de gouden parachutes wordt niet zozeer bepaald door de duur van de opzegvergoeding, maar wel door de berekeningsbasis.

    De loonspanning (het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen) is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Na de aanvallen op de laagste lonen (met allerhande minijobs en andere extreme flexibiliteit) en de duizelingwekkende stijgingen voor de toplonen, is de eis voor een beperking van de loonspanning meer dan nodig.

    Kritiek op de topinkomens en ontslagvergoedingen van een beperkt aantal mensen mag ons tenslotte ook niet afleiden van de discussie over de verbetering van de koopkracht van de miljoenen werkenden in ons land en de globale verdeling van onze welvaart.

  • Loonakkoord: gulzig patronaat jaagt gemeenschap op kosten

    Werkenden: 15 euro extra per maand. Patronaat: 55.000.000 extra per maand

    Het voorstel tot loonakkoord is erg duur. Daar zijn alle media het over eens, maar wat er niet wordt bij verteld, is dat die hoge kost eenzijdig aan de patronale kant ligt. Het patronaat eiste 1,5 miljard euro op twee jaar, maar stelde zich daarna tevreden met een compromis: 1,3 miljard. Als er dan wordt geklaagd over de hoge kosten voor dat voorstel, wordt plots gesteld dat dit de verantwoordelijkheid van werkgevers én werknemers is.

    De voorstellen die op tafel liggen, zijn absoluut onvoldoende voor de werknemers. In de plaats van een reële loonsverhoging wordt uitgekeken naar een alternatief systeem waarbij het stelsel van de loonbonus eigenlijk wordt veralgemeend. Het kan positief lijken dat iedereen er 125 euro zal bij krijgen in 2009 en nog eens 250 in 2010. Maar die 375 euro extra op twee jaar tijd (15 euro per maand), is nogal mager als het wordt vergeleken met het verlies aan koopkracht de afgelopen periode. Bovendien heeft dit soort maatregelen het gevaar dat het niet wordt gezien als een verworven recht, maar mogelijk als eenmalige premies.

    Bovendien wordt door het toekennen van deze premies (mogelijk via maaltijdcheques) vermeden dat sociale zekerheid zou moeten worden betaald op deze bedragen. Dat kan een win-win situatie lijken: wij krijgen meer nettoloon, het patronaat moet amper meer betalen. De realiteit is iets complexer: het ondermijnen van de sociale zekerheid en de gemeenschapsmiddelen zorgt ervoor dat elders op onze kap wordt bespaard. De afbraak van de sociale zekerheid zal de topmanagers weinig pijn doen, voor ons doet het de levensduurte verder toenemen. Wat we langs de ene kant netto bijwinnen, verliezen we langs de andere kant terug. Wie wint daarbij? Naast het patronaat zien we eigenlijk niet veel winnaars. De eis van meer koopkracht door meer loon is en blijft actueel, maar in dit voorstel tot loonakkoord wordt net die eis volledig aan de kant geschoven. Waren de acties voor meer koopkracht dan een maat voor niets?

    Het patronaat lijkt de grote winnaar te zullen worden van deze loononderhandelingen. De eis van het patronaat om 1,5 miljard euro aan cadeaus te krijgen, werd afgewezen door de vakbonden. Die hadden eerder ingestemd met 0,8 miljard maar de extra eis van 0,7 miljard was er te veel aan. In het voorstel van de bemiddelaar werd 1,3 miljard aan rechtstreekse cadeaus voor het patronaat vastgelegd (dat komt overeen met 54,7 miljoen euro per maand in 2009 en 2010). Hierdoor loopt de factuur van het loonakkoord inderdaad sterk op. In regeringskringen wordt dan gezegd: “De sociale partners zijn gulzig geweest.” Met een verdere ondermijning van de levensstandaard van de werkenden door de loonaanpassingen te beperken tot de index, zijn de vakbondsvertegenwoordigers in het overleg alvast niet gulzig geweest. De grote kost is en blijft de sinterklaaspolitiek die de grote bedrijven voor zichzelf eisen.

    De afgelopen jaren werden aan de lopende band cadeaus gegeven aan het patronaat. Telkens werd gezegd dat dit de werkgelegenheid zou bevorderen. Het argument van toen wordt handig omgedraaid en nu zouden we cadeaus moeten geven aan het patronaat om jobs te behouden. De afgelopen jaren werden geen jobs gecreëerd, maar recordwinsten geboekt. Waarom zou het patronaat vandaag dan plots wel bekommerd zijn om de werkgelegenheid? Wij zijn de recordwinsten van de grote bedrijven nog niet vergeten en blijven ons deel van de koek eisen. Meestappen in de besparingslogica van het patronaat zal er enkel toe leiden dat onze koopkracht verder wordt ondermijnd en dat we bovendien een deel van de prijs van de crisis moeten betalen door een verdere afkalving van de gemeenschapsmiddelen.

    Het wordt tijd dat met die logica wordt gebroken. De vakbondsleiding zou volgens de media niet afkerig staan tegenover de voorstellen van de bemiddelaar. Waar wacht de vakbondsleiding echter op om dit voorstel ook effectief aan de basis voor te leggen om er een debat en democratische beslissing over te nemen?

  • Niet kiezen tussen lonen of jobs, maar het patronaat op dieet te zetten

    Loononderhandelingen

    Midden november zijn de onderhandelingen voor het IPA (Interprofessioneel Akkoord) 2009-2010 gestart. Dit in een periode van economische crisis, met een wereldwijde recessie, dalende koopkracht voor de meerderheid van de bevolking en een inflatie van 4,7% voor 2008 alleen. Je zou denken dat het moeilijke onderhandelingen worden, toch hopen vakbondsleiders Cortebeeck (ACV) en Ann Demelenne (ABVV) dat er binnen de twee à drie weken een akkoord zou zijn. Hebben ze de eisen van het patronaat niet gehoord?

    Door Luc (Leuven)

    5,1% is een provocatie

    Het rapport van de CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) stelt dat de lonen de komende twee jaar amper 5,1% mogen stijgen om onze concurrentiepositie tegenover de buurlanden te behouden. De CRB gaat uit van een halvering van de inflatie, toch stelt de CRB in het zelfde rapport: “De inflatoire spanningen blijken nu wel af te nemen, maar de onderliggende oorzaken van de inflatie zijn nog steeds aanwezig. Een nieuwe opstoot (bijvoorbeeld onder impuls van nieuwe olieprijsstijgingen) kan bijgevolg niet worden uitgesloten.” Ons lijkt dit eerder natte vingerwerk, een gok op basis van de dalende olieprijzen.

    Daarbij komt nog dat er heel wat arbeiders in de privé-sector zijn die hun indexaanpassing enkel in januari krijgen en dus voor 2008 nog heel wat moeten worden gecompenseerd. Als die indexaanpassing in januari 2009 wordt doorgevoerd, is hun 5,1% al zo goed als opgesoupeerd. Al zal een lagere raming van de inflatie het patronaat niet slecht uitkomen, zeker niet als ze achteraf in verschillende sectoren terug all-inakkoorden kunnen afsluiten.

    Volgens het VBO is de vorige loonnorm met 2,6% overschreden (7,6% in plaats van 5%) door de hoge inflatie en de groter dan voorziene loonsverhogingen. Wat volgens hen betekent dat de loonkostenhandicap met de buurlanden met 2,6% stijgt. De vraag is waar het VBO die groter dan voorziene loonsverhogingen ziet. De voorbije twee jaar was er een inflatie van 6,5%, rekenen we daar nog de productiviteitsverhoging, 1% loondrift en baremieke verhogingen bij, en we komen uit op een koopkrachtverlies. En dan hebben we het nog niet over die sectoren met all-in of saldo-akkoorden.

    Geen ruimte voor loonsverhogingen?

    Karel Van Eetvelt van Unizo, altijd goed voor een provocatie, wil echter toegevingen doen: de laagste inkomens mogen wat stijgen maar dat mag niet ten koste van de bedrijven gaan. De patronale extremist stelde geen akkoord zonder lastenverlagingen te willen tekenen. Als er al een toegeving komt voor de werkenden, kan dit dus enkel als het door de overheid wordt betaald met de afbouw van de sociale zekerheid van diezelfde werknemers.

    Het belangrijkste argument van de werkgeversfederaties is de economische crisis. Ze stellen dat we niet dezelfde fouten als in de jaren 1970 mogen maken. Ze bedoelen dat de crisis niet kan worden bestreden met loonsverhogingen. Voor hen is de keuze eenvoudig: jobs of lonen. Dat is een kopie van het argument dat we ook de afgelopen jaren, in een periode van relatieve economische groei, te horen kregen. Als we toen niet zouden matigen en de broekriem aanhalen, dan zou snel een einde komen aan de economische bloei en zou dat jobs kosten. De financiële en economische crisis vandaag is echter niet de verantwoordelijkheid van de werkenden.

    Welk syndicaal antwoord?

    Spijtig genoeg lijken de vakbondsleiders mee te gaan in de retoriek van de werkgevers. Cortebeeck stelde in De Tijd (17 november) dat er voor dit IPA minder in zit dan bij het vorige. De nummer twee van het ABVV, Demelenne, verklaarde te willen gaan voor een hoger brutoloon en dit zeker voor de minimumlonen. Maar van de 10% waar onder meer De Leeuw over sprak op 1 mei horen we niets meer. Er wordt enkel gehoopt op een kleine marge op basis van het eerste cijfer dat door de CRB naar voor werd geschoven, met name 6,4%. Dat cijfer was volgens de CRB op basis van gedateerde informatie over de economische situatie en werd aangepast tot 5,1%. Maar zelfs 6,4% zou bijlange niet volstaan om onze koopkracht te verhogen.

    Voor de werkgevers is de keuze beperkt tussen jobs of koopkracht. Nochtans waren het dezelfde werkgevers die er de afgelopen jaren niet vies van waren om duizenden arbeiders op straat te zetten om hun winsten te maximaliseren. De autoriteit van het patronaat op het vlak van job-behoud is wel erg beperkt. Maar uiteraard wordt dit argument gebruikt om het niet over de echte tegenstelling te moeten hebben: winstmaximalisatie versus jobs en loonsverhogingen.

    De vakbonden mogen niet meestappen in de patronale logica. Waarom halen ze niet aan dat we al jaren “gematigd” hebben om de economische groei niet te hinderen? Sinds 2006 is het aandeel van de lonen in het BBP onder de 50% gedoken. In 2007 klokten de winsten van de 30.000 grootste bedrijven in ons land af op 77 miljard euro. Waar blijft ons deel van de koek?

    Actie nodig

    Met een voorstel voor loonnorm van 5,1% heeft onderhandelen weinig zin, dan is er eerder nood aan actie. Om een echte verhoging van de brutolonen te bekomen, moet een krachtsverhouding worden opgebouwd. Dat zal niet gebeuren door acties te desorganiseren of uit te roepen zonder een degelijke campagne op de werkvloer. Het komt er nu op aan om de achterban te informeren en te mobiliseren voor jobs en koopkracht. Dat zal niet lukken als de patronale logica van het neoliberalisme door de vakbondsleiding verder als norm wordt aanvaard.

  • Metallo’s betogen in Brussel voor meer koopkracht

    Gisteren betoogden ruim 500 militanten van het FGTB-Métal Wallonie-Bruxelles door de hoofdstad. Ze werden versterkt door militanten van de Algemene Centrale uit Antwerpen en Brussel alsook van de voedingscentrale. De sterkste delegaties waren deze van Caterpillar en Audi Brussel. De betoging kwam op voor een verbetering van de koopkracht en tegen de harde besparingen in de metaalsector.

    Cédric (Brussel)

    Sinds enkele maanden is het aantal bedrijven in de sector dat beroep doet op “technische werkloosheid” verveelvoudigd. Gezien de context van de economische crisis is er een sterke vermindering van het aantal effectieve werknemers. Tijdelijken dreigen hun job te verliezen en vaste werknemers verliezen een deel van hun inkomen door de technische werkloosheid. Vorige donderdag nog kondigde de metaalgroep Mittal aan dat er 9.000 jobs bij het concern moeten verdwijnen, waarvan 6.000 in Europa.

    Het ABVV wil een herziening van de vergoeding bij technische werkloosheid, vandaag is dat immers beperkt tot 65% van een vast plafond van 1.900 euro per maand. Dat leidt voor de meeste arbeiders tot een belangrijke daling van hun inkomen. Bij sommigen gaat het zelfs tot een halvering van de lonen.

    De betoging trok langs de kleine ring om halt te houden aan het kabinet van de minister van werk, Joëlle Milquet (CDH). De strijdbaarheid was duidelijk aanwezig. Eén van de spandoeken had als slogan: “Het kapitaal is aan het lijden. Niet laten afzien, slachten!” of nog “Zonder onze arbeid, is hun kapitaal geen bal waard”. Die slogans geven aan dat de bezorgdheid over de actuele kapitalistische crisis verder gaat dan de directe gevolgen. Naarmate de economische situatie slechter wordt, zal steeds meer geprobeerd worden om de werkenden de rekening te laten betalen.

    In de meeste discussies die wij hadden op de betoging werd door de aanwezigen gewezen op de verantwoordelijkheid van de traditionele politici, met inbegrip van PS en CDH. Ons idee van een nieuwe syndicale partij met en rond de syndicale basis, werd heel goed onthaald.

    De betoging werd afgesloten met een minuut stilte naar aanleiding van het overlijden van een arbeider de avond voordien in de elektrische centrale van Awirs in Flemalle. Daar verloor een arbeider van een onderaannemer van Electrabel het leven toen hij ongelukkig ten val kwam.

  • Loononderhandelingen afgesprongen. Actie voor jobs en koopkracht nodig

    Het was al op voorhand duidelijk dat de onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord (IPA) bijzonder moeilijk zouden zijn. Er is weinig ruimte voor de regering om zowel de eis van meer koopkracht in te willigen als tegelijk de niet te stillen winsthonger van het patronaat tegemoet te komen. Afgelopen nacht zijn de onderhandelingen afgesprongen. Zal dit een signaal zijn om nieuwe acties op te zetten?

    In de laatste rechte lijn voor de onderhandelingen bleken er heel wat obstakels te zijn. Een voorstel dat nog even circuleerde was om geen loonnorm in procenten vast te leggen, maar in centen met een vast bedrag waarmee de lonen maximaal zouden mogen stijgen. Daarmee moet natuurlijk worden opgepast, aangezien niet meteen duidelijk is of het om volledige (en dus bruto) lonen gaat of niet. Wellicht niet, door de nettolonen te laten stijgen en de brutolonen te laten dalen zou een zogenaamd “compromis” worden onderhandeld. Maar dit betekent uiteraard een vermindering van de inkomsten voor de sociale zekerheid. Het riskeert te leiden tot een broekzak-vestzak operatie. Wat we er langs de ene kant bij krijgen, komt gewoon uit een andere zak die ook aan ons toebehoort.

    De Leeuw (ABVV-voorzitter) omschreef het voorstel waarmee de bonden akkoord gingen als “gematigd”. Dan weet je dat hij niet langer spreekt over een loonnorm van 10% (zoals werd geopperd op 1 mei). Neen, de loonnorm zou bestaan uit de index en daarbovenop 125 euro netto in 2009 en 250 euro in 2010.

    Minister Milquet verklaarde na het afspringen van de onderhandelingen dat de sociale partners heel dicht bij een oplossing stonden. Dat is betwijfelbaar aangezien de regering amper over middelen beschikt om zowel de eis van een hoger loon als de aanhoudende vragen naar lastenverlagingen voor het patronaat in te willigen. In syndicale kringen was te horen dat 3 december als deadline werd gezien om na te gaan of er ernstige onderhandelingen mogelijk waren. Dat blijkt dus niet het geval te zijn.

    De vakbonden vroegen de mogelijkheid van extra loon bovenop de index, het patronaat wou het liefst zelfs onder de index gaan. En dat zogezegd om de “loonhandicap” weg te werken. Dat de berekeningsbasis voor die zogenaamde loonhandicap eenzijdig en betwistbaar is, wordt gemakshalve onder de mat geveegd. Neen, het patronaat wil dat de gevolgen van de huidige crisis op de werkenden worden afgeschoven zodat de winsten niet in het gedrang komen. De regering is uiteraard al vergeten dat de grootste ondernemingen vorig jaar 77 miljard euro winst hadden geboekt.

    De regering was bereid om tot 550 miljoen euro vrij te maken, ook al werd dat cijfer betwist door de liberalen in de regering. Leterme kondigde op voorhand al aan dat de begrotingsaanpassing (bedoeld wordt: een aanpassing aan de realiteit) er pas zou komen na de IPA-onderhandelingen om deze alsnog een kans op succes te geven. Mogelijk zal dat ijdele hoop zijn.

    Het afspringen van de onderhandelingen zal natuurlijk de vraag opwerpen wat de vakbonden nu zullen doen om de koopkracht en jobs te verdedigen. Cortebeeck stelde steeds dat eerst zou onderhandeld worden en dan pas actie gevoerd wordt. Hij werd in dat standpunt letterlijk – en tegen de rest van het ABVV in – gevolgd door Herwig Jorissen van de Vlaamse metaalcentrale. De onderhandelingen zijn nu afgesprongen, betekent dit dat er opnieuw actie zal worden gevoerd?

    Het patronaat eiste bovenop alle vorige cadeaus nogmaals 1,7 miljard euro aan lastenverlagingen. Volgens de media waren de bonden bereid om daarin mee te gaan, maar werd bovenop die 1,7 miljard nogmaals een extra cadeau van 800 miljoen euro gevraagd. Het cadeau voor het patronaat werd te groot voor de bonden die hun geloofwaardigheid dreigden te verliezen als ze voordien stelden dat het moest gedaan zijn met de cadeaus aan het patronaat.

    Vandaag wordt door de regering onderhandeld met de sociale partners om mogelijk alsnog tot een akkoord te komen. Dat mag de vakbonden niet tegenhouden om een mobilisatie op gang te trekken waarbij uitdrukkelijk wordt opgekomen voor jobs én koopkracht. Een nationale manifestatie in december kan de druk opvoeren en richting geven aan de onzekerheid die vandaag bij veel werkenden aanwezig is naar aanleiding van de economische crisis.

  • Verdedig onze jobs en lonen!

    “Uitzonderlijke omstandigheden vragen uitzonderlijke maatregelen”, stelde de Limburgse werkgeversorganisatie VKW bij de start van de discussie over de loonnorm. Ze roept op om de volgende jaren de loonindexering over te slaan! Hoewel ze dit waarschijnlijk niet zal behalen, is het duidelijk dat de patroonsorganisaties het onderste uit de kan willen. Voor hen komt het er op aan de loonkosten zoveel mogelijk te beperken om zo groot mogelijke winsten te maken.

    Els Deschoemacker

    De belangen van de arbeiders zien er totaal anders uit. De laatste zeven jaar werden recordwinsten geboekt, maar veel hebben de arbeiders en bedienden daar niet van gezien. Hun situatie op de werkvloer werd steeds onzekerder en flexibeler. Hun arbeidsritme werd maximaal opgedreven en hun lonen en koopkracht daalden dramatisch in verhouding tot de geproduceerde rijkdom.

    De leiders van de rijkste landen ter wereld bespreken samen wat ze met deze crisis aanmoeten. Ook nationale regeringen zitten met de handen in het haar. De bedrijfsleiders, concurrenten van elkaar, doen een gezamenlijke oproep voor noodhulp. Geen probleem! Als bedrijven om hulp roepen, worden ze steevast gehoord. De regering blijft echter doof als werknemers om meer koopkracht vragen. Regeringen overwegen na de bankenronde nu ook om miljarden te pompen in bedrijven die nochtans jarenlang recordwinsten hebben gemaakt. Sommigen spelen het slim en koppelen er de voorwaarde aan dat hun productie milieuvriendelijker en duurzamer moet worden.

    Zullen deze investeringen met ons belastingsgeld onze jobs redden? Onze lonen? Of zullen de patroons het geld gebruiken om hun bedrijven te saneren en winstgevender te maken? De afgelopen jaren kregen ze miljarden euro’s overheidsgeld om “concurrentieel te blijven”. De overheidskas werd regelrecht geplunderd. Heeft deze politiek bijgedragen tot een verbetering van de werkgelegenheid, de lonen en condities van de werknemers? Neen! De hoge bedrijfswinsten, bonussen en gouden parachutes zijn veelzeggend.

    De crisis wordt het argument om ons een nieuwe besparingsronde op te lepelen. Want het is crisis en dan moeten we toch “allemaal” een beetje inleveren. Om ons daarvan te overtuigen, werden maatregelen genomen om de afscheidspremies van managers te beperken. Dit moet dan als pasmunt dienen om het ook over onze lonen en afscheidspremies te hebben. Wat een hypocrisie! Alsof het gemiddelde loon van een arbeider of bediende ook maar enigszins te vergelijken is met dat van een manager of met de winsten van een patroon!

    De huidige crisis toont dat het kapitalisme geen enkele garantie biedt op welvaart voor het overgrote deel van de bevolking. We kunnen niet aanvaarden dat miljoenen, zelfs miljarden arbeiders wereldwijd in armoede leven, hun job en hele hebben en houden verliezen, enkel en alleen om de winsten van een rijke elite te blijven garanderen. Velen zullen hiermee akkoord gaan. Alleen hebben we om dit te bereiken een arbeiderspartij en een arbeidersregering nodig die een arbeiderspolitiek wil verdedigen. Een regering die beslist over een reddingsplan dat ons degelijke jobs en lonen garandeert.

    Een dergelijke politiek gaat regelrecht in tegen de winstlogica van een kapitalistische economie. Het betekent dat we de banken en de belangrijkste delen van de economie moeten nationaliseren onder arbeiderscontrole om ze te laten functioneren in het belang van de meerderheid van de bevolking. Dit is niet hetzelfde als wat vandaag gebeurt met de banken en in de toekomst misschien ook met enkele bedrijven of sectoren. Meer staatsinterventie in een kapitalistische economie leidt enkel tot meer schulden. We hoeven maar te kijken naar wie de laatste schuldenberg heeft afbetaald, om te weten wie de volgende zal betalen als we geen strijd voeren.

  • Loonnorm 2009-2010 al overschreden door koninklijke familie

    Het voorstel voor de loonnorm 2009-2010 voor gewone werkenden bedraagt 5,1% tot 6,4%. Dat is alvast wat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven voorstelt voor onze lonen de komende twee jaar. De koninklijke familie zal die stijging al overschrijden op 1 januari 2009. Dan gaat de dotatie met 6% omhoog tot 14 miljoen euro.

    Artikel: redactie. Afbeelding: Etienne Heyndrickx

    Er zijn blijkbaar zaken die meer prioritair zijn dan andere. Verhogingen van de lonen vormen voor deze regering geen prioriteit. Integendeel, de regering wil dat de reële lonen verder achteruit gaan. Voor onze koopkracht is er al maandenlang geen ruimte en dat zal de komende weken niet veranderen bij de onderhandelingen rond een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA). Het feit dat er de afgelopen dagen en weken geen acties meer volgden, verbaast zelfs premier Leterme die vorige week nog verklaarde dat hij staat te kijken van de “zelfbeheersing” en de “koelbloedigheid” waarmee de sociale partners standpunten innemen.

    Voor de koninklijke familie zijn er wel middelen. Op 1 januari zal het budget voor deze familie toenemen met 6% waardoor het over 14 miljoen euro belastingsgeld kan beschikken. Een stijging met 6% is meteen meer dan het percentage waarmee onze lonen zouden mogen stijgen in 2009-2010. Zal dit betekenen dat de koninklijke familie na 1 januari 2009 geen enkele verhoging meer krijgt? En dat ook die 6% naar beneden wordt afgerond, of is er in het paritair comité van de koninklijke leden geen all-in akkoord?

    Volgens Leterme is een verhoging van de dotatie met 6% louter een uitvoering van de wet die bepaalt dat de dotatie ieder jaar wordt aangepast aan de index. Voor de koninklijke dotatie geldt niet de gezondheidsindex die voor ons van toepassing is, maar de gewone index. Daarom ligt de stijging hoger dan bij ons. Misschien kan dit als precedent worden aangegrepen om ook in andere sectoren de afschaffing van de gezondheidsindex te bepleiten en een volledig herstel van de gewone index te eisen? Nadien zal Leterme niet komen klagen, hij zal enkel de wet toepassen zoals deze werd opgemaakt…

    Vanuit verschillende rechtse formaties kwam er kritiek op de koninklijke dotatie. Onder meer Jean-Marie Dedecker uitte heel wat kritiek en vroeg “solidariteit” van het koningshuis. Uiteraard komt die kritiek sympathiek over, alleen is het een beetje hypocriet als het komt van parlementsleden die zelf een royaal loon opstrijken op basis van ons belastingsgeld – Dedecker is als parlementair goed voor zo’n 3.000 euro per maand. Als deze parlementsleden zouden willen weten hoe de gewone werkende moet rondkomen, zouden ze eens moeten proberen te leven aan pakweg 1.500 euro per maand. Of 1.000 euro als ze het nieuwe statuut van postbezorger goedkeuren waardoor de postbodes worden vervangen door goedkopere werkkrachten?

    Dedecker verklaarde: “De koning moet uit solidariteit en uit eerlijke schaamte afstand doen van zijn opslag.” Wij denken dat de politici uit solidariteit met de mensen die worden getroffen door hun neoliberaal beleid beter eens zouden proberen te leven aan een gemiddeld arbeidersloon. Links-socialistische parlementsleden hebben dit in andere landen reeds gedaan om aan te tonen dat zij als vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging daar nog steeds deel van uitmaken en aan dezelfde condities willen leven. Dat is natuurlijk niet wat populisten als Dedecker voorstellen, het zou hen te hard raken in de eigen goed gevulde portemonnee.

    De 14 miljoen euro voor de koninklijke familie stelt natuurlijk ook de vraag waarom wij moeten opdraaien voor een zichzelf overlevende feodale instelling. De leden van het koningshuis zijn perfect in staat om te gaan werken, zoals iedereen.

  • CRB-rapport. 5,1% loonsverhoging is een provocatie

    Het voorstel van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven om een loonnorm van 5,1% voorop te stellen voor de komende twee jaar is een regelrechte provocatie. Dat percentage komt overeen met de voorziene indexering de komende twee jaar. Met andere woorden: naast de index, krijgen we niets. Dat voorstel is onaanvaardbaar na een aanhoudende ondermijning van onze koopkracht.

    Economische recessie

    De CRB brengt een sober beeld van de economische situatie en de ontwikkeling van de lonen. De raad erkent dat de wereldeconomie een vertraging “en zelfs een recessie” kent, “de huidige systeemcrisis bevat alle ingrediënten om in de Verenigde Staten te leiden tot een ernstige recessie.” De theorie dat er een ontkoppeling zou zijn tussen de Amerikaanse en de Europese economie, werd door “de feiten weerlegd”. Zo moet de CRB erkennen. De Raad voegt er aan toe: “Als de huidige tendensen aanhouden, is het niet uitgesloten dat de Europese muntunie voor het eerst in haar geschiedenis een recessie zal doormaken tijdens het tweede semester van dit jaar.”

    Dat wordt aangegrepen om geen loonsverhoging toe te kennen naast de index. De CRB moet erkennen dat alle cijfers voorlopig zijn aangezien de economische situatie er snel op achteruit gaat. In september ging de CRB nog uit van 6,4%, maar dat werd naar beneden herzien tot 5,1% (in de versie van het CRB-rapport op haar website, wordt het cijfer van 6,4% nog vermeld). Bovendien wordt erop gewezen dat de werkloosheid zal toenemen, volgens de vooruitzichten van het IMF zullen er in 2009 zowat 80.000 werklozen bijkomen.

    Dalende inflatie?

    Op dit ogenblik is er een inflatie van bijna 5% op jaarbasis. In oktober daalde dit cijfer tegenover september, maar aangezien dit vooral kwam door de daling van de olieprijzen steeg het indexcijfer. Met een inflatie van 4,72% blijft dit cijfer vrij hoog. Het is niet volledig duidelijk waarom het inflatiecijfer tegen volgend jaar meer dan zal halveren, de CRB en het Planbureau rekenen op een forse daling van de productie en de consumptie en bijhorende prijscorrecties. Met andere woorden: ook in dit scenario wordt uitgegaan van een dalende koopkracht (op basis van een sterk stijgende werkloosheid).

    De CRB gaat er blijkbaar van uit dat deze inflatie niet blijft duren en de komende twee jaar sterk zal afnemen als gevolg van de economische crisis. De raad denkt dat de index in 2009-2010 met 5,1% zal toenemen. Elders in haar rapport vermeldt de CRB dat de consumptieprijzen zouden stijgen met respectievelijk 2,7% en 2% in 2009 en 2010, maar “dit vooruitzicht houdt geen rekening met het effect van de financiële strubbelingen.” Er wordt dus eigenlijk toegegeven dat er gegokt wordt met betrekking tot de dalende inflatie. Voor de buurlanden wordt overigens telkens rekening gehouden met meer dan 3% in 2009.

    Dalende olieprijzen

    Enkel indien de inflatie lager uitvalt dan verwacht, zou er ruimte zijn voor loonsverhogingen. Wellicht wordt gehoopt op een verdere daling van de olieprijzen en het feit dat dit niet in de index wordt verrekend sinds de doorvoering van de gezondheidsindex in 1995 (met het Globaal Plan). Die redenering werd reeds ondermijnd met de begrotingsvoorstellen van de regering-Leterme die een deel van de prijsverminderingen voor brandstof laat doorvloeien naar de staatskas. Naast de regering zal ook het patronaat tegemoetkomingen eisen voor de dalende olieprijzen. Opvallend detail: de CRB erkent dat de prijsstijging van de olie versterkt werd door “speculatieve bewegingen op de financiële markten”. Wij hebben dus meer betaald om hun speculatie te betalen en nu de prijzen een beetje dalen, zouden wij evenveel moeten blijven betalen op basis van een ondermijning van de reële lonen en extra belastingen op olieproducten.

    De CRB erkent overigens indirect dat het een gok is om de loonnorm te baseren op de voorspelling van een dalende olieprijs. “De inflatoire spanningen blijken nu wel af te nemen, maar de onderliggende oorzaken van de inflatie zijn nog steeds aanwezig. Een nieuwe opstoot (bijvoorbeeld onder impuls van nieuwe olieprijsstijgingen) kan bijgevolg niet worden uitgesloten.”

    Onvoldoende

    Op 1 mei lanceerde Rudy De Leeuw nog het idee dat de lonen met 10% zouden moeten toenemen in 2009-2010. Met de prijsstijgingen die we vandaag zien, zou dat amper een reële stap vooruit betekenen. Maar zelfs een vooruitgang bovenop de index is blijkbaar niet aanvaardbaar voor de CRB. Daarom wordt een lage verwachting voorop gesteld inzake de ontwikkeling van de index en wordt het voorstel inzake loonnorm beperkt tot de index. Wellicht zal de index sneller ontwikkelen, maar dan is het aan de sectoren om al dan niet de indexering te beperken via een all-in akkoord.

    Een loonnorm van 5,1% zou totaal onvoldoende zijn. De CRB erkent dat een groot aantal werkenden valt onder een stelsel waarbij de indexering op jaarbasis gebeurt. Dat is een uitstel van de aanpassing van de lonen aan de stijgende levensduurte. In veel sectoren zal de aanpassing voor 2008 – met een bijzonder sterke stijging van de index – op 1 januari (of februari) 2009 worden doorgevoerd en bijgevolg deel uitmaken van de loonnorm 2009-2010. Daarmee zou de volledige marge voor deze periode al worden toegekend op de eerste dag van deze tweejaarlijkse termijn…

    Ook voor sectoren die met de “indexsprong” (bedoeld wordt: aanpassing van de lonen als de index over een periode van vier maanden met gemiddeld 2% is gestegen, deze term wordt in het CRB-rapport gebruikt maar mag niet worden verward met de “indexsprongen” uit de jaren 1980 toen een aanpassing van de lonen werd overgeslagen) werken, is het niet uitgesloten dat er begin 2009 nog een indexaanpassing wordt doorgevoerd op basis van de inflatie van 2008. Hierna zou er nog ruimte zijn voor één indexaanpassing wat niet realistisch is.

    Vakbonden moeten dit voorstel verwerpen

    Het voorstel van een loonnorm van 5,1% zou de aanpassing van de lonen beperken tot de indexering en zelfs op dat vlak is 5,1% weinig realistisch. Dit betekent dat er totaal geen ruimte zou zijn om iets te doen aan onze koopkracht. Nadat de grote bedrijven jarenlang recordwinsten hebben geboekt terwijl onze koopkracht verder werd ondermijnd, is dat een regelrechte provocatie. De deur wordt nog een klein beetje open gelaten door te verwijzen naar het eerste scenario waarbij een loonnorm van 6,4% werd voorgesteld, maar zelfs dat volstaat niet. Het blijft immers onder de som van de index en de stijgende productiviteit en leidt dus eveneens tot een achteruitgang van onze reële lonen.

    De vakbonden moeten dit voorstel verwerpen en nu reeds beginnen met het informeren en mobiliseren van de leden om een krachtsverhouding uit te bouwen die verder bouwt op de acties voor koopkracht de afgelopen maanden. Als die acties enkel leiden tot voorstellen die een onderhandelde achteruitgang voor de werkenden betekenen, zal verzet nodig zijn. Het patronaat heeft de afgelopen weken haar arrogantie laten zien met de aanvallen op het stakingsrecht. De woede aan de basis is aan het groeien. Een akkoord op basis van de voorstellen inzake loonnorm die nu voorliggen, maakt weinig kans indien er effectief over zou worden gestemd binnen de vakbonden. Zal de vakbondsleiding daar nu al rekening mee houden?

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop