De discussie over de gouden parachutes blijft leiden tot allerhande bijdragen en standpunten. Eerder op de week werd de discussie door patroonsfederatie VBO aangegrepen om een algemene hervorming van het ontslagrecht te eisen, vooral om de ontslagvergoedingen van bedienden te beperken tot 18 maanden. Dat biedt echter geen antwoord op oorzaak van de gouden parachutes: de extreme toplonen.
In De Morgen stelt professor arbeidsrecht Patrick Humblet vandaag terecht dat alle werknemers gelijk zijn, “maar sommige meer dan anderen”. Het beperken van een ontslagvergoeding tot 18 maanden loon blijft voor een topmanager die 200.000 euro per maand krijgt nog steeds neerkomen op 3,6 miljoen euro. Een dergelijke gouden parachute verliest weinig van de glans die deze vandaag kent zonder een beperking tot 18 maanden…
In deze discussie valt het effectief op dat het patronaat haar topmanagers plots beschouwt als bedienden. In het verleden was dit wel wat anders. Terwijl er voor gewone werknemers een loonnorm van toepassing was en een negatieve concurrentie om de lonen te drukken, golden er voor topmanagers andere regels met een opwaartse concurrentie waarbij de lonen niet hoog genoeg konden zijn. Als er nu een einde komt aan de tewerkstelling, wil het patronaat plots wel dat haar topmanagers de regels van bedienden zouden moeten volgen.
Voor de bedienden met toplonen zijn er mogelijkheden om de opzegvergoedingen contractueel te beperken. Maar indien er louter wordt gekeken naar het aantal maanden vergoeding dat wordt betaald, blijven de bedragen natuurlijk erg hoog voor topmanagers. Humblet maakte volgende berekening in zijn opiniestuk: “Belgacomtopman Didier Bellens verdiende – volgens de media – tot voor kort 2,4 miljoen euro per jaar. Achttien maanden loon zou hem nog 3,6 miljoen euro opleveren. En hoe zit het met de bedienden? Krijgen zij echt te veel? Iemand die 24.000 euro per jaar verdient, moet 25 jaar werken om achttien maanden te beuren. Hij krijgt dan 36.000 euro, wat honderd keer minder is dan Bellens. (…)En de arbeiders? Dat is huilen met de pet op. Een blauwe kiel met meer dan 20 jaar anciënniteit mag je lozen met een vergoeding van 112 dagen. De discriminatie zit dus niet in het aantal maanden, maar in de berekeningsbasis.”
Daartegenover stelt professor Humblet voor om een maximumbedrag van bijvoorbeeld 1 miljoen euro voorop te stellen. Dat zal uiteraard niet aanvaard worden door het patronaat omdat het enkel voor haar topmanagers een beperking zou betekenen. Maar de toplonen waren ook enkel van toepassing voor haar topmanagers, dus discriminatie kan dit niet worden genoemd.
Het idee van professor Humblet is interessant en moet misschien maar eens worden doorgetrokken. Destijds werd in de arbeidersbeweging opgekomen voor een beperking van de loonspanning, dat is het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen. De Russische bolsjewieken onder leiding van Lenin – nu opnieuw banken worden genationaliseerd, mag Lenin wat meer terug van onder het stof worden gehaald – voerden een beperking van de loonspanning door tot één op vier. Dat betekent dat de hoogste lonen maximaal vier keer zo hoog mochten zijn als de laagste. Vandaag is het verschil tussen de hoogste en laagste lonen bij ons een pak hoger. Zo kreeg Bellens als ceo bij Belgacom 200.000 euro per maand, een gewone bediende krijgt eerder 2.000 euro, of honderd keer minder dan Bellens.
Een beperking van het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen zou er meteen ook toe leiden dat de gouden parachutes voor de topmanagers heel wat glans zouden verliezen. Ongetwijfeld zouden ze zelf niet meer opkomen voor een beperking tot 18 (of 12) maanden, maar zou er wat meer begrip zijn voor de verloning van andere bedienden (en arbeiders!).