VBO wil opzegvergoedingen bedienden ondermijnen…

De aanval is de beste verdediging. Dat moet de patroonsfederatie VBO hebben gedacht naar aanleiding van de vele kritiek op de gouden parachutes voor topmanagers. Om de aandacht daarvan af te leiden, vraagt het VBO een discussie over de ontslagvergoeding voor bedienden in het algemeen.

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Toplonen in de vakbonden?

De media brachten het nieuws dat de topmannen van ABVV en ACV respectievelijk 4.700 en 4.000 euro netto per maand verdienen. Dat zal natuurlijk door een aantal anti-syndicale roepers worden gebruikt in hun kruistocht tegen de vakbonden. Anderzijds stelt zich wel de vraag of de arbeidersbeweging haar vertegenwoordigers dergelijke toplonen moet toekennen.

In de arbeidersbeweging is er vaak – en wij doen dit nog steeds – opgekomen voor het idee dat een vertegenwoordiger moet leven aan een gemiddeld arbeidersloon. Dat is nodig om carrièristen te ontmoedigen en om te vermijden dat de vertegenwoordigers vervreemden van hun basis.

Wij hebben die eis steeds naar voor geschoven en vertegenwoordigers van onze organisatie hebben dit ook in de praktijk omgezet. Toen onze Ierse zusterpartij een verkozene had in het parlement, leefde die aan het loon van een gemiddelde geschoolde arbeider. De rest van het loon werd doorgestort naar campagnes en de arbeidersbeweging in het algemeen. De boekhouding hiervan was open voor iedereen.

Ook in de vakbonden is er het gevaar dat de top aanleunt bij het establishment en amper nog beseft wat er aan de basis leeft. Daarom verdedigen wij ook daar het idee dat een vertegenwoordiger van de arbeidersbeweging aan een gemiddeld arbeidersloon moet leven.
[/box]

Het feit dat Fortis-topman Mittler een opzeggingsvergoeding van 4 miljoen euro meekreeg in zijn gouden parachute, leidde tot heel wat kritiek. Waarom worden zoveel publieke middelen aangewend om de banken te redden als die tegelijk de toplui die mee verantwoordelijk waren voor de kredietcrisis uitgebreide afscheidspremies meegeven. Ongetwijfeld zullen de werknemers wiens job vandaag bij Fortis bedreigd worden, het met veel minder moeten stellen.

Toch grijpt het VBO de discussie meteen aan om in de tegenaanval te gaan zodat het zichzelf niet meer hoeft te verdedigen. Als de afscheidspremies voor topmanagers schandalig hoog liggen, dan moeten de ontslagregels voor bedienden maar aangepakt worden. Dat is de redenering van het VBO. Dat is een zwakke verdediging die niet ingaat op het probleem van de gouden parachutes. Uiteraard werd de voorzet van het VBO al binnen gekopt door de liberale minister van economie Van Quickenborne die de ontslagvergoeding van bedienden wil beperken tot 18 maanden loon. Het VBO verklaarde dat het zich in die visie kan vinden.

Uiteraard is het hypocriet om topmanagers en bedienden voor een ontslagregeling gelijk te schakelen. Wettelijk gezien zullen veel topmanagers wellicht een bediendencontract hebben, maar voor “hogere bedienden” (die term komt letterlijk uit ons arbeidsrecht, bedoeld wordt bedienden met een hoog jaarloon) gelden specifieke bepalingen die voor gewone bedienden niet gelden. Met bedienden die meer dan 53.825 euro (loongrens 2005) verdienen kan zelfs een opzegtermijn worden overeengekomen bij de indiensttreding. Als het patronaat nu de opzegtermijnen wil beperken tot een plafond van 18 maanden, is er natuurlijk nog steeds een ongelijkheid: 18 maanden toploon is een pak meer dan de 18 maanden loon van een gewone bediende. Maar het patronaat houdt de discussie bewust beperkt tot de opzegtermijnen en rept niet over het bedrag van de ontslagvergoedingen.

Vanuit de vakbonden wordt uiteraard geprotesteerd. Cortebeeck (ACV) stelde terecht: “Het kan niet zijn dat men de schandalige overdrijvingen van ceo’s gaat gebruiken om de bedragen van de gewone bedienden dan ook maar even naar beneden te halen.” De Leeuw voegde er aan toe: “Moet je de vier miljoen van Mittler nu echt gaan vergelijken met de ontslagtermijn van een bediende die twintig jaar bij Fortis heeft gewerkt en nu op de keien terechtkomt? Dat getuigt van een vergaand cynisme.”

Toen de afgelopen jaren steeds hogere toplonen werden betaald aan de topmanagers, hoorden we het patronaat geen eisen stellen waarbij de topmanagers als “bedienden” werden gezien. Er gold al evenmin een loonnorm, dat de verloning van topmanagers bijzonder sterk toenam, was immers geen probleem voor de vertegenwoordigers van het patronaat. Maar nu de gouden parachutes ter discussie staan, hebben we plots te maken met “bedienden” en kan pas iets aan de riante afscheidspremies worden gedaan als ook gewone ontslagvergoedingen worden aangepakt. Dat zijn twee maten en twee gewichten.

De toplonen en bijhorende ontslagvergoedingen zijn uitdrukkingen van een inhalig kapitalisme. De gevolgen van het kapitalisme zien we vandaag met de economische crisis. Als er dan wordt geprotesteerd tegen het feit dat de verantwoordelijken verder hun zakken vullen, steigert het patronaat. Hun geloofwaardigheid wordt hierdoor steeds meer ondermijnd.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop