Category: Op de werkvloer

  • Vlaams Belang provoceert zorgpersoneel: No Pasaran!

    Met 11000 werkenden uit de zorgsector werd op 13 juni in Brussel gemanifesteerd voor verlaging van de werkdruk, meer personeel en hogere lonen. Het Vlaams Belang probeerde op die betoging, georganiseerd door de vakbonden, tussen te komen met eigen spandoeken en pamfletten. Ze werden door de politie verwijderd uit de betoging.

    Door een verpleegkundige

    We aanvaarden geen Vlaams Belang in onze zorgbetoging!

    Het Vlaams Belang heeft een lang verleden van openlijke vijandigheid tegenover de vakbonden en werkenden. Het is dus evident dat ze voor zorgverleners niet welkom zijn op syndicale acties. Bovendien steunen ze in het parlement besparingen en willen ze systematisch een belangrijk deel van de werkende klasse uitsluiten van zorg en hulp. Onder het mom van aandacht voor ‘onze zorg’, kwamen ze de hele arbeidersbeweging en de vakbonden provoceren.

    Zoals steeds leiden ze de aandacht af van het eigenlijke probleem. Het nieuws dat in teken moest staan van het zorgpersoneel en de tekorten in de sector, werd overschaduwd door het filmpje waarin Tom Van Grieken een slag krijgt van een politieagent. Dit gebeurde nadat hijzelf en zijn medestanders de politie duwden en belaagden. Ze voeren een mediacampagne om zich als slachtoffer voor te stellen en zich verder ‘aanvaardbaar’ te maken voor de verkiezingen van 2024.

    Ons protest probeert alle werkenden te verenigen. Maar dus niet een Vlaams Belang dat de tekorten wil verdelen door werkenden aan te vallen. Wij staan voor de eenheid van alle werkenden. Samen sterk, betekent ook ingaan tegen verdeeldheid en dus tegen racisme en extreemrechts.

    Hun afbraak staat haaks op de reële noden

    Vlaams Belang probeert zich via een schijnbaar sociale retoriek als bondgenoot van het zorgpersoneel op te stellen, terwijl niets minder waar is. In hun programma staat een onafhankelijk Vlaanderen centraal: het verder regionaliseren van de zorg gaat voor hen gepaard met verder besparen en uitsluiting van heel wat mensen die niet als Vlaming beschouwd worden. Het zijn in het bijzonder de geregionaliseerde diensten zoals woonzorgcentra, kinderdagverblijven … die het meeste te maken krijgen met een tekort aan personeel en middelen, waar de kwaliteit van de zorg enorm onder lijdt.

    Wat de zorgsector echt nodig heeft, is een massale investering in infrastructuur en personeel. We willen gratis kwalitatieve en toegankelijke zorg voor iedereen, zonder wachtlijsten. We willen personeel dat niet uitgeput is, door een collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon en compenserende aanwervingen. We willen voldoende, goed opgeleid personeel waarbij het behoud van de autonome functie van HBO5 verpleegkundige cruciaal is.

    Hiervoor zullen we het geld moeten halen waar het zit: bij de grote bedrijven en hun aandeelhouders! Bijvoorbeeld bij de farma-industrie die de afgelopen jaren de grootste winsten ooit boekten. Dus niet bij mensen die het zelf moeilijk hebben, zoals mensen die migreren en uitkeringsgerechtigden. De beweging komt op voor een strijd om meer middelen en niet voor een herverdeling van de tekorten!

    Sociale strijd gaat gepaard met massaal verzet tegen extreemrechts!

    De politie kwam nu tussen, maar we moeten er niet op rekenen dat dit zal blijven gebeuren. Vaak wordt de politie tegen stakingen en betogingen gebruikt, denk maar aan de repressie bij de staking van het Delhaize-personeel. Justitie en politie verdedigden er de belangen van de grote bedrijven. Het is belangrijk dat de beweging een programma ontwikkelt dat antwoordt op de oorzaak van de problemen en geen ruimte laat voor de reële afbraak door Vlaams Belang en andere rechtse krachten.

    We kunnen ons eraan verwachten dat provocaties door rechts vaker zullen voorvallen. Ze winnen aan vertrouwen omdat de tekorten op dit ogenblik niet worden opgelost. De sociale strijd verder ontwikkelen, een breuk maken met het kapitalisme en de economie ten dienste van werkenden organiseren kan die voedingsbodem wegnemen.

    We mogen het niet overlaten aan de politie, we moeten de beweging tegen extreemrechts verder opbouwen via sociale strijd. Dat betekent ook goed georganiseerde eigen ordediensten als onderdeel van de betoging. Solidariteit over sectoren heen is hiervoor cruciaal: zowel de sociale strijd voor een uitgebouwde zorg als extreemrechts stoppen belangt ‘ons’ allen aan!

  • Meer personeel via massale, publieke investeringen! De sector aantrekkelijker maken met 30-urenweek!

    LSP ZORG & SOCIAAL WERK (Geschreven door militanten uit de zorg en het sociaal werk)

    Een te hoge werkdruk, te lage lonen, onmogelijke uren, beperkte infrastructuur, emotionele belasting door de uitzichtloze tekorten,… de redenen waarom het moeilijk haalbaar is om in de zorg te werken, zijn niet op één hand te tellen. In combinatie met een groeiende tendens naar verdere industrialisering van de zorg die ten koste gaat van zowel het personeel als de patiënten, is er geen tijd meer te verliezen om te investeren in de zorg.

    https://nl.socialisme.be/96225/de-patient-staat-centraal-dat-is-onzin-wij-werken-elke-dag-met-een-minimale-dienstverlening
    https://nl.socialisme.be/96271/we-gaan-van-een-zorgcrisis-naar-een-implosie-of-zelfs-een-zorginfarct

    De huidige middelen moeten besteed worden waarvoor ze dienen: voor concrete zorg en niet voor meer management. “Professionalisering” van de non-profit in combinatie met industrialisering leidt tot een loodzware hiërarchie/bureaucratie die handen vol geld kost. En peperdure consultants pikken méér dan een graantje mee. Overconsumptie vanwege de aard van financiering (prestatiegeneeskunde) blijft een hot item in de gezondheidszorg. Een controle van het management door volledige transparantie via het openen van de boeken is cruciaal.

    Stop de besparingen! Meer personeel voor uitgebouwde diensten!

    Op lokaal niveau is de besparingsronde al volop bezig, mede door schulden die naar de gemeenten werden doorgeschoven. In Gent krimpt het buurtwerk met 10%. In Antwerpen is een hele besparingsronde bezig in tal van voorzieningen zoals de jeugdzorg, in Denderleeuw wordt zelfs de samenlevingsopbouw (SAAMO) geschrapt. De laatste beslissing werd dankzij acties 3 maanden opgeschort! Meer strijd is nodig, want onder geen enkel bestuur is het sociaal werk veilig.

    De verkiezingen in 2024 zullen op alle niveaus gaan over waar men wil besparen, niet of er bespaard moet worden. Via een ‘begroting in evenwicht’ om de winsten van grote bedrijven te garanderen, zal onze sociale zekerheid en ons zorgstelsel verder uitgehold worden. We mogen niet wachten tot aan die verkiezingen om het verzet op te bouwen. Want ondertussen leiden de tekorten tot negatieve gevolgen op onze fysieke en mentale gezondheid, én het personeel uit de sector slaat op de vlucht.

    Stop de vlucht uit de zorgsector! 30-urenweek zonder loonverlies en bijkomende aanwervingen!

    Door de vlucht van personeel is het personeelstekort is nu nog groter geworden. Na Covid volgde een massale exodus. Naast de eisen voor meer personeel, meer middelen en hogere lonen, moeten we de 30-urenweek als concreet strijdpunt opnemen om de jobs in onze sector terug werkbaar en aantrekkelijk te maken.

    Als we in onze sector bijvoorbeeld 4 dagen werken aan 7u 30min per dag dan zou dit al enige ruimte voor recuperatie creëren om een gezonde verhouding met het privéleven te ontwikkelen. Door arbeidsduurvermindering zonder loonverlies te voorzien, zouden in de praktijk zelf heel wat werkenden meer loon dan nu verdienen. Want heel wat zorgverleners werken deeltijds aan een lager loon uit noodzaak om de werkdruk leefbaar te houden en om thuis onbetaalde arbeid in het gezin op te nemen. Anderen gaan hun laagbetaalde job combineren met o.a. flexijobs, interim, dagcontracten,… om een degelijk inkomen te verwerven.

    37% van de Vlamingen die voltijds werken, acht het waarschijnlijk aan de slag te gaan in de vierdaagse werkweek. Zo’n omwenteling kan alleen maar slagen als er bijkomende aanwervingen zijn die de nodige arbeid kunnen verrichten. Massale investeringen, om de wachtlijsten weg te werken en iedereen van hulp te voorzien, zijn nodig om uit de miserie te komen.

    Er is geld om te investeren!

    Volgens een berekening van Olivier Pintelon (ABVV) op basis van cijfers uit 2018-2019 zou een collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur in de zorgsector (pc 330) 1,7 miljard euro meerkost vragen. Niet betaalbaar? De rijken werden rijker, in die zin is de miljonairstaks een stap in de goede richting om meer middelen beschikbaar te maken voor de zorg en het sociaal werk. Tegelijk moeten we waarschuwen voor de kapitaalvlucht die daarbij dreigt. Om dit en verdere uitbuiting te vermijden, kunnen we verder gaan door de farma-industrie, de energiesector en de bankensector in publieke handen te nemen door nationalisatie.

    Janssen Pharmaceutica was in 2020 nog de grootste verdiener met 2,2 miljard euro winst, voor GSK (1,8 miljard euro) en Pfizer (868 miljoen euro). In 2022 boekte Belfius nog zijn hoogste winst ooit met 1 miljard euro en kon KBC haar winst maximaliseren tot 2,9 miljard euro (10% meer dan in 2021). Nationalisatie van deze sectoren kan structurele middelen vrij maken om massale te investeren in publieke diensten en ecologische planning om de gezondheid van iedereen te garanderen.

    Publieke en Non-Profit sector samen : een opbouwend, escalerend actieplan om te winnen!

    Echte overwinningen kunnen we slechts bekomen als we van 13 juni één stap in een opbouwend plan maken. Een plan dat de strijd, in de publieke en non-profit sector, op lokaal, regionaal en federaal niveau met elkaar verbindt. Iedereen moet betrokken worden, want het belangt iedereen aan! Personeelsvergaderingen, al dan niet met werkonderbrekingen, kunnen de basis vormen voor elke volgende stap. Zo nodigden ze in het Brusselse Brugmann Ziekenhuis ook delegees van Delhaize uit om die strijd te versterken en het personeel te mobiliseren. Via regionale vergaderingen kan personeel uit de vele, diverse diensten banden smeden!

    Het feit dat Sociaal Werk ActieNetwerk (SWAN) recent de strijdbijl terug opnam via acties in Antwerpen en Denderleeuw tegen de besparingen, tonen een potentieel om de strijdbewegingen te verbinden en te versterken. Daarom moedigen we met LSP deze groep en initiatieven zoals Sociaal Werkers in Actie en Travail Social en Lutte, of platformen zoals de weerbare zorg- en verpleegkundige, aan.
    Dit kapitalistisch systeem biedt geen fundamentele oplossingen, naast besparingen drijft het onze sector in verdere commercialisering. Kapitalisten gaan steeds op zoek naar nieuwe winstdomeinen, eigen aan dit systeem waarin je doodgeconcurreerd wordt.

    Een gematigd markt bestaat niet, het ontspoort steeds met desastreuze gevolgen. Dit stoppen kan slechts via een escalerend actieplan voor publieke investeringen waarbij een breuk met dit systeem gemaakt wordt. Stop tendering, waarbij organisaties moeten concurreren met commerciële bedrijven en hun slechte werkvoorwaarden, door structureel middelen vrij te maken via nationalisatie van de sleutelsectoren!

    Organiseer je om de samenleving fundamenteel te veranderen!

    Campagne ROSA : weg met de wachtlijsten Pride is a protest !

    In het bijzonder de meest onderdrukte groepen worden slachtoffer van de ellenlange wachtlijsten. Zo zijn de lijsten in de transport ellenlang, en vallen LGBTQIA+ personen sneller uit de boot. Heteronormativiteit heeft een impact op het mentale welzijn waardoor psychische problemen ontstaan. Campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en Asociaal beleid) wil de strijd van de arbeidersbeweging versterken tegen alle vormen van onderdrukking, want verdeeldheid van de werkende klasse vergemakkelijkt de kapitalistische uitbuiting. Daarom nemen we de strijd tegen wachtlijsten voor transzorg ten volle op.

    Neem deel aan Pride is a protest op 28 juni ! 18u30, Coyendanspark, Gent

    Sluit aan bij LSP/PSL

    LSP/PSL is een nationale partij die werkenden, jongeren, feministen… organiseert om het kapitalisme omver te werpen en de maatschappij te veranderen. Het kapitalisme brengt ons verdergaande uitbuiting door bedrijven om hun winstmaximalisatie. Wij strijden voor een democratische socialistische samenleving waarin de barbaarsheid van de markteconomie wordt vervangen door een rationele economie die democratisch gepland is om te voorzien in de behoeften van de gemeenschap, met respect voor de planeet. Deze strijd is van nature een internationale strijd en daarom zijn wij op alle continenten georganiseerd via een wereldpartij: International Socialist Alternative (ISA).

  • “De patiënt staat centraal? Dat is onzin. Wij werken elke dag met een minimale dienstverlening”

    Interview met Karim Brikci

    Van applaus naar een mes in de rug… Het lijkt een constante voor essentieel personeel zoals dat van de supermarkten, het onderwijs of de gezondheidszorg. Gisteren werden ze bejubeld als de helden van de gezondheidscrisis. Ze werden op televisie geprezen door ministers en commentatoren, die hen ook – en vooral – vroegen om kalm te blijven en blijk te geven van ‘verantwoordelijkheid’. Er werden betere tijden beloofd na de pandemie. De zorgbetoging van 13 juni in Brussel zal de realiteit van de sector opnieuw op straat brengen. We spraken met Karim Brikci, afgevaardigde van ACOD in het Brugmann-ziekenhuis en actief bij het actienetwerk ‘De Zorg in Actie’. We spraken hem vlak na een algemene personeelsvergadering in zijn ziekenhuis.

    Interview uit maandblad De Linkse Socialist

    Wat is er in de sector veranderd door de pandemie?

    “Het is duidelijk en onbetwistbaar dat de situatie in de hele gezondheidszorg (ook al ben ik minder op de hoogte van wat er in de ouderenzorg gebeurt) duizend keer dramatischer is geworden dan voorheen. De sector kreeg net als andere eerstelijnssectoren een pak slaag. Het personeel in de sector is moreel, psychologisch en fysiek uitgeput.”

    “Er moet iets veranderen. Er zijn serieuze verbeteringen van de arbeidsomstandigheden nodig en concrete oplossingen voor het gebrek aan personeel aan de bedden, het gebrek aan materiële middelen … Voor dit alles komt de mobilisatie vandaag naar mijn mening eigenlijk laat. De mobilisatie is niet vanzelfsprekend. Veel collega’s hebben de sector verlaten of doen dat nu. Anderen zijn uitgeput.”

    “Het enthousiasme en de woede aan het einde van de pandemie hadden we moeten gebruiken om te mobiliseren. De energie is echter verkocht voor de schijn van een loonsverhoging, die zeker nodig was, maar die de echte problemen uit de weg ging en de laagste lonen in de sector niet daadwerkelijk deed stijgen. De belangrijkste eis van het personeel op de werkvloer is dat er voldoende collega’s zijn om patiënten kwaliteitsvolle zorg te verlenen. België is op dat vlak een van de slechtste landen van Europa. De management-retoriek over ‘care together’ of ‘de patiënt die centraal staat’ is onzin. Iedereen moet weten dat we elke dag werken met een minimale dienstverlening.”

    Hoe groot is de uitstroom uit de sector?

    “Het is vrij moeilijk om daarop te antwoorden omdat we geen exacte cijfers hebben. Maar het fenomeen is heel duidelijk bij het verplegend personeel. Er is een context van tekorten. Dat tekort is natuurlijk relatief: er zijn voldoende opgeleide verpleegkundigen. Maar er zijn niet genoeg verpleegkundigen bereid om met deze werkomstandigheden in de zorginstellingen door te gaan. De manier waarop ze moesten werken was in strijd met de waarden van het verplegend personeel: patiënten op een menselijke manier verzorgen.”

    “In mijn ziekenhuis is het verloop enorm. Veel collega’s vertrekken. Ze worden vervangen door jongere collega’s. Dat maakt het voor de vakbond ook moeilijker om terug te vechten, we moeten telkens opnieuw opbouwen.”

    “De mobilisatie van het gemeenschappelijk vakbondsfront in zowel de publieke als de private ziekenhuizen en rusthuizen op 13 juni is dan ook een zeer goede zaak. Dit is wat ‘De Zorg in Actie’ al sinds 2019 vraagt: een eensgezinde reactie van de hele sector. De officiële eisen blijven wel erg vaag. “F*k de werkdruk” is goed. Maar concreet: waarvoor mobiliseren we en met welke strategie op langere termijn willen we dat bereiken?”

    “Met ACOD Brussel eisen we een opwaartse herziening van de toezichtsnormen, dat wil zeggen het aantal verpleegkundigen aan het bed van de patiënt. Daarnaast eisen we een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Dit wordt als essentieel gezien in de sector, net zoals het dat in de hele samenleving is. Om burn-outs te voorkomen en een kwalitatief goede zorg te verlenen, is het cruciaal. We krijgen te horen dat er al een tekort aan verpleegkundigen is en arbeidsduurvermindering hierdoor niet kan. We antwoorden dat arbeidsduurvermindering zonder loonverlies personeel kan aantrekken dat het beroep heeft verlaten. Door de arbeidsomstandigheden te verbeteren kunnen we mensen weer aantrekken voor de zorg.”

    “De huidige logica in de sector gaat de andere kant op: besparingen en de verplichting om meer te doen met minder personeel. De werkgevers worden zeker geconfronteerd met budgettaire moeilijkheden, maar hun ambitie is om alles op het personeel af te schuiven. Budgettaire moeilijkheden worden systematisch gebruikt als excuus voor nieuwe aanvallen op de arbeidsvoorwaarden. Alles wat ten tijde van de pandemie in de media werd gezegd, is overboord gegooid. De beloften en het applaus zijn snel vergeten. We vermoedden het al, maar vandaag is het heel duidelijk. Achteraf bekeken werden we eigenlijk gewoon uitgelachen!”

    Je komt net terug van een algemene personeelsvergadering in het Brugmann ziekenhuis. Waar ging het over?

    “In de openbare ziekenhuizen in Brussel zijn de vakbonden en hun meest actieve leden vastbesloten om in het offensief te gaan. We hebben op 15 maart een lijst met eisen ingediend bij de IRIS-koepel van de Brusselse openbare ziekenhuizen. Dit alles gebeurde met een dynamiek van algemene vergaderingen en bekrachtiging van de eisenlijst in die algemene vergaderingen. We hadden twee onderhandelingen waar de toon snel werd gezet. Nauwelijks hadden we onze eisen op tafel gelegd of we kregen een ‘eisenplatform van de werkgevers.’ Dat is hun term: werkgevers. Wij hebben het over de overheid die tewerkstelt…”

    “De prioriteiten van de bazen (we gebruiken hun term) omvatten allereerst de beperking van het vakbondsstatuut, een nieuwe golf van aanvallen op het stakingsrecht en het recht op collectieve actie, geheel in lijn met wat er in andere sectoren in België gebeurt. Vervolgens de versnelling en vergemakkelijking van het ontslag van statutair personeel en tenslotte de afschaffing van het in- en uitklokken, waardoor de bazen de uitbetaling van overloon kunnen afschaffen terwijl overuren schering en inslag zijn in de sector. Dit zijn de prioriteiten van de werkgevers. Geen enkel voorstel over arbeidsomstandigheden of welzijn. Iedereen heeft zijn eigen prioriteiten!”

    “We hebben onze weigering duidelijk gemaakt. Vervolgens stelden ze een protocoltekst op waarin bijna geen enkele van onze tien prioritaire eisen aan bod kwam. Ze maakten een ‘opvulprotocol’, d.w.z. ze namen de sociale wetgeving en de welzijnscode en vulden pagina’s in. Er staat dat ze van plan zijn om misschien de welzijnscode te respecteren, terwijl die al jaren verplicht is. Het is een grap! Aan de andere kant zijn al hun eisen opgenomen. En de kers op de taart is de slotbepaling: de vakbonden zouden tot 31 december 2025 niets mogen eisen omdat de kilometervergoeding voor fietsen is verhoogd. Zo zie je maar, ze zijn al gul geweest… “

    “Op 30 mei gaan alle IRIS-ziekenhuizen in staking, wat als springplank dient naar de betoging op 13 juni. Het is te hopen dat de volgende mobilisatiedata op die dag bekend worden gemaakt. Met een betoging om de zes maanden krijgen we niet wat we nodig hebben.”

    “We hebben op deze personeelsvergadering een kameraad uit de handel uitgenodigd om de situatie bij Delhaize en in de sector te bespreken. Die ervaring was succesvol. De collega’s waren erg blij om de situatie elders te bespreken. Dit versterkte de bereidheid om deel te nemen aan de betoging van het personeel uit de distributiesector voor hun arbeidsvoorwaarden en voor het stakingsrecht op 22 mei. Het verduidelijkte de zaken voor veel mensen. De aanvallen op het stakingsrecht in de private sector zullen morgen plaatsvinden, ze worden al voorbereid. Op 22 mei zullen we aanwezig zijn, met een staking van brancardiers en schoonmakers bij Brugmann, met stakersposten in de ochtend en daarna gezamenlijk vertrek naar de betoging.”

    Nog een laatste woord?

    “De pandemie heeft aangetoond dat we een publieke gezondheidsdienst nodig hebben die gefinancierd wordt volgens de noden, wat vandaag duidelijk niet het geval is. Een deel van de middelen kan gevonden worden in een genationaliseerde farmaceutische sector die onderdeel wordt van een nationale gezondheidsdienst.”

    “Maar er is ook de kwestie van de controle op de genomen beslissingen. Persoonlijk denk ik dat de gebruikers en het personeel het best in staat zijn om de beslissingen te nemen. In de openbare sector hebben we een Mexicaans leger van managers uit de private sector die totaal niet op de hoogte zijn van de realiteit op de werkvloer. Er loopt veel verkeerd en hun antwoord is om te zeggen dat we moeten functioneren zoals in de privésector. In feite denk ik dat zij de inefficiëntie van de openbare dienst organiseren om de privatisering voor te bereiden. Het is een strijd van de hele bevolking om een democratisch beheerde en gecontroleerde nationale gezondheidsdienst te bekomen.”

  • “We gaan van een zorgcrisis naar een implosie of zelfs een zorginfarct”

    De zorgcrisis wordt nog dieper. Het antwoord van het beleid is niet om de nodige middelen uit te trekken om de sector aantrekkelijker maken zodat het personeel niet gaat lopen. Neen, er is een groeiende tendens naar verdere industrialisering van de zorg. Dat gaat ten koste van zowel het personeel als de patiënten. We spraken hierover met Bart Van der Biest, BBTK-afgevaardigde in een ziekenhuis en bestuurslid van de beroepsorganisatie Belgische Federatie HBO Verpleegkundigen (BFHBOV) Hij spreekt in eigen naam.

    Vandaag is de kwestie van arbeidsduurvermindering essentieel. Een 30-urenweek betekent niet alleen dat de werkomstandigheden menselijker worden, maar vergt ook een volledige reorganisatie van de sector.

    Wat is het grootste pijnpunt in de zorg vandaag?

    “Het chronisch tekort aan personeel! Vanuit het beleid worden hier allerlei verklaringen voor gegeven. Zo is het volgens zorgambassadeur Candice De Windt problematisch dat 30% van de studenten verpleegkunde verder studeren. Dat is bizar: ook in andere richtingen studeren jongeren verder. De reden waarom mensen afhaken, zit bij het geheel van werkvoorwaarden.”

    “Maar liefst 40% van de verpleegkundigen oefent hun beroep niet uit. Dit is nochtans geen opleiding die je start zonder een concreet doel. In theorie is er geen tekort aan collega’s met een verpleegkundig diploma op zak, maar de werkomstandigheden leiden tot een exodus. Het tekort aan personeel beperkt zich echter niet tot de zorgfuncties. We zien dat ook bij ondersteunende functies zoals de schoonmaak of administratie. De lonen in de sector zijn laag. Als je dan elders meer kan verdienen mét betere uren, is de keuze snel gemaakt.”

    Bart Van der Biest

    “Het probleem van het personeelstekort is nu groter geworden. Velen hebben het lang volgehouden, maar na Covid volgde een massale exodus. Ook in het ziekenhuis waar ik werk, merk ik dat. Sommigen trokken bijvoorbeeld naar het onderwijs, waar er ook veel problemen zijn door het tekort aan middelen. Maar daar moet je tenminste niet werken in weekends en op feestdagen. De uitstroom betekent dat er veel ervaring vertrekt. Dit vertaalt zich in een daling van de kwaliteit van de zorg.”

    “De problemen vandaag zijn niet nieuw, maar ze zijn uitvergroot door de Covid-crisis. Decennia van onderinvesteringen maakten dat er een zorgcrisis ontwikkelde. Nu gaan we naar een implosie van de zorg. Zorgnet Icuro waarschuwt voor een ‘zorginfarct’ door de combinatie van meer zorgvraag door de vergrijzing en het tekort aan personeel. Dat maakt dat acht op de tien ziekenhuizen activiteiten afbouwen. We stevenen op een ijsberg af, maar het orkest van de Titanic speelt rustig door.”

    Er waren toch extra middelen voor de zorg aangekondigd?

    “Minister Vandenbroucke (Vooruit) pakt graag uit met het Zorgpersoneelfonds dat 5000 voltijdse equivalenten extra opleverde. Tegelijk zegt dat niets over de veel grotere uitstroom. Vóór Covid duurde een gemiddelde loopbaan in de zorg zeven jaar, nu zal dat nog een pak korter zijn. Het is een sector die weinig zorgzaam omgaat met het eigen personeel. Als erg vrouwelijke sector komen daar nog specifieke problemen bij, waardoor je eigenlijk kan zeggen dat het een van de meest asociale sectoren is.”

    “Het klopt dat er in 2020 extra budget uitgetrokken is voor het sociaal akkoord voor de federale sectoren van de zorg. Er werd 1 miljard euro vrijgemaakt. Daarvan is er 400 miljoen afgedwongen voor het Zorgpersoneelfonds dat in 2019 als amendement van de PVDA op de federale begroting in het parlement gestemd werd onder druk van stakingen in de Brusselse openbare en private ziekenhuizen. Het overgrote deel van de resterende 600 miljoen euro is gebruikt voor IFIC, een nieuw systeem van functieclassificatie met bijhorend loonstelsel. De bedoeling was om een billijk loonstelsel voor de volledige sector op te maken … maar in de praktijk werd het iets anders. Er werd o.a. gekeken naar de ‘gemiddelde marktwaarde’ van de functies die men één voor één gewogen heeft volgens de taken die men uitvoert, de verantwoordelijkheden die men draagt …  De exacte percentages voor de verschillende parameters voor de weging zijn nooit vrijgegeven omdat dit teveel discussie zou opleveren. Bovendien wordt de basislogica van het IFIC-model niet toegepast op de grootste groep werknemers, met name de verpleegkundigen. Voor hen blijft het diploma bepalend met een onderscheid tussen bachelors en HBO5.” 

    “Op initiatief van Vandenbroucke wordt op vraag van Europa de zorgladder in het verpleegkundig zorgdomein herbekeken met een te vrezen degradatie van de toekomstige HBO5 die voortaan de titel ‘basisverpleegkundige’ zou dragen. Laat je echter niet vangen aan die nieuwe titel. De verschillende vertalingen in het Frans in het wetsontwerp geven de echte inhoud prijs van de ‘basisverpleegkundige’: eerst was het ‘aide-infirmier’, dan ‘assistent en soins infirmiers’ … Men koos voor ‘basisverpleegkundige’ in Vlaanderen om het gemakkelijker te verkopen en te doen slikken omwille van een eerdere slechte ervaring. Een poging van Maggie De Block in 2016 om hetzelfde door te voeren onder de werknaam ‘healthcare assistent’ werd meteen in de kiem gesmoord door het gemeenschappelijk vakbondsfront.”

    “De eerste theoretische loonmodellen (op basis van de gemiddelde marktwaarde van de functies) van IFIC betekenden tussen de 900 miljoen en 1 miljard euro extra loonvolume per jaar voor het paritair comité 330. “Realiteitszin” deed de werkgevers en vakbondstop dit bedrag herleiden tot een model van ongeveer 600 miljoen euro extra loonvolume (1 derde minder dus) om in verschillende fases (4 of 5) door te voeren in een niet nader bepaald uitgerekt tijdsbestek. De covid-shock zorgde ervoor dat het voor sommige deelsectoren in 1 keer werd ingevoerd, voor andere die reeds een eerste fase achter de rug hadden, werd het in 2 tijden ingevoerd.”

    “Volgens een berekening van Olivier Pintelon (ABVV) uit 2018-19 zou een collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur in de zorgsector 1,7 miljard euro kosten. Alle (extra) budgetten voor de sociale akkoorden in de verschillende deelsectoren van de zorg samen bedragen meer dan 1,7 miljard euro, maar er is niets van de fundamentele problemen opgelost. Er wordt gebricoleerd in de marge, terwijl er niets aan de hyperflexibiliteit en stijgende werkdruk wordt gedaan. Dat is waarom collega’s de sector blijven verlaten.”

    Van waar komt die hyperflexibiliteit?

    “Om het personeelstekort op te vangen worden activiteiten afgebouwd en wordt personeel elders ingezet. Dit vertrekt niet van de zorgnoden. Voor patiënten is het belangrijk dat er verpleegkundigen zijn die hun specialiteit kennen. Daar wilde Maggie De Block destijds al een einde aan maken met haar pleidooi voor algemene verpleegkundigen die overal inzetbaar zijn. Zo werkt het neoliberale bestuur: verpleegkundigen zijn pionnen die verzet kunnen worden. Nochtans kan je een verpleegkundige die jarenlang op de psychiatrie werkt niet zomaar van de ene op de andere dag naar bijvoorbeeld de chirurgie overplaatsen. Dat ondergraaft de kwaliteit in de zorg.”

    “Een andere manier om de flexibiliteit op te voeren, is de doorgedreven administratieve last met allerhande informaticaprogramma’s waarbij een verpleegkundige zich voor elke handeling moet verantwoorden. Verpleegkundigen zijn soms meer bezig met zich te verantwoorden dan met de zorg. Er is een opbouw van een hiërarchie met kleine en grote bazen, die allemaal loeren naar wie aan het bed van de patiënt staat. Van achter hun computer kunnen ze alles controleren en wordt het autoritair regime opgedreven. Ondertussen scoort België slecht qua personeelsbezetting. Internationaal wordt 1 verpleegkundige per 8 patiënten gezien als de limiet voor veilige zorg. In België is er 1 verpleegkundige voor 9,4 patiënten en we komen zelfs van 1 per 11!”

    “Minister Vandenbroucke gaat verder met de neoliberale plannen die Maggie De Block destijds uitwerkte voor de ziekenhuizen. Ondertussen zijn de ziekenhuisnetwerken een feit. In die netwerken van minstens 2 ziekenhuizen moet er uitgemaakt worden welke (specialistische) zorg door wie wordt aangeboden. De sluiting van materniteiten is het eerste voelbare gevolg. In totaal zijn er 25 ziekenhuisnetwerken. Voor bepaalde zorg zullen patiënten hierdoor veel verder moeten reizen. Met de ziekenhuisnetwerken kan er ook bespaard worden op ondersteunende diensten via de oprichting van gezamenlijke externe logistieke platformen die onder een ander paritair comité vallen met slechtere arbeidsvoorwaarden.”

    “De tekorten worden aangegrepen voor een verdere industrialisering van de zorg. Dit gaat gepaard met een verdere hiërarchisering waar in de toekomst de bachelor in de verpleegkunde als ploegbaas een team van goedkopere zorgfuncties zal moeten aansturen. Dit is een hele stap terug in de tijd. Vroeger was er ook sprake van taakverpleging maar dit moest plaats maken voor een holistische benadering van de patiënt en geïntegreerde zorg. Dit zal in de toekomst nog meer naar het rijk van de theorie verwezen worden. De degradatie van de HBO5-verpleegkundigen kadert daarin.”

    “Ondertussen experimenteert Vandenbroucke ook al met de denkpiste die Conner Rousseau lanceerde voor een verdere staatshervorming. Onder meer in de geestelijke gezondheidszorg wordt gewerkt met federale middelen, maar vullen de regio’s in wat er met die middelen gebeurt. Dit is een piste die na 2024 op grotere schaal kan uitgerold worden.”

    “Kortom, er zijn op alle vlakken hervormingen in de sector en doorgaans in slechte zin.”

    Wat moet er dan wel gebeuren?

    “Fundamentele problemen vragen fundamentele oplossingen. Er moet een collectieve arbeidsduurvermindering komen. Zelfs in de brainstormsessies die Vandenbroucke organiseert met onder meer de vakbonden en beroepsorganisaties wordt erkend dat de 38-urenweek in de zorg niet meer van deze tijd is. Het is hoog tijd dat de 30-urenweek afgedwongen wordt! Dat zou de job meteen aantrekkelijker maken.”

    “Er zijn dringend meer middelen nodig. In de federale begroting van 2024 moet er geld voor de sector voorzien worden. Wachten tot na de vorming van een nieuwe federale regering is geen optie, al helemaal niet indien de regeringsvorming opnieuw maanden- of jarenlang aansleept. Tijdverlies voor extra budget kan de zorgsector zich niet permitteren!”

    “De betoging van 13 juni is belangrijk. Eerder werd al op 31 januari betoogd. Toen was de opkomst dubbel zo hoog als voordien verwacht door de vakbondsleiding. Het toonde hoe diep de woede zit. Die betoging werd bovendien goed voorbereid met materiaal dat ruim op voorhand beschikbaar was. Met vingerknipacties om de paar maanden zullen we er echter niet komen. Er is een escalerend actieplan nodig dat gekoppeld wordt aan duidelijke eisen zoals arbeidsduurvermindering en meer middelen. Dit actieplan moet op 13 juni aangekondigd worden, geen maanden nadien.”

    “In 2019 waren er acties en stakingen in alle Brusselse ziekenhuizen, zowel private als publieke. De directe aanleiding toen was een technische discussie rond het sociaal akkoord. In Brussel werd dit echter opengetrokken en werd de ontmenselijking van de zorg aangeklaagd. Die bredere insteek versterkt de mobilisatie en de steun van de publieke opinie.”

    “Vandaag is de kwestie van arbeidsduurvermindering essentieel. Een 30-urenweek betekent niet alleen dat de werkomstandigheden menselijker worden, maar vergt ook een volledige reorganisatie van de sector. Het is positief dat de eis van arbeidsduurvermindering opgenomen is door het gemeenschappelijk vakbondsfront. Dit is geen eis om enkel uitgespeeld te worden bij de sociale verkiezingen, er is nood aan een beweging om het effectief af te dwingen.”

  • Het antwoord op repressie: actieve solidariteit

    In het sociaal conflict bij Delhaize zet de directie deurwaarders en politie in om piketten te breken. Deurwaarders trekken naar vakbondsmilitanten thuis om hen een straatverbod op te leggen. Aan een bemiddelingsvergadering wordt een waterkanon geplaatst. Vakbondsleden worden geboeid afgevoerd. Een rechter overschrijdt zijn territoriale bevoegdheid om een actieverbod in heel het land op te leggen. Een andere rechter zegt dat het recht om handel te voeren belangrijker is dan het stakingsrecht. De politie houdt auto’s van vakbondsleden ‘preventief’ tegen en verbiedt om actie te voeren. En wat doet de regering? Aan de vooravond van de betoging op 22 mei voor het Delhaize-personeel en het recht op syndicale acties, bespreekt ze een wetsvoorstel waarmee het mogelijk wordt om demonstraties op de openbare weg strafrechtelijk te verbieden.

    door een delegee

    Het jaar 2022 stond bol van de intersectorale en vakbondsmobilisaties, met een reeks acties en betogingen (sommige spontaan, waarbij de achterban het vakbondsapparaat inhaalde) voor hogere lonen en de verdediging van de index. Het eindigde met de algemene staking in gemeenschappelijk vakbondsfront op 9 november en de tienduizenden betogers op 16 december in Brussel, eveneens in een gemeenschappelijk front.

    De dag na die betoging verklaarde het ABVV in een persbericht: “Als er geen consensus kan worden bereikt met de vertegenwoordigers van de werkgevers, zal het ABVV midden februari zijn federaal comité opnieuw samenroepen om te beslissen over nieuwe acties, die een staking van 24 uur zouden kunnen omvatten.” In plaats van een staking of een andere grootschalige actie werden op 14 februari 2023 acties georganiseerd om de beweging te begraven. In de beweging dook de eis van nationalisatie van de energiesector op. Op 14 februari werd enkel nog gesproken over ‘fiscale rechtvaardigheid’. Veteranen van syndicaal protest weten dat deze bijzonder vage en algemene eis doorgaans gebruikt wordt om bewegingen te laten verdrinken.

    Er was een eigen dynamiek in verschillende sectoren: het Franstalig onderwijs, de gezondheidszorg en de non-profit, de brandweer, het spoor, de kinderopvang … Er was zelfs een algemene staking in de openbare diensten op 10 maart. Het ging om een veelheid aan krachtmetingen in verspreide slagorde en telkens zonder strategie op middellange termijn. Het zijn uitdrukkingen van de woede. Dat volstaat echter niet.

    Zwakte leidt tot agressie

    Het is ondertussen bijna 10 jaar geleden, maar het actieplan van het najaar van 2014 blijft een belangrijk voorbeeld van hoe we ons syndicaal protest kunnen opbouwen. Er werd toen meteen een reeks mobilisaties aangekondigd die opbouwden naar de historische nationale algemene staking van 15 december. Het jaar 2014 was een recordjaar qua stakingen (sinds 1993): 760.297 stakingsdagen tegen 206.974 in 2013. De rechtse regering wankelde. Verdeeldheid (en angst) bij de vakbondsleiding tegenover de ontketende massabeweging bracht de strijd echter tot een patstelling. Dit gebeurde onder meer met de valse belofte van een ‘tax shift’, die er uiteindelijk één van arm naar rijk werd.

    Zodra de druk van de straat was afgenomen, kwam het debat over het stakingsrecht plotseling weer op gang. Na een staking in oktober 2015 in Luik en een andere in juni 2016 in Antwerpen werden vakbondsleden veroordeeld wegens “kwaadwillige belemmering van het verkeer.” De tegenpartij was bang en probeerde elke gelegenheid aan te grijpen om toekomstige sociale bewegingen te verzwakken. Nu wordt een volgende stap in die richting gezet.

    Delhaize, een precedent voor de hele arbeidersbeweging

    Delhaize is een testcase voor de werkgevers en de overheid. Vakbondsvrijheden die helemaal gekortwiekt worden aan de winkeldeuren of de depots in Zellik, zullen dat ook blijven.

    Midden vorig jaar hield het ABVV een federaal congres waar het aankondigde dat elke veroordeling van een syndicalist voor het uitoefenen van het stakingsrecht zou beantwoord worden met een 24-urenstaking. Voorzitter Thierry Bodson zei toen in de media: “Dit is al drie jaar bezig. Het getuigt van een gebrek aan respect voor onze leden en afgevaardigden.” En nog: “Ja, er zullen nog gevallen zijn. Daarom moeten we beslissen om de volgende keer nog sterker te reageren. Geen enkele grote overwinning voor de vakbonden is er gekomen met alleen overleg. We moeten kunnen blijven staken.” Er zijn nog geen veroordelingen geweest in de strijd bij Delhaize, maar we moeten daar niet op wachten. Wat er daar nu gebeurt, gaat immers nog verder dan eerdere aanvallen op het recht op collectieve actie. 

    Om onze rechten te verdedigen, hebben we het volle gewicht van de arbeidersbeweging nodig. We kunnen daarbij iedereen betrekken voor wie collectieve actie essentieel is: feministen, LGBTQIA+ activisten, klimaatjongeren, studenten … Solidariteit is ons beste wapen!

    Begin mei dienden het ACV en het ABVV klacht in tegen een deurwaarder die een piket bij Delhaize aan de Watersportbaan verbood. Kort nadien waren er honderd betogers voor de rechtbank van eerste aanleg in Bergen om verschillende delegees en personeelsleden te steunen. De juridische strijd moet gevoerd worden, maar we mogen ons daar niet toe beperken. Deze strijd kan nooit in de plaats van mobilisatie treden.

    Sommigen denken de repressie te omzeilen met ‘verrassingsacties’. In de praktijk is de politie doorgaans snel op de hoogte. Tegenover een handvol activisten is repressie bovendien gemakkelijker. De beste manier om repressie te stoppen, is door ons net sterker en beter te organiseren. Zo had het voor kledingketen Zara geen zin om deurwaarders in te zetten toen het voltallige personeel van de vestiging aan de Elsensesteenweg in Brussel het werk neerlegde op 6 mei. De grotere acties aan Delhaize-vestigingen op 13 mei gaan in deze richting.

    Eind april was er in Limburg een illegale rave met 5.000 aanwezigen. De politie verkoos om niet tussen te komen omdat er te veel mensen aanwezig waren. Ook daar kunnen we een les uit trekken…

    In Brussel is er een solidariteitscomité met de stakers van Delhaize opgezet. Dit comité mobiliseerde naar een actie aan Delhaize Chazal in Schaarbeek, de grootste winkel van de groep in Brussel. Ongeveer 250 mensen stonden voor de deur en protesteerden ook binnen in de winkel. Er waren deurwaarders aanwezig, maar er werd geen enkele boete uitgedeeld. Dit voorbeeld kunnen we overal bespreken op personeelsvergaderingen op de werkplaatsen en op acties aan Delhaize-winkels. Dit kan samengaan met een algemeen debat over een actieplan en de te volgen strategie om de patronale agressie een halt toe te roepen.

  • Delhaize. Heel de samenleving mobiliseren om het franchiseplan te stoppen

    De handelssector ligt al enkele jaren onder vuur met steeds nieuwe aanvallen op arbeidsvoorwaarden en lonen, franchisering, flexibele uren en contracten, automatisering, e-commerce … Dit komt niet uit de lucht gevallen: het is een bewuste strategie van de werkgevers.

    Artikel door een vakbondsverantwoordelijke in de sector, uit maandblad De Linkse Socialist

    Franchisering bij Delhaize

    Franchisering is een zakenmodel waarmee een bedrijf zijn netwerk uitbreidt door licenties te verkopen aan franchisezaken. De zelfstandige beheerders van die winkels zijn verplicht om vergoedingen te betalen aan het moederbedrijf, waardoor hun aandeel in de winst kleiner wordt. Ze profiteren dus niet ten volle van hun investering, terwijl het moederbedrijf gemakkelijke winsten boekt. Het moederbedrijf neemt alle belangrijke beslissingen over het merk (prijzen, marketingbeleid …). Er is onvermijdelijk een onevenwichtige machtsverhouding. De franchisenemers hebben in de praktijk geen controle over hun eigen zaak. Het zijn eigenlijk schijnzelfstandigen.

    Vandaag zitten 40% van de franchisenemers in België in de problemen. Onder de franchisenemers bevinden zich niet enkel kleine zelfstandigen die één winkel beheren. Er zijn ook bedrijven die meerdere winkels bezitten, zoals Peeters-Govers dat 15 winkels van Albert Heijn uitbaat.

    Voor de grote ketens is franchisering een manier van sociale afbraak waarbij ze de omzet verhogen zonder het nodige personeel in te zetten en dus tegen veel lagere kosten. De vakbonden klagen aan dat 6.200 van de 9.000 personeelsleden van Delhaize die door de franchisering geraakt worden, niet dezelfde arbeidsvoorwaarden zullen hebben. Een manager van een Delhaize-franchise in Brussel verklaarde in de media: “Als zelfstandigen kunnen wij niet de lonen betalen die Delhaize geeft aan het personeel van de supermarkten in eigen beheer. Als we de rode lijn van 10% loonkosten (inclusief onze eigen vergoeding) overschrijden, stevenen we regelrecht op een faillissement af. Dat zou niet voorkomen worden met krediet van de franchisegever. Wat ik hier vertel, kan je in onze boekhouding nakijken.” (Le Soir, 17 mei). Ahold Delhaize behaalde in het eerste kwartaal van dit jaar een omzet van 21,6 miljard euro, een forse stijging tegenover vorig jaar. Maar voor de aandeelhouders is dat niet genoeg.

    Het franchisestelsel is een perfect voorbeeld van de concentratie van macht, ongelijkheid en werkonzekerheid die inherent zijn aan het kapitalisme. Het is een logisch gevolg van de concurrentie en het privaat bezit van de productie- en ruilmiddelen.

    De uitdagingen van de sector en van de vakbondsstrijd

    In 2021 telden de grote ketens uit de voedingssector 3.814 winkels in ons land. Dat is 8% meer dan 2015 en goed voor één winkel voor ongeveer 3.000 consumenten. Delhaize telt 800 winkels waarvan 128 in eigen beheer. De rest zijn in handen van zelfstandige franchisenemers.

    Een van de voordelen van deze opdeling in kleine entiteiten is dat het aantal werknemers dat nodig is om een vakbondsafvaardiging en echt sociaal overleg op te richten, niet wordt bereikt. In bedrijven waar de werknemers geen enkele rol spelen in de besluitvorming, dicteert het kapitaal op nog brutalere manier.

    Comeos, de werkgeversorganisatie voor de handel, sprong meteen op de kar en verklaarde dat andere ketens klaar zijn om het franchisestelsel te veralgemenen. Mestdagh-Intermarché wil de komende weken nogmaals 50 winkels aan franchisenemers overlaten.

    De Colruyt-groep is tegen dit franchisesysteem, omdat het tot oneerlijke concurrentie tussen ketens leidt. De groep pleit daarom voor een hervorming van de vijf paritaire comités van de levensmiddelenhandel (202, 201, 311, 202.01 en 212.01). Colruyt wil die comités harmoniseren… maar dan wel naar beneden. Geoffroy Gersdorff, CEO van Carrefour, stelde in De Tijd: “Vandaag heb ik geen plannen om winkels over te hevelen naar zelfstandigen.” Hij voegde er echter meteen aan toe: “De situatie is moeilijk in onze geïntegreerde winkels. Het moet absoluut beter. Het is problematisch dat onze hypermarkten in paritair comité 312 zitten. Er moet een oplossing komen, want het status quo is geen optie.” Over het basisprincipe zijn alle werkgevers uit de sector het eens: de lonen moeten omlaag. Als we hen laten doen, zelfs zo laag dat geen enkele supermarktmedewerker het zich nog kan permitteren om in de eigen winkel inkopen te doen. Aldi en Lidl zullen daarbij uiteraard evenmin werkloos toekijken.

    Voor een antwoord op deze crisis is er volgens de vakbondsleiders nood aan een hernieuwd gemeenschappelijk vakbondsfront waarmee de werkgeversorganisaties aan de onderhandelingstafel gedwongen worden om een hervorming van de paritaire comités te bespreken.

    De directie van Delhaize geeft echter niets om het sociaal overleg. Voor de directie is het de franchisering en niets anders. Ze weigert zelfs het minimum, zoals de toepassing van de wet-Renault (die voorziet in een periode van sociaal overleg bij collectief ontslag) of een soepele eindeloopbaanregeling voor ouder personeel. Elke dialoog zit muurvast en wordt verder vergiftigd door dwangsommen, arrestaties en andere patronale provocaties die enkel mogelijk zijn door de actieve medeplichtigheid van de overheden en het gerecht. Er is voor het personeel geen andere weg dan die van een strijd van de hele sector.

    De nationale betoging van 22 mei was een goed initiatief, maar kwam wel erg laat. De staking en strijd van het Delhaize-personeel is al sinds 7 maart bezig en is historisch. Er is een brede steun onder de bevolking. Dit bleek ook met de twee regionale betogingen in Luik (7 april) en Brussel (17 april), de personeelsvergaderingen, de stakersposten, de solidariteitsacties, de blokkades aan de depots in Zellik, de opiniestukken en de duizenden handtekeningen voor een online petitie.

    De oproep voor de betoging van 22 mei werd drie weken op voorhand gelanceerd om de hele handelssector en het personeel van andere sectoren te bereiken. Het doel was een brede mobilisatie in solidariteit met het personeel van Delhaize, maar ook tegen de repressie en de aanvallen op de syndicale rechten.

    Perspectieven voor de beweging

    Binnen het gemeenschappelijk vakbondsfront is er een intens debat over de te volgen strategie. BBTK, de bediendenbond van het ABVV, benadrukt de noodzaak van een visie op de duurzaamheid van de sector. Het betekent dat de franchisering wordt aanvaard, mits garanties voor de huidige werknemers. De CNE, de Franstalige bediendenbond van het ACV, wil het behoud van alle jobs en de bestaande arbeidsvoorwaarden.

    De directie van Delhaize verstopt zich achter de toepassing van de cao 32bis, die een overnemer verplicht om het bestaande personeel aan de huidige arbeidsvoorwaarden over te nemen. Dit is een valstrik, want de cao voorziet in een reeks uitzonderingen die jobs in gevaar brengen in het geval van franchisering.

    De CNE is tegen het franchiseplan en wil de onderhandelingen verplaatsen naar het niveau van de sector. Zo hoopt de CNE de verdeeldheid in het kamp van de werkgevers te gebruiken voor een opwaartse harmonisatie van de paritaire comités.

    Het cruciale punt is echter om vanuit de betoging van 22 mei een krachtsverhouding op te bouwen om de sector en de hele samenleving te mobiliseren om de franchiseplannen van tafel te krijgen.

    LSP koppelt dit aan de noodzaak van een bredere discussie over de organisatie van de productie, de wijze waarop prijzen worden bepaald, de verdediging van het stakingsrecht en de syndicale aanwezigheid in de bedrijven, ook in de kleine. Dit zou de weg vrijmaken voor een grotere eenheid van consumenten en werkenden in deze en andere sectoren, en dus voor de eenheid van heel de werkende klasse. Om aan de reële noden van de bevolking te voldoen, is er nood aan een ander productiemodel. Een eerste stap daartoe is het stoppen van de neerwaartse spiraal voor de lonen en arbeidsvoorwaarden.

    De solidariteit met het personeel van Delhaize is indrukwekkend. Het ontbreekt echter aan een strategie om te winnen. In Brussel is er een solidariteitscomité met de stakers van Delhaize opgezet, een initiatief waaraan LSP deelneemt. Dit helpt om van passieve steun naar actieve betrokkenheid te gaan. Het is een goede stap om de strijd te verbreden. 

    Voor volgende stappen is de solidariteit in de hele sector en daarbuiten fundamenteel. Dit kan versterkt worden door syndicalisten van Delhaize of van de sector uit te nodigen op personeelsvergaderingen, zoals dit gebeurde op initiatief van ACOD LRB in het Brugmann ziekenhuis in Brussel. Dergelijke vergaderingen zijn ideaal om de solidariteit te organiseren, maar ook om samen te discussiëren over volgende stappen en de strategie voor de strijd. 

    Hoe winnen? De mobilisatie is sterker als er een duidelijk perspectief is. Een escalerend actieplan om de intrekking van het hele franchiseringplan af te dwingen, is absoluut noodzakelijk om deze strijd te winnen. Lokale initiatieven en de betoging van 22 mei kunnen de basis leggen voor een grote staking in de hele handelssector, met de mogelijkheid voor werkenden uit andere sectoren om zich daarbij aan te sluiten.

    De malaise in de supermarktsector vestigt opnieuw de aandacht op wie de samenleving doet draaien. Het zijn de werkenden die de rijkdom produceren, terwijl de eigenaars van de productiemiddelen profiteren en leven van het zweet van anderen. Als Delhaize volhardt in zijn franchiseproject, moeten we strijden voor de onteigening en nationalisering van het bedrijf, zonder compensatie voor de aandeelhouders en onder publieke controle en beheer, als eerste stap naar een volledig publieke detailhandel en een rationele en democratische planning van de economie.

  • Weyts, waar is ons geld?

    Gisteren was er een actie van onderwijspersoneel en studenten aan een bijeenkomst met Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts in Gent. In het hoger onderwijs is er groot ongenoegen over het tekort aan middelen. Het aantal studenten nam sterk toen, de financiering volgde niet. Dit komt neer op een besparing.

    Sinds 2008, sinds de invoering van het Financieringsdecreet, bespaarden àlle ministers van onderwijs op het hoger onderwijs. Uitgedrukt in financiering per student ging de financiering op 15 jaar tijd achteruit van 9.500€ naar 7.500€ per student aangepast aan inflatie. Zo loopt het hoger onderwijs jaarlijks 667 miljoen euro mis. Geld dat decretaal aan de universiteiten en hogescholen toekomt, maar dat ze niet krijgen.

    Die besparingen hebben hun gevolgen: jobverlies, besparen op loon -en arbeidsvoorwaarden, besparen op gebouwen en infrastructuur, steeds meer doen voor hetzelfde geld, minder studentenbegeleiding, minder contacturen … De grens van het haalbare is intussen al serieus overschreden. Daarom protesteerden 500 personeelsleden en studenten van de Gentse hogeronderwijsinstellingen (UGent, KASK, HoGent en Arteveldehogeschool) tegen de besparingen en de gevolgen ervan.

    Ben Weyts kreeg een sarcastische “besparingsmedaille”. Een zilveren: na Pascal Smet is hij sinds 2008 de op één na meest besparende minister. Als hij aan hetzelfde ritme voortdoet, wordt hij op het einde van deze legislatuur zelfs de “besparingskampioen”. De minister ontkende tegenover een kleine delegatie dat er bespaard wordt. Hij beweert zelfs te investeren. De berekeningen door de vakbonden en universiteitsbesturen weerleggen dat. De boodschap is dat er geen extra middelen komen.

    Verder protest is dan ook nodig. Op 12 oktober volgt een nationale betoging van het hoger onderwijs in Brussel: personeel en studenten uit alle instellingen van het hoger onderwijs zullen er betogen voor meer middelen. Schrijf die datum alvast in je agenda!

  • Delhaize en syndicale rechten: wat na de betoging?

    Eindelijk was er een oproep voor nationaal protest tegen de schandalige aanval op de arbeidsvoorwaarden en lonen bij Delhaize en voor het recht op protest. Met meer dan 20.000 betogers en delegaties uit verschillende sectoren was het een geslaagde actie. Het potentieel is echter een pak groter: de steun voor het personeel van Delhaize is groot, maar het ontbreekt aan een perspectief voor de strijd en een opbouwend actieplan dat erop gericht is de hele arbeidersbeweging te mobiliseren.

    De werkgevers gaan in het offensief. Terwijl het supermarktpersoneel de afgelopen jaren lof kreeg als onderdeel van de ‘helden van de coronacrisis’, wordt het nu gevraagd om in te leveren om de grote winsten en de concurrentieslag tussen ketens te financieren. Daartegen protesteren, wordt meteen de kop ingedrukt, in sommige gevallen zelfs preventief.

    De aankondiging door de directie van Ahold-Delhaize gebeurde op 7 maart. Er was een nationale actie op 17 april van de hele sector en nu dus een betoging van de volledige vakbeweging in gemeenschappelijk front. De afgelopen weken heeft het personeel van Delhaize al bijzonder hard gestreden. Het botste daarbij op een ongeziene repressie. De directie wil niet alleen de arbeidsvoorwaarden aanvallen, ook het stakingsrecht wordt terug naar de 19de eeuw gekatapulteerd. Dat alles gebeurt onder het mom van ‘vooruitgang’. Vooruitgang van hun winsten en dividenden, ten koste van onze lonen en arbeidsvoorwaarden.

    Dat de bazen verder willen gaan na Delhaize is nu al duidelijk. Vandaag liet De Standaard Dominique Michel van werkgeversorganisatie Comeos aan het woord. Die beweert dat de winkels nu eenmaal flexibeler moeten omdat de sector onder druk staat. “De marges dalen en de concurrentie vanuit het buitenland neemt toe,” stelde Michel. Als de marges onder druk staan, is dit niet in het minst omdat de ketens in hun concurrentieslag en om nieuwkomers op de markt af te blokken supermarkten blijven openen. Er komen steeds nieuwe vestigingen bij. Ze concurreren elkaar kapot, maar willen het personeel de rekening hiervoor laten betalen.

    Comeos pleit in de praktijk voor een Nederlands model waar massaal jobstudenten worden ingezet, vaak amper 13 of 14-jarigen die voor of na school enkele uren in de supermarkt werken aan een loon van nog geen 5 euro per uur. Ook dat doet aan de 19de eeuw denken… De topman van Comeos gaf meteen aan dat een opwaardering van de voorwaarden in gefranchiseerde winkels geen optie is en dat het toelaten van vakbonden daar eveneens een breekpunt is.

    Om dit bij Delhaize doorgedrukt te krijgen, wordt het recht op collectieve actie naar de prullenmand verwezen. Een Brusselse rechter mag dwangsommen uitschrijven die in heel het land geldig zijn. Politie mag vakbondsleden preventief stoppen als die ervan ‘verdacht’ worden dat ze naar een protestactie gaan. Op deurwaarders bespaart Delhaize-Ahold ondertussen zeker niet. Klanten aanspreken wordt gelijkgesteld met de toegang blokkeren. En rechters menen ondertussen dat het recht op handel voeren voorgaat op het recht op collectieve actie. Als de vakbonden dit laten passeren, is het gedaan met het stakingsrecht. Wat is er gebeurd met de belofte om bij elke nieuwe aanval op het recht op syndicale actie meteen interprofessionele stakingen te organiseren?

    De betoging vandaag gaf deels uitdrukking aan de brede solidariteit voor het personeel van Delhaize. Het potentieel is ongetwijfeld nog een pak groter. In de toespraken voor aanvang van de betoging werden de regering en de werkgevers gewaarschuwd en werden de aanvallen aangeklaagd. Concrete ordewoorden over volgende stappen waren er evenwel niet. Dat is nochtans nodig om overwinningen te boeken. Opbouwen naar lokale betogingen rond getroffen winkels en een staking van de volledige sector zou een logisch vervolg zijn.

    Zoals het LSP-pamflet stelde: “Acties zijn altijd sterker als de volgende stap duidelijk en vooraf bekend is. Dit zou een momentum kunnen creëren voor een grote staking van de hele sector, met de mogelijkheid voor alle werknemers in andere sectoren om zich daarbij aan te sluiten gedekt door een stakingsaanzegging. Staken loont! In Nederland gingen het personeel van de distributiecentra van Albert Heijn  in staking, waardoor de directie moest beloven om te onderhandelen over een loonsverhoging van 10% en het wegwerken van tekorten. De slagkracht van een grote staking met solidariteit uit andere sectoren kan enorm zijn.”

    https://nl.socialisme.be/96201/delhaize-voor-een-opbouwend-actieplan

    De strijd tegen de neerwaartse spiraal maakt dat iedereen straks twee of drie jobs nodig heeft om zelfs dan amper te kunnen overleven. Dit belangt de volledige arbeidersbeweging en de hele samenleving aan. De afgelopen weken kregen we te horen dat de winsthonger van de grote bedrijven en niet onze lonen de voornaamste motor van de prijsstijgingen zijn. Graaiflatie heet dat. Aan de top graaien ze er rustig op los, hier en daar valt een kruimeltje in de zakken van bevriende politici en wij moeten ondertussen steeds flexibeler, harder en meer werken tegen slechtere voorwaarden. Ze moeten hun winsten immers ergens bijeen graaien.

    Wat nu, vakbondsleiders? Gaan we binnen een maand of twee evalueren? Of komt er eindelijk een escalerend actieplan dat voortbouwt op het succes van de betoging om de bredere solidariteit te activeren? Dat kan door van alle getroffen winkels actiecentra te maken, een tournee met personeelsleden van Delhaize te doen langs vergaderingen van syndicale delegaties en militantenbijeenkomsten, petities en pamflettencampagnes op te starten in wijken en de volledige sector. Zo kunnen we opbouwen naar een sterke sectorstaking ondersteund door militanten uit andere sectoren.

    Een selectie van foto’s:

  • Delhaize: voor een opbouwend actieplan

    Een opbouwend actieplan om de franchisering en de aanvallen op onze syndicale rechten te stoppen

    Om te winnen moeten we, voortbouwend op de betoging van vandaag en de reeks stakingen en solidariteitsacties die eraan voorafgingen, naar een hogere versnelling schakelen. De franchisering en de aanvallen op het stakingsrecht bij Delhaize raken de hele arbeidersbeweging. We hebben een actieplan nodig dat opgewassen is tegen de uitdaging!

    Massale solidariteit heeft effect!

    Solidariteit omzetten in actie is cruciaal. Er vonden uitstekende initiatieven plaats, zoals de lokale interprofessionele betoging in Luik op 7 april met 1.500 deelnemers. Die betoging was een initiatief van de CNE (ACV), waar de BBTK bij aansloot toen duidelijk werd dat het een succes zou worden. Wanneer er in Luik piketten met meer dan honderd aanwezigen worden gehouden, is er geen tussenkomst van de politie of een deurwaarder. Door te mobiliseren bouwen we een stakingskracht op die de klassenjustitie blokkeert.

    In Brussel werd de nationale actie van de hele sector op 17 april eveneens gevolgd door een spontane en strijdbare betoging. Deze werd geleid door CNA-militanten die in verschillende regio’s personeelsvergaderingen hielden. Er waren ook ABVV-militanten aanwezig, waaronder van ACOD LRB Brussel en BBTK Albert Heijn, waar er een staking was in een Gentse winkel. Een eerste actie van een solidariteitscomité in Brussel verzamelde 250 mensen voor de winkel en dan zelfs even in de winkel. De actie was op voorhand bekend gemaakt, wat de mobilisatie versterkte.

    De winkels als centra voor een actieplan! 

    Er is nog een reservoir van steun dat op de werkvloer, in de hele sector en daarbuiten kan geactiveerd worden. Dit potentieel moet aangeboord worden. Syndicale delegaties kunnen personeelsvergaderingen beleggen waar een delegee van Delhaize komt spreken en mobiliseren. In het Brusselse Brugmann-ziekenhuis werd bijvoorbeeld een syndicalist uit de handel uitgenodigd op een personeelsvergadering. Regionale interprofessionele vergaderingen die militanten en delegees uit verschillende sectoren in deze strijd met elkaar verbinden, zouden een mobilisatie rond de winkels kunnen organiseren. De winkels zouden actiecentra kunnen zijn in een opbouwend interprofessioneel actieplan.

    Acties zijn altijd sterker als de volgende stap duidelijk en vooraf bekend is. Dit zou een momentum kunnen creëren voor een grote staking van de hele sector, met de mogelijkheid voor alle werknemers in andere sectoren om zich daarbij aan te sluiten gedekt door een stakingsaanzegging. Staken loont! In Nederland gingen het personeel van de distributiecentra van Albert Heijn  in staking, waardoor de directie moest beloven om te onderhandelen over een loonsverhoging van 10% en het wegwerken van tekorten. De slagkracht van een grote staking met solidariteit uit andere sectoren kan enorm zijn.

    Winkels kunnen worden omgevormd tot actiecentra van waaruit pamfletten, posters en petities worden verspreid. We kunnen van onze werkplekken strijdmiddelen maken. Zo reageerden de staalarbeiders van Forges de Clabecq op de dreigende sluiting in 1997. Ze mobiliseerden in alle hoeken van het land onder werkenden en jongeren. Delegees van Forges de Clabecq trokken naar universiteiten om te spreken voor studenten, naar markten om met sympathisanten pamfletten te verdelen, naar bijeenkomsten van syndicale delegaties … Op die manier slaagden ze erin om 70.000 mensen te mobiliseren in Tubeke in februari 1997. Stel je voor dat we met tienduizenden betogen aan de depots van Delhaize in Zellik. Deurwaarders zouden er alvast niet te zien zijn…

    Omdat het iedereen aanbelangt, samen de franchisering stoppen via massaal verzet!

    Een strategie van het aanvaarden van de franchisering onder bepaalde voorwaarden, zal de neerwaartse spiraal in de handelssector niet stoppen. De werkgevers willen een verslechtering van onze arbeidsvoorwaarden, met de distributiesector als opstap naar een samenleving van werkende  armen die meerdere jobs nodig hebben om te (over)leven. Daarom willen ze de organisatie en vertegenwoordiging van werkenden op de werkvloer afschaffen.

    Dit hoeft niet zo te zijn! Ahold Delhaize boekte in het eerste kwartaal van dit jaar een omzet van 21,6 miljard euro, een forse stijging tegenover vorig jaar. Maar het is nooit genoeg. In plaats van voor een miljard euro eigen aandelen in te kopen (en het personeel hiervoor te laten opdraaien) om de winsten voor de aandeelhouders op te drijven, zou de enorme winst gebruikt kunnen worden voor degelijke jobs en betere arbeidsvoorwaarden.

    Als de directie toch doorgaat met de franchisering, leggen we de nationalisatie van Delhaize op tafel om jobs en arbeidsomstandigheden te redden. Dit betekent dat we collectief de controle en de leiding overnemen en de aandeelhouders die genoeg geprofiteerd hebben eruit gooien. Bovendien zou de nationalisatie van dit bedrijf het mogelijk maken de distributie van goederen veel rationeler te organiseren dan op basis van private winstbelangen.

    Neem deel aan onze lokale meetings met sprekers uit de distributiesector!

    Om samen een evaluatie te maken van de betoging op 22 mei en een verder opbouwend actieplan en een programma te ontwikkelen nodigt LSP je uit om aan één van onze publieke bijeenkomsten deel te nemen. Met sprekers uit de distributiesector en van Campagne ROSA trekken we lessen uit de afgelopen weken en bediscussiëren we de volgende stappen om deze strijd samen te winnen!

    • GENT. 30 mei 19u30. ‘t Postje, Korenmarkt 22, 9000 Gent. Met een BBTK-delegee bij Albert Heijn
    • LUIK. 31 mei 19u. 5 Quai du Roi Albert, 4020 Liège. Met een militant van CNE Handel
    • BRUSSEL. 1 juni 19u30. Pianofabriek, Fortstraat 35, 1060 St.Gilles. Met een militant van CNE Handel

  • Brussel. Steuncomité ondersteunt actie bij Delhaize

    De strijd gaat door bij Delhaize. Op zaterdag 13 mei organiseerde het steuncomité voor het personeel van Delhaize een actie bij Delhaize Chazal in Schaarbeek. Ongeveer 250 mensen, waaronder klanten, personeel van Delhaize en vakbondsafgevaardigden, namen eraan deel.

    Door de bijeenkomst vooraf aan te kondigen, werd de mobilisatie versterkt en konden politie noch deurwaarders ingrijpen toen de betogers de winkel binnenstormden voor een kleine demonstratie en een oproep tot boycot. Het personeel van de winkel van Delhaize-Chazal was solidair met de actie.

    In een interview voor de RTBF zei een werknemer dat hij hoopte dat het initiatief op termijn herhaald zou worden. De repressie is sterk en alle mogelijke solidariteit is welkom. Een soortgelijke actie zou op zaterdag 27 mei plaatsvinden. Een volgende vergadering van het steuncomité voor het personeel van Delhaize zal op 25 mei plaatsvinden in DK (Rue de Danemark 70B, Sint-Gillis).

    Tot die tijd is de niet te missen bijeenkomst natuurlijk de nationale betoging op 22 mei. Solidariteit opbouwen via de arbeidersbeweging door de distributiesector en alle werkenden te mobiliseren is meer dan noodzakelijk. Op maandag 15 mei heeft een vakbondsafgevaardigde van de distributiesector gesproken op een algemene personeelsvergadering op het Universitair Ziekenhuis Brugmann. Dit soort initiatieven moet zo vaak mogelijk worden herhaald om de solidariteit en mobilisatie op te bouwen met het oog op 22 mei.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop