Category: Op de werkvloer

  • Delhaize: Verzet in alle steden en op de werkvloer opbouwen

    Mobiliseer massaal naar de nationale betoging van 22 mei. 10u Brussel Noord

    De historische staking bij Delhaize, die al meer dan twee maanden aanhoudt, kan op 22 mei actief versterkt worden door een grote deelname aan de nationale betoging. De ABVV-slogan “Vandaag Delhaize, wie is morgen aan de beurt?” legt terecht de nadruk op het belang van deze strijd voor alle werkenden. Naast een resem aanvallen op de werkvoorwaarden, zullen andere werkgevers maar al te graag gebruik maken van het verbod op piketten om stakingen te breken. Elke zwakte in het verzet wordt aangegrepen om harder toe te slaan.

    Solidariteit in actie omzetten!

    Wat kunnen wij tegenover deze aanvallen zetten? We hebben de steun en solidariteit onder het personeel, binnen de sector en de bredere arbeidersbeweging, alsook bij de klanten. Door van de winkels actiecentra te maken met pamfletten en affiches kunnen we opbouwen naar grotere acties aan deze winkels, lokale betogingen en de betoging van 22 mei. We moeten de brede steun voor het personeel van Delhaize en de distributiesector verder activeren.

    De solidariteitsbetoging met 1500 betogers in Luik op 7 april, op initiatief van het ACV, toonde aan hoe werkenden uit de distributiesector en andere sectoren samen met omwonende klanten één front kunnen vormen tegenover de aanvallen. Wanneer in Luik piketten met meer dan honderd aanwezigen worden gehouden, is er geen tussenkomst van de politie of een deurwaarder. Zo kunnen we een kracht opbouwen die de repressie moeilijker maakt.

    Wekelijks versterken delegees uit verschillende sectoren piketten en blokkades. Maar het vraagt meer organisatie van dit verzet en een duidelijk opbouwend plan om te winnen. Door het uitblijven daarvan zien we bijvoorbeeld in Brussel het ontstaan van een solidariteitscomité. Zij zullen onder andere op 13 mei één van de grootste winkels in Brussel blokkeren door het piket massaal te versterken. We moeten overal het verzet organiseren en versterken in de opbouw naar de nationale betoging van 22 mei.

    Het is mogelijk om op de werkvloer, in de volledige distributiesector én andere sectoren, de steun voor het personeel van Delhaize verder te activeren. Syndicale delegaties uit andere sectoren kunnen personeelsvergaderingen beleggen waar een delegee van Delhaize komt spreken en mobiliseren. Sterke delegaties per bedrijf of organisatie met eigen spandoeken of pankartes op 22 mei kunnen aantonen hoe breed en divers het verzet is. Ook op interprofessionele bijeenkomsten van de vakbonden kunnen delegees uitgenodigd worden. Zo kunnen we de solidariteit mobiliseren, zowel in actie als in de ondersteuning van stakerskassen zodat het personeel de financiële slagkracht heeft om verder te staken.

    Stop de franchise!

    De directie van Delhaize is bereid om een akkoord te maken waardoor ze de franchise kunnen doorvoeren. De garanties dat winkels nog enkele jaren open blijven, het behoud van enkele loon- en werkvoorwaarden voor het huidige personeel … vormen de afkoopsom waartoe ze bereid is. Dit alles is tijdelijk binnen een marktsysteem.

    De groei van de ene keten gaat ten koste van de andere, met negatieve gevolgen voor het personeel en de klanten. We moeten weg van deze nefaste concurrentielogica. Bij Lidl en Aldi is de werkdruk onhoudbaar, bij Dreamland en Dreambaby dreigen er ontslagen, Albert Hein en Action drijven het aandeel goedkope arbeid via studentenjobs verder op … Bij Carrefour en Intermarché zagen we dezelfde evolutie als bij Delhaize. Het moet stoppen!

    Wat staat de hele sector te wachten wanneer deze franchise er komt? Lagere lonen, minder personeel en een stijgende werkdruk, minder premies voor weekendwerk, geen vaste en/of voltijdse contracten, wisselende uren, vaker opengaan op zondag, het inzetten van flexijobs … Deze afbraak is onaanvaardbaar! Vakbondsvertegenwoordiging wordt bovendien zo goed als onmogelijk gemaakt via deze franchise. Alle werkenden zijn de dupe, want ook in andere sectoren zullen we meegesleurd worden in deze neerwaartse spiraal.

    Laten we duidelijk zijn: een sociaal plan biedt geen fundamentele oplossing! We begrijpen de nood aan zelfbehoud bij de getroffen werkenden. Maar om hen en andere werkenden vooruit te helpen, moeten we eerst de franchise stoppen om dan betere lonen, meer personeel en arbeidsduurvermindering zonder loonverlies af te dwingen. Massale solidariteit is de sleutel tot behoud en vooruitgang!

    Om te winnen een opbouwend actieplan dat voortbouwt op 22 mei !

    Wat na 22 mei? Hoe kunnen we winnen? Die vragen moeten voor de betoging beantwoord worden: een duidelijk perspectief is nodig. Een opbouwend actieplan om de intrekking van het volledige plan af te dwingen is een voorwaarde om deze strijd te winnen. Via lokale initiatieven en de betoging van 22 mei kan er naar een grote staking in de volledige distributiesector toegewerkt worden, met de mogelijkheid voor alle werkenden over sectoren heen om mee in actie te komen!

    Staken loont! In Nederland ging het personeel van de distributiecentra van Albert Heijn in staking, waardoor de directie er nu belooft te onderhandelen over 10% loonsverhoging en het wegwerken van andere tekorten. De slagkracht van een grote staking met solidariteit uit andere sectoren kan enorm zijn. Werkenden uit andere sectoren moeten dus via een stakingsaanzegging kunnen deelnemen aan alle stappen in dit plan. Het is een voorwaarde om alle werkenden te kunnen inschakelen voor massaal verzet. Zo kunnen we de shift naar een samenleving waarin één job niet meer volstaat breken. Hiervoor moeten we ook het personeel uit de reeds gefranchiseerde winkels betrekken!

    Als de directie toch doorgaat met de franchise, leggen we de nationalisatie van Delhaize op tafel om jobs en arbeidsomstandigheden te redden. Dit betekent dat we collectief de controle en de leiding terugnemen en de aandeelhouders die genoeg geprofiteerd hebben eruit gooien.

    https://nl.socialisme.be/96088/delhaize-strijd-uitbreiden-om-franchisering-te-stoppen
    https://nl.socialisme.be/96064/de-aanval-op-de-delhaiziens-is-een-aanval-op-de-ganse-arbeidswereld
    https://nl.socialisme.be/95916/actie-en-betoging-tegen-aanval-op-supermarktpersoneel
  • Dag van de verpleging. Wereldwijde zorg- en sociale reproductiecrisis van het kapitalisme

    12 mei is de Internationale Dag van de Verpleging. Naar aanleiding hiervan willen we de aandacht vestigen op de sociale reproductiecrisis die de zorgcrisis versterkt. Wat zijn de oorzaken hiervan en hoe de strijd ertegen voeren?

    Artikel door Anne Engelhardt (ROSA International Socialist Feminists Duitsland)

    De sociale reproductiecrisis is in veel opzichten zichtbaar, maar niet op een manier als de klimaatcrisis, de inflatie enzovoort, omdat ze veel bedekte aspecten heeft. Degenen binnen de wereldwijde arbeidersklasse die (onbetaalde) reproductieve taken uitoefenen hebben vaak geen tijd om hun geschiedenis en ervaringen op te schrijven.

    Sociaal Reproductie Feminisme is een analyse die voortbouwt op Marx’ methode van interne relaties. Dit betekent dat we het kapitalisme begrijpen als het sociale geheel waarin we leven en verschillende sociale processen zoals racisme, strijd, patriarchaat als samenstellende delen. Noch het kapitalisme, noch de andere aspecten ervan bestaan zonder het andere of zijn verklaarbaar zonder het andere.

    Het tegenovergestelde van zo’n theorie zou een vorm van atomisme zijn, die we zien bij veel pro-kapitalistische commentatoren, en die ook overheersend is binnen de sociaaldemocratische en stalinistische methoden. Voor hen is het kapitalisme een onderdeel en geen sociaal geheel, en bestaan andere aspecten zoals racisme, klasse, gender als verdere atomen in losse relaties tot elkaar. Naar mijn mening loopt intersectionaliteit ook het gevaar van een atomische methode. Het overlapt atomen van processen van onderdrukking, maar ziet niet hoe die het kapitalisme mee vormen en hoe het kapitalisme hen mee vormt.  In die zin mist intersectionaliteit een denken in processen, contexten en verschillende ruimten en een denken in onderlinge relatie en wederkerigheid met een kapitalistische geschiedenis en totaliteit, die als geheel bestreden moeten worden.

    Sociaal Reproductie Feminisme begint bewust bij Marx en zijn analyse van de klassenstrijd. Het verklaart de randvoorwaarden van die strijd als gevolg van de economische processen en verliest het leven van arbeiders en hun dappere verzet nooit uit het oog. Feministen als Maria Mies, Lise Vogel, Silvia Federici of Tithi Bhattacharya hebben dit marxisme waarin de klassenstrijd centraal staat verder ontwikkeld of verbreed door er meer nuances en aspecten in op te nemen, zoals natuur, thuiswerk, het baren van kinderen, pendelen, seksualiteit, geweld, seksisme enz. Marx zelf schreef in het eerste deel van het Kapitaal in het 8e hoofdstuk over de wreedheid van de uitbuiting van arbeidskrachten met 20-uursdiensten in de bakkerijen, de dalende kwaliteit van brood en voedselschandalen [inspecteurs vonden zand en stenen in broden], vanwege die omstandigheden. De afschuwelijke misvormde gezichten en lichamen van arbeiders in de luciferfabrieken die hun lunchpauze midden in het giftige fosfor doorbrachten enz. We hebben op het de ROSA-conferentie van maart dit jaar de stakingen van werkenden uit de lucifersector in de 19de eeuw herdacht, stakingen waarin vrouwen en meisjes een hoofdrol speelden. Marx vergat vrouwen en kinderen niet in zijn analyse van het kapitalisme, maar kaderde dit in de rol van de arbeidersklasse onder het kapitalisme. Zijn werk mist grotendeels de arbeid buiten de fabrieken of buiten het creëren van variabel kapitaal. Sociaal Reproductie Feminisme is het niet oneens met Marx, maar stelt dat hij scherper en duidelijker had kunnen zijn als hij zich had verdiept in hoe de arbeidskracht zelf tot stand komt.

    Wat bedoelen we als we het hebben over “sociale reproductie”? Het gaat om de reproductie van arbeidskracht op drie manieren: 1. Het baren van potentiële arbeiders 2. Opvoeden, schoonmaken, onderwijzen, genezen, voeden, zorgen, rusten, slapen, genezen als een proces dat arbeiders die elke dienst naar de fabriek moeten terugkeren ook voor zichzelf moeten doen. 3. De reproductie van de kapitalistische maatschappij.

    Sociale Reproductie Feminisme heeft naar mijn mening de zwakte om vooral te kijken naar vrouwelijke arbeidsters en huishoudens, zorg, onderwijs enz. Ook zijn er stromingen die proberen huishoudelijke arbeid direct in de waardetheorie te integreren, wat om verschillende redenen problematisch is en leidt tot ideeën als de “huishoudstakingen” of “voorwaardelijk basisinkomen” modellen, die de strijd voor de samenleving als geheel uit het oog verliezen en de strijd individualiseren.

    De sociale reproductie zoals die door sommige marxistische feministen wordt getheoretiseerd, is echter een noodzakelijk proces dat op natuurlijke wijze doordringt in de hele arbeidersklasse.

    Metabole kloof en de tol van het kapitalisme op ons lichaam en wezen

    We beginnen met Marx en zijn manier van kijken naar natuurvernietiging en kapitalisme. Marx ontwikkelde het idee van een metabolisme tussen kapitaal en natuur. De maatschappij in het algemeen, maar het kapitalisme in het bijzonder, is afhankelijk van de ‘gratis giften’ van de natuur zoals lucht, wind, water, zon, bodem, grondstoffen. Marx constateerde dat de kapitalistische centra, de geïndustrialiseerde steden, het land uitbuitten, zoals het kapitalisme de natuur uitbuit. Door de veranderingen in de manier waarop de arbeidersklasse in de steden moest leven en eten en door het harde werken hadden ze een nieuwe manier van eten nodig (meer koolhydraten en proteïnerijk voedsel), maar waren ze zelf afgesneden van het werk voor hun levensonderhoud. De boerderijen moesten meer tarwe, rogge en dergelijke produceren. De grond werd steeds minder vruchtbaar, door overexploitatie. Marx beschreef deze voortdurende ecologische crisis in het kapitalisme als een metabole breuk: het metabolisme tussen platteland en stad breekt en creëert crises die bijvoorbeeld leidden tot een oorlog over de vogelmest uit Peru, een nieuwe golf van Afrikaans kolonialisme in het midden van de 19e eeuw, hongersnood enzovoort. En het leidde tot een vernietiging van bossen om toegang te krijgen tot meer land en de vruchtbare gronden ervan te exploiteren.

    Als we terugkeren naar de arbeidersklasse en het Sociale Reproductie Feminisme moeten we het werkende lichaam centraal stellen in onze analyse. Marx zegt dat het variabele kapitaal dat arbeiders produceren – en dat produceren ze met hun lichaam – dat dit kapitaal de bron van winst is. We zijn een lichaam en we hebben een lichaam. We kunnen er niets buiten doen. Ook fysiek is ons lichaam de natuur. Op een bepaalde leeftijd kunnen we meer werken dan we nodig hebben voor onszelf of onze verwanten. Maar ons lichaam verandert veel. Als baby’s, kinderen en ouderen hebben we fysieke grenzen van wat we kunnen doen en kunnen we zelfs meer arbeid van anderen vragen of nodig hebben, dan we zelf kunnen geven. Onze lichamen zijn ook processen en veranderen in de loop der jaren. Dit lijkt volkomen vanzelfsprekend, maar de burgerij en haar ideologie en atomistische manier om arbeiders te zien als een bron van arbeid en niet als een veranderend mens, doet ons de verschillende natuurlijke kenmerken van ons leven vergeten.

    Marx schreef er opmerkelijk materiaal over en dit is mijn favoriete citaat: “Het kapitaal vraagt niet naar de levensduur van de arbeidskracht. Het kapitaal is uitsluitend en alleen geïnteresseerd in het maximum aan arbeidskracht dat in één arbeidsdag vlottend kan worden gemaakt. Dit doel bereikt het kapitaal door verkorting van de duur van de arbeidskracht, zoals een inhalige boer de opbrengst van de grond verhoogt door het plegen van roofbouw op de vruchtbaarheid van de grond.” (Het Kapitaal Deel 1, hoofdstuk 8). Kapitalisten beroven de arbeiders van hun energie en in sommige werkprocessen ook letterlijk van hun vruchtbaarheid zelf. Er zijn talloze voorbeelden van hoe giftige materialen die schoonmakers moeten gebruiken, het werk met zilver, leer, olie enz. kunnen leiden tot onvruchtbaarheid, bovenop de nachtdiensten, te weinig slaap, voedsel enz.

    Als we kijken naar de arbeiders en hun lichaam in het sociale geheel van het kapitalisme – daar wordt het gemaakt en herschapen door het metabolisme tussen productie en reproductie. Zonder productie van variabel kapitaal ontvangen arbeiders niet het loon dat ze nodig hebben om zich te reproduceren. En ook dit sociale reproductiemetabolisme bevindt zich in een crisis. Dit kunnen we de sociale reproductiecrisis noemen.

    Het verkeert in een crisis omdat de arbeidsomstandigheden onder het neoliberalisme zijn “geflexibiliseerd”, de lonen zijn verlaagd, de gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden op het werk jarenlang zijn ontmanteld. De pauzes zijn ingekort. Lean production heeft zich verankerd in alle werkgebieden. Het metabolisme van de sociale reproductie staat dus voortdurend aan de rand van een metabole breuk, net als de natuur en het klimaat zelf.

    De vermarkting van de zorg en het leven onder het neoliberalisme

    In veel landen heeft elke patiënt en zijn diagnose in het ziekenhuis een bepaalde prijs. Dat is de DRG, Diagnosis Related Group. Dit kan het bed omvatten, de schoonmaak- en verwarmingskosten voor de kamer, het eten, het toiletwater enz. Het type berekening om winst uit zorg te persen, is gebaseerd op een globaal sommodel en het is in feite hetzelfde model dat wordt gebruikt als bij lean-productie voor auto’s, elektronica enz. Maar fabrieken en ziekenhuizen verschillen in hun aard van productie-industrieën. Wanneer de patiënt om verschillende redenen meer tijd nodig heeft om te genezen dan de berekening van het productiebeheer toelaat, maakt het ziekenhuis verlies. De privatisering van ziekenhuizen is echter alleen rendabel als die ‘lean-production’ logica werkt in alle delen van de zorgprocessen. In sommige ziekenhuizen in Duitsland vochten verpleegkundigen voor meer handschoenen, maskers enz. omdat de “berekeningen” daaromtrent veel te laag waren om een gezond werkproces te waarborgen.

    De meeste patiënten zijn ook werkenden. Een reden voor een toenemend aantal patiënten de afgelopen periode waren niet alleen de Covid-19 pandemie en de vergrijzing van de bevolking, maar ook de toename van arbeidsongevallen, psychische aandoeningen en burn-outs. In Frankrijk is borstkanker geaccepteerd als een mogelijke beroepsziekte. Het risico om borstkanker te krijgen is 30% hoger voor werknemers in nachtdiensten. Sectoren als zorg, schoonmaak, horeca en detailhandel kennen veel nachtwerk en stellen veel vrouwen en queer personen tewerk.

    Aan de ene kant is het gevaar om in het ziekenhuis te belanden door een super-uitbuitend kapitalistisch werksysteem toegenomen. Aan de andere kant zijn ziekenhuizen al jaren voorbereid om een nieuw terrein voor winstbejag te worden. Dit is alleen mogelijk door ze te veranderen in een industrie zoals de autosector en andere. Maar omdat we te maken hebben met de materialiteit van onze wereld, de fysieke grenzen van de natuur – kan de industrialisatie van de zorg alleen maar fout gaan en een ernstige crisis en verzetsbewegingen daartegen veroorzaken. We zien nu al een klassenzorgsysteem waarin arme mensen minder toegang hebben tot zorg en gemiddeld eerder sterven aan geneesbare ziekten dan rijke mensen. Bovendien zijn de ziekten die gepaard gaan met overexploitatie op de arbeidsmarkt niet erg kostenefficiënt. Ze hebben meer artsen, meer zorg, meer medicijnen en meer tijd nodig om te genezen. Ziektes van arbeiders zijn daarom niet rendabel genoeg.

    Kapitalistische zorgcrisis

    In veel landen lijden kinderen aan post-Covid symptomen. Meestal worden kinderen uit gezinnen van hogere klassen behandeld. Maar in armere gezinnen, waar de ouders veel vaker aan de pandemie zijn blootgesteld, omdat zij in “kritische infrastructuren” werkten, zou het werkelijke aantal post-Covid gevallen nog veel hoger kunnen zijn. De behandeling is echter niet gemakkelijk toegankelijk. We weten dat de oorzaak van Covid-19 zelf ligt in de overexploitatie van de natuur en het overschrijden van verschillende fysieke grenzen, de vernietiging van natuurlijke habitats van dieren, de klimaatverandering enz.

    Daarbij komt nog de neoliberale manier waarop steden en wonen zijn veranderd. Huisvesting is de afgelopen jaren een van de handelsgoederen geworden, waardoor het voor veel werknemers onmogelijk is geworden om dicht bij de stadscentra of bij hun werk te wonen. Veel werknemers moeten pendelen en hebben dan geen tijd voor rust. De winkelcentra waar armere werknemers goedkopere aanbiedingen kunnen vinden, liggen vaak ver buiten de gebieden waar zij wonen en het kost meer tijd om ze te bereiken.

    In sommige regio’s dwingt de klimaatcrisis de meestal vrouwelijke werknemers zelfs om kilometers te reizen, alleen maar om water, voedsel of brandstof te halen, waardoor hun tijd voor reproductieve werkzaamheden ook dramatisch toeneemt.

    De zorgcrisis treft ook alles wat gericht is op ouderenzorg. Wanneer werknemers genoeg zijn uitgebuit – in sommige landen hebben werknemers gevochten voor pensioenrechten – d.w.z. de betaling die we nodig hebben om amper te overleven. Ouderenzorg is in veel landen afhankelijk van het inkomen van werknemers en hun gezinnen. De Covid-19-crisis heeft de dramatische en gruwelijke omstandigheden blootgelegd waaronder arme werknemers en zelfs geschoolde werknemers op het einde leven. Slechte ouderenzorg treft vrouwen vaak meer, omdat hun pensioenen veel lager zijn. Met de lage pensioenen kunnen zij niet voorzien in betere zorg.

    In het Franse pensioenprotest staan vrouwen vooraan. Vanwege hun lagere lonen en door het feit dat ze meer deeltijds werken, dreigen ze bij de pensioenhervorming langer te moeten werken dan hun mannelijke collega’s en dit voor een lager pensioen. In Duitsland bedraagt de pensioenkloof tussen mannelijke en vrouwelijke gepensioneerden 46%. In Frankrijk is het nu al 33%.

    In een dergelijk systeem worden vrouwelijke en vooral allochtone werknemers nog meer uitgebuit door te werken voor het onderhoud van het gezin en voor het loon. Bovendien doen vrouwelijke werknemers de mentale last van het plannen, beheren, plannen van alle andere behoeften en plannen, waarbij ze hun eigen behoeften en plannen vaak verliezen. Het is dan ook geen verrassing dat meer dan 70% van de mensen met de diagnose burn-out vrouwen zijn.

    Uitbuiting van vrouwelijke werknemers in de zorgketen

    In vergelijking met de naoorlogse periode werd onder het neoliberalisme de private zorg die vaak door vrouwelijke werknemers wordt gedaan een obstakel voor de uitbuiting, in het bijzonder in de landen van het globale Noorden. In de imperialistische centra van de wereldwijde waardeketens zijn er meer technische en hoogopgeleide werkenden nodig om de goederen- en kapitaalstromen van de waarde-ontginning uit andere delen van de wereld te beheren en te verteren.

    Het is een mythe dat vrouwen pas in de jaren zeventig de arbeidswereld zijn binnengekomen. Zoals in vele delen van de wereld zijn vrouwen nooit verdwenen uit de beroepsbevolking. Ze werkten vooral in de landbouw, de verkoop, het naaiwerk enz. en werden uitgebuit in werkplaatsen, ziekenhuizen, schoonmaakbedrijven enz. In de imperialistische centra zien we echter een streven om vrouwelijke werkenden te ‘bevrijden’ van huishoudelijk en onbetaald zorgwerk en te vervangen door andere werkenden, vooral migranten uit armere delen van de wereld. Werkneemsters nemen andere arme werkneemsters in dienst om hun huis schoon te maken, voor hun ouderen en kinderen te zorgen. Ondertussen werken ze zelf vaak in de zorgsector. Tegelijkertijd laten de arbeidsmigranten die dit soort laagbetaald werk doen, hun zorgwerk bij vertrek na aan nog armere arbeidsmigranten of onbetaalde familieleden, zoals jongere broers en zussen of oudere kinderen. Vaak zijn deze arbeidsmigranten vrouwen en queer mensen uit voormalige koloniale staten. De verwevenheid van verschillende zorgactiviteiten staat bekend als de ‘wereldwijde zorgketen’. Het maakt duidelijk dat sociaal reproductief werk niet kan worden uitgebannen of weggedrukt. Het is veeleer een intrinsiek onderdeel van het functioneren van het kapitalisme.

    Pogingen om het zorgwerk voor een deel van de samenleving te verminderen, zullen er onmiddellijk toe leiden dat anderen meer zorgwerk moeten doen onder slechtere omstandigheden. Het is een evenwicht dat niet kan worden opgelost. Niet door automatisering, niet door machines, want het is een materialiteit, het is een basisbehoefte om verzorgd te worden, om met andere mensen te praten, om geliefd te worden, om genezen te worden, om aangesproken te worden, om te luisteren, om samen te eten en om uit het isolement te breken.

    De atomistische methode die ik in het begin beschreef, is niet zomaar een analytische methode. Het is een echte abstractie, een gewelddadige realiteit die het kapitalisme ons oplegt. Processen van kapitaalaccumulatie hebben een samenleving nodig om een systeem in stand te houden dat overtollige arbeid exploiteert van mensen die van nature sociaal zijn, mensen die de extra hoeveelheid energie gebruiken die ze normaal gesproken nodig zouden hebben om voor elkaar en zichzelf te zorgen. In het kapitalisme wordt de band tussen zorg en arbeid verbroken. Wat we produceren wordt geprivatiseerd in particuliere handen. Het is energie en tijd die ons en onze gemeenschappen wordt ontnomen. Door ons op te splitsen in individuen en ons los te maken van een ander, worden we vervreemd van werk, maar ook van onze eigen sociale reproductie. In het kapitalisme werken we nauwelijks uit vrije keuze, maar omdat het moet. Het patriarchaat is een extra middel om de arbeidsverdeling in stand te houden en ons te dwingen onbetaald zorgwerk te verrichten voor meestal mannelijke werknemers die te veel productief werk doen en nauwelijks energie overhouden om zichzelf of anderen te reproduceren. Het atomisme is een gewelddadige realiteit van pogingen om van arbeiders robots te maken – wat echter van nature onmogelijk is.

    De crisis van de sociale reproductie treft alle werkenden

    Sociale reproductie gebeurt niet alleen in het huishouden en wordt niet alleen door vrouwen verricht. Het werd niet benadrukt, maar de recente Britse spoorwegstaking ging veel meer over sociale reproductiearbeid dan werd aangenomen. Organisaties van mensen met een beperking spraken zich uit voor de staking, omdat het ook ging om het behoud van personeel op de treinen, in de stations, aan de loketten. Voor mensen met speciale behoeften is het absoluut noodzakelijk dat er personeel in de treinen en op de perrons is om ondersteuning te bieden – ongeacht of ze blind zijn, tijdelijk gewond, niet kunnen lopen, of wat dan ook. Zonder hulp om de juiste trein in de juiste richting te nemen, zonder ondersteuning bij het openen en sluiten van toiletdeuren in de trein of begeleiding op het perron of in de trein, wordt mobiliteit voor veel mensen ontoegankelijk. Voor dit extra zorgwerk willen de treinmaatschappijen echter niet betalen. Door te besparen op het personeel op de treinen en in de stations, vernietigen ze wat we het sociaal weefsel van de samenleving kunnen noemen en de toegang tot mobiliteit.

    In de VS probeerde het spoorpersoneel te staken, maar de zogenaamd ‘vakbondsvriendelijke’ regering-Biden verbood dit op schandalige wijze. Het conflict draaide niet om geld, maar om het recht op ziekteverlof. Het is ongelofelijk dat spoorwegarbeiders zoals machinisten, ingenieurs enz. loon- en pensioenpunten verliezen als ze naar de dokter te gaan. Er zijn meldingen van machinisten die tijdens hun dienst overlijden aan een hartaanval.

    De discussie over een kortere werkweek, eindeloopbaanregelingen en dergelijke zijn geen uiting van enige vorm van luiheid (als die term al geen uitvinding is van de kapitalistische klasse om de arbeiders te onderwerpen), maar een uiting van hoe het neoliberalisme taken intensiever maakt en de productiviteit opvoert op de kap van het lichaam en de geest van werkenden.

    De sociale reproductiecrisis is een symptoom van een grenzeloos winstbejag onder het kapitalistisch systeem in crisis dat elke grens en fysieke natuurlijke structuur vernietigt.

    Hoe terugvechten?

    De economische crisis van 2007/2008 heeft de tegenstellingen in de wereldwijde sociale reproductie vergroot. Ziekenhuizen en andere infrastructuren zijn geprivatiseerd, gesloten of sterk ingekrompen om geld te “sparen” voor het redden van banken en het financiële systeem. De vermarkting van de gezondheidszorg heeft geleid tot een dramatische afname van personeel, omdat zorg alleen winstgevend is als het gebeurt door een klein aantal personeelsleden.

    Enkele voorbeelden uit Duitsland: vrouwelijke en allochtone werknemers werden binnen het conservatieve vakbondsapparaat lange tijd beschouwd als ‘niet organiseerbaar’. De crisis heeft dat beeld drastisch veranderd. In Berlijn organiseerde de IG BAU – de vakbond van bouwvakkers – in 2009 de “opstand van de onzichtbaren”: een staking van overwegend vrouwelijke schoonmaaksters die vaak ongezien waren, omdat ze ‘s nachts of ‘s ochtends vroeg schoonmaken. In datzelfde jaar vond de eerste staking van personeel uit de kleuterscholen plaats, een erg militante staking die in 2015 een vervolg kreeg met een vier weken durende nationale staking van personeel uit de kleuterscholen en van sociaal werkers. In 2011 werd in het Berlijnse Charité de eerste ziekenhuisstaking van vier dagen uitgeroepen, waarbij veel geleerd kon worden over het verschil tussen staken in een autofabriek en in een ziekenhuis, wat betreft het soort meedogenloze en hypocriete druk dat door het kapitalistische establishment kan worden uitgeoefend. Plotseling gingen de traditionele media en politici over tot een vloedgolf van schijnheilige bezorgdheid om het leven van patiënten. Als er gestaakt wordt, zijn ze bezorgd. Tijdens de dagelijkse zorgcrisis wordt er niet naar hen omgekeken. De stakers eisen vaak niet eens veel meer loon, maar vooral meer collega’s en een vermindering van de werkdruk. Personeel uit het kleuteronderwijs eiste dat ze niet meer dan 15 kleuters moeten opvangen. Er waren situaties dat kleuterleidsters alleen stonden voor 30 kinderen, wat onhoudbaar is en tot burn-outs leidt.

    In België en Oostenrijk steunden Campagne ROSA en ISA actiegroepen als ‘La Santé en Lutte’ (De zorg in actie’) en ‘Sozial aber nicht blöd’, in België gesteund door delen van de vakbond, in Oostenrijk meer als een netwerk van collega’s. In veel ziekenhuizen in de VS, en nu ook in Duitsland, concentreren de meer linkse vakbonden zich op sterkere organisatie en betrokkenheid. Zo wordt vaak gestart met een petitie onder de collega’s om een netwerk te vormen met de voortrekkers die als afgevaardigden optreden en in hun teams verslag uitbrengen over elke onderhandeling. In de strijd tegen racisme en discriminatie in de wereldwijde zorgketen, werken Ruth Coppinger en ROSA in Ierland samen met groepen verpleegkundigen met een migratie-achtergrond. Dit gebeurt zowel in de vakbond als binnen een eigen organisatie van verpleegkundigen. Ze strijden  voor gelijkheid en erkenning van hun opleiding, omdat volledig gekwalificeerde verpleegkundigen door het gebrek aan erkenning van die opleiding minder betaald krijgen dan hun reeds onderbetaalde collega’s, en minder rechten hebben op het gebied van visa voor henzelf en hun gezinsleden, naast andere kwesties.

    In maart 2023 was er een staking van tien dagen in ziekenhuizen in Zuid-Afrika en een artsenstaking in Zimbabwe. In China waren er ziekenhuisstakingen rond het gebrek aan personeel en beschermingsmiddelen voor studenten. In 2022 was er een terugkeer van de zogenaamde witte golf van ziekenhuis- en zorgstakingen in Spanje, die in december 2022 leidde tot de bezetting van het ministerie van Volksgezondheid in Madrid. In Rusland was er in verschillende steden een staking van artsen tegen besparen en lage lonen.

    Momenteel zijn er lokale ziekenhuisstakingen in Duitsland. Een arts schreef op Twitter: “Een staking is de grootste liefdesverklaring aan ons gezondheidssysteem en de enige manier waarop het beter kan worden.”

    Socialisten stellen de zorg, niet de winst, centraal

    ROSA International Socialist Feminists steunt overal ter wereld de strijd van zorgpersoneel voor betere arbeidsvoorwaarden, meer personeel, onmiddellijke loonsverhogingen boven de inflatie … We roepen op tot de onmiddellijke stopzetting van de privatisering in de zorgsector. Zorg moet volledig in publieke handen worden genomen. Multinationals als Fresenius, Helios, Orpea enzovoort moeten verdwijnen. We willen volledig publieke kwalitatieve gratis zorg.  Dit moet worden betaald door gebruik te maken van de rijkdom die in private handen is en die moet worden overgenomen in het belang van de zorg voor de mensheid…. Voor publieke, seculiere en progressieve gezondheidszorg en sociale zorg moet deze volledig uit handen van religieuze instellingen worden genomen. Naast openbare diensten zoals universele gratis kinderopvang, lokaal en kwalitatief onderwijs, ouderenzorg enzovoort, zijn ongehinderde en vrije toegang tot abortus, anticonceptie en trans zorg op verzoek, zonder schaamte, wettelijke belemmeringen of poortwachters, essentiële rechten. Dit geldt ook voor zowel degenen die zorg verlenen als degenen die belast zijn met onbetaalde zorg. Zorgverleners, met name verpleegkundigen, zijn vaak het slachtoffer van aanranding, seksuele intimidatie en racisme op het werk. Verder zijn vrouwenhaat, raciale ongelijkheden in de zorg, brutale behandeling van trans personen en een onderlinge samenhang enkele van de problemen waarmee patiënten worden geconfronteerd. De strijd voor goede zorg moet dus van nature een anti-seksistische, anti-transfobe en anti-racistische strijd zijn.

    De zorg moet in democratische handen komen, bijvoorbeeld met gekozen comités van vertegenwoordigers van zorgpersoneel, patiënten/gebruikers en de bredere vakbeweging.  Het kapitalisme en zijn winstbejag zijn een gevaar voor de menselijke gezondheid en de planeet. Dit winstbejag staat vandaag centraal en staat lijnrecht tegenover de zorg. Winst en zorg zullen altijd botsen. Dat is de kern van de hardnekkige zorgcrisis vandaag.

    De strijd van zorgpersoneel, protest voor meer rechten en toegang tot zorg, sociale ondersteuning en diensten is onderdeel van deze botsing tussen winst en zorg. Het is een strijd die onlosmakelijk verbonden is met de behoeften en belangen van de hele werkende klasse. De zorgstrijd moet samengaan met andere strijd van werkenden en onderdrukten voor een socialistisch antwoord op de heerschappij van de winst, dat is een strijd om de rijkdom en middelen uit private handen te nemen. De belangrijkste hefbomen van de economen moeten in publieke handen komen. Dat vergt een actieve, bewuste, georganiseerde beweging van de werkende klasse en armen die ingaat tegen de private eigendom van rijkdom en de staat die deze verdedigt. Het vergt een democratische planning van de economie die zorg voor mensen en de planeet centraal plaatst. Dit is onlosmakelijk verbonden met de strijd voor socialistische verandering.

  • Interview. Personeel UGent in verzet tegen besparingen

    “Op 13 oktober zal het budget voor dit jaar op zijn. Daarom komen we die dag massaal op straat”

    Op donderdagmiddag 20 april verzamelden meer dan 600 personeelsleden van de Universiteit Gent op een personeelsvergadering. Van hun vakbondsvertegenwoordigers kregen ze uitleg over de besparingsplannen van het universiteitsbestuur. Maar vooral werd een reactie daarop besproken en een actieplan goedgekeurd. We spraken met Lorenzo Eecloo en Tim Joosen van ACOD UGent. 

    Interview door Bart Vandersteene uit maandblad De Linkse Socialist

    De personeelsvergadering is net achter de rug. De opkomst was groot en voor de tweede keer op een jaar tijd zijn jullie genoodzaakt om actie te voeren tegen besparingen. Wat is er gaande? 

    Lorenzo: Vorig jaar voerden we inderdaad al grote acties en organiseerden we een betoging tegen een besparingsplan dat heel gericht groepen werknemers raakte. Nu gaat het bestuur nog een grote stap verder en wil het structureel snijden in het personeelsbestand.  

    Tim: Dit was de grootste personeelsvergadering in lange tijd. Veel personeelsleden vrezen terecht voor hun job. Het idee dat het rectoraat het beste voor heeft met de universiteit, personeel en studenten, is ondertussen echt voorbij. 

    Wat moeten we ons voorstellen bij dit besparingsplan? 

    Tim: Het is drie keer zo groot als dat van vorig jaar toen de universiteit 11 miljoen wilde besparen. Een aantal maatregelen hebben we toen kunnen stoppen. Zo behield het personeel in de kinderdagverblijven hun statuut als UGent personeel. Nu wil de universiteit het drievoudige besparen. Dat zal leiden tot groot jobverlies, zowel bij contractuelen als statutairen. In de centrale administratie staat één op de vijf jobs op de helling.

    Lorenzo: Dat gebeurt in een situatie waarbij de werkdruk op heel veel plaatsen al als onhoudbaar wordt ervaren. Er is dus terecht een grote bezorgdheid over de impact van dit plan. Met nog minder personeel hetzelfde werk blijven doen, is volstrekt onmogelijk. 

    Tim: De werkdruk zal nog toenemen. Maar het is een illusie te denken dat de dienstverlening er niet onder zal leiden. En bepaalde taken zullen worden doorgeschoven naar andere diensten, dat kan niet anders, waardoor ook daar de werkdruk zal toenemen. 

    Hoe was de sfeer op de personeelsvergadering en wat werd er beslist? 

    Lorenzo: Het was een heel belangrijk moment. We hebben er de goedkeuring gevraagd voor het alternatief van het vakbondsfront. Volgens ons moet dit plan volledig worden ingetrokken. De budgettaire voorspellingen van het bestuur waren de voorbije jaren altijd veel negatiever dan de realiteit. Als er al moet gesneden worden dan willen wij dat het bestuur elk jaar in het sociaal overleg met een plan en argumentatie komt en dat wij alternatieven kunnen voorstellen. We kregen een volmondig akkoord van de aanwezigen op de personeelsvergadering. En er is een grote actiebereidheid voor de actieweek die we voorstelden in de week van 2 tot 5 mei. 

    Tim: We voerden al twee acties de voorbije weken. Maar blijkbaar is het universiteitsbestuur nog niet bereid om te luisteren. Zo’n personeelsvergadering is heel belangrijk om te antwoorden op de soms valse informatie die wordt verspreid, maar ook om duidelijk te maken dat we samen kunnen reageren. Als individu kan je soms angst hebben om tot actie over te gaan. Als je weet dat quasi al je collega’s meedoen, dan kan die angst veranderen in vastberadenheid. Het bestuur schuwt trouwens niet om vuile methodes te gebruiken. Ze ontnamen de vakbonden de mogelijkheid om rechtstreeks berichten te kunnen sturen naar het personeel. Wij kregen al verschillende procedures en blamen voor ons syndicaal werk. Ze proberen het ons zo moeilijk als mogelijk te maken. 

    We hoorden jullie al dikwijls praten over een structurele onderfinanciering van het hoger onderwijs. Welke proporties neemt dit aan? 

    Lorenzo: In 2008 werd een nieuw financieringsdecreet opgesteld door de Vlaamse Regering. De regels die daarin werden opgesteld worden gewoon niet gevolgd. Er zijn onder andere regels voor het verhogen van het budget wanneer de studentenaantallen toenemen, met een kliksysteem. Er zijn regels met betrekking tot de indexering van budgetten. Ondertussen weet iedereen hoe belangrijk een indexering is. De UGent loopt jaarlijks een bedrag tussen de 80 en 100 miljoen euro mis door het systematisch niet naleven van het financieringsdecreet. Over heel het hoger onderwijs gaat het over een bedrag tussen 460 miljoen en 590 miljoen, dat jaarlijks zou moeten worden voorzien bovenop het huidige budget van 2,55 miljard euro. 

    Tim: Gedurende vijftien jaar ondertussen is er geen correcte toepassing van het financieringsdecreet. Het begon 15 jaar geleden al met minister Vandenbroucke, de auteur van het financieringsdecreet. Dat ging door onder minister Pascal Smet, ging een versnelling hoger onder Hilde Crevits en nu is er hetzelfde beleid onder Ben Weyts. Hilde Crevits ging ook over tot een verhoging van de inschrijvingsgelden en dat zit er nu ook opnieuw aan te komen. Het staat trouwens expliciet vermeld in het plan van de Gentse rector dat deze piste in de toekomst zal moeten worden bewandeld. 

    Komen er op het niveau van het Vlaamse hoger onderwijs acties? 

    Lorenzo: Ja, die komen er aan. Die waren er de voorbije jaren ook al vanuit de vakbonden, maar deze kregen op dat moment eerder tegenwerking dan steun vanuit de universiteitsbesturen. Er is dringend nood aan één front van personeel en studenten en besturen van alle hoger onderwijsinstellingen om het geld dat nodig is voor kwalitatief hoger onderwijs op te eisen. Op 13 oktober komt er een grote betoging in Brussel. We kozen die datum symbolisch omdat die dag de budgetten van het hoger onderwijs in feite op zijn. 

    Tim: We horen het aan alle universiteiten en hogescholen: ‘het gaat niet meer’. Volgend jaar is een ideaal moment om van ons te laten horen. Er komen verkiezingen en we moeten vaststellen dat op alle bevoegdheden van de Vlaamse regering de problemen torenhoog zijn en zijn toegenomen de voorbije jaren. Het rapport van de Vlaamse Regering is gitzwart. Op alle niveaus van het onderwijs, op vlak van welzijn, jeugd en cultuur, op vlak van openbaar vervoer en sociale huisvesting is de situatie dramatisch slecht en achteruit gegaan. Geen wonder dat de N-VA vandaag graag de discussie over ‘woke’ willen hebben in plaats van over het bilan van haar beleid. De regeringspartijen zullen er alles aan doen om de aandacht af te leiden van de drama’s die ze veroorzaken. Het is dan net aan ons om via sociale actie wel de aandacht te vestigen op de essentie. 

    De UGent en het hoger onderwijs staan niet gekend als bastion van strijdsyndicalisme. Maar jullie voerden veel actie de voorbije jaren en kwamen veel in het nieuws. 

    Lorenzo: Juist, we kozen met ACOD UGent heel bewust voor een offensieve aanpak en actie. Enkele jaren geleden streden we voor een hoger minimumloon aan de UGent en we wonnen die strijd. Dat was een belangrijk moment waar we met een actieve campagne en mobilisatie toonden wat een vakbond kan betekenen. 

    Tim: We bouwen aan een vakbondswerking die de ambitie heeft om de werknemers van de UGent veel directer te betrekken, met een militante benadering, maar ook via regelmatige acties en personeelsvergaderingen. Meer en meer personeelsleden voelen zich daardoor echt aangesproken.

  • Delhaize: strijd uitbreiden om franchisering te stoppen

    Historische strijd van supermarktpersoneel uitbreiden en verdiepen met lokale acties en sectorstaking

    De aandeelhouders van Ahold-Delhaize zijn vastberaden en hebben een plan om hun winsten te verhogen. Het personeel heeft een even vastberaden plan nodig om de historische acties bij Delhaize en de enorme solidariteit onder de bevolking uit te breiden tot een strijd van de hele sector en de hele samenleving om de franchisering volledig te stoppen. Als het plan van Delhaize passeert, zullen anderen volgen. Colruyt zet 192 jobs op het spel bij Dreamland en Dreambaby. De kaalslag in de winkelsector draait op volle toeren. Het verzet ertegen ook. De strijd van het personeel van Delhaize is nu al historisch. De vraag is hoe we kunnen winnen.

    Franchisering moet volledig van tafel

    Het franchiseringsplan van Delhaize kadert in een lange reeks aanvallen op het supermarktpersoneel. In 2008 was er een herstructurering bij Carrefour, in 2014 bij Delhaize, in 2018 was er een lange staking bij Lidl uit protest tegen de hoge werkdruk. In 2021 werd daar opnieuw gestaakt omdat de beloften van 2018 niet nagekomen werden. In 2022 sloten Makro en Metro de deur. Vandaag is er bij Lidl en Aldi sociale onrust wegens de onhoudbare werkdruk. Carrefour verkocht 50 winkels die uitgebaat werden door Mestdagh aan Intermarché, wat tot sociale strijd leidt. 

    Alle supermarktketens willen zo goedkoop mogelijk personeel, naar het model van onder meer Nederland waar sommige winkels nooit sluiten en vooral draaien op jobstudenten. Jongeren vanaf 13 jaar werken er aan soms amper 5 euro per uur bruto (met de vergoeding voor feest- en vakantiedagen reeds inbegrepen). Er is een ongeziene neerwaartse spiraal van arbeidsvoorwaarden en lonen die leidt tot een samenleving waarin je twee of drie jobs nodig hebt om zelfs dan nog amper rond te komen. Bij Albert Heijn in België wordt 15% van de werkuren uitgevoerd door studenten. In winkelketens als Action ligt dat nog hoger, soms tot de helft van het personeel! 

    Als dit plan bij Delhaize passeert, is het een illusie te denken dat Carrefour voor 2026 geen nieuwe grote herstructurering zal houden. Het zal bovendien aangegrepen worden om ook elders de voorwaarden te verslechteren en werkdruk op te voeren. De dreigende afdankingen bij Dreamland en Dreambaby en de verkoop van een meerderheidsaandeel van Colruyt in die ketens zijn daar al een indicatie van. 

    Er is een antwoord van de hele sector nodig op deze aanhoudende aanvallen. Een strategie waarbij de franchise onder voorwaarden aanvaard wordt, zal de neerwaartse spiraal niet stoppen. Er is een actieplan nodig dat de strijd naar de hele sector uitbreidt. Dat is ook nodig om het getroffen personeel te overtuigen dat het mogelijk is om de franchisering te stoppen. 

    Franchiseren betekent dat niet alleen Ahold-Delhaize maar ook de zogenaamde ‘zelfstandige’ uitbater van de winkel winst moet maken. Die extra winst zal van ergens moeten komen: zowel het personeel als de klanten zullen dit voelen. Het gaat hierbij overigens niet om kleine kruideniers, maar om groepen die de meest winstgevende winkels opkopen. Zo baat Peeters-Goovers in het Antwerpse 14 zelfstandige Albert Heijn-winkels uit. Delhaize stelde zichzelf in een reclamecampagne als volgt voor: “We zijn kruideniers en dat al 150 jaar.” De waarheid is dat de grote ketens de meeste kleine buurtwinkels hebben weggeconcurreerd om de winsten op te drijven. Als Delhaize nu beroep doet op zelfstandigen om haar winkels te beheren, is dat om te besparen op personeel, het risico van de winkel door te schuiven en de aanwezigheid van de vakbonden uit te schakelen. Dat doet het omdat 2,5 miljard euro winst niet volstaat voor de aandeelhouders van Ahold-Delhaize. Er moet 1 miljard euro bespaard worden om voor hetzelfde bedrag eigen aandelen op te kopen, nog een cadeau aan de aandeelhouders. 

    We moeten de neerwaartse spiraal stoppen. Met eisen voor het personeel van de hele sector en voor de verbetering van de voorwaarden in de reeds gefranchiseerde winkels kunnen we die collega’s in de strijd betrekken en stoppen we de vele pogingen om het personeel te verdelen in een concurrentieslag waar al het winkelpersoneel uiteindelijk het slachtoffer van wordt. Dergelijke eisen zijn ook belangrijk om de vakbondsaanwezigheid in de volledige sector op te bouwen. De nationale vakbondskracht moet ingezet worden om af te dwingen dat er in bedrijven vanaf 20 werknemers sociale verkiezingen zijn. 

    Delhaize gaat in het offensief, het verzet moet dat ook doen

    Na enkele weken staking is er onvermijdelijk een afname van het aantal winkels dat elke dag dicht blijft. De directie van Delhaize gaat bovendien in een tegenoffensief met repressie tegen piketten en blokkades. Het vond daar meteen welwillige rechters voor. Daarnaast liet het bedrijf paginagrote advertenties in de kranten plaatsen in de strijd om de publieke opinie. Ondertussen zijn er onderhandelingen opgestart waarin de directie vastberaden vasthoudt aan het oorspronkelijke plan en waarmee ze tegelijk hoopt om het protest uit te putten. Delhaize wil wellicht niet verder gaan dan CAO32bis. Dat opent de weg voor afdankingen en twee categorieën personeel in deze winkels met nieuwe collega’s die aan slechtere voorwaarden werken en oudere condities die geleidelijk uitdoven. 

    Naast de stakingen in de getroffen winkels waren er uitstekende initiatieven zoals de betoging in Luik op 7 april met 1500 deelnemers. Die kwam er op initiatief van het CNE (ACV), maar trok ook de andere vakbonden mee toen die zagen dat het een succes zou worden. Op 17 april was er een nationale actie van de hele sector aan het Zuidstation met 2500 deelnemers. Die werd gevolgd door een spontane en strijdbare betoging die op veel steun van omstaanders kon rekenen. De betoging werd getrokken door militanten van het CNE, dat in verschillende regio’s algemene vergaderingen organiseert. Er waren ook ABVV-militanten, onder meer van ACOD LRB in Brussel en BBTK bij Albert Heijn, waar er in een Gentse vestiging werd gestaakt om aan het protest deel te nemen. 

    De betoging van 17 april trok naar het kantoor van het VBO, de Belgische werkgeversorganisatie. De aanvallen op het personeel van Delhaize kaderen immers in een algemeen offensief van Comeos (werkgevers in de sector van de handel) en het VBO voor meer flexibiliteit en lagere lonen. De werkgevers die schreeuwen dat het blokkeren van winkels niet mag, hadden voor de gelegenheid een politieblokkade voor hun kantoren opgeworpen…

    De betogingen van 7 en 17 april waren uitstekende initiatieven. Een actieplan met lokale betogingen, desnoods gelanceerd door één vakbond, kan perspectief bieden om de strijd verder uit te breiden naar een staking van de volledige sector. Een lokale betoging kan voorbereid worden door personeelsvergaderingen in de sector en interprofessionele militantenvergaderingen waarop de strijd bij Delhaize en het belang ervan voor alle werkenden wordt toegelicht. Strijdbare delegaties kunnen iemand van Delhaize uitnodigen om op een personeelsvergadering of militantenbijeenkomst een toelichting te geven. De winkels kunnen actiecentra worden van waaruit flyers, affiches en petities verspreid worden. Zo maken we van onze werkmiddelen een instrument voor de strijd.

    Dat is de manier waarop de staalarbeiders van Forges de Clabecq in 1997 reageerden op de dreiging van sluiting. Ze mobiliseerden in alle hoeken van het land onder werkenden en jongeren. Ze hielden regelmatige personeelsvergaderingen waarop ze alle sympathisanten uitnodigden en na de personeelsvergadering was er telkens nog een bijeenkomst van die sympathisanten om te bespreken hoe de solidariteit kon georganiseerd worden. Delegees van Forges de Clabecq trokken naar universiteiten om te spreken voor studenten, naar markten om met sympathisanten pamfletten te verdelen, naar bijeenkomsten van syndicale delegaties … Op die manier slaagden ze erin om 70.000 mensen te mobiliseren in Tubeke in februari 1997. Stel je voor dat we met tienduizenden betogen aan de depots van Delhaize in Zellik. Deurwaarders zouden er alvast niet te zien zijn…

    Als we de brede steun niet organiseren, zal de directie er alles aan doen om deze te ondermijnen om het offensief verder te zetten. Met lokale betogingen is het mogelijk om de brede solidariteit in de samenleving te activeren en op te bouwen naar een staking van de volledige sector en grotere nationale acties. Enkel door een massabeweging kunnen we deze aanval stoppen!

    Als de directie doorgaat met de franchisering en de bijhorende sociale afbraak, leggen we de nationalisatie van Delhaize op tafel om jobs en arbeidsomstandigheden te redden. Dit betekent dat de gemeenschap structureel en collectief de controle en het beheer in handen neemt en de aandeelhouders, die al genoeg geprofiteerd hebben, eruit gooit.

  • Hun winsten versus onze winkelkar en personeel

    Breek de dictatuur van de markt

    Deze 1e mei strijden we voor een betaalbare winkelkar! Het is elke keer schrikken aan de kassa: tientallen euro’s voor een kar waar amper iets in ligt. Toch is het de realiteit in de supermarkt. We betalen 30% meer dan vorig jaar voor levensnoodzakelijke basisproducten als groenten, fruit, brood, eieren … De prijzen razen door en ons loon blijft achter. Door de uitgeholde index steeg dat maar met 10%. Dat is te weinig! Dat voelen we, dag in dag uit en vooral op het einde van de maand (een einde dat altijd vroeger begint).

    door Michael Bouchez

    Wij betalen hun winsten

    De werkende klasse verliest. Maar er zijn ook winnaars. De kar van de aandeelhouders van Delhaize, Colruyt, Engie … blijft wel goed gevuld. Zij maken recordwinsten op onze basisproducten. De winsten van Ahold Delhaize gingen er met 13% op vooruit. Olieconcern ExxonMobil verdubbelde haar winst (een winststijging van 100% dus) … Het gebeurt in realtime voor onze ogen: een reusachtige transfer van arbeid naar kapitaal. 

    Wij betalen dubbel

    Maar daar stopt het niet. De werkende klasse betaalt dubbel voor de winsten van de aandeelhouders. Bovenop de prijs aan de kassa betalen we voor hun winsten als werkende klasse omdat ze bovendien onze arbeidskracht goedkoper proberen te maken. Door onze loon- en arbeidsvoorwaarden af te breken, drijven ze de uitbuitingsgraad op. Wij moeten meer en sneller produceren in ruil voor minder loon. Dat is wat de poging tot franchisering bij Delhaize is: grotere winsten voor hen ten koste van onze koopkracht. Het is een illustratie van waar de samenleving naartoe gaat als we de regels van het kapitalisme volgen.

    Offensieve eisen: de beste verdediging

    1 mei is de dag waarop de werkende klasse haar geschiedenis van strijd en verworvenheden viert, ontstaan als een dag van strijd tegen de horror van het kapitalisme in de 19e eeuw. De arbeidsvoorwaarden bij PostNL, de poging tot franchisering, de sociale dumping en aanvallen op piketten van Delhaize zijn voorbeelden van hoe het patronaat die 19e eeuwse wereld terug wil brengen. 

    1 mei is de dag waarop we in herinnering brengen dat de werkende klasse door collectieve strijd sociale vooruitgang heeft afgedwongen. Geen halve cent loonsverhoging of geen halve dag verlof is uit de lucht komen vallen. Integendeel. Voor elke cent extra in de vorm van loon, pensioenen of sociale zekerheid en voor elke dag verlof is strijdsyndicalisme en een programma nodig geweest.

    We moeten die strijd niet gewoon herdenken, maar omzetten naar eisen voor vandaag. Elke aanval op onze lonen, werkomstandigheden en koopkracht moet beantwoord worden door strijd van de volledige arbeidersklasse voor eisen, zoals het volledig herstel van de index om de winkelkar echt betaalbaar te houden, of voor een directe loonsverhoging van €2/u voor iedereen door het breken van de loonnormwet. Een strijd van de hele werkende klasse tegen de franchisering bij Delhaize, de neerwaartse spiraal van de arbeidsvoorwaarden van het winkelpersoneel en ook tegen de aanval op ons recht op collectieve actie.

    Een andere samenleving

    Zolang de markt blijft bestaan, zullen bedrijven de uitbuiting vergroten om hun winstmaximalisatie en marktpositie te versterken. Onze levensstandaard en hun winsthonger staan diametraal tegenover elkaar. De werkende klasse over alle sectoren heen, als personeelslid of als consument, heeft dezelfde belangen.

    1 mei moet een dag van strijd zijn voor een alternatief op het kapitalisme: voor een democratisch geplande economie in een socialistische maatschappij die gerund wordt door de werkende klasse op basis van de noden van de meerderheid van de bevolking en de planeet.

    https://shop.socialisme.be/product/de-linkse-socialist-mei-2023-424-pdf
    https://shop.socialisme.be/product/abonnement-a-lutte-socialiste-pendant-1-an-papier
  • De aanval op de Delhaiziens is een aanval op de ganse arbeidswereld!

    Standpunt van ACOD LRB Brussel

    Op 7 maart kondigde de directie van Delhaize Groep een plan aan om de 128 winkels van de groep in België te franchisen. Sindsdien zijn duizenden werknemers van Delhaize een voorbeeldige strijd begonnen om hun baan en arbeidsomstandigheden te redden.

    Ondanks de propaganda van de werkgevers en de media tegen de strijdende werknemers houden zij stand. De situatie is de laatste weken echter verslechterd met ernstige aanvallen op het stakingsrecht. De rechtbanken hebben de kant van de directie van Delhaize gekozen en op verzoek van de bazen ingestemd met het sturen van deurwaarders om de stakingslinies letterlijk te doorbreken. Onder het mom van het recht op werk hebben de rechtbanken, de bazen en de deurwaarders vervolgens alles in het werk gesteld om de lopende mobilisatie om zeep te helpen. Arrestaties van stakende werknemers, verbod op piketten, verbod op bewustmakingsacties voor klanten, een ontkenning van de rechten en vrijheden (art. 23 van onze Grondwet) die een achteruitgang betekenen van onze democratie, … kortom, verbod op elke uiting van sociale woede!

    Tegenover het misleidende argument dat het recht op werk tegenover het stakingsrecht staat, mogen we nooit vergeten dat degenen die vandaag strijden voor een echt recht op werk de werknemers zijn die strijden voor het behoud van hun baan en de mogelijkheid om een waardig leven te leiden!

    De woede onder de vakbondsbasis en een deel van de bevolking is groot. Het is duidelijk dat deze ongekende aanvallen op het stakingsrecht noch in de hele vakbeweging, noch bij het merendeel van de bevolking geen reactie hebben uitgelokt die die naam waardig is. Als we vandaag aanvaarden wat er bij Delhaize gebeurt, zonder te reageren op wat er op het spel staat, is het duidelijk dat wij allen morgen het risico lopen om niet langer vrij gebruik te kunnen maken van ons stakingsrecht en ons recht op collectieve actie.

    Met deze motie roept de ACOD LRB Brussel de vakbondsinstanties van het ABVV dringend op om, overeenkomstig de besprekingen op ons Federaal Congres:

    – de oproep tot mobilisatie van de handelssector te ondersteunen door een interprofessionele staking in te dienen in solidariteit met de werknemers van Delhaize en ter ondersteuning van het recht op collectieve actie!

    – gewestelijke interprofessionele vergaderingen te organiseren om dit onderwerp samen te bespreken en de noodzakelijke reactie op de huidige aanvallen op het stakingsrecht te organiseren.

    – minstens op elke zaterdag tijdens de maand mei blokkades te organiseren van Delhaize-winkels en een oproep te doen naar de bevolking om zich bij ons aan te sluiten.

  • Franstalig onderwijs: strijd voor massale publieke investeringen doorzetten!

    Niet wachten op de verkiezingen van 2024, ons niet beperken tot uitstel van besparingen!

    Pamflet van LSP/PSL op de betoging van het Franstalig onderwijspersoneel vandaag

    Aan de vooravond van de cruciale staking en betoging van het Franstalig onderwijs lijkt minister Caroline Désir de maatregelen af te zwakken. Ze beloofde de uitvoering van het onderdeel ‘sancties’ van de evaluatiehervorming uit te stellen. We verzetten ons al maanden tegen dat onderdeel. We weten uiteraard dat ‘uitstel’ niet hetzelfde is als ‘afstel’. De minister hoopt ons te sussen, we mogen dat niet aanvaarden!

    En hoe zit het met de rest van het beleid? Hoe zit het met onze overvolle klaslokalen, de administratieve druk van de doelcontracten en de stuurplannen, het gebrek aan personeel en middelen, onze ongezonde werkplekken? Hoe zit het met onze eenzaamheid en uitputting binnen deze instelling, die al jaren onze arbeidsomstandigheden slechter maakt en van ons oplossingen eist om de tekortkomingen van het beleid op te vangen? Wat te denken van de voortschrijdende privatisering van het onderwijs en de voortdurende toename van de sociale ongelijkheid? Wanneer zullen alle jongeren in goede omstandigheden kunnen studeren?

    Het Excellentiepact is eigenlijk slechts een afleiding van de objectieve behoeften van onze sector. Het heeft slechts één motto: het onderwijs draaiende houden tegen lagere kosten, met de schuldenlast van de Franstalige Gemeenschap als achterliggend argument. We blijven vechten omdat we weten dat het ergste nog moet komen. Het hele Excellentiepact blijft op de agenda staan en de minister beroept zich trots op haar ‘stappenplan’ dat ze tot het einde wil volgen. De tijd zal niets veranderen, net zomin als de volgende verkiezingen in 2024: dit stappenplan komt in handen van de volgende minister.

    Ze rekenen erop dat we moe zijn, maar stoppen is geen optie!

    Het terrein van de strijd (of zelfs van het beroep op zich!) opgeven is iets waar we allemaal minstens één keer aan gedacht hebben tijdens deze 441 dagen van strijd. Wat heeft het voor zin om door te gaan, tegenover een regering die doof blijft? Ze willen ons doen geloven dat de publieke opinie ons niet steunt. Het tegendeel is waar, maar de leugens kunnen ons afmatten.

    De minister rekent nu op onze ontmoediging. De strijd hier staken is echter geen optie: om het hoofd te bieden aan wat ons te wachten staat, moeten we onze krachtsverhouding tegenover de regering handhaven en versterken. Ondanks onze vermoeidheid staan we sterk.

    Deze beweging is de uitdrukking van een diepe malaise, die tot uiting komt in de sterkste mobilisatie in de sector sinds de jaren negentig.

    Sinds de eerste staking in gemeenschappelijk vakbondsfront in februari 2022 hebben duizenden werkenden uit de sector zich gemobiliseerd in de straten van Brussel, Luik, Bergen, Namen, maar ook op onze werkplekken en overal waar we kunnen. Maand na maand, zonder in aantal af te nemen, dankzij de vastberadenheid van de basis binnen alle vakbonden. De druk op de regering is gehandhaafd, maar sinds de betoging in Namen in oktober jongstleden is deze afgenomen.

    Vanaf het begin van het schooljaar gaan voor een opbouwend actieplan dat iedereen betrekt in strijd

    De betoging vandaag is cruciaal. Het is een keerpunt voor al het onderwijspersoneel: we kunnen niet wachten tot alle beslissingen na de verkiezingen van 2024 (opnieuw) zonder onze instemming worden genomen! We moeten ons engagement verdiepen en de strijd voortzetten.

    Onze dorst naar actie is groot, het gaat verder dan wat onze vakbonden ons nu bieden. In Brussel organiseren scholen zich om samen te strijden. In Luik trotseren delegaties de instructies van hun vakbonden om zich te verenigen met andere werknemers. Daarom vragen we onze vakbonden om ons te steunen door zo snel mogelijk een nieuw actieplan op lange termijn aan te kondigen, besproken en besloten in algemene vergaderingen, een actieplan dat vanaf september moet worden uitgevoerd. Dit betekent dat er tussenstappen nodig zijn om vanaf september stevig door te gaan totdat we winnen.

    De problemen zijn niet anders in het Vlaams onderwijs, waar een geschat tekort is van 10.000 voltijdse leerkrachten. Ook hier verstoort het gebrek aan middelen het curriculum en brengt het de kwaliteit van het onderwijs in gevaar. Als alle beroepsgroepen in de sector samen over de gemeenschapsgrenzen heen zouden strijden, zouden we des te sterker staan!

    Goed onderwijs komt iedereen ten goede! Daarom roepen wij alle werkenden, ouders en studenten op om de strijd van het onderwijspersoneel te versterken. Een zieke maatschappij, gebaseerd op winst en niet op onze behoeften, kan alleen maar leiden tot mislukking van het onderwijs. In elke school kan solidariteit worden ontwikkeld om de piketten en acties te versterken en om mee te doen aan alle acties. Samen kunnen we deze strijd winnen!

    Er is geld nodig…

    De kosten voor het renoveren of bouwen van fatsoenlijke infrastructuur alleen al worden geschat op 8 miljard euro, en de geplande steun zal slechts één tot twee miljard bedragen. En dan hebben we het nog niet eens over onze andere eisen, die allemaal een massale publieke investering vereisen:

    • Massale publieke investeringen in de sector om echt gratis en kwalitatief goed onderwijs te hebben!
    • Onmiddellijke afschaffing van het beoordelingssysteem van het personeel dat het gemakkelijker maakt om personeel te ontslaan!
    • Onmiddellijke intrekking van alle managementhervormingen die scholen met elkaar laten concurreren en steeds meer taken op de leerkrachten af te wentelen!
    • Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas!
    • Massale aanwerving van personeel!
    • Alles wordt duurder, maar onze lonen volgen niet! Breng de laagste loonschalen in overeenstemming met de hoogste en maak een einde aan onzekere contracten!
    • Goede en gezonde infrastructuur: voor de bouw van nieuwe scholen en de renovatie van bestaande!

    Er is geld!

    De schuld van de Franstalige Gemeenschap is hoog? Het is een schuld waarvoor wij niet verantwoordelijk zijn, en terugbetaald wordt aan de speculanten. Het onderwijs financieren in de mate die nodig is, is mogelijk, zolang we de middelen maar halen waar ze zijn: zo is de nettowinst van BNP Paribas in 2022 met 7,5% gestegen tot een record van 10,2 miljard euro! De dividenden aan de aandeelhouders zullen naar verwachting vier jaar lang met meer dan 12% stijgen!

    We begrijpen het belang van miljonairstaks, maar we moeten ons bewust zijn van het risico van kapitaalvlucht. Deze maatregel op zich is dus niet voldoende! Om onze scholen structureel te financieren, moeten we opkomen voor de nationalisatie van de hele financiële sector. Dat zou toegang geven tot de nodige middelen om te investeren in onze openbare diensten, onder beheer en controle van het personeel, de vakbonden en de gemeenschap. Dit vereist de actieve betrokkenheid van de arbeidersklasse in elke fase in het kader van een rationele en ecologische planning van de economie. Daarom hebben we een verandering van systeem nodig: kom met ons op voor een democratische socialistische samenleving!

  • Franstalig onderwijs: aarzelingen aan de top, vastberadenheid aan de basis

    Op het moment van schrijven was de datum van 27 april nog niet officieel gelanceerd als nieuwe actiedag van het Franstalig onderwijs [Ondertussen is dat gelukkig wel gebeurt!]. Aan vastberadenheid van het personeel ontbrak het de afgelopen maanden niet. Er waren vier dagen van mobilisatie en staking, telkens met zowat 10.000 betogers. Voor de algemene staking van de openbare diensten op 10 maart wachtten veel collega’s tevergeefs op ordewoorden. Er is nood aan een echt actieplan dat zich niet beperkt tot de vraag om gehoord te worden. Alleen wie ons niet wil horen kan naast ons protest kijken. We moeten strijden om meer middelen af te dwingen!

    door een jonge vakbondsmilitant van het ACV uit maandblad De Linkse Socialist

    “Er zijn enorme tekorten in de sector. Het begint al met de arbeidsvoorwaarden. Een van mijn klassen is vrij representatief. Het is een groep van 30 leerlingen, waaronder twee anderstalige nieuwkomers. De klas is vrij goed uitgerust, met een interactief bord, maar met plafonds die vol zitten met ongedierte.”

    “De vervallen staat van de gebouwen, de overbevolkte klassen, de onzekerheid van de job, vooral in het begin, met vervangingen op korte termijn zonder vooruitzichten, dat alles verklaart waarom de job zo hard is. Maar liefst 35% van de jonge leerkrachten verlaat het beroep binnen de vijf jaar. Ik ben aan mijn derde jaar bezig. Een goede collega van mij aan haar zevende jaar en zij heeft al een burn-out.”

    “Toen de actiedag van het gemeenschappelijk vakbondsfront in de openbare diensten op 10 maart werd aangekondigd, was ik erg enthousiast. Tijdens de laatste personeelsvergadering vroeg een derde van de aanwezigen een nieuwe stakingsdag. Een dergelijke actiedag biedt bovendien kansen om strijd te verenigen. We staan niet alleen, de volledige openbare sector wordt al jarenlang ondermijnd door besparingen. Na een jaar van sterke mobilisaties van het onderwijspersoneel hebben we nog maar weinig binnengehaald. Hoog tijd dus om harder toe te slaan en niet alleen met het onderwijs.”

    Mobilisatie tegen de stroom in 

    “De stakingsdag vond een week na de vakantie plaats. De tijd voor de mobilisatie was dus krap. Het was duidelijk dat het niet gemakkelijk zou worden. Mijn delegee van het ACV had net andere opdrachten gekregen en is nu op twee scholen actief. Ze rekende op mij om te mobiliseren. Op maandag hing ik een oproep om te staken in de leraarskamer, gevolgd door enkele argumenten en een inschrijvingslijst om mee te doen. Zo kon ik de discussies in de leraarskamer aanwakkeren, collega’s overtuigen en hen op die basis inschrijven voor de staking.”

    “In de namiddag kreeg ik echter een telefoontje van mijn delegee. ‘ACV Onderwijs heeft geen stakingsaanzegging ingediend’, zei ze. Wat?! De grootste vakbond van het land die deel uitmaakt van het gemeenschappelijk front diende geen aanzegging in? Waarom niet? Het vrije onderwijsnet is toch ook een openbare dienst! Het is de Federatie Wallonië-Brussel die ons betaalt. Mijn delegee stuurde een e-mail naar de vakbond om zich te verzetten tegen de beslissing. Om 17u kregen we antwoord: de aanzegging is toch ingediend. Een kleine overwinning!”

    “De week ging verder en ik besefte dat de mobilisatie vooral op mijn schouders rustte, mijn delegee zou niet op het piket zijn en zelfs niet staken. Ik sprak collega’s aan en kwam langzaam aan ruim tien stakers. In dit stadium was het nog te vroeg om een piket te zetten om de school te blokkeren. De traditie in het onderwijs is om geen blokkade voor de eigen school te zetten om conflicten met niet-stakende collega’s te voorkomen.”

    “Op woensdag was het aantal inschrijvingen al opgelopen tot 15. Ik besloot om een pamflet te maken om op de dag zelf te verspreiden. Ook wilde ik mobiliseren voor een piket aan de school om de eisen te bespreken met niet-stakende collega’s, leerlingen en ouders. Daarna konden we andere piketten in de stad bezoeken, samen met leden van LSP en Campagne ROSA. Ik stuurde deze voorstellen door naar mijn delegee, maar dat werd afgeschoten. Ze weigerde de informatie aan mijn collega’s door te geven omdat het pamflet en de actie niet door de vakbond waren goedgekeurd. De vakbond maakte zelf echter geen materiaal en deed niets om te mobiliseren, er was zelfs geen e-mail. Ik besloot dan maar om zelf de informatie te verspreiden via het prikbord van de vakbonden in de leraarskamer.”

    Uitstekend piket

    “Op de ochtend van de staking was er een uitstekende sfeer aan de ingang van de school. We hadden veel discussies met niet-stakende collega’s en ouders om hen bewust te maken van onze eisen, in essentie de noodzaak van meer publieke middelen voor onderwijs. Het piket was enthousiasmerend. Collega’s deelden pamfletten uit aan leerlingen en ouders, iets wat al ruim tien jaar niet meer was gebeurd.” 

    “Van de 23 stakers gingen er zes mee op een solidariteitstocht langs andere piketten. Het waren vooral jonge collega’s die de ernst van de situatie en de noodzaak van actie begrijpen. Uit onze tocht bleek dat de mobilisatie naar de piketten niet groot was, ook al werd er veel gestaakt. We kwamen wel moedige groepen tegen van Delhaize-personeel dat strijdt tegen de franchisering, RTBF-journalisten die zich verzetten tegen onzekere contracten en freelance werk, collega’s aan de universiteit die opkomen voor gratis en degelijk onderwijs.”

    “Deze mobilisatie toont dat we niet moeten aarzelen om het vakbondsapparaat wakker te schudden, een stakingsaanzegging te eisen en te mobiliseren met eigen materiaal waarbij collega’s worden betrokken. Zoals ons pamflet stelde: ‘De woede van de collega’s moet in actie omgezet worden om geen ruimte te laten voor cynisme en defaitisme. We moeten meer collega’s bij de mobilisatie betrekken. Door passieve steun in actie om te zetten kunnen winnen.’ We moeten niet wachten op de leiding, we moeten zelf voor een strijdbaar syndicalisme opkomen.”

  • Alle steun voor de staking van de Zweedse machinisten!

    Staking voorstadsnet Stockholm

    Vanochtend om 3u begonnen de treinbestuurders van het voorstadsnet van Stockholm een wilde staking. Deze lijnen worden uitgebaat door de private operator MTR maar de financiering gebeurt met publieke middelen. MTR is gevestigd in Hongkong maar wordt gecontroleerd door China. Het bedrijf baat ook de metro in Stockholm uit. De inzet van de staking is het behoud van de treinbegeleider. Lange afstandstreinen worden ingelegd door de Staatsspoorwegen en private operatoren. Zij zijn niet betrokken bij het conflict.

    Artikel door een treinbegeleider

    Sinds twee jaar vecht het MTR-personeel met allerlei acties om de ongeveer 300 treinwachters te behouden. De stakers stellen veiligheid, dienstverlening en tewerkstelling voorop. Ook de toegenomen werkdruk voor treinbestuurders stellen ze aan de kaak. Voor de directie van MTR moet dit alles wijken voor winstmaximalisatie. Hoog tijd om de boel weer in publieke handen te brengen!

    Stakerscomité organiseert clandestiene staking

    Er worden al langer acties tegen treinen zonder boordchef georganiseerd, maar vanmorgen kwam het dus tot een driedaagse werkonderbreking. Dit werd collectief beslist op een vergadering van 150 machinisten afgelopen vrijdag.

    Het stakingsrecht staat op zich in de Zweedse grondwet. Maar andere wetgeving bepaalt dan weer dat stakingen tijdens de looptijd van een CAO verboden zijn. Dit is één van de redenen dat geen van de spoorbonden opriep om te staken. Een vakbond die tijdens een lopende CAO een staking organiseert, zou hoogstwaarschijnlijk veroordeeld worden tot een miljoenenboete. Wilde stakers kunnen niet ontslagen worden voor deelname aan een illegale staking. Ze riskeren wel een boete van 3000 Zweedse kronen of €264. Daarnaast lijden ze loonverlies. Het zou ook niet mogelijk zijn voor vakbonden om de staking te erkennen en een stakersvergoeding uit te betalen. Daarom is er een solidariteitsfonds opgericht in samenwerking met Förbundet Arbetarsolidaritet en wordt de staking georganiseerd door een stakerscomité bestaande uit spoorwegpersoneel zonder vakbondspositie. De staking is goed georganiseerd. Er is duidelijk gecommuniceerd over hun rechten, de waarschijnlijke boetes, het mogelijke verbieden van de staking, over hoe het werk neerleggen (iedereen heeft een ander begin- en einduur) … De stakers staan piket op hun voorziene werkuren en bespreken dagelijks de situatie.

    Neen aan treinen zonder boordchef!

    Ongeveer een derde van de treinen van MTR rijdt reeds zonder treinbegeleider. Treinbegeleiders worden vervangen door camera’s! Ze worden niet ontslagen, maar krijgen een andere job toegewezen. Bv die van kuiser of onderstationchef. Maar velen geven er de brui aan omdat ze als stront behandeld worden en geen perspectief zien. Sommigen worden depressief en zitten ziek thuis. De positie en slagkracht van de treinbegeleiders is hierdoor verzwakt. Treinen mogen er namelijk rijden zonder treinbegeleider. Als zij vandaag zouden staken i.p.v. de treinbestuurders, zou de kans reëel zijn dat er toch treinen rijden. Hoewel er natuurlijk veel machinisten zijn die d’office weigeren om zonder chef te vertrekken. Vandaar dat het de treinbestuurders zijn die staken.

    Politieke keuze

    In 2021 besliste het regionale bestuur van de Moderaterna (Conservatieve Partij), de Centrumpartij, de Christendemocraten, de Liberalen en de Milieupartij (Miljöpartiet de gröna) om komaf te maken met de aanwezigheid van een treinbegeleider in elke pendeltrein. In de verkiezingscampagne van vorig jaar beloofden de sociaaldemocraten om de beslissing terug te draaien. Toch gaf de nieuwe minderheidsregering van de Sociaal-Democratische Partij (Socialdemokraterna) en de Milieupartij (Miljöpartiet de gröna) die gedoogd wordt door de Linkse Partij (Vänsterpartiet) in maart dit jaar groen licht om de boordchef af te schaffen. De Vänsterpartiet zou moeten dreigen om haar steun aan deze regering in te trekken.

    Goede opvolging en sympathie pendelaars

    Tot nu toe is de staking een groot succes. 150 à 200 machinisten nemen deel en 80% van de treinen is afgeschaft. Er is veel steun van het publiek ondanks de moeilijkheden die velen ondervinden om op hun werk te geraken.

    Piket in Stockholm

    Hoe verder?

    Er is een mogelijkheid dat de arbeidsrechtbank de staking verbiedt. In dat geval is het wel mogelijk om stakers die daarna werk weigeren af te danken.

    Over enkele weken loopt de huidige CAO af. Dit biedt mogelijkheden voor een oproep tot een erkende staking. De spoorbond Seko zou die moeten aangrijpen, zowel rond loonoverleg als rond de eis tot een veiligheidsfunctie van de boordchef. Het stakerscomité toont de weg vooruit. De vakbondsleiding zou hierop moeten verder bouwen en personeelsvergaderingen moeten organiseren om stakingen voor te bereiden. Ondertussen zou er een betoging georganiseerd moeten worden met spoorwegpersoneel en pendelaars om de massale steun die er is te tonen.

    Rättvisepartiet Socialisterna, de Zweedse sectie van International Socialist Alternative, pleit voor democratische en strijdbare vakbonden, eist het stakingsrecht op en staat er op dat voorakkoorden eerst ter stemming worden voorgelegd aan vakbondsleden. En uiteraard eist de partij dat MTR buitengekegeld wordt en dat treinverkeer weer in publieke handen genomen wordt.

    Hoe zit het bij ons?

    In België hadden we ook al te maken met aanvallen op de boordchef. De laatste ernstige poging was in 2015. De toenmalige CEO en de toenmalige Minister van Transport, Cornu en Galant, zetten toen met de zogenaamde One Man Car de aanval in op de veiligheidsfunctie van de boordchef. De One Man Car maakte deel uit van het plan Galant. Dit hield o.a. een oplopende vermindering in van de dotatie. Na vijf jaar moesten we het met 21% minder stellen. En vijf jaren op rij moest de productiviteit met4% opgetrokken worden. Dit besparingsplan werd door de spoorbonden beantwoord met een goeie sensibiliseringscampagne gericht op het personeel en de gebruikers van het openbaar vervoer. Uiteindelijk werd er ook gestaakt tegen het plan Galant. Niet alles kon worden afgewend, maar de One Man Car werd wel opgeborgen. Wat ook een rol speelde, was dat Infrabel de vele vereiste camera ‘s op de perrons niet wou bekostigen.

    Vroeg of laat zullen treinen zonder boordchef bij NMBS wel weer op tafel komen. Het personeelstekort onder treinbegeleiding sleept al vijf jaar aan. Het argument wel verlof te zullen kunnen geven als er geen boordchef vereist is in iedere trein, zou wel eens verf kunnen pakken. Uiteraard is het financieel en technisch niet evident en zou zo een aanval opnieuw op veel weerstand van treinbegeleiders en -bestuurders botsen.

    Sowieso zal de uitkomst van deze strijd ook invloed hebben op de Belgische Spoorwegen. Een nederlaag zal onze tegenstanders alleen maar motiveren om nog een poging te wagen. Een overwinning echter zou hen demotiveren en onze positie versterken. Vandaar het belang van internationale solidariteit.

    Wat kan jij doen?

    Stuur een solidariteitsverklaring naar

    • vildstrejkpendeln@hotmail.com
    • met in kopie: rs@socialisterna.org
  • Actie en betoging tegen aanval op supermarktpersoneel

    Aan het Zuidstation kwamen 2500 militanten en werknemers uit de winkelsector bijeen om te protesteren tegen de aanvallen op hun arbeids- en loonvoorwaarden. De strijd tegen de franchisering bij Delhaize stond uiteraard centraal, maar het ongenoegen in de sector is breder. Er zijn problemen met de werkdruk, zoals bij Lidl waar er in een aantal winkels opnieuw gestaakt wordt, en meer algemeen met een neerwaartse spiraal voor het personeel. Als de franchisering bij Delhaize passeert, zal dit de druk verder verhogen, zowel voor het supermarktpersoneel als voor anderen.

    Er wordt al bijna zeven weken actie gevoerd, dit is nu al een historische strijd. Deze uitbreiden om het plan van de directie te stoppen, blijft een dringende noodzaak. De franchisering aanvaarden, zal de neerwaartse spiraal niet stoppen. De strijd moet opgevoerd worden om het plan volledig te stoppen. Eerder toonde een lokale betoging in Luik, op initiatief van het ACV, het potentieel om de strijd uit te breiden en de solidariteit te activeren.

    Ook nu werd na afloop van de actie aan het Zuidstation door Brussel betoogd. De sfeer werd meteen erg strijdbaar, niet in het minst omdat de betogers langs het volledige parkoers van alle omstaanders steunbetuigingen kregen. De spontane betoging werd getrokken door militanten van CNE, het Franstalige ACV Puls. Er waren ook enkele rode militanten, onder meer van ACOD LRB in Brussel en BBTK bij Albert Heijn.

    De betoging trok naar het kantoor van het VBO, de Belgische werkgeversorganisatie. De aanvallen op het personeel van Delhaize kaderen immers in een algemeen offensief voor meer flexibiliteit en lagere lonen, wat maakt dat steeds meer mensen verschillende jobs moeten combineren om rond te komen.

    Aan het VBO hield de politie de betogers tegen, waarbij zelfs traangas werd ingezet. Om de belangen van de aandeelhouders van Ahold-Delhaize te verdedigen, wordt niet op repressie en traangas bespaard. Het patronaat klaagt steen en been als stakers een winkel of een depot blokkeren, maar aarzelt niet om de federale politie in te zetten om de eigen lokalen te blokkeren. In de buurt van het VBO werden slogans geroepen en gespeecht.

    De strijdbare betoging toonde dat er een bereidheid is om de strijd verder te zetten en om het protest op te voeren. Een staking van de volledige sector, gekoppeld aan lokale betogingen, is meer dan nodig. Daarvoor is er een eisenplatform nodig dat de intrekking van het plan van Delhaize eist en dat opkomt voor betere voorwaarden voor al het personeel in de sector. Het winkelpersoneel werd als essentieel gezien tijdens de pandemie en kreeg algemeen respect van de bevolking. Van de directies daarentegen krijgen ze al jarenlang niets anders dan opeenvolgende herstructureringen die de lonen naar beneden duwen en de flexibiliteit en werkdruk opvoeren. Er is nood aan een strategie om met de hele sector en heel de samenleving die logica te stoppen.

    https://nl.socialisme.be/95894/delhaize-voor-een-staking-van-de-volledige-sector-met-lokale-betogingen-om-de-franchisering-te-stoppen

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop