Category: Op de werkvloer

  • Terwijl zij voor 650.000 niet buitenkomen, willen ze werklozen gratis doen werken

    Voor hen: nooit genoeg, altijd meer! Voor ons: altijd minder!

    Twee maten en gewichten. Dat is het minste wat je kan zeggen van het politieke establishment. In de Vlaamse onderhandelingen wordt het voorstel van gemeenschapsdienst voor werklozen opnieuw op tafel gelegd. Het betekent dat wie geen werk vindt straks gratis moet werken. Waarom zouden lokale overheden en zelfs particulieren nog personeel aan een degelijk loon aanwerven als ze beroep kunnen doen op quasi gratis personeel? Dit voorstel zet een algemene neerwaartse druk op lonen en arbeidsvoorwaarden.

    Tegelijk horen we dat voor toplui, zoals de manager van Proximus die Dominique Leroy zal opvolgen, een bovengrens van 650.000 euro per jaar te laag is. Voor topfuncties wordt niet aan gemeenschapsdienst door langdurig werklozen gedacht. Neen, een neerwaartse druk op de toplonen wordt omschreven als een handicap. Het zou het moeilijker maken om bekwame kandidaten te vinden.

    De onderliggende boodschap is duidelijk: de bekwaamheid voor het soort jobs dat gewone mensen uitoefenen, wordt als minder gezien dan de bekwaamheid voor jobs van de topmanager. Maar wanneer valt alles stil: als er geen CEO is of als er het gewone personeel niet werkt? Inderdaad: zonder onze arbeid kunnen die topmanagers niets beginnen. Maar toch geldt voor hen een opwaartse druk op de lonen en voor ons een neerwaartse.

    Dat wordt door de gevestigde politiek en hun media niet in vraag gesteld. We moeten dat van hen ook niet verwachten. We moeten het zelf in vraag stellen met de arbeidersbeweging en onze eigen stempel op de discussies drukken. Dat doen we best door onze eigen eisen en voorstellen te verdedigen. Als de regering aan gemeenschapsdienst voor werklozen denkt, betekent dit dat er wel degelijk jobs beschikbaar zijn. Het wil zeggen dat er jarenlang onvoldoende publieke investeringen in openbare dienstverlening was waardoor sommige taken niet meer uitgevoerd worden. Wij denken ook dat de openbare dienstverlening moet uitgebreid worden. Maar dan wel aan goede arbeids- en loonvoorwaarden. Niet op basis van dwangarbeid, dat is immers zo 18e eeuws! Om een algemene opwaartse druk voor onze lonen mogelijk te maken, is de eis van 14 euro per uur minimumloon belangrijk. Dit zou niet alleen de allerlaagste lonen de hoogte in duwen, maar ook andere lonen naar boven duwen.

    Rond de toplonen voor managers is de essentie het grote verschil tussen de hoogste en laagste lonen. Waarom geen maximale verhouding invoeren tussen de laagste en de hoogste lonen. De beperking van de loonspanning, het maximale verschil tussen het hoogste en het laagste loon, is een oude eis van de arbeidersbeweging. Het betekent dat het hoogste loon bijvoorbeeld maximaal vier keer zo hoog mag zijn als het laagste. Dan kan zo’n topmanager op vier gewone maandlonen rekenen. Als je daar niet mee rondkomt, dan is een gewoon maandloon sowieso veel te laag en moet dat aangepakt worden.

    We zullen dit soort voorstellen niet op de agenda zetten door er braaf om te vragen. We moeten een krachtsverhouding uitbouwen, bijvoorbeeld rond de eisen van een hoger minimumloon en minimum pensioen van 1.500 euro per maand. Als de bazen en hun politiekers zeggen dat er geen geld is voor dergelijke maatregelen, dan wijzen we op hun eigen lonen die nooit hoog genoeg zijn. Ingaan tegen deze groeiende kloof tussen hun eigen privileges en onze lonen en uitkeringen, betekent strijden tegen het kapitalistisch systeem dat tot steeds meer ongelijkheid leidt. Een perspectief van een andere samenleving is voor LSP dan ook onderdeel van de strijd die vandaag moet opgebouwd worden.

  • INTERVIEW. Zorgsector in opstand

    Centraal: Karim Brikci

    Interview met ACOD-delegee Karim Brikci, Brugmann-Horta ziekenhuis Brussel

    Sinds maart is er een sociale beweging onder het personeel van de zorgsector in Brussel. Het begon op de spoeddiensten en de intensieve zorgen van het Brugmann-Horta ziekenhuis in Brussel. Daarna breidde het uit naar andere ziekenhuizen en er is het potentieel om de volledige zorgsector te verenigen in strijd. We spraken hierover met Karim Brikci, vrijgesteld afgevaardigde van ACOD in het Brugmann-Horta ziekenhuis.

    interview door Pablo (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De woede van het zorgpersoneel komt niet uit de lucht vallen, maar kan je er toch nog even de context van schetsen?

    “Zoals in veel sectoren zit het ongenoegen erg diep. De situatie verslechterde op snel tempo en dit heeft rampzalige gevolgen voor zowel het personeel als de patiënten. Deze vaststelling wordt al lang aangeklaagd door de vakbonden en het personeel in de sector. Het vertaalt zich in de dagelijkse werking met een groeiende demotivatie, een explosie van burn-outs, …

    “Parallel daarmee onderging de zorgsector de afgelopen jaren grootschalige besparingen op de kap van het personeel: geen vervanging van personeel, schrapping van verworvenheden zoals verlofdagen en eindejaarspremies, … Ook de patiënten hebben te lijden onder dit beleid. De wachttijden nemen toe, zorg wordt duurder en ook voor medicijnen betaal je steeds meer.”

    Hoe is het protest de afgelopen maanden ontwikkeld?

    “Er waren de afgelopen jaren heel wat kleine veldslagen in een poging om de politieke keuze om te besparen zoveel mogelijk te stoppen. Elk geïsoleerd gevecht leek echter op voorhand een verloren zaak te zijn. Maar al deze gevechten hebben de noodzaak gesteld van strijd voor betere arbeidsomstandigheden en voor de verdediging van onze verworvenheden.

    “In februari was er een moedige driedaagse staking van de brancardiers in mijn ziekenhuis. Ze protesteerden tegen het schrappen van drie jobs en tegen een steeds autoritairder management dat geen rekening hield met het personeel dat dagelijks gebukt gaat onder een hoge werkdruk. De directie was verrast en had zich niet aan deze vastberadenheid verwacht. Op het einde van de drie dagen moest de directie toegeven. De drie met ontslag bedreigde collega’s mochten blijven en kregen een vast contract. In tegenstelling tot wat voorheen vaak het geval was, konden de brancardiers voor hun strijd op een grote solidariteit en steun rekenen. Aan het piket passeerden veel collega’s die zeiden: ‘Goed gedaan, jullie durven tenminste iets ondernemen’ of nog ‘We zouden allemaal hetzelfde moeten doen’.”

    Dit was dus een soort vonk die het kruit ontstak?

    “Effectief! De daaropvolgende dagen werd onze syndicale delegatie benaderd door collega’s vanop de dienst intensieve zorgen en vanop de spoed. Ze wilden hun deelname bespreken aan de staking die voorzien was op de internationale vrouwendag (8 maart). Op basis van hun ervaringen en de onhoudbaar geworden situatie, stelden ze een eigen eisenplatform op. Een grote meerderheid in alle ploegen was bereid om het werk neer te leggen om deze eisen te steunen. Op 8 maart gingen deze ploegen in actie. Er werd stelselmatig gewerkt met algemene vergaderingen met de collega’s om elke stap te bespreken en de gesprekken met de directie op te volgen.

    “Met de vakbondsafgevaardigden hebben we er op gelet dat de strijd die van het personeel op het terrein is. Het is dan ook aan hen om de strijd te leiden. Wij waren er om hen te steunen en te verdedigen, maar in geen geval om beslissingen voor hen te nemen. Intern werden er na twee maanden van mobilisatie en onderhandelingen vorderingen gemaakt. Maar veel van de eisen, zoals de erkenning van een aanloopperiode, terugbetaling van openbaar vervoer of nog een opwaardering van de lonen, werden doorverwezen naar het ziekenhuisnetwerk IRIS. Volgens de lokale directie kon enkel het netwerk op die eisen antwoorden.

    “Op de algemene vergaderingen hebben we over een strategie gediscussieerd. De mediabelangstelling voor onze ‘kleine’ mobilisatie zou ons helpen en we hoorden dat onze collega’s van het Sint Pietersziekenhuis, waar er uiteraard een gelijkaardige situatie is, ook van plan waren om actie te ondernemen. Na enkele ontmoetingen en vergaderingen stelden we het gemeenschappelijk vakbondsfront voor om een gezamenlijke actie te doen van het personeel in alle IRIS-ziekenhuizen: een staking met betoging. Dit gebeurde op 3 juni. Het was een groot succes met ongeveer 400 betogers voor het kantoor van de directie van het IRIS-netwerk. De sfeer was ongelooflijk en de wil om de strijd voor te zetten was groot. De directie stelde voor om de eisen een hele zomer lang te bespreken. Veel collega’s waren terecht wantrouwig over deze strategie om werkgroepen op te zetten. Op het einde van de stakingsdag was er een algemene vergadering waarop beslist werd om deel te nemen aan de werkgroepen, maar om tegelijk antwoorden te eisen tegen begin september. Tevens werd het initiatief genomen om een coördinatie van alle personeelsleden in de zorgsector op te zetten met een eerste vergadering op 21 juni. Deze coördinatie nam de naam ‘Zorg in strijd’ aan.”

    Wat is het belang van deze coördinatie?

    “Voor ons is het een zeer belangrijke ontwikkeling. In onze sector is er altijd een grote morele chantage als er over acties en stakingen wordt gesproken. We krijgen dan gauw de beschuldiging dat we de patiënten zouden ‘gijzelen’. Het is voor ons nochtans duidelijk dat het de besparingen en het gevoerde beleid zijn die de patiënten gijzelen. Onze beweging daarentegen is gericht op het verbeteren van de zorgsector voor iedereen, zowel personeel als patiënten. Maar we moeten er rekening mee houden en een bewuste campagne van effectieve sensibilisering en mobilisatie voeren.

    “Daarnaast zijn de vakbonden in onze sector sterk opgedeeld, onder meer tussen publieke en private sector of nog tussen ziekenhuizen en zorgcentra. ‘Zorg in strijd’ wil een algemene strijd voeren voor meer publieke middelen voor de volledige sector. Het wil dat doen met alle actoren: al dan niet in vakbonden georganiseerd personeel, patiënten, vakbonden en beroepsverenigingen. Dit zal zeker niet evident zijn, maar de nu al betrokken collega’s zijn gemotiveerd. We zullen er alles aan doen om de zorgsector op de agenda te plaatsen in september 2019.”

    Hoe reageren de directies van de ziekenhuizen op deze beweging?

    “Een interessante ontwikkeling was dat deze acties een aantal publieke en private werkgevers gedwongen hebben om steun uit te spreken voor de beweging en te verklaren dat er inderdaad meer middelen voor de zorgsector nodig zijn. Dat standpunt is zeker een beetje hypocriet: het zijn dezelfde werkgevers die al jarenlang zonder aarzelen de besparingen doorvoeren. Maar we kunnen het wel gebruiken om onze strijd vooruit te helpen en te rechtvaardigen.”

    Wat zijn de plannen voor het najaar?

    “Er wordt momenteel over een heleboel dingen gediscussieerd. Er is op 13 september een grote vergadering van ‘Zorg in strijd’. We hopen daar zoveel mogelijk spelers rond tafel te krijgen om een ernstige discussie te voeren over een actieplan dat aangepast is aan de inzet. Tegelijk moet de mobilisatie binnen het IRIS-netwerk doorgezet worden. Begin september moet de directie met antwoorden op onze eisen komen. We plannen vergaderingen in alle IRIS-ziekenhuizen om de antwoorden van de directie voor te stellen en te beslissen over onze reactie daarop. Ik kan nu al zeggen dat voor veel collega’s sommige eisen cruciaal zijn en dat de mobilisatie erg groot zal zijn indien de directie geen antwoorden met ernstige engagementen geeft.

    “Daarnaast voert ACOD-LRB (Lokale en Regionale Besturen) sinds een jaar campagne voor een dringende en noodzakelijke loonsverhoging in de sector, waaronder de openbare ziekenhuizen, de gemeenten, OCMW’s, … We zijn nog steeds een van de weinige sectoren waar collega’s betaald worden in barema E, een barema dat op veel plaatsen verdwenen is en vandaag niet volstaat om een fatsoenlijk leven in Brussel te leiden. Deze strijd wordt in het najaar verdergezet. De Brusselse regering heeft deze loonsverhogingen immers niet op de agenda gezet, ondanks verschillende verkiezingsbeloften daartoe. Het najaar kan dus wel eens behoorlijk warm worden…”

    • 13 september: algemene vergadering van ‘Zorg in strijd’. 18u Congresstraat 17/19 Brussel
    • Meer info op Facebook: “La santé en lutte”. Volg ook de pagina “De weerbare verpleeg- en zorgkundig”.

     

  • Spoorpersoneel eist recht op verlof. Interview met Joachim Permentier algemeen secretaris OVS

    Op 27 juli en 17 augustus waren er stakingen van de treinbegeleiders. De stakingen gingen uit van de Onafhankelijke Vakbond Spoorwegpersoneel (OVS) en werden niet gesteund door de andere bonden. Onder leden van andere bonden was er wel steun en heel wat treinbegeleiders staakten mee. Het ongenoegen zit immers diep. Wij spraken met Joachim Permentier, algemeen secretaris van OVS.

    Interview door Thomas uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Waarom werd er gestaakt?

    “De directe aanleiding was het feit dat treinbegeleiders hun verlof niet kunnen opnemen. Er is nu al meer dan tien jaar een aanhoudend personeelstekort. De directie beweert dat mensen niet geïnteresseerd zijn in een statutaire job bij het spoor zolang er beter betaalde jobs te vinden zijn. Dat is larie. De zware vereisten op medisch, psychologisch en taalvlak spelen een rol bij kandidaten treinbegeleiding. Maar ook de onzekerheid over de toekomst van de NMBS. De arbeidsomstandigheden en verloning voldoen niet om mensen te overtuigen om te starten of te blijven. Er wordt nu intensiever gezocht naar personeel. De NMBS trekt meer middelen uit voor aanwervingscampagnes, maar op het personeel wordt lustig verder bespaard. Dat zet kwaad bloed.

    “De centrale eis van de stakingen was dat elke dag minimum 15% van het personeel in elke depot verlof kan toegekend krijgen. Dat is minder dan de gebruikelijke marge, maar het biedt toch een beetje zekerheid. Vandaag haalt men in sommige depots nauwelijks 10% van het effectief kader, zelfs in de vakantieperiode waarin minder treinen rijden. De NMBS wil deels tegemoetkomen, maar probeert er meteen zelf voordeel uit te halen. Een deel van het kader wordt geflexibiliseerd met als argument dat binnen kleine depots de marge niet gehaald wordt bij uitval. Er wordt gesproken over “vlinders” die inspringen in afgelegen depots op basis van een last-minute planning zonder veel zekerheden over wanneer gewerkt wordt.

    “Het personeelstekort blijft maar aanslepen. We zeggen niet dat de NMBS treinen moet afschaffen, maar je kan maar zoveel treinen laten rijden als er personeel ter beschikking is. De hete aardappel ligt bij de regering en de directie: zonder voldoende middelen is er niet voldoende personeel dat over degelijke voorwaarden beschikt, wat de job minder aantrekkelijk maakt en het personeelstekort versterkt. De directie schuift de hete aardappel door naar het personeel met het excuus dat het beheerscontract moet nagekomen worden en dat de missie is om reizigers te vervoeren. Dat is chantage. De vakbonden onderschrijven uiteraard de missie om collectief openbaar vervoer zo goed mogelijk, en beter dan vandaag, te organiseren. Maar dat vereist meer middelen voor het personeel.”

    Waarom werd nu gestaakt?

    “Het is nodig om de druk op de directie te verhogen. Vriendelijk vragen hebben we de afgelopen tien jaar geprobeerd, maar dat werkt niet. Voor een minimumgarantie op verlof moeten de treinbegeleiders nog een jaar wachten en dan nog dreigt het te gebeuren met een verregaande flexibilisering van een deel van het personeel. Dat moet anders.”

    Hoe werden de acties opgebouwd?

    “De verkozenen van alle vakbonden in de CPBW’s (Comité Preventie en Bescherming op het Werk) Treinbegeleiding staken de koppen bij elkaar om een strategie te ontwikkelen om te antwoorden op het personeelstekort. Men is begonnen met de basis te sensibiliseren en te informeren. Er volgde een petitie die op veel steun kon rekenen. Collega’s werden zich bewust dat er mogelijk acties zouden volgen.

    “Het personeel wilde de petitie op 16 mei aan CEO Dutordoir afgeven, maar deze gaf niet thuis. Er werd gezegd dat de geijkte kanalen moesten gevolgd worden en dat personeelstekort een kwestie van het Nationaal Paritair Comité is. Dat is een begrijpelijke reactie, maar het volstond niet voor de treinbegeleiders.

    “De treinbegeleiders hebben de kwestie vervolgens nogmaals aangekaart in hun vakbonden. Ook bij OVS werd eerst terughoudend gereageerd om meteen tot stakingen over te gaan. De kwestie werd meermaals opgeworpen, maar zonder dreiging. Pas na de dreiging via de zogenaamde alarmbelprocedure kwam de toegeving dat de minimumgarantie op verlof er zou komen, maar het werd meteen doorverwezen naar werkgroepen die tijd moesten winnen en de eisen afzwakken.

    “We namen onze verantwoordelijkheid als vakbond en dienden een stakingsaanzegging in. Dit verplichtte HR-Rail om ook met ons rond tafel te zitten, wat ze niet graag doen. Wie staakt is voor hen immers geen ‘acceptabele sociale partner’ meer. Het naar hun zeggen ‘uitermate constructief voorstel’ niet aanvaarden, was evenmin acceptabel. Nochtans schoot dit voorstel tekort. Een staking was onvermijdelijk.

    “De staking was een succes: de helft van de treinen reed niet. Maar toch moesten wij opnieuw contact zoeken met de directie. Er was een nieuwe stakingsaanzegging nodig om de directie rond tafel te krijgen. Daar bleef een fundamenteel verschil bestaan waarbij de directie de 15%-norm niet als garantie wil erkennen, maar slechts als voorwaardelijke doelstelling. Daarom was een tweede staking nodig.”

    Hoe moet het nu verder?

    “We moeten de druk hoog houden en sluiten nieuwe acties niet uit, al moeten die wel minstens zo krachtig zijn en bij voorkeur nog beter opgevolgd worden. De positie van de andere bonden is ook belangrijk. Tot nu toe kozen zij voor onderhandelingen in plaats van stakingen. Maar de directie verwacht extra flexibiliteit van het personeel terwijl de minimumgarantie voor verlof voorwaardelijk is.

    “Het is nooit onze bedoeling om de strijd naar OVS toe te trekken. Samenwerking zoeken is noodzakelijk om strijd te kunnen winnen. Dat geldt niet alleen op syndicaal vlak, we zoeken ook steun op politiek vlak en zullen de progressieve partijen en de verantwoordelijke minister aanschrijven.”

    In september moet een protocolakkoord gesloten worden. Wat verwacht je daarvan?

    “Er wordt al jaren bespaard en broodnodige investeringen blijven uit. De regering en de directie willen ons klaarmaken voor een liberalisering. De eisenbundel van de directie moet in dat kader gezien worden. Het doel is de afschaffing van het statuut en enkel nog contractuelen aan te werven. De combinatie van contractuelen en statutairen op dezelfde werkvloer, geeft ruimte voor verdeeldheid die zal uitgespeeld worden door de directie. Dat de strijd om betere voorwaarden voor statutairen hierdoor nog moeilijker wordt, hoef ik niet uit te leggen. De OVS is vragende partij om samen met de andere vakbonden de statutaire verworvenheden te beschermen en uiteraard ook verbeteringen te bekomen. De schade beperken, volstaat niet: we moeten verbeteringen eisen.

    “Het personeel staakt niet graag. Het wil degelijke dienstverlening en goede arbeidsomstandigheden zijn daar een onderdeel van. Als de directie en regering echter steevast aanvallen uitvoeren, dan hebben we geen keuze. Met het personeel zijn we de eerste getuigen van hoe het bedrijf kapot gemaakt wordt. Er wordt geprobeerd om personeel en reizigers tegen elkaar op te zetten. Er wordt ingespeeld op het verantwoordelijkheidsgevoel van de spoormensen tegenover de gebruikers. We nemen effectief onze verantwoordelijk als we opkomen voor een goed werkend spoorbedrijf. De constante aanvallen op personeel en het niet investeren in materieel, zijn de zaken die de NMBS kapot maken. Daartegen ingaan is noodzakelijk voor personeel en reizigers.”

  • Econocom dankt hoofddelegee af. Interview met Laurent Vanhaelen

    Volgend jaar zijn er sociale verkiezingen. Dit betekent ook dat het afdanken van delegees vandaag goedkoper is. De ‘soldenperiode’ voor delegees maakte bij Econocom, een multinational in de informaticasector, een slachtoffer. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt bij het bedrijf. In 2015 werd de hoofddelegee aan de deur gezet met een dreiging tot ontslag wegens zware fout. In 2016 werden drie andere delegees afgedankt. Dit jaar werd een syndicaal afgevaardigde die al tien jaar in het bedrijf werkte afgedankt op basis van een procedure wegens zware fout. Eind juli was de hoofddelegee aan de beurt: Laurent Vanhaelen van de CNE (Franstalige tegenhanger van LBC). Laurent werd vijf opeenvolgende keren verkozen in de sociale verkiezingen. Na 19 jaar in het bedrijf wil de directie hem aan de deur zetten. Op 30 juli en 23 augustus waren er acties voor de kantoren van Econocom. Vandaag wordt eveneens actie gevoerd. Wij spraken met Laurent.

    Interview door Nico M (Brussel)

    Socialisme.be: Er zijn zes delegees op drie jaar tijd afgedankt bij Econocom. In  de motivering wijst de directie expliciet naar het syndicaal werk. Is er een oorlog bezig tegen de afgevaardigden van het personeel?

    Laurent VH: “Ja. Een van de ingeroepen redenen in de ontslagbrief is dat enkel vakbondswerk zou doen. Ik kan de baas niet verplichten om me taken te geven. Er is een expliciete vraag geweest om me taken te geven, maar dat werd stelselmatig geweigerd sinds 2012. Los van het feit dat dit geen geldige reden tot ontslag is, toont het aan dat het vakbondswerk geviseerd wordt.

    “Gezien er geen geldige reden voor dit ontslag is – er wordt geen ernstige fout ingeroepen omdat ze er geen konden vinden – is de directie bereid om te betalen voor mijn ontslag. Ze kopen het verwijderen van een delegee af. Er is echter meer: een van de redenen die ingeroepen wordt voor mijn ontslag, is mijn aanwezigheid op een actie bij een klant van Econocom: de MIVB waar op 6 juni een actie plaatsvond.”

    Socialisme.be: Waarom werd toen actie gevoerd bij de MIVB?

    Laurent VH: “In de bedrijven waar Econocom actief is, maakt het steeds meer gebruik van steeds meer onzekere contracten. Wij eisen gelijke arbeidsvoorwaarden voor iedereen. Maar we ontvingen slechts een paar vage antwoorden op onze eisen. Om te tonen dat we het ernstig menen, zijn we voor de MIVB pamfletten gaan uitdelen. Wij eisen dezelfde hospitalisatieverzekering, dezelfde mobiliteits- en bedrijfswagenvoorwaarden en hetzelfde minimumsalaris voor iedereen. De directie antwoordde dat dit niet mogelijk was omdat de betrokken werkenden ofwel zelfstandig waren of voor een andere onderneming werkten. Wij pleiten ervoor dat ze dan moeten aangeworven en gelijk betaald worden.”

    Socialisme.be: Enkele jaren geleden al was er strijd tegen het inzetten van schijnzelfstandigen door Econocom. Dat probleem houdt gewoon aan?

    Laurent VH: “Op de actie van 6 juni verdeelden we een pamflet dat drie jaar geleden al gebruikt werd! Na die actie van 6 juni kregen alle aanwezigen een aangetekend schrijven met een reeks verwijten over deze actie. De reactie van de patroon was bijzonder scherp. Maar dat was niet het enige wat speelde: op 27 mei, een dag na de politieke verkiezingen, dankte de directie een delegee af die pas zes maanden eerder een syndicaal mandaat had opgenomen. Een patroon die de sociale vrede wil handhaven, dankt geen delegees af. Dat is geen manier om met een syndicale delegatie te werken.

    “Econocom breekt de sociale bescherming, de verworvenheden, de contracten, … af en doet beroep op schijnzelfstandigen of consultants die zogezegd als interim werken. Zo heeft het bedrijf ‘Digitalent’ opgezet, een entiteit die voor 100% in handen van Econocom is, maar buiten de overlegstructuren valt. Er is geen ondernemingsraad (OR) en zelfs geen Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Beetje bij beetje wil de directie het personeel vervangen door andere mensen, die voortaan door Digitalent aangeworven worden. Met verborgen interimstatuten en schijnzelfstandigen wordt de concurrentie aangegaan met het bestaande personeel. De delegee die in mei werd afgedankt, had zich onder meer tegen deze praktijk uitgesproken.”

    Socialisme.be: De economische situatie verslechtert. Het zwakke economische herstel na de crisis van 2008-2009 komt niet ten goede aan de werkenden en de vertragingen in China en, dichter bij huis, in Duitsland, kondigen nieuwe problemen aan met mogelijk verder jobverlies en herstructurering. Bereidt deze jacht op vakbondsmensen de weg niet voor om het verzet te verzwakken?

    Laurent VH: “Ik deel je analyse. Het management van Econocom probeert syndicalisten voortdurend bang te maken met bedreigingen maar ook met vernederingen. Zodra we onze werkomstandigheden proberen te verdedigen, zegt de directie dat we in het verleden leven. Het is echter wel degelijk deze patroon die bijna letterlijk personeel in dienst wil nemen op basis van statuten die vergelijkbaar zijn met die van de horigen uit de Middeleeuwen. Met veel verschillende entiteiten binnen hetzelfde bedrijf, zoals Digitalent bijvoorbeeld, legt het management een concurrentie op tussen het personeel binnen de groep zelf, en dit met de medeplichtigheid van het management van de verschillende entiteiten. Daarna zijn het de werkenden die de prijs betalen voor de slechtere arbeidsomstandigheden.

    “Bij Econocom is het personeelsbestand in 2015-2016 gehalveerd: van 800 tot ongeveer 400 werkenden. Maar de moeilijkheden liggen niet achter ons. Econocom levert IT-diensten aan zakelijke klanten. Veel medewerkers van Econocom werken in bedrijven die klant zijn van Econocom. Dit is een uitdaging voor het vakbondswerk, aangezien collega’s naar verschillende bedrijven worden gestuurd, is het uiterst moeilijk om ze te bereiken, te ontmoeten en zelfs te kennen! Econocom is ook een bedrijf dat de IT-projecten van zijn klanten financiert. Vandaag de dag, met lage of zelfs geen rentevoeten, zijn bedrijven niet op zoek naar fondsen om hun eigen IT-sector te financieren. Dat is een situatie die uiteindelijk problemen kan opleveren voor het zakenmodel van Econocom.

    “Nu is het zeker dat de aanvallen op de vakbondsdelegatie aan de vooravond van de sociale verkiezingen ook bedoeld is om toekomstige kandidaten te ontmoedigen om de resterende afgevaardigden te bedreigen, zodat zij zich niet verzetten tegen aanvallen op onze statuten, contracten en salarissen.”

    [divider]

    Hieronder een voorbeeld van een solidariteitsmotie voor syndicale delegaties die de strijd voor de re-integratie van Laurent willen steunen. De motie werd onder meer getekend door ACOD-LRB Brussel.

     

    Solidariteitsmotie met Laurent Vanhaelen, CNE-afgevaardigde Econocom

    Wij eisen dat Laurent Vanhaelen, afgevaardigde sinds 19 jaar en 5 opeenvolgende mandaten (secretaris van de ondernemingsraad en afgevaardigde in de Europese ondernemingsraad), opnieuw in dienst wordt genomen bij Econocom.

    Het brute ontslag van Laurent – waarbij de procedure niet is gerespecteerd en waarbij geschreven staat dat de vakbondsactiviteiten de reden zijn voor het ontslag – is een antisyndicale aanval die deel uitmaakt van de guerrillaoorlog die Econocom al jaren voert tegen zijn vakbondsvertegenwoordigers: vier andere afgevaardigden zijn de afgelopen drie jaar ontslagen. De directie heeft geen respect voor de vakbondsorganen, ze schrijft letterlijk de vakbondstijd op de loonstrook (wat het moeilijk maakt om die loonstroken te geven aan een bank of een eigenaar …), ze voert persoonlijke aanvallen, stuurt aangetekende brieven met kennisgevingen aan de afgevaardigden, …

    Bedrijven zoals Econocom gebruiken het feit dat 2020 een jaar van sociale verkiezingen is en dat de beschermingskosten momenteel het laagst zijn, om zich te ontdoen van militante afgevaardigden zoals Laurent. Dit is een ernstige schending van de vakbondsrechten: de werkgever wil de vakbond volledig buiten spel plaatsen en ontmoedigt toekomstige kandidaten om zich kandidaat te stellen bij de volgende verkiezingen. Als gevolg daarvan worden alle vakbondsactiviteiten van de afgelopen decennia op losse schroeven gezet.

    We eisen de re-integratie van Laurent en zullen ons blijven verzetten tegen zijn ontslag. Bovendien zullen we blijven strijden voor onze syndicale vrijheden, de vrijheid om ons mandaat uit te oefenen en het recht op collectieve onderhandelingen. Wie één van ons aanvalt, valt de hele vakbondsbeweging aan!

  • Protest tegen afdanking delegee bij Econocom in Zaventem

    Deze morgen verzamelden een 70-tal syndicalisten van het gemeenschappelijk vakbondsfront voor de zetel van Econocom in Zaventem. Dat is een multinational in de informaticasector. De hoofddelegee van de CNE (Franstalige tegenhanger van LBC), Laurent Vanhaelen werd op 25 juli immers afgedankt en dit zonder de procedure na te leven.

    De redenen die voor het ontslag worden ingeroepen, zijn allemaal verbonden met het syndicaal mandaat van Laurent. Hij is sinds 19 jaar vakbondsafgevaardigde bij Econocom en haalde bij de laatste sociale verkiezingen het hoogste aantal stemmen. De directie probeert al enkele jaren om de vakbondstraditie in het bedrijf te breken om zo het personeel te verzwakken.

    Volgend jaar zijn er opnieuw sociale verkiezingen. Het einde van een lopend mandaat wordt vaak door bazen aangegrepen om strijdbare delegees aan de deur te zetten. Op dat ogenblik zijn de ontslagvergoedingen immers lager.

    Het gaat om een ernstige aanval op de vakbondsrechten. De bonden eisen de re-integratie van Laurent. Solidariteit is hierbij belangrijk. Steun je solidariteitsberichten via Messenger:

    https://www.messenger.com/t/section.syndicale.cne.econocom

  • Spoor: steeds verder besparen op personeel en materieel is onmogelijk. Actieplan nodig!

    Deze zomer is belangrijk voor de toekomst van het spoor in ons land. De vraag stelt zich of de directie wegkomt met de eisen die op tafel gelegd zijn tijdens de onderhandelingen over het protocol. Die onderhandelingen moeten de werking van het spoor de komende jaren vastleggen. De directie wil verdere inspanningen van het personeel in het kader van een budgetneutraal protocol. Dat is echter onmogelijk: langs alle kanten blijkt dat er extra middelen nodig zijn.

    Eind juli was er een stakingsactie van treinbegeleiders die slechts het recht opeisten om vakantie te nemen wanneer ze dat zelf willen. Ongeveer op hetzelfde ogenblik raakte bekend dat dit najaar een reeks piekuurtreinen zal afgeschaft worden wegens werken aan de Noord-Zuidverbinding in Brussel. Tijdens de hittegolf werd duidelijk hoe oud het materieel van de NMBS is: in tegenstelling tot de meeste buurlanden is slechts een minderheid van de rijtuigen in ons land met airco uitgerust. Het zijn maar enkele voorbeelden die eigenlijk een schreeuw om meer middelen vormen.

    Neen aan de liberalisering!

    Terwijl personeel en reizigers meer en betere dienstverlening willen, hebben de traditionele partijen en de door hen aangeduide directie een ander doel: de spoorwegmaatschappij klaarmaken voor een volledige liberalisering. Daartoe moeten nog enkele obstakels weg gewerkt worden: sterke vakbonden, het statuut van het personeel, de historische schuld, het idee dat spoorwegen een openbare dienst zijn, … De vrije markt een sector als het openbaar vervoer laten organiseren, betekent voor zowel personeel als gebruikers een stap achteruit. Maar dat is voor de traditionele partijen en de directie geen probleem. Het enige ogenblik dat ze bezorgdheid om de reizigers opwerpen, is als het personeel staakt tegen onhoudbare arbeidsvoorwaarden. Dat is geen echte bezorgdheid, maar een cynisch verdeel-en-heers spel om reizigers en personeel tegen elkaar op te zetten.

    De realiteit van liberaliseren en privatiseren zien we in Groot-Brittannië. Het ene na het andere private spoorwegbedrijf gaat er failliet, ondanks besparingen op veiligheid en astronomische prijzen. Personeel en reizigers zijn er de dupe van! We hebben niet meer vrije markt nodig, maar een democratische planning van de economie. Een nationale spoorwegmaatschappij, met internationale coördinatie, zou een cruciale rol spelen in het vervoer van zowel personen als goederen.

    Stop de aanvallen op het personeel

    In de huidige onderhandelingen probeert de directie nieuwe aanvallen door te voeren. Het doel is om verworvenheden als de 36 urenweek of het statuut afbouwen. De balans tussen werk en leven is voor veel beroepscategorieën bij het spoor al ver te zoeken. Het nog onmenselijker maken, zal de uitstroom en het personeelstekort vergroten.

    Er is nu al bijzonder veel ongenoegen onder het personeel. Zo voeren treinbegeleiders campagne voor het recht om verlof te kunnen opnemen. Op 27 juli was er hierrond een staking waartoe opgeroepen werd door OVS, maar waaraan ook militanten van andere vakbonden deelnamen. In deze staking was OVS de voortrekker, maar het toonde vooral de nood van organisatie aan de basis over de vakbondsgrenzen heen. Zo kan het front uitgebreid worden naar andere beroepscategorieën. Dit is de manier waarop met een grote betrokkenheid geslaagde acties mogelijk zijn. De vakbondsleiders mogen zich niet verstoppen: als het ongenoegen overkookt, moeten ze de basis zich laten organiseren en achter de acties staan. De directie neemt een wereldvreemde houding tegen het eigen personeel in als het OVS niet langer als een sociale partner beschouwt. Tegenover de verdeel-en-heerspolitiek van de directie is er nood aan solidariteit en eenheid van het spoorpersoneel.

    Het personeelstekort is stuitend en gaat gepaard met verouderd materieel dat onvoldoende onderhouden wordt, omdat ook daarop bespaard wordt. En dat terwijl fabrieken als Opel Antwerpen, Ford Genk of Caterpillar Gosselies staan te verkrotten. Daar kunnen perfect treinen gemaakt en onderhouden worden. Bij de sluiting van fabrieken komt de regering nooit verder dan een ingestudeerd nummertje van verontwaardiging voor de camera’s, waarna de directies geen strobreed in de weg gelegd worden om sociale bloedbaden aan te richten. Vanuit de neoliberale logica wordt nooit vertrokken van wat maatschappelijk nodig en nuttig is: geschoold technisch personeel inzetten voor de broodnodige investeringen in infrastructuur en openbaar vervoer bijvoorbeeld.

    Actieplan nodig!

    Zowel het personeelstekort als de besparingen en afbraak moeten gestopt worden. De volgende regering en de directie zullen niet zomaar toegeven. Tegen de achtergrond van een opnieuw slechter wordende economie en de ‘noodzaak’ van besparingen op de publieke uitgaven omdat teveel cadeaus uitgedeeld zijn aan de grote aandeelhouders, zullen er niet zomaar extra middelen vrijgemaakt worden. Er wordt nu al gedreigd met het grote gat in de begroting die de volgende regering veroordeelt tot eindeloze besparingen. Ondanks alle zware besparingen van de voorbije jaren is het gat in de begroting niet of amper kleiner geworden. Toch is het enige antwoord van de traditionele politici om nog meer en harder te besparen.

    Om tot verandering te komen, moeten we onze offensieve eisen verdedigen. In plaats van te vertrekken van wat mogelijk is binnen hun begroting (aanhoudend personeelstekort en haperend materieel), kunnen we beter opkomen voor wat nodig is: een massaal plan van publieke investeringen in collega’s en materieel. Dat is noodzakelijk om het personeelstekort weg te werken, de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker te maken (met inbegrip van het recht op verlof wanneer gewenst), de laagste lonen op te trekken, … Dit alles botst met de oprukkende liberalisering die volledig moet teruggedraaid worden. Het spoor moet een openbare dienst zijn waarin de belangen van gebruikers en personeel centraal staan. Waar blijft het actieplan om alle beroepscategorieën en ook de gebruikers te betrekken in een offensieve strijd?

  • Syndicale rechten bedreigd, ook in België

    Vlak voor de zomervakantie kwam het Antwerpse Hof van Beroep met een uitspraak in de zaak tegen lokaal ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt. De uitspraak in eerste aanleg werd bevestigd: Verlaeckt werd schuldig bevonden aan het ‘kwaadwillig belemmeren van de weg’ maar werd geen sanctie opgelegd. Kortom: dit is een principiële veroordeling die de deur opent om in de toekomst elke collectieve actie op de openbare weg repressief te vervolgen.

    De vervolging en veroordeling volgden op een staking in 2016 waarbij stakersposten aan de Antwerpse Scheldelaan werden opgesteld. De politie kwam tussen om de stakersposten te verwijderen en pakte enkele militanten, waaronder Bruno Verlaeckt, op. Op het lokale televisienieuws verklaarde burgemeester De Wever toen dat dit optreden niet zou plaatsgevonden hebben indien er honderden aanwezigen waren geweest op de stakersposten. Daarmee bevestigde hij het politieke karakter van het politie-optreden.

    De uitspraak in de zaak-Verlaeckt is geen toeval: in heel het land is er een tendens om vakbondsmilitanten te vervolgens wegens het “kwaadwillig belemmeren van de weg” tijdens stakingen. Een rapport van het Internationaal Vakverbond over syndicale rechten in 2018, wijst er wat België betreft op dat 18 ABVV-leden hiervoor vervolgd werden. Met arrestaties en vervolgingen wegens deelname aan stakingen komt België in een lijstje met landen als Algerije, Bangladesh, Cambodja, Myanmar, Turkije en Zimbabwe.

    Het vervolgen van voortrekkers van collectieve acties is een gevaarlijke tendens. Het schept een precedent waarmee in de toekomst iedereen die oproept tot een actie een veroordeling kan oplopen. Het doel is duidelijk: vakbondsverzet de kop indrukken. Een besparingsbeleid voeren, gaat nu eenmaal vlotter als er niet tegen geprotesteerd wordt.

    Op de rechters moeten we niet rekenen om deze aanval op democratische rechten af te slaan. In eerste aanleg verklaarde de wereldvreemde rechter dat een wegblokkade leidt tot files, wat steeds een “potentieel gevaarlijke omstandigheid” vormt. Die rechter moet vanuit zijn justitiepaleis eens meer naar het verkeer op de Antwerpse ring kijken… Benieuwd of er een vervolging komt van de opeenvolgende regeringen die met hun falend mobiliteitsbeleid voor dagelijks fileleed zorgen!

    We moeten onze rechten zelf verdedigen. Het recht op collectieve actie is net als andere democratische verworvenheden afgedwongen omdat gewone werkenden en hun gezinnen ervoor op straat kwamen. Dat is hoe we onze rechten zullen behouden en uitbreiden: door er gebruik van te maken en een krachtsverhouding op te bouwen waaraan de rechterzijde, inclusief rechters, niet voorbij kan.

  • Argumenten voor minimum 14 euro per uur

    Bij het campagnevoeren voor een hoger minimumloon van 14 euro per uur of 2.300 euro per maand gebruiken we een pamflet met enkele argumenten op een rijtje gezet.

    1/ HOEVEEL BEDRAAGT HET MINIMUMLOON VANDAAG IN BELGIË?

    In België bedraagt het minimumloon 9,679€/u bruto of 1.593,81€/maand bruto. Dit bedrag is onvoldoende om het hoofd te bieden aan de stijgende kosten voor levensonderhoud en de dagelijkse uitgaven: woning, energie, vervoer, medische kosten, voeding, communicatie, ontspanning, cultuur, … Op dit moment verdient bijna 15% van de voltijds werkenden minder dan 14€/u bruto of 2.300€/maand bruto. 19% of bijna 1 op 5 van de Belgen had in 2018 moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Dit zijn zeker niet alleen studenten of tieners maar ook gezinshoofden die op het einde van hun loon nog wat maand over hebben.

    2/ WERD HET MINIMUMLOON IN DE VS NIET VERHOOGD?

    In de VS werd de voorbije jaren inderdaad het minimumloon in verschillende steden en deelstaten verhoogd naar $15. Jarenlange campagne, actie, stakingen en politieke strijd waren daarvoor noodzakelijk. Wij halen onze inspiratie uit de 15 Now campagne die o.a. in Seattle en Minneapolis een bepalende rol speelde in de overwinning. Een goede wissel- en samenwerking tussen de campagne van de vakbonden en een grassroots campagne aan de basis, met een actieve mobilisatie is het beste recept voor succes.

    3/ BLIJF JE NIET MAAR EVEN IN DEZE LAAGBETAALDE JOBS EN STIJGT DAARNA JE LOON NIET OF MAAK JE PROMOTIE?

    In veel laagbetaalde jobs zijn de promotiekansen zeer beperkt ondanks de beloftes en mooie praatjes. In België bestaan inderdaad nog vaak barema’s, hierdoor stijgt je loon op bepaalde intervallen in je carrière. Meestal is dit enkel voor bedienden en ambtenaren, waardoor arbeiders uit de boot vallen en ze vaak jaren of zelfs hun volledige carrière op hetzelfde loon blijven. Ook voor bedienden is dit geen wondermiddel. Zo heb je pas na 20 jaar dienst in de handelssector (grootwarenhuizen) 14€/u bruto, weinigen houden het 20 jaar uit.

    4/ GAAT HET OPTREKKEN VAN HET MINUMLOON GEEN JOBS KOSTEN?

    Bedrijven zullen hier zeker mee dreigen, maar veel van de laagbetaalde jobs als dienstencheques, warenhuispersoneel, horecamedewerkers, … kan je niet of moeilijk delokaliseren. De meeste jobs waarbij dit makkelijk kan zijn al verdwenen naar landen waar de lonen een pak lager liggen. Waar bedrijven dit toch proberen moeten we hiertegen het verzet organiseren, we mogen niet meegaan in de wereldwijde race to the bottom maar vechten voor betere loon- en arbeidsvoorwaarden overal. Iedereen die werkt moet een loon hebben waarmee je een waardig leven kan leiden.

    5/ DE KLEINE ZELFSTANDIGEN IN BIJVOORBEELD DE HORECA GAAN DIT TOCH NIET KUNNEN BETALEN?

    Werkenden geven bijna alles wat ze verdienen uit. Met krediet soms zelfs meer dan wat ze verdienen. Een hoger minimumloon zou er vooral voor zorgen dat nodige uitgaven niet meer uitgesteld worden en dat werkenden gelukkiger, productiever, minder vaak ziek zijn, … Het betekent ook dat er ook meer geld uitgegeven wordt bij lokale zelfstandigen. Kleine zelfstandigen worstelen dikwijls met dezelfde problemen als gewone werkenden, te dure energieprijzen, hoge huurprijzen, … De oplossing daarvoor bestaat nu uit hun medewerkers aan een armoedeloon laten werken. Die zelfstandigen die echt in de problemen komen moeten in een overgangsfase kunnen rekenen op overheidssteun. Dit is veel nuttiger dan de vele miljarden die worden cadeau gedaan aan de grote bedrijven en multinationals.

    6/ GAAT DE STIJGING VAN HET MINIMUMLOON NIET VOOR INFLATIE ZORGEN?

    Dit is een doembeeld dat al bestaat van het moment dat de minimumlonen zijn ingevoerd en telkens een verhoging werd geëist, nog nooit bleek het waar. Werkenden en de bazen/aandeelhouders hebben tegengestelde belangen. De toegevoegde waarde die werknemers in België creëren bedraagt gemiddeld 51,5 euro per uur. Deze waarde wordt verdeeld tussen lonen en winsten. In het kapitalistisme wil een kleine groep haar winsten steeds maximaliseren. We hebben een krachtsverhouding in het voordeel van de werkenden nodig om dit om te keren.

    7/ GAAN BEDRIJVEN DIT NIET AAN DE CONSUMENTEN AANREKENEN?

    Bedrijven zullen zeker proberen hun winst veilig te stellen door de rekening door te schuiven, de prijs van hun product laten stijgen of de kwaliteit laten dalen, al zullen ze hierin beperkt worden door de concurrentie met andere bedrijven. Ook op de werknemers zullen ze proberen de kosten te verhalen via verhoging van de werkdruk en dus een productiviteitsstijging. Kapitalisten zullen elke delokalisatie, elk jobverlies en elke prijsstijging aangrijpen om het sociaal draagvlak voor zo’n maatregel te ondermijnen. Onze strijd stopt daarom niet bij de eis voor een minimumloon van €14.

    8/ HOE KUNNEN WE DE 14€/U BRUTO OF 2.300€/MAAND BRUTO BEKOMEN?

    Door het gewoon te vragen of goede argumenten te hebben hebben we van de kapitalisten nog niets gekregen. Iedere verworvenheid zoals betaalde vakantie, pensioen, ziektedagen, stemrecht, … is er slechts gekomen wanneer werkenden zich organiseerden zowel in vakbonden als partijen en het gevecht aangingen met de heersende kapitalistische klasse. Ook voor het minimumloon van 14€/u bruto of 2.300€/maand bruto zullen we dit moeten doen. De campagne en petitie die het ABVV startte toont dat er een brede steun is voor de campagne, nu komt het er op aan deze om te zetten in een kracht die dingen kan veranderen.

    9/ WAT DOET DE CAMPAGNE “MINIMUM €14” HIERVOOR?

    We willen de campagne “Fight for €14” die het ABVV startte ondersteunen via campagnes en acties die we voeren op straat, bij bedrijven waar geen vakbond is, in wijken,… om zo de strijd voor een minimumloon van €14/u bruto vooruit te helpen. Enkel als een zo groot mogelijke groep werkenden en hun gezinnen deze strijd voeren kunnen we overwinningen halen.

    10/ KUNNEN DE KAPITALISTEN ZICH DIT VEROORLOVEN?

    Ja uiteraard, zeker als we de winsten van de laatste periode bekijken. Maar het is wel zo dat ze er telkens alles aan zullen doen om als de aandacht verslapt de lonen naar beneden te drukken en nieuwe categorieën van lage lonen uit te vinden. Om blijvende menswaardige lonen te hebben zullen we de maatschappij moeten veranderen door socialistische omvorming ervan. Onze strijd voor €14/u bruto willen we aangrijpen om de nood aan socialistische omvorming breed te populariseren.

  • Vijf redenen waarom het minimumloon naar 14 euro per uur moet!

    Iedereen zou het leuk vinden als zijn loon stijgt. Als je ziet hoe hard en flexibel velen werken, is het duidelijk dat we een degelijk loon verdienen. Het is niet meer van deze tijd dat veel werkenden minder dan 14 euro per uur (of 2.300 euro per maand) verdienen. De campagne Fight For €14 komt op voor een hoger minimumloon. Enkele belangrijke argumenten op een rijtje.

    door Thomas

    1/ De huur wacht niet

    Tussen 2005 en 2018 is de gemiddelde huurprijs voor een eengezinswoning in Vlaanderen met 100 euro gestegen (1). In grote steden, de as Antwerpen – Brussel en de Brusselse rand zijn de huurprijzen het hoogst: tot +34% boven het gemiddelde (2). Dit maakt dat je als huurder in Vlaanderen gemiddeld 47% van je loon aan wonen uitgeeft (3). Dit is een zeer groot deel en zeker bij de laagste inkomens loopt dit percentage nog hoger op. Nochtans is een dak boven ons hoofd een basisrecht waar iedereen zou moeten kunnen van genieten en zeker als je werkt. Toch werkenden raken in de problemen. Er zijn steeds meer verhalen over werkenden die in een caravan leven of in hun auto, omdat ze de huur en alle bijkomende kosten als energie en water niet kunnen betalen. Een minimumloon van 14 euro per uur voor een gezin met twee werkenden en twee kinderen zou betekenen dat het aandeel voor huur onder de 20% kan dalen.

    2/ Alles wordt duurder

    Sinds het begin van de financiële crisis in 2008 zijn onze lonen bijna niet meer gestegen. Er was een indexsprong die ervoor zorgde dat onze koopkracht de afgelopen drie jaar met 2,3% afnam (4). Met 100 euro kan je vandaag een pak minder doen dan drie jaar geleden. Op scholen valt het naar het einde van de maand op: dan zijn er vaker lege brooddozen. Nodige doktersbezoeken worden uitgesteld. Tot 20% van de gezinnen in ons land haalt het einde van de maand niet met hun inkomen! (5) Het is van 2008 geleden dat de minimumlonen meer stegen dan de index.

    3/ Gelijkheid tussen mannen en vrouwen

    Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in laagbetaalde jobs. Dit verklaart waarom de loonkloof in België nog steeds 22% bedraagt (6). Sectoren met een groot aandeel vrouwen zijn deze met de laagste minimumlonen, omdat het loon van de vrouw vooral vroeger gezien werd als een aanvulling op dat van de echtgenoot. Dat dateert van de tijd dat je kon rondkomen met één of anderhalf loon per maand. Dit is echter al even verleden tijd. Toch stegen de lonen in deze nog steeds vrouwelijke sectoren niet sneller en vaak zelfs trager dan in andere sectoren. Het zorgt ervoor dat vrouwen vaker (deeltijds) thuisblijven en minder kunnen inzetten op hun carrière. Om voor kinderen te zorgen, is het vaak de partner met het laagste loon die thuisblijft. Dit leidt dan weer tot een pensioenkloof van 25% (7). Hierdoor zijn vrouwen vaak financieel afhankelijk van hun echtgenoot, waardoor ze niet zomaar uit een slechte of zelfs een gewelddadige relatie kunnen stappen. Met een minimumloon van 14 euro per uur zouden slecht betaalde, voornamelijk vrouwelijke, sectoren een broodnodige inhaalbeweging doen.

    4/ De kapitalisten gaan met een nog groter deel van de waarde lopen

    Het zijn de werkenden die de meerwaarde creëren die dagelijks in onze bedrijven geproduceerd wordt. Zonder ons draait geen machine, rijdt geen auto en werkt geen technologie. Toch krijgen we slechts een klein deel van de door ons geproduceerde waarde en gaat een zeer select gezelschap van aandeelhouders met een groeiend deel van de geproduceerde waarde lopen. Onze productiviteit nam de afgelopen decennia sterk toe. We betalen daar als werkenden een prijs voor met stress en burn-out. De productiviteitsstijging ging bijna volledig naar de aandeelhouders. Per gewerkt uur brengen we in België 51,5 euro op. Daarvan gaat 37,5 euro naar loonkost (8). Er is dus marge voor loonsverhogingen! Moest het minimumloon in de VS de productiviteit gevolgd hebben, dan was het in 2016 18,85 dollar per uur geweest (9).

    5/ Ook zelfstandigen worden er beter van

    Als we sommige bazen of politiekers horen, dan zorgen wij als werkenden niet voor jobs en is elke euro die naar ons loon gaat eigenlijk verloren. Dat klopt natuurlijk niet: iedere euro loon wordt doorgaans snel terug uitgegeven. Het zijn de grote kapitalisten die niet investeren en geld oppotten, liefst in belastingparadijzen. Werkenden die amper rondkomen, geven alles wat ze verdienen uit. Met krediet soms zelfs meer dan dat. Een hoger minimumloon zou er vooral voor zorgen dat nodige uitgaven niet meer uitgesteld worden en dat werkenden gelukkiger, productiever, minder vaak ziek zijn. Dat betekent dat er ook meer geld uitgegeven wordt bij zelfstandigen. (10)

    [divider]

    Noten

    1. https://www.statistiekvlaanderen.be/gemiddelde-huurprijs-private-woningmarkt
    2. https://www.standaard.be/cnt/dmf20170328_02805480
    3. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2017/01/18/huurder_moet_bijnadehelftvaninkomenaanwonenspenderen-1-2863135/
    4. https://www.ilo.org/global/publications/books/WCMS_650553/lang–en/index.htm
    5. https://www.standaard.be/cnt/dmf20131126_00857740
    6. https://igvm-iefh.belgium.be/nl/activiteiten/arbeid/loonkloof/stand_van_zaken_in_belgie
    7. De Nieuwe Werker N°4 2 maart 2018
    8. http://www.abvv.be/-/sociaal-economische-barometer-2018
    9. https://www.epi.org/publication/the-federal-minimum-wage-has-been-eroded-by-decades-of-inaction/
    10. https://www.nelp.org/publication/12-minimum-wage-broad-benefits-workers-small-businesses-across-missouri/
  • ACV: breek wat nog rest van banden met CD&V

    Binnen het ACV haalt de ene strekking al wat meer de banden aan met de historisch bevoorrechte partner –CD&V en voorheen CVP – als politiek verlengstuk dan de andere. Toch lijken sommige CD&V’ers het als een plicht van ACV te beschouwen dat het CD&V steunt en zelfs oproept om voor deze partij te stemmen. Het bijzonder slechte resultaat van CD&V werd door Etienne Schouppe, voormalig gedelegeerd bestuurder van de NMBS en gewezen staatssecretaris voor CD&V, aangegrepen om kritiek te uiten op ACV-voorzitter Leemans.

    door een ACV-militant

    Volgens Schouppe gaf het ACV te veel kritiek op de regering-Michel, waarin CD&V een prominente rol speelde. Bovendien verwijt Schouppe Leemans dat hij “Vlaams Belang-taal” gebruikt. Laat het duidelijk zijn: niet de vakbonden namen VB-retoriek over, het Vlaams Belang kwam met een zogezegd sociale retoriek. Het ACV nam de eis voor pensioen op 65 jaar en een menswaardig pensioen van minstens 1.500 euro per maand niet over van het Vlaams Belang. Integendeel: het Vlaams Belang kopieerde dit van de vakbonden omdat deze eisen populair zijn. En laten we wel wezen: het Vlaams Belang heeft niet de bedoeling om dit ook ten uitvoer te brengen. Waarom zou de partij anders in het Europees parlement tegen een Europees minimumloon stemmen? En tegen eender welke sociale maatregel overigens! Maar het spreekt wel een laag van de bevolking aan: mensen die niet meer rondkomen aan het einde van de maand en die in vreemdelingen concurrenten zien voor de eigen welvaart.

    De uitspraken van Schouppe geven aan dat CD&V een zondebok zoekt bij het ACV in plaats van de analyse te maken waarom de partij zo’n zwaar verlies leed. De redenen moeten niet ver gezocht worden. Marc Leemans heeft gelijk als hij zegt dat alle regeringspartijen afgestraft zijn. CD&V probeerde – zeker naar het ACV toe – tot de allerlaatste minuut de kaart te trekken dat zij er in de regering voor zorgde dat het allemaal niet nog rechtser en asocialer aan toeging. Maar het ontging geen enkele werkmens: zonder CD&V was er van de Thatcheriaanse afbraakregering de afgelopen vijf jaar geen sprake geweest. Dat weet de basis van het ACV maar al te goed. De vakbondsleiders lieten na het actieplan van 2014 overigens een kans schieten om het protest verder op te bouwen en de regering die wankelde effectief ten val te brengen. Als er één kritiek moet gegeven worden, dan is het dat de ACV-leiding de rechtse regering consequenter had moeten bestrijden!

    De ACV-campagne “Een ander beleid is mogelijk” bood een kans om de banden met de historisch bevoorrechte partner verder los te laten. Het ACV mag zich niet laten chanteren door het ARCO-dossier en andere zogenaamde privileges die CD&V de vakbond bezorgt. Het ACV moet volledig breken met CD&V: een partij die niet de belangen van de gewone werkmens verdedigt, maar enkel de Belgische burgerij dient.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop