Category: Nationaal

  • Onder de slogan ‘voor welvaart’ wil N-VA op de sociale zekerheid inhakken

    “Je zult langer moeten werken voor een pensioen en er moet grote kuis worden gehouden in de sociale zekerheid” (Bart De Wever)

    N-VA begint aan haar verkiezingscampagne met de slogan ‘Voor Vlaamse welvaart’. Daarmee lijkt de partij de kaart van de sociaal-economische thema’s te trekken. Het is vaag genoeg om er verschillende invullingen aan te geven. Dat is vaak het probleem met marketing en in dit geval is het niet anders. Eigenlijk wil de partij van De Wever net als in 2014 hard chargeren op de sociale zekerheid.

    Het was het asociale beleid van de Zweedse regering onder Charles Michel, waarin N-VA de toon zette, die maakte dat de N-VA en haar partners verloren in de daaropvolgende verkiezingen. De indexsprong die onze koopkracht onder vuur nam of de verhoging van de pensioenleeftijd voelen we nog dagelijks. Het rampzalige beleid van de Vlaamse regering de afgelopen jaren, met dezelfde partners, maakt dat De Wever om deze regering verder te zetten straks wellicht een vierde partner nodig heeft. Van de bejaardenzorg over de kinderopvang, het onderwijs en De Lijn: de Vlaamse regering onder de niet zo ‘sterke’ Jan Jambon bakte er niets van voor de meerderheid van de bevolking.

    De Wever vergeet de goede raad van de Vlaamse dichter Guido Gezelle, “‘t Is goed in ‘t eigen hert te kijken.” Het eigen falen moet toegedekt worden en daarom wordt het federale beleid onder vuur genomen. Niet omdat de energiemultinationals niets in de weg gelegd werd, evenmin omdat onze lonen tot een strikt keurslijf van nulgroei worden veroordeeld ondanks stijgende productiviteit en jarenlange recordwinsten. Neen, volgens De Wever werden de werklozen en zieken de afgelopen jaren riant bediend door het ‘Franstalig-links Vivaldi-beleid’. Hoe wereldvreemd kan je zijn om dat te beweren nu de jacht op de werklozen een vervolg krijgt met een jacht op langdurig zieken? Voor de N-VA zijn niet de lage lonen een probleem, maar het feit dat de leeflonen en werkloosheidsuitkeringen verhoogd werden. Uitkeringen op de armoedegrens zijn voor De Wever te hoog. Over wiens welvaart spreekt het orakel vanuit het schoon verdiep in Antwerpen?

    De Wever beweert dat een alleenstaande moeder met een kind ten laste met een leefloon meer overhoudt dan een alleenstaande moeder die aan een minimumloon van 1700 euro netto werkt. Daartoe werden onder meer de kosten voor kinderopvang en de voordelige energietarieven verrekend. Daar kan je verschillende conclusies uit trekken: de kosten voor kinderopvang zijn te hoog, stelsels van lagere energietarieven worden beter uitgebreid, het minimumloon is niet leefbaar … De conclusie van N-VA daarentegen is dat het leefloon te hoog is.

    De slogan ‘voor Vlaamse welvaart’ wordt gebruikt om te pleiten voor een beperking van de werkloosheid in de tijd, verlaging van de patronale bijdragen en dus van de overheidsinkomsten en de middelen van de sociale zekerheid en ook nog eens harde besparingen op de begroting, waarbij De Wever eerder al aangaf dat er vooral op vlak van pensioenen en zorg nog kan bespaard worden. Dat er geen draagvlak is voor zo’n asociaal beleid is de reden waarom de N-VA de aanvallen op onze pensioenen en zorg probeert te verstoppen achter de slogan ‘voor Vlaamse welvaart’.  

    Is dit linkse stemmingmakerij tegen de N-VA? Laten we er de grote leider zelf bijhalen om het wat scherper te stellen: “Je zult langer moeten werken voor een pensioen en er moet grote kuis worden gehouden in de sociale zekerheid.” (VRT nws 26 november 2022, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/11/26/n-va-confederalisme/). De nieuwssite vatte het samen: “Om de begroting op orde te krijgen, zijn er voor De Wever forse ingrepen in de sociale zekerheid nodig: van pensioenhervormingen, over schrappen in de werkloosheidsuitkeringen tot besparen in de gezondheidszorg.”

    Dit koppelt De Wever aan de roep voor meer Vlaamse bevoegdheden. Er is een onderdeel van de sociale zekerheid dat al geregionaliseerd is: de kinderbijslag. In Vlaanderen werd die omgedoopt tot het ‘groeipakket’. Volgens de Gezinsbond bespaarde de Vlaamse regering dit jaar 335 miljoen euro op het groeipakket, onder meer omdat de indexering ervan is afgeschaft en vervangen door een vaste indexatie van maximaal 2%. Willen we dat ook voor de pensioenen en uitkeringen? Het mantra van de N-VA dat wat Vlaanderen doet beter wordt gedaan, is de afgelopen jaren in de praktijk weerlegd door het beleid van de Vlaamse regering onder controle van de N-VA.

    De media merkten op dat deze campagne van N-VA leest als “een uitgestoken hand.” Het is niet naar de werkende klasse dat die hand wordt uitgestoken, maar naar andere rechtse politici zoals die van CD&V en Open VLD en vooral naar de bevriende captains of industry die de echte baas van De Wever zijn. De poging om werkenden op te zetten tegen wie uit de boot valt, dient enkel om te verdoezelen dat het vooral de werkenden zijn die zwaar gechareld zijn als N-VA het voor het zeggen heeft. Verdelen om het grootkapitaal te laten heersen, is dat.

    De beste manier om te vermijden dat collega’s door dit soort retoriek misleid worden, is door met de arbeidersbeweging op een offensieve manier onze eigen eisen en bekommernissen naar voren te brengen. Als we het publieke debat overlaten aan politici zoals De Wever en zijn bende, dan zal toenemende verdeeldheid (tegen werklozen, tegen zieken, tegen vluchtelingen, tegen bruggepensioneerden …) gebruikt worden om onze levensstandaard de dieperik in te sturen. Doorheen campagnes en acties kunnen we zelf het publieke debat bepalen. Dan kan het gaan over de bescherming van onze pensioenen in plaats van de afbraak ervan of nog over een verlaging van de pensioenleeftijd in plaats van een nieuwe verhoging ervan zoals De Wever nu suggereert. Dan kan het debat gaan over meer en beter openbaar vervoer in plaats van over ministers voor wie zelfs de vaststelling van de achteruitgang “gezaag en geklaag” is dat moet stoppen. We kunnen onze eisen voor drastisch meer publieke middelen voor onderwijs en zorg naar voren schuiven en daar de nodige acties aan koppelen om zo onze stem ook tijdens de verkiezingscampagne te laten horen.

  • Neen, Vivaldi doet de banken niet echt pijn

    De regering-De Croo vond al bij al gemakkelijk 1,2 miljard euro voor de begroting van volgend jaar. Zowel de Europese Commissie als de rechtse besparingspolitici hopen na de verkiezingen van volgend jaar forser het mes te zetten in publieke uitgaven die de werkende klasse ten goede komen. Vlak voor verkiezingen die de onpopulariteit van hun instellingen en partijen in het voetlicht plaatsen, houden ze het op een bescheiden bedrag.

    De regering toeterde dat dit een ‘pijnloze begroting’ is die het geld vooral bij de grote banken zoekt. Op het eerste gezicht klopt dat: de jaarlijkse belasting voor de grote banken wordt aangepast waardoor zij 150 miljoen euro extra betalen. Bovendien rekent de overheid op 220 miljoen euro extra dividenden van Belfius. Een ‘overwinstbelasting’ op de grote winsten van de banken komt er niet. 

    De grootbanken maken enorme winsten dankzij de hogere rentevoeten die ze krijgen van de Nationale Bank en de Europese Centrale Bank. Paul De Grauwe stelt dat dit de bankensector 10 miljard euro op jaarbasis oplevert. “Geld dat van de Nationale Bank wordt getransfereerd naar commerciële banken.” Nog duidelijker: “Het is de belastingbetaler die opdraait voor de miljardentransfer van de nationale banken naar de commerciële banken.” Over deze miljardentransfers horen we de Vlaams-nationalisten nooit spreken.

    De winsten zijn duizelingwekkend: in het tweede kwartaal boekte KBC een nettowinst van 966 miljoen euro. In de eerste jaarhelft was Belfius goed voor een nettowinst van 479 miljoen euro, BNP Paribas 1,53 miljard euro en ING België boekte een winst voor belastingen van 588 miljoen euro. Ondertussen gaat de dienstverlening aan de bevolking verder achteruit. Van de 395 kantoren van ING België eind 2022 blijven er nog slechts 206 over. In 2016 waren dat er 709. 

    Het verhogen van de belastingen van de grootbanken komt in de praktijk neer op het aftoppen van de miljardentransfer van de gemeenschap naar de aandeelhouders van de grootbanken. Aan dit verdienmodel wordt niet geraakt. Meer nog: de regering wil de extra middelen vooral binnenhalen door een extra dividend van Belfius. De boodschap aan de banken? ‘Doe vooral zo voort’. 

    De bankensector protesteerde voorzichtig, onder meer met de stelling dat de winsten in België niet hoger liggen dan in de buurlanden. Feit is dat 150 miljoen extra slechts een peulschil is in vergelijking met de extra winsten. Met dit beleid worden de banken niet echt geraakt. Dit voorstellen als ‘het geld zoeken waar het zit’ is zand in de ogen strooien. 

    Een hogere winstbelasting zou honderden miljoenen extra kunnen opbrengen. Daar is de regering niet toe bereid. Het zou bovendien vereisen dat er stokken achter de deur klaar liggen zodat de gemeenschap controle kan verwerven over de banken en de volledige financiële sector.

  • Antifascistisch protest tegen migratiecongres VB in Gent

    Blame the system, not its victims!

    Het Vlaams Belang stond meteen klaar om de schok van de aanslag in Brussel op 16 oktober te misbruiken om nog meer haat te zaaien. Het vreselijke geweld werd toegeschreven aan een onvoldoende streng asielbeleid. Zowat alle traditionele partijen stapten mee in een racistisch opbod waarin alle vluchtelingen als potentiële terroristen worden bestempeld. Zo wordt extreemrechts slapend groot. Een veiliger wereld zal dat niet opleveren, integendeel!

    Hoe kan extreemrechts een antwoord geven op compleet verwerpelijke uitdrukkingen van blinde haat? Het staat zelf voor nog meer haat en racisme. Fred Hampton van de Amerikaanse beweging Black Panthers vatte het destijds goed samen: “Je kan vuur niet met vuur bestrijden. Je moet vuur met water bestrijden. We zullen racisme met solidariteit bestrijden. We bestrijden het kapitalisme niet met zwart kapitalisme. We bestrijden kapitalisme met socialisme.”

    Pogingen om zich sociaal voor te doen, dienen enkel om des te efficiënter naar beneden te stampen. Racisme en haat zijn geen antwoord op de vele toenemende sociale tekorten. Het zijn integendeel obstakels om samen te strijden tegen de echte verantwoordelijken voor de enorme ongelijkheid, de grote bedrijven en de allerrijksten. Het sociaal imago van het VB is een grote leugen, in werkelijkheid legt die partij de kapitalisten en hun systeem van ongelijkheid niets in de weg. Verdeeldheid zaaien onder de werkende klasse en de armen versterkt de economische machthebbers. 

    Extreemrechts zit vol zelfvertrouwen na goede peilingen en wordt amper van antwoord gediend. Dit zal onvermijdelijk leiden tot letterlijk naar beneden stampen, met fysiek geweld en intimidatie tegen vluchtelingen, queer jongeren of mensen met een migratie-achtergrond. Als extreemrechts daarmee wegkomt, zal het steeds verder gaan. Dat zagen we al in 2019: na de verkiezingsoverwinning van het VB waren er tal van incidenten tot en met brandstichting in een asielcentrum in opbouw in Bilzen. Internationaal stapelen de voorbeelden van dodelijk extreemrechts geweld zich op. 

    Een nog asocialer asielbeleid maakt geen einde aan de redenen waarom mensen vluchten van klimaatrampen, oorlogen en neokoloniale plunderingen die leiden tot uitzichtloosheid. Het VB zal op een migratiecongres in Gent op 12 november pleiten voor een beleid dat zich nog meer keert tegen vluchtelingen. Het zal dit voorstellen als noodzakelijk voor onze veiligheid. 

    De aanslag in Brussel toonde aan dat het in dit land gemakkelijker is om een oorlogsgeweer te kopen dan om papieren en een toekomstperspectief te krijgen. Terreur en haat zijn producten van een systeem in crisis en verval. Ze ontwikkelen zich wanneer mensen geen toekomst meer zien. Dit is geen rechtvaardiging voor onmenselijke daden, het is integendeel een aanzet om het probleem bij de wortel aan te pakken. Ook rond migratie is dit nodig: er is een samenleving nodig waar niemand uit de boot valt. Dat zou er meteen voor zorgen dat niemand gedwongen wordt om alles achter te laten in de hoop elders wel een toekomst te vinden. 

    Tom Van Grieken en het VB eisen het volledig stopzetten van humanitaire hulp aan Gaza. Ze scharen zich achter een beleid van oorlogsmisdaden. Extreemrechts ontkent klimaatverandering. Het staat voor een nog gewelddadiger vorm van kapitalisme. Dit zal het aantal vluchtelingen niet doen verminderen, het doet integendeel de ellende enkel toenemen. 

    Protesteer op 12 november mee in Gent. Beantwoord het racisme van het VB met solidariteit en collectieve strijd van alle werkenden en jongeren, los van huidskleur, religie, seksuele voorkeur of gender, voor degelijke jobs, betaalbare huisvesting en massale publieke investeringen in openbare diensten (waaronder zorg, onderwijs en openbaar vervoer). Tekorten creëren een voedingsbodem voor verdeeldheid. Nochtans is er genoeg rijkdom in de samenleving. Die moeten we met de samenleving zelf in handen nemen zodat we het kunnen richten op onze noden. 

    Afspraak: zondag 12 november om 13u30 op het St Pietersplein in Gent.

  • Weer een aanslag in Brussel. Tegen terreur en haat: solidariteit

    Twee Zweedse voetbalfans kwamen om het leven en een derde zwaargewond bij een aanslag in Brussel. De dader is nadien door de politie neergeschoten en overleed in het ziekenhuis. De voetbalwedstrijd tussen Zweden en België werd stilgelegd. Opnieuw is het land in schok.

    Waar we doorgaans elk op ons eigen deze schok binnenkrijgen, waren de voetbalfans urenlang samen in het stadion. Belgische en Zweedse fans ondersteunden elkaar met gezangen en door met de lichtjes van hun gsm te schijnen. Zoals steeds in moeilijke omstandigheden, overheersen bij gewone mensen de gevoelens van solidariteit en samenhorigheid.

    De 45-jarige dader was een man van Tunesische afkomst. Dit werd door de rechterzijde meteen aangegrepen voor racisme en pleidooien voor een nog brutaler asielbeleid. Ze gaan eraan voorbij dat de politie enkel zo snel kon optreden na tips van de vrouw van de dader en van mensen uit Schaarbeek die de dader herkenden. Ook gaan ze eraan voorbij dat veel mensen die voor de hulpdiensten werken een migratie-achtergrond hebben. Racisme en verdeeldheid helpen op geen manier, ze versterken enkel de haat waarop ook terrorisme zich baseert.

    De afgelopen weken hoorden we politici zeggen dat het conflict in het Midden-Oosten hier niet mag ‘geïmporteerd’ worden. Ondertussen ondersteunen ze zelf de brutale staatsterreur tegen de Palestijnse bevolking en versterken ze islamofobie. Het is niet verwonderlijk dat dit tijdperk van wanorde ook leidt tot chaos in de hoofden van heel wat mensen. Het huidige beleid, dat gebaseerd is op de belangen van de heersende klasse, biedt daar geen antwoorden op. Integendeel!

    We mogen discussie over hoe opkomen tegen terreur en haat niet overlaten aan de beroepspolitici en de traditionele media. Hun antwoord beperkt zich hoofdzakelijk tot repressie, islamofobie, het sluiten van de grenzen en oorlog. Deze logica is gedoemd om te mislukken. Zoals altijd, zijn de belangen van de meerderheid van de bevolking hierbij van geen tel.

    De beste manier om het terrorisme te isoleren en de voedingsbodem te bestrijden die hen toelaat een zekere steun op te bouwen, is door samen op te komen voor een echte toekomst voor iedereen, waarbij niemand in de steek wordt gelaten. Praten over veiligheid en ondertussen een besparingspolitiek doorvoeren die het land in een sociaal kerkhof verandert, is ons zand in de ogen strooien. De arbeidersbeweging en jongeren moeten het initiatief nemen! Van diegenen die ons voortdurend laten inleveren, terwijl zij en bevriende bankiers en aandeelhouders de rijkdom die we produceren verbergen in belastingparadijzen, hoeven we op dat vlak niets te verwachten.

    Laat ons tegenover de verdeel-en-heerspolitiek eenheid in strijd en solidariteit plaatsen. Dit gaat in tegen haat en terreur, maar ook tegen een regering en een politiek die dergelijke fenomenen in de hand werkt.

  • De dure winkelkar: welke oplossing voor buitensporige voedselprijzen?

    Steeds minder producten in je winkelkar voor een hogere prijs? Werkende mensen zien hun koopkracht de laatste twee jaar smelten als sneeuw voor de zon. In maart bereikten de prijsstijgingen in de supermarkten op jaarbasis een record in België: 20,6%! In de Europese Unie lag de inflatie toen in 25 jaar niet zo hoog. Meer mensen dan ooit in België moeten hun toevlucht nemen tot voedselbanken en sociale restaurants. 

    We azen als werkende mensen op de goedkopere merken en kopen kleinere hoeveelheden. Sommigen doen boodschappen in een buurland om de dikwijls hogere prijzen op de Belgische markt te ontlopen. In Duitsland hebben de discounters onder de superma vrkten – zoals Aldi en Lidl – een groter marktaandeel en is de markt competitiever, met lagere voedingsprijzen tot gevolg. Maar in Duitsland en Nederland is er ook een grotere lageloonsector, zeker in de supermarkten. Hoe breken we collectief met de werkende klasse uit de neerwaartse spiraal van individuele oplossingen? 

    De oorzaken van de prijsstijgingen voor voedsel

    De inflatie in het algemeen daalt, vooral door de gedaalde energieprijzen. Maar de prijsstijgingen voor voeding blijven tergend hoog. In mei nam de voedselinflatie meer dan de helft van de algemene inflatie voor haar rekening. Volgens een rapport van de bank ING betaalt de typische EU-consument bijna 30% meer voor boodschappen dan begin 2021! Zo sterk zijn onze lonen in die periode alvast niet meegegroeid.

    Keukenrollen en toiletpapier werden de afgelopen twee jaar gemiddeld maar liefst 58% duurder volgens Testaankoop. De prijs van groenten steeg in augustus op jaarbasis met 31% – voor wortelen was dat 70%. Testaankoop stelt dat de prijs van plantaardige olie met 48% zakte op de internationale markten terwijl frituurolie nog steeds 36% duurder is dan in maart 2022. De prijs voor melk op de internationale markten daalde met 23%, maar de prijs van zo goed als alle soorten van halfvolle melk en jonge kaas daalde niet in de supermarkten. “Met zo’n cijfers kunnen we niet anders dan spreken van een voedingscrisis,” aldus Testaankoop. Wat zit er achter deze trend die onze winkelkar plundert?

    De nieuwe periode van kapitalistische wanorde en multicrisissen mist zijn effect niet op de voedingsprijzen. Vandaag is er een bijna voortdurende impact van geopolitieke conflicten – zoals de oorlog in Oekraïne, groeiend protectionisme … – en klimaatverandering op de voedingsprijzen. Met de heropening van de economie na de pandemie speelden verstoorde aanvoerketens en in mindere mate de stimulansplannen van de regeringen nog een rol in oplopende voedingsprijzen. 

    Klimaatverandering die zorgt voor langere periodes van droogte heeft een invloed op de productie van rijst en van olijfolie. De afwisseling van meer extreme weerpatronen in Europa had een negatief effect op de aardappeloogst. We moeten er vanuit gaan dat de klimaatverandering bijna continu de prijs van bepaalde producten zal blijven beïnvloeden. Deze processen van destabilisering en crisis onderstrepen de nood aan strijd en socialistische planning. 

    Daarnaast is er de verdenking dat de multinationals de schok in de aanvoerketens misbruiken als dekmantel voor prijsverhogingen. Dit wordt ook wel ‘greedflation’ of ‘graaiflatie’ genoemd, naar de hebzucht van het kapitaal. Economen van de Duitse verzekeraar Allianz schatten dat 10 tot 20% van de prijsstijgingen voor voeding voortkomen uit monopolistische prijszetting. De multinational Nestlé mikt dit jaar op dezelfde riante winstmarge van 17% als vorig jaar, nadat het bedrijf begin dit jaar z’n prijzen optrok met bijna 10%. 

    PVDA: schaf de BTW op voeding af

    De ondermijning van onze koopkracht maakt een strijd voor oplossingen meer dan noodzakelijk. De linkse PVDA – die klimt in de peilingen – pleit voor een daling van de BTW op voedingsproducten van 6% naar 0%. Het wil dit betalen met een belasting op meerwaarden uit de handel in aandelen. LSP steunt dit idee. Het zou goed zijn als deze eis gekoppeld wordt aan een brede campagne ter verdediging van onze koopkracht binnen de werkende klasse, op de werkplaatsen, in de wijken en in de scholen.  

    Daarnaast brengt de PVDA ook prijscontroles zoals in Frankrijk naar voren, waar de regering tijdelijke maximumprijzen oplegde voor een aantal basisproducten. Deze eis kunnen we best koppelen aan de nood van democratisch publiek bezit – onder controle van de werkenden – van sectoren die in essentiële producten of diensten voorzien, zodat de kapitalisten het aanbod niet kunnen manipuleren, ermee kunnen dreigen om hun productie uit het land weg te trekken, of proberen om de werkenden voor de gedaalde winsten te laten opdraaien. 

    Een brede campagne die syndicalisten, wijkbewoners en jongeren – met petities, pamfletten … – oproept voor lokale comités ter verdediging van onze koopkracht zou met een sociale beweging de steun voor extreemrechts en voor de traditionele partijen ondermijnen. Binnen zo’n beweging zouden we de nood aan een afschaffing van BTW op voeding kunnen koppelen aan een discussie over een breder programma om onze koopkracht na decennia van afbraak terug te herstellen.

    Weg met asociale BTW op voeding en voor meer rechtvaardige belastingen, zoals een miljonairstaks, en het sluiten van de achterpoorten voor de multinationals. De grote bedrijven laten tientallen miljarden het land uitstromen naar hun hoofdzetels. Dit moet stoppen. 

    Voor 2 euro per uur meer voor elke werkende om de dalende koopkracht het hoofd te bieden. Handen af van de index, die de prijsstijgingen volledig dient te weerspiegelen. De loonwet moet afgeschaft worden om de neerwaartse spiraal van decennia van loonmatiging – dalende reële lonen in feite – te doorbreken. Voor een leefbaar wettelijk minimumloon en leefbare pensioenen. 

    Zo’n campagne zou het passieve ongenoegen in strijdbaar verzet omzetten en steunen op actieve betrokkenheid. Het zou de PVDA en iedereen die zich tegen het systeem wil verzetten, toelaten om een krachtsverhouding op te bouwen die onze klasse voorbereidt op de verdere strijd tegen het kapitalisme – haar uitbuiting, uitsluiting en onderdrukking.

    Breng de voedingssector – inclusief handel en transport – en de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van de werkenden. We moeten niet enkel strijd voeren voor binnen het kapitalisme afdwingbare eisen, maar voor wat reëel nodig is voor de werkende klasse en jongeren. De strijd voor hervormingen zal duidelijk maken dat reële verandering een revolutionair socialistisch programma zal vereisen, met controle van de werkende klasse over de economie. Enkel op die manier zullen werkenden en jongeren de hefbomen in handen hebben om te produceren volgens hun behoeften en niet voor de winsten van een elite.

  • Brandstichting in scholen is nooit in het belang van kinderen

    Zes scholen in de regio Charleroi en één in het Luikse werden het slachtoffer van brandstichting. Op de muren van een andere school in Luik werd een dreigement gespoten: “Stop Evras of je bent de volgende.” Op 17 september namen 1.500 mensen deel aan een protestbijeenkomst. Evras (Education à la Vie relationnelle, affective et sexuelle) staat voor de nieuwe lessen seksuele opvoeding in het Franstalig onderwijs. Het gaat om twee uur in het zesde leerjaar en twee uur in het vierde middelbaar. De tegenstanders hebben het over ‘LGBT-propaganda en genderideologie’. 

    door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist

    Bij die tegenstanders is er een bonte mix van samenzweringstheoretici, fundamentalistische katholieken (Civitas) en moslims, extreemrechtse groepen en ouders die zich lieten misleiden door campagnes van desinformatie die tot in Frankrijk en Vlaanderen zijn doorgedrongen. Op het protest in Brussel waren er ouders uit Vlaanderen, waar Evras niet geldt. Een petitie in Frankrijk haalde 15.000 handtekeningen op. 

    Hierbij is Evras vaak niet meer dan een voorwendsel voor een anti-LGBTQIA+ en antifeministische retoriek. Op de actie van 17 september waren er protestborden gericht tegen dragqueens en trans personen, die als ‘abnormaal’ werden omschreven. Anderen riepen: “Blijf van onze kinderen af.” Geen van hen veroordeelde de branden of dacht aan de schok die dit bij de kinderen van deze scholen veroorzaakt. Hoe leg je aan een kleuter uit dat iemand zijn school in brand stak? Dat dit was om ‘de kinderen te beschermen’? Het zorgt ervoor dat de school niet langer als een veilige plek wordt gezien.

    MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez is doorgaans sneller dan zijn schaduw op sociale media, maar had nu enkele dagen nodig om zijn mening te geven. Hij verklaarde dat iedereen de brandstichtingen veroordeelt, maar benadrukte vooral dat deze plaatsvonden in “socialistische steden waar de criminaliteit hoog is.” Langs Nederlandstalige kant sprak de antiwokebrigade zich uit tegen de lessen seksuele opvoeding. Zo had Abou Jahjah het over ‘genderideologie’. Een racistische kritiek op het protest door VB’er Gerolf Annemans op sociale media werd bekritiseerd door partijgenoten: “Is het standpunt van het Vlaams Belang dat 8-jarigen aan LGBTQ-propaganda moeten blootgesteld worden?” 

    Evras: voorbij de fantasie

    Sinds het begin van dit schooljaar is er de verplichting om twee keer twee uur les te volgen over relaties, emoties en seks, met onderwerpen als vrouwenrechten, de strijd tegen discriminatie, instemming, zelfacceptatie, seksuele ontplooiing, lichaamsbewustzijn en het deconstrueren van genderstereotypen. In sommige gezinnen zijn de ouders in staat om de nodige informatie te verstrekken, vragen te beantwoorden, enz. Maar in veel andere gevallen is een externe referentie belangrijk.

    Onder de tegenstanders wordt vaak zonder enige reden gesproken over ‘pedofilie’. Het moet duidelijk zijn: verzet tegen dit soort vorming op school helpt net om pedofiele criminelen te beschermen. Deze vormingen op basis van luisteren en dialoog vergroten de kansen om seksueel of ander misbruik op te sporen.

    In vergelijking met de concrete behoeften tot informatie en vorming is Evras eigenlijk bijzonder beperkt. Kinderen worden op jonge leeftijd blootgesteld aan emoties, geweld op school tussen leerlingen of nog het gebrek aan middelen om hen te ondersteunen bij het opgroeien. Het is niet in de lessen wiskunde dat kinderen leren wat het begrip instemming betekent. Het lichtvaardig omgaan met dergelijke kwesties is een van de redenen waarom de verkrachtingscultuur zo alomtegenwoordig is.  

    Helaas leven we in een maatschappij die gebaseerd is op constant conflict en geweld. Dit weerspiegelt zich in pestgedrag op school en allerlei vormen van geweld. Daarop antwoorden vereist kleinere klassen, meer personeel (ook voor toezicht en naschoolse opvang), meer vormingen … en dus meer, veel meer, publieke middelen. 

    Daaraan moeten we toevoegen dat seksuele, relationele en emotionele opvoeding vandaag grotendeels afwezig is in het onderwijs. Dit is een weerspiegeling van de functie van het onderwijs in een klassensamenleving. Onderwijs is in de eerste plaats ontworpen om te voldoen aan de kapitalistische economische behoeften en de daarvoor benodigde arbeidskrachten, niet om de persoonlijke ontwikkeling van elk individu te garanderen.

    De beste manier om te reageren op reactionaire intimidatie en geweld is door sociale mobilisatie. De Evras-vormingen zijn er gekomen door de golf van feministische strijd van de afgelopen jaren. Hun beperkingen, de reacties die ze uitlokken of nog het feit dat Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) besliste dat lessen seksuele voorlichting vanaf 1 september niet langer verplicht zijn in Vlaamse scholen, tonen aan dat de strijd nog lang niet gestreden is. Vakbonden zijn de ideale instrumenten om het personeel uit de hele sector, ouders, centra voor gezinsplanning, feministische en LGBTQIA+ verenigingen bijeen te brengen in de strijd.

  • De grote leugen: het sociaal imago van het Vals Belang

    Op 24 september hield het Vlaams Belang zijn sociaal-economisch congres in Affligem. De communicatie spitste zich toe op de zogenaamde “sociale” voorstellen. In dit dossier analyseert Geert Cool, woordvoerder van de antifascistische campagne Blokbuster, het gepresenteerde sociaal-economische programma.

    Extreemrechts doet zich sociaal voor. Het zegt op te komen voor onze pensioenen, een verhoging van het minimumloon (met slechts 5%) en een hoger nettoloon. Bij acties van het zorgpersoneel of in het onderwijs, beweerde het VB het protest te steunen. Zo maakt extreemrechts een verschil met de harde besparingszucht van N-VA, die na jaren van besturen mee verantwoordelijk is voor de enorme tekorten in de zorg, het onderwijs, het openbaar vervoer … en die met een besparingsretoriek nog meer van hetzelfde belooft. Een nadere blik op de sociaal-economische benadering van het VB toont echter hoe dit ‘sociale imago’ een grote leugen is.

    Sociale beloften blijken erg beperkt en met vele addertjes onder het gras

    Meer nettoloon voor wie werkt, dat is een centrale belofte van het VB. Wie kan daar tegen zijn? Meer loon is in tijden van inflatie en een indexering die achterloopt op de prijsstijgingen meer dan welkom. De vraag is echter wie die hogere lonen betaalt. Het meest logische is natuurlijk dat de werkgevers dit doen. Zij maken genoeg winst op basis van onze arbeid, de bruto winstmarges zijn wat gedaald maar blijven historisch hoog. Het VB zoekt het geld elders: bij de gemeenschap. Het doet de werkgevers een cadeau door de patronale bijdragen te verlagen, ook die aan de sociale zekerheid. Daarnaast pleit het VB voor lagere belastingen en een daling van de bedrijfsvoorheffing. Kortom: de gemeenschap en de sociale zekerheid betalen. Het VB specificeert: het kijkt naar Franstaligen en migranten. Daarbij wordt ook de overheidsschuld als iets Franstalig voorgesteld. Dat heikele thema wordt echter gauw in het ongewisse gelaten: om de banken te vriend te houden stelt het VB uiteraard niet voor om die overheidsschulden niet af te betalen… Meer nettoloon zou dus niet betaald worden door de aandeelhouders van ABInbev of de Antwerpse chemiereuzen, maar door vluchtelingen, Franstaligen, werklozen en gepensioneerden. Het is niet verwonderlijk dat ook enkele bazen heil zien in dit soort voorstellen. Het ondermijnen van de gemeenschap en de sociale zekerheid zou ervoor zorgen dat wie een hoger nettoloon heeft ook meer uitgaven moet doen voor zaken die voorheen door de gemeenschap geregeld werden.

    Aan de indexering van de lonen wil het Vlaams Belang niet langer raken. Meer nog, waar extreemrechts in 2014 nog pleitte voor tijdelijke netto-indexeringen, zegt het nu voor bruto-indexeringen te zijn. Het stelt dat dit negatief is voor de loonkosten, maar ook dat hogere lonen de “druk van de ketel op de krappe Vlaamse arbeidsmarkt” halen. Dat gaat in tegen het eerder ingenomen standpunt (in 2005) dat “de stijgende trend in de loonhandicap ten opzichte van onze buurlanden dringend moet omgekeerd worden,” wat gekoppeld werd aan een pleidooi voor een “strenge toepassing” van de loonwet van 1996. Maar het vertrekpunt blijft wel hetzelfde: de belangen van de bedrijven verdedigen. Ook nu schrijft de partij uitdrukkelijk: “De loonkosten zijn momenteel niet het belangrijkste probleem van Vlaamse werkgevers, wel het vinden van geschikt personeel.” De krapte op de arbeidsmarkt en niet onze levensstandaard is voor het VB van tel. Zodra de situatie op de arbeidsmarkt wijzigt – en met de ontwikkelende recessie kan dat wel eens snel gaan – zal ook het standpunt van het VB omtrent indexatie terug veranderen. Toen de vakbonden in 2014 protesteerden tegen onder meer een indexsprong, hield het VB een actie… tegen het vakbondsprotest! De initiatiefnemer van een online petitie tegen het vakbondsprotest werd nadien door het VB naar het parlement gestuurd.

    Een verhoging van de minimumlonen met 5% zou zeer welkom zijn, maar op het laagste uurloon van 11,87 euro vandaag komt dit neer op slechts 0,6 euro extra per uur. Dat ligt wel heel ver af van het uurloon dat nodig is om een deftig leven te leiden, een uurloon dat door vakbondsmilitanten op 17 euro per uur wordt geschat. In het Europees Parlement stemde het VB tegen het invoeren van een Europees minimumloon, met het argument dat het niet aan Europa toekomt om over lonen te beslissen. Ook hier lijkt het VB vooral te vertrekken van de krapte op de arbeidsmarkt en niet van onze noden.

    Rond de pensioenen zegt het VB tegen de verhoogde leeftijd van 67 jaar te zijn. Eigenlijk pleit het VB voor het loslaten van een vaste pensioenleeftijd waarbij een volwaardig pensioen enkel en alleen afhankelijk wordt van een loopbaanvereiste van 66.000 uren. Die grootteorde kan verwarring zaaien, zeker als het VB eraan toevoegt: “Die 66.000 uren kunnen worden gespreid over de loopbaan. Zo kan er tijd worden vrijgemaakt voor het gezin, maar ook voor een opleiding of een trager werkritme op latere leeftijd.” Laten we het even concreet maken: 66.000 gewerkte uren komen neer op 40 jaar voltijds werken. Een voltijds werkjaar van 220 werkdagen telt 1.600 tot 1.700 werkuren. Het discriminerende karakter van die loopbaanvereiste, in het bijzonder voor vrouwen, wil het VB nu deels corrigeren met de stelling dat de zorguren binnen een deeltijds opvoedersinkomen (zie verder) als gelijkgestelde uren voor pensioenrechten erkend worden. Met een dergelijke loopbaanvereiste blijft de discriminatie echter bestaan voor al wie tijdelijk niet werkt of kan werken. Overigens wil het VB de pensioenen van ambtenaren verlagen en het wettelijk pensioenstelsel verder ondermijnen door de verplichting van een aanvullend pensioen op de private markt van pensioenfondsen en verzekeraars.

    Met alle tekorten in de kinderopvang en de enorme werkdruk, is er ongetwijfeld enige steun voor het idee van een deeltijds opvoedersloon. Eén van de ouders blijft deeltijds thuis om voor de kinderen te zorgen en krijgt daarvoor een deeltijds opvoedersloon. Daarnaast pleit het VB voor een verdubbeling van het ouderschapsverlof. Klinkt goed. Maar hier ook enkele addertjes onder het gras. Het bedrag van dat deeltijds opvoedersloon – uiteraard gaat extreemrechts ervan uit dat dit de vrouw is –  wil het VB vastleggen op “een half leefloon” en het geldt enkel voor zover de kinderen jonger zijn dan zes jaar. De huidige regeling van halftijds tijdskrediet is mogelijk voor kinderen tot acht jaar en de uitkering vanaf vijf jaar anciënniteit bedraagt 348,87 euro (waar een halftijds leefloon voor samenwonenden ongeveer 400 euro bedraagt). De enige echte verbetering die het VB voorstelt, is de verdubbeling van het ouderschapsverlof. Deze voorstellen van het VB zijn niet gemotiveerd door de belangen van jonge ouders of die van kinderen. Over massale investeringen in kinderopvang en meer personeel hoor je extreemrechts niet spreken. Neen, het vertrekpunt van het VB is het dalende aantal kinderen. “Onze arbeidsmarkt is onvoldoende afgestemd op gezinnen. Het gevolg is mede daardoor dat Vlaamse vrouwen minder kinderen krijgen en het vruchtbaarheidscijfer gedaald is tot 1,43 kind per vrouw, ver beneden de vervangingsratio van 2,10. Jobs mogen niet langer in de weg staan van een kinderwens of een familiaal en sociaal-cultureel leven.” Meer Vlaamse kinderen, dat is wat het VB wil.

    Dat onze belangen nooit het vertrekpunt zijn voor het Vals Belang, blijkt uiteraard ook uit het voorstel om de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken. Evenmin wordt iets gezegd over de noodzaak van de bouw van extra sociale huisvesting en als er gesproken wordt over investeringen in het spoor en De Lijn blijft het erg vaag en beperkt tot de infrastructuur. Over de voorwaarden van het personeel wordt gezwegen. Dat is ondergeschikt aan het belang van openbaar vervoer als betrouwbare manier om mensen naar hun werk te brengen en zo de bedrijven van dienst te zijn. Het is geen toeval dat het vooral gezien wordt als manier om de productiviteit op te voeren. Op sociale media beweert het VB het onderwijspersoneel te steunen als het meer middelen eist, maar in het openingscollege van professor Carl De Vos aan de UGent sprak Tom Van Grieken zich fel uit tegen een correcte toepassing van het financieringsdecreet om effectief meer middelen toe te kennen met het argument dat de universiteiten maar moeten besparen op zaken als genderstudies… (waarvoor het VB overigens een veel hoger inschrijvingsgeld eist).

    Kortom, de voorstellen van het VB zijn qua sociale inhoud bijzonder beperkt zodra voorbij de slogans gekeken wordt. Bovendien gaat het telkens om maatregelen in het belang van de bazen en betaald door de gemeenschap. Het VB kan wel schermen met de transfers naar Franstaligen en migranten, maar uiteindelijk komt het ook op de kap van de Vlaamse werkende klasse terecht. Om te vermijden dat die werkende klasse opkomt voor haar rechten, zegt het VB dat de werkenden dezelfde belangen hebben als de werkgevers en dat er een sociale vrede moet opgelegd worden. Opkomen voor onze rechten en staken, doet het VB af als een “Franse en Waalse cultuur van straatprotesten en stakingen.” Behalve de vakbonden worden ook middenveldorganisaties geviseerd. In haar congrestekst stelt het VB expliciet voor om subsidies voor “woke organisaties zoals Kif Kif die onze Vlaamse cultuur en identiteit ondermijnen” af te schaffen, maar ook bijvoorbeeld voor wat het “absurde projecten” noemt zoals wandelapps. Als het VB bepaalt wie ‘woke’ is en gecanceld wordt, dan zal dit zowat het volledige middenveld omvatten.

    Lagere belastingen voor bedrijven staan centraal

    De sociale agenda van het VB valt erg mager uit, de cadeaus voor de werkgevers daarentegen zijn niet min. Centraal daarin staan voorstellen voor lastenverlagingen, desnoods voorgesteld als ‘sociale maatregelen’ die zowel werkgevers als werknemers ten goede komen. Een verlaging van de vennootschapsbelasting naar 20% is echter de maatregel waarvoor het meeste geld wordt uitgetrokken in de plannen van het VB. Het wordt niet becijferd in de tekst voor het sociaal-economisch congres, maar op basis van 11,2 miljard euro vennootschapsbelasting betaald door bedrijven met hun zetel in Vlaanderen in 2022, zou een daling van het tarief van 25% naar 20% toch al gemakkelijk 1,5 miljard euro kosten. Rond de inkomsten uit de vennootschapsbelasting maakt het VB overigens geen communautaire opdeling, wellicht omdat de Vlaamse inkomsten goed zijn voor een aandeel van 61% wat ongeveer overeenkomt met het aandeel in de bevolking.

    Het VB richt zich bewust op ondernemers. Dat was ook de krant De Tijd niet ontgaan. In een artikel onder de titel ‘Sirenenzang van Vlaams Belang naar ondernemers klinkt almaar luider’ (30 september) laat het enkele kleine zelfstandigen en ondernemers aan het woord. De voorzitter van textielgroep Beaulieu: “Veel ondernemers hebben het gevoel dat Open VLD hen heeft verlaten en dat de N-VA haar dure beloftes niet waarmaakt, waardoor ze bij het Vlaams Belang uitkomen.” John Dejaeger, oud-CEO van BASF Antwerpen: “Als het Belgische immobilisme aanhoudt, mag het niet verbazen dat ondernemers extremer worden in hun standpunten. Dan is er geen andere optie.” Een kleine zelfstandige: “Nu het Vlaams Belang standpunten heeft over belastingdruk en loonlasten vind ik dat het een kans verdient.” De voorzitter van Beaulieu voegt er nog aan toe: “De meeste ondernemers zitten niet te wachten op een splitsing van het land en de bijbehorende instabiliteit. Maar men wil wel het signaal geven dat radicale verandering nodig is.”

    Terwijl Van Grieken applaus kreeg op een VOKA-debat met alle partijvoorzitters, is er vanuit VB ook harde kritiek op VOKA. Niet omdat VOKA steeds slechtere arbeidsvoorwaarden en lonen voor ons wil, maar wel omdat het als antwoord voor de krapte op de arbeidsmarkt naar migratie kijkt en personeel uit Mexico en India wil aantrekken. Het VB wil de ondernemers ten dienste zijn, maar het racisme is altijd nog net iets belangrijker. Langs de andere kant is er onder leden van VOKA een toenadering tot het VB. De Tijd merkte op: “In alle discretie is Van Grieken met zijn economische programma bezig met een charmeoffensief naar ondernemers. Hij gaat geregeld langs bij serviceclubs, lokale afdelingen van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka of rondetafelgesprekken van kmo’s. Onlangs sprak hij bij de werkgeversorganisatie VKW Limburg.” Het VB richt zich op kleinere ondernemers en gebruikt daarbij een kritiek op de grote multinationals, onder meer omdat die hun “marktmacht misbruiken om miljarden subsidies en fiscale voordelen af te dwingen.” Op dit punt blijft het VB erg vaag, het wil de nieuwe vrienden onder (ex-)toplui van bedrijven als BASF en Beaulieu wellicht niet tegen de borst stoten.

    Van neoliberalisme naar de derde weg, of gewoon de weg kwijt?

    Waar het VB twintig jaar geleden uitdrukkelijk voor een hard neoliberaal model stond en op kunstmatige wijze de toenemende globalisering daarvan probeerde los te koppelen, is de grote nieuwigheid nu het pleidooi voor een nieuw Rijnlandmodel. Naar eigen zeggen staat extreemrechts voor een conservatieve synthese van een sociaal gecorrigeerde markteconomie, waarbij de markt centraal staat maar aan grenzen wordt onderworpen.

    Het neoliberalisme wordt vooral omwille van de globalisering afgevallen. Het VB stelt het zelfs voor alsof het kapitalisme onder het neoliberalisme volledig beheerd wordt door internationale instellingen, waarbij de rol van de natiestaat wordt geminimaliseerd. Nochtans hebben zelfs multinationals een nationale verankering, zo erkent het VB dat energiebedrijf Engie Frans is en Alibaba Chinees.

    Het klopt natuurlijk dat de neoliberale globalisering de afgelopen decennia dominant was en gepaard ging met een toenemende integratie van de wereldeconomie. Daar komt vandaag steeds meer verandering in, met de intrede van het tijdperk van wanorde waarin de botsing van belangen tussen de grote imperialistische machten een dominante factor wordt. Daarbij is er sprake van strategische deglobalisering en een grotere rol van de staat. Het VB lijkt daarop te willen inspelen, maar het wordt wel erg vreemd en bijzonder a-historisch als het dit doet onder de noemer van “Rijnlandmodel.”

    Dat model was gebaseerd op de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal na de Tweede Wereldoorlog. De dreiging van een sterke arbeidersbeweging aangevuld met het prestige van de Sovjet-Unie, maakten dat de burgerij wel tot sociale toegevingen verplicht was. Dit gebeurde bovendien in een periode van economische groei, waardoor de ruimte groter was. De ‘sociale correcties’ op de markt gebeurden niet vanuit een gemeenschapsgevoel, maar om de klassenstrijd af te kopen. Het VB verwijst vandaag naar dat “Rijnlandmodel”, zonder de positie van de arbeidersklasse nog maar in overweging te nemen. Bovendien doet het dit in een andere context, namelijk één van dreigende economische recessie van een kapitalisme dat langs alle kanten vastloopt. Het VB wijst er terecht op dat de neoliberale aanvallen op de welvaartstaat mee gestut werden door het verraad van de sociaaldemocratie. Maar waar staat het VB zelf en hoe zou het op enige wijze kunnen bijdragen aan een nieuw Rijnlandmodel? Het VB staat vijandig tegenover de georganiseerde arbeidersbeweging, terwijl het de dreiging van die kracht was die tot de sociale correcties leidde.

    De neoliberale globalisering ging volgens het Vlaams Belang gepaard met cultureel marxisme, waarbij het financieel kapitalisme de reële economie in de afgrond duwt en het cultureel marxisme de ideologische basis vormt. Wat een nonsens! Marxisme staat voor een wetenschappelijke socialistische analyse van het kapitalisme ter versterking van de strijd voor een socialistische samenleving. Uiteraard heeft elke strijd ook culturele onderdelen en gevolgen en zeker revoluties zorgen voor grote culturele schokken en uitbarstingen van creativiteit. Het is echter bizar om de neoliberale eenheidsworst af te doen als ‘cultureel marxisme’. Moesten ze bij het VB ook maar enige notie van het marxisme hebben, dan zouden ze weten dat het niet de “te grote machtsconcentratie is die de markt misleidt”, maar dat het de markt is die tot die machtsconcentratie leidt. Het getuigt van een grote naïviteit als het VB stelt dat China de tweede wereldeconomie werd door “oneerlijke praktijken” zoals het “overspoelen van onze markten met dumpingpraktijken.” Het is nochtans een gewone marktwerking.

    Net zoals het gewone marktwerking is om dienstverlening af te bouwen. Het VB schrijft: “De elites verwaarlozen de voorsteden en het platteland. De jobs in de maakindustrie verdwijnen er door de delokalisatie van bedrijven. De openbare dienstverlening, zoals openbaar vervoer, banken of post wordt er stelselmatig afgebouwd.” Het is nieuw dat banken ‘openbaar’ zouden zijn en ook Bpost is grotendeels in private handen. Los daarvan is de vaststelling van het verdwijnen van dienstverlening correct. Alleen is dit toe te schrijven aan de marktwerking die door het VB niet in vraag gesteld wordt.

    Het VB wil het kapitalisme ‘eerlijker’ maken zonder aan de markt te raken. Het wil een gecorrigeerde markteconomie en geen staatseconomie. Op het congres klonk het dat de overheid een “krachtig geoliede machine op een strikt financieel dieet” moet zijn, waarbij gesnoeid wordt in overbodige taken en “overtollige ambtenaren.” Toch zou diezelfde overheid een greep moeten krijgen op strategische sectoren zoals de maakindustrie, energie, landbouw, zorg, technologie, banken en infrastructuur. Het denkt daarbij aan overheidsparticipaties, die evenwel niet meer dan 20-25% bedragen. Er wordt ook gedacht aan een energiecoöperatieve om de controle over energie niet in Franse handen te laten. Zelfs met een overheidsparticipatie blijven energiebedrijven en grote banken functioneren volgens de marktregels waarin enkel de winsten tellen en niet de dienstverlening aan de bevolking. Die kloof kan niet gedicht worden met woorden. Ofwel worden strategische sectoren in publieke handen genomen zodat de gemeenschap er democratische controle over heeft, ofwel gelden de regels van de winstmaximalisatie en komt er onvermijdelijk een “machtsconcentratie” die gepaard gaat met “oneerlijke praktijken” en schaalvergroting.

    Kijk naar mijn woorden, niet mijn daden…

    Een opmerkelijk aspect van het sociaal-economisch congres van het Vlaams Belang was de prominente rol die gespeeld werd door ex-liberalen en/of voormalige ondernemers. Er is een sterk element van ‘kijk naar mijn woorden, niet mijn daden’.

    Eén van de congresvoorzitters was voormalig VLD-parlementslid en voormalig LDD’er Lode Vereeck. Hij werd door het VB binnengehaald nadat hij in 2019 door de Universiteit Hasselt was ontslagen wegens ongepaste relaties met studentes. De ‘gezinspartij’ stelde Vereeck daarop aan als lid van de raad van bestuur van de Universiteit Hasselt en hij ging aan de slag als medewerker van de partij in het Europees Parlement. Daar werkt hij onder meer samen met Brieuc Suys, die als ‘strijder’ van Schild & Vrienden onder meer volgend inzicht liet optekenen: “We eisen als samenleving niet veel van vrouwen: een goede moeder zijn en zichzelf verzorgen, er goed uit zien. Mannen worden terecht hogere standaarden opgelegd, enkel zo gaan we vooruit.”

    De andere congresvoorzitter was Tom Vandendriessche. Die heeft een lange geschiedenis bij extreemrechts. Reeds als scholier was hij betrokken bij gewelddadige incidenten in Brugge. Aan de universiteit in Gent zette hij dat verder en kneedde hij de afdeling van KVHV-Gent om tot de club die onder meer Schild & Vrienden zou voortbrengen en pleitte voor een drastische verhoging van het inschrijvingsgeld om de toegang tot de universiteiten te beperken tot de elite. Hij introduceerde de elitaire looks en de gewoonte om de champagne rijkelijk te laten vloeien. Na zijn studies werd Vandendriessche “management trainee” bij Katoen Natie gevolgd door verschillende jobs als analist en auditor. Tussen 2014 en 2016 had hij zijn eigen bedrijfje in de energiesector, dat hij uiteindelijk verkocht aan Engie. Je weet wel, die Franse multinational waarvan het VB vandaag niet wil dat het onze energiesector domineert. In de congrestekst vandaag schrijft het VB: “Frankrijk slaagde er veel beter in om de energiefactuur van haar burgers (en dus de inflatie) onder controle te krijgen. Hadden wij ook een eigen energiesector gehad, dan waren wij er met minder kleerscheuren doorgekomen. Maar laat toenmalig premier Guy Verhofstadt nu net onze energiesector verkocht hebben aan … de Fransen.” Wat Europees Parlementslid Verhofstadt op niveau van de overheid deed, kopieerde zijn collega Vandendriessche op microniveau met zijn eigen bedrijf.

    Eén van de prominente sprekers op het congres was Kamerlid Wouter Vermeersch, net als Vereeck een ex-liberaal uit LDD-kringen. Die was voorheen actief als ondernemer die goedkope zonnepanelen uit China importeerde, je weet wel: dat land dat door oneerlijke dumpingpraktijken de Vlaamse markt verstoort. De Tijd merkte op: “De vervelling van vrijemarktfetisjisten als Vereeck en Vermeersch tot economische nationalisten ziet Vlaams Belang parallel lopen met de wereldwijde tendens naar deglobalisering en de voorrang van geostrategische op economische belangen.” Nog iets over die zonnepanelen: vandaag vindt het VB dat die energietransitie “allemaal goed en wel” is, maar “te snel” gaat. In de congrestekst voegt het daaraan toe: “Bovendien zijn de productie van zonnepanelen en de inplanting van windmolens erg belastend voor het milieu. Het zijn ook ongeziene subsidieslurpers (30 miljard euro op vijftien jaar tijd).”

    Conclusies

    De wijze waarop het Vlaams Belang naar buiten treedt rond sociaal-economische thema’s is veranderd. Het speelt in op sociaal ongenoegen en op de vele tekorten, waarbij het zich voordoet als voorstander van sociale antwoorden en verzet tegen de ‘elites’. Zo stelt het VB: “Vandaag loopt de sociale tweedeling niet meer tussen arbeiders en kapitalisten, maar tussen de internationale elites en de nationale bevolking. Deze elite, vaak opgeleid aan peperdure business schools, heeft een wereldbeeld dat compleet los staat van enige nationale of culturele context.”

    Ook op dit vlak is de hypocrisie compleet. Om zich op bestuursdeelname voor te bereiden, stuurde het VB een groep mandatarissen en medewerkers naar de Vlerick Business School en Antwerp Management School. Van die laatste haalde het zelfs een docent binnen als nieuw partijlid in Zoersel. Elitaire studentenclubs zoals het KVHV kijken uitdrukkelijk naar het Vlaams Belang en waren de afgelopen jaren een grotere kweekvijver voor die partij dan de NSV.

    Het sociale imago is een dun laagje vernis dat enkel electorale doeleinden heeft. Met het asociale beleid van de andere partijen zal deze verf pakken. Dit kan het VB richting 30% stuwen, extreemrechts heeft het momentum mee en moet niet veel doen om te scoren. Dit succes zal ongetwijfeld leiden tot een toename van incidenten op basis van racisme, seksisme en LGBTQIA+fobie. Na de vooruitgang van het VB in de verkiezingen van 2019 zagen we dit al. De sociale ellende wordt gebruikt om haat en verdeeldheid onder de werkenden en hun gezinnen te versterken.

    Voor antifascisten is het cruciaal dat het sociale imago van extreemrechts doorprikt en beantwoord wordt. Dit wordt het best gekoppeld aan acties rond de sociale eisen van de arbeidersbeweging. Strijd voor die eisen zijn het beste antwoord op zowel het asociale beleid als de hypocriete leugens van het Vals Belang. Tegelijk moeten we met antifascistische acties klaar en duidelijk zeggen dat VB een Vals Belang is.

    De actie in Aalst op 24 september tijdens het sociaal-economische congres van het VB enkele kilometers verderop in Affligem was een belangrijk voorbeeld dat de toon zet voor verder protest. Het ging om actief protest met eisen voor het behoud van de index, massale publieke investeringen, een minimumloon van 17 euro per uur, verdediging van het recht op syndicale actie of nog het laten betalen van de miljardairs. Dat zijn eisen waarmee we niet enkel de hypocrisie van het Vals Belang doorprikken, maar ook aangeven hoe verandering in het belang van de werkende klasse kan worden bekomen.  

    De groei van extreemrechts is een wereldwijd fenomeen. Het uit zich niet overal ter wereld op dezelfde manier, maar het is geworteld in de meervoudige crises van het kapitalisme. Extreemrechts is de giftige schimmel op een systeem dat tot op het bot rot is. De middelen bestaan om ervoor te zorgen dat niemand aan de kant blijft staan, en door ons te verenigen in de strijd om die middelen in handen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat de woede niet op een contraproductieve wijze geuit wordt. Voor een sociaal alternatief voor asociaal beleid: laten we de rijkdom verdelen, niet de werkenden en hun gezinnen! Om deze rijkdom te herverdelen moet de arbeidersklasse ze controleren en bezitten. Dat betekent het kapitalisme omverwerpen om te bouwen aan een maatschappij die vrij is van onderdrukking en uitbuiting, een socialistische maatschappij.

  • Sociale uitkeringen mogen niet afhankelijk zijn van met wie je samenwoont

    De PS stelt voor om een einde te maken aan het statuut van samenwonende. Dat is erg belangrijk voor mensen met een uitkering die benadeeld worden door dit statuut. Een beperking in het voorstel is dat wettelijk samenwonenden  en gehuwde personen niet aan bod komen. Het voorstel geldt enkel voor wie in de praktijk samenwoont, bijvoorbeeld gedeelde huisvesting, intergenerationele huisvesting, niet aangegeven koppels … 

    door Maxime (Luik)

    De PS lanceerde haar verkiezingscampagne met tromgeroffel aan het begin van het nieuwe werkingsjaar. “Niets staat ons nog in de weg om zo snel mogelijk een wetsvoorstel in te dienen om het statuut van samenwonende af te schaffen en dit op de agenda te plaatsen van de Commissie Sociale Zaken,” aldus Ahmed Laaouej in de Kamer op 12 september. 

    Noodzakelijke maatregel

    Zeker op een ogenblik dat huisvesting zo onbetaalbaar is, worden mensen met weinig middelen gedwongen om samen te wonen. Het is echter niet omdat je samenwoont, dat je alle kosten deelt. Toch is feitelijk samenwonen een reden om sociale uitkeringen drastisch naar beneden te trekken. Het systeem gaat er immers van uit dat iedereen die onder hetzelfde dak woont, financieel samenwerkt. Zo bedraagt het leefloon voor een alleenstaande 1.238,4 euro per maand, tegenover 825,61 euro voor een samenwonende. Deze situatie benadeelt vooral vrouwen. Het afschaffen van het statuut van samenwonende zou goed nieuws zijn voor de 584.000 werklozen, zieken …  die er vandaag onder vallen. 

    Het statuut van samenwonende is in 1981 ingevoerd om de uitkeringen te verlagen op een ogenblik dat veel vrouwen op de arbeidsmarkt kwamen. Lagere uitkeringen werden gerechtvaardigd met het argument van ‘solidariteit’ binnen het gezin. In de praktijk betekende het dat vrouwen financieel afhankelijk bleven van hun echtgenoot. Bij dergelijke afhankelijkheid is de stap groter om uit een situatie van huiselijk geweld of een toxische relatie te stappen. 

    Een belangrijke vraag is hoe de kostprijs van 1,84 miljard euro voor deze maatregel zal gefinancierd worden. Daarvoor moet het geld gezocht worden waar het zit. De PS deed stelselmatig het tegenovergestelde. Onder de regering-Di Rupo werd in 2012 de jacht op de werklozen geopend met een snellere degressiviteit van de uitkeringen en het ondermijnen van de wachtuitkering. Dat maakte jongeren in heel wat gevallen afhankelijk van hun partner.

    Voor geïndividualiseerde rechten en degelijke uitkeringen

    Elke uitkering moet boven de armoedegrens liggen en iedereen in staat stellen een vrije wil en zekerheid te hebben. Door rechten te individualiseren, kunnen we iedereen in staat stellen om financieel onafhankelijk te zijn en te ontsnappen aan rampzalige situaties. 

    Als de PS echt wil opkomen voor vrouwen, moet de partij de sociale zekerheid versterken, opkomen voor meer openbare diensten, degelijke jobs en hogere lonen die iedereen toelaten om een waardig professioneel en persoonlijk leven te leiden.

  • Van brulboei naar reddingsboei. Zij-instromer trekt West-Vlaamse N-VA-lijst

    Een peiling naar de kiesintenties in West-Vlaanderen gaf de doorslag: Jean-Marie Dedecker komt niet met een eigen lijst op, maar blijft als onafhankelijke trouw aan zijn partij. Een opwaarts gevecht met onzeker resultaat inzake het behoud van zijn parlementair zitje, ziet Dedecker niet zitten. Dezelfde peiling zorgde ervoor dat er binnen N-VA deze keer geen gemorrel is over de ‘onafhankelijke’ zij-instromer. De brulboei uit Middelkerke wordt stilaan ook gezien als een reddingsboei. Deze samenwerking is langs twee kanten gebaseerd op zwaktes, wat doorgaans een erg instabiele basis is. 

    De peiling van Doorbraak plaatst het Vlaams Belang op grote winst in West-Vlaanderen. In 2019 haalde het VB hier zijn sterkste provinciale resultaat met meer dan 20% van de stemmen. Dat zou stijgen tot ongeveer 30%, bijna dubbel zoveel als de eerste achtervolgers Vooruit en N-VA met elk ongeveer 16%. Het VB is nog volop bezig met het klaarstomen van kopstukken in West-Vlaanderen, maar kan scoren op basis van een brede waaier van thema’s bovenop het traditionele racisme dat gekoppeld wordt aan sociaal onbehagen dat versterkt is door jarenlang asociaal afbraakbeleid. Er is bovendien lokaal ongenoegen rond onder meer de hoogspanningslijn Ventilus. Daarnaast is er onrust onder de boeren rond stikstof. Dit alles stuwt het VB naar een momentum in de provincie.

    Volgens deze peiling zou N-VA opnieuw zwaar verliezen. Van 28,5% in 2014 ging N-VA naar 21,4% in 2019 en daar zou nu nog 16,2% van overblijven. In het scenario dat Dedecker met een eigen lijst opkomt, zou die zijn stemmen bijna volledig bij Vlaams Belang weghalen en niet bij N-VA. De neergang van N-VA is opmerkelijk, maar uiteraard (nog) niet van het niveau van CD&V en Open VLD. Die partijen zouden volgens de peiling elk nogmaals 5% verlies incasseren. Open VLD komt nog aan 8,9%, CD&V staat op een voor West-Vlaanderen historisch dieptepunt van 12,1%.

    Het resultaat van 2,8% voor een afzonderlijke lijst van Dedecker gaf voor hem de doorslag. Zelfs indien de verkiezingscampagne dat percentage nog kan optrekken, is een verkozene halen onzeker. Bovendien kijkt Dedecker ongetwijfeld ook al naar de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2024 en wil hij een verlengd mandaat als burgemeester, waarbij hij op een hoger niveau meer gedaan krijgt als er een goede band mee is. VB-voorzitter Van Grieken verklaarde eerder in ’t Pallieterke: “Ik heb hem altijd al lachend gezegd dat we hem hetzelfde geven als N-VA. Maar hij kan de overstap niet maken, omdat zijn lijn met de Vlaamse regering – die hij nodig heeft als burgemeester van Middelkerke – dan zou worden doorgeknipt.” Dat het VB bereid is om een uitgesproken donkerblauwe liberaal als lijsttrekker uit te spelen, zegt veel over hoe ernstig de poging tot ‘sociaal imago’ moet genomen worden. Niet dat ze Dedecker nodig hebben om die hypocrisie te doorprikken: in 2019 en straks wellicht opnieuw wordt de West-Vlaamse VB Kamerlijst getrokken door Wouter Vermeersch die zijn eerste politieke stappen met Lijst-Dedecker zette.

    Dedecker ziet voor zichzelf een rol weggelegd als een “tussenstation” en ook als “smeermiddel” tussen N-VA en Vlaams Belang. “Waarom zouden wij geen regering met de N-VA kunnen vormen? Eventueel met gedoogsteun van Vlaams Belang,” zei hij in een interview met Humo. Dat scenario van een minderheidsregering met gedoogsteun door VB werd eerder ook anoniem geopperd door VB-kopstukken. Nog los van de houding van N-VA hierover, is het maar de vraag of het verkiezingsresultaat dit scenario ook maar enigszins mogelijk kan maken. Langs de andere kant is het duidelijk dat Dedecker de zogenaamde ‘muur’ tussen VB en N-VA verder afbreekt. De Wever deed straffe uitspraken en noemde het VB het “melanoom van Vlaanderen”, maar ondertussen laat hij toe dat er langs verschillende kanten geknaagd wordt aan de muur die zijn partij scheidt van extreemrechts. Het dossier dat Humo deze week bracht over het scheldmagazine ’t Scheldt bevestigde dit nogmaals: achter de schermen van deze rioolpublicatie was er intens overleg en samenwerking tussen aanhangers van beide partijen. De riool van ‘t Scheldt loopt recht door de muur tussen N-VA en VB…

    Voor N-VA is het behoud van de stemmen van Dedecker belangrijk. In 2019 haalde hij 40.000 voorkeurstemmen, bijna evenveel als lijsttrekker Sander Loones die nu naar het Vlaams Parlement verkast en met wie Bart De Wever naar eigen zeggen “grote plannen” heeft. Waar De Wever enkele weken geleden nog een proefballonnetje opliet over de nood aan een ‘grote rechtse’ formatie met de rechtervleugel van CD&V en Open VLD, ziet hij de komst van Dedecker nu als deel van een stormram tegen de Vivaldi-regering van onder meer CD&V en Open VLD. De samenwerking met Dedecker is ingegeven door de eigen zwakte van N-VA, veroorzaakt door jarenlange deelname aan een asociaal beleid. Dedecker speelt in op ongenoegen, maar staat voor dezelfde asociale recepten als N-VA. Klimaatverandering ontkent hij, voor grote bedrijven rolt hij de rode loper uit, wie het moeilijk heeft moet maar beter zijn best doen …

    Tot slot nog positief nieuws uit de West-Vlaamse peiling. De nationale groei van PVDA zet zich ook hier door. De peiling van Doorbraak zet de PVDA op 6,1%, wat uitzicht geeft op een verkozene. Dit is een uitdrukking van het feit dat de linkerzijde in staat is om een deel van het ongenoegen naar zich toe te trekken. Dit ongenoegen organiseren en omzetten in zo sterk mogelijk verzet tegen het asociale beleid is meteen ook het beste antwoord op het gevaar van extreemrechts.

  • Kruimels (die we dan nog zelf betalen) volstaan niet om groeiende gaten te vullen

    Minister-president Jambon leek oprecht blij. Niet zozeer voor de bevolking, maar voor zichzelf en zijn regering. Deze keer was hij immers zonder veel horten en stoten tot een akkoord gekomen en dat is al een prestatie op zich. Dit was mogelijk omdat het explosieve stikstofdossier voorlopig enkel stof blijft verzamelen en omdat er door creatieve rekenkunde hier en daar extraatjes uit te delen waren. Helaas voor Jambon haalt de realiteit het creatieve cijferwerk snel in. De kruimels voor kinderopvang blijken gefinancierd te worden door de besparing op het groeipakket, net zoals de extra middelen voor de lerarenopleiding bijlange niet compenseren voor de jarenlange besparing op hoger onderwijs door de niet correcte toepassing van het financieringsdecreet. De gaten als gevolg van jarenlange besparingen worden niet gevuld door enkele kruimels.

    Het meest in het oog springende is de verhoging van het budget voor kinderopvang met 270 miljoen euro. Zowel Jambon als bevoegd minister Crevits zijn er erg trots op, zelfs indien het minder is dan de door CD&V gevraagde 330 miljoen euro. Deze extra middelen zijn effectief een stap vooruit voor een sector die al jarenlang door tekorten wordt geplaagd. ACV Puls merkte op: “De investeringen van deze regering in de kinderopvang (en andere zorgsectoren) zijn aanzienlijk maar een noodzakelijke inhaalbeweging na de besparingen en de stilstand in het verleden. Er zullen in de toekomst nog investeringen nodig zijn in zorg, welzijn en cultuur willen we nieuwe crisissen vermijden.”

    Dat de extra investering niet met de volle goesting gebeurde, maakte Mathias Diependaele (N-VA) duidelijk in de aanloop naar de besprekingen. Voor extra middelen, moet er elders bespaard worden, klonk het. De efficiëntie van extra middelen voor kinderopvang werd in vraag gesteld. Het feit dat ouders met hun kinderen tot in het parlement zelf actie gingen voeren en de enorme steun die ze hiervoor kregen in de publieke opinie gaven ongetwijfeld de doorslag. Na de rampen van de afgelopen jaren, zowel in de ouderenzorg als de kinderopvang, moest de Vlaamse regering wel iets doen. Het vertrek van Wouter Beke als gevolg van die rampen is in de regeringskringen ongetwijfeld nog niet vergeten.

    De vakbonden hebben bedenkingen bij de keuzes die de regering maakt over de kinderopvang. Zo is er een probleem met de zekerheid en waardering van het personeel. Het overstappen van het statuut van onthaalouder naar dat van werknemer biedt meer financiële en sociale zekerheid. De regering voorziet slechts in budget voor de overstap van 350 onthaalouders (in termen van voltijdse jobs). Daarnaast wil de regering het personeelstekort aanpakken door flexijobs in te voeren. Nog lagere lonen invoeren getuigt niet bepaald van respect voor het personeel in de sector! De eerste stap richting een verlaging van het aantal kinderen per begeleider is uiteraard positief, het staat ook al lang centraal in de eisen van het personeel in de sector. In het belang van zowel het personeel als de kinderen gebeurt die verlaging natuurlijk het best door meer goed betaalde en opgeleide collega’s in te zetten. Zo zou werken in de sector meteen ook aantrekkelijker worden. Voor topmanagers, recent was er nog discussie over de nieuwe manager van Bpost, zijn er steeds hogere lonen omdat deze nu eenmaal ‘concurrentieel’ moeten zijn. Voor essentieel zorgpersoneel geldt blijkbaar een omgekeerde redenering: concurrentieel betekent voor hen druk op de lonen.

    Een ander belangrijk punt van kritiek door de vakbonden uit de zorg- en welzijnssector is dat de Vlaamse regering wel erg stil blijft over andere delen van de sector. Amper een week geleden raakte bekend dat Joke Mariman een einde aan haar leven maakte omdat haar financiële en medische situatie uitzichtloos was. Dit is schokkend, maar blijkbaar niet voor de heren en dames van de Vlaamse regering?! Een beleid van wachtlijsten en tekorten richt een sociale ravage aan. De regering heeft niet eens een begin van antwoord hierop.

    BBTK stelde: “Over de ouderenzorg, gezins-en bejaardenhulp, gehandicapten- en jeugdsector, socioculturele sectoren bleef het vanuit de Vlaamse Regering opnieuw oorverdovend stil. Die sectoren staan blijkbaar lager op het regeringslijstje dan investeren in elektrische wagens en het mee subsidiëren van de verkeersknoop. Zo blijkt eens te meer dat het voor onze zorg- en welzijnssectoren nog steeds bij de krapte herverdelen blijft. En we wachten met een bang hart drama’s in die sectoren af, vooraleer de beleidsmakers wakker schieten.”

    Dat er voor de extra middelen in de kinderzorg elders bespaard is, zoals geëist door de N-VA, blijkt ondertussen ook. Het groeipakket, de vroegere kinderbijslag, volgt de index niet meer. De index zorgde ervoor dat onze lonen en uitkeringen aan de snel stijgende prijzen werden aangepast. De kinderbijslag, het eerste onderdeel van de sociale zekerheid dat geregionaliseerd werd, volgt echter niet. Het groeipakket kent een vaste indexatie van 2%. Dat ligt ver onder de inflatie, waardoor gezinnen dus inleveren. Volgens de Gezinsbond bespaart de Vlaamse regering dit jaar 335 miljoen euro op deze manier. Het stelt de 270 miljoen euro extra voor kinderopvang meteen in perspectief…

    Terwijl er subsidies voor elektrische wagens komen, moeten het personeel en de reizigers van De Lijn het zonder extra middelen doen. Nochtans is er stilaan een samenloop van problemen en tekorten die het openbaar vervoer in een diepe impasse storten. Niet genoeg bussen, te weinig personeel, gebrek aan middelen voor onderhoud, hertekening van het aanbod waarbij mensen het zonder dienstverlening moeten doen, aanhoudende problemen met schoolvervoer … Daar wordt dus niets aan gedaan. Liever subsidies geven aan elektrische wagens.

    De tekorten in het onderwijs of nog inzake sociale huisvesting worden evenmin aangepakt. 176.000 mensen op een wachtlijst voor een sociale woning, maar de minister besteedt niet eens het volledige budget! Extra middelen voor de lerarenopleiding zijn welkom, maar blijven erg beperkt in verhouding tot de noden. Het niet toepassen van het financieringsdecreet voor het hoger onderwijs heeft geleid tot een besparing van ruim 600 miljoen euro. Kortom, ook de extra middelen voor onder meer de lerarenopleiding zijn betaald door besparingen op het hoger onderwijs. Personeel en studenten uit het hoger onderwijs plannen een betoging op 11 oktober om meer middelen te eisen.

    Verder is er de verhoging van de jobbonus voor werkenden met een laag inkomen. Straks zullen 1 miljoen werkenden in Vlaanderen deze jobbonus van maximaal 700 euro krijgen. In De Standaard merkt Marc Reynebeau op: “In feite zijn het niet zozeer de werkenden die met de jobbonus worden beloond. Hij functioneert eigenlijk als een loonsubsidie voor bedrijven, die worden ontlast van de prikkel om hun personeel fatsoenlijkere lonen te betalen. Die lonen worden immers toch met belastinggeld bijgepast.”

    De extra middelen voor onder meer kinderopvang zijn positief, maar blijven beperkt tot wat kruimels die van tafel vallen. Bovendien zijn het kruimels waarvoor we zelf betalen door besparingen, zoals op het groeipakket of het (hoger) onderwijs. Ondertussen blijft het oorverdovend stil omtrent de vele tekorten die nu al tot rampen leiden. Deze Vlaamse regering vertrekt niet van de noden van de werkenden en hun gezinnen. Deze regering is asociaal en verzet ertegen is noodzakelijk. De betoging van het hoger onderwijs op 11 oktober is een goede eerste aanzet. Afspraak om 13u aan Brussel-Noord.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop