De fusie van Ahold en Delhaize moet de winsten voor de aandeelhouders opdrijven. Dat gebeurt onder meer door schaalvergroting en kostenbesparingen (ook op personeel). De fusie moest volgens het toezicht op de concurrentie gepaard gaan met de sluiting van 8 winkels van Albert Heijn en 5 van Delhaize. Bij Albert Heijn zijn hierdoor 400 jobs bedreigd. BBTK verspreidt een pamflet met een stand van zaken.
[divider]
Een kort chronologisch overzicht
Op 22 februari licht Albert Heijn België al zijn werknemers in dat het vanwege de fusie met Delhaize 8 winkels in België moet verkopen. Als vertegenwoordigers van de werknemers bij Albert Heijn vragen we hierin gehoord te worden. Er worden 3 dagen afgesproken met de directie: 16 maart, 5 april en 28 april.
Op 23 en 24 februari staken verschillende van de getroffen winkels, om duidelijk te maken dat de werknemers geen komkommers zijn die zomaar mee verkocht worden met de winkel, maar mensen. De directie komt naar deze winkels en zegt dat ze dit snappen en het overleg met de vakbonden serieus gaan nemen.
Op 16 maart zitten de vakbonden voor het eerst samen. De directie geeft toe dat de beslissing voor het verkopen van de 8 Albert Heijn winkels op Ahold Delhaize niveau genomen is. De directie snapt de opmerking dat een deel van de mensen bij Albert Heijn niet verkocht wil worden maar bij Albert Heijn wil blijven, desnoods in een andere AH-winkel, en kondigt een aanwervingsstop af in alle AH-winkels om zo plaatsen open te houden.
De onderhandelingen van 5 april
Voorstel interne overplaatsing
Dit houdt in dat alle vacatures op de AH-website komen en dat werknemers in de te verkopen winkels voorrang hebben op anderen. Als je voor je huidige functie solliciteert, heb je voorrang en er wordt ook naar anciënniteit gekeken. Als deze afspraken niet nagekomen zouden worden, zou de supermarktmanager “een verdomd goede uitleg moeten hebben” om het met de woorden van de directie te zeggen.
Maar momenteel zou dit over slechts ongeveer 40 vacatures gaan. En zeker in de nieuwe winkels ligt de anciënniteit bij de meesten (ongeveer) gelijk. Aangezien dus niet iedereen zal kunnen muteren, vragen wij als BBTK een premie als compensatie voor zij die toch mee verkocht worden. Daar wil de directie momenteel niet op ingaan.
Loons- en arbeidsvoorwaarden:
Voor het personeel dat mee verkocht wordt, heeft de directie op onze vraag de lonen en extralegale voordelen opgelijst. Duidelijke garanties hierover moeten nog op papier gezet worden en wat betreft de jobomschrijving na de overname blijft men heel vaag.
Hoe nu verder?
Voordat de interne sollicitaties starten, moeten de spelregels wel duidelijk zijn. Men moeten weten hoe de supermarktmanagers hun mensen gaan uitkiezen. Maar wij moeten ook weten wat er gebeurt met zij die niet kunnen muteren. Omdat we begrijpen dat jullie zo snel mogelijk duidelijkheid willen, is de volgende vergadering vervroegd naar 20 april.
Het feit dat Ahold-Delhaize beslist om 1/4de van de geïntegreerde winkels te verkopen (en 5 gefranchiseerde Delhaizes) is volgens de BBTK geen goed teken voor de toekomst.
Daarom is de uitkomst van deze onderhandelingen niet alleen van belang voor de werknemers in de 8 getroffen winkels maar voor iedere werknemer van Albert Heijn België.
In mei zijn er sociale verkiezingen. In het onderwijs zijn er slechts op een aantal plaatsen sociale verkiezingen, onder meer in het buitengewoon onderwijs van het vrije net. We spraken met Daphné die kandidaat voor het ACV is in het Luikse.
Kan je je kort voorstellen en zeggen waarom je kandidaat bent bij de sociale verkiezingen?
“Ik heb ondertussen al zes jaar het genoegen om in twee scholen van het buitengewoon onderwijs in het Luikse les te geven. Het gaat om EPA en Saint Vincent Ferrer. Ik heb een passie voor deze job. We proberen erg kwetsbare jongeren beter te wapenen om hun toekomst tegemoet te gaan, een toekomst vol valkuilen en onzekerheden. Als LSP-lid en dochter van een metallo die syndicaal actief is, was het eerder normaal dat ik me vroeg of laat bij de vakbond zou engageren. Maar het heeft ook met de specifieke situatie op de werkvloer te maken. Sinds ik er werk, zie ik hoe weinig erkenning het buitengewoon onderwijs krijgt en hoe het tekort aan middelen doorweegt. Nochtans speelt het buitengewoon onderwijs vanuit sociaal oogpunt een enorm belangrijke rol.
“De gevolgen van dit gebrek aan erkenning en aan middelen laat zich zowel voor het personeel als voor de leerlingen voelen. Het is voor mij een reden om syndicaal actief te zijn en bij te dragen aan de strijd voor meer middelen voor onderwijs.”
Hoe ziet de vakbond er in jouw sector uit?
“Sinds drie jaar is er in mijn scholengroep geen syndicale delegatie meer. Maar ook in de rest van de vakbondsstructuren is het buitengewoon onderwijs niet sterk vertegenwoordigd. De prioriteit zal nu liggen op de heropbouw van een vakbondstraditie. Onze ploeg van kandidaten wil het accent leggen op regelmatige informatie voor de militanten en leden. Op die manier kunnen we de actieve betrokkenheid versterken.”
Op welke moeilijkheden bots je?
“Er is eerst en vooral het nieuw onderwijsplan van minister Milquet. Dat plan is geen goed nieuws voor het onderwijs in het algemeen en al zeker niet voor het buitengewoon onderwijs. Er komt een gesloten enveloppe voor zowel het kleuteronderwijs, de lagere scholen en het middelbaar. Dit zal wellicht vooral ten koste van het secundair onderwijs gaan.
“Het is geen geheim dat de minister van oordeel is dat het buitengewoon onderwijs duur is. Er zal dan ook een tendens zijn om leerlingen die nood hebben aan een gespecialiseerde omkadering naar het klassieke onderwijs te sturen om zo de kosten te drukken en op termijn de toegang tot buitengewoon onderwijs te schrappen voor bepaalde groepen leerlingen. Dat is niet goed voor hen, maar ook niet voor de leerlingen in het klassieke onderwijs. Als een leerkracht leerlingen met gedragsstoornissen moet opvangen bovenop de andere leerlingen, zal dit onvermijdelijk een impact hebben op de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen.
“Het onderwijsplan wil de jongeren meer uren per dag op school houden. Dat zou een goede zaak kunnen zijn indien niet met een gesloten enveloppefinanciering werd gewerkt. Er wordt ons gezegd dat het niet de leerkrachten zijn die voor de bijkomende uren zouden opdraaien, maar wie dan wel? En hoe zal dat gefinancierd worden?
“Het is duidelijk dat dit plan de druk op de leerkrachten zal verhogen. Er wordt ons gezegd dat we werkdagen van 8 tot 16u zullen moeten kloppen als onderdeel van een 38-urenweek waarbij we lesvoorbereidingen op school zouden doen. Maar de infrastructuur is er niet op voorzien. We hebben daar computers en rustige ruimtes voor nodig.We moeten ook de garantie krijgen dat leerkrachten niet zomaar moeten inspringen voor zieke collega’s. Het wordt voorgesteld alsof de luie leerkrachten eindelijk ook eens aan het werk gezet zullen worden. Maar het gaat vooral om extra controle en het opdrijven van de flexibiliteit. Dit komt bovenop de administratieve rompslomp; de tijd die hieraan besteed wordt gaat ten koste van de leerlingen. Het is contraproductief.”
Hoe zullen jullie daarop antwoorden?
“Het buitengewoon onderwijs staat de komende jaren voor enorme uitdagingen. De enige manier om degelijk onderwijs en goede arbeidsvoorwaarden te bekomen, is door de publieke financiering af te stemmen op de behoeften. Dit geldt voor alle onderdelen van het onderwijs. Het moet gedaan zijn met de vestzak-broekzakoperaties waarbij we uiteindelijk altijd inleveren. Laat ons het geld zoeken waar het zit, bij Electrabel en de grote bedrijven.
“We moeten goed weten wat de inzet is. Na de sociale verkiezingen willen we met onze ploeg een eerste werkonderbreking houden voor een informatiesessie over de regeringsplannen. We hopen dat dit de eerste van een reeks personeelsvergaderingen zal zijn waarmee we steeds meer collega’s kunnen betrekken.”
Gisteren werden de pleidooien gehouden in het proces van spoorman Jordan Croeisaerdt. Hij verscheen voor de rechtbank van eerste aanleg na een beroep tegen een eenzijdig verzoekschrift van infrastructuurbeheerder Infrabel. Het eenzijdig verzoekschrift met dwangsom kwam er omwille van de deelname van Jordan aan de spoorstaking van 6 en 7 januari, een staking gericht tegen het plan-Galant en de verdere afbouw van het openbaar vervoer. (zie het dubbelgesprek met Jordan en een Antwerpse collega).
Deze specifieke zaak is van groot belang, het gaat immers om een aanval op het stakingsrecht en op alle werkenden. Zoals Jordan stelde: “Het is iedereens recht van verzet tegen het besparingsbeleid opgeleid door het dictaat van de financiële wereld en de gevolgen hiervan die onder vuur ligt en die ze willen beperken. Het is een aanval op de mogelijkheid van de arbeidersbeweging om tegen onrechtvaardigheid in te gaan.”
Op 18 maart was er een meeting voor de verdediging van het stakingsrecht. Het initiatief ging uit van een steuncomité voor Jordan en werd georganiseerd door drie afdelingen van ACOD Brussel (LRB, Spoor, Onderwijs). Er waren ongeveer 300 mensen op deze meeting waar werd gesproken door Jordan Croeisaerdt (ACOD delegee die een dwangsom opgelegd kreeg van meer dan 1.700 euro of een maandloon), zijn advocaat Jan Buelens, afgevaardigden van de Franse vakbond CGT bij Goodyear die veroordeeld werden tot een gevangenisstraf en Marc Goblet, algemeen secretaris van het ABVV.
De arbeiders van Goodyear waren er gisteren opnieuw bij aan het Brusselse Justitiepaleis. Ze kwamen hun solidariteit betuigen en wilden over de grenzen heen protesteren tegen de repressie en de criminalisering van syndicalisten. Er zal ook in België gemobiliseerd worden naar hun proces in hoger beroep op 19 en 20 oktober. Verder waren er aan het Justitiepaleis een aantal syndicalisten en militanten om Jordan en ons democratisch recht op collectieve actie te verdedigen. De advocaat van Jordan, Jan Buelens, verklaarde dat het belangrijk is om massaal aanwezig te zijn als Infrabel de strijd voor de rechtbanken wil uitvechten, een terrein dat moeilijker is voor de werkenden.
De verdediging van democratische rechten en syndicale vrijheden gebeurt door mobilisatie in concrete zaken. De massale aanwezigheid op de meeting van 18 maart, het feit dat Marc Goblet er sprak naast Jordan en die van Goodyear en dat hij er zich engageerde om van de mobilisatie naar het Justitiepaleis een succes te maken, vormen belangrijke stappen. Volgende afspraak binnen een maand voor de volgende stap in het proces.
Voor een massale mobilisatie ter verdediging van onze syndicale rechten!
Thomas is kandidaat voor de sociale verkiezingen bij Albert Heijn, een nieuwe speler in de sector van de supermarkten in ons land. Er zijn voor het eerst sociale verkiezingen waarbij de directie het aantal personeelsvertegenwoordigers liefst zo beperkt mogelijk houdt. Hier geen afspraken zoals het aanstellen van twee delegees per winkel zoals bij Mediamarkt. Neen, het wettelijke minimum is zowel voor lonen als voor personeelsafvaardiging de norm.
Thomas: “Het is niet evident om een syndicale werking vanuit het niets op te bouwen. Gelukkig had ik voorheen ervaring in de industrie. In mijn eigen vestiging in Gent kan ik kort op de bal spelen: daar zie ik de collega’s elke dag en wordt het ook sneller duidelijk dat een vakbondsaanwezigheid een verschil maakt. Maar ik ben ook verantwoordelijk voor zes andere vestigingen. Daar verloopt het natuurlijk trager en moet een vertrouwensband opgebouwd worden. Momenteel zijn de meeste winkels van Albert Heijn in eigen handen: eerst wil het bedrijf zijn merk vestigen in ons land. Maar met de overname van Peeters-Govers in Antwerpen zijn er nu wel meer winkels die door zelfstandige geranten worden uitgebaat.
“Een van de grootste problemen voor het personeel bij Albert Heijn zijn de deeltijdse contracten. Bijna iedereen werkt met contracten van 20 of 24 uur. Zonder voltijdse job heb je ook geen voltijds inkomen. Aangezien de werkroosters pas kort op voorhand bekend zijn, is het onmogelijk om nog een tweede halftijdse job te zoeken. De reden voor het algemene gebruik van deeltijdse contracten moet bij de flexibiliteit gezocht worden. Blokken van 4 uur werken kunnen makkelijker op de piekmomenten afgestemd worden, in een blok van 7 uur zijn er volgens de directie teveel dode momenten. Vaak worden personeelsleden meer uren beloofd als ze maar genoeg hun best doen. Dit moet de productiviteit opdrijven, maar het leidt ook vaak tot problemen als burn-out.
“De fusie tussen Ahold, de overkoepelende groep van Albert Heijn, en Delhaize leidde bij het personeel van Albert Heijn aanvankelijk tot weinig bezorgdheid. We hebben nu al minimumnormen. Na een fusie kan niet nog lager gegaan worden. Bovendien ziet het ernaar uit dat het merk Albert Heijn gewoon zal blijven bestaan naast Delhaize. Bij Delhaize was er wel meteen ongerustheid: daar kan de fusie jobs kosten in onder meer het kader. Maar nadien raakte bekend dat er toch enkele winkels van Albert Heijn moeten overgenomen worden waardoor 400 jobs bedreigd zijn.
“Sociale verkiezingen zijn belangrijk. Het versterkt ons mandaat in onderhandelingen met een directie die niet bepaald meegaand is en zich steeds tot het wettelijke minimum voor ons wil beperken. Het biedt ook de mogelijkheid om het belang en de rol van de vakbonden aan alle personeelsleden uit te leggen. In zo’n nieuw bedrijf is een inhoudelijke campagne des te belangrijker.”
Algemene staking van 15 december 2014. Foto: Jente
We schreven eerder reeds dat er voor de sociale verkiezingen niet meteen een nieuw actieplan naar het model van dat van eind 2014 moet verwacht worden. De acties toen deden de regering wel wankelen, maar niet vallen.
Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Wij denken dat een tweede harder actieplan daar wel toe had kunnen leiden, maar het momentum hiervoor ging voorbij door twijfel bij een groot deel van de leiding en door de aandacht voor de terreurdreiging. Sommigen zullen daar misschien pessimistische conclusies uit trekken, maar wij benadrukken vooral dat het actieplan eind 2014 aantoonde dat we de rechtse regering konden doen wankelen en onze eisen en bekommernissen op de politieke agenda konden plaatsen. Het potentieel om de regering en het besparingsbeleid ten val te brengen, werd niet gerealiseerd door het uitblijven van een tweede actieplan en een politiek alternatief.
In 2015 waren er wel diverse acties, maar van een opbouwend actieplan naar krachtige acties in de vorm van algemene stakingen was er geen sprake. Het ziet ernaar uit dat de vakbondsleidingen op dezelfde weg willen verdergaan in de komende jaren. Zo stelt het ABVV een “communicatie- en actieplan” op dat uitgerold wordt tot 2019 met grote nadruk op de communicatie. Maar niet iedereen lijkt volledig mee te gaan in het idee van internetacties en reclamebureaus. Een actieve betrokkenheid van onderuit – noem het interne communicatie of beter nog interne democratie – is van essentieel belang. De sociale verkiezingen bevestigen eens te meer het potentieel hiervoor. Inhoudelijke campagnes die ook evaluaties maken van de acties tegen de rechtse regering kunnen strijdbare syndicalisten versterken in die sociale verkiezingen.
Maar er zullen ook acties nodig zijn. Het voorstel van communicatie- en actieplan van het ABVV voorziet in vrij vage campagnevoorstellen, maar moet ook de mogelijkheid van hardere acties openlaten. “Afhankelijk van de ontwikkelingen in het sociaal overleg en van de beslissingen van de regering zullen op federaal en interprofessioneel niveau alle mogelijke actiemiddelen, waaronder algemene stakingen, worden ingezet als daartoe de voorwaarden zijn vervuld.”
Een Thatcheriaanse regering is niet geneigd om na de eerste aanvallen te stoppen. Er komen steeds nieuwe aanvallen en de ruimte voor onderhandelingen wordt steeds verder beperkt. Het confrontatiemodel waar deze regering voor staat, kunnen we niet beantwoorden met overleg. Nu al geven de rechtse regeringspartijen aan dat ze willen inbeuken op onze lonen en pensioenen naast het verder opvoeren van de flexibiliteit en het ‘moderniseren’ van het stakingsrecht.
Strijd zal op de agenda blijven staan. Laat ons gebruik maken van de sociale verkiezingen om de posities van strijdbare delegees en militanten te versterken zodat we gepast kunnen antwoorden op de aanhoudende aanvallen. Dat kan met een opbouwend actieplan en de uitbouw van een politiek alternatief op het besparingsbeleid.
Vrijdagavond zat de grote zaal van de ACOD (Algemene Centrale van de Openbare Diensten) in de Congresstraat in Brussel overvol. Er was een meeting voor de verdediging van het stakingsrecht. Het initiatief kwam oorspronkelijk van het steuncomité dat opgezet werd tijdens de staking van de schoonmakers van BM&S en dat opnieuw actief werd in de verdediging van de vervolgde spoorman Jordan Croeisaerdt. Maar de meeting werd uiteindelijk in handen genomen door de sectoren LRB (Lokale en Regionale Besturen), Spoor en Onderwijs van ACOD-Brussel. Onder de sprekers uiteraard Jordan zelf, maar ook drie ex-werknemers van Goodyear-Amiens, professor arbeidsrecht en advocaat bij Progress Lawyers Jan Buelens en tenslotte ook Marc Goblet, de algemeen secretaris van het ABVV.
Verslag door Eric Byl, foto’s door PPICS
Er waren 250 tot 300 militanten op de meeting. Ze luisterden eerst naar Jordan Croeisaerdt, een treinbegeleider en afgevaardigde van ACOD Spoor die een dwangsom opgelegd kreeg van alles samen 1700 euro. Hij kreeg deze dwangsom naar aanleiding van de staking op 6 en 7 januari laatstleden. Hij legde uit wat de echte redenen voor deze aanval zijn: een poging om een delegee die consequent voor zijn collega’s en zijn beroep opkomt te intimideren en weg te krijgen. Dit is het resultaat van het kapitalistische winstbejag. Daartegen is verzet nodig, indien nodig met burgerlijke ongehoorzaamheid, maar vooral met mobilisatie.
Na Jordan was het de beurt aan een vertegenwoordiger van de delegatie van Goodyear. Acht voormalige werknemers van dit bedrijf werden op 12 januari 2016 door de correctionele rechtbank van Amiens veroordeeld tot negen maanden effectieve gevangenisstraf en vijftien maanden met uitstel. Het heeft geleid tot een golf van solidariteit in heel Frankrijk en daarbuiten. Op enkele weken tijd ontstonden 110 steuncomités doorheen het land. Op 31 maart is er een grote betoging in Parijs om te protesteren tegen de nieuwe asociale voorstellen in het kader van een herziening van de arbeidswet. Het verzet tegen de nieuwe arbeidswet wordt mee getrokken door de jongeren en zorgt ervoor dat de sfeer in Frankrijk begint te kantelen. De ex-arbeiders van Goodyear zijn daar blij mee, de regering Hollande-Valls is immers een echte pest voor de werkenden. Hun beroep tegen de veroordeling van begin januari komt voor op 19 en 20 oktober. Ze willen zo breed mogelijk mobiliseren voor deze gelegenheid.
Jan Buelens legde uit dat “militeren neerkomt op het uitoefenen van fundamentele rechten zoals de vrije meningsuiting, de vrijheid van vereniging en het recht op collectieve actie. Inbinden op die rechten, betekent in de praktijk dat een autoritair regime wordt gevestigd, een regime dat enkel de belangen van de overheid en de werkgevers dient.”
Tenslotte herinnerde Marc Goblet aan de frontale aanval van Charles Michel die de sociale partners opriep om een akkoord te sluiten over de uitoefening van het stakingsrecht. Wat de werkgevers voorstellen, is onaanvaardbaar. Ze willen een verbod op blokkades van snelwegen en industriezones, wat volgt hierna? Zal het straks illegaal zijn om een bedrijf te blokkeren? Ze willen dat de vakbondsverantwoordelijken hun eigen militanten aan de politie aangeven bij ‘incidenten’. Tenslotte willen ze een of andere vorm van responsabilisering van de vakbonden, waarmee ze bedoelen dat de vakbonden geen effectieve acties meer mogen voeren. We volgen Goblet als hij stelt dat de voorstellen van de werkgevers onaanvaardbaar zijn, maar we hoorden nog geen voorstel van syndicale strategie voor als de regering dit dossier in handen neemt.
Vervolgens was de zaal aan het woord gedurende een uur. Het waren vooral de meest strijdbare militanten die gemobiliseerd waren voor de meeting, de tussenkomsten waren dan ook erg links en vrij kritisch. Sommige tussenkomsten hadden niet echt betrekking op de discussie. Anderen benadrukten vooral de beperkingen en zwaktes – de afwezigheid van bepaalde sectoren of het bestaan van rechtse strekkingen in het Europees Vakverbond (EVV). Dit liet Marc Goblet en anderen toe om zich te verschuilen achter de autonomie van de centrales, het gebrek aan strijdbaarheid van bepaalde sectoren en zelfs van bepaalde vakbonden in het EVV. Wij probeerden vooral om met deze meeting tot concrete mobilisaties te komen. Het zorgde ervoor dat Marc Goblet zich niet alleen voorstander verklaarde van een ABVV-aanwezigheid op de Franse betoging van 31 maart, maar ook bevestigde dat het ABVV een initiatief binnen het EVV zal nemen voor een Europese mobilisatie ter verdediging van de syndicale rechten. Marc Goblet stelde bovendien dat hij positief staat tegenover een oproep van het ABVV naar de militanten en delegees om op 4 april aanwezig te zijn op de solidariteitsactie tijdens het proces van Jordan in het Justitiepaleis. Hij voegde er wel aan toe dat de vraag hiervoor moet komen door de betrokken centrale. Een militant van ACOD Spoor stelde de vraag direct aan de aanwezige verantwoordelijken van ACOD Spoor. Wellicht zal de vraag er de komende dagen effectief komen.
De verdediging van democratische rechten en syndicale vrijheden gebeurt doorheen mobilisaties rond concrete zaken. Het feit dat de zaal overvol zat voor deze meeting en dat nationaal ABVV-verantwoordelijke Marc Goblet het podium deelde met Jordan en die van Goodyear waarbij hij zich engageerde om hun zaak te verdedigen, zijn belangrijke stappen. Nu is het aan ons: laat ons zoveel mogelijk mobiliseren naar de actie van 4 april. Afspraak om 9u aan het Justitiepaleis (Poelaertplein, Brussel).
In mei vinden de sociale verkiezingen plaats. In alle bedrijven met meer dan 50 werknemers worden afgevaardigden van het personeel verkozen voor het Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) en vanaf 100 werknemers ook voor de Ondernemingsraad. Het gaat om 6000 ondernemingen in ons land. Bij de vorige sociale verkiezingen in 2012 waren er 125.116 kandidaten. Dat is dubbel zoveel als bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hiervan werden 44.608 mensen verkozen. Hier geen dure mediacampagnes en reclamebureaus: de delegees worden verkozen door hun collega’s op basis van hun dagelijkse inzet.
Alain is kandidaat bij het farmaceutisch bedrijf GlaxoSmithKline (GSK) dat een kleine 9.000 personeelsleden telt in vestigingen in Rixensart, Waver en Gembloers. Er zijn zowel productie-afdelingen als onderzoekscentra.
Alain: “Als militant van LSP ben ik overtuigd van de noodzaak van strijdbaar syndicalisme. We hebben de afgelopen jaren, zeker na het einde van het actieplan eind 2014, moeten vaststellen dat we met onderhandelingen nergens geraken. Het volstaat niet om dat enkel maar vast te stellen. We moeten bouwen aan een alternatief en strijdbare posities ontwikkelen.
“De sociale verkiezingen vormen een sterk antwoord op diegenen die stellen dat de vakbonden achterhaald zijn of niemand vertegenwoordigen. Het zijn de meest representatieve verkiezingen met kandidaten die gekend zijn door hun dagelijkse inzet op het bedrijf. Een vakbondsafgevaardigde haalt geen voordeel uit die positie, het is integendeel vaak een obstakel voor promoties. Maar toch zijn de verkiezingen telkens een succes.
“Deze verkiezingen komen op een belangrijk ogenblik. Op internationaal vlak gaan we richting een nieuwe crisis die misschien nog erger en diepgaander zal zijn dan die van 2008 en dit op een ogenblik dat die vorige crisis nog niet verteerd is. We moeten ons voorbereiden op nieuwe strijd, ook in België.
“In de farmaceutische sector zullen er nog ontslagen volgen nu het business model van de ‘blockbusters’ ten einde komt. Dat was het model waarin een groot deel van de omzet behaald werd met enkele vaccins. Deze vaccins werden beschermd door patenten, maar die lopen nu af waardoor generische varanten op de markt kunnen komen. De melkkoe is uitgemolken en het personeel zal hiervoor opdraaien.
“De sector kent moeilijkheden, maar dit is relatief. De directie wil meer winsten maken door de uitbuitingsgraad op te drijven. Er is geld genoeg. GSK verdrievoudigde zijn winsten in 2015. De directie wil daar nog verder in gaan. Vandaar dat personeel moest vertrekken bij GSK.
“De syndicale delegatie onder de arbeiders mobiliseerde voor een tweedaagse werkonderbreking om een regeling voor vrijwillige vertrekkers af te dwingen die gelijk was aan die van de bedienden. Dit werd effectief bekomen. Op basis van strijd kunnen we stappen vooruit zetten. In die mobilisatie kregen de arbeiders de steun van de syndicale delegatie onder de bedienden. Bedienden die uit solidariteit wilden meestaken met de arbeiders, waren eveneens gedekt. Dat zagen we voorheen niet. We overstegen verdeeldheid en zijn dan ook goed voorbereid op de uitdagingen die voor ons liggen.
“Het actieplan van 2014 laat zijn sporen na. Er zijn meer kandidaten bij deze sociale verkiezingen. Er wordt gevreesd voor verder jobverlies, maar die vrees vertaalt zich vooral in een oriëntatie op collectief verzet en strijd.”
Dubbelgesprek met Jordan Croeisaerdt en Wouter, een Antwerpse collega-treinbegeleider
Voor de regering-Michel is de afbouw van de spoorwegen een symbooldossier. Het plan-Galant moet de verdere liberalisering en geleidelijke privatisering voorbereiden. Daarvoor moet eerst worden afgerekend met het verzet van de vakbonden. Sinds de stakingen van oktober doet de directie systematisch beroep op de politie en gerechtsdeurwaarders en dreigt ze met dwangsommen. Tien dagen na de 48-urenstaking van 6 en 7 januari 2016 ontving Jordan Croeisaerdt, treinbegeleider, vakbondsafgevaardigde en ondervoorzitter van ACOD-Spoor Brussel een dwangbevel ten belope van 1700 euro afgeleverd aan huis. De Linkse Socialist had naar aanleiding daarvan een gesprek met Jordan en Wouter, een collega-treinbegeleider en ACOD-afgevaardigde uit Antwerpen.
Dubbelgesprek genoteerd door Eric Byl
“De directie wil een delegee treffen die opkomt voor de rechten van zijn collega’s.”
Jordan: “Ik ben het slachtoffer van een dubbele aanval. Er is de poging om mij een dwangsom op te leggen maar tegelijk werd een intern onderzoek opgestart tegen mij. De directie wil een delegee treffen die opkomt voor de rechten van zijn collega’s, de directie systematisch op de vingers kijkt inzake het toekennen van rechtmatige verloven, disfuncties aan de kaak stelt en ongeschikte treinstellen signaleert. Dat stoort uiteraard. Soms heeft de veiligheid te lijden onder de druk om de productiviteitsnormen te respecteren. Soms neemt men maatregelen, zoals in het nieuwe transportplan, die misschien wel passen in de globale afbouw maar uiteindelijk meer kosten.”
“Men verwijt mij ten onrechte dat ik de regels te strikt zou interpreteren. Zoals alle treinbegeleiders tracht ik mijn job uit te voeren zoals het hoort. Ik heb 12 jaar onberispelijke dienst achter de rug. Tot voor kort erkende de hiërarchie dat, maar nu tracht men een dossier tegen mij op te stellen.”
“Men heeft niets dat men mij kan aanwrijven. Ik heb de volle steun van mijn vakbond die mijn audities bij de directie aanziet als morele pesterijen, bedoeld om me psychisch te breken. Men gaat zelfs zover mijn persoonlijk kastje open te breken. Dat is onwettig, in strijd met de grondwet en de Europese conventies die het recht op respect voor het privé en familiaal leven uitbreiden naar de werkplaats. Wellicht hoopte men daar vergeefs rode fakkels te vinden; dan zou me diefstal zijn aangewreven. Als afgevaardigde bewaar ik daar ook persoonlijke dossiers die collega’s me confidentieel hebben toevertrouwd. Niet voor niets is ACOD-Spoor gewest Brussel daarover geschandaliseerd. Het gebeurde trouwens terwijl ik in ziekteverlof was! Als we dat toestaan, zijn morgen alle delegees loslopend wild.”
“Vergeet ook niet dat het dwangbevel me niet zoals dat hoort persoonlijk werd overhandigd op het piket zelf, maar tien dagen later aan huis. Dat is nog nooit eerder gezien. Het betekent dat iemand mijn naam heeft doorgespeeld. Het dwangbevel heeft trouwens betrekking op een plaats die niet eens was opgenomen in het bevelschrift. Alle getuigen verklaren dat de versie van Infrabel over de gebeurtenissen aan het piket onjuist is. Op 1 april komt de zaak voor. Drie dagen later komt ook het beroep tegen het eenzijdig verzoekschrift dat leidde tot dit dwangbevel voor. Tot aan de uitspraak staat de nationale spoorbond van ACOD in voor de gerechtskosten en zal ze indien nodig de dwangsom op zich nemen.”
Thatcheriaans beleid om de bonden te breken
Wouter: “Een aanval tegen één delegee is een aanval tegen ons allen. Het kadert in het Thatcheriaanse beleid om de bonden te breken. We moeten het juridisch gevecht voeren, maar we zullen ook moeten bouwen aan de krachtsverhoudingen. De regering en de directie zullen iedere zwakte van ons uitbuiten. Dat de regionale stakingen in oktober niet in gemeenschappelijk vakbondsfront gebeurden, werd door de directies aangegrepen om politie en gerechtsdeurwaarders in te schakelen.
“Om daaraan te weerstaan, zullen we allemaal samen moeten strijden. We hebben in Antwerpen in januari een symbolisch piket gezet om duidelijk te maken dat spoormannen ook in Vlaanderen wensten te staken. Bij ons in het depot waren dat er uiteindelijk meer dan 40% ondanks de verwarring die was ontstaan over de deelname van de bonden in Vlaanderen.
“De inzet is ook enorm. Neem nu de one-man-car, de doelstelling om 20% van de treinen zonder begeleider te laten rijden. In het Verenigd Koninkrijk rijdt nu al 30% van de treinen zonder begeleider en men wil dat optrekken tot 50%. Nu al gebeuren 70% van de incidenten op treinen zonder begeleider.”
Jordan: “Men verwijst dikwijls naar de kwestie van agressie en veiligheid, maar het is veel meer dan dat. Het gaat ook over hulp aan mensen met een beperking, over hartstilstanden, het aankondigen van aansluitingen, … De treinbegeleider is een referentiepersoon.”
Wouter: “Elk jaar maak ik minstens één keer mee dat ik via het security operation center beroep moet doen op de hulpdiensten. Een keer omdat de bestuurder was flauwgevallen, een andere keer omdat een passagier een hartaanval kreeg. In beide gevallen waren de hulpdiensten gelukkig tijdig ter plaatse.”
Jordan: “De directie tracht te allen prijze die boodschap te vertroebelen. Door de syndicale verloven maar bij mondjesmaat toe te staan, bijvoorbeeld, of door de syndicalisten te criminaliseren of voor te stellen als terroristen. Het is normaal dat er discussie is, we moeten daarvoor de tijd nemen, op de werkplaats en met collega’s uit andere sectoren die dikwijls vergelijkbare problemen ondervinden.”
Wouter: “Soms gaan we er te snel van uit dat de mensen op de werkvloer al klaar staan voor actie. We hebben meer personeelsvergaderingen nodig zodat we rustig de tijd kunnen nemen. Soms werpen collega’s terechte vragen op, uiten ze twijfels, maar we krijgen nauwelijks de tijd om daar op in te gaan. Daar zullen we met de vakbonden in het vervolg rekening mee moeten houden want we zullen iedereen nodig hebben. De directie heeft nog geen millimeter toegegeven in de onderhandelingen. Het nieuw protocol van sociaal akkoord voorziet in het verdwijnen van 2300 jobs tussen nu en eind 2018, maar zowel Infrabel als de NMBS koppelen aan het verminderde aantal banen onmogelijke voorwaarden die elkaar bovendien tegenspreken. Zo wil Infrabel meer aanrekenen aan NMBS, terwijl NMBS van een prijsblokkering door Infrabel een voorwaarde maakt om het toegezegde aantal jobs te respecteren.”
Jordan: “Wat bij het spoor gebeurt, is niet zo verschillend van andere sectoren. Het herenakkoord 2.0 dat door de vakbonden gelukkig verworpen werd, wil bijvoorbeeld het afzetten van industrieterreinen verbieden. Binnenkort moeten we gentleman-stakingen houden waarbij we enkel aan de ingang mogen staan en vriendelijk goeiedag zeggen aan iedere werkwillige. Het stakingsrecht wordt op die manier herleid tot een individuele zaak, waarbij de druk van de directie op individuele werknemers volop kan worden ingezet om collectieve actie te breken.”
“De spoormannen alleen gaan deze regering niet stoppen”
Heel wat sectoren van de lokale en regionale besturen, het onderwijs, maar ook politieke organisaties, individuele burgers en een steuncomité in het Brusselse zijn in de bres gesprongen tegen de dwangsom die aan Jordan werd opgelegd. Het zou goed zijn als de vakbonden al die aanwezige energie bundelden. Dit dossier overstijgt immers Jordan, het spoor en zelfs de arbeidersbeweging in haar geheel. Wat denken jullie daarvan?
Jordan: “Als we spreken over communiceren, denken we bijna uitsluitend aan de pers. Dat is een onderdeel van communicatie, maar we moeten vooral ook communiceren met onze collega’s uit andere sectoren, met de collega’s over de taalgrens. Een syndicaal huis moet naar mijn oordeel openstaan. De spoormannen alleen gaan deze regering niet stoppen, laat staan ten val brengen. Ik vind het steuncomité heel goed, als uitdrukking van samenwerking en het bundelen van strijdbewegingen. Elkaars realiteit op het terrein kennen, is een enorme hulp. We hebben die netwerken nodig. We lijden met zijn allen nog teveel aan het Stockholmsyndroom. Niet de stakers gijzelen de reizigers, maar de directie en de regering gijzelen ons dagelijks door de files, door de afbouw van diensten etc. Met de vakbonden laten we ons ook nog teveel gijzelen, we onderhandelen om erger te voorkomen, we laten ons teveel een agenda van besparingen opdringen. Ik vrees dat deze regering een andere syndicale strategie vereist. De idee dat we met onderhandelen het ergste kunnen voorkomen, behoort tot het verleden. Onderhandelen zit niet in het DNA van deze regering.”
Wouter: “We zullen onze stakingen ook anders moeten aanpakken. Het bezetten van een verkeerstoren of van de sporen zal steeds meer stakers vereisen. We zullen ons beter moeten voorbereiden, meer intensief de discussie aangaan en gebruik moeten maken van personeelsvergaderingen waarop we niet enkel de maatregelen bespreken maar ook democratisch beslissen over onze acties en waarop we die acties achteraf samen evalueren. We moeten ook weg uit de defensieve strategie. Volgens het VBO kost één dag staking bij het spoor 40 miljoen euro, of andersom: het spoor levert de economie jaarlijks 10 miljard euro op, niet slecht voor een dotatie van 3 miljard euro. De rechtse regering besteedt een miljard meer aan het subsidiëren van bedrijfswagens. In plaats van defensief naar de onderhandelingstafel te gaan en af en toe een staking om ons punt hard te maken, zouden we beter vanop de werkvloer tot op het hoogste niveau opnieuw eisenplatformen uitwerken en die op de onderhandelingstafel gooien met een stevig actieplan achter de hand om onze eisen ook echt waar te maken. Benieuwd of de reizigers daar ook niet voor te vinden zouden zijn.”
Vandaag voerde de vakbond BBTK een protestactie aan de aandeelhoudersvergadering van Delhaize. Een 70-tal militanten van Delhaize en Albert Heijn verzamelden er om te protesteren tegen de onzekerheid voor de 400 medewerkers van Albert Heijn in de te verkopen winkels en ook tegen de extreme premie die topman Frans Muller zichzelf toeëigende, een premie van maar liefst 1,5 miljoen euro.
De aandeelhouders kregen van de vakbondsmilitanten een ‘cheque’ van 1,5 miljoen euro met op de achterkant kort enkele pijnpunten. Een kleine delegatie werd ontvangen door een bestuurslid van de Delhaize-groep. Hier kregen ze enkel te horen dat het personeel over de fusie zou gehoord worden. En ook dat de bonus nodig is omdat Muller zou blijven, dat de verhoging van de dividenden voor de aandeelhouders er kwam omdat het goed gaat met het bedrijf en dat dit allemaal logisch is. Dat het personeel hiervoor opdraait, komt bij deze mensen zelf niet op.
De actie buiten was strijdvaardig, er werden banden gesmeed tussen delegees van Albert Heijn en Delhaize. Er is immers een besef dat we deze strijd enkel samen kunnen winnen.
Na de actie spraken we met een BBTK-militant van Albert Heijn. Hieronder een videoweergave hiervan gevolgd door enkele foto’s.
Meer en meer worden syndicalisten bedreigd door repressie.
In Frankrijk werden 8 syndicalisten van Goodyear veroordeeld tot gevangenisstraffen in het kader van hun strijd. In België kreeg een spoorman een dwangsom van ongeveer 1.700 €. De regering wil rechtspersoonlijkheid opleggen aan de vakbonden een minimumdienst invoeren. Er is ook sprake van het verhinderen van stakingspiketten…
18 maart geven we het woord aan syndicalisten die het slachtoffer zijn van repressie. De vraag: ‘Hoe hierop antwoorden als vakbond?’ zal worden beantwoord door kameraad Marc Goblet. Meester Jan Buelens (gespecialiseerd in de verdediging van de syndicale rechten) zal het juridisch aspect belichten.