Terwijl het onderwijspersoneel in de vorige legislatuur meermaals in actie kwam om meer middelen en respect te eisen, worden er nu nieuwe besparingen opgelegd. De Franstalige regering van MR en Les Engagés wil in 2025 110 miljoen euro besparen en nadien wellicht nog meer. De vooruitgang van beide partijen in de gemeenteraadsverkiezingen geeft hen nog meer lef en arrogantie om de openbare diensten aan te vallen.
In het onderwijs gaat het onder meer het einde van de benoeming, een verhoging van de werkdruk met 2 uur per week voor leerkrachten met een masterdiploma die in het lager onderwijs en de eerste jaren van het middelbaar lesgeven alsook voor nieuwe leerkrachten met een vast contract, de fusie van de officiële netten om daarbij te ‘rationaliseren’, het stoppen van opleidingen die niet rendabel genoeg zijn … De school moet een fabriek worden die kant en klaar flexi-personeel aflevert.
Vandaag is er een staking in gemeenschappelijk vakbondsfront. Eind januari volgt een 48-urenstaking, gekoppeld aan een betoging. Daarmee wordt opgebouwd naar een stakingsweek in maart, wellicht met roterende stakingsdagen. Het is inderdaad tijd om niet enkel de betogingen en stakingsdagen elkaar te laten opvolgen, maar met een opbouwend actieplan onze strijd harder te maken. Zo kunnen we ook collega’s meetrekken die gedemoraliseerd zijn.
Het potentieel bleek al op de betoging van 7 november en op de algemene vergaderingen die aan de stakingsdag vandaag voorafgingen.
Naar aanleiding van de betoging van 7 november zei Elise, een leerkracht uit Bergen: “Ondanks de lage opkomst op mijn school was ik aangenaam verrast dat ik Soignies verliet met een twintigtal collega’s die gemotiveerd en overtuigd waren van de noodzaak om hun stem te laten horen. Dit illustreert de woede en het potentieel dat er in het onderwijs bestaat. Met een goede informatiecampagne in onze school hadden we met twee keer zoveel kunnen zijn! Er wordt reikhalzend uitgekeken naar de volgende actiedata, want al mijn collega’s waren van mening dat deze betoging slechts een eerste stap mag zijn naar een goed gecommuniceerd actieplan.”
Jeremiah, een leekracht uit Luik: “Dankzij de mobilisatie werd er een onderwijsdelegatie gevormd in de betoging. In de gesprekken onder collega’s werd vooral de noodzaak van meer middelen benadrukt. Er is grote bezorgdheid over de geplande hervormingen en het dreigende jobverlies. Zeker in plattelandsgebieden dreigen ‘schoolwoestijnen’ te ontstaan. Ondertussen werken collega’s in rampzalige omstandigheden van vervallen gebouwen, afbladderende muren en verwarming die maar de helft van de tijd werkt.”
Hoe kunnen we stappen vooruitzetten?
1 – Laten we het organiseren van algemene vergaderingen voortzetten en uitbreiden om collega’s in actie te houden, om hen in staat te stellen te discussiëren over de voorstellen en het programma en over de strategie om te winnen. In een school in het centrum van Luik werd er na afloop van een algemene vergadering een peiling gedaan over welke actiemethode verkozen werd door de aanwezigen. De optie van een staking van onbepaalde duur kwam er als populairste voorstel uit. Aan enthousiasme om de strijd aan te gaan is er duidelijk geen gebrek.
2 – Laten we met een politiek programma komen: een programma om te breken met het besparingsbeleid. We kunnen pleiten voor het belasten van de superrijken door middel van een vermogensbelasting die jaarlijks tot 10 miljard euro kan opbrengen. Daarmee zouden we onderwijs en openbare diensten kunnen financieren om aan de behoeften te voldoen. Niet in de laatste plaats door een grootschalig plan om schoolgebouwen te renoveren en personeel in dienst te nemen met een statuut dat echte onafhankelijkheid van management en politieke willekeur mogelijk maakt: het ambtenarenstatuut.
Om deze strijd te laten slagen, moeten we hem koppelen aan offensieve eisen die duidelijk maken dat het in de eerste plaats gaat om de toekomst van de jongere generaties en het emancipatoire onderwijs dat zij verdienen: met kleinere klassen (waar het niet binnen regent…) en voldoende onderwijzend personeel met arbeidsomstandigheden die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen. We mogen ons niet laten verdelen. De aanvallen moeten gestopt worden door te strijden voor meer middelen en meer collega’s.
Afgelopen vrijdagmiddag verzamelden enkele tientallen mensen, voornamelijk leden van het verplegend personeel, zich aan de poorten van het St Pieters-ziekenhuis in Brussel om de aanhoudende genocide aan te klagen, met bijzondere aandacht voor de aanvallen op de verschillende gezondheidsinstellingen in de Gazastrook en Libanon.
Er werden verschillende toespraken gehouden, waaronder door een Palestijnse arts die erop wees dat er de afgelopen maanden meer dan duizend zorgwerkers omkwamen door de bommen. Honderden anderen worden gevangengehouden en gemarteld.
Iemand van ‘Geneeskunde voor het Volk’ die twaalf jaar geleden naar Gaza ging, getuigde ook van de lange moed van Palestijnse gezondheidswerkers die al tientallen jaren onder vreselijke omstandigheden werken.
Een vertegenwoordiger van Ulysse, een dienst voor mentale gezondheidszorg voor vluchtelingen die in afwachting zijn van een verblijf in België, benadrukte dat “de angst en wanhoop veroorzaakt door de situatie van extreem geweld in Gaza, gecombineerd met het gebrek aan opvang en bescherming in België, ernstige schadelijke gevolgen hebben voor de geestelijke gezondheid van de betrokken patiënten.”
We verwelkomen deze actie, die ook andere vakbondsdelegaties, in de gezondheidszorg en elders, kan aanmoedigen om als dusdanig deel te nemen aan de beweging tegen genocide, via democratisch besliste solidariteitsacties en moties, en door deel te nemen aan betogingen tegen genocide met vakbondsvlaggen en spandoeken, enz.
Dit zijn belangrijke stappen voorwaarts die druk kunnen uitoefenen ten voordele van een campagne voor een arbeidersboycot om te weigeren op Belgische bodem wapens en militaire uitrusting voor Israël te produceren of te verhandelen.
Internationale solidariteit tegen genocide en onderdrukking!
In de catalogus van verschrikkingen die worden voorbereid door De Wever, Bouchez en hun Arizona-partners staat een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Dat is een echte “trofee” voor rechts. Nochtans is het repressief aanpakken van werklozen niet effectief als het doel is om ‘meer mensen aan het werk te krijgen’. Het is een symboolmaatregel die weinig oplevert. Waarom wordt er dan zo hard op aangedrongen? We spraken met Cédric Leterme van de onderzoeksgroep Gresea (Groupe de Recherche pour une Stratégie économique alternative).
Interview door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist
Vorig jaar schreef je een artikel onder de titel: “Beperking van de werkloosheidsuitkering: wie profiteert?” Daarin stelde je dat deze maatregel niets zou doen aan de werkloosheid en dat het aanvallen van werklozen een manier is om de aandacht af te leiden van de echte profiteurs.
“Dat was een reactie op het feit dat ook Vooruit zich voor het eerst voorstander verklaarde van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Die koerswijziging kwam niet als een verrassing: het ligt in de lijn van de activering van werklozen die in 2004 werd ingevoerd door Frank Vandenbroucke, die dicht bij Conner Rousseau staat. Les Engagés sloten zich toen ook aan bij deze eis, waardoor het erg waarschijnlijk werd dat deze maatregel na de verkiezingen op tafel zou liggen.”
“Het is duidelijk aan afleidingsmanoeuvre. Als er over werklozen gepraat wordt, blijft het bredere plaatje buiten beeld. Dat gebeurt al decennialang op systematische wijze. Om niet over belastingontduiking, inflatie of overwinsten te hoeven praten, gaat het over werkloosheid en langdurige werkloosheid. Dit is des te schandaliger omdat de vorige aanval, in 2012, de inschakelingsuitkering (de vroegere wachtuitkering) in de tijd beperkte en bij andere uitkeringen een sterkere degressiviteit (daling van de uitkering) invoerde. Heel wat uitkeringen liggen onder de armoedegrens. Zo kan je onmogelijk fatsoenlijk leven.”
“Twee studies hebben een balans opgemaakt van de maatregelen van 2012. Het resultaat is weinig verrassend, we wisten op voorhand dat je geen jobs creëert door werklozen te straffen. De cijfers tonen aan dat de degressiviteit en de beperking in de tijd van de inschakelingsuitkering geen enkel resultaat opleverden. Het leidde tot een explosie van werkonzekerheid en het verhoogde de druk op de OCMW’s. Van de mensen die werden uitgesloten van een recht op uitkering, kwam slechts de helft bij het OCMW terecht. Wat gebeurt er met de anderen? Rechts klaagt over druggebruikers en bedelaars… Maar die komen ergens vandaan! Als alles wegvalt en mensen zelfs door het laatste vangnet vallen, komen ze ook nog ergens terecht. Er is solidariteit binnen de familie, mensen gaan terug thuis wonen, anderen staan op straat. We verliezen deze mensen uit het oog. Vanuit het oogpunt van sociale controle is deze maatregel dus compleet absurd. Sociale zekerheid is ook een manier om een band met de samenleving te behouden.”
“De verwachte besparing is overigens erg beperkt. De nota van De Wever had het over 1,8 miljard euro besparen door de uitkering te beperken tot twee jaar. Tegelijk zou er 1 miljard naar de OCMW’s gaan om de extra uitgaven op te vangen. Het gaat dus om een besparing van 800 miljoen euro. Dat is een habbekrats op de begroting. Voor tienduizenden mensen betekent het echter nog dieper in de armoede belanden.”
De regering-De Croo, met groenen en sociaaldemocraten, wilde de werkzaamheidsgraad tegen 2030 optrekken tot 80%. Dit doel wordt ook nu gehanteerd en steeds herhaald. Waar komt dit cijfer vandaan?
“Het is eigenlijk willekeurig. 80% klinkt mooi, beter dan 78% of 82%. Dit cijfer omvat alle mensen die in de week voor het onderzoek ‘betaald werk’ hebben gedaan, inclusief deeltijds, tijdelijk of wat dan ook. Vandaag is er een historisch laag werkloosheidscijfer. Binnen de beroepsbevolking zijn er mensen met goede redenen niet aan de slag. Het gaat om zieken, mensen die voor hun gezin zorgen of een opleiding volgen.”
“Als we de arbeidsparticipatie bekijken vanuit het aantal voltijdse equivalenten, krijgen we overigens een ander beeld. Er wordt ons verteld dat de werkzaamheidsgraad in Nederland prachtig is, bijna 80%. Het aantal tijdelijke werknemers en onzekere contracten ligt er echter veel hoger. Als we vergelijken op basis van het aantal voltijdse equivalenten, is het verschil marginaal. Alleszins zal die 80% niet bereikt worden door 100.000 werklozen te straffen. Er zouden 800.000 tot 900.000 mensen in dienst moeten treden, terwijl er op dit moment 180.000 jobs beschikbaar zijn.”
Ondertussen ziet de economische situatie er somber uit en zijn er meer collectieve afdankingen…
“We kunnen inderdaad verwachten dat de werkloosheid zal stijgen naarmate de sociale drama’s zich opstapelen. Gaan we de schuld daarvoor bij de slachtoffers leggen? Waar gaan die mensen terechtkomen? Zelfs indien er nog altijd een krapte op de arbeidsmarkt is, zeker in sectoren met slechte arbeidsvoorwaarden.”
“Aan de andere kant horen we niets over maatregelen die de arbeidsparticipatie zouden versterken, zoals collectieve arbeidsduurvermindering. Daarvan is aangetoond dat het veel effectiever is dan het bestraffen van mensen.”
Arbeidsduurvermindering is ook nodig om de werkdruk te verlagen. Dergelijke eisen zijn essentieel in de ideologische strijd tegen rechts.
“Het is ongelooflijk dat de MR zich heeft weten te positioneren als de partij van de werkenden. De eerste maatregel van de Waalse regering was de afbouw van successierechten. Ze hebben het over individuele verdienste en verdedigen de rijksten. Ze bevoordelen de aandeelhouders, diegenen die niet werken dus. En toch komt de MR ermee weg.”
“Het is problematisch dat er enkel nog over werk gesproken wordt vanuit een marktperspectief. We hebben volgens hen enkel een job nodig om geld te verdienen, ongeacht de samenleving, ongeacht de sociale zekerheid en ongeacht de betekenis en het sociale nut van een job. Bovenal moet elke verstoring van de commerciële arbeidsmarkt door de overheid of de vakbonden vermeden worden.”
“Links praat niet meer over werk, of enkel in de termen van rechts. Dat is dramatisch. Ik las een interview in L’Echo met iemand van de PVDA. De journalisten waren vastberaden om hem te laten zeggen dat multinationals nodig zijn om werk aan te bieden. Hij antwoordde: “Ja, ja, inderdaad. Maar dan moeten ze wel eerlijke belastingen betalen.” Waarom zouden we aanvaarden dat er nood is aan multinationals om ons te vertellen wat we moeten produceren en hoe dat gebeurt, zodat zij hun winsten kunnen opdrijven en er desnoods enkele kruimels voor ons overblijven? Als we dat aanvaarden, is de ruimte voor het ideologische discours behoorlijk smal. Nochtans hadden we de afgelopen jaren onder meer Covid19 en de overstromingen, die ons ertoe aanzetten om de manier waarop we werken in vraag te stellen, al was het maar vanuit ecologisch oogpunt, en om na te denken over productie die de gemeenschap dient in plaats van de aandeelhouders. Er is echter weinig radicaal discours. Uiteindelijk kon de MR zelfs het behoud van kernenergie erdoor drukken.”
“Links heeft het opgegeven om radicaal te denken over de economie. We zagen dit opnieuw bij Audi, waar de woestijn compleet was wat betreft oplossingen en vooruitzichten voor strijd. Zelfs indien die al even achter ons liggen, blijft er in België een geschiedenis van bedrijfsbezettingen. Er is ook het voorbeeld van de bezetting en reconversie onder arbeiderscontrole van GKN in Italië, die nog steeds bezig is. Dat komt echter amper naar voren. De PVDA beperkt zich tot een moratorium op afdankingen door autofabrieken. Maar wie gelooft daarin?”
“Er heerst een fatalisme, een berusting. Het klopt natuurlijk dat rechts de verkiezingen won. We moeten dat echter niet te veel interpreteren. Het populistische rechtse discours staat sterker door de verloochening ter linkerzijde. Kort voor de verkiezingen waren er nog peilingen die aangaven dat een vermogensbelasting populair is. Dat is niet verdwenen. Mensen zijn zich bewust van de obscene concentratie van rijkdom. Maar zonder een collectief strategisch perspectief lijkt het zo enorm dat we niet echt weten wat we eraan moeten doen. Alles lijkt onbereikbaar: nationalisatie, socialisatie … We zijn al niet in staat om de schade te beperken, dus waarom nog verder gaan? Het concrete waar we iets aan denken te kunnen doen, beperkt zich tot de buurman die we ervan verdenken 100 euro meer te hebben.”
“Verantwoordelijkheid nemen voor een breuk met het systeem is nodig. Falen komt vaak door een gebrek aan durf op dit niveau. We hebben een project nodig dat tot de verbeelding spreekt, dat hoop geeft en niet alleen de schade beperkt.”
“Dit jaar is het de 80ste verjaardag van het Sociaal Pact, waarop de sociale zekerheid gebaseerd is. Er zal geen tekort zijn aan nietszeggende herdenkingen, gebaseerd op het idee dat iedereen het eens was. Dat is niet waar, er was een krachtsverhouding. De uitdaging van vandaag is niet om de bestaande sociale verworvenheden te verdedigen als het maximaal haalbare. We moeten de verworvenheden verbreden, uitbreiden, verder gaan dan de kwestie van pure financiële overdrachten en ook opkomen voor de socialisatie van de productie en voor bestaanszekerheid van mensen, met huisvesting, voedsel, enz. De bazen zeggen dat ze niet tevreden zijn met deze sociale zekerheid, dus moeten ook wij luid en duidelijk kunnen zeggen dat het niet goed genoeg is en dat we ervoor gaan vechten.”
De directie van Agfa-Gevaert in Mortsel wil eens te meer de gevolgen van jarenlang mismanagement op het personeel afschuiven. Het wil de komende drie jaar tot 530 jobs schrappen, zonder enige garantie dat het sociaal bloedbad daarbij stopt. Van 22.000 werknemers begin deze eeuw blijven er nu in de groep slechts 5000 over. Daarvan werken er 1900 in Mortsel, 550 op het hoofdkwartier en 1.350 in de productie van film. Ooit waren er in Mortsel alleen meer dan 10.000 werknemers. In de productie dreigt nogmaals 40% van de tewerkstelling te verdwijnen. Dit is een vreselijke klap voor het personeel.
Op dit ogenblik is de groep Agfa-Gevaert vooral actief rond medische beelden, digitale processen voor medische beelden en grafisch drukwerk. De afgelopen jaren is het gebruik van radiologische film voor de medische sector, de belangrijkste activiteit in Mortsel, sterk afgenomen als gevolg van digitalisering. Vandaag worden beelden vooral verkocht in Azië en Latijns-Amerika, maar ook daar zal de digitalisering de markt beperken. Het traag schakelen in de productie heeft geleid tot 25 jaar van herstructureringen. Telkens weer waren het de werkenden die hiervoor opdraaien met verlies van jobs in wat ooit een begrip in Mortsel en omgeving was.
Het schrappen van tot 40% van het aantal arbeiders in de productie betekent een sociaal bloedbad. De directie zegt het aantal naakte ontslagen zo veel mogelijk te willen vermijden, door gebruik te maken van vervroegd pensioen en tewerkstelling in andere functies. Daarbij wordt gewezen op de bouw van een nieuwe fabriek voor de productie van membranen voor waterstof in Mortsel tegen eind 2025. Over hoeveel jobs het gaat, kan de directie nog niet zeggen. Hoeveel jobs er nu weg moeten, is daarentegen wel concreet. Wat vervroegd pensioen betreft, is er uiteraard de dreiging dat een nieuwe regering onder leiding van Bart De Wever de toegang verder afbouwt en in de praktijk het vervroegd pensioen afschaft.
ABVV-vakbondssecretaris Bruno Verlaeckt merkte in Gazet van Antwerpen op: “Ik volg Agfa-Gevaert nu al 25 jaar op. In die periode heb ik nog niets anders dan herstructureringen en besparingen gekend. Ik betreur dat er ook dit keer weer alleen naar het personeel wordt gekeken. In het verleden hebben managers van het bedrijf zichzelf bijvoorbeeld royale bonussen uitgekeerd, terwijl het personeel altijd maar moet inleveren. Er wordt nu wel gesproken over die nieuwe fabriek voor de productie van membranen voor waterstof. Maar laat ons eerlijk zijn: die gaat natuurlijk nooit het jobverlies van 530 mensen kunnen compenseren.”
Eerder dit jaar werd Agfa-Gevaert omschreven als een ‘zombiebedrijf’ dat eigenlijk economisch niet levensvatbaar is. Dit komt niet door het hardwerkend personeel, dat tijdens de pandemie nog uitdrukkelijk geprezen werd als essentieel. De echte zombies zijn de directie en de managers die zichzelf grote bonussen toekenden, maar van het bedrijf een stuurloos schip maakten dat alle windrichtingen uitging. Wordt Agfa-Gevaert straks een klein bedrijfje met een heel leger managers?
Na de aankondiging van de directie vraagt het personeel om verduidelijkingen, waarbij de directie moet aantonen welke functie om welke reden kan geschrapt worden. Onhoudbare werkdruk en extreme flexibiliteit worden niet aanvaard. De vakbonden eisen een volledig uitgewerkt plan en verzetten zich tegen elk naakt ontslag. “Iedere job telt”, is het motto.
Tegenover de dreiging van jobverlies bij Agfa-Gevaert is protest noodzakelijk. Er is nood aan een front van al het personeel in het bedrijf om samen in verzet te gaan tegen het geplande sociaal bloedbad, gekoppeld aan de opbouw van actieve solidariteit van de volledige arbeidersbeweging in de sector en de regio. Dit is mogelijk, het personeel van Agfa-Gevaert heeft een lange traditie van strijd en geniet groot aanzien in zowel Mortsel als de volledige sector.
Red de industrie!
In heel Europa zijn er tienduizenden jobs bedreigd in de industrie. Er zijn de economische problemen in China en toenemende deglobalisering, de transitie naar duurzame energie verloopt veel moeizamer dan verwacht, de vraag naar producten neemt af. De reactie van de ceo’s bestaat uit het schrappen van jobs en voorstellen rond lagere lonen. Bij VW in Duitsland zijn minstens 10.000 jobs bedreigd en wil de directie de overblijvenden een loonsverlaging van 10% opleggen. In Frankrijk zijn er 150.000 jobs in de industrie bedreigd. Wat te doen?
De Franse vakbond CGT roept op tot een nationale dag van stakingen en acties op 12 december. Daarmee brengt de CGT personeel uit bedrijven waar jobs bedreigd zijn samen, ook met werkenden uit de rest van hun sector en de volledige industrie. Het verenigen van al wie bedreigd wordt, is een goede stap. Als we bedrijf per bedrijf moeten reageren, worden we één voor één afgeslacht.
Eén van de eisen van de CGT is een nationaal plan voor het onderhoud en ontwikkeling van industriële productie en bijhorende jobs op initiatief van een overheid die een centrale rol speelt in de industrie. Er is effectief nood aan een planmatige benadering.
De ervaringen van de afgelopen maanden en jaren tonen aan dat we dit best niet aan de aandeelhouders en hun ceo’s overlaten. Zij kijken enkel naar de winsten op korte termijn. Zij zetten personeel bij het grof vuil alsof het niets is en liquideren technische knowhow aan de lopende band. Een uitdaging zoals een rechtvaardige ecologische transitie met behoud van jobs is duidelijk te hoog gegrepen voor de bazen en hun winsthonger. Als we het aan hen overlaten, wordt er niet aan het personeel of het klimaat gedacht. Hen nog meer pamperen met subsidies en fiscale cadeaus vult enkel de zakken van de aandeelhouders, maar maakt geen einde aan de onzekerheid van het personeel.
Het personeel van de industrie en de bevolking in het algemeen zijn het best geplaatst om te bepalen wat de noden zijn, inclusief een leefomgeving die niet van overstroming naar orkaan en bosbrand gaat, en weten ook het best hoe alles kan gemaakt worden. Een plan voor de industrie dat vertrekt van onze noden, botst onvermijdelijk met de ceo’s en aandeelhouders. Die laatsten hebben het voordeel dat ze eigenaar zijn van de productiemiddelen, de werkenden hebben het voordeel dat zij alles doen draaien.
Om de noodzaak van een plan voor de industrie op de agenda te zetten en ook af te dwingen, kunnen we enkel rekenen op onze kracht en mobilisatie. Een actiedag zoals in Frankrijk is een goede eerste stap, zeker als het gepaard gaat met algemene vergaderingen waar de actie voorbereid wordt en verder gediscussieerd wordt over welk alternatief we verdedigen en hoe we dat kunnen afdwingen.
Interview. AZ Sint-Jan moet openbaar ziekenhuis blijven
ACOD-LRB West-Vlaanderen weert zich met een voorbeeldige campagne tegen de aanvallen op de zorgverstrekking en het personeel van het AZ Sint-Jan ziekenhuis Brugge. Dat is het laatste openbare ziekenhuis van West-Vlaanderen. We spraken met Stan Geernaert, voorzitter van de LRB-jongeren, militant bij ACOD en tewerkgesteld op de spoedafdeling van AZ Sint-Jan.
Hoe kwam het zo ver dat het AZ Sint-Jan het laatste openbare ziekenhuis in de provincie is?
“Op 1 november 2023 werd het laatste publieke ziekenhuis in Oostende geprivatiseerd. Het Henri Serruysziekenhuis in Oostende scheurde zich los van het AZ Sint-Jan in Brugge en fuseerde met het AZ Damiaan tot één groot Oostends ziekenhuis.”
“Sinds de privatisering van Serruys staat de kwaliteit van de zorg onder druk. Op VRT NWS verscheen op 18 april een artikel waarin getuigen praten over een toxische sfeer en veel wantrouwen. Sinds de fusie vertrokken al heel wat werknemers en de personeelsuitval door ziekte is niet te overzien. Ook de werkdruk is dramatisch toegenomen, de teams zijn er te klein en er is bijna geen marge meer om ziektes en verloven op te vangen.”
“Recent voerde een extern bureau een audit uit op de spoedafdeling van Damiaan en die is uiterst kritisch. De kwaliteit van de zorg en de veiligheid van de patiënt komt in het gedrang. De focus ligt op meer behandelingen, minder tijd per behandeling, financiering van prestaties en niet op kwaliteitsvolle zorg. Ten slotte hekelt de audit ook de chaos en heeft het ernstige bedenkingen over de leiding van de eengemaakte spoedafdeling. Medewerkers worden niet gehoord door het management en er is te weinig appreciatie voor het harde werk van het personeel.”
Dat willen ze nu ook in het AZ Sint-Jan bekomen?
“Vorig jaar ontstond er al onrust op de gemeenteraad toen de vraag rond fusie en eventuele privatisering van het AZ Sint-Jan gesteld werd. Uit het antwoord van burgemeester Dirk de Fauw (CD&V) konden we opmaken dat er een zekere druk van de katholieke zuil wordt uitgeoefend in de richting van een privatisering van het AZ Sint-Jan.”
“Een eengemaakt openbaar Brugs ziekenhuis kan en mag zeker, maar we zullen ons blijven verzetten tegen een privatisering. Als we zien wat dit in Oostende heeft teweeggebracht, moeten we absoluut eenzelfde of misschien wel erger scenario in Brugge vermijden. Daarom hebben we een campagne opgestart voor een sterke publieke zorg voor iedereen onder de slogan: niet winst, maar welzijn.”
“Met een opvallende actie tijdens de 1 mei-optocht in Brugge werd de campagne opgestart. Op 3 juni voerde ABVV-ACOD actie aan het AZ Sint-Jan te Brugge. Niet toevallig net voor de verkiezingen van 9 juni. De Europese Commissie wil dat België 30 miljard euro bespaart en een groot deel daarvoor willen ze vinden in de zorg. 30 miljard, dat is drie keer het jaarlijks budget voorzien voor ziekenhuizen. Met een rechts beleid krijgt de gezondheidszorg de rekening toegestopt. Met een links beleid doen we de rekeningen kloppen door het geld te halen waar het zit.”
Waarom is publieke zorg net nu zo belangrijk?
“Als de volgende regering alleen bespaart, zal de rekening zéér pijnlijk zijn voor alle werknemers, voor werklozen, voor wie arbeidsongeschikt is, voor alle gezinnen in ons land. Veel mensen stellen nu al medische zorg uit omdat ze de factuur vrezen. In 2023 ging het 90.000 mensen! Uitgaven voor gezondheidszorg slorpen een serieus deel van het gezinsbudget op voor wie ziek is. Rusthuizen zijn bijna onbetaalbaar: gemiddeld €2200/maand, zonder medicijnen, tegenover een gemiddeld pensioen van €1900/maand. Huisartsen zijn overbevraagd en lassen steeds vaker een patiëntenstop in.”
“De besparingsmaatregelen werken de privatisering van de zorg in de hand! Nochtans is een publiek ziekenhuis de beste garantie voor betaalbare zorg. De aanwezigheid van een publiek ziekenhuis werkt immers regulerend. Als er publieke zorg in de nabijheid is, zal dat alle prijzen in de buurt drukken. Privézorg zit in de handen van privéondernemers, van bepaalde grote bedrijven. En dat is toch een groot verschil in benadering naar de zorg toe. Je hebt de winstlogica, die vooral primeert bij de private zorginstellingen. En dan heb je eigenlijk ook de patiëntveiligheid en de kwaliteitszorg. Die zaken primeren uiteraard bij de publieke zorg.”
“Als we het over de patiëntveiligheid en de kwaliteitszorg hebben dan zien we dat in bepaalde publieke centra het bovennormpersoneel ongeveer 30% is. Dat betekent dat bovenop de norm van 100% die door het RIZIV bepaald is, er 30% bij komt. Bij de rusthuizen die afhankelijk zijn van steden en gemeenten, de vroegere OCMW rusthuizen, is er een bovennormpersoneel van ongeveer 30%. Bij de rusthuizen onder een VZW’s, dan zit je al met private spelers, varieert dit rond de 15%. Dat is juist het bedrag dat nog gesubsidieerd wordt door de overheid. Bij de echte privéspelers, de profitorganisaties, is er geen bovennormpersoneel.”
“Het maakt dat de werkdruk in een privaat rusthuis of ziekenhuis veel hoger is. Er is veel minder marge voor mensen die uitvallen door ziekte of andere afwezigheden, zoals verlof. In de publieke zorg is er meer marge en zijn er dus ook meer handen aan bed.”
“Voor het personeel zijn er ook verschillen tussen de publieke en de private zorgsector. Het hangt af van je statuut en er zijn plaatselijke verschillen. Als er een uitgebouwde vakbond is die zijn werk doet, zijn de voorwaarden die het personeel collectief kan afdwingen beter.”
De campagne ‘Niet winst maar welzijn’ wil het openbare karakter van het AZ Sint-Jan behouden, maar roept ook breder op tot meer publieke zorg?
“Het is belangrijk dat we het ziekenhuis publiek kunnen houden omwille van de betaalbaarheid en toegankelijkheid. We mogen niet aan klassengeneeskunde doen, waarbij sommigen bepaalde aspecten van de zorg of geneeskunde niet kunnen betalen. Zorg moet toegankelijk en betaalbaar zijn. Dat vereist een uitbouw van de publieke zorg.”
“Openbare diensten zijn de motor van de samenleving. Het dagelijkse leven kan niet zonder de inspanning van die duizenden mensen die voor openbaar vervoer, onderwijs, zorg, cultuur en zoveel meer zaken zorgen. De lokale besturen zijn een cruciale speler omdat ze heel dicht bij de burgers staan en actief zijn op veel van die domeinen, zoals onderwijs en zorg. Zorg is met name heel belangrijk, een samenleving zonder zorg voor elkaar is geen samenleving.”
“Zorg is de lijm die alles samenhoudt. Als we niet zorgen voor mensen, zijn er niet genoeg mensen met de energie en kracht om hun dagelijks werk te doen. Zorg valt in die zin onder wat met een duur woord reproductieve arbeid wordt genoemd. Dat is alle arbeid die ervoor zorgt dat onze samenleving op een dagelijkse basis kan voortbestaan.”
30 miljard besparen, wat betekent dit?
3 keer het jaarlijks budget voorzien voor ziekenhuizen
2 jaar aan terugbetalingen van patiënten van dokters, tandartsen, kinesisten, logopedisten, verloskundigen, wijkgezondheidscentra en psychologen
Met een rechts beleid krijgt de gezondheidszorg de rekening toegestopt. Met een links beleid doen we de rekeningen kloppen door het geld te halen waar het zit.Iedereen heeft recht op kwaliteitsvolle gezondheidszorg.
We hebben de rekening al vaak genoeg betaald!
1993 Start van de verkoop van overheidsbedrijven
1994 BTW van 19.% naar 21%
1995 Accijnzen op brandstof, tabak en alcohol
1996 Loonnormwet, waardoor de lonen niet meer groeien
1997 Verlenging van de loopbaan alvorens op pensioen te kunnen gaan van 40 naar 45 jaar
2008 Financiële crisis, de staat redt de privébanken met overheidsgeld
2012 Degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
2015 Indexsprong
Het wordt tijd dat de regering het geld eens bij een ander gaat zoeken!
Vermogensbelasting op het vermogen boven 1 miljoen euro
= €10 miljard inkomsten per jaar
Belastingschijven van 52.5% en 55% opnieuw invoeren
= €4 miljard inkomsten per jaar
Meerwaardebelasting op winst uit aandelen
= €3 miljard inkomsten per jaar
Hoe kunnen we deze strijd winnen?
“We moeten als vakbond veel strategischer nadenken. Wie zijn onze mensen, wat zijn onze doelen en welke middelen zetten we in om die doelen te bereiken? Ons doel voor de zorgsector is heel duidelijk: het behouden en uitbreiden van de openbare zorginfrastructuur en voorzieningen. We willen een betere toegankelijkheid en een groter aanbod. Hoe gaan we de strijd hiervoor aan? We moeten de publieke opinie veel meer aan onze kant krijgen, onder meer door campagne te voeren.”
“De campagne ‘Niet winst, maar welzijn’ is vanuit West-Vlaanderen opgestart, maar het moet volgens mij verder gaan. Dit is een strijd die veel mensen beroert. Commercialisering en privatisering van de zorg, is iets waar de meeste mensen niet naartoe willen. Er is een groot potentieel om de bredere werkende bevolking mee te krijgen in onze strijd. We zullen dat bereiken door veel meer in te zetten op communicatie en campagnes. Dat doen we in de bredere samenleving, in de publieke ruimte. Maar ook op de werkvloer, door militanten vormingen te laten geven over de gevaren van privatisering, door gesprekken op de werkvloer aan te gaan. Het is immers daar dat we een kracht kunnen uitbouwen waarmee we een tegengewicht bieden tegen die krachten van privatisering die vandaag nog steeds heel sterk zijn. Daar moeten we ons ook geen illusies over maken.”
“We boksen tegen iets op, maar hebben de mogelijkheden om een tegenmacht uit te bouwen. Dat is wat wij als vakbond moeten doen.”
“Met ACOD LRB stuurden we een engagementsverklaring naar parlementsleden en lokale mandatarissen. We vroegen om maximaal werk te maken van de versterking van de publieke zorg en om die niet af te stoten, te privatiseren of te commercialiseren. We hebben ongeveer 270 handtekeningen uit heel Vlaanderen, uit heel veel belangrijke centrumsteden, van toch wel een aantal vooraanstaande figuren, uit de progressieve partijen, maar ook uit soms onverwachte hoek, soms uit andere partijen, ook veel mensen van lokale lijsten die zich achter dat voorstel scharen.”
“Het maakt duidelijk dat we als vakbond een belangrijke factor zijn in deze strijd. Veel politici erkennen dit door onze engagementsverklaring te ondertekenen. Het is ook duidelijk dat we het samen met elkaar moeten doen. We hebben elkaar nodig, de progressieve krachten in dit land, vanuit de politieke zijde, maar ook vanuit het middenveld. Samen gaan we de strijd aan om de openbare diensten te realiseren die we als samenleving verdienen.”
Volg deze strijd via de website nietwinstmaarwelzijn.be, waar er ook een podcast te horen is.
De nota van De Wever ligt in aangepaste vorm terug op tafel, nadat geen van de Arizona-partijen hiermee in oktober naar de gemeenteraadsverkiezingen wilde gaan. Net als andere werkmensen kijken cheminots met afschuw naar die nota. Wat er voor treinbegeleiders en machinisten uitschiet, is de aanval op hun pensioenstelsel.
door een treinbegeleider uit maandblad De Linkse Socialist
Elke week een jetlag
Iemand die minstens dertig jaar gebold heeft – en dus op de meest onmogelijke uren gewerkt heeft – kan ten vroegste op 55 jaar op pensioen.
Om een idee te geven van die uren: iedere kalenderdag zijn die anders. De ene keer begin je om 03.05, de andere keer eindig je om 01.35. Soms sta je in een reeks met bijvoorbeeld alleen ‘vroege’ of ‘late’ diensten, maar het kan ook gemengd zijn. Je bent bijvoorbeeld opgestaan om kwart voor twee ‘s nachts, werkt tot 12u, en de dag erna sta je op je rustdag om 7u op om je kinderen naar school te brengen. Dan verschuift je ‘ritme’ dik vijf uur. Meermaals per week heb je eigenlijk een jetlag. Als je dat decennia doet, betaal je daar qua (gezonde) levensjaren ongetwijfeld een prijs voor. Maar daar staat dus een vervroegd pensioen tegenover.
Tot 12 jaar langer werken
De Wever stelde in de vorige versie van zijn super nota voor om de minimum pensioenleeftijd van NMBS-treinbegeleiders op 1 januari 2025 op te trekken naar 58 jaar. Vanaf 1 januari 2026 wordt die jaarlijks met een half jaar opgetrokken. In de tweede versie staat er “NMBS-personeel (55 jaar)” en het onmiddellijk optrekken naar 58 jaar is er uit.
Wat betekent dit concreet? Het hangt ervan af hoe oud je bent en hoeveel jaren rollende dienst je hebt. Sommigen gaan de eindmeet vlak voor hun neus zien verdampen en enkele jaren langer moeten komen. Iemand die bv op 1 mei 2026 stopt op 55 jaar, zal met dit plan een jaar langer moeten komen. Iemand die op 1 mei 2030 zou stoppen op 55 jaar, moet 5 jaar langer komen. Is het dat wat in de supernota bedoeld wordt met “respect voor de legitieme verwachtingen van mensen die vlak voor hun pensioenleeftijd staan”, “rechtszekerheid” en “respect voor opgebouwde rechten”? Velen gaan in de praktijk tot 67 jaar moeten komen. Vanaf 2049 zal voor treinpersoneel de wettelijke pensioenleeftijd van 67 jaar gelden. (Zie tabel onderaan).
Neem nu mijn situatie. Ik zou niet zoals afgesproken op 1 januari 2037 kunnen vertrekken. Dan ben ik 55 jaar, maar is de minimumleeftijd opgetrokken tot 61 jaar. Ik zou pas op 1 januari 2049 kunnen stoppen en twaalf jaar langer moeten blijven. Tenzij je dan nog steeds na een loopbaan van minimum 42 jaar kan stoppen en er geen jaren afvallen door niet-gelijkgestelde periodes. Dan wordt het april 2046 of ruim negen jaar langer!
Het is vreemd dat er in de nota eerst enkel sprake was van de NMBS-treinbegeleiders. Bij eerdere aanvallen, of ballonnetjes in de pers, was er steeds sprake van het rijdend personeel. Maar in de laatste versie gaat ook de pensioenleeftijd van de treinbestuurders omhoog. Was het een vergissing of wilden ze ons eerst één voor één aanpakken? Zeker is dat een aanval op de pensioenleeftijd van de treinbestuurders het personeelstekort zal verergeren. De geplande uitbreiding van het treinaanbod in december 2024 werd tot groot ongenoegen van minister Gilkinet teruggeschroefd. Wetende dat een bestuurder opleiden 1,5 jaar duurt en je ook nog kandidaten moet vinden, zal dit tegen december 2025 niet opgelost zijn. Er is een laag van treinbestuurders die naar de private goederenoperatoren kijkt, maar de stap niet zet omdat dat wel tot 67j is. Het (geleidelijk) optrekken van hun pensioenleeftijd zou een uitstroom veroorzaken en een serieuze bijsturing van het vervoersplan. Niet dat iedereen bij de goederen terecht kan, Lineas zit weer in grote problemen, maar toch.
Symbooldossier omdat we het nu al niet volhouden
Nu al komen velen niet in aanmerking voor een pensionering op 55 jaar. Ze komen bv op te late leeftijd binnen en kunnen hooguit een beetje voor de wettelijke pensioenleeftijd gaan. De grote baas van de treinbegeleiders zei hierover half oktober nog dat van wie vandaag 48 jaar is, slechts een minderheid op 55 jaar op pensioen kan. Anderen beginnen er jong genoeg aan, maar geven er voortijdig de brui aan. Nog anderen worden medisch afgekeurd. Hoeveel van de ongeveer 6000 betrokkenen zouden uiteindelijk op 55 jaar op pensioen gaan als Arizona dit niet doordrijft? Een minderheid. Veel zal het dus niet opleveren. Voor de Arizonapartijen is het een symbooldossier. Onze pensioenrechten zijn hen een doorn in het oog.
Wie zal deze beroepen nog een volledige loopbaan kunnen uitoefenen? Nu al zien we dat een aanzienlijk deel medisch afgekeurd wordt, dat velen het voor bekeken houden en heel wat gepensioneerde collega’s al in hun zestiger jaren overlijden. Het is al een uitdaging om het dertig tot zevenendertig jaar vol te houden, maar vijfenveertig jaar op de meeste onmogelijke uren opstaan, vanuit de ballast in treinen klauteren, geconfronteerd worden met agressies, aanrijdingen, propvolle diensten en andere bronnen van stress? Het dreigen jobs te worden die mensen maar een korte periode van hun loopbaan uitvoeren.
Rotte kers op de smerige taart: lager pensioen
Alsof dit nog niet erg genoeg is, wil de regering in wording ook de ambtenarenpensioenen op quasi dezelfde manier berekenen als die van werknemers in de privé. Die pensioenen zijn nochtans bij de laagste in West-Europa.
Ambtenaren zijn geprivilegieerd, zeggen parlementairen die ongeveer een drievoudig bedrag als pensioen zullen hebben. Naar Belgische normen hebben ambtenaren inderdaad hoge pensioenen (ikzelf zou bijvoorbeeld een pensioen hebben van € 2179 in 2037). Maar het zijn niet onze pensioenen die te hoog zijn, het zijn de wettelijke werknemerspensioenen die veel te laag zijn!
Bij het spoor is de refertewedde voor de berekening van het pensioen de gemiddelde wedde (zonder premies) van de laatste vier jaar. Door de loonbarema’s heb je ongeveer om de twee jaar een opslag en de laatste jaren van je loopbaan heb je je hoogste wedde. Arizona wou die pensioenen vanaf 1 januari 2025 berekenen op de laatste 20 jaar. Waardoor ze veel lager zullen uitvallen. Vanaf 2026 zou daar ieder jaar een jaar bijkomen. In de laatste versie is dit afgezwakt. Vanaf 1 januari 2025 komt er jaarlijks twee jaar bij. En vanaf 1 januari 2030 jaarlijks een jaar. Bij het spoor zal in 2055 de refertewedde het gemiddelde van de laatste 40 jaar zijn. Tenzij we in 2025 al meteen gelijk getrokken worden met de ambtenaren en naar 12 jaar gaan, dan komt het in 2049 op 40 jaar.
Bovendien wil Arizona onze voordelige tantièmes aanpassen. Je tantième bepaalt in combinatie met je loopbaanjaren het percentage dat je van die refertewedde overhoudt als pensioenbedrag. Rijdend personeel heeft het tantième 1/48. Dat betekent dat je na 36 jaren rollende dienst het maximum van 75% bereikt. Ander spoorwegpersoneel heeft het tantième 1/55. Dat betekent dat je na 41 jaar en 3 maanden loopbaan bij het spoor het maximum van 75% bereikt. Als de regering slaagt in haar opzet, wordt de loopbaanbreuk voor de jaren vanaf 1 januari 2025 1/60. Iemand die dan start, zal minstens 45 jaar moeten werken voor het maximumpercentage. Het zal een complexe berekening worden. Duidelijk is dat we een lager percentage zullen krijgen.
Net zoals het werknemerspensioen, zal de indexering van het ambtenarenpensioen geplafonneerd worden. In de laatste versie “tijdelijk”. Prijsstijgingen zijn dat nochtans niet. Ook de perequatie moet eraan geloven. Dat is de rechtstreekse koppeling van de ambtenarenpensioenen aan de barema’s. Niet dat die bij het spoor de afgelopen 22 jaar nog zijn gestegen, maar het blijft een belangrijk principe.
Ook het vervroegd pensioen komt in het vizier. Enkel kalenderjaren met 156 gewerkte jaren zullen in aanmerking komen voor het bepalen van de lengte van de loopbaan. Voor wie in de loop van een kalenderjaar is beginnen werken, bv na de schoolcarrière afgerond te hebben, telt het eerste jaar meestal niet mee. Als je wat ziek bent geweest of deeltijds werkte onder een stelsel dat niet (langer) gelijkgesteld wordt, bv ouderschapsverlof, riskeren bepaalde jaren niet mee te tellen om vroeger op pensioen te kunnen. Wat met de 13 compensatiedagen en de 13 kredietdagen? Tellen die ADV-dagen mee als gepresteerde diensten? Anders is er niet veel nodig om onder de 156 te belanden.
De periode in een eindeloopbaanstelsel zal beperkt meetellen voor de berekening van het pensioenbedrag. Langer dan een jaar ziek zijn heeft ook een impact. Om werkhervatting aantrekkelijker te maken voor het pensioen, heet dat dan. Willen ze dan echt dat mensen ziek komen werken?
Loopbaanonderbrekingen zonder zorgmotief zullen niet meer meetellen voor het bepalen van de loopbaanjaren en de berekening van het pensioenbedrag.
Als dit alles erdoor komt, zullen velen een pak langer moeten werken voor een pak minder. Het begint erop te lijken dat mensen met zware, moeilijke en ongezonde jobs het pensioen zullen betalen van mensen die wél langer leven: consultants, managers, politici, … Iets zoals aangepast werk is er niet bij het spoor. Op het einde van je loopbaan deeltijds gaan werken wordt afgestraft: dan moet je langer komen en krijg je minder pensioen. De RVA toeslag voor het eindeloopbaanstelsel wordt afgeschaft.
Nochtans werd voorafgaand aan de overheveling van het pensioenfonds van den ijzeren weg in 2007 om de begroting te doen kloppen, een fonds waar generaties cheminots voor hebben afgedragen, beloofd dat alles bij het oude zou blijven.
Strijd nodig
Politiek hebben we bitter weinig bondgenoten. Conner Rousseau heeft zich in interviews bijvoorbeeld meermaals uitgesproken voor de verhoging van de pensioenleeftijd van het rijdend personeel. De regeringsonderhandelaars zijn hier niet over gestruikeld. Er was eensgezind over de afbraak van onze rechten.
We zullen ons dus vooral moeten baseren op de krachtsverhoudingen op de werkvloer en op straat. Het is uitkijken naar een opbouwend actieplan van de vakbonden dat dat van 2014 ruimschoots overtreft.
Tabel pensioenleeftijd en refertewedde volgens laatste supernota
Interview met Grégory Dascotte, secretaris ABVV Metaal Brussel
De directie van Audi ziet geen toekomst voor de site in Vorst. 3000 jobs zijn bedreigd. We spraken met Grégory Dascotte, secretaris van ABVV Metaal in Brussel. Hij werkte 15 jaar als arbeider bij VW en vervolgens bij Audi van 1997 tot 2013. Daar was hij delegee op de werkvloer. Sinds 2013 werkt hij voor ABVV Metaal in Brussel.
Interview door Guy Van Sinoy uit maandblad De Linkse Socialist (afgenomen eind oktober)
Hoe ver staan de onderhandelingen?
“Onze eerste prioriteit is om zoveel mogelijk jobs te behouden. Maar veel werknemers, zelfs de meest gemotiveerde, hebben de hoop bijna opgegeven. Daarom zijn we begonnen met het bespreken van een sociaal plan. We hadden de besprekingen hierover kunnen uitstellen, maar we staan onder grote druk van sommige werknemers – en zelfs van militanten – die alle hoop op de komst van een investeerder of koper hebben opgegeven. De situatie is moeilijk omdat een ontslagvergoeding geen job is.”
“Er waren mogelijkheden om jobs te behouden in de Audi-vestiging in Vorst, ook al waren die minimaal. In ieder geval niet bij Audi, niet bij een merk van de VW Group, maar misschien bij een andere fabrikant. Eerlijk gezegd denken we niet dat het management van Audi Brussels hier echt in geïnteresseerd is, want ze doen er alles aan om de onderhandelingen met een andere constructeur te dwarsbomen. We hebben geen precieze informatie over de gesprekken die het management van Audi heeft gevoerd met andere potentiële kopers.”
Audi kreeg gemakkelijk toegang tot overheidsgeld. Wat zeggen de politici vandaag?
“Op dit moment staan we volledig machteloos. We zijn erin geslaagd om via de PVDA een parlementaire commissie voor economische en sociale zaken te laten bijeenroepen. Die commissie is twee keer samengekomen. De eerste keer presenteerden we het standpunt van de vakbonden. Iedereen was echt beledigd door de situatie. We nodigden de parlementsleden uit om de fabriek te bezoeken, zodat ze met eigen ogen konden zien waarvoor het overheidsgeld dat aan Audi Brussels werd gegeven (157 miljoen euro!), is gebruikt. Ze waren stomverbaasd dat zo’n moderne fabriek gesloten werd.”
“Tijdens de tweede vergadering van de parlementaire commissie was de kloof tussen links en rechts duidelijk. De PVDA wil een moratorium op afdankingen en de sluiting voorkomen totdat er een koper of een alternatief is. De PS roept op tot een oplossing, maar is duidelijk geen voorstander van een moratorium. Wel wil de PS de wet-Renault verbeteren om onder andere onderaannemers op te nemen. De rechtse partijen, zoals de MR en de N-VA, verkeren in een liberaal delirium. Zij vinden dat er meer steun aan bedrijven moet worden gegeven en dat een moratorium absoluut moet worden vermeden, omdat dat volgens hen potentiële investeerders zou afschrikken.”
“Het management kwam – zonder de vakbonden – bijeen met de Task Force (een werkgroep binnen de Ministerraad waarin onder meer De Croo en Dermagne zitting hebben). Het Audi-management liet hen een geheimhoudingsclausule ondertekenen, dus we kunnen niet weten wat er gezegd is. Het is onvoorstelbaar dat politieke vertegenwoordigers – die in principe de verkozen vertegenwoordigers van het volk zijn – op deze manier tot geheimhouding worden gedwongen!”
Publieke subsidies
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Totaal
Gemiddeld per jaar
23,00
26,30
30,50
27,48
25,02
35,40
157,70
20,28
Waren de subsidies aan Audi onvoorwaardelijk?
“Sinds 2002 kent België een systeem van verminderde lasten (ten voordele van de werkgever) voor ploegenarbeid. Bijna de volledige bedrijfsvoorheffing [directe belasting ingehouden op het loon] die door de werkgever op het belastbaar loon wordt ingehouden, moet door de werkgever niet aan de staat worden terugbetaald. Met andere woorden: een aanzienlijk deel van de loonbelasting wordt door de werkgever in eigen zak gestoken. Naarmate de tijd verstrijkt, stijgt het percentage van de bedrijfsvoorheffing dat door de werkgever in eigen zak wordt gestoken. Werknemers zijn zich hier niet van bewust, want wanneer ze hun loonstrookje en documenten ontvangen om hun belastingaangifte in te vullen, wordt op het formulier niet vermeld dat deze voorheffing – ook al gaat het om een voorschot op de belasting – in de zak van de werkgever verdwijnt en niet in de staatskas. Dat zijn miljoenen die worden weggegeven! Zogenaamd om ons meer concurrentieel te maken dan onze buren.”
“Bovendien werden 1 miljoen werkuren uitgetrokken voor de opleiding van het personeel tijdens de omschakeling naar de productie van elektrische voertuigen.”
Als puntje bij paaltje komt, is er dan een reëel vooruitzicht op een koper?
“Volgens het management van Audi Belgium was er een serieuze kandidaat-investeerder – niet uit de auto-industrie – die binnen twee jaar klaar zou zijn. Deze investeerder zou 1.500 werknemers overnemen. Hij eist echter dat Audi zou betalen indien er binnen de zes jaar een herstructurering komt. Het was dus een behoorlijk wankele constructie. Audi zegt niet geïnteresseerd te zijn in dat scenario. Ook hier is er een geheimhoudingsclausule en weten we niet wie het is. Deze pseudo-vertrouwelijkheid is in strijd met de geest van de wet-Renault. Een parlementaire onderzoekscommissie zou dit obstakel uit de weg moeten kunnen ruimen.”
“We hebben vernomen dat ongeveer tien potentiële kopers zich hebben gemeld, Chinezen, Indiërs of anderen, waaronder busbouwers. Maar Audi zwijgt hierover, ongetwijfeld in de overtuiging dat het meer loont om de fabriek te ontmantelen en de gebouwen en de grond stuk voor stuk te verkopen.”
Hoe zit het met het personeel van de onderaannemers?
“Ten tijde van VW waren er al onderaannemers, maar niet zoveel als nu, nu alle logistiek wordt verzorgd door onderaannemers die bijvoorbeeld alle onderdelen naar de assemblagelijnen brengen. In het begin staakten we twee of drie dagen om het gebruik van onderaannemers te beperken. Desondanks zijn er nu bijna duizend werknemers in dienst van de onderaannemers.”
“We proberen hetzelfde akkoord te krijgen als bij Ford Genk – waar de productie nog 1 jaar zou doorgaan – waar het personeel van de onderaannemers hetzelfde sociale plan kreeg als de arbeiders in de fabriek, betaald door Ford.”
Het plan van de multinational is om de productie naar Mexico te verplaatsen?
“Niet echt! De productie van het Q8-model, dat hier wordt gemaakt, zou in 2027 stoppen. Audi heeft besloten om de productie van dit model twee jaar eerder te stoppen, in 2025. Het model dat later in Mexico geproduceerd zal worden, is een nieuwe generatie van de Q8. Er zijn natuurlijk loonverschillen tussen België en Mexico, maar dat is niet de doorslaggevende factor. In Vorst vertegenwoordigen de loonkosten (alle categorieën samen) slechts 8% van de kostprijs van de voertuigen! Natuurlijk zijn de lonen lager in Mexico, maar daar komen de kosten van het transport van de wagens naar Europa en de importtaksen bij. We hebben dit uitgelegd aan de parlementaire commissie, met cijfers in de hand, maar de MR – als een echte dogmatische partij – blijft herhalen dat het probleem wel de loonkosten moet zijn! Ze snappen het gewoon niet!”
“Het echte probleem ligt volgens ons elders. De ene dag is het volle kracht vooruit voor elektrische modellen, en de volgende dag wordt er teruggekrabbeld. Er wordt niet geïnvesteerd in onderzoek naar elektrische auto’s, in tegenstelling tot bijvoorbeeld China. Gebruikers weten op hun beurt niet waar ze aan toe zijn. Ze vragen zich af wat de toekomst is van elektrische auto’s in Europa voordat ze tot aankoop overgaan. De fabrikanten van hun kant willen hun winstmarges behouden, ondanks het feit dat er minder auto’s worden verkocht.”
Heeft Audi de macht om de komst van een andere fabrikant tegen te houden?
“De overheid is blijkbaar volledig ondergeschikt aan de wensen van de kapitalisten. De Croo en Dermagne zeggen tegen ons: vergeet niet dat de grond van hen is… Ook al weten ze heel goed dat hier miljoenen euro’s overheidsgeld in zijn gestoken…”
Tenzij de grond, de gebouwen en hun inhoud genationaliseerd worden…
“Maar dan moet je de politieke moed hebben om te nationaliseren. En geen enkel lid van de regering is daartoe bereid.”
Onze mening: strijd van onderuit organiseren!
De dreigende sluiting van Audi Vorst is slechts één van de aangekondigde collectieve afdankingen. Als we ons antwoord beperken tot wat voor de multinationals en hun politici mogelijk is, zullen we niet ver geraken. Een strijdbaar antwoord is nodig en er is ook potentieel voor. Dat werd aangetoond met de grote betoging van 16 september. Met initiatieven van onderuit gericht op strijd kunnen we onze antwoorden, inclusief de nationalisatie om jobs te redden gericht op productie voor de behoeften van de maatschappij, op de agenda zetten.
Voor massale publieke investeringen in zorg en welzijn op basis van de noden
Zorg voor het zorgpersoneel: collectieve arbeidsduurvermindering tot 32 uur per week, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen
Stop de Arizona-aanvallen op de pensioenen, lonen, openbare diensten en de meest kwetsbaren
We kunnen winnen: voor een opbouwend actieplan tot we resultaten halen. Strijd loont!
Dit systeem is rot tot op het bot, voor een samenleving die niemand achterwege laat: stop het kapitalisme
Protest is noodzakelijk tegen het aanhoudende tekort aan middelen, dat onze krakende zorg en welzijnssector nog meer onder druk zet. De nieuwe en toekomstige regeringen op alle niveaus zijn niet van plan om de nodige middelen uit te trekken voor degelijke dienstverlening en goede arbeidsomstandigheden. Het beloofde 1 miljard van de Vlaamse regering is slechts een druppel op een hete plaat, waarbij ze ons als concurrenten verdelen om deze middelen te bekomen.
Ze zouden luisteren naar het applaus van de bevolking voor de helden van de zorg tijdens de pandemie, maar laten de zorgcrisis ondertussen verder uit de hand lopen. Het toenemende personeelstekort leidt tot meer autoritair management in zogenaamd ‘zachte’ sectoren. Onderdrukking wordt steeds meer de norm, onaanvaardbaar!
Stop repressie en onderdrukking! Investeer in welzijn en gezondheid!
Bovendien worden de tekorten aangegrepen om de sociale sector in een rol van politie-agent te plaatsen om de onderdrukking mee op te voeren. Zo moeten sociaal werkers volgens het Vlaamse regeerakkoord ingezet worden om zieken en werklozen in te schakelen in een systeem van uitbuiting, en moeten ze mensen-zonder-papieren verder uitsluiten. Aan welke kant staan we?
Deze betoging zegt klaar en duidelijk: bricoleren in de marge volstaat niet. Er is nood aan eengemaakt verzet tegen het beleid van alle regeringen. Een betoging van Nederlandstaligen en Franstaligen, personeel uit publieke en private sectoren op alle beleidsniveaus, uit de zorg en uit de bredere welzijnssector.
Het is doorheen strijd dat we onze solidariteit versterken en organiseren. Door consequente strijd kunnen we de wanhoop onder collega’s richten op de verandering die nodig is.
Over sectoren heen: samen acties opbouwen!
Deze betoging is een eerste stap om de politieke machthebbers op andere gedachten te brengen. Ze zullen pas naar onze eisen luisteren als ze niet meer kunnen wegkijken. Toegevingen komen er pas als ze bang zijn dat ze anders nog meer verliezen. Zo’n krachtsverhouding opbouwen, is mogelijk door onze acties op te voeren en uit te breiden. Er is nood aan een oplopend actieplan dat opbouwt naar steeds sterkere acties door meer collega’s te betrekken, de gebruikers van onze diensten te mobiliseren en de werkende klasse in al haar diversiteit in actie te brengen tegen het asociale beleid. Want deze sector belangt iedereen aan! Door strijd geven we het publieke debat richting en bouwen we aan een krachtsverhouding.
Dit is niet alleen voor onze sectoren nodig. Alle indicaties voor het beleid van de toekomstige federale regering zijn verschrikkelijk. Het hele jaar door Halloween voor de werkenden om het hele jaar door kerstmis voor de kapitalisten mogelijk te maken. Aanvallen op de pensioenen, lonen, openbare diensten, werklozen, zieken … We worden allemaal geraakt omdat er volgens De Wever en Bouchez geen andere keuze is. Voor nieuwe miljardencadeaus aan de grote bedrijven en superrijken vinden ze altijd een keuze. Houd de dieven, stop Arizona!
Rechtse populisten spelen in op sociale problemen en onveiligheid, nadat ze die eerst zelf mee organiseren. Een beleid dat een groeiende groep volledig uit de samenleving weert, werkt problemen met druggebruik, armoede, geweld … in de hand. Waar zullen de werklozen zonder uitkering terechtkomen? Sommigen bij het OCMW, anderen op straat. En vervolgens willen de rechtse politici de sociale sector omvormen tot een politie-apparaat dat de onderdrukking oplegt. Sociale zekerheid is een bescherming voor alle werkenden, het is ook een manier om een band met de samenleving te behouden. Handen af van onze sociale zekerheid! Wie aan één van ons raakt, treft ons allen!
Antwoorden op rechts: de samenleving fundamenteel veranderen!
Onze eisen zijn divers, we komen uit erg verschillende sectoren en werkplaatsen. Ze zijn te herleiden tot dezelfde vraag: welk soort samenleving willen we? Een koude kille maatschappij waar de zorg een fabriek is geleid door autoritaire managers? Of een samenleving waarin de vele talenten en mogelijkheden van iedereen ten volle tot ontplooiing kunnen komen, een samenleving met meer en toegankelijke dienstverlening? Het kapitalisme sleurt ons in een spiraal van winsten voor een kleine minderheid en ellende voor de meerderheid. Het zorgt voor barbarij op alle vlakken, van ‘onze’ zorgcrisis tot een toename van verdeeldheid (racisme, seksisme, LGBTQIA+fobie …), klimaatrampen en oorlogen en genocide op internationaal vlak. Daar tegenover plaatsen wij een socialistische samenleving waarin de productiemiddelen onder democratische controle en bezit van de werkende klasse staan zodat we met een rationele planning de beschikbare middelen en rijkdom kunnen inzetten. Kortom, een radicale omwenteling waarbij de werkende klasse in al haar diversiteit zelf de touwtjes in handen neemt.
Tegen geweld op vrouwen, betoog mee op 24 november
“De schaamte moet van kamp veranderen”. Dat zei Gisèle Pélicot, de 72-jarige vrouw op het proces tegen haar 50 verkrachters. De verkrachtingszaak toont hoe wijdverbreid verkrachtingen en geweld op vrouwen in het algemeen is. In België waren er in 2023 meer dan 11.000 klachten wegens verkrachting, gemiddeld 30 per dag. Dat is slechts een fractie van het geweld, volgens de Veiligheidsmonitor wordt 82% van de seksuele aanrandingen niet gemeld. Waarom? Uit schaamte, uit angst niet geloofd te worden, uit gebrek aan begeleiding en zorg … De schaamte kunnen we van kamp doen veranderen door te strijden. Betoog op 24 november mee in Brussel tegen geweld op vrouwen en voor massale publieke investeringen in zorg, scholing en preventie.
Stop de genocide!
De genocide in Gaza treft de volledige bevolking, ook onze collega’s in de zorgsector. Eind oktober werd het Al-Aqsa ziekenhuis in centraal Gaza opnieuw gebombardeerd omdat vluchtelingen op het binnenplein in tentjes probeerden te overleven. Het laatste nog functionerende ziekenhuis in het noorden van Gaza werd al voor de 14de keer aangevallen, waarbij 44 mannelijke artsen en verpleegkundigen werden meegenomen. Solidariteit met het zorgpersoneel in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Libanon is nodig! In maart organiseerden personeelsleden van het Brugman-ziekenhuis in Brussel een actie op de middag om een onmiddellijk staakt-het-vuren te eisen en om solidariteit te betuigen met de collega’s in Gaza. Een idee voor op jullie werkplaats?
Op 7 november is er een betoging van de socio-culturele, zorg- en welzijnssector. Het wordt de eerste betoging tegen het gebrek aan middelen toegekend door de nieuwe (en toekomstige) regeringen op alle niveaus en in alle regio’s. We spraken met werknemers uit deze sectoren over het belang van het protest en de eisen op de werkvloer. Vandaag laten we een werknemer uit de gezinszorg aan het woord.
In welke sector werk je? Ben je daar actief bij de vakbond?
“Ik ben Laurent en werk bij Gezinszorg Villers (PC 318.02, sector gezinszorg). Wij zijn actief in de regio Antwerpen met een 500-tal medewerkers. Als delegee voor BBTK-ABVV heb ik een mandaat binnen de syndicale delegatie.”
Waarom is betogen op 7 november nodig? Wat zijn de belangrijkste bekommernissen onder je collega’s?
“Net zoals andere organisaties in de sector (en daarbuiten) worden wij geconfronteerd met een hoge werkdruk en vele zieken. Dit wordt in de hand gewerkt door de stijgende levensduurte (duurdere boodschappen, energiefactuur, hogere medische kosten). Er is een grote zorgvraag maar door de hoge kosten moeten cliënten besparen op deze zorg of stellen deze uit. Het aantal cliënten neemt niet af (het aantal aanvragen stijgt zelfs) maar het gemiddeld aantal uren per cliënt daalt. De zorgnood blijft wel dezelfde. Hetzelfde presteren op minder uren maakt de job complexer en zorgt voor personeelsverloop.”
“Door de beslissing van het kabinet van Frank Vandenbroucke (Vooruit) om vanaf 1/1/2023 meer ingrepen in daghospitalisatie te laten plaatsvinden, verschuift de zorgzwaarte gedeeltelijk naar de thuiszorg. Zogezegd om de maatschappelijke kost van de ziekenhuizen te verlagen en het probleem van personeels- en beddentekort aan te pakken, maar in feite wordt er een stukje hete aardappel doorgeschoven.”
Wat verwacht je van de betoging?
“Het is hallucinant dat in de regeringsnota’s de zieken opnieuw in het vizier komen: de dames en heren politici gaan hiermee compleet voorbij aan de realiteit. Het is een doelbewuste strategie van verdeel en heers: zieken en niet-zieken worden tegen elkaar opgezet. Het is belangrijk in te gaan tegen deze perverse, patronale logica en de oorzaken te ontmaskeren. Dit zijn collectieve problemen die collectieve oplossingen vereisen. In 2023 bracht de BBTK met de campagne F*CK DE WERKDRUK de eis naar voren van collectieve arbeidsduurvermindering voor alle werknemers.”
“Ik vind dat deze eis terug prominent in het debat moet komen en op tafel moet liggen bij onderhandelingen. De vakbonden zijn in staat om deze eis verder te populariseren. En het mag ook ietsje meer zijn: voor voltijdse jobs een 32-urenweek zonder loonverlies, zonder extra werkdruk en met bijkomende aanwervingen. Dit zou de job ook veel aantrekkelijker maken. Op 7 november moeten we een vuist maken, maar er zal ook een vervolg met een echt mobilisatie- en actieplan nodig zijn.”
Op 7 november is er een betoging van de socio-culturele, zorg- en welzijnssector. Het wordt de eerste betoging tegen het gebrek aan middelen toegekend door de nieuwe (en toekomstige) regeringen op alle niveaus en in alle regio’s. We spraken met werknemers uit deze sectoren over het belang van het protest en de eisen op de werkvloer. Vandaag laten we een personeelslid van een ziekenhuis aan het woord.
In welke sector werk je? Ben je actief bij een vakbond?
“Mijn naam is Karim, ik ben brancardier in een openbaar ziekenhuis in Brussel en ik ben al ongeveer twintig jaar vakbondsafgevaardigde.”
Waarom is betogen op 7 november nodig? Wat zijn de belangrijkste bekommernissen onder je collega’s?
“Het is cruciaal dat we op 7 november met veel mensen op straat komen omdat de situatie in de gezondheidssector niet langer draaglijk is. De beloften van het covid-tijdperk zijn snel vergeten. De crisis in de sector op het hoogtepunt van de pandemie is nu nog acuter: verloop van personeel, wijdverspreide ontevredenheid over slechte arbeidsomstandigheden, steeds autoritairder management, verslechtering van de kwaliteit van zorg … We kunnen alleen rekenen op onze mobilisatie en het opbouwen van een krachtsverhouding tegenover de overheid en de werkgevers. We moeten vechten voor een loonsverhoging en een einde maken aan management dat alleen denkt in termen van excel-grafieken en repressie. Maak plaats voor mensen!”
Wat verwacht je van de betoging?
“Veel volk, strijdbaarheid, sterke eisen, maar vooral perspectieven voor de strijd. Het is vrij duidelijk dat de volgende federale regering opnieuw de gezondheidszorg, sociale voorzieningen en openbare diensten zal aanvallen. Eén mobilisatie, hoe massaal ook, zal niet genoeg zijn om de verantwoordelijken voor de huidige dramatische situatie te doen buigen. Er is dringend discussie nodig over een actieplan op basis van offensieve eisen!”