Category: Op de werkvloer

  • Forges de Clabecq: strijd gaat door met betoging in Vilvoorde

    Op zondag 2 juni betoogden meer dan honderd actievoerders in Vilvoorde na een oproep van het collectief ‘Ceux de Clabecq’. 

    Ze trokken naar een terrein dat vroeger toebehoorde aan het voormalige staalbedrijf Forges de Clabecq. Het ging meer bepaald om het terrein waar tot 1987 een cokesfabriek was gevestigd. Er was een interessante kruisbestuiving met de aanwezigheid van verschillende actiegroepen.

    Het faillissement van de Forges de Clabecq – dat dateert van eind 1996 – is nog steeds niet opgelost. 1.810 arbeiders, 300 bedienden en 100 kaders wachten al meer dan 25 jaar op het saldo van hun loon, goed voor 20 miljoen euro. De verkoop van de site in Vilvoorde zou de nodige fondsen vrijmaken om dat te betalen. De Belgische regering, die destijds garant stond voor een aanzienlijk bedrag betaald door de Europese Unie, wil de opbrengst van de verkoop van de grond echter zelf opstrijken. De betogers eisten op 2 juni dat de voormalige werknemers als prioritaire schuldeisers worden beschouwd.

    Aan het einde van de betoging, die in goede sfeer verliep, nam Silvio Marra, voormalig delegee van het ABVV bij Forges de Clabecq, het woord om duidelijk te maken wat de inzet van deze strijd is en om de aanwezigen te bedanken.

    Guy Van Sinoy

  • Personeel en studenten samen sterk! Interview met Tim Joosen van ACOD UGent

    Aan de UGent namen personeelsleden deel aan de bezetting van het UFO-gebouw. Ze werden actief ondersteund door hun vakbondsafgevaardigden. Dit versterkte het protest. We spraken hierover met Tim Joosen, vakbondsafgevaardigde van ACOD UGent.

    De repressie van het universiteitsbestuur tegen de bezetters doet denken aan hoe bazen stakingen proberen te breken. Klopt die vergelijking?

    “De gelijkenissen zijn effectief heel groot. De universiteit trok naar de rechtbank met een eenzijdig verzoekschrift, waarbij het als eisende partij kan zeggen wat het wil zonder dat er tegenspraak is. De afgelopen jaren werden meermaals eenzijdige verzoekschriften gebruikt om stakingen te breken. De bazen doen dit omdat andere procedures moeilijker zijn. De universiteit deed beroep op een advocatenkantoor met een expertise in het breken van sociale conflicten.”

    “In eerste aanleg werd het eenzijdig verzoekschrift afgewezen. De rechter verwierp terecht het argument dat de bezetting moest opgebroken worden omdat het een ‘disruptief’ karakter had. Bij een sociale actie kan immers altijd enige verstoring verwacht worden. Tijdens de bezetting waren er trouwens twee vergaderingen van de raad van bestuur in hetzelfde gebouw. Tal van lesactiviteiten gingen gewoon door en ook de personeelsleden die in het gebouw werken, konden hun activiteiten gewoon doorzetten.”

    “In hoger beroep bouwde het bestuur een dossier op met incorrecte feiten. Zo beweerde het dat een aantal stopcontacten kapot waren gemaakt, terwijl kan aangetoond worden dat dit al jaren het geval is. Er werd beweerd dat de bezetters de nooduitgangen beschadigd hadden, terwijl er in verslagen van het CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk) al maanden geleden melding werd gemaakt van dit probleem. En dan waren er nog motiveringen die racistisch zijn. Zo meende het bestuur dat de leiding van de bezetting niet langer in handen was van studenten, maar van ‘mannen met baarden’ die ’s avonds orders kwamen uitdelen… Wie de bezetting ook maar een beetje volgde, weet dat beslissingen op algemene vergaderingen werden genomen.” 

    “Nog buiten het feit dat we inhoudelijk achter de eisen van de bezetters staan, is de verdediging van het recht om actie te voeren heel belangrijk voor de vakbonden.”

    ACOD UGent was er snel bij om het protest te steunen. Hoe kwam dit?

    “Enkele weken na het geweld door Hamas op 7 oktober, dat we uiteraard afkeuren, was er al protest tegen het Israëlische offensief in Gaza. Het ging om acties van zowel studenten als personeel. Op een departement als Conflict and Development Studies is er bijvoorbeeld heel veel achtergrondkennis. Er waren wekelijkse acties met teach-ins. Vanaf het begin steunden we dit met de vakbond, we staan immers achter de eis om de samenwerking met Israëlische instellingen te verbreken.”

    “De acties groeiden en kregen bredere steun. Begin mei werd een stap verder gegaan met de permanente bezetting van het UFO-gebouw. Ook dat werd meteen gesteund door een groot deel van het personeel. Het ging verder dan steunen, er was actieve betrokkenheid met tientallen personeelsleden die aan de bezetting deelnamen. “Enkelen van hen werden door deze ervaring overigens lid van onze vakbond.” 

    “Het bestuur deed er alles aan om de beweging te criminaliseren. Een kleine groep actievoerders bekladde het rectoraat met verf en er was een incident. Wij pleiten steeds voor collectieve en massale acties, niet voor individuele acties. Maar het valt op hoe het bestuur dit incident extreem heeft uitvergroot om te polariseren. Dat kan tot op zekere hoogte werken, maar veel personeelsleden merkten de afgelopen jaren dat het bestuur zich steeds zeer hard opstelt en nooit bereid was tot overleg bij acties tegen besparingen of hervormingsplannen. Ze herkenden deze methode. Het belangrijkste is echter dat de actievoerders weergeven wat leeft onder de studenten én het personeel.”

    “Het bestuur speelt het hard met persoonlijke aanvallen op militanten. Dat geeft zelfvertrouwen aan anderen, zo beschuldigde Maarten Boudry de actievoerders van antisemitisme en een professor die de acties steunt werd zelfs sympathie voor de uitroeiing van de joodse bevolking verweten. Dat is van de pot gerukt, maar het toont hoe hard het gespeeld wordt. Er was een campagne om de beweging op alle mogelijke manieren tegen te gaan.” 

    Er was repressie en criminalisering, maar de universiteit deed ook belangrijke toegevingen. Denk je dat de steun van het personeel daar een rol in speelde?

    “Er was zeker een impact. Het gaat natuurlijk om een combinatie van factoren. De publieke opinie was nooit zo duidelijk uitgesproken tegen de genocide in Gaza. Mocht het management niet aangevoeld hebben dat er brede steun was voor de eis van een academische boycot, dan had het geen toegevingen gedaan.”

    “Vanuit de bezetting waren er bewuste stappen om het personeel te betrekken. Er waren regelmatig activiteiten waarop personeel werd uitgenodigd en er werd ook actief naar het personeel toegestapt. Voor de actievoerders was dat belangrijk: ze stonden niet alleen, maar werden gesteund. Het ging niet alleen om personeel van de universiteit, ook syndicale delegaties van andere bedrijven kwamen hun solidariteit betuigen. Op sommige dagen kwamen er meerdere delegaties op bezoek. Dit versterkte het gevoel dat het protest gedragen wordt, het maakte de solidariteit concreet. Deze solidariteit speelde ongetwijfeld een rol in de weigerachtige opstelling van het stadsbestuur om de politie in te zetten bij de ontruiming.” 

    “Het verbreden van de steun naar het personeel en naar werkenden van buiten de UGent speelde een cruciale rol in het opvoeren van de druk waarmee toegevingen zijn afgedwongen. Samen staan we sterk!”

  • Werken tot 67 jaar? Onmogelijk! Getuigenis van Toni, 54 jaar, lifttechnicus

    Vetbetaalde politici die beslissen dat wij tot 67 jaar moeten werken, zijn wereldvreemd. Op de werkvloer zijn er velen voor wie zo lang werken onmogelijk is. We laten in deze reeks elke maand iemand aan het woord die in dat geval verkeert.

    door Guy Van Sinoy

    “De installatie, het onderhoud en de reparatie van liften is een belangrijke sector in de steden. Winkelcentra, kantoorgebouwen en flatgebouwen zijn allemaal uitgerust met moderne liften. De concurrentie tussen de bedrijven in de sector is hevig en de werkomstandigheden zijn zwaar. Om een defecte lift te repareren, moet de monteur vaak eerst alle verdiepingen te voet beklimmen langs de trap met een zware gereedschapskist in de hand.”

    “Het werkschema dat we ‘s ochtends krijgen, wordt vaak verstoord door incidenten die zich in de loop van de dag voordoen: storingen, noodgevallen, enz. Alles moet heel snel gebeuren. Vaak is het onmogelijk om de planning die we ’s ochtends krijgen volledig af te werken. Meestal rijden we met een camionette rond. De planner houdt geen rekening met vertragingen, files en problemen tijdens het onderhoud. Gemiddeld maken we meer dan vijf ritten per dag.”

    “Het werk gebeurt dikwijls in strijd met veiligheidsvoorschriften. Bijvoorbeeld als er in een groot gebouw drie liften naast elkaar staan en de middelste moet gerepareerd worden. Dan moeten we in principe alle drie de liften stilleggen voordat we aan het werk beginnen. ‘Dat is onmogelijk’, krijgen we dan te horen van de beheerders van het gebouw. Het maakt dat we soms aan de schacht van de defecte lift werken, terwijl we op de twee andere liften ernaast moeten letten omdat die constant op en neer gaan. Stress die gepaard gaat met deze werkomstandigheden verhoogt het risico op ongevallen (vallen, elektrocutie, gekneld geraken …).” 

    “Ik zie mezelf dit niet blijven doen tot mijn 67e. Soms denk ik dat ik met wat geluk mijn laatste jaren bij het bedrijf kan afmaken met een fysiek minder zware job, zoals medewerker in het magazijn of op het hoofdkantoor. Dat soort van jobs is er echter weinig in het bedrijf, en ik ben niet de enige die over een paar jaar zestig wordt…”

  • Indrukwekkend protest eist meer middelen voor onderwijs: leerkrachten aan het woord

    Een golf van onderwijsprotest trok begin mei door de Nederlandstalige provincies. Met betogingen in Antwerpen, Oostende, Hasselt, Leuven en Gent kwamen duizenden leerkrachten op straat. Overal was er meer volk dan verwacht. Het is ongezien dat zoveel personeelsleden uit de sector betogen. Het ongenoegen zit dan ook diep. Jarenlang is er al een tekort aan middelen waardoor er uitval is onder de leerkrachten. Dit wordt versterkt door administratieve overlast, gebrekkige infrastructuur, onvoldoende jobzekerheid … Onderwijsminister Weyts kondigt veel aan, maar heeft het personeel en de jongeren niets te bieden. Hij staat letterlijk en figuurlijk met zijn broek op de enkels als het op zijn beleid aankomt. De vele stakers en betogers eisen verandering. Niet zoals de ‘commissie der wijzen’ voorstelt – schuiven met de tekorten, waardoor er nieuwe en soms ergere problemen ontstaan. Maar wel door massaal publieke middelen te investeren in onderwijs en dus in toekomstige generaties. Wij spraken na de betoging in Antwerpen met twee leerkrachten.

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    Pieter, leraar in het provinciaal onderwijs en lid van ACOD: “De actiebereidheid bij veel collega’s is erg groot”

    Wat zijn de grootste problemen met het rapport der wijzen?

    “Het grote probleem met dit rapport is dat het zijn doel volledig voorbij schiet. Het doel was om het lerarentekort op te lossen door het beroep van leraar terug aantrekkelijker te maken. Maar de voorstellen in het rapport zijn op vele vlakken een achteruitgang. Het beroep wordt juist nog minder aantrekkelijk.” 

    “Zo worden de vaste benoemingen verder afgebouwd, met maar maximaal 80% vast benoemden per school. Een vaste benoeming is nochtans essentieel voor je werkzekerheid als leraar. Daarnaast worden verschillende verlofstelsels afgebouwd en wordt deeltijds werken ontmoedigd. Een job als leraar combineren met een gezin zal er niet eenvoudiger op worden.”

    “Verder krijgt de directie meer te zeggen over op welke school je les moet geven en welke vakken je moet geven. Gedifferentieerde verloning wordt mogelijk gemaakt en daarbij worden bekwaamheidsbewijzen flexibel toegepast.” 

    “De voorgestelde 38-uren week klinkt op papier mooi, maar zal in de praktijk niet haalbaar zijn. Dat vele leerkrachten grote problemen zien in dit rapport, bewees de massale deelname aan de verschillende stakingen.”

    Hoe verliep de mobilisatie op jouw school?

    “De mobilisatie verliep opvallend goed. Onze school heeft jammer genoeg geen grote traditie op het gebied van staken en actie voeren. De deelname aan voorgaande stakingen was steeds vrij beperkt. Maar deze keer was de actiebereidheid bij veel collega’s erg groot. Op de actie van 7 mei waren we dan ook met een delegatie van ongeveer 25 collega’s.” 

    “In de weken voor de actie hebben de drie vakbonden samen infomomenten georganiseerd per campus. Op deze infomomenten waren ook telkens niet gesyndiceerde collega’s aanwezig. Enkele collega’s hebben ondertussen besloten zich lid van de vakbond te maken. Deze actie heeft voor veel enthousiasme gezorgd en legt de basis voor verdere strijd, die zeker nodig zal zijn.”

    Wat moet er gebeuren om het onderwijs te verbeteren? 

    “Er moet heel veel gebeuren om het onderwijs te verbeteren, de problemen zijn legio. Alle problemen en oplossingen opnoemen in een korte reactie is gewoon onmogelijk. Wel belangrijk om op te merken is dat dit geen op zichzelf staand probleem is. De problemen in het onderwijs kaderen in een grotere maatschappelijk context. We kunnen wel proberen om de problemen in het onderwijs, zoals het lerarentekort, aan te pakken. Maar als we niet tegelijkertijd een strijd voeren tegen de huidige sociaaleconomische problemen, dan is dit vechten tegen de bierkaai. Een strijd voor beter onderwijs betekent ook een strijd tegen armoede, racisme, uitsluiting … Het is een strijd voor degelijke jobs, meer investeringen in openbare diensten …  Het is een strijd voor een consequent links beleid.”

    Walter, leraar in het vrij onderwijs en lid van COC: “Voor herwaardering zijn meer middelen nodig en meer personeel”

    Wat zijn de grootste problemen met het rapport der wijzen?

    “De kwestie van 38 uren aanwezigheid op school zorgt voor veel ongenoegen. Wie nu 20 of 22 lesuren voor de klas staat, werkt met alle voorbereiding en evaluaties erbij al meer dan 40 uur. Het is een illusie te denken dat 38 uren aanwezigheid op school de werkdruk zal verlagen.”

    “De verlofstelsels, vaste benoemingen en diplomavereisten liggen onder vuur in het rapport. Dit zet de deur open naar willekeur en favoritisme.”  

    Hoe verliep de mobilisatie op jouw school?

    “Op mijn school heeft de vakbondsdelegee bij het uitkomen van het rapport van de raad der wijzen alle collega’s geïnformeerd over wat dit inhield. Toen er nadien een oproep voor een staking en een betoging kwam, waren veel collega’s meteen mee. Het zorgde ervoor dat de directie besliste om die dag geen lessen te laten doorgaan.”

    Wat moet er gebeuren om het onderwijs te verbeteren? 

    “Het is duidelijk dat er verandering nodig is in het onderwijs. Om het beroep van leerkracht echt aantrekkelijker te maken, moet er iets heel anders gebeuren dan wat we de afgelopen jaren zagen en wat de experts nu voorstellen.”

    “De gevolgen van de lange periode van een tekort aan middelen, moeten ongedaan gemaakt worden. In veel scholen wordt er gedroomd van renovatie of uitbreiding van de gebouwen. Als dit nu al gebeurt, moet het altijd met de goedkoopste aannemer. Als die slecht werk levert, blijven de problemen aanslepen. Voor de aankoop van didactisch materiaal, wat niet onbelangrijk is voor mij als leerkracht biotechniek, geldt hetzelfde probleem.”

    “Ook de afbouw van ondersteunend personeel is wraakroepend. Het besparen op het onderhoudspersoneel heeft gevolgen. Bij het secretariaatspersoneel loopt de werkdruk eveneens op. Dat verhoogt de druk, zowel op het ondersteunend personeel als de leerkrachten.”

    “Om het onderwijs echt te herwaarderen, zijn er meer middelen nodig en meer personeel.”

    Waarom het rapport van de ‘wijzen’ op zoveel protest botst

    Een vaak voorkomend argument tegen de stakingen en betogingen was dat het rapport van de ‘commissie der wijzen’ slechts een voorbereidend document is en nog geen beleid. 

    Op zich klopt dat, maar het rapport geeft aan dat er voor oplossingen niet in de juiste richting wordt gekeken. Dat maakt de woede over de problemen vandaag nog groter en het verklaart de enorme omvang van de acties. Bovendien gaf huidig onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) aan dat het rapport de basis vormt voor het volgende regeerakkoord. 

    Het rapport erkent veel zorgen van het onderwijspersoneel. Bij het beschrijven van antwoorden vertrekt het echter van de bestaande tekorten en niet van de expertise van het onderwijspersoneel zelf. Het resultaat is schuiven met tekorten, wat onvermijdelijk bijkomende en ergere problemen zal opleveren. Een belangrijk voorstel van de ‘wijzen’ is de 38-urenweek. Onderzoek wijst uit dat een voltijdse leerkracht over een heel schooljaar (korte ‘vakanties’ inbegrepen) 41,5 uur werkt, in lesweken loopt dat op tot gemiddeld bijna 49 uur. Een verplichte aanwezigheid van 38 uur op school maakt daar geen einde aan. Het wordt bovendien gebruikt om een grotere flexibiliteit mogelijk te maken, bijvoorbeeld door een groter aantal lesuren gekoppeld aan de belofte om andere taken af te bouwen. Dit zou vooral overloon bij een groter aantal lesuren afschaffen en de druk opvoeren om effectief extra lesuren aan te nemen. 

    Aanpassingen van de vereisten van bekwaamheid voor leerkrachten, zetten de deur open voor willekeur door de directies die kunnen bepalen welke vakken een leerkracht mag geven. In plaats van objectieve vereisten in de vorm van een opleiding, zal de directeur dus oordelen. Ook bij het toekennen van een vaste benoeming zou de rol van de directie groter worden, wat de leerkracht in een meer afhankelijke positie plaatst en de directeur een grotere machtspositie geeft. De directie kan bovendien een actievere rol spelen in de lonen. Directies en schoolbesturen kunnen anciënniteitsstijgingen tegenhouden of hogere lonen toekennen aan hun favorieten. Bij gebrek aan middelen zullen de hogere lonen voor enkelingen zijn, terwijl de loonstop voor veel leerkrachten zal gelden.  

    Het zijn uitdrukkingen van een poging om managementtechnieken uit de private sector naar de scholen te brengen. Het doel daarvan is om de tekorten te verdelen door leerkrachten met elkaar te laten concurreren. Niet enkel het personeel is daar de dupe van, maar ook de leerlingen. In het belang van personeel en jongeren is er nood aan een vastberaden strijd voor meer middelen. Betere werkomstandigheden, voldoende personeel en degelijke infrastructuur zijn nodig.

  • Decathlon wil 132 jobs schrappen, en het zijn niet zomaar jobs…

    In april kondigde de Franse sportketen Decathlon de sluiting van haar depot in Willebroek aan en het verlies van 132 jobs. Dit gebeurt onder het voorwendsel van een reorganisatie van de logistiek van haar Europese depots. Drie andere depots worden eveneens bedreigd, in Frankrijk, Spanje en Italië. 

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    Decathlon is een bedrijf dat zichzelf durft omschrijven als “bevrijd”, wat wil zeggen “vrij van vakbonden”. Wanneer een nieuw personeelslid een arbeidsovereenkomst tekent, ontvangt die een symbolisch aandeel van het bedrijf. Dit moet het idee vestigen dat het personeelslid toetreedt tot een ‘grote familie’. In de winkels wordt tijdens de pauzes door het personeel tafeltennis gespeeld. Managers stellen zich graag voor als vrienden van het personeel. Dit alles schept meteen het ideologische kader voor het bedrijf. Het verklaart waarom er al zeven jaar geen echte sociale dialoog meer is geweest. Bijeenkomsten van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) gebeuren via Zoom, met weinig gelegenheid om te spreken. Met notulen wordt geknoeid. Met sociale wetgeving evenzeer. 

    In Willebroek zijn de zaken anders, zowel sociologisch als qua vakbondsorganisatie. In de logistiek zijn er meer arbeiders met een migratie-achtergrond. De afgelopen periode was het vakbondswerk sterk op de logistiek gericht. Zo was er succesvol verzet tegen de invoering van nachtarbeid, zoals die in de depots in Nederland en Duitsland reeds eerder werd ingevoerd. De rechtstreeks bedreigde personeelsleden zijn diegenen die het voortouw kunnen nemen bij de vakbondsstrijd in de hele keten. Gezien de plannen van de directie, zal dergelijke strijd meer dan nodig zijn. 

    De directie wil kleinere voorraden in de winkels, en meer aankopen rechtstreeks naar de koper sturen. Dit wordt overgoten met ecologische argumenten over korte ketens. Het is echter duidelijk dat dit problemen met zich zal meebrengen in de winkels, waar er nu al nadruk wordt gelegd op automatische kassa’s en e-commerce. 

    Syndicaal antwoord organiseren

    Wat er momenteel in de depots gebeurt, dwingt de verkopers in de winkels om de ogenschijnlijke ‘vriendelijkheid’ van hun managers in vraag te stellen. Als ze zien hoe hun collega’s in Willebroek worden behandeld, wordt het duidelijk dat Decathlon helemaal niet vriendelijk is voor het personeel. Die vaststelling zal nodig zijn in de komende strijd. 

    De directie was vooruitziend. In de dagen voor de aankondiging van de sluiting van het depot in Willebroek werden de voorraden in de winkels uitgebreid. Er was duidelijk angst voor stakingsacties. Het personeel dacht bij de aankondiging ook effectief aan acties. De soldenperiode komt er echter snel aan. Acties van het logistiek personeel op zo’n ogenblik kunnen het de directie lastig maken. 

    De afgelopen vier jaar maakte Decathlon in België gemiddeld 17 miljoen euro winst (dus niet omzet, maar winst!) per jaar. De directie heeft bijgevolg allesbehalve gebrek aan middelen. Toch probeert het de werkenden te isoleren om zo goedkoop mogelijke individuele overeenkomsten te sluiten. 

    De vakbonden hebben moeten vechten om vijf data te krijgen voor rechtstreekse vergaderingen van de ondernemingsraad, met een nieuw team voor het sociaal overleg. De directie verzekerde dat het sociaal overleg zou gerespecteerd worden, zelfs indien dit een primeur zou zijn. Dit betekent nog niets voor het lot van het personeel. Er is strijd nodig om elke job te verdedigen. Actieve solidariteit organiseren binnen en buiten de sector is eveneens cruciaal, zeker nu er meer massaontslagen aangekondigd worden.

  • Brussel: personeel openbare diensten in actie om meer middelen te eisen

    Op 14 en 23 mei voerde het gemeenschappelijk vakbondsfront van de Brusselse lokale en regionale besturen samen met personeel uit de zorg, de sociale diensten, de veiligheid en de lokale diensten actie om meer middelen voor de openbare diensten te eisen.

    Dit soort mobilisatie staat in schril – maar positief – contrast met de meerderheidsopinie in vakbondskringen dat een verkiezingscampagne niet het moment is om met de vuist op tafel te slaan. Integendeel, het is net de beste manier om het publieke debat scherp te stellen en diegenen te ontmaskeren voor wie de belangen van de werkenden slechts een electorale gimmick zijn. Deze acties – en het programma dat ze schetsten – vormen een inspirerend voorbeeld dat elders navolging verdient in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in oktober.

    De socialist Jean Jaurès, die in 1914 werd vermoord omdat hij tegen de oorlog was, zei “dat openbare diensten het erfgoed zijn van hen die er geen hebben.” Dat is mooi gezegd en het klopt nog altijd als een bus. Het gemeenschappelijk vakbondsfront verzet zich terecht tegen de aanvallen op onze sociale verworvenheden en tegen de privatisering van een aantal diensten (kinderopvang, conciërges, schoonmaak, preventie, wegenwacht, openbare netheid …).

    “Het doorvoeren van nieuwe besparingen op openbare diensten zal niet alleen de bevolking zwaar treffen, maar in het bijzonder de meest kansarmen, en de werkenden van wie de arbeidsomstandigheden zullen verslechteren. Het zal ook de privatisering van deze diensten vergemakkelijken onder het voorwendsel dat dit meer efficiëntie met zich zal meebrengen,” legt het vakbondsfront uit in een persbericht. Noam Chomsky zei het zo: “Hoe vernietig je een openbare dienst? Begin met het snijden in de financiering. Het zal niet werken. Mensen zullen boos worden. Ze zullen iets anders willen. Dat is de basistechniek om een openbare dienst te privatiseren.”

    De acties waren ook in het bijzonder bedoeld als reactie op de lage lonen die nog steeds gelden in de sector en op het opleggen van disfunctionele of toxische managementtechnieken, overgenomen uit de private sector, die leiden tot voortdurende onderbezetting, een toenemende mentale werkdruk en risico’s voor de gezondheid en veiligheid op het werk.

    Er wordt terecht nadruk gelegd op de eis van arbeidsduurvermindering tot een vierdaagse werkweek van 30 uren, met behoud van loon en aanwerving van extra personeel. Dat zou leiden tot een eerlijkere verdeling van de welvaart, een vermindering van het aantal werklozen, een verbetering van de arbeidsomstandigheden en het welzijn, een daling van de uitgaven voor de sociale zekerheid en een vermindering van de ecologische voetafdruk: voltijdse werkenden zullen meer tijd hebben en deeltijdse werkenden zullen extra loon krijgen voor dezelfde hoeveelheid werktijd.

    Deze eisen zijn gericht op al het personeel van de publieke sector. We sluiten ons aan bij de eisen van het personeel van de lokale en regionale besturen:

    • Stop de besparingen!
    • 10% loonsverhoging nu!
    • Collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week over 4 dagen, met behoud van loon en compenserende aanwervingen!
    • Een beleid om het personeel vast te benoemen, stop de privatiseringen!
    • Meer welzijn, stop het toxische management!
    • Aanwerving van voldoende personeel!

    Met dit soort offensieve strijd kunnen we het vertrouwen opbouwen dat nodig is om de enorme problemen die zich stellen aan te pakken, en de basis te leggen voor een maatschappij die vrij is van uitbuiting, onderdrukking en kapitalisme.

  • Werken tot 67 jaar? Onmogelijk! Getuigenis van Martine, 59 jaar, postbode

    Ministers die beslissen dat wij tot 67 jaar moeten werken, zijn wereldvreemd. Op de werkvloer zijn we met velen voor wie zo lang werken onmogelijk is. We laten in deze reeks elke maand iemand aan het woord die in dat geval verkeert. 

    Door Guy Van Sinoy

    “In de jaren 1960 was mijn vader postbode in een klein dorpje in Wallonië waar iedereen elkaar kende. De buren noemden me ‘de dochter van de postbode’. De postbode was een bekend figuur in het dorp. Hij bezorgde niet alleen elke dag de kranten en de post, maar hij deed ook kleine pleziertjes voor de mensen op zijn ronde. Hij had bijvoorbeeld altijd een kleine voorraad postzegels bij zich, zodat mensen niet naar het postkantoor hoefden om ze te kopen. Hij informeerde mensen die op zoek waren naar een woning als er binnenkort een huis vrijkwam op zijn route. Want in een dorp kent een postbode die te voet zijn ronde doet elk huis en bijna elke inwoner. Dit sociale aspect van het werk van postbode moedigde me aan om in de voetsporen van mijn vader te treden.”

    “Toen ik in de jaren 1980 bij de post begon, heette dat nog de Regie der Posterijen. Sindsdien is er veel veranderd! In 1992 werd het De Post en in 2010 Bpost. Niet alleen de naam is veranderd. Aan de ene kant heeft de vooruitgang in de informatietechnologie nieuwe communicatiemiddelen mogelijk gemaakt (e-mail, sms) en aan de andere kant hebben de Belgische regeringen de Europese richtlijnen opgevolgd om de postmarkt te liberaliseren.”

    “Duizenden postbodes werden aangenomen als contractuelen. Managers uit de privésector, zoals Johnny Thijs, werden aangenomen met lonen die een veelvoud waren van die van een postbode. Zij moesten Bpost hervormen tot een commercieel bedrijf. Vandaag is de bank van de Post opgegaan in BNP Paribas Fortis en bereidt Bpost zich voor om 1,3 miljard euro te spenderen aan de aankoop van Stacy, een privébedrijf dat gespecialiseerd is in online handel. Waar gaan we naartoe? Als mijn vader dit zou zien, zou hij zich omdraaien in zijn graf!”

    “Ik ben 59 en nog steeds postbode. Maar de rondes worden steeds moeilijker te dragen. Voor mij is er geen sprake van dat ik tot mijn 67e blijf werken!”

    https://nl.socialisme.be/98770/werken-tot-67-onmogelijk-getuigenis-van-andree-47-jaar-serveerster-in-een-brasserie
    https://nl.socialisme.be/97888/werken-tot-67-jaar-onmogelijk-loubna-55-jaar-arbeidster-in-een-wasserij
    https://nl.socialisme.be/97367/werken-tot-67-jaar-onmogelijk-getuigenis-van-laura-45-jaar-kapster
    https://nl.socialisme.be/97640/werken-tot-67-jaar-onmogelijk-getuigenis-van-bogdan-45-jaar-bakker
    https://nl.socialisme.be/98525/werken-tot-67-jaar-onmogelijk-getuigenis-door-een-verpleegkundige
  • Audi Brussels: sociaal drama dreigt

    De donkere wolken boven Audi Brussels willen maar niet verdwijnen. Premier Alexander De Croo riep een ‘Task Force’ bijeen en wil naar eigen zeggen een oplossing voor de verkiezingen van juni. De afgelopen maanden werden enkele grote herstructureringen aangekondigd. Samen met de besparingsdruk op de publieke sector en de algemene neergang van de economie, zet dit de werkgelegenheid opnieuw onder druk. Komt daar nog bij dat het aantal werkenden dat meer dan een jaar arbeidsongeschikt is nooit eerder zo groot was. 

    door Julien (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

    Sinds het begin van dit jaar werden bij aangekondigde herstructureringen maar liefst 2.500 jobs bedreigd. Vooral de metaalverwerkende sector wordt hard geraakt, met minstens 1.600 tot 1.850 jobs bij Van Hool. We kunnen daar nog Callebaut, Esprit en Pfizer aan toevoegen. In 2023 was er ook al een sterke stijging van het aantal jobs dat verdween bij collectieve ontslagen. Het ging toen om 7.300 jobs tegenover iets meer dan 3.000 een jaar voordien. Het houdt momenteel niet op. ArcelorMittal beloofde om 1 miljard in de site in Gent te investeren, maar dat gaat niet door. En dan is er uiteraard nog Audi Brussels. 

    https://nl.socialisme.be/98944/bad-bank-vlaanderen-en-van-hool

    Eind maart kondigde de directie van Audi in België aan dat de contracten van 371 interimmers niet zouden verlengd worden na 8 april, de datum waarop de productie werd heropgestart na een pauze van drie weken. Het is op zich schandalig dat een bedrijf zoveel gebruik maakt van interimarbeid en dus van onzekere tijdelijke contracten die op elk ogenblik kunnen gestopt worden. 

    In de befaamde ‘task force’ van De Croo zitten vertegenwoordigers van de regering en van het management van de fabriek, maar uiteraard niet van het personeel. De Croo belooft dat er in de komende weken een oplossing komt, maar het management komt doorgaans in november met toekomstplannen. Dat dreigt in volle regeringsformatie te vallen, waardoor een regering van lopende zaken dit dossier zou beheren. 

    De directie legde drie scenario’s op tafel. Bij Audi zijn alle toekomstige modellen al verdeeld over de verschillende productiesites, zonder die in Brussel. Het is niet uitgesloten, maar erg onwaarschijnlijk dat Audi met nog een nieuw model komt om de productie in Brussel na 2026-2027 te behouden. Een tweede mogelijkheid is dat de site in Vorst een ‘overloopfabriek’ wordt om bij te springen indien andere fabrieken de vraag niet kunnen volgen. Met de dalende vraag en de huidige overcapaciteit van ongeveer 10% bij VW, is ook dat weinig waarschijnlijk. Bovendien zou een dergelijke invulling van de Brusselse vestiging veel kosten en tijd vragen om telkens weer de assemblagelijnen aan andere modellen aan te passen. Het derde scenario is dat van een fabriek die reserveonderdelen levert aan andere vestigingen. Volgens Gocar is dat eveneens weinig waarschijnlijk gezien de concurrentie uit Oost-Europa. De Brusselse fabriek specialiseren in accupakketten en de reparatie en recyclage ervan zou waarschijnlijk gepaard gaan met een drastische afbouw van het personeelsbestand.  

    De Belgische en Europese industrie staan er niet goed voor. De binnenlandse productie in België daalt sterker dan in Frankrijk en Duitsland. Tussen 2022 en 2023 is de rivieroverslag in de haven van Luik met 20% gedaald.

    De Croo heeft momenteel weinig te bieden: Subsidies? Steun voor de opleiding van personeel? Energiefacturen verlagen? Hij overweegt zelfs om investeringsaftrek (tot 40%) toe te staan voor groenere activiteiten. De wet staat dit normaal gezien niet toe voor de productie van elektrische voertuigen, maar er zou een uitzondering gemaakt worden. Op het eerste gezicht zal dat niet volstaan om jobs op lange termijn te behouden. Bij Audi in Vorst vertegenwoordigen de lonen slechts 10-12% van de uitgaven.

    Om jobs te redden, zouden het bedrijf en zijn toeleveranciers onder publieke controle en beheer moeten worden geplaatst. De productie van auto’s, vooral luxemodellen, in stand houden in een verzadigde markt is geen oplossing. De bestaande knowhow en technologie kan beter ingezet worden om maatschappelijk nuttige goederen te produceren. Er is geen tekort aan behoeften. 

    https://nl.socialisme.be/98900/jobverlies-in-de-industrie-welke-inspiratie-kunnen-we-halen-uit-de-strijd-van-clabecq
  • Bad bank Vlaanderen en Van Hool

    Van Hool is officieel failliet. Daarmee komt een einde aan de maandenlange soap die het leven van 2.500 werknemers in de wacht zette. Het is geen vrolijk einde. De curator die het faillissement overschouwde, aanvaardde de kandidaat-overnemer die het snelste haar bod kon bevestigen. Dat werd een samenwerking tussen het Nederlands industrieel concern VDL en de Duitse truckbouwer Schmitz Cargobull. Veel zekerheid gaf dat de werknemers niet. Er zouden 650 tot 950 jobs behouden blijven. Zouden. Beide overnemers hebben al fabrieken in België, niemand houdt hen tegen om met Van Hool een concurrent uit te schakelen en de merknaam en knowhow te behouden als lege doos.

    door Koerian (Gent)

    Zelf produceren

    Het had anders gekund. Vlaanderen moet nog 2 miljard euro uitgeven aan ecologische bussen. Een deel daarvan was een raamcontract bij Van Hool, een ander deel een recent afgesloten raamcontract bij het Chinese BYD. Het is niet moeilijk om één en ander samen te leggen. Door het produceren van haar eigen bussen had de overheid geld kunnen besparen en jobs kunnen redden. Had de overheid in 2012 overigens Ford Genk in handen genomen en aangepast tot fabriek voor ecologische bussen, had het zelfs geen raamcontracten nodig gehad.

    Blanco cheque voor inhalige familie

    Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. De keren dat de Vlaamse regering zich al stootte aan haar eigen vrije-markt-dogma is daarentegen stuitend. De familie-Van Hool rolde jaren vechtend over de fabrieksvloer en bracht daarbij willens en wetens haar productie en – belangrijker – de jobzekerheid van haar werknemers in gevaar. De inhaligheid van de Van Hools, die de winsten van hun bedrijf decennialang via een holding in hun eigen zakken staken, kent geen grenzen. 

    De incompetentie en geldzucht van de Van Hools is stof voor een Vlaams televisiedrama. Het is echter aan precies deze familie dat de Vlaamse regering bankgaranties gaf. Tijdens de coronacrisis gaf Vlaanderen via Gigarant 68 miljoen euro bankwaarborgen aan Van Hool, de helft gedekt door de Europese investeringsbank. In plaats van deze familie op het matje te roepen, of 2500 jobs te redden door zelf bussen te produceren, gaven N-VA, CD&V en Open Vld hen een blanco cheque.

    Wereldwijde subsidiecompetitie 

    Dit beleid beperkt zich niet tot Van Hool. Gigarant is een waarborgvehikel van de Vlaamse overheid. Wanneer bedrijven geen geld meer krijgen van banken stelt de Vlaamse overheid zich borg voor de lening in kwestie. Sinds de coronacrisis wordt deze methode steeds agressiever toegepast. Het budget van Gigarant werd opgetrokken naar 3 miljard euro. Zo wordt met ons belastinggeld een bad bank opgericht voor bedrijven die door de Vlaamse regering worden uitverkoren. 

    Gigarant maakt deel uit van een heuse bedrijfssubsidierace. Landen en allianties proberen bedrijven te lokken met steeds grotere subsidies. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk het opbod aan subsidies voor elektrificatie tussen de EU en de VS. Met respectievelijk de Green New Deal en de Inflation Reduction Act gooien ze miljarden cadeaus op tafel in de hoop dat hun productie van batterijen en elektrische wagens groter wordt dan die van de ander. Maar ook tussen landen speelt die competitie. Duitsland deed onlangs een bod van 1,3 miljard euro subsidies om Arcelor Mittal te overtuigen hun productie daar uit te bouwen. Daarmee deed het beter dan Frankrijk (850 miljoen euro) en België (250 miljoen euro). Slecht nieuws voor de fabriek in Gent. Eigenlijk proberen regeringen de economische crisis voor kapitalisten op te lossen door zoveel mogelijk belastinggeld – geld van de werkende klasse – naar de zakken van aandeelhouders te sluizen. Dat is een race to the bottom voor de werkende klasse. In 2015 maakte de Belgische regering 100 miljoen euro vrij om de – winstgevende – Audi-fabriek in Vorst te behouden. Vandaag dreigt de Audi-top de productie opnieuw te verplaatsen wanneer België niet met meer geld over de brug komt. Het is makkelijk investeren wanneer de belastingbetaler je een hangmat voorziet. 

    De federale en Vlaamse regeringen zijn altijd al kampioenen geweest in het subsidiëren van bedrijven, maar duwen sinds corona extra op het gaspedaal. Volgens econoom Eric Dor keerde België in 2021 alleen al 15,74 miljard bedrijfssubsidies uit (financiële sector exclusief). Terwijl de zorg, kinderopvang, het onderwijs en andere openbare voorzieningen smeekten om een beetje extra middelen, konden bedrijven rijkelijk hun zakken vullen.

    Belangenvermenging 

    Bankwaarborgen via Gigarant zijn nog problematischer dan bedrijfssubsidies, omdat het ervoor zorgt dat Vlaanderen dezelfde rol speelt en belangen heeft als een bank. Ineos is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld. De chemiemultinational wil een vervuilende methaankraker bouwen in de haven van Antwerpen. Banken wilden geen leningen geven, omdat het onzeker was of Ineos wel omgevingsvergunningen ging krijgen. Gigarant stelde zich borg voor 500 miljoen (!) euro. Zo werd de Vlaamse Regering betrokken partij. Ze leverde de omgevingsvergunning af en ondanks dat de rechter die heeft vernietigd, is de bouw van de fabriek begonnen. Ook bij Van Hool speelde deze belangenvermenging een rol. Het bedrijf had voor 200 miljoen euro schulden bij banken. Voor die banken bood een snelle overname door VDL en Schmitz Cargobull de grootste kans om dat geld te recupereren en dus voor de Vlaamse regering om haar Gigarant-waarborg terug te krijgen. Wat er daarbij met de werknemers gebeurt, is voor hen van secundair belang.

    Het kapitalisme faalt. Het vernietigt de planeet, is niet in staat een menswaardige toekomst te creëren voor de overgrote meerderheid van de bevolking en kan niet eens haar eigen bedrijven rechthouden zonder miljarden van ons geld weg te gooien. Een subsidiewedloop is geen oplossing. Er zijn heel wat nuttige sectoren zoals de zorg, het openbaar vervoer en het onderwijs die dringend materieel nodig hebben. We hebben bedrijven nodig om die noden te vervullen. Een genationaliseerde Van Hool fabriek had De Lijn en de Tec van kwalitatieve en ecologische bussen kunnen voorzien. Door het proces van a tot z te controleren en zonder winsthonger als remmende factor hadden ze kunnen worden aangepast aan de noden van reizigers. Dat hoeft zelfs niet onder controle van de overheid. De 2500 werknemers hadden alle kennis en knowhow om zelf de productie in handen te nemen. Dat kan. Toen multinational GKN haar fabriek in Firenze wilde sluiten, verenigden de 400 metaalarbeiders zich in een raad die de fabriek bezette. Daar produceren ze nu al een hele tijd cargofietsen en zonnepanelen. Laat het een voorbeeld zijn voor de Belgische vakbonden.

  • Sociale verkiezingen: Nigel en Serge, kandidaten aan KULeuven en VUB

    Begin mei zijn er sociale verkiezingen in honderden bedrijven. Duizenden werkenden zijn kandidaat. We stelden enkelen van hen volgende vragen.

    1. Welke thema’s en eisen staan vooraan in jouw bedrijf of sector en hoe kunnen die eisen gerealiseerd worden? 
    2. Wat vind jij belangrijk bij de organisatie van de vakbonden op de werkvloer en hoe maak je van de vakbond een instrument van strijd? 
    3. Hoe kan je die vakbondswerking politiseren en versterken?

    Nigel, kandidaat voor ABVV aan de KULeuven

    “Een specifiek kenmerk van de organisatie van de universiteit is dat iedereen sterk verdeeld is over verschillende campussen, onderzoeksgroepen etc. Dat zorgt ervoor dat de opkomst bij de sociale verkiezingen bijzonder laag ligt in vergelijking met andere sectoren. Ook merk ik dat het antisyndicaal discours van de media wel degelijk zijn invloed heeft op de werknemers. Nog voor we eisen naar voren kunnen schuiven, is het dus belangrijk om personeel te betrekken bij de vakbondswerking en ervan te overtuigen dat het belangrijk is een sterke syndicale delegatie te hebben.

    “Een ander probleem aan de universiteit is de wirwar van verschillende statuten: ABAP, ATP, ZAP, bursalen… Eisen moeten daardoor ‘vertaald’ worden naar de verschillende statuten, wat de werkgever toelaat om verschillende categorieën van personeel anders te behandelen. Het is daardoor belangrijk om een sterk programma te hebben dat niet verzandt in ‘technische’ kwesties.”

    Serge, kandidaat voor ABVV aan de VUB

    1/ “Een belangrijk thema is dat van de ongeregistreerde, en dus onbetaalde, overuren die het academisch personeel kloppen. Deze zijn uiteraard het gevolg van het gebrek aan personeel: het aantal studenten per prof wordt ieder jaar steeds groter. Verder wordt het academisch personeel vaak overladen met allerhande taken en opdrachten die niets met hun kerntaak te maken hebben, zoals het moeten bijzitten in comités en het zoeken van fondsen voor onderzoeken. 

    “Daarnaast is er de kwestie van de bursalen. Dit zijn onderzoekers/doctoraatsstudenten die vaak onder tijdelijke en precaire contracten werken voor de universiteit. Deze collega’s genieten amper sociale bescherming, en zijn voor hun werkzekerheid en loon volledig afhankelijk van hun leidinggevenden en de verworven fondsen voor hun onderzoek. Dit zorgt voor enorm veel prestatiedruk en maakt hen extra kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag.

    “Deze thema’s zijn zeker niet nieuw. Er zijn al talloze onderhandelingen geweest tussen directie en vakbond, maar de onwil van de directie om dit deftig aan te pakken zorgt ervoor dat de problemen blijven. Deze onwil verbaast natuurlijk niet, want zij halen hun voordeel uit deze situatie. Enkel door de druk op te voeren vanuit de vakbond toe en (te dreigen met) acties te organiseren kunnen we de directie tot verandering dwingen.

    2/ “Belangrijk is de communicatie vanuit de verkozenen en de rest van de vakbondsmilitanten en het personeel. Een open communicatie over acties, strategieën en over wat er onderhandeld wordt tijdens de raden me essentieel om alle collega’s betrokken te houden. Deze communicatie kan gebeuren door middel van vergaderingen, maar ook langs elektronische weg. Daarnaast mag de vakbondsleiding ook niet ‘gesloten’ zijn. Een vakbond moet gemakkelijk benaderbaar zijn en iedereen mag een mening en ideeën geven over de te volgen strategieën en acties. Zo werd er bij ons op een ledenvergadering gestemd over de samenstelling van de kieslijsten. De lijst werd dus niet van bovenaf opgelegd, maar van onderuit verkozen. Syndicale democratie is belangrijk voor de betrokkenheid en om vertegenwoordiging te garanderen.”

    3/ “Hoe je het ook draait of keert, syndicaal werk is uiteindelijk ook politiek werk. De strijd voor meer middelen in het (hoger) onderwijs begint bij uit te leggen aan collega’s dat deze middelen bestaan in de samenleving, en dat het de werkenden zijn die deze middelen creëren. Het feit dat de regering te weinig investeert in onderwijs en dat er vooral fondsen worden gegeven aan onderzoeken die op termijn winstgevend zijn, is een politieke keuze vanuit de kapitalistische klasse. De strijd voor betere werkomstandigheden en voor meer geld is een strijd voor de middelen die door onze klasse zijn gerealiseerd maar die ons werden afgenomen. Om deze strijd te versterken, proberen we op onze universiteit ook samen te werken met linkse politieke studentenorganisaties.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop