Overgenomen van de Facebook-pagina van ACOD-delegee Tim Grauls
De stelling dat het ambtenarenpensioen te hoog zou liggen, en dat een “gelijktrekking” erin zou moeten bestaan om het te laten zakken tot op het niveau van het werknemerspensioen is absolute onzin.
Enkele cijfers om dit te illustreren. Neem het netto vervangingsratio van de gemiddelde pensioenen tegenover het laatste gemiddelde loon. De cijfers van Eurostat tonen dat de gemiddelde pensioenen in België (ratio 0,48) een heel eind onder het Europees gemiddelde vallen (ratio 0,6).
Cijfers van Pensionstat tonen dat het nettopensioen in 2023 gemiddeld 1640 euro per maand. Voor ambtenaren gaat het om een gemiddeld nettopensioen van 2.357 euro per maand, of een vervangingsratio van 0,69. Dat is net boven het Europese gemiddelde, het niveau van Luxemburg.
In de privésector is het gemiddelde nettopensioen slechts 1.467 euro per maand, of een vervangingsratio van 0,42. Dat is het op twee na laagste niveau van Europa, ongeveer op het niveau van Cyprus. Met andere woorden: de pensioenhervormingen van De Wever zullen ons land naar de Europese bodem brengen qua pensioenen.
De essentie van de zaak blijft vooral een politieke vraag. Het gemiddelde pensioen in de privésector bedraagt 1.467 euro, bij ambtenaren is dat 2.358 euro. De mediaanpensioenen zullen nog een stuk lager liggen. Vinden we dit écht te veel? En vinden we echt dat gemiddeld 40 jaar werken te weinig is? Zijn mensen die voor die bedragen na zoveel werkjaren op pensioen gaan profiteurs?
De regering wil door deze besparing 3 miljard besparen op de pensioenen. Zijn daar geen alternatieven voor? Ja, die zijn er. Nog één cijfer – uit de sociaal-economische barometer 2024 van het ABVV. Die brengt een aantal interessante cijfers naar voren. Bijvoorbeeld: de omvang van de jaarlijkse lastenverlagingen naar bedrijven ten koste van de sociale zekerheid. In 25 jaar tijd stegen die van 1,6 miljard naar 16 miljard euro per jaar: een vertienvoudiging. Dàt is de reden waarom rechts stelt dat de pensioenen niet meer betaalbaar zijn: met de middelen van de sociale zekerheid werden cadeaus uitgedeeld aan het patronaat, en dat mag niet ter discussie staan.
De betoging en stakingsacties maandag waren opmerkelijk. In het Nederlandstalig onderwijs was de deelname fenomenaal. Ook bij het spoor werd veel gestaakt en betoogd. Het toont de woede over de aanvallen die Arizona wil doorvoeren. We spraken met een treinbegeleider.
Was de actiedag een succes bij jou op het werk?
“Ja, op veel werkzetels, zeker bij de operationele diensten, hebben we stakingspercentages tussen de 75 en de 100%.”
“Qua impact op het treinverkeer is dit de sterkste staking sinds de invoering van de minimale dienstverlening. Minder dan een kwart van het normale aantal treinen reed. Zonder dat er seinhuizen plat lagen. Op bepaalde lijnen reden zelfs geen treinen. De berichtgeving in de burgerlijke pers gaat hier van misleidend tot leugenachtig.”
“We zijn ergens slachtoffer van ons eigen succes. Vele betogers geraakten niet op het Albertinaplein omdat ze geen vervoer hadden of geen opvang voor hun kinderen omdat de school of crèche gesloten was. Dit onderstreept nog maar eens het belang van openbare diensten.”
“Toch was de staking een versterking voor de betoging. Ik schat dat ongeveer 500 cheminots meeliepen in de betoging. Dat is al geleden van in het begin van mijn loopbaan. Ook van mijn depot trok ruim 10% naar Brussel. Meestal doet alleen een deel van de militanten dat. Velen staakten of betoogden voor het eerst. In mijn standplaats staakte zelfs de helft van de nieuwelingen. Dat is ongebruikelijk.”
Wat betekent Arizona voor jou en je collega’s? Gaat het enkel om de pensioenen?
“Te veel om op te sommen. Het betekent langer werken voor honderden euro’s minder pensioen. In het geval van het rijdend personeel tot twaalf jaar langer! Afschaffing van het verbod op zondagswerk en nachtwerk vanaf middernacht in plaats van vanaf 20 uur, zal de premies onder druk zetten. Netto gaat het bij bijvoorbeeld treinbegeleiders maandelijks over honderden euro’s die in het vizier komen. Nu behouden we de eerste 6 maanden ziekte 100% van onze platte pree. Dat wil Arizona na een maand al naar 60% drukken. Je moet maar eens een zware operatie achter de rug hebben of ernstig ziek zijn. Dit is mensen in de armoede duwen!”
“Onze juridische werkgever is HR Rail. Arizona wil die opdoeken. Zullen NMBS en Infrabel ons statuut overnemen? Of krijgen we een slechter contract onder de neus geduwd? Wat met de hospitalisatieverzekering van de actieve en gepensioneerde cheminots? Onze ziekenkas willen ze afschaffen. De regering aast op het geld in onze kas van de sociale solidariteit. Om ons stakingswapen af te zwakken willen ze het opvorderen van stakers introduceren.”
Deze betoging was straf, hoe kunnen we dit protest verder opbouwen?
“Aanvankelijk zouden we waarschijnlijk met een paar duizend militanten aan de pensioentoren staan. De druk van onderuit om verder te gaan is groot. Stakingsaanzeggingen voor de actie werden omarmd bij het spoor, de MIVB en in het Nederlandstalig onderwijs. Dit resulteerde niet alleen in een hoge opkomst in die sectoren, maar legde ze ook grotendeels stil. De concentratie werd een betoging. Gaandeweg volgden ook stakingsaanzeggingen bij bijvoorbeeld de post en de gevangenissen. Het potentieel voor verdere aangroei van de beweging is groot.”
“We hebben in alle sectoren pamfletten nodig die de aanvallen concretiseren, personeelsvergaderingen met werkonderbreking om die uit te leggen, om te praten over wat voor acties we nodig hebben en welke eisen we tegenover Arizona stellen. Maandelijkse 24-urenstakingen zullen niet volstaan.”
“De wettelijke pensioenleeftijd is al te hoog. De meeste pensioenen zijn te laag. Veel beroepen zijn zwaar zonder dat een vervroegd pensioen mogelijk is. Er moet geantwoord worden op de zogezegde noodzaak van besparingen. Door bijvoorbeeld te wijzen op de verlaging van de vennootschapsbelastingen waardoor we ondertussen jaarlijks 16 miljard euro mislopen, op de verdeeldheid die gezaaid wordt tussen ambtenaren, kleine zelfstandigen en werknemers in de privé.”
Reactie van de ACOD-delegatie op de beschuldigingen van een aanval op de politie door brandweerlieden
De recente mediaberichten waarin onze brandweerlieden worden beschuldigd van het aanvallen van de politie met traangas en het verwonden van meerdere agenten, zijn uiterst ernstig. Deze beschuldigingen, die snel werden verspreid, schaden de eer en integriteit van ons beroep. Beelden zijn gepubliceerd.
Onze collega’s brandweerlieden zijn noch bewapend, noch uitgerust met helmen of andere middelen vergelijkbaar met die van de ordediensten. Uit de feiten die we kennen via de verspreide video’s blijkt duidelijk dat een geïsoleerde brandweerman tegen de grond werd gewerkt en vervolgens hardhandig werd vastgehouden door meerdere politieagenten. Bezorgde collega’s probeerden de man op de grond te hulp te komen.
Wij veroordelen deze duidelijk ongefundeerde beschuldigingen met klem en betreuren een eenzijdige visie zonder de politieactie in vraag te stellen. Een brandweerman (die mogelijk enkele centimeter voorbij de politieafzetting stond?) werd volgens de beelden op de grond geslagen. Ook het gebruik van een pepperspray is aangetoond, maar deze is in handen van een politieagent. De politie draagt geen maskers, en het is aannemelijk dat de spray die hun collega’s hinderde, werd gebruikt door een politieagent.
Wanneer deze feiten worden bevestigd, zou het passend zijn:
1. Dat de politie een correcte rectificatie publiceert.
2. Dat de directie een correcte rectificatie publiceert.
De delegatie stelt vragen bij de manier waarop de directie de ontvangen “informatie” aanpakt. Is het gepast om zo snel te reageren terwijl een situatie tijd vraagt om de nodige informatie te verkrijgen? Het gevoel dat leeft onder onze collega’s is dat de operationele agenten standaard als schuldig worden beschouwd. “Het is maar de vraag of ze hun onschuld kunnen bewijzen!”
We moeten ons afvragen of het logisch is dat drie of vier “losgeslagen brandweerlieden” (bewapend met pepperspray maar zonder enige bescherming) besloten om in hun eentje gehelmde en bewapende politieagenten met stokken, schilden, pepperspray en in overmacht te bestormen. Aan het einde van deze aanval zouden vier politieagenten gewond zijn geraakt! Dit klinkt al verrassend bij het lezen.
Als we ons beperken tot de informatie uit het persbericht, kan men aannemen dat geen enkele brandweerman een letsel heeft opgelopen… Dit is meer dan verrassend gezien de krachtsverhoudingen en de beelden waarop we zien hoe iemand tegen de grond wordt gewerkt.
Het is dringend noodzakelijk om een respectvolle en constructieve dialoog aan te gaan om een serene sfeer te herstellen. Als het inderdaad zo is dat het verboden is om het voorziene manifestatiegebied te overschrijden (mits dat het geval is), dan vinden wij het moeilijk te begrijpen hoe deze situatie een spectaculaire val rechtvaardigt, zoals te zien is op de beelden. De andere aanwezige collega’s hebben hun handen open, voor zich, om verkeerde bewegingen te vermijden, en proberen hun collega overeind te helpen. Ze lijken zichtbaar gestrest maar vertonen geen agressieve handelingen. De brandweerman die tegen de grond werd gewerkt, is waarschijnlijk de enige persoon waarvan men onmiddellijk kan vrezen dat hij gewond is geraakt bij het bekijken van de verspreide beelden.
Het vakbondsprotest gisteren was bijzonder sterk. Er wordt nu gestart met de mobilisatie naar een grote betoging binnen een maand, op 13 februari. Dat kan best met infosessies op elke werkplaats. Samen met de woede die gisteren al op straat kwam, kunnen we zo een historische betoging opzetten waar de volgende acties, inclusief stakingsdagen, aangekondigd worden. De traditionele politici en gevestigde media voeren ondertussen hun propagandacampagne tegen ons protest. Hierbij een antwoord op enkele van hun argumenten.
‘Iedereen moet besparen, we moeten allemaal de broekriem aanhalen.’ De Standaard van afgelopen weekend, dezelfde krant die De Wever gelijk gaf met zijn uitspraak dat er nu eenmaal geen financiële ruimte is, sprak met NAVO-militair Rob Bauer die over twee pagina’s pleitte voor extra investeringen in defensie. Hij kreeg de vraag of er daar wel middelen voor zijn. Zijn antwoord: “Kijk naar de coronacrisis. Toen heeft de EU in twee jaar 500 miljard uitgegeven. Zeggen dat er geen geld is, is onzin. België is een rijk land.” Bauer heeft gelijk op dit punt. De vraag is natuurlijk hoe we die rijkdom kunnen mobiliseren en hoe we democratisch kunnen beslissen over hoe die dan wordt gebruikt in het belang van de meerderheid van de bevolking.
‘Nu al betogen terwijl de regering nog gevormd moet worden, is voorbarig.’ Dit is een variant op de eeuwige klassieker dat protest te laat komt, omdat de maatregelen al beslist zijn. Als we ons protest moeten afstemmen op de timing die voor de verdedigers van een asociaal rechts beleid aanvaardbaar is, dan zal er nooit een gepast moment zijn. Waarom wachten tot de regering gevormd is om ze te doen vallen?
‘De pensioenen in de publieke sector zijn veel hoger dan die in de privé, logisch dat daar wordt bespaard.’ Een gemiddeld nettopensioen van iemand die een hele loopbaan in het secundair onderwijs staat, bedraagt ongeveer evenveel als de gemiddelde maandprijs van een woonzorgcentrum (2200 euro). Anders gezegd: ook van dit pensioen kom je niet rond en dan willen ze daar nog op besparen? Een verhoging van de pensioenen in de private sector is de enige harmonisatie van de pensioenen die voor de werkenden aanvaardbaar is. En dat volstaat niet: ook in de publieke sector moeten de pensioenen omhoog!
‘Protest is ondemocratisch. De mensen hebben voor Arizona gekozen’. De Arizonapartijen hebben een meerderheid in het parlement. Maar het klopt evenzeer dat 80% niet tot 67 jaar wil werken. Slechts 17,4% geeft aan in staat te zijn om zo lang te werken. Een grote meerderheid van de bevolking is voorstander van een grotere belasting voor de superrijken. Dit zijn slechts twee voorbeelden. Fundamenteler is de vraag waarom we democratie zouden beperken tot hun instellingen en voorstellen? Het recht om actie te voeren en om ons te organiseren, zijn ook democratische rechten. Door het uitoefenen van die rechten dwongen we betere arbeidsomstandigheden en sociale bescherming af.
‘De besparingen gebeuren in alle landen, in België kunnen we dat niet stoppen’. In Frankrijk valt Macron de pensioenen aan, in Duitsland liggen de lonen onder vuur. Er zijn effectief overal aanvallen op onze levensstandaard. Waarom zouden we dat echter aanvaarden? Dan krijgen we een neerwaartse spiraal die ons allemaal de dieperik instuurt. Als het over de toplonen van managers gaat, betekent ‘concurrentieel zijn’ dat er naar de hoogste lonen wordt gekeken, voor gewone werkenden betekent het een race to the bottom. We zouden beter met alle werkenden samen opkomen voor wat we nodig hebben. Tijdens de coronacrisis was er opeens geen gebrek aan middelen, waarom zou dat voor de sociale crisis waarin wij ons nu bevinden niet kunnen?
‘Ze zullen toch niet luisteren’. De Wever en Bouchez kunnen wel toeteren en hun ‘buffet’ voorstellen, als er uiteindelijk gekookt moet worden hebben ze ons nodig. Het zijn immers de werkenden die alles doen draaien. Daar ligt onze kracht, het komt er op aan om die te organiseren zodat we de enorme uitdagingen kunnen aanpakken in het belang van de meerderheid van de bevolking. De aanval op onze lonen in 2014 kregen de N-VA en de MR er door, ondanks groot protest. Hun poging om een puntenpensioen in te voeren, lukte niet omdat ons protest ertegen zo groot was. Het waren massabetogingen die dat voorstel afvoerden. Als wij sterk genoeg zijn, moeten ze wel luisteren.
“Het buffet aan maatregelen dat op tafel staat, daar zullen we het mee doen,” zegt De Wever zonder tegengesproken te worden door de andere Arizonapartijen. We weten wat er op ons afkomt: “de zwaarste sanering sinds de jaren 80” die ons langer wil doen werken, meer flexibiliteit oplegt, de lonen aanvalt, zwaar het mes zet in de ambtenarenpensioenen en de toegang tot het mininumpensioen beperkt, werklozen en zieken onder vuur neemt, onze organisatiekracht en recht op protest ondermijnt. Dit buffet is voor de werkende klasse niet te vreten!
Deze maatregelen komen er niet omdat het “niet anders kan”, maar omdat de grote bedrijven na jaren van recordwinsten ons willen laten opdraaien voor de prijs van de ecologische transitie en de geopolitieke spanningen. Hun productiesysteem ligt aan de basis van de economische vertraging, maar de last hiervan willen ze naar ons doorschuiven!
Er zijn miljarden in de belastingparadijzen, grote aandeelhouders kijken ernaar uit om verder gepamperd te worden, voor oorlog en vernietiging zijn er miljarden beschikbaar, maar wij moeten besparen omdat het niet anders kan?! Georges-Louis Bouchez zei op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij: “De hervormingen die wij willen, gaan geen pijn doen, die gaan deugd doen.” “Het paradijs van de rijken is gemaakt van de hel van de armen,” wist Victor Hugo al.
Wat te doen?
Acties zijn nodig, maar ook een strategie. Na de actie van 13 december is er vandaag niet enkel een betoging maar wordt er gestaakt bij het spoor en in het onderwijs, nu ook langs Nederlandstalige kant. Dit nog voor de federale regering gevormd is! Het toont de woede en de actiebereidheid. We staan sterker met een actieplan dat de kracht van onze collega’s activeert. Een plan dat op elke werkvloer duidelijk maakt welke rottigheid De Wever en Bouchez in petto hebben en wat we daartegen in te brengen hebben.
Het buffet voor onze acties is ook duidelijk: toegankelijke informatiekrantjes, webinars, speciale pagina’s op sociale media, maar vooral ook het individueel en collectief overtuigen van collega’s en vrienden, personeelsvergaderingen en infosessies,militantenbijeenkomsten per regio en/of sector, lokale betogingen, grote nationale betogingen, provinciale en/of sectorale stakingsdagen, nationale stakingsdagen. Er is druk en organisatie van onderuit nodig via personeelsvergaderingen en regionale militantenbijeenkomsten om te vermijden dat enkel de vakbondsleidingen beslissen over de acties. Strijdbijeenkomsten en netwerken van strijdbare syndicalisten kunnen hieraan bijdragen.
We staan op een keerpunt: de burgerij probeert haar eigen positie veilig te stellen. Sinds 2014 waren er tal van bewegingen, onder meer tegen racisme en seksisme, voor het klimaat en tegen genocide. Een nieuwe generatie activisten komt op het voorplan. De arbeidersbeweging kan leren van die bewegingen en deze ervaringen naar de werkvloer brengen. Rechts spreekt over ‘cultuuroorlogen’, maar voert een oorlog tegen onze sociale klasse. We moeten daarop antwoorden met strijd die aangepast is aan de inzet. Strijdbewegingen versterken elkaar. Open mobilisatiecomités tegen Arizona, zoals in Brussel opgezet door Commune Colère, zijn goede stappen en verdienen navolging.
Samen met de aanval op onze arbeids- en leefomstandigheden is er een toename van autoritaire maatregelen (tegen het recht op protest en organisatie) en een nadruk op militarisering met investeringen in defensie. Arizona staat voor een toename van onderdrukking. Het staat voor een verderzetting van steun aan genocide in Palestina. De Wever en Bouchez zijn uitgesproken fans van het zionistisch kolonialisme en de genocide. De strijd hiertegen is een essentieel onderdeel van het verzet tegen Arizona. Op 26 januari is er een nationale Palestina-betoging, neem hieraan deel met collega’s of vrienden!
ACTIEKALENDER
26 januari: nationale betoging tegen de genocide in Palestina
8 maart: acties in het kader van de internationale vrouwendag
Op 7 januari waren er 120 aanwezigen op een Strijdbijeenkomst in Brussel, waaronder veel jonge en nieuwe militanten. Het doel is om elkaars strijd te versterken en te coördineren. Er wordt opgeroepen om de stakersposten van het Franstalig onderwijs eind januari te versterken.
SOCIAAL URGENTIEPLAN
Geen aanvallen, maar hogere pensioenen en lagere pensioenleeftijd!
Ons vertrekpunt is wat de werkende klasse nodig heeft om een degelijk leven te leiden.
Haalbare arbeidsvoorwaarden door collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen om de werkdruk te verlagen. Maak van een 32-urenweek het nieuwe voltijds, met een voltijds loon. Werkbaar werk betekent ook dat we niet blijven werken tot we erbij neervallen. Werken tot 67 is niet mogelijk, het pensioen moet terug naar 60! Behoud van SWT, landingsbanen en tijdskrediet!
Van een pensioen moeten we kunnen leven. In een woonzorgcentrum betaal je gemiddeld 2200 euro, een minimumpensioen van 1500 euro volstaat dus niet. De pensioenen moeten dan ook drastisch stijgen, het minimum moet toegankelijker zijn voor iedereen en tegelijkertijd moet de publieke ouderenzorg drastisch uitgebreid worden om de prijzen naar beneden te halen. Neen aan de aanval op de ambtenarenpensioenen, veralgemeen deze pensioenen integendeel tot alle werkenden!
Verdedig onze openbare diensten en onze lonen!
Een massaal plan van publieke investeringen in openbare diensten is niet alleen nodig om de werkdruk in de publieke sector te verlagen, maar ook om de dienstverlening uit te breiden.
Om rond te komen, hebben we hogere lonen en uitkeringen nodig. Geen gepruts aan de index, maar volledig herstel ervan zodat de lonen de prijsstijgingen volgen. We worden steeds productiever, maar dit vertaalt zich niet in meer loon. Breek de loonwet! Hogere lonen en uitkeringen moeten onze koopkracht ondersteunen. Neen aan vier jaar loonstop!
Controle op onze industrie
Laten we onze industrie over aan de aandeelhouders en ceo’s die vandaag het personeel bij het grofvuil zetten en de technische knowhow liquideren? Er is nood aan een nationaal publiek plan voor het onderhoud en de ontwikkeling van industriële productie met bijhorende jobs (zonder inleveringen op loon- en arbeidsvoorwaarden). De werkenden uit die sectoren en de bevolking in het algemeen zijn het best geplaatst om te bepalen wat de noden zijn, inclusief een leefomgeving die niet van overstroming naar orkaan en bosbrand gaat, en weten ook het best hoe alles kan gemaakt worden.
Er is nood aan een sociaal urgentieplan. In de opbouw van onze krachtsverhouding hebben we dit sociaal urgentieplan nodig en doorheen onze acties kunnen we de voorwaarden creëren om dit ook effectief af te dwingen. Wat ons betreft betekent dit dat heel het kapitalistisch systeem weg moet om plaats te maken voor iets veel democratischer: een socialistische samenleving waarin de economie democratisch gepland wordt in het belang van de mensen en de planeet.
Kom naar de Strijdbijeenkomsten van syndicalisten, antiracisten, feministen … in Brussel. Volg onze media (krant, site, sociale media), contacteer ons om actief te worden in de strijd voor socialistische maatschappijverandering.
De onderfinanciering bij De Lijn heeft rampzalige gevolgen. Niets werkt nog naar behoren. Er is een tekort aan zo ongeveer alles. Bussen rijden niet uit omdat er een gebrek aan materiaal is. De infrastructuur en tramsporen zijn in dermate slechte staat door achterstallig onderhoud dat er regelmatig spoorbreuken zijn of er nog maximaal 10 kilometer per uur kan gereden worden. De directie en de overheden kijken niet naar wat nodig is, maar naar waar er nog geld voor is.
Door een buschauffeur
We zitten in dezelfde situatie als andere openbare diensten zoals het onderwijs of de zorg. Er zijn heel wat extra middelen nodig, er was hoop na de verkiezingen. Maar nu blijkt dat er extra besparingen komen. En waarom? Om nog extra cadeaus aan de rijken te kunnen geven.
Onze regeringen zien openbaar vervoer niet als een deel van de oplossing voor de klimaatproblematiek of een basisdienst die voor iedereen toegankelijk moet zijn (behalve dan tijdens stakingen). Het is een kostenpost die moet ingeperkt worden, waaraan de gebruiker liefst zoveel mogelijk bijdraagt. En als het even kan, moet de private markt ook mee kunnen profiteren. Nochtans is goed draaiend openbaar vervoer belangrijk voor zowel de mobiliteit als het klimaat.
De plannen van Arizona rond lonen en pensioenen doen er nog een schep bovenop. Er komt nog eens een quasi loonstop terwijl het ondertussen meer dan 15 jaar geleden is dat we nog een echte opslag kregen. De index dekt vandaag al niet alles, maar de regering wil er nogmaals aan morrelen. Het loon van een chauffeur bestaat deels uit premies voor nachtwerk of zondagwerk, ook deze worden in vraag gesteld en komen onder druk.
Wat de pensioenen betreft is de huidige pensioenleeftijd al onhaalbaar. Om het toch nog te halen, wordt er gerekend op de landingsbanen. Maar ook dit dreigt afgestraft te worden en wil men afschaffen. De voorwaarde van 35 effectief gewerkte jaren om toegang te hebben tot het minimumpensioen en de pensioenmalus dreigen te straffen wie pech heeft (zoals ziekte) of bijvoorbeeld de zorg voor gezinsleden opneemt. Wie met flexibele uren werkt zoals een chauffeur, heeft in veel gevallen een partner die deeltijds werkt of tijdelijk thuis blijft om voor het gezin te zorgen. In veel gevallen gaat dit over vrouwen.
Partijen die deze maatregelen beslissen, kunnen zich op 8 maart, de internationale vrouwendag, maar beter ver wegstoppen… Probeer maar eens je gezin te organiseren als je beiden met flexibele shiften voltijds werkt. Het kan vaak gewoon niet. Een antwoord hierop is arbeidsduurvermindering: 32 uur per week moet het nieuwe voltijds worden. Uiteraard zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen.
De pensioenleeftijd moet terug omlaag en de pensioenen omhoog. Het gebeurt steeds meer dat gepensioneerde collega’s terug komen werken om wat bij te verdienen. De pensioenen van Belgische werknemers liggen gemiddeld bij de laagste in Europa. Een woonzorgcentrum kost gemiddeld 2.200 euro per maand, een gemiddeld pensioen bedraagt 1.700 euro. Alleen de ambtenarenpensioenen zijn leefbaar, helaas hebben we bij De Lijn een werknemerspensioen. In plaats van de leefbare pensioenen uit te breiden tot alle werkenden, worden de ambtenarenpensioenen nu aangevallen. Dat gebeurt door politici die een veelvoud qua pensioen hebben. Daar moeten we samen tegen strijden.
De dienstverlening gaat ondertussen steeds verder achteruit. Dit sluit mensen uit, vooral wie moeite heeft om mee te kunnen. Bovenop de slechtere dienstverlening bij De Lijn komt er straks een forse prijsverhoging aan. We weten nog niet met hoeveel, maar het zal pijn doen. Nochtans betaalt iedereen al via de belastingen. De afbouw van de dienstverlening zal voor extra frustratie en ongenoegen zorgen. Dat zien we bij alle openbare diensten. We moeten daarop antwoorden. Strijd is nodig, anders spelen extreemrechts en de Trumpisten erop in om verdeeldheid te zaaien. We moeten ons verenigen en de strijd organiseren. Iedereen wordt geraakt, de aanvallen zijn hard. Ons antwoord daarop moet dit ook zijn!
Op de betoging van de zorg- en welzijnssectoren op 7 november waren we met drie keer zoveel als vooraf verwacht: meer dan 30.000 betogers. Woede en bezorgdheid vermengden zich in de dynamische menigte. De plannen van de verschillende regeringen zorgen ervoor dat sociaal werk steeds meer een instrument wordt om de meest kwetsbare mensen te controleren. Het blok van sociaal werkers – waarvoor werd opgeroepen door Sociaal Werk in Actie (SWA), Sociaal Werk Actienetwerk (SWAN) en Travail Social en Lutte – was groot en strijdbaar. We spraken met Simon, al bijna tien jaar sociaal werker en een voortrekker van dit blok.
“Het OCMW is het laatste vangnet dat er bestaat: de mensen die er een beroep op doen hebben geen andere middelen van bestaan. Er valt veel te zeggen over hoe de OCMW’s werken, maar het is duidelijk dat ze een essentieel instrument zijn in de strijd tegen armoede en dat ze gefinancierd moeten worden in overeenstemming met de behoeften.”
“De herfinanciering van de OCMW’s is de eerste zorg van onze collega’s, omdat iedereen begrijpt dat onze werkomstandigheden, de stabiliteit van onze contracten en de kwaliteit van de hulp die we kunnen bieden aan mensen met een uitkering afhankelijk zijn van een fatsoenlijke financiering.”
“Samen met de kameraden van het vakbondsteam van het OCMW waar ik werk, hebben we al voor de gemeenteraadsverkiezingen gewaarschuwd voor het gevaar van de Arizona-coalitie: deze regering bereidt zich voor om fors te snijden in budgetten terwijl we extra middelen nodig hebben. Dit geldt des te meer omdat de supernota van De Wever voorziet in een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Waar denk je dat mensen die uitgesloten worden zullen aankloppen om een vervangingsinkomen te krijgen? Dit zal een bijkomende belasting van de dienstverlening van de OCMW’s betekenen en een grote extra hap uit de budgetten van de gemeenten nemen.”
“De betoging op 7 november was een eerste stap om druk uit te oefenen op de toekomstige regering. Het komt zelden voor dat werknemers uit de publieke en private sector uit heel het land schouder aan schouder staan. In onze sector is dit echter essentieel omdat de werkomstandigheden van de één grote impact hebben op die van de ander.”
“De vakbondsleiders beloven ons dat deze betoging niet eenmalig zal zijn. We moeten hen daaraan houden en ons voorbereiden op toekomstige acties door algemene vergaderingen te houden waarin sociaal werkers uit de publieke en de private sectoren samenkomen. We kunnen ons geen afwachtende houding of verdeeldheid veroorloven.”
Na deze meer dan geslaagde betoging is er nood aan een vervolg. Meer middelen voor goede zorg zullen we niet cadeau krijgen, er is strijd voor nodig. Dat er actiebereidheid is om die strijd te organiseren, zagen we. Hoog tijd voor een actieplan tot onze eisen ingewilligd zijn! Doorheen die acties moeten we het volledige systeem in vraag durven stellen. We willen geen koude kille maatschappij waar de zorg een fabriek is geleid door autoritaire managers, maar een samenleving waarin de vele talenten en mogelijkheden van iedereen ten volle tot ontplooiing kunnen komen, een samenleving met meer en toegankelijke dienstverlening.
De ACOD-LRB Brussel, die de sociale werkers van de 19 OCMW’s vertegenwoordigt, wenst te reageren op de reportage in het programma Pano dat werd uitgezonden op VRT Één. Daarin wordt de aandacht gevestigd op een algemeen probleem in de meeste van onze Brusselse OCMW’s dat het gemeenschappelijk vakbondsfront al enkele jaren aan de kaak stelt: de uitzonderlijke werkoverbelasting van de sociale werkers van de OCMW’s en de dramatische gevolgen die met name verbonden zijn aan de totale desinvestering in deze eerstelijnsondersteunende diensten. De ACOD publiceerde deze vaststellingen al in 2021 naar aanleiding van een enquête die gevoerd werd onder de Brusselse maatschappelijk werkers.
Een onhoudbare werklast
De maatschappelijk werkers van de Brusselse OCMW’s krijgen steeds meer dossiers te behandelen, veel meer dan het gemiddelde in Vlaanderen en Wallonië. Deze situatie treft ook het administratief personeel dat hen ondersteunt, wat het al moeilijke werkklimaat nog verergert. De alarmerende onderfinanciering, het personeelstekort en de daaruit voortvloeiende overbelasting van het werk hebben nu al enkele jaren alarmerende gevolgen:
Turnover van het personeel: de meeste ervaren sociaal werkers verlaten de OCMW’s, wat een impact heeft op de opleiding en ondersteuning van nieuwkomers. Deze trend wordt steeds groter en het personeel raakt sneller uitgeput of wordt ziek.
Gebrek aan vooruitzichten en ontevredenheid bij het personeel: het ontbreken van oplossingen om de werklast te verminderen heeft een ernstige impact op het welzijn van het personeel, waardoor OCMW’s niet in staat zijn om competent personeel op lange termijn te behouden. Bovendien leidt de tijd die nodig is om aanvragen te verwerken (en die soms de wettelijke termijnen overschrijdt) tot misnoegen en zelfs agressie bij de gebruikers, met alle gevolgen van dien voor de betrokkenen personeelsleden.
Overwerkte maatschappelijk werkers zijn eenvoudigweg materieel niet in staat om alle essentiële stappen van het sociaal onderzoek in detail te volgen, wat leidt tot structurele fouten, die met name worden veroorzaakt door een toename van het administratieve werk (bijv. GPMI) en een complexere wetgeving.
…
Onbevoegdheid en gebrek aan actie
De politieke overheden, van alle niveaus, werden door de vakbonden op de hoogte gebracht van deze situatie en zijn zich er al jaren ten volle van bewust. Bovenstaande vaststellingen werden meer dan twee jaar geleden bevestigd tijdens verschillende algemene vergaderingen die het gemeenschappelijk vakbondsfront met de sociale werkers van de Brusselse OCMW’s organiseerde.
De voorbije twee jaar hebben we deze uiterst problematische situatie regelmatig aangekaart op alle nodige politieke niveaus, naast de actie- en stakingsbewegingen: we hebben meermaals ontmoetingen gehad met mevr. Karine Lalieux (uittredend federaal minister voor Sociale Integratie), de heer Vervoort (minister-president), de heer Clerfayt (uittredend minister voor Plaatselijke Besturen) en de heer Zian (voorzitter van de Federatie van Brusselse OCMW’s). Zonder de burgemeesters en OCMW-voorzitters te vergeten die we maandelijks ontmoeten in plaatselijke overlegcomités. Ieder van hen, zonder enige uitzondering, steunden de eisen van de werknemers. De een na de ander verklaarde zichzelf evenwel niet bevoegd en schoof het probleem door naar een lager of een hoger politiek niveau. Kortom: iedereen is het met ons eens, maar niemand beweert bevoegd te zijn of bereid te zijn om actie te ondernemen.
Sindsdien verslechtert de situatie op de werkvloer met de dag: werknemers nemen ontslag omdat ze de werklast niet meer aankunnen, ze vallen in burn-out of worden ziek, met als gevolg dat het extra werk op hun collega’s terechtkomt. Onderfinanciering heeft bijgevolg negatieve gevolgen voor de gezondheid van werknemers. Daarbij komt nog het gebrek aan financiële investeringen (zowel gewestelijk als federaal), gedurende meer dan 15 jaar, in de OCMW’s en de andere Brusselse lokale besturen, waardoor deze jobs uiteindelijk zeer onaantrekkelijk zijn, wat leidt tot moeilijkheden om geschikt personeel aan te werven. Na enkele jaren strijd kregen de werknemers van de gemeenten en OCMW’s in 2021 een karige loonsverhoging die bij lange na niet volstaat om de voorbije twee decennia van totale onderinvestering in lokale instellingen te compenseren.
Een sociale hel voor werknemers, een belastingparadijs voor de rijken
Intussen zal de situatie alleen maar verslechteren: onder het voorwendsel dat de Belgische staatsschuld moet worden afbetaald, wil de toekomstige rechtse regering de duur van de werkloosheidsuitkeringen beperken. De Brusselse OCMW’s schatten dat bijna 30.000 mensen die de komende twee jaar uitgesloten zullen worden van werkloosheidsuitkeringen mogelijk extra sociale bijstand zullen aanvragen. Het resultaat zullen duizenden extra dossiers zijn, met wellicht nog minder sociale werkers om ze te beheren. De slachtoffers blijven uiteindelijk de gebruikers en de werknemers.
De ACOD-LRB Brussel weigert te aanvaarden dat sommigen deze crisissituatie hanteren om hun eigen politieke agenda op te leggen door de OCMW’s – het enige patrimonium van diegenen die niets meer hebben – en de sociale werkers aan te vallen en door de meest precaire mensen voor te stellen als ‘profiteurs’. Werklozen uitsluiten heeft nog nooit iemand rijker gemaakt – integendeel.
De realiteit in de Brusselse OCMW’s is door iedereen gekend, maar ze is het gevolg van politieke keuzes waarbij sociale en fiscale rechtvaardigheid op het spel staan: terwijl de echte sociale fraude in België neerkomt op bijna 350 miljoen euro per jaar, bedraagt de belastingfraude 30 miljard euro per jaar (om nog maar te zwijgen van de belastingontduiking van bijna 400 miljard euro per jaar). Het echte doel van het rechtse beleid niet is om het geld te zoeken waar het zich bevindt (in belastingterugvordering van grote bedrijven bv.), maar om openbare diensten te onderfinancieren, werknemers en gebruikers onzekerder te maken, de arbeidsomstandigheden te verslechteren, de sociale zekerheid te ondermijnen… Het huidige en toekomstige bezuinigingsbeleid druist in tegen de belangen van de werknemers, verstikt onze OCMW’s en openbare diensten (bewuste onderfinanciering met het oog op eventuele privatisering?) en stelt een ware “jacht op de armen” in.
Onze eisen: een duurzame herfinanciering en betere arbeidsomstandigheden
Het gemeenschappelijke vakbondsfront heeft de afgelopen jaren op alle politieke niveaus onderstaande eisen gesteld. Het is zonder meer vijf voor twaalf!
Invoering van een collectieve arbeidsduurverkorting tot 30 uur per week over 4 dagen
Een duurzame herfinanciering van de OCMW’s door de gewestelijke en federale overheden
Versterking van de ploegen om de werklast te verminderen en zo de kwaliteit van de dienstverlening en het welzijn van de werknemers te verbeteren, net als aanwerving van werknemers in de ondersteunende diensten (specifieke administratie, HR, IT, enz.).
Vereenvoudiging en harmonisatie van de regelgeving van de verschillende autoriteiten met betrekking tot de werking van de OCMW’s en de wetgeving over het RMI (afschaffing van de GPMI-verplichting).
100% terugbetaling van het leefloon door de federale overheid.
Herwaardering van functies en barema’s in de Brusselse lokale besturen
Vaste benoeming van de werknemers om een eerlijke en neutrale dienstverlening te garanderen
De zorgsector, lange tijd een stille kracht achter de maatschappelijke infrastructuur van België, brak in de jaren ‘80 eindelijk uit haar ketenen en schudde het land op met de Witte Woede. Dit was een protestbeweging, geboren uit diepe verontwaardiging en een groeiend besef van de misstanden in de gezondheidszorg. De naam “Witte Woede” symboliseerde niet alleen de witte jassen van zorgverleners, maar ook hun collectieve vastberadenheid om een eind te maken aan jaren van onderwaardering en uitbuiting.
door Nick (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist
In de jaren ’80 heerste er een broeiende onvrede onder zorgverleners, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Bezuinigingen van de overheid hadden een verwoestend effect op de werkdruk en arbeidsomstandigheden in de sector. Verpleegkundigen, artsen, verzorgenden en tal van andere professionals zagen niet alleen hun eigen gezondheid ondermijnd door structurele overbelasting, maar werden ook geconfronteerd met een alarmerende daling in de kwaliteit van de zorg voor hun patiënten en cliënten. Dit was geen simpele “frustratie”, het was een open wonde die diepe sporen trok in het dagelijkse leven van de werkers.
Het was in dit klimaat dat de Witte Woede geboren werd: een vuist in de lucht tegen de neoliberale bezuinigingsagenda’s die hen keer op keer negeerden. Toen tienduizenden zorgverleners in 1989 de straat op gingen, stond de overheid met haar rug tegen de muur. Voor het eerst werd duidelijk dat de stem van de zorgsector niet zomaar gesust kon worden met vage beloftes. De eis was helder: structurele verbeteringen en waardering.
1988: begin van de Witte Woede
In 1988 brak een belangrijke staking uit bij Eigen Thuis Grimbergen, waarbij ook de gehandicaptenzorg en Bijzondere Jeugdzorg zich aansloten. Dit zorgde voor een kettingreactie aan protesten en onderhandelingen, resulterend in loonstijgingen, extra aanwervingen en betere arbeidsomstandigheden. Deze veranderingen waren geen geschenken; ze waren de vruchten van een onverzettelijke strijd.
De Witte Woede was geen kortstondige beweging; het was een volgehouden strijd die zorgde voor diepgaande veranderingen in de zorgsector. De stakingen en protesten braken niet alleen het stilzwijgen rond de problemen in de zorgsector, maar dwongen de overheid tot actie. Dit waren geen concessies, maar verworvenheden die afgedwongen werden door de vasthoudendheid van de zorgverleners die weigerden hun rug te buigen.
Ondanks de behaalde successen bleven structurele problemen in de zorg terugkeren. Bezuinigingen en neoliberale hervormingen sloegen in de jaren daarna opnieuw gaten in de zorg, met stijgende werkdruk en personeelstekorten als resultaat. Zorgverleners stonden opnieuw in de vuurlinie van onhoudbare werkomstandigheden.
De eisen van de Witte Woede: niet om te onderhandelen, maar om te winnen
De strijd van de Witte Woede was nooit bedoeld om enkel gehoord te worden; het doel was tastbare verandering. Zorgverleners kwamen samen met concrete, niet-onderhandelbare eisen:
Hogere lonen. Zorgverleners eisten een eerlijke beloning, in verhouding tot de fysieke en mentale eisen van hun werk. Dit was geen kwestie van “iets meer salaris”, maar een eerlijke compensatie voor hun rol in de maatschappij.
Verlichting van de werkdruk. De roep om meer personeel werd een kernpunt. Dit ging niet alleen om het verlichten van de werkdruk voor de zorgverleners zelf, maar ook om de zorgkwaliteit voor hun patiënten te waarborgen.
Veilige werkomstandigheden en bijscholing. Zorgverleners wilden een werkplek die hun gezondheid niet ondermijnde en vroegen om regelmatige bijscholing om hoogwaardige zorg te kunnen blijven leveren.
Erkenning en respect. Er was een diepgaande vraag naar maatschappelijke en politieke erkenning. Het was tijd dat de samenleving de zorg niet langer als vanzelfsprekend beschouwde.
Het is duidelijk dat de eisen van zorgwerkers uit de jaren ‘80 nog steeds overeenkomen met de eisen die vandaag worden gesteld.
Pandemie en dreigende implosie van de zorg
De coronaperiode in België bracht de tekortkomingen van het zorgsysteem opnieuw scherp in beeld. De COVID-19-pandemie legde een immense druk op zorgverleners, die met onvoldoende middelen en personeel moesten vechten tegen een ongekende gezondheidscrisis. Bezuinigingen en een gebrek aan investeringen hadden de zorgsector kwetsbaar gemaakt voor de schok van de pandemie.
Tijdens de pandemie stonden zorgverleners in de frontlinie, geconfronteerd met een gebrek aan persoonlijke beschermingsmiddelen, lange werkdagen en een overweldigende werkdruk. De pandemie maakte duidelijk dat de eerdere successen van de Witte Woede niet voldoende waren om de structurele problemen in de zorgsector op te lossen.
Radicale verandering nodig
Op 7 november laatstleden gingen meer dan 30.000 zorgverleners de straat op. Deze protesten onderstrepen de urgentie van hun boodschap en herinneren ons eraan dat de eisen van de Witte Woede nog altijd niet vervuld zijn. In een samenleving waar de zorgbehoeften blijven groeien en vergrijzing aan de horizon staat, zijn de problemen waarmee de Witte Woede oorspronkelijk streed actueler dan ooit. De voorspellingen zijn onheilspellend: tegen 2040 dreigt België een tekort te hebben van maar liefst 124.000 zorgverleners.
De huidige situatie vraagt om een onbuigzame houding van het zorgpersoneel. Het is tijd om terug te vechten tegen de misleidende beloften van partijen die de belangen van de arbeidersklasse al te vaak hebben verraden. De vakbonden mogen zich niet blindstaren op de sociaaldemocratie, maar moeten druk zetten met een duidelijk opbouwend actieplan. We mogen het momentum van 7 november niet verliezen en de strijd verder organiseren!
Er zijn fundamentele, radicale hervormingen nodig, geen kortetermijnoplossingen. De vakbonden moeten de stem van zorgverleners kracht bijzetten door vastberaden vast te houden aan onze eisen: verlichting van werkdruk, loonsverhogingen, collectieve arbeidsdurvermindering met bijkomende aanwervingen en investeringen die de zorgsector van voldoende middelen voorzien om in deze eisen te voldoen. Alleen door aanhoudende druk kunnen we deze eisen afdwingen.
Van strijd naar maatschappijverandering
De Witte Woede toont aan dat collectieve actie werkt. Het verhaal van deze beweging is niet alleen een deel van de geschiedenis, maar een levende herinnering aan wat solidariteit kan bereiken. Het is een bewijs dat wanneer zorgverleners hun krachten bundelen en hun stem verheffen, de samenleving niet anders kan dan luisteren.
De strijd van de Witte Woede is nog lang niet voorbij. Zorgverleners hebben recht op eerlijke lonen, menselijke werkdruk en waardering. Zonder de inzet en kracht van deze zorgverleners dreigt de sector ineen te storten, en daarmee de basis van onze maatschappij.
Een zorgsector in een socialistische maatschappij betekent dat niemand achterblijft. We strijden voor een samenleving die zorg draagt voor al haar leden, waarin solidariteit en gelijkheid centraal staan. Dit systeem is rot tot op het bot; het kapitalisme heeft herhaaldelijk aangetoond niet in staat te zijn om de behoeften van de zorgverleners en de samenleving als geheel te vervullen. Het is tijd voor een maatschappij die werkelijk voor iedereen zorgt. Stop het kapitalisme en werk samen aan een socialistische toekomst waarin de zorgsector floreert en iedereen de zorg krijgt die hij of zij verdient.
De opeenvolgende versies van de ‘supernota’ zijn allemaal brutaal en onaanvaardbaar. Aanvallen op onze lonen, pensioenen, arbeidsvoorwaarden, sociale bescherming, waarbij vrouwen in het bijzonder hard geraakt worden … De zondebokpolitiek tegen mensen met een migratie-achtergrond, werklozen en zieken dient als rookgordijn om ons allemaal hard te raken.
Deze ongeziene aanvallen zijn zogezegd ‘noodzakelijk’ omwille van de begroting en de staatsschulden die zo sterk opgelopen zijn omdat de regeringen steevast cadeaus aan de rijksten uitdeelden. Dit is niet onze crisis, wij gaan er niet voor betalen!
Het patronaat wacht niet op de vorming van de regering om in het offensief te gaan. Werkenden worden aan de lopende band afgedankt, niet enkel in de hard getroffen industrie. Goed beschermde en betaalde jobs maken plaats voor onzekere jobs. De herstructureringen en besparingen volgen elkaar in snel tempo op. Niemand is nog veilig. Sectoren waarin dringend publieke investeringen nodig zijn, zoals zorg, openbaar vervoer en onderwijs, zien de besparingsbuien al hangen. Strijd is nodig, anders speelt extreemrechts in op de frustraties en het ongenoegen om verdeeldheid en haat te zaaien. Het resultaat daarvan is nog meer ellende en een nog brutalere verdediging van de belangen van de grote bazen, kijk maar naar de VS met Trump en zijn ‘first buddy’ Elon Musk.
Actieplan nodig! De aanvallen zijn niet symbolisch, ons antwoord mag dat evenmin zijn
De mobilisatie van de werkenden en hun vakbonden is essentieel om Arizona te stoppen. Eenmalige actiedagen zoals gepland op 13 januari en 13 februari kunnen sensibiliseren rond een bepaald thema, maar er is veel meer nodig. Het ontbreekt aan een strategie om onze strijd echt te organiseren. De huidige aanpak van de vakbondsleidingen is niet aangepast aan de inzet!
Om een bredere beweging van langere duur te bouwen, is er nood aan een actieplan. Dat betekent een plan met acties die voldoende tijd op voorhand bekend zijn en telkens opbouwen naar de volgende actie, waarbij ook de actiemethode wordt opgevoerd tot ons centrale wapen van de algemene staking waarmee we alles platleggen en dit desnoods herhalen voor een langere tijd. Een dergelijk actieplan kan alle vormen van verzet en strijd, ook bijvoorbeeld het massaprotest tegen de genocide in Gaza, bijeenbrengen in een krachtige beweging. Zo komen we tot acties die gedragen worden door heel de maatschappij.
We zagen in 2014 hoe een actieplan met een militantenconcentratie, grote betoging, provinciale stakingsdagen en uiteindelijk een nationale algemene staking de rechtse regering van Michel en De Wever deed wankelen. Deze beweging trok jongeren, kunstenaars, zelfstandigen, boeren en anderen mee. Ze versterkte de vakbonden, onze positie in de publieke opinie en droeg bij aan de doorbraak van de PVDA waardoor er vandaag collega-syndicalisten en activisten in alle parlementen verkozen zijn.
Er was toen nood aan een tweede actieplan dat harder en breder was, maar de vakbondsleidingen schrokken van onze kracht en krabbelden terug naar de onderhandelingstafels waar uiteindelijk niets werd bekomen. Democratische zeggenschap over onze strijd is essentieel om dat te vermijden, zeker op een moment dat de aanvallen straffer zijn dan in 2014 en ons verzet dat dus ook moet zijn.
Personeelsvergaderingen, netwerken van strijdbare syndicalisten, opbouw van actieve solidariteit in andere protestbewegingen zijn hiervoor cruciaal. In Brussel nam ‘Commune colère’ het initiatief voor een ‘Strijdbijeenkomst’ met syndicalisten van verschillende vakbonden en sectoren, feministen, antiracisten, klimaatactivisten … om de komende strijd samen voor te bereiden. Dit is een uitstekend initiatief dat navolging verdient in heel het land!
-> Volgende Strijdbijeenkomst in Brussel: 7 januari, 18u30 in de DK, Denemarkenstraat 70
Het potentieel voor strijd is er. De betoging van de zorg- en welzijnssectoren op 7 november was drie keer zo groot als op voorhand verwacht. De staking in het Franstalig onderwijs op 26 november werd heel goed opgevolgd. Zelfs de betoging tegen de sluiting van Audi in september was groot, ook al was er geen strategie. Ondertussen zijn er de enorm grote betogingen tegen de genocide in Gaza die tienduizenden op de been brachten. We kunnen onze solidariteit versterken door met collega’s samen te betogen tegen genocide, of door gerichte acties op onze werkplaats te houden, zoals het zorgpersoneel van het St Pietersziekenhuis dat in de middagpauze een solidariteitsactie voor Palestina hield.
Kortom, we moeten ons nu in ‘strijdmodus’ zetten. Niet voor louter symbolische acties of wandelingen, maar voor een strijd die existentieel is voor onze toekomst!
Arizona moet weg, sociaal urgentieplan nodig!
De plannen van Arizona komen bovenop jarenlange tekorten en neoliberaal beleid. We kunnen geen verdere besparingen aan, maar hebben integendeel nood aan drastische publieke investeringen in openbare diensten en infrastructuur. De investeringen in zorg, onderwijs en openbaar vervoer moeten vertrekken van de noden. Om de uitval van zieken tegen te gaan, moet de werkdruk naar beneden en is er nood aan een beter evenwicht tussen werk en ontspanning. Een collectieve arbeidsduurvermindering tot maximaal 32 uur per week, met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, is daarvoor belangrijk. Arizona wil het omgekeerde doen door SWT af te schaffen, landingsbanen en andere vormen van minder werken onaantrekkelijk te maken en met een malussysteem voor pensioenen. Wij zeggen: pensioen terug naar maximum 65! Behoud van SWT, landingsbanen en tijdskrediet!
Onze industrie laten we best niet over aan de aandeelhouders en ceo’s die vandaag het personeel bij het grofvuil zetten en de technische knowhow liquideren. Een uitdaging zoals een rechtvaardige ecologische transitie met behoud van jobs (zonder inleveringen op loon- en arbeidsvoorwaarden), is duidelijk te hoog gegrepen voor de bazen en hun winsthonger. Er is nood aan een nationaal publiek plan voor het onderhoud en de ontwikkeling van industriële productie met bijhorende jobs. De werkenden uit die sectoren en de bevolking in het algemeen zijn het best geplaatst om te bepalen wat de noden zijn, inclusief een leefomgeving die niet van overstroming naar orkaan en bosbrand gaat, en weten ook het best hoe alles kan gemaakt worden.
Kortom, er is nood aan een sociaal urgentieplan. We zullen dat niet krijgen door het vriendelijk te vragen, enkel door onze strijd ernstig te organiseren! Personeelsvergaderingen, algemene vergaderingen en netwerken van activisten kunnen de invulling van dat urgentieplan concretiseren en koppelen aan eisen in onze strijd.
Revolutionaire strijd tegen het systeem van onderdrukking en uitbuiting
Strijden tegen de aanvallen op onze levensstandaard, werkomstandigheden en sociale bescherming betekent ons ook uitspreken voor de strijd van klimaatactivisten, boeren, mensen-zonder-papieren en al wie ingaat tegen onderdrukking (seksisme, racisme, LGBTQIA+fobie …). Er is coördinatie nodig tussen de vakbonden en andere sociale bewegingen om samen sterker te staan.
Onderdrukking is inherent verbonden aan de kapitalistische logica die verdeeldheid nodig heeft om economische en sociale ongelijkheid in stand te houden. Er is nood aan een gemeenschappelijk project om de werkende klasse in al haar diversiteit solidair te verenigen en zo de strijd tegen alle vormen van uitbuiting en onderdrukking te kunnen winnen.
Deze strijd stopt niet aan de grenzen, er is nood aan internationale solidariteit. De strijd van de Palestijnse en Libanese bevolking tegen het koloniaal, imperialistisch en kapitalistisch geweld waar ze slachtoffer van zijn, is ook de onze.
Het kapitalisme is een doodlopend straatje van ellende. Hun systeem is kapot en valt niet te repareren. In het belang van de meerderheid van de bevolking en van de planeet is er nood aan een ander systeem. Een socialistische samenleving waarin we onze toekomst zelf in handen nemen! Werk hieraan mee, sluit aan bij LSP!