Category: Op de werkvloer

  • PepsiCo dankt af om nog meer winst te boeken

    Op 20 oktober kondigde PepsiCo — de multinational van Pepsi-Cola, maar ook Lays-chips en Looza-fruitsap bijvoorbeeld — een herstructurering aan waarbij in België 20% van de ondersteunende bedienden hun job zouden verliezen. Wereldwijd heeft PepsiCo zo’n 300.000 werknemers, waarvan een kleine 1000 in België. Die zitten verspreid over de chips-productiesite in Veurne en de ondersteunende bedienden in voornamelijk Zaventem, maar ook deels Zeebrugge en Hasselt. Onder die bedienden zouden 49 VTE’s (voltijdse equivalenten) verdwijnen.

    Artikel door een ACV-delegee uit maandblad De Linkse Socialist

    Waarom? Het bedrijf berekende dat het overal ter wereld behalve in Europa een personeelskost heeft van minder dan 8% van hun nettowinst. In Europa bedraagt de personeelskost 10% van de nettowinst en dat is ‘te hoog’. In tijden van stijgende grondstofprijzen, die weliswaar zoveel mogelijk maar niet volledig doorgerekend worden aan de consument, hakt het bedrijf in op de personeelskost om de aandeelhouders de volle pot te blijven garanderen. De zogezegd ‘slechte cijfers’ van Europa zijn quasi alleen aan Rusland toe te schrijven, maar toch wordt de besparingsoefening in heel Europa doorgetrokken. In de meeste landen kreeg een aantal personeelsleden al hun ontslagbrief. In België moet echter de procedure van de Wet-Renault gerespecteerd worden. Eerst krijgen de vakbonden de tijd om in een informatie- en consultatiefase verder geïnformeerd te worden en tegenvoorstellen te doen. Als er toch ontslagen vallen, wordt een sociaal plan opgemaakt met vertrekmodaliteiten en voorzieningen voor wie achterblijft.

    Wat deze herstructurering des te wraakroepender maakt, is dat PepsiCo uiteraard geen kleine KMO is die met moeite het hoofd boven water kan houden. Integendeel: tijdens de pandemie werden méér dan ooit Lays chips verkocht toen iedereen thuis in lockdown zat. Wereldwijd boekte het bedrijf 7 miljard dollar nettowinst in 2020, in 2021 opnieuw 7 miljard en in de eerste drie kwartalen van 2022 ook al 3 miljard. Als de personeelskost niet meer dan 8% van die nettowinst mag bedragen, is de uitbuitingsgraad dus zeer extreem: zelfs als al het personeel een loonsverhoging van 1000% zou krijgen, zou er nog steeds winst gemaakt worden!

    De werkdruk voor het personeel van PepsiCo ligt nu al erg hoog, en dat zal er niet op verbeteren met deze herstructurering. Als antwoord daarop moeten we opkomen voor arbeidsduurvermindering met compenserende aanwervingen en zonder loonverlies. 

    De procedure-Renault is te beperkt: een bedrijf dat mensen op straat wil zetten, kan volgens de huidige Belgische wetgeving uiteindelijk niet tegengehouden worden. Trouwens: als de herstructurering enkel in België zou doorgevoerd zijn, was er waarschijnlijk niet eens sprake geweest van een ‘collectief ontslag’ en zou de procedure Renault niet van toepassing zijn. Dan zou de directie wellicht de ontslagen ‘met mondjesmaat’ doorvoeren — gespreid in de tijd, om telkens onder de drempel van de Wet-Renault te blijven. Dat deden ze in het verleden ook al zo. Maar nu kwam de herstructurering van hogerop in de multinational, waardoor de Belgische directie gedwongen werd om de aankondiging samen met de andere landen te doen.

    Kortom, we moeten niet rekenen op juridische oplossingen: een syndicale strijd is nodig om ervoor te zorgen dat de werkende klasse erop vooruit gaat, zodat we kunnen gaan naar een samenleving waarin er duurzaam en sociaal rechtvaardig geproduceerd wordt naar behoefte, niet naar de onstilbare winsthonger van de grote aandeelhouders.

  • Nieuwe vakbondsbetoging. We kunnen winnen met een oplopend actieplan!

    Vrijdag hebben opnieuw duizenden mensen in Brussel betoogd. De actie kwam er na de nationale algemene staking van 9 november, de actiedag van 20 oktober, de militantenconcentratie die op 21 september in Brussel werd gehouden en de betoging van 80.000 mensen in juni.

    https://nl.socialisme.be/94831/om-te-winnen-is-er-nood-aan-durf-stoutmoedigheid-en-een-programma

    Het lijdt geen twijfel dat de woede nog steeds aanwezig is en dat het idee van een premie voor personeel van bedrijven die goed presteren niemand tevreden stelt. Zoals we schreven in ons pamflet op de betoging: “Dat is een belediging, zeker nadat wij tijdens de pandemie alles lieten draaien! Eenmalige premies stoppen de verarming niet. Ze dragen niet bij aan de pensioenen of de financiering van de sociale zekerheid en ze staan niet in verhouding tot de grote winstmarges.”

    Er is nood aan een verhoging van ALLE lonen, bijvoorbeeld met 2 euro per uur extra (330 euro per maand) en een minimumloon van 15 euro per uur. Met dergelijke eisen kunnen de sectoren waar de vakbonden sterker staan de zwakkere meetrekken en kunnen we pogingen om ons te verdelen stoppen. Als bedrijven zeggen dit niet kunnen betalen en/of dreigen met jobverlies, moeten hun boeken geopend worden zodat de werkenden kunnen nagaan of dat wel klopt. Ze mogen uitleggen waarom de recordwinsten niet gebruikt werden als reserve voor moeilijker tijden. Indien nodig moeten deze bedrijven genationaliseerd worden zonder compensatie om onder controle en beheer van de werknemers jobs te redden.

    Veel betogers eisten een bevriezing van de prijzen. Om dat te realiseren, is het noodzakelijk om de volledige energiesector te nationaliseren. Dit houdt in dat de volledige energiesector (productie, distributie, onderzoek) door de gemeenschap in handen wordt genomen. Het zou de weg vrijmaken voor betaalbare prijzen en een snelle groene transitie. Nationalisatie onder arbeiderscontrole en -beheer is iets anders dan het uitkopen van private aandeelhouders, zoals de Franse regering met EDF deed. De kapitalisten hebben al genoeg geprofiteerd, er kan geen sprake zijn van een uitkoop of compensatie voor de aandeelhouders. Uitzonderingen kunnen enkel overwogen worden voor kleine aandeelhouders op basis van bewezen behoefte, we willen uiteraard niemand in ellende storten.

    De algemene staking van 9 november had de kracht van de arbeidersbeweging al geïllustreerd, maar er was nog veel meer mogelijk. Het was vrijdag niet anders. Het duurde meer dan 15 dagen na de algemene staking om de datum van de betoging vast te stellen en na de betoging moeten we terug naar onze collega’s en familie zonder het minste concrete element over de voortzetting van de strijd. Zoals we voor en tijdens de betoging opmerkten: “Acties zijn sterker als ze deel uitmaken van een ambitieus actieplan waarvan de volgende stappen al bekend zijn en waarnaar opgebouwd wordt. Samen met een ‘operatie waarheid’ die de grote winsten bekendmaakt en de leugens van de werkgevers beantwoordt, kan dit de twijfels aan de basis (onder zowel ACV als ABVV-leden in zowel Brussel, Vlaanderen als Wallonië) wegnemen en zorgen voor een verdere veralgemening van onze strijd. Met zo’n dynamiek kunnen we iedereen achter ons krijgen: jongeren, gepensioneerden, werklozen, zelfs zelfstandigen en kleine bedrijven.”

    We willen iedereen betrekken. “Collectieve evaluaties van de acties zijn cruciaal. Personeelsvergaderingen, eventueel gekoppeld aan werkonderbrekingen, en democratische interprofessionele bijeenkomsten kunnen de sterke en zwakke punten van de beweging bespreken, sectorspecifieke eisen in het eisenplatform opnemen en samen stemmen over de voortzetting van de strijd.”

    Hoe moet het nu verder? “Om te winnen hebben we een duidelijk actieplan nodig om de strijd vanaf januari voort te zetten en op te voeren in de richting van een algemene staking in februari die wordt voorbereid en voorafgegaan door afwisselende provinciale stakingen. We kunnen inspiratie halen uit de stakingen van de Franse raffinaderijen, waar de staking elke dag door de stakers zelf werd verlengd. Het is essentieel om te laten zien wie de economie doet draaien en om de werkenden te laten ervaren hoe het is om de economie en de teugels van de samenleving in handen te nemen. Delegees en militanten kunnen de betoging aangrijpen om op hun werkplek en in de samenleving een echte krachtsverhouding op te bouwen.” We hebben geen tijd te verliezen! De woede mag niet ontaarden in cynisme en frustratie vanwege het gebrek aan duidelijkheid over hoe we de strijd tegen de hoge prijzen kunnen voortzetten. Sluit aan bij LSP en versterk de strijd voor een strijdbaar, antikapitalistisch en socialistisch syndicalisme.

  • Deze dag in de geschiedenis. De algemene staking van 15 december 2014

    Exact 8 jaar geleden deed een fenomenale algemene staking de regering-Michel wankelen. We merkten toen op dat dit de kracht van de arbeidersbeweging toonde. Om de wankelende regering weg te krijgen, was er echter een extra duw nodig in de vorm van een tweede actieplan. Het potentieel daarvoor was groot: de solidariteit en passieve steun voor de acties nam verder toe.

    Honderdduizenden mensen legden het werk neer op 15 december 2014. Vele tienduizenden anderen namen een twijfelende houding in,  ze gingen evenmin aan het werk maar namen een dag verlof. Niet om de ‘overlast’ en ‘hinder’ te ontlopen, maar wel om hun solidariteit te betuigen zonder daar een financiële prijs voor te betalen. Op de vele piketten kwam vaak terug dat deze beweging nog verder kon groeien. De populariteit van de regering was sterk afgenomen, voor de staking was er een peiling die aangaf dat slechts 20% positief stond tegenover de regering en een ander onderzoek gaf aan dat 85% voorstander was van een vermogensbelasting. De collectieve strijd van de arbeidersbeweging deed het publieke debat opschuiven.

    Wat voorafging

    In 2014 kwam de rechtse regering-Michel/De Wever aan de macht met langs Nederlandstalige kant N-VA, Vld en CD&V en langs Franstalige kant de MR. Deze regering wilde het anders aanpakken, naar het model van Thatcher en Reagan in de jaren 1980. Na jaren van onderhandelde stapsgewijze sociale achteruitgang, zou een harde aanval ingezet worden. De werkgevers waren tevreden: eindelijk was er een “ambitieus regeerakkoord.”

    De bezorgdheid die al in de zomer van 2014 werd gewekt, bleek al gauw terecht te zijn. Er kwamen harde maatregelen tegen werklozen, een verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, een indexsprong, een strikte loonstop, besparingen op zowat alle domeinen … En daar bovenop waren er de dagelijkse provocaties door verkozenen van de regeringspartijen, vooral vanuit N-VA. De vakbonden spraken terecht over een ‘horrorcatalogus’.

    Op een militantenconcentratie van de vakbonden in september 2014 stelde LSP in pamfletten en affiches dat er nood was aan een actieplan om de regering te stoppen. We lanceerden de slogan ‘Geen Thatcher in België’. Er kwam effectief een actieplan met vijf afspraken: een nationale betoging op 6 november 2014, drie provinciale stakingsdagen (op 24 november in Henegouwen, Luxemburg, Limburg en Antwerpen, op 1 december in Luik, Namen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen en op 8 december in Brussel en Brabant) en vervolgens een nationale algemene staking op 15 december 2014.

    Op 6 november was er de grootste vakbondsbetoging sinds die van 31 mei 1986 tegen het Sint-Annaplan. Er waren 150.000 aanwezigen, met naast vakbondsleden ook veel jongeren en een opmerkelijke aanwezigheid uit de culturele sector. De gevestigde media en het establishment probeerden de betoging te herleiden tot geweld in de marge van de betoging. Maar dat kon het enthousiasme voor de volgende fase met de regionale stakingsdagen niet stoppen. In Gent werd de haven voor het eerst in de geschiedenis volledig platgelegd. Met de regionale stakingen werd verder opgebouwd naar het hoogtepunt in de derde fase van het actieplan. De nationale algemene staking van 15 december was een groot succes, niet in het minst door de generale repetitie tijdens de regionale stakingen.

    Wat is het idee achter een actieplan? Elke actie bouwt verder op de vorige waardoor de beweging steeds sterker wordt. Activisten, militanten, delegees en secretarissen werden zo op volle sterkte gemobiliseerd. Naarmate de beweging groeide, donderde de populariteit van de federale en ook van de regionale regeringen naar beneden. Van “twee democratieën” in ons land, was tijdens de stakingen niets te merken. Zowel langs Nederlandstalige als langs Franstalige kant werd enthousiast meegestaakt.

    Groeipotentieel

    In het LSP-pamflet tijdens de stakingsdag merkten we op: “Er is nog veel groeipotentieel. Op talloze werkplaatsen werden algemene personeelsvergaderingen georganiseerd, telkens met groot succes, maar er zijn nog veel meer werkplaatsen waar dat nog moet gebeuren. Door het actieplan ter stemming voor te leggen, versterken we de legitimiteit ervan. We hebben brede sympathie gewonnen, maar moeten die dikwijls nog omzetten in actieve deelname, ook aan de piketten. Enkel zo kunnen we ervoor zorgen dat dit niet ‘de staking van de vakbonden’ is, maar van alle werknemers, daarin bijgestaan door de vakbonden.”

    “In de grotere bedrijven werd het actieplan doorgaans goed opgevolgd, maar kleinere bleven dikwijls achter. Al tientallen jaren weigert het patronaat de Europese richtlijn voor syndicale vertegenwoordiging vanaf 20 werknemers na te leven. De vakbonden moeten daar een punt van maken en de industrieterreinen afzetten. Dat sommigen daardoor hun ‘recht op werk’ voor een keer niet kunnen uitoefenen, weegt niet op tegen de tientallen jaren dat veel anderen hun stakingsrecht op straffe van ontslag ontzegd wordt. Willen diegenen die zo staan op het ‘recht op werk’ dat werklozen dat via de rechtbank kunnen afdwingen of reikt dat recht zover niet?”

    In Gent trok een scholierendelegatie van ALS langs de piketten op 15 december 2014. Foto: SooRa

    Voor een tweede actieplan

    Het LSP-pamflet stelde: “Onmiddellijk overgaan tot een staking “tot de finish” zou betekenen dat we al dat potentieel onbenut laten. We zouden het risico lopen de meest overtuigden los te rukken van de grote massa, misschien sommigen het excuus verschaffen om af te haken en de beweging te splitsen, misschien ook langs communautaire lijnen omdat men in de ene regio vindt dat de andere te fel te keer gaat of net niet fel genoeg. Laat ons geen illusies maken: als we deze strijd verliezen, ligt binnen de kortste keren de zuivere afschaffing van de index op tafel en wordt het ambtenarenstatuut een lege doos. Net daarom denken we dat we beter een stap achteruit kunnen zetten om twee sprongen voorwaarts te maken: een tweede, talrijker en harder actieplan.”

    “Wat zou dat kunnen zijn? Een grote meeting van het gemeenschappelijk vakbondsfront begin januari met 10 tot 20.000 deelnemers, waar het tweede actieplan besproken en ter stemming voorgelegd wordt. Gevolgd door personeelsvergaderingen in alle werkplaatsen. Zowel op de meeting als tijdens personeelsvergaderingen kunnen pamfletten meegegeven worden voor een massale betoging ergens eind januari ten laatste. We kunnen die massaal verdelen, ook op marktplaatsen, en elke militant een pak affiches meegeven om ook bij verenigingen en kleine zelfstandigen aan te plakken. Het moet de bedoeling zijn meer dan 200.000 betogers op de been te brengen, best met meerdere vertrekpunten, want vorige keer kon het Noordstation de toevloed niet aan. Dat kan in februari gevolgd worden door drie regionale stakingen, die deze keer ook de kleinere bedrijven viseren en waarbij de eis voor syndicale vertegenwoordiging vanaf 20 werknemers een belangrijke plaats inneemt. Sectorale stakingen vinden we geen goed idee: het kan leiden tot verdeeldheid en staat haaks op het blokkeren van industriezones. Dit alles moet uitmonden in een nationale 48-urenstaking die als de regering dan nog niet gevallen is, kan overvloeien in één van onbeperkte duur.”

    Beweging gestopt

    Er kwam geen tweede actieplan, waarna de twijfel groter werd. Een bijzonder nipte meerderheid in de ACV-Raad stemde voor een loonakkoord met een marge van 0,8%, maar met het behoud van de indexsprong. Er werd hoop gevestigd in het overleg, onder meer in het kader van een taxshift die voor eerlijker fiscaliteit moest zorgen. Die taxshift werd echter een nieuwe aanval op onze koopkracht en een nieuw cadeau aan de grote bedrijven. Het overleg leverde niets op en als er al een kleinigheid dreigde afgedwongen te worden via het overleg, schoof de regering dit meermaals gewoon aan de kant. Voor harde aanvallen werd zelfs geen sociaal overleg meer georganiseerd. Ondertussen werden de acties in de eerste maanden van 2015 beperkt tot ‘thematische’ acties zonder perspectief of enthousiasme.

    Het einde van het eerste actieplan in 2014 was ontgoochelend voor veel militanten. Maar we mogen de positieve elementen ervan niet vergeten: het opbouwend karakter van de acties waarmee we onze krachten versterkten, de offensieve acties waarmee we ook andere lagen meetrokken en de publieke opinie aan onze kant kregen, het feit dat we met onze acties de regering konden doen wankelen. Velen zagen het potentieel van deze beweging, waardoor de ontgoocheling door het niet realiseren ervan groter was. De beweging zorgde bovendien voor een versterking van de betrokkenheid bij de vakbonden, wat ons een betere krachtsverhouding opleverde die nadien in de strijd tegen de aanvallen op onze pensioenen tot enkele overwinningen leidde (zoals het tegenhouden van het puntenpensioen). De kracht van onze acties maakte dat het bij een eenmalige indexsprong bleef, terwijl er in zowat alle buurlanden geen sprake meer is van een automatische indexering.

    De fenomenale staking van 15 december 2014 toonde de kracht van de arbeidersbeweging, maar ook van een actieplan dat die naam waardig is. Het was de best voorbereide staking in decennia. Daar kunnen we vandaag van leren!

  • De Lijn: “Nood aan oplopend actieplan wordt breed aangevoeld onder de collega’s”

    De staking van 9 november werd goed opgevolgd bij het personeel van De Lijn. Er is immers veel ongenoegen. De chauffeurs bleven rijden tijdens de pandemie, moesten voor hun bescherming opkomen en worden nu bedankt met een totaal gebrek aan respect vanwege de Vlaamse regering. Die wil samen met de directie een verdere privatisering doorzetten. Dit treft niet alleen het personeel maar ook de reizigers. We spraken met een buschauffeur. 

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    “De staking van 9 november was een succes bij De Lijn ondanks de gebrekkige oproep, de gegarandeerde dienstverlening en het feit dat er door het grote verloop veel nieuwe collega’s zijn. Op mijn depot reden maar een vierde van de bussen uit, wat weinig is. Met een betere campagne was het mogelijk geweest om het scepticisme onder de militanten te beantwoorden. De nood aan een oplopend actieplan wordt breed aangevoeld onder de collega’s.”

    “Behalve de algemene eisen, zoals de nationalisatie van de energiesector, is er veel onvrede rond de uurroosters. Een arbeidsduurvermindering om de werkdruk te verlagen en de job aantrekkelijker te maken, zou daar een antwoord op bieden. Die eis moeten we sterker naar voren schuiven.” 

    “Daarnaast is er veel bezorgdheid over het beleid van de Vlaamse regering die afgelopen zomer een openbaredienstencontract met De Lijn sloot met verdere stappen richting privatisering en het in de markt zetten van het openbaar vervoer. Zo gaan er meer ritten naar onderaannemers en wordt de vergroening van de bussen van onderaannemers extra gesubsidieerd, waardoor die sneller dan De Lijn kunnen vergroenen.”

    “De maatregelen treffen niet alleen het personeel, maar zullen nog meer gevoeld worden door de gebruikers. De Vlaamse regering maakt ‘flexibele tarieven’ mogelijk, waarbij bijvoorbeeld in de spits meer betaald wordt. Laat er echter geen onduidelijkheid over bestaan: met de huidige middelen en dit beleid komt er een algemene en forse verhoging van de tarieven. Dat terwijl er net nood is aan meer toegankelijk openbaar vervoer. De doorgedreven privatisering, waarbij meer ritten naar onderaannemers doorgeschoven worden, zal de dienstverlening niet verbeteren en betekent een aanval op de arbeidsvoorwaarden van het personeel.”

    “De deelname aan de algemene staking van 9 november toonde het potentieel om niet regio per regio maar allemaal samen te reageren tegen de aanvallen. We moeten daarbij offensieve eisen stellen: meer middelen voor openbaar vervoer, alle ritten in eigen beheer met overname van personeel en materieel, meer en gratis dienstverlening. Dit zullen we niet cadeau krijgen, er zal strijd voor nodig zijn. Die strijd moeten we organiseren door van onderuit een actieplan op te stellen met perspectieven en eisen om overwinningen te boeken.”

  • Huidig beleid rijdt het spoor muurvast. Strijden voor gratis en degelijk openbaar vervoer

    Na jaren van tekorten zit de situatie bij het spoor muurvast. Minister Gilkinet (Ecolo) blijft grote beloften doen, maar zonder de middelen om die waar te maken. De opeengestapelde problemen leiden tot stilstand en achteruitgang, terwijl de mobiliteitscrisis en de klimaatcrisis een grondige verandering richting openbaar vervoer noodzakelijk maken. Het spoorpersoneel komt daarvoor op met stakingen. We spraken met een treinbegeleider.

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist (geschreven voor de spoorstaking van 29 november)

    “Minister Gilkinet had trots een uitbreiding van het spooraanbod aangekondigd. De realiteit is dat deze uitbreiding uitgesteld is. De basis hiervoor is een aanhoudend tekort aan middelen. Bovenop de onderfinanciering werden de dotaties onder de regering-Michel verlaagd. De afgelopen vijf jaar steeg de productiviteit met 20% terwijl 5000 jobs verloren gingen. Het model om steeds meer te doen met minder personeel en middelen is een complete mislukking.”

    “Vandaag is het personeel soms niet in staat om vakantie of rust op te nemen. Soms worden treinen afgeschaft omdat er onvoldoende personeel is. Dat betekent dus minder dienstverlening. Reizigers krijgen dan te horen dat een trein afgeschaft is door een ‘onverwachte afwezigheid van personeel’, terwijl het wel degelijk om een verwachte en door het beleid georganiseerde afwezigheid gaat. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de opeenvolgende regeringen en hun spoordirecties.”

    “Minister Gilkinet beweerde dat hij met de begroting veel middelen voor het spoor binnenhaalde. Dat klopt niet: de komende twee jaar moeten de NMBS en Infrabel zelfs opnieuw besparen. De investeringen zijn pas voor de volgende regering. Zelfs indien deze de gedane beloften nakomt, zullen de investeringen niet volstaan. Het huidige beleid betekent bijvoorbeeld dat werken zullen uitgesteld worden en dat lijnen mogelijk afgeschaft worden.”

    “Er is evenmin geld voor een ernstig sociaal akkoord met het personeel, bij het spoor een ‘sociaal protocol’ genoemd. Dit zal de leegloop versnellen. Op soms onmogelijke uren in stress werken en daar niet eens respect voor krijgen, je zou voor minder vertrekken! Dit beleid gaat ten koste van het personeel en de reizigers.”

    “De inzet is nochtans groot: de manier waarop we reizen, moet grondig veranderen met meer nadruk op collectief vervoer. Gratis openbaar vervoer en voldoende dienstverlening zijn essentieel voor zowel de mobiliteit als het klimaat. Sinds de jaren 1950 staat het mobiliteitsbeleid volledig in het teken van individueel autogebruik. Nu komen we op een keerpunt. Beleid dat erop gericht is automobilisten een schuldgevoel aan te praten of hen te straffen, maskeert alleen maar het gebrek aan een geloofwaardig alternatief voor de eigen auto.”

    “Na de staking van 5 oktober was er ook een sterke deelname van collega’s aan de algemene staking van 9 november. Hierna volgde de oproep voor de staking van 29 november [na het ter perse gaan van deze krant] van het gemeenschappelijk vakbondsfront van ACV, ACOD en ACLVB, alsook een stakingsoproep van een vakbond van treinbestuurders de twee dagen erna. De regering zal niet zomaar plooien: we hebben dan ook nood aan een actieplan dat opgemaakt en beslist wordt door het personeel. Dat koppelen we best aan een eisenplatform dat vertrekt van wat nodig is. Zo snel mogelijk de 5000 jobs die de afgelopen vijf jaar verdwenen terugbrengen en investeren in infrastructuur en materieel, zou een goede eerste stap zijn om de huidige dienstverlening te kunnen realiseren en effectief uitbreiden. Door gratis en degelijk openbaar vervoer te eisen, kunnen we ongetwijfeld ook reizigers overtuigen om samen met ons te strijden voor de middelen die daarvoor nodig zijn en voor een compleet ander beleid.”

  • Scholen letterlijk in de kou – veel meer middelen nodig

    De pandemie is nog niet voorbij of de scholen worden al geconfronteerd met een nieuwe crisis. Alhoewel, het zou wel eens kunnen dat de pandemie opnieuw akelig dichtbij komt deze winter: 60% geeft aan minder te ventileren om de energiefactuur te drukken… 

    Artikel door Arne (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Ook omdat hersenen zuurstof nodig hebben, is teveel CO2 niet goed. Wettelijk gezien mag de norm van 900 ppm niet overschreden worden, maar dit is voortdurend het geval in schoollokalen: hoofdpijn en verminderde concentratie zijn er de gevolgen van. De energiefacturen spijzen de zakken van de energiekapitalisten met publiek geld bestemd voor onderwijs. De facturen zorgen bovendien voor besparingen op didactisch materiaal. In een school in Aarlen werd elke ouder zelfs 40 euro voor de elektriciteitsfactuur aangerekend… Onder druk werden al enkele miljoenen afgedwongen, maar die zijn geen antwoord op de lange termijn en blijven te beperkt. 

    Dit systeem ondermijnt de onderwijskwaliteit

    Het zijn niet alleen de energiefacturen: ook de schoolfactuur krijgen ouders niet meer betaald. In het Sint-Barbaracollege in Gent worden grote stukken of zelfs volledige facturen door de school zelf gecompenseerd. Wie de dupe van de hoge kosten wordt, is duidelijk. In een school voor buitengewoon basisonderwijs in Lokeren stijgen de kosten voor elektriciteit en gas van 57.000 naar 218.000 euro. Daardoor bespaart men op alle vlakken: ook op de naschoolse vorming van leerkrachten. Nochtans zorgen het lerarentekort en de kater van de pandemie voor ongeziene uitdagingen. 

    Het kille onderwijsbeleid wordt in de komende maanden wel heel voelbaar. Meer dan 70 procent van de scholen zet de verwarming op 19° of lager, geen koffie of water meer in de leraarskamer, geen koekjes of fruit tijdens vergaderingen. Het sinterklaasbudget in een school in Lokeren was vroeger 25 euro per klas, dat wordt nu 15 euro. Het kleine cadeautje van 2 of 3 euro dat elk kind kreeg, wordt afgeschaft. Daarbovenop worden schooluitstappen geschrapt of aankopen van didactisch materiaal uitgesteld. 

    Extra middelen wegen niet op tegen disproportionele kostenstijging

    De regeringen werden verplicht tot steunmaatregelen. In Vlaanderen wordt 67 miljoen vrijgemaakt voor de energiefacturen en 100 miljoen extra voor TSO- en BSO- scholen. Daarnaast wordt 100 miljoen voorzien voor renteloze energieleningen. In het Franstalig onderwijs wordt ongeveer 80 miljoen vrijgemaakt. Dat lijkt veel geld, maar het is ruim onvoldoende. Bovendien vloeit het rechtstreeks naar de winsten van energiebedrijven in plaats van naar degelijke onderwijsinfrastructuur. 

    Een leerkracht uit Luik stelt dat om de gebouwen van het Franstalig onderwijs naar een gezond niveau te brengen 2 miljard nodig zou zijn. De extra middelen zijn niets in vergelijking met de noden. De Vrije Universiteit van Brussel (VUB) zal van de voorziene acht miljoen voor energiebesparende maatregelen in het hoger onderwijs 450.000 euro krijgen, maar heeft 30,5 miljoen euro nodig. De factuur voor gas en elektriciteit op de VUB verdubbelde in 2022 tegenover 2021. In 2023 zal de VUB meer dan 12 miljoen euro extra moeten uitgeven aan gas en elektriciteit. Dat is meer dan de personeelsuitgaven van één grote of twee kleine faculteiten! Door de enveloppefinanciering in het hoger onderwijs zal de energiecrisis waarschijnlijk tot jobverlies leiden bij onderwijzend en ondersteunend personeel.

    Het is niet alleen de energiefactuur

    De energiecrisis benadrukt opnieuw de pijnpunten van de onderwijsinfrastructuur. Een directrice van een kleuterschool uit Kapellen zei dat ze al voor de energiecrisis moeite had om de facturen te betalen. De reden? Oude, slecht geïsoleerde gebouwen met enkel glas en metalen raamframes. 

    Slechte infrastructuur zorgt steeds opnieuw voor extra problemen. Uit een enquête van iVox bleek dat 7 op 10 leerlingen wel eens hun behoefte ophouden om de schooltoiletten te vermijden. Eén op de drie ouders is bezorgd om het sanitair. Het aantal toiletten is daarin niet zozeer het probleem, wel de ouderdom ervan, het onderhoud en het gebrek aan privacy. 

    In een interview zei een kinderarts dat hij dagelijks infecties ziet van urinewegen, verstopping, spijsverteringsproblemen en vulvitis. Hij zegt dat de klachten in twee derde van de gevallen verband houden met het ophouden, wat bovendien ook tot concentratieproblemen leidt. In het bijzonder bij non-binaire jongeren of leerkrachten komen dergelijke problemen vaak voor. 

    Massale publieke investeringen zijn een pure noodzaak. 

    Voor gratis, ecologisch en degelijk onderwijs!

    Vooral in het Franstalig onderwijs werd het voorbije jaar geprotesteerd door het personeel. Ze hebben groot gelijk! Scholieren en studenten moeten die acties steunen en in de andere regio’s moeten de acties uitgebouwd worden. We mogen scholen niet laten kiezen tussen energiefacturen en pedagogische middelen, laat staan de jobs van personeel in het hoger onderwijs. Een massaal investeringsplan voor energiezuinige onderwijsinfrastructuur, zowel om energiekosten te drukken als minder CO2 uit te stoten en de luchtkwaliteit van de gebouwen op te tillen, is het minste dat we vandaag moeten eisen. 

    Leerkrachten en personeelsleden uit het onderwijs die lid zijn van LSP bouwen aan strijdbare onderwijsvakbonden en verdere acties voor massale publieke investeringen in hun sector. Ook met de Actief Linkse Studenten en Scholieren voeren we acties voor gratis onderwijs, sociale klimaatmaatregelen en een einde aan de winsthonger van de energiekapitalisten. Werk je ook in het onderwijs of studeer je? Twijfel niet om contact met ons op te nemen en meer te weten te komen over de strijd die we voeren en de rol die jij daarin kan spelen!

  • Federale ambtenaren in actie na gebroken beloften

    Op 16 november voerden de federale ambtenaren een eerste actie uit protest tegen de beslissing van de regering om het sociaal voorakkoord eenzijdig op te zeggen. Een tekort aan middelen maakte dat er in de begroting geen ruimte was om de beloften van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen) effectief waar te maken. De ambtenaren zijn woedend en gaan over tot actie. We spraken met een federaal ambtenaar.

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    “De tekorten in de openbare diensten zijn overal groot, van de zorg over het openbaar vervoer tot het onderwijs. Ook bij de lokale en regionale besturen, de gemeenten, is dit het geval. Door besparingen en tekorten is er straks in de noodcentrales niemand meer om de telefoon op te nemen. Bij de federale ambtenaren wegen de gevolgen van de lineaire besparingen eveneens steeds meer door.

    “Voor de zomer was er een voorakkoord tussen de federale ambtenaren en minister De Sutter. Na 20 jaar was er eindelijk zicht op een loonsverhoging. De verhoging met 2% boven de index zou eerst op de laagste barema’s worden toegepast. De oude belofte van een volwaarde eindejaarspremie werd in dat akkoord deels ingevuld met een stijging van de toelage met 500 euro. Er werden daarnaast maaltijdcheques beloofd vanaf november 2022. Dit alles is met de begrotingscontrole overboord gegooid. Geen geld, zo luidde het verdict. Enkel de maaltijdcheques schieten nog over, maar wel pas vanaf april 2024. Bovendien moet dit samengaan met besparingen op de bedrijfsrestaurants.”

    “Op 10 jaar tijd daalde het aantal federale ambtenaren van 80.000 naar 64.000 door natuurlijke afvloeiingen. De toegenomen werkdruk voor de overblijvers vandaag leidt tot meer afwezigheid wegens ziekte, in het bijzonder onder laaggeschoolden. In tegenstelling tot hooggeschoolden kunnen zij vaak niet overschakelen op telewerk. Maar door te telewerken in plaats van uit te zieken pleeg je eigenlijk roofbouw op je lichaam. Er is nood aan meer werkingsmiddelen en voldoende collega’s, in plaats van de lineaire besparingen en afbouw van de statutaire tewerkstelling. Om de job aantrekkelijker te maken, waren de loonsverhogingen en het optrekken van de eindejaarspremie die voor de zomer beloofd werden eigenlijk slechts een beginpunt.” 

    “We hebben geen andere optie dan ons te organiseren. Op 9 november namen we met militanten van ACOD AMIO deel aan de staking. Behalve onze specifieke eisen, kwamen we voor het gebouw van Engie op voor de nationalisatie van de energiesector. Het is belangrijk dat dit nu expliciet verdedigd wordt door ACOD. Na de staking van 9 november begon op 16 november een reeks acties. Elke woensdag is er een militantenconcentratie in gemeenschappelijk vakbondsfront. Daarmee kunnen we een krachtsverhouding opbouwen om de inlossing van de gemaakte beloften te eisen en elke verdere aanval op de federale ambtenaren te stoppen. Het is dan ook cruciaal dat de vakbonden dit actieplan over de kerstvakantie tillen en doorzetten met deze strijd.”

  • OCMW-personeel in 19 Brusselse gemeenten in actie voor meer middelen

    Artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    Na vier werkonderbrekingen legde het OCMW-personeel in Brussel op 16 november het werk neer. Aanleiding is de onhoudbare werkdruk en het gebrek aan middelen, terwijl de opeenvolgende crises leiden tot een toename van het aantal mensen dat beroep doet op de diensten. 

    Het personeel eist een structurele verhoging van de middelen voor de 19 OCMW’s. Op 16 november trokken de stakers in gemeenschappelijk vakbondsfront naar de kabinetten van Brussels minister-president Vervoort (PS) en federaal minister Lalieux (PS). Dit werd gevolgd door een nieuwe algemene vergadering, waar beslist werd om op 15 december opnieuw te staken. Na de bekendmaking van een nationale betoging op 16 december werd de staking een dag opgeschoven.

    Een sociaal werker verklaarde in de media: “Er kloppen meer en meer mensen aan die financiële hulp vragen, maar we kunnen de dossiers niet meer volgen, waardoor er vertraging ontstaat bij de behandeling van de bestaande dossiers, de mensen ongeduldiger worden, en we minder en minder tijd hebben voor nieuwe OCMW-gebruikers.” Een andere merkte op: “We hebben al vaker de politie moeten bellen. Mensen die in de wachtzaal zitten, schreeuwen omdat ze hun financiële steun nog niet hebben gekregen en proberen onze kantoren binnen te dringen.” De werkdruk maakt dat de kwaliteit van de dienstverlening achteruit gaat. 

    Op een algemene vergadering in oktober werd een eisenplatform opgemaakt. Daarin wordt de aanwerving van extra sociaal werkers en ondersteunend personeel gevraagd om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen. Daarnaast onder meer: een loonsverhoging met 15% op 1 januari 2023 om de job aantrekkelijker te maken, een structurele verhoging van de middelen voor de aanwerving van personeel en renovatie van verouderde of te kleine gebouwen, meer opleidingen voor sociaal werkers, een einde aan autoritaire en agressieve vormen van management, investeringen in preventie voor werknemers, actualisering en strikte toepassing van procedures inzake preventie van psychosociale risico’s en welzijn op het werk, herwaardering van de sociale beroepen, collectieve arbeidsduurvermindering met loonbehoud en compenserende aanwerving, vrijwillig structureel telewerk gedurende twee dagen met vergoeding van de kosten die dit met zich meebrengt.

  • Allemaal op straat op 16/12. We kunnen winnen met een oplopend actieplan!

    • Verhoog ALLE lonen met 2 euro per uur!
    • Nationaliseer de VOLLEDIGE energiesector!

    Nooit geziene winstmarges voor de bedrijven, rijkelijke dividenden voor de aandeelhouders. En wij zouden het moeten stellen met een aalmoes in de vorm van een eenmalige consumptiecheque van maximaal 500 of 750 euro die nog moet onderhandeld worden? Dat is een belediging, zeker nadat wij tijdens de pandemie alles lieten draaien! Eenmalige premies stoppen de verarming niet. Ze dragen niet bij aan de pensioenen of de financiering van de sociale zekerheid en ze staan niet in verhouding tot de grote winstmarges.

    We kunnen niet op deze regering rekenen! Verhoog alle lonen!

    De MWB, metaalarbeiders van het ABVV in Wallonië en Brussel, berekende dat een premie van 750 euro overeenkomt met amper 1,95% van de 6 miljard euro aan dividenden die de afgelopen twee jaar aan de aandeelhouders van de metaalverwerkende sector zijn uitgekeerd! Zij krijgen de taart, wij de kruimels. Maar voor de werkgevers is het nooit genoeg: ze bereiden het terrein voor op een nieuwe indexsprong.

    Dankzij de index zijn onze lonen beter bestand tegen prijsstijgingen dan in de buurlanden. De werkgevers proberen ons uit te spelen tegen de werknemers in de buurlanden om overal een neerwaartse spiraal van de lonen te organiseren. In Frankrijk staat het herstel van de automatische index (in 1983 afgeschaft onder Mitterand) echter opnieuw centraal in de vakbondseisen. Als we in België loonsverhogingen afdwingen bovenop de index, zal dit helpen om de trend in de buurlanden en in Europa te keren. Het zou helpen om het idee van een Europese algemene staking op de agenda te zetten.

    De MWB, metaalarbeiders van het ABVV in Wallonië en Brussel, berekende dat een premie van 750 euro overeenkomt met amper 1,95% van de 6 miljard euro aan dividenden die de afgelopen twee jaar aan de aandeelhouders van de metaalverwerkende sector zijn uitgekeerd!

    Heel het verhaal van de prijs-loonspiraal is nonsens. In werkelijkheid kan een algemene loonsverhoging leiden tot een daling van de winstvoet, zonder dat dit een invloed heeft op de prijzen van de goederen. Loonsverhogingen betekenen met andere woorden dat het deel dat naar de winsten gaat vermindert om overgeheveld te worden naar de koopkracht van de gezinnen. Het volstaat om naar de rekening voor je winkelwagen te kijken of om je energiefactuur te betalen (die zelfs na de steunmaatregelen amper minder absurd is) om te beseffen dat een algemene loonsverhoging noodzakelijk is.

    Sectoren waar de vakbonden sterker staan, moeten de zwakkere meetrekken. Pogingen om ons te verdelen, beantwoorden we best met eisen als een verhoging van ALLE lonen met 2 euro per uur (330 euro per maand) en een minimumloon van 15 euro per uur. Als bedrijven zeggen dit niet kunnen betalen en/of dreigen met jobverlies, moeten hun boeken geopend worden zodat de werkenden kunnen nagaan of dat wel klopt. Ze mogen uitleggen waarom de recordwinsten niet gebruikt werden als reserve voor moeilijker tijden. Indien nodig moeten deze bedrijven genationaliseerd worden zonder compensatie om onder controle en beheer van de werknemers jobs te redden.

    Prijzen bevriezen = nationaliseren

    Hebben onze buurlanden de prijzen geblokkeerd? Eigenlijk gaat het om subsidies aan de privé om het verschil tussen de marktprijzen en die voor de bedrijven en de gezinnen met de overheid te betalen in plaats van aan de winsten te raken. Vroeg of laat zal de gemeenschap voor de kosten opdraaien, terwijl het gebrek aan publieke middelen overal al onhoudbaar is. Stakingen bij het spoor, in het onderwijs, de gezondheidszorg en onder federale en lokale ambtenaren illustreren de woede over de onhoudbare werklast en de ernstige verslechtering van de dienstverlening door een jarenlang gebrek aan middelen. 

    Om de prijzen te bevriezen, moeten we energie nationaliseren. Dit houdt in dat de volledige energiesector (productie, distributie, onderzoek) door de gemeenschap in handen wordt genomen. Het zou de weg vrijmaken voor betaalbare prijzen en een snelle groene transitie. Nationalisatie onder arbeiderscontrole en -beheer is iets anders dan het uitkopen van private aandeelhouders, zoals de Franse regering met EDF deed. De kapitalisten hebben al genoeg geprofiteerd, er kan geen sprake zijn van een uitkoop of compensatie voor de aandeelhouders. Uitzonderingen kunnen enkel overwogen worden voor kleine aandeelhouders op basis van bewezen behoefte, we willen uiteraard niemand in ellende storten.

    Dit moet samengaan met de nationalisatie van de volledige financiële sector om speculatie te stoppen en de nodige financiële middelen te mobiliseren voor de gezondheidszorg, het onderwijs, het openbaar vervoer … Die openbare diensten moeten niet functioneren zoals het de norm is in de private sector, ze moeten gericht zijn op de maatschappelijke noden. Daartoe moet een genationaliseerde onderneming of sector worden geleid door het personeel, de vakbonden en de gemeenschap. Dit vereist de actieve betrokkenheid van de werkende klasse in elk stadium in het kader van de strijd voor een doordachte en ecologische planning van de economie.

    Op 16 december moet er een duidelijk actieplan zijn om iedereen in de strijd te betrekken

    De algemene staking van 9 november toonde onze kracht, maar er was veel meer mogelijk. De voorbereiding was niet optimaal om alle collega’s te betrekken. Acties zijn sterker als ze deel uitmaken van een ambitieus actieplan waarvan de volgende stappen al bekend zijn en waarnaar opgebouwd wordt. Samen met een ‘operatie waarheid’ die de grote winsten bekendmaakt en de leugens van de werkgevers beantwoordt, kan dit de twijfels aan de basis (onder zowel ACV als ABVV-leden in zowel Brussel, Vlaanderen als Wallonië) wegnemen en zorgen voor een verdere veralgemening van onze strijd. Met zo’n dynamiek kunnen we iedereen achter ons krijgen: jongeren, gepensioneerden, werklozen, zelfs zelfstandigen en kleine bedrijven.

    Collectieve evaluaties van de acties zijn cruciaal. Personeelsvergaderingen, eventueel gekoppeld aan werkonderbrekingen, en democratische interprofessionele bijeenkomsten kunnen de sterke en zwakke punten van de beweging bespreken, sectorspecifieke eisen in het eisenplatform opnemen en samen stemmen over de voortzetting van de strijd.

    Om te winnen hebben we een duidelijk actieplan nodig vóór 16 december, niet een week erna, om de strijd vanaf januari voort te zetten en op te voeren in de richting van een algemene staking in februari die wordt voorbereid en voorafgegaan door afwisselende provinciale stakingen. We kunnen inspiratie halen uit de stakingen van de Franse raffinaderijen, waar de staking elke dag door de stakers zelf werd verlengd. Het is essentieel om te laten zien wie de economie doet draaien en om de werkenden te laten ervaren hoe het is om de economie en de teugels van de samenleving in handen te nemen. Delegees en militanten kunnen de betoging aangrijpen om op hun werkplek en in de samenleving een echte krachtsverhouding op te bouwen.

    Om te winnen hebben we een duidelijk actieplan nodig vóór 16 december, niet een week erna, om de strijd vanaf januari voort te zetten en op te voeren in de richting van een algemene staking in februari die wordt voorbereid en voorafgegaan door afwisselende provinciale stakingen.

    Campagne ROSA : voor eenheid in de strijd

    Campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en Asociaal beleid) steunt de eisen van de vakbonden tegen de seksistische pensioenhervorming die de situatie van deeltijdwerkers nog onzekerder maakt, tegen de uitbreiding van flexijobs in de gezondheidszorg (een echte klap in het gezicht van degenen die in de frontlinie stonden tegen Covid-19 en die meer personeel eisen om overeind te blijven) en tegen de beperkingen op het tijdskrediet die een combinatie tussen werk en gezinsleven moeilijker maken. Het bestrijden van geweld tegen vrouwen betekent opkomen voor hun financiële onafhankelijkheid. De crisis rond de kosten van levensonderhoud komt het hardst aan bij vrouwen en alleenstaande ouders in het bijzonder. Campagne ROSA wil de strijd van de arbeidersbeweging tegen alle vormen van onderdrukking versterken, omdat deze de kapitalistische uitbuiting vergemakkelijken door de arbeidersklasse te verdelen. De actiedag van 8 maart kan door de vakbonden aangegrepen worden om te staken tegen seksisme en tegen het dure leven.

  • Strijd uitbreiden met een actieplan dat van onderuit wordt besproken en gestemd

    In ons pamflet tijdens de algemene staking van 9 november riepen we op om de strijd door te zetten. “Er moet een nieuw oplopend en opbouwend actieplan komen. Als we de hele samenleving willen overtuigen en achter de arbeidersbeweging willen krijgen, hebben we een echt machtsvertoon nodig. De betoging op 6 november 2014 (150.000 mensen) was de grootste vakbondsbetoging sinds 1986. Niemand twijfelde toen wie richting kon geven aan de samenleving. Een nieuwe massale betoging kan ook jongeren, gepensioneerden, werklozen en zelfs zelfstandigen en kleine bedrijven samenbrengen (winkeliers in Luik en Brussel riepen al op tot solidariteit met de staking van 9 november) rond de arbeidersbeweging en kan bijdragen tot het opbouwen van een dynamiek voor nieuwe nationale stakingsdagen, voorafgegaan door provinciale stakingen.”

    Artikel door Wouter (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Eind november kondigde het ABVV een nationale betoging gedekt door een stakingsaanzegging aan voor midden december. Hiervoor zou geprobeerd worden het ACV te betrekken. Bovendien zou er begin december een aankondiging volgen over nieuwe acties begin 2023. 

    De noodzaak van nieuwe acties stelt zich. Na de algemene stakingen werd in veel sectoren niet gewacht. In november staakten de sociaal werkers van de Brusselse OCMW’s, het personeel van de lokale en regionale besturen in Vlaanderen, het spoorpersoneel en de federale ambtenaren. Er was een actie in gemeenschappelijk vakbondsfront tegen de pensioenhervorming van de federale regering en voor de gelijkheid van mannen en vrouwen. Voor december zijn er door enkele van deze sectoren al verdere acties gepland. Daar komen acties bij van de non-profit, de Brusselse brandweer en anderen. Verder is er de ‘Trop is teveel’ mobilisatie van 4 december voor meer koopkracht en energie in publieke handen. 

    De grote zwakte na de staking was het gebrek aan collectieve evaluatie met personeelsvergaderingen (eventueel gekoppeld aan werkonderbrekingen) en democratische interprofessionele vergaderingen. Welke andere manier is er om de sterke en zwakke punten van de staking effectief te bespreken, sectorspecifieke eisen te integreren in het eisenpakket en samen democratisch te stemmen over de voortzetting van de strijd? 

    Dit is een les die we kunnen trekken uit de strijd in de raffinaderijen in Frankrijk. Daar was er sprake van een hernieuwbare staking waarbij de stakers elke dag samen afsloten met een evaluatie en democratische stemming over de voortzetting van de staking de volgende dag. Dat maakt het mogelijk om ook op het einde van een staking samen te evalueren hoe de strijd in de toekomst kan versterkt worden. Een goed voorbeeld bij ons was hoe de staking en actie van de sociaal werkers van de Brusselse OCMW’s op 16 november eindigde met een algemene vergadering. Daarop beslisten de 200 aanwezige stakers om de mobilisatie verder te zetten. Ze stemden voor een nieuwe stakingsdag op 15 december. En ze beslisten om een poging te doen om de strijd uit te breiden naar het OCMW-personeel in Vlaanderen en Wallonië. 

    Deze praktijk van vakbondsdemocratie is essentieel om collega’s te informeren en te mobiliseren, maar ook om vakbondsmilitanten verder te vormen, of ze nu al veel ervaring hebben of niet. Bovendien zijn dit de eerste stappen in het perspectief van de werkenden die zelf de economie in handen nemen en het kapitalisme omverwerpen.

    De betoging van midden december en de komende mobilisatiedata moeten door strijdbare vakbondsdelegaties aangegrepen worden om hun positie te versterken en om banden aan de basis te smeden. We kunnen solidariteitsdelegaties organiseren om naar stakingspiketten en acties van andere sectoren te gaan, maar ook naar protest van onder meer klimaatjongeren en vrouwen. Als dat niet mogelijk is, kunnen solidariteitsmoties opgesteld en gestemd worden. Het versterken van de dynamiek van strijd aan de basis is cruciaal om te bouwen aan een netwerk van strijdsyndicalisten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop