Category: Op de werkvloer

  • Na 9 november: Krachtsverhouding opbouwen met ernstig actieplan

    Als het slecht gaat, zoals tijdens de pandemie, moeten de werkenden alles recht houden. Als het wat beter gaat, eind vorig jaar, worden eerst de zakken van de patroons gevuld. Tegen dat wij aan de beurt zijn, is er inflatie en swingen de energieprijzen de pan uit. En dan zouden we het moeten stellen met een aalmoes?! Toch zijn er vakbondsleiders die vinden dat de regering redelijk is en die met de handrem op mobiliseren. De politici, de patroons en de media buiten dat meedogenloos uit. Wat we nodig hebben, is een stevig actieplan om een krachtsverhouding op te bouwen. 

    Woede organiseren 

    In Le Soir en De Standaard schreef Béatrice Delvaux over het “licht ontvlambaar” karakter van de huidige periode. “Tal van gezinnen en individuen leven in een beangstigende situatie en worden geconfronteerd met reële financiële en economische problemen,” merkt ze op. Ze waarschuwde: “Opgepast voor hun woede, die door een kleinigheid kan worden opgewekt.” Uiteraard is er angst en woede. De arbeidersbeweging heeft een strijdplan nodig om te winnen. Zoniet dreigt men dat thuis op te kroppen en kunnen allerhande krachten, waaronder extreemrechts, er garen bij spinnen om verdeeldheid en ellende te versterken. 

    Het is niet omdat de regering-De Croo in de huidige omstandigheden niet even hard durft uit te pakken als de regering-Michel in 2014, dat dit beleid een ‘evenwichtig compromis’ zou zijn. De arbeidersbeweging moet vertrekken van wat de werkenden en hun gezinnen nodig hebben. De koopkrachtmaatregelen van de regering zijn een druppel op een hete plaat. Moeten we echt met 1000 euro extra deze winter doorkomen? Terwijl de pandemie nog raast, durft de regering het groeipakket voor de zorg van 2,5 naar 2% verlagen. Intussen krijgen de bedrijven een indexsprong van de bijdragen aan de sociale zekerheid. Dat zal de tekorten in de zorg, de kinderopvang, het onderwijs, het openbaar vervoer … nog groter maken. 

    Als het slecht gaat, zoals tijdens de pandemie, moeten de werkenden alles recht houden. Als het wat beter gaat, eind vorig jaar, worden eerst de zakken van de patroons gevuld. Tegen dat wij aan de beurt zijn, is er inflatie en swingen de energieprijzen de pan uit. En dan zouden we het moeten stellen met een aalmoes?!

    We kunnen niet vertrouwen op partijen die duidelijk andere belangen dan de onze verdedigen. Een overwinstbelasting is welkom, maar raakt niet aan de essentie: accumulatie van rijkdom bij enkelen op basis van de uitbuiting en ellende van de werkende klasse. Als we onze strijd niet organiseren, wacht ons een algemene en snel toenemende verarming. 

    Ons niet laten verdelen, maar strijd veralgemenen

    Negen november omvormen tot een actiedag beantwoordt niet aan de uitdagingen. De werkenden produceren alle rijkdom in de samenleving. Dat moet maar eens duidelijk gemaakt worden met de algemene staking op 9 november. Als de regering niet wil luisteren, moet daar een verlengstuk aan komen. 

    We hebben er alle belang bij dat de staking van 9 november zo sterk mogelijk is. We worden immers allemaal geraakt door de winsthonger van de kapitalisten, zowel in onze thuissituatie als op het werk. Bovendien is het duidelijk dat we verder moeten bouwen aan een krachtsverhouding om onze eisen effectief af te dwingen. De beweging verder veralgemenen is nodig om overwinningen te boeken. De voorbije weken waren er acties bij het spoor, het Franstalig onderwijs, de VRT, de kinderopvang, het Brussels OCMW-personeel … Die strijd bijeenbrengen, zou elk van die bewegingen op zich versterken. Het zou meteen duidelijk maken dat er een ander perspectief mogelijk is dan dat van de N-VA die in Vlaanderen de oppositie in het parlement en de media domineert met oproepen tot een harder Thatcheriaans beleid. 

    De angst en woede zijn niet fundamenteel anders langs Nederlandstalige of Franstalige kant. Als er een verschil in dynamiek is, komt dit mee door het politieke landschap en het bijhorende publiek debat. De beweging van 2014 toonde hoe de arbeidersbeweging het publiek debat kan keren. Het Franse protest dat op gang getrokken is door de arbeiders van de raffinaderijen toont dit eveneens. We mogen ons niet laten verdelen: waar de beweging al sterker staat, moet deze positie gebruikt worden om anderen mee te trekken. 

    De recessie zal steeds meer als argument tegen onze eisen uitgespeeld worden. Als bedrijven zeggen dat het water hen aan de lippen staat en dreigen met jobverlies, moeten hun boeken geopend worden zodat de werkenden kunnen nagaan of dat wel klopt. Ze mogen uitleggen waarom de recordwinsten niet gebruikt werden als reserve voor moeilijker tijden. Bedrijven die door aandeelhouders en managers geplunderd worden, moeten genationaliseerd worden om jobs te redden.

    Actieplan en programma

    We moeten tonen dat we onze strijd ernstig nemen. Dat kan door ze met zowel het nodige geduld als gevoel voor urgentie op te bouwen en te richten op duidelijk omschreven doelen. Het opbouwen van de beweging gebeurt op elke werkplaats. Personeelsvergaderingen, eventueel gekoppeld aan acties tijdens een pauze of met werkonderbrekingen, zijn belangrijk om de betrokkenheid te versterken. Die kunnen mee opbouwen naar nieuwe algemene stakingsacties, die meteen gekoppeld worden aan escalerende vervolgstakingen van bijvoorbeeld 48 of 72 uur. 

    Op de personeelsvergaderingen kunnen we onze eisen per bedrijf en per sector verfijnen, maar ook overkoepelende eisen bespreken. Met de werkende klasse moeten we onze eisen en strategie bespreken en hierover meebeslissen. 

    Een eerste belangrijke eis is die van de nationalisatie van de volledige energiesector. Een nationalisatie onder controle van de werkenden en de gemeenschap zou ons echte controle over de prijzen geven. Deze eis werd in de aanloop naar 9 november door enkele vakbondscentrales opgenomen. Door er een speerpunt van te maken, kunnen we een perspectief bieden aan al wie angstig uitkijkt naar de volgende energiefactuur. 

    In ruil voor het behoud van de index willen de werkgevers ons een loonstop laten slikken. We mogen ons niet laten chanteren. Onze portemonnee heeft de extra zuurstof van een loonsverhoging nodig. Naast het herstel van de volledige index, kan de eis van een algemene en directe loonsverhoging met 2 euro per uur (of 330 euro per maand) werkenden uit de laagst betaalde en vaak weinig syndicaal georganiseerde sectoren onmiddellijk meer koopkracht geven. Zo zouden we bovendien per direct de loonnormwet van 1996 breken. 

    Om dit af te dwingen, is er nood aan een actieplan dat grondig besproken, voorbereid en georganiseerd wordt in opbouw naar sterke algemene stakingen. Als we opkomen voor onze levensstandaard en toekomst, botsen we op een rot systeem dat van crisis naar crisis gaat. De honger naar een omwenteling op sociaal, politiek en ecologisch vlak neemt toe. Dat zien we ook met de uitbreidende stakingsgolven in onder meer Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Doorheen onze strijd bouwen we aan een nieuwe macht, die van de werkende klasse die een einde kan maken aan het kapitalistisch systeem van onderdrukking en uitbuiting om een nieuwe socialistische samenleving te vestigen.

  • Algemene staking. Energie nationaliseren! Lonen verhogen!

    Op 11 oktober kwamen in Wilrijk een moeder en een dochter om het leven door CO-vergiftiging. Ze probeerden hun huis te verwarmen door binnen een barbecue aan te steken. De brandweer verklaarde bang naar de winter te kijken. “We vrezen dat de mensen door de hoge energieprijzen soms gevaarlijke alternatieven gaan zoeken om hun huis te verwarmen of om te koken.” 

    Uit maandblad De Linkse Socialist

    Het ontbreekt niet aan oproepen om minder te verbruiken. De verwarming wordt lager gezet. In een Brusselse school was er een werkonderbreking nodig om de verwarming opgezet te krijgen bij de eerste koude dagen in oktober. We zitten letterlijk en figuurlijk in de kou. En zelfs dan nog blijven de facturen komen en stijgen. Ook wie bijzonder zuinig is, riskeert onbetaalbare voorschotfacturen. 

    Deze tarieven kunnen we niet betalen! Een veralgemening van de armoede dreigt. Bij de voedselbanken is het aantal bezoekers in de eerste helft van dit jaar met 15,2% gestegen tot 204.000 mensen per maand. Volgens het Planbureau dreigt straks 34,9% van de Brusselse bevolking door armoede bedreigd te zijn. In Duitsland dreigen ziekenhuizen failliet te gaan. Zijn we straks allemaal arm?

    De regering beweert er iets aan te doen. Maar met 1000 euro op facturen die met een veelvoud daarvan gestegen zijn, komen we er niet. De minste maatregel om een deeltje van de grote winsten af te romen, leidt tot de chantage van de energiebedrijven dat er geen geld zou zijn om te investeren in een groene transitie. We zijn een speelbal van de winsthonger van die energiebedrijven en andere multinationals. Deze crisis is niet uitzonderlijk of eenmalig, dit is het nieuwe ‘normaal’ onder het kapitalisme in verval. Een systeem dat in staat is om wapentuig te produceren waarmee de planeet tientallen keren kan vernietigd worden, maar tegelijk moet hopen op geen te strenge winter om de energiestorm te doorstaan. 

    Een taks op de bijzonder grote winsten maakt geen einde aan het fundamentele probleem in de energiesector: het feit dat de gemeenschap geen zeggenschap heeft over productie, distributie en investeringen aangezien de sector in private handen is en dus enkel gericht op de winst. Heel die sector moet genationaliseerd worden onder de democratische controle van het personeel en de gemeenschap. 

    Energiespecialist André Jurres, voormalig topman van Essent, merkte in Het Nieuwsblad op: “Het vrijemarktmechanisme is een utopie. Elektriciteit en warmte zijn in dit deel van de wereld iets essentieels, dat mag je niet zomaar aan de vrije markt overlaten.” Zelfs de voormalige liberale partijvoorzitster Gwendolyn Rutten moet tegenwoordig schoorvoetend erkennen dat de liberalisering van energie “naïef” was. Niet dat onze horrorfacturen er naïef uitzien… De kapitalistische markt is een dwangbuis van ellende voor de werkende klasse.

    Zelfs de grootste voorstanders van liberaliseringen moeten het falen van de markt erkennen. Daar moeten we eisen tegenover zetten die niet binnen de markt blijven, maar de private eigendom van de productiemiddelen in vraag stellen. Wat de gemeenschap niet bezit, kan ze niet controleren. Heel de sector moet genationaliseerd worden! Socialistische antwoorden vertrekken van de noden en behoeften. 

    De afgelopen weken waren er protestacties bij het spoor en in het Franstalig onderwijs. Er is protest tegen de tekorten in de kinderopvang. Het Brussels OCMW-personeel voert actie tegen de tekorten. Het is mogelijk om al dat ongenoegen bijeen te brengen in een echte algemene staking die de kracht van de arbeidersbeweging toont en daarmee een perspectief geeft om te winnen. Een algemene staking die voluit georganiseerd en voorbereid wordt, kan een aanzet zijn voor een actieplan dat opbouwt naar volgende algemene stakingen. 

    Naast de specifieke eisen per sector kunnen we ons verenigen rond eisen die verdergaan dan de beperkte voorstellen voor 9 november: de nationalisatie van de energiesector, een algemene loonsverhoging van 2 euro per uur en andere dringende maatregelen. Het is mogelijk om hierrond enthousiasme te creëren en te bouwen naar een momentum met een krachtsverhouding die maakt dat de regeringen en de werkgevers schrik van ons krijgen en zich verplicht zien om toegevingen te doen.

  • Brusselse pompiers bereiden zich voor op staking van 9 november en daarna

    Op 26 oktober hielden een honderdtal Brusselse pompiers een algemene vergadering in de centrale brandweerkazerne.

    Deze personeelsvergadering werd bijeengeroepen door de VSOA en ACOD om te praten over het gebrek aan personeel en over de pensioenen.

    In de afgelopen tien jaar is het aantal interventies met 70% toegenomen, terwijl het aantal operationele medewerkers slechts met 10% is gestegen. Alleen al in het afgelopen jaar werden 11.000 extra interventies geteld.

    De brandweerlieden klagen ook over de pensioenhervorming op 67 jaar en eisen een volledig pensioen op 60 jaar. Hun levensverwachting ligt volgens de cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken 7 jaar lager dan het nationale gemiddelde en het is ondenkbaar dat brandweerlieden van boven de 60 jaar 20-30 kilo operationele uitrusting moeten dragen.

    Tijdens de personeelsvergadering werd de wil tot deelname aan de algemene staking op 9 november geformuleerd.

    Maar het idee is vooral om tijdens de eindejaarsfeesten enkele dagen te staken en de tijd te nemen om alle brandweerlieden van Brussel en andere steden te mobiliseren.

  • Steun de voormalige arbeiders van Forges de Clabecq op 23 oktober in Tubeke

    Het lijkt een nachtmerrie, maar het is een trieste realiteit. Meer dan 2.000 gezinnen van de voormalige werknemers van Forges de Clabecq (1.810 arbeiders, 300 bedienden en 100 kaderleden)  wachten nog steeds op de uitbetaling van hun achterstallig loon, hoewel het faillissement van de Forges de Clabecq werd uitgesproken in … 1997!

    door Guy Van Sinoy

    Hoe is dit mogelijk? Om het te begrijpen, moet je de film van de gebeurtenissen terugspoelen naar… 1992. In oktober 1992 stelde Dessy, de baas van de smederijen, een herstructureringsplan op dat een loonsverlaging van 10% inhield. De werknemers weigerden, maar Dessy paste de verlaging toch toe op het loon van oktober. Op 4 november brak een staking met bezetting uit. Op 16 november stelde Libert Froidmont, bemiddelaar namens het Waals Gewest, voor om de loonsverlaging om te zetten in een soort lening. Het bedrijf verbond zich ertoe de lening en de rente daarop terug te betalen zodra de situatie dit toeliet, doch uiterlijk in juli 1995. De fabriek ging in 1997 failliet en de werknemers hebben nooit het bedrag van de lening of de rente ontvangen.

    Op zondag 23 oktober om 14 uur vindt in het Cultureel Centrum van Tubize een informatiesessie plaats over de stand van zaken in deze zaak en wordt de film Ceux de Clabecq van Marine Rainjonneau vertoond. Wij nodigen u allen uit om aanwezig te zijn en de voortdurende strijd te steunen.

    Lees meer: Forges de Clabecq. Basta! 25 jaar later… Betaal onze lonen!

  • Franstalig onderwijs kent grootste beweging in 25 jaar

    Het onderwijs gaat net als alle openbare diensten gebukt onder een chronisch gebrek aan middelen. Alle hervormingen, met in 2015 nog het Excellentiepact langs Franstalige kant, hebben de situatie enkel erger gemaakt. Veel personeelsleden uit het onderwijs begrijpen dat die hervormingen niet gericht waren op het verbeteren van de pedagogische taken van het onderwijs, maar op het verder besparen en uiteindelijk privatiseren van onderwijs.

    door een delegee van ACOD Onderwijs

    De situatie op de scholen is ernstig. De leerlingen zijn het beu en het personeel is dat ook. Aan de start van het schooljaar hadden alle media aandacht voor het lerarentekort. Dat tekort is zeer reëel en levert grote problemen op zoals de overbelasting van de andere leerkrachten, vele uren zonder les voor de leerlingen … Op 14 september wijdde de RTBF een “onderzoeksrapport” aan dit onderwerp onder de titel “Scholen wanhopig op zoek naar leerkrachten.” (1) Helaas bleef het bij vaststellingen van de crisis zonder in te gaan op de oorzaken ervan. 

    Om een zicht te krijgen op de oorzaken van de crisis in het onderwijs had de openbare omroep het woord kunnen geven aan de duizenden personeelsleden van het Franstalig onderwijs die de afgelopen maanden op straat kwamen. Op 10 februari waren ze met 10.000 in de straten van Brussel in wat de tot dan toe grootste onderwijsbetoging sinds 2011 was. Het ging nu echter niet om een eenmalige betoging. Er was een actieplan met betogingen in Bergen in maart (7.000 aanwezigen) en in Luik in mei (15.000 aanwezigen). Deze acties brachten al het ongenoegen over de tekorten inzake infrastructuur, aantal collega’s, verloning … samen. 

    1996: de vorige grote beweging in het Franstalig onderwijs

    Dit is de eerste massabeweging in het Franstalig onderwijs sinds de acties van 1996. Toen werd geprotesteerd tegen de plannen van minister van Onderwijs Laurette Onkelinx (PS). Haar ‘plan’ werd op 2 april 1996 door het parlement van de Franse Gemeenschap goedgekeurd. (2) “Het doel is een besparing van 5 miljard Belgische Frank [bijna 125 miljoen euro]. Om dat te bereiken, worden scholen met minder dan 400 leerlingen opgeheven of samengevoegd. Daarnaast worden 3.000 jobs geschrapt in het secundair onderwijs.” (3) Het onderwijs in België had eerder al geleden onder de verdeling tussen de gemeenschappen. De overdracht van de bevoegdheden ging immers niet gepaard met een overdracht van voldoende middelen. 

    Het personeel en de scholieren gingen in 1996 over tot hardnekkig verzet tegen de besparingen en de achteruitgang van hun studie- en arbeidsomstandigheden. “Nog voor de eerste betogingen vanaf februari waren er schoolstakingen. Die zouden vier maanden duren. Ondertussen organiseerde het personeel een rotatie van acties. Luik, Charleroi, Namen, Brussel: elke week was er ergens anders een grote betoging met soms tot 40.000 aanwezigen.” (4) 

    De scholieren maakten deel uit van de strijd. Ze waren georganiseerd in comités waarbij ze meetings en betogingen voorbereidden waar ze soms met duizenden op aanwezig waren. Er waren heel wat scholierenbetogingen. Dit gaf wat ademruimte voor het personeel, zeker toen de stakingsdagen na verloop van tijd op hun inkomen drukten. Zonder de hulp van de scholieren hadden ze de strijd niet zo lang kunnen volhouden. Zowel het personeel als de scholieren was woedend en vreesde dat de situatie in het onderwijs nog slechter zou worden. Ze eisten meer middelen voor onderwijs. Daarbij konden ze op solidariteit van personeel uit andere sectoren rekenen. Delegaties arbeiders van Forges de Clabecq en Caterpillar namen deel aan de betogingen. 

    De Franse Gemeenschap bespaarde geld door de staking en de regering hield vol tot de beweging uitgeput raakte. Er werd geen enkele toegeving gedaan. De spanningen tussen betogers en de politie werden groter, maar ook die tussen de betogers en de Parti Socialiste die verantwoordelijk werd geacht voor de besparing. 

    Ondanks deze gedenkwaardige strijd zette Onkelinx haar plan door in april, vlak voor het einde van het schooljaar met de examens en de deliberaties. De chantage is bekend: het einde van het schooljaar mag in het belang van de scholieren niet verstoord worden. Daarna kwam de zomervakantie. De vakbonden beloofden dat de beweging zou doorgaan na de zomer, maar in september gebeurde er niets meer. 

    Lessen uit 1996

    Wat kunnen we onthouden van deze maanden van intense strijd? De door scholieren opgezette organisatie, de kracht van een gemeenschappelijk vakbondsfront en de afwisselende stakingen zijn zeker elementen die we kunnen meenemen naar toekomstige acties. Om echt voldoende middelen af te dwingen voor het onderwijs, dat betekent middelen op basis van de behoeften, is er steun van de hele samenleving nodig: alle sectoren, alle ouders en alle scholieren. 

    Om ervoor te zorgen dat de acties die dit jaar al zijn ondernomen niet voor niets zijn geweest, is het belangrijk dat we niet opgeven. De volgende actiedag is 13 oktober met een staking en betoging in Namen om “in goede omstandigheden te studeren en te werken.” We kunnen dat best voorbereiden met personeelsvergaderingen, werkonderbrekingen, collectieve discussies … We kunnen onze eisen verdedigen op de algemene vakbondsacties in aanloop naar de algemene staking van 9 november. En uiteraard is er die stakingsdag van 9 november. Zo kunnen we verschillende sectoren verenigen en samen strijden voor onze gemeenschappelijke eisen. 

    Voetnoten

    1) “Onderzoek: scholen wanhopig op zoek naar leerkrachten”, https://urlz.fr/jg1M, RTBF, geraadpleegd op 21/09/22. 

    2) “Les grèves de 1996 détiennent le record de longueévité de suspension des cours”, RTL, https://urlz.fr/jdUT, geraadpleegd op 15/09/22.

    3) idem

    4) “L’histoire continue: 1996, c’est la guerre entre Laurette Onkelinx et les enseignants”, RTBF, https://urlz.fr/jeGH, geraadpleegd op 19/09/22.

  • Franstalig onderwijs. Actieplan nodig om onderwijscrisis te stoppen.

    Strijden voor middelen op basis van de noden. Voor betere werk- en leeromstandigheden

    Volgende stap: de algemene staking van 9 november

    Wat is er veranderd sinds de laatste betogingen en de beloften van de minister? Niets! Het is nog erger. We zijn aan het eind van ons Latijn, ook al is het nog maar het begin van het schooljaar. De inflatie bedraagt meer dan 11%. Ouders vinden het steeds moeilijker om het schoolgeld te betalen. Scholen zetten de verwarming niet aan uit angst voor de rekeningen. Enzoverder. Er is geen oplossing gegeven. Geen enkele!

    Pamflet van LSP/PSL op de betoging van het Franstalig onderwijspersoneel vandaag in Namen

    De staat van de infrastructuur was al eerder een probleem, wat zal er in de komende winters gebeuren? De meeste scholen weigeren voorlopig om de verwarming aan te zetten en de minister van Onderwijs treitert ons met de ‘dikketruiendag’ voor het milieu, terwijl het in veel gebouwen efficiënter zou zijn om de ramen te vernieuwen. Wie kan vandaag nog ontkennen dat de eerdere ‘hervormingen’ van het onderwijs geen pedagogische doelstellingen hadden, maar gericht waren op besparingen en een geleidelijke privatisering van het onderwijs?

    De meeste scholen weigeren voorlopig om de verwarming aan te zetten en de minister van Onderwijs treitert ons met de ‘dikketruiendag’ voor het milieu, terwijl het in veel gebouwen efficiënter zou zijn om de ramen te vernieuwen.

    Leerlingen verlaten steeds vaker de school. Er zijn meer zelfmoordpogingen, er is een algemene malaise en enorme sociale ongelijkheid. Ook veel collega’s geven het op en verlaten het onderwijs. De uitstroom van collega’s stoppen, betekent vechten voor een verandering van het hele systeem. We hebben geen andere keuze!

    Er is nood aan drastisch meer publieke middelen voor het onderwijs zodat de infrastructuur beter kan, naast echt gratis onderwijs, de aanwerving van meer personeel (zowel onderwijzend personeel als anderen), het beperken van het aantal leerlingen per klas …

    De woede bleek al op de drie onderwijsbetogingen eerder dit jaar: op 10 februari met 10.000 in Brussel, op 29 maart met 7.000 in Bergen en in mei met 15.000 in Luik. En nu zijn we hier voor de vierde onderwijsbetoging dit kalenderjaar.

    Er is een actieplan voor een langere termijn nodig gericht op het behalen van overwinningen. Tussen de stakingsdagen in hebben we nood aan lokale acties om de dynamiek te versterken en de aandacht te vestigen op de dagelijkse omstandigheden in de scholen. Werkonderbrekingen en plaatselijke bijeenkomsten helpen bovendien het bewustzijn te vergroten over onze collectieve kracht.

    Twee weken geleden organiseerde het personeel van een Brusselse school een werkonderbreking met 16 leerkrachten, waardoor het team zich bewust werd van de kracht van een gezamenlijke strijd. Het zette druk om de verwarming aan te zetten en om enkele noodzakelijke kleine werkzaamheden aan het gebouw uit te voeren. Dit versterkte de vastberadenheid van de 16 leerkrachten in die school om naar de betoging te komen! De vakbondsdelegatie op deze school wachtte niet op ordewoorden van bovenaf en nam de organisatie van de strijd in eigen hand. Een dergelijke dynamiek kan een globaal actieplan alleen maar versterken.

    Om echt voldoende publieke middelen voor onderwijs af te dwingen, is er nood aan een heel andere samenleving. Vorige week waren het de spoormensen die om soortgelijke redenen staakten. Alle openbare diensten worden gekraakt. Het is een keuze in de kapitalistische samenleving om onvoldoende middelen te voorzien voor openbare diensten. Er is nochtans geen gebrek aan geld in de kas van de grote bedrijven, in het bijzonder in de energiesector.

    De algemene staking van 9 november biedt ons de mogelijkheid om strijd samen te brengen. Dat is ook belangrijk als volgende stap in de onderwijsbeweging.

    Onze eisen:

    • Onmiddellijke afschaffing van de regeling voor de beoordeling van het personeel, die tot doel heeft om personeel gemakkelijker te kunnen ontslaan, wat hen onder druk zet zonder hen te helpen.
    • Onmiddellijke intrekking van alle ‘hervormingen’ in het kader van het ‘Excellentiepact’, waardoor scholen met elkaar concurreren en de werkdruk van al het personeel wordt verhoogd ZONDER dat er problemen worden opgelost: de territoriale clusters, de hervorming van het hoger onderwijs, de hervorming van de Psycho-medische sociale centra en de bemiddelaars, enz.
    • Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas voor gewone scholen en minder voor speciale scholen.
    • Massale aanwerving van personeel: opvoeders, logopedisten, maatschappelijk werkers, psychologen, secretariaatsmedewerkers, leerkrachten, enz.
    • Alles wordt duurder, maar onze lonen houden geen gelijke tred. Afstemming van de laagste loonschalen op de hoogste en beëindiging van onzekere contracten.
    • Goede en gezonde infrastructuur: nieuwe scholen bouwen en bestaande renoveren!
    • Massale publieke herfinanciering van de sector om echt gratis en kwalitatief goed onderwijs te garanderen!
    • Voor onze portefeuille en voor de energietransitie: nationalisatie van de energiesector onder democratische controle en beheer!
    • Aangezien een zieke samenleving die gebaseerd is op winst en niet op onze behoeften alleen maar kan leiden tot een falend onderwijs, en omgekeerd, moeten we het systeem veranderen: voor een democratische socialistische samenleving.
  • Enkele antwoorden op de patronale leugens

    Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) schrijft in reactie op de vakbondsactie van 21 september: “De Belgische ondernemingen (werknemers), samen met de overheid (ambtenaren en uitkeringsgerechtigden) hebben de koopkracht van de gezinnen bijzonder goed gevrijwaard. (…)  De koopkrachtbescherming [indexering] heeft een zware prijs voor een groot deel van ondernemend België. (…) Landen waar via tripartiet overleg een billijke verdeling van de pijn tussen werknemers, werkgevers en overheid tot stand komt, doorstaan veel beter de crisis dan landen waar er voortdurend wordt gestaakt of wordt opgeroepen tot ‘vendredis de la colère’.” Een reactie.

    door een ABVV-delegee

    Leidt de automatische indexering tot een prijs-loonspiraal? 

    In België zette de recordwinstmarge van 2021 zich voort in het eerste deel van 2022. De Nationale Bank noemde twee redenen voor de recordwinstgevendheid in België in 2021: de achterstand van de lonen ten opzichte van de inflatie en de overheidssubsidies aan bedrijven (die proportioneel 44 keer zo hoog zijn als in Duitsland). 

    De automatische indexering van de lonen en uitkeringen is dus niet de motor van de inflatie. Een verhoging van de lonen hoeft niet tot prijsverhogingen te leiden, het kan ook bij de winsten gezocht worden. In tegenstelling tot de grote bedrijven kunnen de gezinnen de energiefactuur niet afwentelen op prijzen voor goederen en diensten. Er is in feite een negatieve prijs-winstspiraal om de recordwinsten te behouden.

    Is de koopkracht gered dankzij de werkgevers en de regering?

    Leven de patroons in een parallelle werkelijkheid? Of redeneren ze dat hoe groter de leugen, hoe meer ervan voor waar wordt aangenomen? Het zijn niet zij die worstelen om hun koelkast te vullen, die medische behandelingen uitstellen of de verwarming  in hun riante villa deze winter niet aanzetten. 

    De eenmalige steun van de regering voor energiefacturen in november en december is een lachertje vergeleken met de bedragen waarmee die facturen gestegen zijn. Onze koopkracht gaat erop achteruit omdat de index de stijgende kosten slechts gedeeltelijk en met vertraging compenseert. De reële lonen van de werknemers zullen dit jaar met 2% dalen, nadat dit ook in 2021 al het geval was. Dat blijkt uit een studie van de Nationale Bank, het Planbureau en de FOD Economie.(1)  

    Arbeid is geen kostenpost, maar net een bron van waarde. Werkenden creëren alle rijkdom. Het loon en dus ook de indexering ervan, vertegenwoordigt slechts een deel van de door de werkenden gecreëerde waarde. Op een gegeven moment gaat de rest van de gecreëerde rijkdom naar de bazen. 

    Zal een stijging van de lonen leiden tot faillissementen, ontslagen en hogere werkloosheid?

    Door de indexering worden onze lonen sneller aan de prijsstijgingen aangepast dan in onze buurlanden. Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven zal de kloof tussen 2022 en 2024 met 4,6% toenemen. De daaruit voortvloeiende loonmarge voor een volgend Interprofessioneel Akkoord zal bijgevolg 0% bedragen voor 2023-2024, gezien het keurslijf van de loonwet van 1996. Daarnaast willen de werkgevers uitstel, een plafond of zelfs een indexsprong. Volgens het ABVV komt een indexsprong neer op een verlies van 600 tot 700 euro per werknemer per jaar gedurende de hele loopbaan. Ze beweren dat het onverantwoord zou zijn om hogere lonen te eisen. Die zouden de economie en het bedrijfsleven schaden, luidt hun argument. Eigenlijk willen ze ons opnieuw laten betalen voor de crisis in hun systeem. 

    De recessie zou dieper kunnen zijn dan aanvankelijk werd verwacht. België zal niet gespaard blijven van de recessie vanwege zijn open economie (gebaseerd op export en import) en zijn nauwe banden met de Duitse economie waar de industriële productie reeds tot stilstand is gekomen. De crisis is inherent aan de tegenstellingen van het kapitalisme zelf. Zelfs een milde recessie zal pijnlijk zijn met een nieuwe schok voor de levensomstandigheden, een terugkeer naar hoge werkloosheid en druk om de lonen te verlagen. 

    Als bedrijven beweren dat het water hen aan de lippen staat, moeten de boeken geopend worden zodat de werkenden kunnen controleren of de inkomsten geplunderd zijn via recorddividenden in plaats van reserves op te bouwen voor moeilijker tijden. Om jobs te redden en collectieve afdankingen of sluitingen te voorkomen, moeten we de nationalisatie onder controle en beheer van de werkenden op de agenda zetten.

    Zitten we allemaal in hetzelfde schuitje? 

    De crisis wordt door de werkgevers aangegrepen om het voor te stellen alsof we allemaal in hetzelfde schuitje zitten en om druk te zetten op de vakbondsleiding om in naam van de werkgelegenheid loonmatiging te aanvaarden. De werkgevers willen dat de vakbonden de geplande staking opschorten en samen met de werkgevers en de overheid rond de tafel gaan zitten om een verdeling van de inspanningen te bespreken. Volgens de werkgevers komen de inspanningen teveel bij de ondernemingen terecht en niet genoeg bij de werkenden, die nieuwe opofferingen moeten slikken. Het komt erop neer dat de werkgevers voorstellen dat wij capituleren zonder te vechten en een collectieve verarming met steeds grotere ongelijkheid accepteren om hun winstgevendheid veilig te stellen. De crisis vergroot de tegenstellingen tussen de klassenbelangen van de werkenden en die van de werkgevers. Stakingen als onderdeel van een actieplan zullen de krachtsverhouding bepalen voor de vraag wie betaalt voor de crisis. De klassenstrijd zal dus bepalend zijn.

    (1) https://www.nbb.be/doc/ts/other/dashboard/220916_dashboard.pdf

    Hebben de vakbonden geen democratische representativiteit?

    Georges-Louis Bouchez, die verkozen werd als voorzitter van de liberale partij MR met 8.640 stemmen, beweert dat de vakbonden niet representatief zijn. De MR heeft 35.000 leden, terwijl de vakbonden samen 3 miljoen leden tellen met een syndicalisatiegraad van meer dan 55%. De sociale verkiezingen zijn de meest democratische van het land met meer dan 130.000 kandidaten, een pak meer dan bij de gemeenteraadsverkiezingen. Bij de federale verkiezingen van 2019 haalde Georges-Louis Bouchez 16.522 stemmen en raakte hij niet verkozen. En hij denkt de vakbonden een lesje in democratie te moeten geven?

  • Bedrijven zijn niet slachtoffer maar mede oorzaak van inflatie. Een antwoord op Pierre Wunsch

    Zondag verklaarde Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, in De Zevende Dag dat het systeem van automatische loonindexering “op termijn onhoudbaar is” omdat het “de kost van de inflatie bij de bedrijven legt.” Helaas werd de gouverneur door de VRT voorgesteld als een schijnbaar ‘neutrale’ waarnemer. Dit is niet zo. Wunsch is politicus voor de MR, en zijn positie is een politieke benoeming. Wat hij vertelt komt overeen met wat zijn politieke familie ons wil laten geloven.

    Een reactie door Tim, vakbondsafgevaardigde aan de UGent

    Wat Wunsch vertelt, is klinkklare onzin. Het is niet zo dat bedrijven “de last van de inflatie dragen”. Zij zijn mede OORZAAK van de inflatie. Om vier redenen:

    1) Bedrijven hebben in de periode na corona hun prijzen sterk verhoogd, zonder dat daar een aantoonbare reden voor was. De Europese Centrale Bank stelde: “Vele ondernemingen zijn erin geslaagd om hun prijzen sterker te verhogen dan de stijging van de lonen en in vele gevallen de stijging van de energiekosten.” Dit mechanisme noemt men “Unileveren”, naar het voorbeeld van de multinational die haar dominante positie gebruikt om prijzen zonder aanleiding te verhogen.

    2) Speculatie op de oliemarkten. UGent-energiespecialist Thijs Van de Graaf spreekt over een excessieve “handel in papieren olievaten”: speculanten zoals Goldman Sachs en andere investeringsfirma’s kopen olie -en gasvoorraden op, om ze op een ander moment terug duurder door te verkopen. Soms kopen ze zelfs gasvoorraden op die nog niet ontgonnen zijn, omdat ze ervan uitgaan dat de prijs die ze er later voor kunnen krijgen nog hoger is. ‘Echte’ olie -en gasverbruikers zitten dus in concurrentie met speculanten die voorraden enkel kopen om ze met hoge winst terug door te verkopen. Dat is één van de perverse gevolgen van de liberalisering van de energiemarkt.

    3) De winstvoet van bedrijven stijgt, zeker in België. De bruto winstmarge van niet-financiële ondernemingen in ons land steeg in het laatste kwartaal tot 46%: op een investering van 100€ haalt een gemiddeld Belgisch bedrijf dus, na aftrek van alle loon -en andere kosten, een winst van 46€! Dat is significant hoger dan in onze buurlanden. België blijft ook internationaal een winstparadijs.

    4) Ook de uitkeringen aan aandeelhouders stijgen: in België het voorbije jaar met meer liefst 25,1%! In diezelfde periode stegen de lonen door indexering gemiddeld zo’n 5,9%.

    Bovendien is er geen enkele link te vinden tussen de indexering van lonen en de stijging van de inflatie. In landen zoals Duitsland en Nederland is de inflatie hoger, ondanks het feit dat er daar geen automatische loonindexatie is. Pierre Wunsch liegt dus.

    Er is slechts één groep in de maatschappij die dus wel steeds rijker wordt tijdens de crisis: de grote bedrijven en de aandeelhouders. Uiteraard is de winstgevendheid van bedrijven slecht verdeeld: vooral kleinere bedrijven en zelfstandigen hebben het moeilijk. Er is echter een select clubje van kapitalisten die wél buitensporige winsten boeken, onder meer door speculatie.

    De oplossing is dus simpel: pak niet de index aan, maar wel het grootkapitaal. Een tip voor de syndicale onderhandelaars in de Groep van 10: als het patronaat klaagt dat loonstijgingen niet mogelijk zijn, verlaat de zaal. Zeg de bazen dat ze het onder elkaar oplossen, dat de bedrijven die veel winst maken solidair moeten zijn met diegenen die minder winst maken. En dat ze daarna samen de lonen verhogen.

    Haal het geld uit de rijke zakken!

  • Mobilisatie naar algemene staking van 9 november op alle werkplaatsen organiseren

    Nationaliseer de energiesector

    Verhoog de lonen!

    We werden met maximaal 10.000 deelnemers verwacht op de militantenconcentratie en betoging van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 21 september. Uiteindelijk waren we met bijna 20.000! Dit was geen gewone concentratie van actieve leden van de vakbonden, deze actie werd door allen gezien als urgent en noodzakelijk! Zelfs werkenden die niet in vakbonden georganiseerd zijn, sloten aan.

    De grote opkomst en de enorme woede over de tekortschietende maatregelen van de regering maken dat zelfs de meest twijfelende vakbondsleiders de staking van 9 november nog maar moeilijk in vraag kunnen stellen. Een actiedag, zoals Marc Leemans van het ACV het voorstelt, zal niet voldoende zijn om te winnen. Ondertussen staakte het spoorwegpersoneel op 5 oktober en een week later dat van het Franstalig onderwijs. In verschillende sectoren is de maat meer dan vol. Voor velen is het geen kwestie van niet willen betalen, maar niet meer kunnen betalen. Een indexsprong voor de sociale bijdragen door de werkgevers, één van de pistes van de Federale regering, is niet aanvaardbaar! Dit zal de tekorten nog groter maken in de zorg, de kinderopvang, het onderwijs, het openbaar vervoer,…

    Dit terwijl energiereuzen massaal veel winst maken: In het tweede kwartaal van dit jaar alleen was BP goed voor 18 miljard dollar winst, Total 5,7 miljard dollar, ENI 3,8 miljard dollar, Exxon 17,9 miljard dollar, Chevron 11,6 miljard dollar … Engie (moederbedrijf van Electrabel) boekte 5,2 miljard euro winst in de eerste helft van dit jaar. Het kreeg nog eens 600.000 euro Vlaamse subsidies cadeau. Er is geen andere optie dan in actie komen voor controle op onze economie!

    Hoe kunnen we een sterke staking op 9 november voorbereiden?

    1/ Breng de waarheid aan het licht

    De werkgevers lieten een gedeeltelijke schatting van de loonkloof met de buurlanden uit een vertrouwelijk document lekken. De automatische indexering zorgt ervoor dat het verschil tussen de lonen en de prijsstijgingen beperkt blijft. Het ABVV merkt echter op dat de betrokken studie bevestigt dat “de winstcijfers boven het gemiddelde van de voorbije jaren blijven liggen.” Er zijn dus middelen voor de noodzakelijke loonsverhoging  van minstens 2 euro per uur (330 euro bruto per maand). Als bedrijven zeggen dat ze daartoe niet in staat zijn en als ze dreigen met jobverlies, dan moeten ze de boeken openen zodat de werknemers dit kunnen controleren. De bazen mogen dan meteen uitleggen waarom ze geen reserve hebben aangelegd voor moeilijker momenten. Indien nodig moeten bedrijven genationaliseerd worden om jobs te redden.

    2/ Elke werkplek betrekken

    Infosessies en personeelsvergaderingen kunnen sectorspecifieke eisen opstellen om alle collega’s volop te betrekken en te mobiliseren. Om de strijd over de sectoren te verenigen, spelen interprofessionele vergaderingen, meetings en acties een belangrijke rol.

    3/ Verenig alle onderdrukten in de samenleving

    Een echte krachtsverhouding opbouwen vraagt om steun en betrokkenheid. Denk maar aan de jongeren, die steeds moeilijker een toekomst kunnen uitbouwen. Of gepensioneerden, die een groot deel van de mensen in armoede uitmaken. Acties in opbouw naar 9 november kunnen ook samen met hen. De wekelijkse colèredagen van de PVDA bijvoorbeeld kunnen de dynamiek naar de algemene staking versterken als de oproep open genoeg is naar syndicale delegaties, het middenveld, studenten, de vrouwenbeweging,…

    4/ Een actieplan om te winnen

    Het opbouwend actieplan met geslaagde acties in het najaar van 2014 toonde onze gezamenlijke slagkracht. De regering-Michel bleef toen enkel overeind omdat er geen tweede, krachtiger actieplan kwam met bijvoorbeeld een reeks algemene stakingen van 24, 48 of 72 uur. We kunnen ons die fout niet opnieuw permitteren.

    Betogingen of regionale stakingen in oktober kunnen helpen om meer mensen bij de voorbereiding van 9 november te betrekken. Maar we hebben ook een actieplan nodig voor de volgende fase. We mogen niet plooien zonder een echte loonsverhoging en een nationalisatie van de hele energiesector onder controle van de werkenden!

    De prijzen controleren? Nationaliseer de volledige energiesector!

    Waarom nationaliseren?

    Noch het belasten van de ‘overwinsten’, noch een tijdelijke begrenzing van de prijzen binnen de markt is  een duurzame oplossing. Dat zal ofwel leiden tot subsidies waarbij de gemeenschap betaalt, ofwel zullen de kapitalisten hun recordwinsten verdedigen. Ze kunnen de lonen beperken of afdanken om het personeel van de sector te laten betalen. Ze kunnen ook chantage over de bevoorrading organiseren door de productie te vertragen of tijdelijk te stoppen om tekorten te creëren. Ze hebben zoveel macht dat het niet volstaat om de sector te reguleren. De volledige sector moet uit de handen van de private sector worden gehaald.

    Is dat wel realistisch?

    We denken soms dat we weinig macht hebben. Nochtans toonden corona maar ook algemene stakingen wie alles doet draaien. In de crisis van 2008/09 was het voor de regering geen probleem om de banken te nationaliseren. We willen deze keer niet hun verliezen collectiviseren nadat ze grote winsten geboekt hebben. De grote aandeelhouders hebben al genoeg geprofiteerd van de crisis, ze moeten niet uitgekocht of gecompenseerd worden. Enkel de kleine aandeelhouders kunnen gecompenseerd worden op basis van bewezen behoefte. We willen onze levensstandaard redden door groene betaalbare energie te produceren.

    Voor een volledige nationalisatie onder democratische controle

    Een energiesector ‘in publieke handen’ kan veel vormen inhouden. Het kan gaan om een prijsregulering (altijd met een winstmarge) waarbij de bevoorrading door de private markt gebeurt. Dat is het voorstel van de PS, dat meer lijkt op een campagnevoorstel dan een echt voorstel dat in de regering verdedigd wordt. De PVDA is voorstander van een publieke pool naast de private bedrijven op de markt. Het probleem is dat deze publieke bedrijven onderworpen worden aan de concurrentie met de markt en dus met de winstlogica. Kijk maar hoe Proximus en Bpost, waarin de overheid 51% van de aandelen bezit, hun economische activiteiten volledig uitvoeren zoals in private bedrijven.

    De nationalisatie van de gehele energiesector (productie, distributie, onderzoek en ontwikkeling) en de financiële sector is ook noodzakelijk om speculatie te voorkomen. Dit zou de nodige financiële middelen mobiliseren voor massale investeringen in groene energie voor huishoudens en kleine handelaars, als onderdeel van een rationele en ecologische planning van de economie. Om bureaucratisch wanbeheer te vermijden, moet dit gebeuren onder de controle en het beheer van de werkenden zelf. Dit impliceert de oprichting van bedrijfscomités met democratisch gekozen vertegenwoordigers van het personeel, de vakbonden en de gemeenschap in het algemeen (met inbegrip van de lokale gemeenschap en de consumenten).

    Noodprogramma voor deze crisis van het kapitalisme:

    • Betalen om te gaan werken? Geen denken aan! Volledige vergoeding van de vervoerskosten.
    • Volledig herstel van de index met controle van de werkende klasse over de berekening en samenstelling ervan. Telkens wanneer de index wordt overschreden, moeten alle lonen en uitkeringen onmiddellijk worden verhoogd.
    • Breek de loonwet! Verhoog alle lonen met 2 euro per uur (330 euro per maand)!
    • Verhoging van het minimumloon tot €15 per uur of €2.470 bruto per maand en het minimumpensioen tot €1.700.
    • Gelijk loon voor gelijk werk! Voor een individualisering van sociale uitkeringen en de herwaardering ervan boven de armoedegrens.
    • Tegen de onhoudbare werkdruk en voor werkgelegenheid: de 30-urige werkweek zonder loonverlies, met compenserende aanwerving.
    • We hebben een massaal investeringsplan nodig om openbare diensten zoals openbaar vervoer, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg uit te breiden en gratis te maken …
    • Voor onze portemonnee en voor een groene transitie: nationalisatie van de hele energiesector!
    • Bevries alle huurprijzen. Voor de massale bouw van sociale woningen, zodat de vastgoedmarkt niet wordt overgelaten aan de grillen van huisbazen en speculanten.
    • Belast de grote fortuinen.
    • De financiële sector nationaliseren onder democratische controle om kapitaalvlucht te vermijden opdat de gemeenschap een overzicht heeft van alle geldstromen en de beschikbare middelen worden geïnvesteerd in wat sociaal noodzakelijk is
    • Stop de oorlog in Oekraïne! Een einde aan alle imperialistische conflicten.
    • Voor een democratisch geplande economie, democratisch socialisme.
  • Spoorstaking goed opgevolgd, actiebereidheid groot

    Vandaag rijden minder dan een kwart van de treinen. Het stakingsrecht werd de afgelopen jaren aan banden gelegd waardoor het personeel nu op voorhand moet meedelen als het staakt en de directie met de werkwilligen een alternatieve dienstregeling uitwerkt. Zelfs dat volstaat dus niet om het protest van het spoorpersoneel te stoppen. De actiebereidheid is groot, zo bleek aan de stakersposten aan verschillende stations.

    Rebekka stuurde dit verslagje vanop het piket aan Gent St Pieters: “Er kwamen twee belangrijke punten naar voren. Enerzijds de noden van het personeel met het personeelstekort dat almaar toeneemt en een grotere werkdruk die mensen doet vertrekken (sinds de vorige staking zijn er al 600 mensen vertrokken en er liggen plannen op tafel om nog ‘efficiënter’ te werken…). Anderzijds is er de koopkracht en de energieprijzen. Er werd gepeild naar het enthousiasme om op 18 oktober nogmaals te staken met het spoorpersoneel rond de specifieke eisen en op 9 november samen met de rest van de werkenden die koopkracht eisen. Er werd hierover gestemd met een groot enthousiasme voor beiden die alle twee als essentieel worden ervaren. De stemming was telkens unaniem.”

    Ook elders werd er gesproken over 18 oktober en 9 november. Het idee om daarover te stemmen is nuttig: zo wordt de verantwoordelijkheid voor de actie bij het stakend personeel gelegd. Als zij beslissen over de volgende stappen in het actieplan kan dit niet zomaar van bovenaf teruggedraaid worden. De tekorten bij het spoor zijn zo groot dat volgende acties onvermijdelijk zijn. Die kunnen beter georganiseerd worden met een actieplan om te winnen.

    We kregen overal goede reacties op ons spoorpamflet en op de reeks meetings die we organiseren met Mike Forster, een Britse syndicalist en socialist eind oktober. Vandaag is er overigens opnieuw een stakingsactie van Britse spoorarbeiders. De crisis slaat hard toe en de vraag over alternatieven en hoe die te bekomen, was overal aanwezig op de stakingspiketten.

    BRUSSEL

    ANTWERPEN

    LUIK

    OOSTENDE

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop