Author: geert

  • De dreiging van extreemrechts in Zuid-Europa

    Eind maart was er een publieke bijeenkomst van Campagne ROSA en Actief Linkse Studenten in Antwerpen over de strijd tegen extreemrechts. Onder de sprekers twee LSP-leden die afkomstig zijn uit Zuid-Europa. Tiago komt uit Portugal en Danai uit Griekenland. Een samenvatting van hun bijdragen.

    Wantrouwen in traditionele politiek leidt tot terugkeer van extreemrechts in Portugal

    Na de Portugese revolutie van 25 april 1974 stond extreemrechts in een erg defensieve positie. De revolutie werd vooruitgestuwd door linkse militanten. Er kwam echter een regime aan de macht dat probeerde een ‘consensus’ te zoeken, waarbij ook figuren uit het oude regime een centrale rol speelden. Zo werd generaal Antonio de Spinola, die gesteund werd door delen van het oude fascistische regime en de grote industriëlen, de nieuwe president. Hij moest al gauw aftreden, maar probeerde een poging tot staatsgreep te organiseren, wat mislukte.

    In de jaren 1980 en 1990 waren er pogingen om nieuwe extreemrechtse bewegingen op te zetten. Zo was er racistisch geweld door skinheads. In 1989 werd de radicaal-linkse militant José Carvalho vermoord door neonazi’s die het kantoor van de linkse partij PSR binnenvielen.  Op 10 juni 1995 werd een Portugees met roots in een voormalige kolonie vermoord in Lissabon. Dit geweld leidde steeds tot grote acties en campagnes, waarmee extreemrechts geïsoleerd werd zelfs indien de daders van het geweld slechts lichte straffen kregen.

    Het is pas de afgelopen jaren dat extreemrechts een doorbraak maakte op het electorale terrein. De partij Chega wordt gesteund door grote industriëlen en historische figuren van extreemrechts. Het wantrouwen tegenover de twee traditionele partijen (de ‘socialistische’ partij en de rechtse alliantie) maakt die groei mogelijk. Na jaren van corruptie en besparingen, slaagt Chega er met demagogie in om mensen te misleiden. Onder leiding van André Ventura was er een snelle doorbraak: Chega haalde 12 zetels in 2022 en 50 in 2024, met meer dan een miljoen stemmen. Een politieke crisis leidt tot vervroegde verkiezingen in mei. Daarin kan Chega mogelijk opnieuw scoren.

    De electorale groei geeft ook meer militante individuen en groepen de wind in de zeilen. Zo staat extreemrechts sterk binnen de politie, waarbij er een toename is van geweld tegen minderheden (zowel mensen van kleur als mensen met een andere seksuele geaardheid of genderidentiteit). In oktober vorig jaar werd een ongewapende man neergeschoten door de politie, wat tot rellen en protest tegen politiegeweld leidde. Er is echter ook angst: extreemrechtse aanwezigheid in de politie kan een stap zijn in de richting van een extreemrechts regime. Daartegenover is er nood aan een sterke linkerzijde die een project heeft voor een andere samenleving en daarmee het land redt van zowel de extreemrechtse dreiging als het asociaal beleid.

    Mobilisatie stopt Gouden Dageraad

    Gouden Dageraad kende een gestage opgang en haalde goede verkiezingsresultaten in de periode 2012-2015. Dit ging samen met geweld, wat leidde tot een grote tegenbeweging. Onder druk van de publieke steun voor dat protest werd de groep in 2020 veroordeeld als criminele organisatie. Gouden Dageraad werd groot in de nasleep van de economische recessie van 2008-09 waarbij zogenaamd ‘zwakkere’ landen in Europa harde besparingen werd opgelegd. De lonen bleven laag terwijl de huurprijzen stegen. Mensen pleegden zelfmoord omdat ze het niet meer aankonden. Onder mijn leeftijdscategorie van jongeren zat twee op de drie zonder werk! Er was veel wanhoop.

    De gevestigde partijen zochten zondebokken om hun eigen falen te verbergen. Deze racistische retoriek maakte een groei van extreemrechts gemakkelijker. Het werd voorgesteld alsof alles slecht ging omwille van migranten, waarbij Gouden Dageraad zich voorstelde als de ‘helden’ die het land zouden ‘redden’. Griekenland werd voorgesteld als machtig genoeg om het beste land ter wereld te zijn, maar tegelijk te zwak om zich te verdedigen tegen vluchtelingen. De pogingen om zich sociaal voor te doen voor het ‘eigen volk’ waren leugens, achter gesloten deuren spraken ze er evengoed over om mensen met een beperking uit te roeien. Hun antifeminisme richtte zich tegen LGBTQIA+personen en wilde van vrouwen huisslavinnen maken.

    Gouden Dageraad was op twee vlakken georganiseerd: er waren de kostuumfascisten die het publieke gezicht vormden en daarnaast de straatvechters die steeds meer geweld gebruiken. De kostuumfascisten deden de retoriek opschuiven, bijvoorbeeld met verzonnen verhalen over hoe kinderen van vluchtelingen voor ziektes op scholen zorgden. De straatvechters gingen steeds driester te werk, in het bijzonder tegen vluchtelingen en LGBTQIA+personen. Ze vielen meestal met een grote groep één doelwit aan.

    Vakbonden en linkse militanten speelden een grote rol in het opbouwen van een sterker antifascistisch verzet. Dat bracht verschillende groepen bijeen, van vakbondsleden over vluchtelingen tot LGBTQIA+groepen en diverse linkse organisaties. Het groter zelfvertrouwen van extreemrechts leidde tot meer openlijk geweld en moorden, onder meer op vluchtelingen en de linkse rapper Pavlos Fyssas. De woede hierover was groot en antifascisten kregen steeds meer steun in de publieke opinie. Het is die druk die ervoor zorgde dat Gouden Dageraad in 2020 werd veroordeeld. Vandaag is het moeilijk voor extreemrechts om terug te komen, maar zolang er een voedingsbodem voor hen bestaat blijft het gevaar en de noodzaak van antifascistische organisatie.

  • Trumps protectionisme stuurt schokgolven door wereldeconomie

    Een nieuw stadium in het tijdperk van de wanorde

    Donald Trump schokte de wereld met huizenhoge importheffingen begin april. Volgens zijn uiterst-rechtse regime betekende de belasting op import een dag van “bevrijding”. De rest van de wereld – zo meende hij – had de decennia daarvoor geprofiteerd van de enorme markt in de VS en in veel gevallen handelsoverschotten met de VS opgebouwd: ze exporteerden meer dan ze uit de VS importeerden. Zo was het mogelijk dat een arm land als Lesotho – dat o.a. diamanten exporteert – een groot handelsoverschot opbouwde met de VS – en dus een hoog invoertarief te verwerken kreeg!

    door Peter Delsing

    Na dagen van ineenzakkende beurzen en verrassende fenomenen als een dalende dollar en zelfs verkoop van Amerikaanse staatsobligaties moest Trump deels de aftocht blazen. Normaal gezien zijn de dollar en deze staatsobligaties “veilige havens” in de wereldeconomie. Door de start-stop invoertarieven en de chaos van Trumps beleid begonnen investeerders de VS te mijden.

    De groeiende volatiliteit maakte de handel van grote hefboomfondsen ook meer onzeker. Ze moesten daardoor grote hoeveelheden Amerikaanse staatsobligaties verkopen, om hun kredietverstrekkers uit te betalen.

    De waarde van deze Amerikaanse staatsobligaties daalde door massale verkopen, waardoor hun rente automatisch steeg: dit dreigde kredieten in de bredere economie duurder te maken. Trump plooide finaal voor de obligatiemarkt en liet de meeste invoertarieven zakken tot een nog steeds aanzienlijk hoge 10%.

    Met als uitzondering: de staatskapitalistische aartsvijand en eveneens supermacht China, waarmee de tarieven in een onderling opbod escaleerden. Dit was de uitdrukking van toenemende spanningen in de bipolaire, imperialistische wereldorde.

    Sinds midden de jaren 2010 deed het VS-imperialisme meer en meer afstand van de neoliberale globalisering en de vrijhandel. Trump I maar later ook Biden saboteren bijvoorbeeld bewust het systeem van arbitrage van handelsgeschillen binnen de Wereld Handelsorganisatie (WHO). De wereld werd richting protectionisme en grotere inter-imperialistische conflicten, militarisering en proxy-oorlogen geduwd.

    Van vrijhandel naar handelsoorlog: het wereldkapitalisme zinkt weg in diepere crisis

    Sinds de crisis van het kapitalisme in de jaren 1970 probeerden de heersende klassen in het westen een scenario zoals in de jaren 1930 te vermijden. De depressie van het systeem was niet kort en onmiddellijk vernietigend, zoals in de jaren 1930 toen massawerkloosheid van meer dan 20% en het fascisme al snel opkwamen. De burgerij en haar centrale bankiers hebben de lessen van toen geleerd: crisissen moeten zo lang mogelijk worden uitgerokken, in de hoop dat nieuwe markten, verhoogde uitbuiting en immense schuldenbergen het systeem tijdelijk stabiliseren.

    Het neoliberale kapitalisme herstelde na de crisis van winstgevendheid in de jaren ’70 voor een stuk de winstmarges. Dat gebeurde door het verhogen van de uitbuiting en de uitbreiding van de markten intern door privatisering. Extern werden de markten vergroot – en dus de mogelijkheden om winst te pompen – door Oost-Europa, Rusland en China tot kapitalistische regio’s van exploitatie te maken.

    De neoliberale globalisering en vrijhandel botsten – zoals marxisten altijd hadden gewaarschuwd – op de diepere crisis van het systeem, wat zich onder meer uitdrukte in de opkomst van rechts-populistische, extreemrechtse en links-populistische krachten die het neoliberale kapitalisme beweerden uit te dagen. Meer en meer wordt staatstussenkomst nodig om het systeem te redden, zoals bij de crisissen in 2008 en 2020. Daarnaast was er de opkomst van staatskapitalistisch China.

    Hierdoor werd het kapitalisme door de verschillende en concurrerende heersende klassen meer en meer als een zero sum-systeem gezien. Wat door protectionisme – importheffingen en exportcontroles – direct voordelig was voor het ene, westers imperialistische kamp was een direct nadeel voor het Chinese imperialistische kamp.

    Als ex-stalinistische staat bleef China bogen op sterke infrastructuur, de repressie van de arbeidersklasse,… maar met de ambitie om ook hoogtechnologisch met het westerse kapitaal te concurreren.

    Doorheen Trumps regime toonde de draai naar protectionisme van de Amerikaanse burgerij – erger gemaakt door Trumps persoonlijke, zichzelf verheerlijkende en dictatoriale trekken – haar vermogen om in gevaarlijke handelsoorlogen te ontsporen.

    Als economisch beleid houdt Trumps start-stop protectionisme geen steek – zoals dat bij kapitalistische handelsoorlogen doorgaans het geval is. Een commentator vergeleek Trumps invoertarieven met “een steak bakken door het huis af te branden”. Door andere landen en bedrijven te dwingen om met zijn regime te onderhandelen vergroot Trumps economische en politieke macht wel enorm. Een aantal technologische producten – waaronder Iphones, laptops … – kregen tijdelijk een vrijstelling van invoertatieven. Deze techbedrijven hadden de kas van koning Trump ook al ernstig gespijsd!

    Het is onwaarschijnlijk dat grote bedrijven massaal hun productie naar de VS zullen brengen. Nike maakt 50% van zijn sportschoenen in Vietnam. De kapitalistische econoom Peter Schiff merkte op dat de productie met de lonen in de VS organiseren duurder zou zijn dan de oorspronkelijke 40% invoertarieven betalen. Het zal volgens Schiff waarschijnlijker zijn dat Nike andere markten, zoals in China, zoekt en in de VS veel hogere prijzen doorrekent.

    Dit op een moment dat de Amerikaanse werkenden geen enkele stijging van de prijzen meer aankunnen en het consumentenvertrouwen naar beneden tuimelt.

    Trump lijkt met zijn handelsoorlog een wereldwijde, gelijktijdige recessie te versnellen. De lijst van regio’s waar een recessie waarschijnlijker wordt – de VS zelf, Mexico, Canada, delen van Europa – wordt steeds langer.

    Ook China zal zwaar geraakt worden met haar industriële basis door de tariefmuur die Trump optrok rond de VS: een scherpe terugval wordt waarschijnlijker, wat de poging tot meer staatsinterventie en stimulus in China verklaart. In staatskapitalistisch China is de langgerekte groei nu ook voorbij en omgeslagen in een langer uitgerokken crisis en depressie van de economie, met de groei van werkloosheid, loondalingen, groeiende kritiek op de ongelijkheid, etc.

    China escaleerde echter de handelsoorlog door exportcontroles en zelfs een ban op een reeks van zeldzame aardmetalen. Dit kan Amerikaanse en Europese bedrijven in high tech, defensie, de luchtvaart … ernstig in de problemen brengen.

    Verwerp het systeem: strijden voor socialisme

    Werkenden moeten de nationalistische en pro-kapitalistische boycots van de burgerlijke politici verwerpen. Bij protectionisme en handelsoorlogen heeft de werkende klasse niets te winnen. Maar ook niet bij het vermeende alternatief van kapitalistische vrijhandel.

    We moeten massaal protesteren en staken tegen de ontwikkelende crisis van het systeem en tegen nieuwe besparingen. Bedrijven die ontslagen omwille van de handelsoorlog of dalende verkoop willen doorvoeren, moeten door strijd en stakingsactie in publiek bezit worden gebracht onder controle van de werkenden.

    Laat ons alle varianten van het falende systeem verwerpen en de strijd aangaan voor het enige alternatief: een economie die democratisch wordt beheerd door de werkende klasse – een systeem van socialistische planning in België en internationaal.

  • “Wij zijn niet van plan te zwijgen”. Gentse scholieren staken elke vrijdag voor Palestina

    In de nasleep van de studentenbezettingen komen nu ook scholieren in beweging. Geïnspireerd door de internationale solidariteitsacties met Palestina en de historische scholierenstakingen voor het klimaat in 2019, kondigden enkele Gentse jongeren aan om voortaan elke vrijdag te staken. “We willen geen symbolisch protest. We zullen actie voeren tot er verandering is, de horror in Palestina moet stoppen” zegt Asra, leerling aan de Hotelschool en mede-initiatiefnemer van de actie.

    door Arne Lepoutre

    Na studentenbezettingen, scholierenstakingen

    Sinds het begin van de genocide in Gaza zijn wereldwijd jongeren opgestaan. In elke regio van de wereld kwamen jongeren op straat of bezetten ze hun universiteit of hogeschool uit protest tegen de medeplichtigheid van regeringen en instellingen met het Israëlisch apartheidsregime.

    “De bezetting door studenten heeft veel losgemaakt. Mensen zijn bewuster geworden, ze volgen de gebeurtenissen nauwer op. Je werd er ook gewoon elke dag mee geconfronteerd wanneer je de bezetting zag, dat deed je denken aan de beelden, de verhalen, de stilte in de politiek.” vertelt Louise.

    “Zelfs al houden de UGent en Stad Gent de schijn vooral hoog als het gaat om hun steun voor Palestina, we hebben toen gezien dat directe actie iets in beweging kan zetten” zegt Boom, student aan de UGent. “Daarom is het zo belangrijk om te zien dat nu de scholieren in actie willen komen, dat wil ik steunen.”

    Het voortzetten van de genocide door het Israëlisch apartheidsregime laat inderdaad niets aan de verbeelding over, de strijd moet blijven duren. Tegelijkertijd is het voor deze Palestina stakers duidelijk dat het niet zomaar om het even is, hoe strijd gevoerd wordt.

    De jongeren willen namelijk niet zomaar een zoveelste signaal geven, ze willen macht opbouwen. “De overheid is het gewoon om om de paar weken wat protest weg te wuiven,” zegt Asra. “Daarom beseffen we dat als we echt impact willen hebben, we de ambitie moeten hebben om net zoals met de klimaatstakingen, opnieuw met enkele duizenden in Brussel te staan.”

    Fridays For Falastin

    Zelfs al was er van een staakt-het-vuren nooit echt sprake, voor veel jongeren voelde het volledig breken ervan door het Israëlische leger als een klap in het gezicht. “Die ochtend werd ik wakker met zo’n boosheid,” zegt Asra. “Hoezo nog een keer? Ik voelde me medeplichtig als ik niks deed. Toen besloten we het initiatief te nemen voor Fridays For Falastin”

    Op de tweede stakingsdag tekenden al zo’n 20 scholieren present, maar de activisten willen bouwen aan een veel grotere beweging. “We gingen al flyeren op de Korenmarkt om zoveel mogelijk jongeren te overtuigen om mee te doen. Er was veel steun, maar er is ook nog twijfel.”

    “School moet zogezegd neutraal blijven,” zegt mede-initiatiefnemer Edith (Steinerschool), “maar dat is bullshit. Voor het klimaat werd de deur wel opengezet. Waarom nu niet?” Asra knikt: “Dit is een grote stap. Veel jongeren vinden het eng om iets te doen dat eigenlijk ‘niet mag’. Maar ze doen het. De drempel om school te skippen, die zal ook nu opnieuw verdwijnen.”

    De scholieren voelen zich gesterkt door de precedent van de klimaatstakingen in 2019 – ook wel gekend als de Fridays For Future – toen tienduizenden jongeren week na week op straat kwamen. “Toen vonden scholen het ‘educatief’ dat we staakten. Waarom nu niet?” vraagt Edith zich af. “Wat is er educatiever dan opkomen voor mensenlevens?”

    Ook onze scholen hebben een verantwoordelijkheid

    De eisen van de Palestinastakers zijn helder: erkenning van de genocide, het opnemen van Palestina in het lessenpakket, en actieve steun van scholen aan de strijd voor bevrijding. Ze hekelen de hypocrisie van het zogenaamde neutraliteitsprincipe, waar scholen zich achter verstoppen: “waarom mochten we in 2019 allemaal de straat op en wordt er nu gezwegen?”

    “Er wordt gedaan alsof we te jong zijn om wat in Palestina gebeurt te begrijpen. Maar we zien alles. De bombardementen, de hongersnood, het zwijgen van Europa. En we weten: als we niets doen, zijn we medeplichtig,” aldus Haas.

    De jongeren zijn vastberaden. “Elke vrijdag. Tot we gehoord worden,” zegt Asra. “Wij zijn niet van plan te zwijgen.”

  • Bevrijd Mahmoud Khalil!

    Mahmoud Khalil, een belangrijke organisator van het Palestijnse solidariteitskamp in Columbia University in New York City, is gearresteerd en wordt bedreigd met uitzetting uit de Verenigde Staten. Dit ondanks het feit dat hij in het bezit is van een Green Card, die hem wettelijk het recht geeft om daar te verblijven. Hij is getrouwd met een Amerikaanse burger en het koppel verwacht hun eerste kind.

    Mahmoud’s arrestatie en daaropvolgende detentie in Louisiana (ruim 1.500 kilometer van zijn huis in New York), vloeit voort uit één van Trump’s verfoeilijke uitvoerende orders om in het buitenland geboren Palestijnse solidariteitsactivisten te deporteren – en dit op schandalige wijze onder het mom van verzet tegen antisemitisme.

    Mahmoud is een in Syrië geboren Palestijnse vluchteling wiens grootouders Palestina ontvluchtten na de Nakba van 1948, toen 750.000 Palestijnen etnisch werden gezuiverd uit hun historische thuisland door zionistische milities.

    Trump heeft gezegd dat zijn arrestatie en deportatie de “eerste van vele die nog komen” is. Samen met zijn vele andere racistische en draconische maatregelen voert hij nu een wraakzuchtige heksenjacht op tegen de Palestijnse solidariteitsbeweging. Dit is bedoeld om een onderdrukkend effect te creëren en stemmen tegen de genocide in Gaza het zwijgen op te leggen.

    Twee dagen na zijn arrestatie door ICE – het staatsagentschap dat belast is met het uitvoeren van de deportatie van migranten – hebben pogingen om Mahmoud uit te zetten al geleid tot actief verzet in de vorm van protesten van tienduizenden mensen.

    Binnen een dag ondertekenden meer dan twee miljoen mensen een petitie om zijn vrijlating te eisen, en een federale rechtbank heeft dit tijdelijk geblokkeerd, wat de druk van deze publieke verontwaardiging weerspiegelt.

    Pogingen om antizionistische dissidenten in de VS het zwijgen op te leggen zijn niet nieuw.

    In 2007 werd schrijver en activist Norman Finkelstein uit zijn functie aan de St. Paul Universiteit in Chicago gezet en sindsdien staat hij op de zwarte lijst.

    Meer recentelijk, onder het toeziend oog van Joe Biden, werden protestkampen zoals die in Columbia en op andere campussen vorig jaar bruut onderdrukt door de politie. Duizenden werden gearresteerd en veel protesterende studenten werden van school gestuurd of geschorst.

    Meer in het algemeen hebben verschillende staten in de VS wetgeving ingevoerd om het bepleiten van BDS (Boycot, Desinvestering, Sancties) tegen de Israëlische staat strafbaar te stellen.

    Dit maakt deel uit van een verontrustende wereldwijde trend, waarbij veel kapitalistische staten die de Israëlische apartheid en genocide steunen elke schijn van handhaving van democratische rechten laten varen in hun optreden tegen Palestijnse solidariteitsactivisten.

    Het steunen van de genocide in Palestina en het beknotten van democratische rechten in eigen land vat de aanpak samen van de westerse kapitalistische leiders in de afgelopen maanden van afschuw.

    De strijd om de bezetting en de Israëlische apartheidsstaat af te breken is verbonden met de strijd om wereldwijd een einde te maken aan de heerschappij van hun systeem van kapitalisme en imperialisme.

    In het licht van de onvoorstelbare verschrikkingen waarvan we getuige zijn, dringen we er bij al onze lezers op aan om zich vandaag aan te sluiten bij de strijd voor revolutionaire socialistische verandering.

  • Afbraakpolitiek bedreigt het spoor – enkel strijd kan dit stoppen!

    Waarom de woede van het spoorpersoneel overkookt

    Het zit er bovenarms op tussen het spoorpersoneel en de Arizona-regering. De aanvallen op het personeel zijn niet min. Alles ligt onder vuur. Langer werken voor minder pensioen is onverteerbaar, maar het gaat verder dan dat. Op een ogenblik dat de mobiliteitscrisis en het klimaat schreeuwen om meer en beter openbaar vervoer, komt Arizona met een afbraakbeleid. Protest daartegen voorstellen als ‘hinder voor  de reizigers’, is op zijn zachtst gezegd hypocriet en misplaatst. Wij laten een stem aan het woord die de reguliere media zelden haalt, die van het spoorpersoneel. We spraken met een treinbegeleider.

    Waarom is het spoorpersoneel zo kwaad?

    “De pensioenen zijn het gevoeligste punt. De leeftijd voor het rijdend personeel wordt opgetrokken naar 67 jaar, waarbij er elk jaar een jaar bijkomt. Wie volgend jaar jonger is dan 55, zal veel langer moeten werken. Enkel wie dan al 55 is, maar pas enkele jaren later de vereiste dertig jaar rollende dienst bereikt, ontsnapt aan de verhoging van de pensioenleeftijd. Ook het niet-rijdend personeel moet langer blijven, maar daar is het verschil iets minder groot.”

    Daarnaast wordt de berekening slechter. De tantièmes, die o.a. bepalen welk percentage van de refertewedde je zal krijgen als pensioen, worden voor iedereen 1/60. Hierdoor moet je dus 45 jaar werken om aan het maximum van 75% te komen, in plaats van momenteel 36 jaar voor rijdend personeel en 41,3 jaar voor sedentair personeel. Nu wordt het pensioenbedrag berekend op basis het gemiddelde van de laatste vier jaarweddes, dat wordt uitgebreid tot uiteindelijk de volledige loopbaan. Aan het begin van je loopbaan ligt het loon lager, het pensioenbedrag zal dus drastisch dalen. Langer werken voor minder pensioen, dat is onverteerbaar!”

    “Een tegenargument luidt steevast dat anderen ook tot 67 moeten werken. Dat is inderdaad een probleem, zeker voor zware beroepen. Het probleem van verpleegkundigen die tot 67 moeten werken, is echter niet opgelost als wij langer werken. Er moet voor iedereen een daling van de pensioenleeftijd komen en er is voor alle zware beroepen een regeling nodig. We mogen ons daarrond niet laten verdelen.”

    “De ongerustheid onder het personeel gaat ook over de lonen vandaag. Er is ongerustheid over de premies nu de verplichte zondagsrust en het verbod op nachtarbeid afgeschaft. Het schrappen van nachtpremies begint bij enkele sectoren, zoals de logistiek, maar we kunnen er gif op innemen dat het nadien wordt veralgemeend. Dat zien we vandaag met de vervroegde uittredingsmogelijkheden voor werkenden met een zwaar beroep. Zondagswerk kan eenzijdig ingevierd worden en de vergoeding staat onder druk. Wij werken vaak in het weekend en op onmogelijke uren in de nacht. De premies hiervoor zijn een belangrijk deel van onze verloning.”

    “Dan is er nog onder meer de voorgestelde wijziging in het sociaal overleg. De twee derde meerderheid in de Nationale Paritaire Commissie ligt onder vuur, waardoor er bijvoorbeeld voor wijzigingen aan de rij- en rusttijden niet langer minstens één grote vakbond akkoord zou moeten gaan met de directie. Dat kan bijvoorbeeld de deur openen om aan de betaling van onderbrekingen tussen twee ritten te morrelen. Het uithollen van HR Rail, onze echte werkgever, kan ertoe leiden dat toekomstig personeel van de NMBS of Infrabel niet langer statutair is en dat niet langer iedereen dezelfde werkgever zal hebben.”

    “En dan zijn er nog de besparingen natuurlijk: de regering wil 675 miljoen besparen op de NMBS, de operator. De N-VA wil de NMBS privatiseren of toch 49% ervan verkopen, wat eigenlijk hetzelfde is: het doel is om de NMBS nog meer als privaat bedrijf te beheren. Infrabel ligt niet in het vizier. De Britse ervaring leidde tot treinrampen en de infrastructuur wordt als strategisch gezien, wat met de huidige oorlogsretoriek niet onbelangrijk is.” 

    We zitten ondertussen aan meer dan 20 stakingsdagen, die allemaal goed opgevolgd worden. Er is voor het eerst een gemeenschappelijk front van grote en kleine vakbonden. Maar is er ook een echt actieplan?

    “We hebben inderdaad al 20 stakingsdagen gehad dit jaar. Het begon met de betoging op 13 januari die veel woede toonde. De impact op het treinverkeer was groot: minder dan een kwart van de treinen reed. Op de betoging waren veel collega’s, zeker 500.”

    “Hierna volgde de negendaagse staking van OVS en ASTB. Het ging om beurtstakingen volgens beroepscategorie. De impact verschilde van dag tot dag, maar op de dagen waarvoor de treinbegeleiders en –bestuurders werden opgeroepen werd er alleszins veel gestaakt. Het seinhuis van Namen ging twee dagen volledig plat, waardoor er in die regio niets kon rijden. De twee vakbonden boksten boven hun gewicht.”

    “Met een negendaagse staking wordt de minimale dienstverlening zwaar onder druk gezet. Die dienstverlening is voorzien op 24-urenstakingen. Een langere staking waarbij verschillende beroepsgroepen afwisselend staken, zet de volledige keten onder druk. Als bijvoorbeeld het personeel dat de alternatieve dienstverlening moet opstellen staakt, wordt het opstellen van een dienstverlening voor de volgende twee dagen erg moeilijk. Het volledig scenario moet immers kloppen: het materieel moet ingepland worden, er moeten bestuurders en begeleiders zijn … Alles haakt op elkaar in. Deze tactiek is interessant omdat er met een minimum aan stakingsdagen per personeelslid een maximaal effect gedurende een groter aantal dagen is.”

    “In de week voor 31 maart was er een stakingsoproep door Metisp, een erg kleine vakbond. Die oproep werd minder opgevolgd, maar toch waren er al bij al veel stakers. Het toont de woede onder het personeel. Het is trouwens opmerkelijk dat de meeste stakingsdagen zonder vergoeding gebeurden: ACOD en ACV betalen enkel voor dagen die zij erkenden, ASTB betaalt geen vergoeding, OVS kan maar een kleine vergoeding voor een beperkt aantal dagen uitbetalen. Als zoveel collega’s staken zonder stakersvergoeding, weet je dat het personeel echt kwaad is.”

    “Het is positief dat er voor het eerst een front is gevormd van vijf vakbonden: OVS en ASTB enerzijds en de klassieke kleurenbonden ACOD, ACV en VSOA anderzijds. ASTB en OVS schorten hun geplande week staking in april op en schaarden zich net als VSOA achter het plan van ACOD en ACV om te staken op 31 maart (algemene staking) en vervolgens regionale stakingen te houden op 8, 15 en 22 april, gevolgd door een algemene staking op 29 april. De impact blijft erg groot, met soms minder dan de helft van de treinen die rijdt en daarnaast een grote deelname in bijvoorbeeld de werkplaatsen. Het gezamenlijk front is ongezien en belangrijk: het versterkt onze slagkracht en het is een uitdrukking van de roep naar een duidelijk actieplan dat door iedereen gedragen wordt.”

    “Een deel van de collega’s wil er echt voor gaan en hard staken. Bij anderen begint het financieel door te wegen. Er zijn bovendien erg verschillende situaties onder collega’s naargelang ze al dan niet statutair zijn, rijdend of sedentair personeel zijn, hoe oud ze zijn of nog als ze enkel daguren werken. De propaganda van de regering die op volle toeren draait, leidt tot verwarring. Sommige collega’s zien geen antwoord op de stelling dat iedereen nu eenmaal moet besparen. Er komen antwoorden vanuit de vakbonden, maar op te kleine schaal. Personeelsvergaderingen blijven te beperkt en er zijn bredere informatiecampagnes nodig naar de reizigers en de publieke opinie.”

    “Er is nog onduidelijkheid over wat er in mei en juni zal gebeuren. Sommigen pleiten ervoor om tot na de zomer te wachten. Dat zal de propaganda en de verwarring niet stoppen. Anderen pleiten voor losstaande acties, zoals nogmaals regionale stakingen. Een andere mogelijkheid is om de tactiek van OVS en ASTB verder uit te werken en bijvoorbeeld 5 tot 6 dagen te staken met een beurtrol per beroepsgroep.”

    “Dat er nog acties zullen volgen, spreekt voor zich. Jambon wil enkel spreken over overgangsmaatregelen. Bevoegd minister Crucke wil wel praten, maar waarover? ACOD stelde alvast als voorwaarden dat HR Rail de enige werkgever blijft voor al het personeel en dat de statutaire aanwervingen behouden blijven.”

    In de media wordt vooral gesproken over de ‘hinder’ voor reizigers. Is er een strategie om op die propaganda te antwoorden?

    “Het offensief van de media is groter en breder, zowel kwantitatief als kwalitatief. Ze zijn voor niets verlegen in de kranten of aan de tafel van Gert. Er wordt bitter weinig op geantwoord. Over de mogelijkheid van pensioen op 55 jaar na 30 jaar rollende dienst, wordt niet gezegd dat het enkel over rijdend personeel gaat en wordt niets gezegd over de uren waarop we werken. Er wordt niet bij gezegd dat er amper collega’s zijn die aan de voorwaarden voldoen om op 55 te gaan. Het argument dat we allemaal ouder worden en dus langer moeten werken, is oneerlijk. Er zijn grote verschillen naargelang het werk je doet. Er is ook zoiets als gezonde levensjaren. Ik werk al enige jaren bij het spoor en was al op te veel begrafenissen van pas gepensioneerde collega’s die nog maar begin de 60 waren.”

    “Het is belachelijk als de regering en de media beweren dat wij de reizigers gijzelen, terwijl de regering die bijna 700 miljoen wil besparen op de NMBS. Het fabeltje van de extra investeringen om meer reizigers aan te trekken, klinkt hol en is beperkt tot de lijnen tussen grote steden. Net als bij De Lijn is er het plan om vooral in te zetten op drukke verbindingen, terwijl elders bespaard wordt. Haltes met weinig reizigers worden geschrapt, alsof mensen op de buiten geen belastingen betalen en geen recht hebben op openbaar vervoer. Het verhaaltje dat er geen geld is voor betere dienstverlening is nonsens, kijk naar de cadeaus aan de werkgevers. De traditionele politici hebben de tekorten zelf gecreëerd.”

    “Sommige media stellen dat we misbruik zouden maken van ons stakingsrecht. Je eigen arbeid terugtrekken, hoe kan je dat misbruiken? Er zijn pogingen om het stakingsrecht verder te beperken en richting opvorderingen van personeel te gaan. Minister Crucke wil juridisch onderzoeken of stakingsaanzeggingen kunnen geweigerd worden. In plaats van de redenen voor ons ongenoegen aan te pakken, willen ze ons protest beperken.”

    “Als we voorgesteld worden als luie profiteurs, groeit de woede enkel maar. Die politici en commentatoren die het allemaal zo goed weten, moeten maar eens een maand meedraaien met onze onmogelijke werkuren en omgaan met agressieve reizigers. Maar we moeten er niet op rekenen dat zij tot inzichten komen, we zullen zelf een krachtsverhouding moeten opbouwen. Zowel onder de collega’s als onder de reizigers moeten we daar verder aan werken met een duidelijk en opbouwend actieplan.”

  • Na geslaagde stakingsdag verder bouwen aan beweging om Arizona weg te krijgen!

    De stakingsdag van 31 maart was een succes. In de aanloop naar de staking groeide de steun ervoor ondanks de dagelijkse propaganda die ons protest voorstelt als zinloos, marginaal of louter als een hinder veroorzakende gebeurtenis. De regeringspartijen verdedigden hun beleid zoals ze dat ondertussen al decennia doen: met het argument dat anders de toekomstige generaties moeten betalen. Die plaat is al meerdere generaties grijs gedraaid zonder uitzicht op verandering. Het is een excuus om het echte argument niet te moeten gebruiken: de besparingsmaatregelen dienen om de winsten van de grote bedrijven veilig te stellen. 

    Het feit dat er gestaakt werd zorgde voor een tegengeluid. Na de grote betogingen in januari en februari in Brussel en de sterke betogingen op 8 maart, de internationale vrouwendag, zorgde de stakingsoproep voor een nieuw momentum. Zeker rond de pensioenen is er veel ongenoegen. De aanvallen op de landingsbanen, SWT (het vroegere brugpensioen) en de pensioenen komen hard aan. Het voelt bovendien als een gebrek aan respect voor ons harde werk, zeker met het opdrijven van de flexibiliteit en de werkdruk de afgelopen jaren. Vanuit de pensioenwoede is het mogelijk om ook alle andere kwesties te bespreken onder collega’s, vrienden en familie. Er is immers een verband: de klassenoorlog van de grote bazen en hun regering is gericht tegen de volledige werkende klasse in al haar diversiteit. 

    Peilingen gaven aan dat een meerderheid van de Walen en Brusselaars achter de staking stond. In Vlaanderen is die steun nog beperkter: ongeveer 3 op 10. Conner Rousseau van Vooruit mag dan beweren dat de staking de steun aan de vakbonden uitholt, het tegendeel is waar. De leugen dat er geen draagvlak voor syndicaal protest is, wordt doorprikt door de peilingen. In Vlaanderen zijn er meer mensen die de staking steunden dan dat er voor N-VA gestemd hebben. Als nu reeds een derde van de Vlamingen en een meerderheid van de Walen en Brusselaars achter de stakingen staat terwijl er amper brede informatiecampagnes gevoerd zijn, is dat vooral een indicatie van een heel groot potentieel. 

    Naarmate de gevolgen van de plannen concreter worden, groeit de steun voor onze acties verder. Uiteraard hebben we daar zelf een rol in te spelen. Een informatiecampagne met toegankelijke krantjes en digitale varianten om uit te leggen wat er op ons afkomt en welk protest we daar tegenover zetten, zou de mogelijkheid bieden om op elke werkplaats maar ook in de wijken, onder jongeren, op de markten … in gesprek te gaan en een zo sterk mogelijke krachtsverhouding opbouwen. Het bewust maken van wat nog onbewust is en het activeren in strijd van wie nog passief toekijkt, zijn grote uitdagingen. Die kunnen we het best aangaan met een duidelijk actieplan en een stevig programma van eisen die zich niet beperken tot het verwerpen van de besparingen, maar die vertrekken van wat de werkende klasse nodig heeft. 

    De afgelopen weken is het argument dat er nu eenmaal geen middelen zijn doorprikt. Het rechtse beleid en de sterke positie van extreemrechts wereldwijd leiden tot een nadruk op militarisering en de roep om miljarden aan publieke middelen in defensie te investeren. De snelheid en het gemak waarmee voor oorlogsvoering miljarden gevonden worden, maakt duidelijk dat onze pensioenen, lonen en openbare diensten voor hen geen prioriteit zijn. Anders zouden daar ook al lang miljarden voor gevonden zijn. Bovendien wordt de militarisering nu gebruikt als extra argument om de besparingen op onze sociale bescherming als onvermijdelijk voor te stellen! 

    Er zijn wel degelijk middelen. De sterke toename van de cadeaus aan de grote bedrijven zijn er een uitdrukking van, net als de winstmarges die hoog blijven. Als die vandaag onder druk staan, komt dat niet door onze pensioenen of lonen. Het komt niet omdat LGBTQIA+ personen opkomen voor hun rechten. De instabiliteit van de wereldeconomie is het resultaat van de winsthonger van de grote bedrijven en het (extreem)rechtse beleid van de politieke vertegenwoordigers van die zoektocht naar winstmaximalisatie. 

    Na de staking van 31 maart is er een vervolg nodig, een echt actieplan. De vakbondsleidingen waarschuwen dat we het scenario van 2014 niet mogen herhalen, met de stelling dat de acties elkaar toen te snel opvolgden. Ze gaan voorbij aan het feit dat er door de opbouw van acties een sterke krachtsverhouding werd opgebouwd, maar dat het momentum verloren ging omdat er geen vervolg kwam. Een actieplan vandaag moet rekening houden met verschillende factoren: sommige sectoren worden zo hard geraakt dat de actiebereidheid erg groot is terwijl andere hebben meer tijd en informatie nodig, er zijn ook regionale verschillen. Dat mag echter geen excuus zijn om alles op de lange baan te schuiven.  

    In eerder materiaal deden we volgende voorstellen:

    • Wie weet wat de Arizona-maatregelen concreet betekenen, is kwaad. Dat kunnen we stimuleren met informatiekrantjes, zoals de toegankelijke pensioenkranten in gemeenschappelijk vakbondsfront in 2014 en 2018. Uiteraard zijn daar ook digitale varianten van nodig.
    • Met infosessies op elke werkplaats is het mogelijk om collega’s te bereiken en de geplande maatregelen te vertalen naar die werkvloer.
    • Militantenbijeenkomsten per sector en per regio kunnen de temperatuur meten, eisen verfijnen en volgende stappen in het actieplan voorbereiden.
    • Betogingen en stakingsdagen per sector of regio kunnen aangegrepen worden om gerichte campagnes op die sector of regio te voeren.
    • Nationale algemene stakingsacties zijn noodzakelijk, als er niet geluisterd wordt na een eerste 24-urenstaking moet opgebouwd worden naar een sterkere staking die bijvoorbeeld 48 uur kan duren. Tussentijdse acties (zoals acties per sector of regio) kunnen daarnaar opbouwen.
    • Personeelsvergaderingen en een blijvende betrokkenheid zijn nodig. Daarmee kunnen we onze beweging organiseren en antwoorden op de leugenachtige propaganda van het establishment die een versnelling hoger schakelt.
    • Onze zelforganisatie wordt cruciaal. Initiatieven die activisten bijeenbrengen, zoals Commune Colère, versterken dit.
    • Doorheen deze zelforganisatie moeten we het ook durven hebben over welke maatschappij we willen en hoe we een alternatief kunnen afdwingen.

    Het coördineren van de acties zal eveneens belangrijk zijn. Nu zijn er acties gepland bij onder meer het spoor, de zorg en het Franstalig onderwijs. Daarnaast is er het plan om op 29 april regionale betogingen te organiseren, gevolgd door een nationaal evenement in juni (mogelijk een concert naar het voorstel van Bert Engelaar) en mogelijk een nieuwe grote betoging na de zomer. Wat ontbreekt, zijn het element van een informatiecampagne en data voor nieuwe algemene stakingen. Een plan over meerdere maanden biedt de kans om alle actiemomenten en ook nieuwe algemene stakingen nu reeds bijeen te brengen en te integreren in de informatiecampagne. Als we bijvoorbeeld een toegankelijke informatiekrant op 1 miljoen exemplaren verspreid krijgen in de loop van de maand april om te mobiliseren naar 29 april en een algemene staking in de weken hierna, kunnen we het momentum van 31 maart verder opbouwen. 

    Twijfel over onze acties is niet nodig: alle acties die we dit jaar al ondernamen, waren een succes en vaak groter en sterker dan op voorhand verwacht. In januari waren er de nationale betoging met grote deelname van het Nederlandstalig onderwijspersoneel en de grote Franstalige onderwijsbetoging en -staking, in februari was er de massale betoging van 13 februari en in maart de mobilisatie op 8 maart en de algemene staking. Er is een dynamiek, maar deze mag gerust beter georganiseerd en gecoördineerd worden! Daarnaast is elke stap richting een sterkere zelforganisatie van onderuit positief. In Brussel en Wallonië is er bijvoorbeeld een dynamiek rond ‘Commune Colère’. 

    Bovendien gaat het rechtse offensief van goedpraten en stimuleren van onderdrukking en discriminatie zo ver dat dit onvermijdelijk tot regelmatige uitbarstingen van protest leidt. De jongerenacties naar aanleiding van de uitspraak van een Leuvense rechter in een verkrachtsingszaak is daar een nieuw voorbeeld van. De woede over klassenjustitie met verwijzing naar de talenten van de dader om geen straf uit te spreken, leidde net zoals rond Reuzegom en het proces Sanda Dia tot grote acties. Ons protest tegen Arizona en alles waar het voor staat, is sterker als we de volledige reactionaire agenda bestrijden en protest met elkaar verbinden. 

    Ons protest niet opbouwen is geen optie. Rechts staat al klaar met volgende aanvallen, onder meer rond de lonen (index en loonnormwet liggen eind 2026 opnieuw op tafel) en met nieuwe aanvallen op de meest kwetsbaren (zoals vluchtelingen, werklozen, zieken …). We moeten strijden om te kunnen winnen, om het rechtse offensief te stoppen en om een eigen alternatief vanuit de noden van de werkende klasse te populariseren en hiervoor een krachtsverhouding op te bouwen.

  • Trumpisme stoppen door strijd

    Een onvoorspelbare racist, veroordeelde seksist, queerfobe narcist in het Witte Huis. Je zou van minder bang zijn voor de nabije toekomst. Trump wil van de Gazastrook een vastgoedproject zonder Palestijnen maken, een oproep aan het zionistische regime om de genocide nog verder op te voeren. Om sterker te staan tegenover het Chinese regime zoekt hij toenadering tot Poetin, wat het gevaar van oorlogen net vergroot. In de VS worden vluchtelingen en gender non-conforme personen onder vuur genomen. Musk haalt zijn kettingzaag boven om ambtenaren af te danken. Klimaatverandering wordt ontkend en een antivaxxer is minister van gezondheid. Kan het nog erger?

    Het recht ontzegd worden om jezelf te zijn of razzia’s gevolgd door mensonterende deportaties, zijn concreet en raken de slachtoffers ervan heel diep. Hun angst is niet abstract, maar existentieel. Angst zorgt voor verlamming. Zeker in een internationale context waarin extreemrechts overal vooruit lijkt te gaan en alle sociale verworvenheden en zekerheden op de helling zet. Met een existentiële inzet hebben we echter geen keuze. We moeten de strijd aangaan.

    Extreemrechts aan de macht doet denken aan de jaren 1930. Dat waren echter ook jaren van verzet en strijd waarmee het fascisme potentieel nog kon gestopt worden. Van de Spaanse revolutie over het revolutionaire potentieel in Frankrijk in 1936 tot de algemene staking in België in 1936, waren er grote mogelijkheden. Er is vandaag een opgang van een reactionaire backlash. Onvermijdelijk komt daar een antwoord op, moedige activisten nemen daar nu al het voortouw bij. Massaal protest uitbouwen en richten op volledige maatschappijverandering is cruciaal.

    Het Trumpisme kent navolging in België. Het regeerakkoord staat bijvoorbeeld voor een nooit geziene aanval op vluchtelingen. De Arizona-regering zet stappen om verzet tegen de genocide in Gaza te criminaliseren. De aanvallen op de pensioenrechten en arbeidsvoorwaarden van alle werkenden ruiken naar de kettingzaag van Elon Musk. 

    Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: deze reactionaire trend is enkel in het belang van een kleine minderheid, die van de superrijken. Dat is waarom alle big tech bazen in de VS een knieval maken voor Trump. Onderdeel daarvan is het openzetten van alle sluizen waarlangs propaganda van haat en verdeeldheid een impact kan hebben.

    Alles wat de werkende klasse in al haar diversiteit verdeelt, verzwakt haar. Dat is het uitdrukkelijke doel van het Trumpisme, inclusief de Belgische varianten ervan in de figuren van De Wever en Bouchez. Trump valt de werkende klasse ook direct aan. Zo werd de National Labor Relations Board, die toeziet op de naleving van het recht van werkenden om zich te organiseren, meteen vleugellam gemaakt. Dat die raad was tussengekomen tegen onrechtmatige afdankingen bij SpaceX, het ruimtevaartbedrijf van Musk, was niet vreemd aan de beslissing van Trump.

    Verzet tegen extreemrechts is noodzakelijk en mogelijk. Daarbij is het cruciaal dat we vertrekken van een benadering van solidariteit die alle slachtoffers van (extreem-)rechts beleid erkent en meeneemt in het verzet. Verdeeldheid zaaiende vooroordelen moeten we actief bestrijden, ook binnen de bredere arbeidersbeweging. Vanuit een actieve solidariteit kunnen we ons protest uitbouwen, banden creëren tussen activisten en samen sterker staan. Dat kan de basis leggen om niet alleen extreemrechts terug te dringen, maar ook om te strijden voor een breuk met het kapitalisme en voor een socialistische samenleving die voor eens en altijd komaf maakt aan uitbuiting en alle vormen van onderdrukking. Dat is waar wij als revolutionaire marxisten voor staan!

  • Arizona moet weg, dat moeten onze acties uitstralen

    De Arizona-regering heeft het voordeel van de duidelijkheid. Er is zelfs geen poging om de beenharde, asociale politiek met een sociaal ogend sausje te camoufleren. Deze regering haalt de botte bijl boven om op een structurele manier sociale rechten af te bouwen. Vooral de slachtoffers van een harder wordende samenleving kunnen op weinig mededogen rekenen. Vluchtelingen zullen hemel en aarde moeten verzetten om hier een waardig leven op te bouwen.

    Artikel door Bart Vandersteene uit ‘de Linkse Socialist’

    De Arizona-regering schrijft zich expliciet in binnen de internationale Trumpistische tendens. Weg met de schijn van progressiviteit of diversiteit. Het huidige kapitalisme evolueert naar een meer naakte en brute vorm, gekenmerkt door internationale concurrentie, handelsoorlogen en militaire confrontaties. Dit gaat gepaard met een nationaal beleid waarin de staat radicaal ten dienste staat van de eigen kapitalisten. Overheidsmiddelen worden ingezet als subsidies voor bedrijven, legers worden uitgebouwd en oppositiebewegingen met repressie de kop ingedrukt. Vooruit heeft blijkbaar geen enkel probleem om hierin mee te gaan.

    Deze regering en de elite stralen een zelfvertrouwen uit dat vooral hun zenuwachtigheid moet verbergen. Er is weinig maatschappelijk draagvlak voor dit beleid, zeker als het echt uitgedaagd wordt. De agressieve en hypermannelijke toon heeft één doel: de tegenbeweging intimideren en de indruk wekken dat er geen alternatief mogelijk is. Wanneer de tegenbeweging op gang komt, zal deze bestreden worden met een agressieve anti-woke tirade, bedoeld om seksistische en racistische ideeën aan te wakkeren en zo de aandacht af te leiden van de asociale maatregelen en hun impact op de volledige werkende klasse.

    Overleg met Arizona is niet mogelijk

    Onze ambitie moet veel verder reiken dan protesteren om enkele kleine toegevingen te bekomen aan de onderhandelingstafel. Toch is dat waar de huidige dominante vakbondsstrategie ons naartoe leidt. Het grootste deel van de vakbondsleiding houdt halsstarrig vast aan een model van sociaal overleg dat door de kapitalisten al lang overboord werd gegooid. Deze regering en de kapitalistische klasse die ze vertegenwoordigt, zijn niet van plan om te ‘overleggen’ over hun agenda.

    De nieuwe algemeen-secretaris van het ABVV, Bert Engelaar, bracht een frisse wind in de communicatie. Toch lijkt hij vooral een vlottere en jongere vertegenwoordiger van dezelfde groep binnen het ABVV die nauwe banden onderhoudt met Vooruit. Een band die steeds moeilijker te verantwoorden valt tegenover de achterban. In plaats van vast te houden aan overleg dat nergens toe leidt, hebben we een strategie nodig die gebaseerd is op krachtsverhoudingen en die deze regering effectief een halt toeroept en ten val brengt.

    Toen Engelaar door de Gazet van Antwerpen werd gevraagd: ‘Als u een nieuw regeerakkoord eist, zegt u eigenlijk dat deze regering moet vallen?’, antwoordde hij: “De mensen hebben rechts gestemd, dan is een rechtse regering niet onlogisch. Om nu te zeggen dat deze regering moet vallen… Kijk, dit zal nooit mijn regering zijn, maar ik ga proberen om er het beste van te maken. De balans tussen werkgevers en werknemers zit gewoon niet goed. Ik ga proberen voor evenwicht te zorgen.”

    Dit is niet gewoon naïef; het verraadt de intentie van de vakbondsleiding. Eerst bombastische taal gebruiken om een algemene staking aan te kondigen, deze vervolgens halfslachtig organiseren en nadien toch aan de onderhandelingstafel gaan zitten. Als er dan een kruimel van de tafel valt, zal de vakbondsleiding, arm in arm met Vooruit, het sociale overlegmodel bewieroken en beweren dat ze alles hebben gedaan om die kruimel te realiseren. Wanneer er kritiek komt uit eigen rangen, zal men beweren dat de kiezers nu eenmaal voor deze regering hebben gekozen – eigen schuld, dikke bult. De waarheid is dat dit regeerakkoord nooit een meerderheid had gekregen als het voor de verkiezingen volledig op tafel had gelegen.

    Arizona moet vallen

    We moeten deze regering stoppen en niet toelaten dat ze haar agenda uitvoert. Belangrijke sociale verworvenheden dreigen structureel te worden uitgewist. De val van deze regering is noodzakelijk. Elke daaropvolgende regering, ongeacht haar samenstelling, zal dan weten dat dit beleid geen draagvlak heeft. Bovendien zal een sterkere tegenbeweging met een kwalitatief uitgebreide organisatorische capaciteit en een overwinningservaring elke nieuwe regering met vertrouwen tegemoet treden.

    Op 31 maart volgt een eerste algemene staking. Deze moet tot in de puntjes worden voorbereid en zo breed mogelijk worden gedragen. Maar we hebben niet alleen een sterke en algemene staking nodig. We moeten ook inzetten op een volledige en diverse mobilisatie van het verzet. 31 maart moet een dag worden waarop iedereen zijn verzet tegen de Arizona-regering kan uiten – van jong tot oud, in alle sectoren en via een brede mobilisatie van alle bewegingen tegen onderdrukking. Lokale betogingen kunnen deze dynamiek versterken, met acties op en rond scholen, jongeren die deelnemen aan manifestaties en georganiseerde blokken van vrouwenbewegingen, de Palestijnse solidariteitsbeweging, vluchtelingenorganisaties, klimaatcoalities, en meer. Enkel door een massale, diverse mobilisatie kunnen we een kracht opbouwen die de Belgische variant van het Trumpisme kan stoppen.

  • Enkele leugens van de besparingspolitiek ontmaskerd

    De besparingspolitiek van de regering wordt vaak verdedigd met argumenten dat de maatregelen zogezegd “onvermijdelijk” en “rationeel” zouden zijn. Maar wie profiteert er echt van? Wie betaalt de prijs? Laten we enkele van de meest gehoorde tegenargumenten ontkrachten.

    Artikel door Nick (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist

    https://nl.socialisme.be/100813/arizona-vergroot-de-ongelijkheid

    1. “We leven langer, dus is langer werken normaal”

    Feit: De stijging van de levensverwachting geldt vooral voor de hogere inkomens. Werkenden in zware beroepen en de armere lagen van de bevolking zien hun levensverwachting nauwelijks stijgen of zelfs dalen. Bovendien zegt een hogere levensverwachting niets over de gezondheid op latere leeftijd. Veel arbeiders en zorgpersoneel kampen op hun zestigste al met rugproblemen, hart- en vaatziekten en chronische pijn. Hen verplichten langer te werken, is niets minder dan een aanslag op hun gezondheid. Als er vandaag meer langdurig zieken zijn, komt dat onder meer door de maatregelen die iedereen verplichten om langer te werken.

    2. “We moeten besparen om de pensioenen betaalbaar te houden”

    Feit: De pensioenkosten zijn slechts een excuus voor een bewust beleid dat ten dienste staat van de grote vermogens. De regering beweert dat er geen geld is voor waardige pensioenen, terwijl ze miljarden uitgeeft aan belastingverlagingen voor bedrijven en de rijken. De belastingverlaging voor vennootschappen in 2017 kostte de staatskas jaarlijks 8 miljard euro. 

    3. “Nacht- en flexwerk zijn nodig om onze economie draaiende te houden”

    Feit: Nachtwerk en extreme flexibiliteit zorgen niet alleen voor uitbuiting, maar ook voor een gezondheidscrisis. Werknemers in nachtdiensten hebben een veel hoger risico op slaapstoornissen, depressies en hart- en vaatziekten. Toch worden bedrijven niet verantwoordelijk gesteld voor deze gevolgen. In plaats daarvan belanden nachtarbeiders in een zorgsysteem dat steeds meer uitgehold wordt. Dit is een typische vorm van sociale kosten afschuiven: de bedrijven maken winst, de samenleving betaalt de prijs.

    De Arizona-regering wil nachtarbeid vergemakkelijken door enkel werkuren na middernacht nog als nachtarbeid te beschouwen. Dit betekent dat premies voor nachtarbeid verdwijnen voor de vier uren tussen 20u en middernacht. Voor een logistiek arbeider in de voedingshandel betekent dit een verlies tot 434 euro per maand aan nachtpremies – een brutale aanval op de koopkracht van werkenden. Dit beleid zorgt niet alleen voor dalende lonen, maar zet de deur open voor verdere flexibilisering en onzekere werkvoorwaarden.

    4. “Een activeringsbeleid is nodig om mensen uit de werkloosheid te halen”

    Feit: De regering presenteert haar werkloosheidsmaatregelen als “activerend”, maar in realiteit is het gewoon een bestraffingsmechanisme. Werkzoekenden worden opgejaagd, zonder dat er voldoende fatsoenlijke jobs zijn. Flexi-jobs en precaire contracten nemen toe, terwijl stabiele voltijdse banen verdwijnen. Vooral jongeren en vrouwen worden getroffen: zij worden gedwongen in onzeker werk zonder sociale bescherming, wat hun gezondheid en toekomstkansen ondermijnt.

    5. “Zieken moeten sneller geactiveerd worden”

    Feit: De jacht op zieken is in volle gang. Werkgevers kunnen al vanaf de eerste ziektedag een re-integratietraject starten, en wie langdurig ziek is, wordt gedwongen zich in te schrijven als werkzoekende. Dit terwijl de werkdruk en burn-outs de pan uitrijzen. De regering bespaart op gezondheidszorg en preventie, terwijl ze tegelijk de sociale zekerheid ondergraaft. Dit zal leiden tot meer zieken, meer armoede en een grotere druk op de zorgsector.

    6. “Niet besparen is de schuld doorschuiven naar toekomstige generaties”

    Feit: Dit is de ultieme hypocrisie. Het argument van de ‘toekomstige generaties’ wordt al sinds de jaren 1980 gebruikt en telkens weer gerecycleerd. De echte erfenis die we doorgeven, is een samenleving waarin winst primeert op gezondheid en sociale bescherming. Eens jongeren afgestudeerd zijn in een ondergefinancierd onderwijsstelsel, worden ze geconfronteerd met slechtere arbeidsvoorwaarden, langere loopbanen en een onbetaalbare zorgsector. De regeringen van vandaag maken bewust keuzes die de ongelijkheid vergroten en de sociale zekerheid uithollen. Dit is geen financiële noodzaak, maar klassenpolitiek.

    De echte oplossing: strijd en herverdeling van de rijkdom

    Als we een gezonde toekomst willen garanderen, moeten we breken met het beleid van sociale afbraak. We hebben nood aan:

    • Massale investeringen in de zorgsector in plaats van besparingen en privatisering.
    • Arbeidsduurverkorting zonder loonverlies met bijkomende aanwervingen en verlaging van de werkdruk, zodat mensen gezonder kunnen werken.
    • Haal het geld bij de grote vermogens in plaats van lastenverlagingen aan bedrijven te geven.
    • Sterke sociale zekerheid, zodat werkenden niet tot hun laatste krachten moeten werken.

    Dit zullen we niet cadeau krijgen, we zullen ervoor moeten strijden. In die strijd stellen we de volledige maatschappelijke organisatie in vraag. Om met de meerderheid van de bevolking over onze toekomst te beslissen, moeten we immers de macht van de kleine groep superrijke kapitalisten breken.

  • Stand up, Fight Back! EP3. De Russische revolutie van 1905

    Onder de naam ‘Stand up, Fight Back’ spreken we maandelijks met enkele activisten die lid zijn van LSP of met sprekers van buiten onze rangen. Je kan ons volgen via Spotify

    De Russische revolutie van 1905 schokte de wereld. In een achtergebleven land dat net militaire klappen had gekregen en geleid werd door een dictatoriaal regime kwam de bevolking in opstand. Een golf van stakingen legde het land lam. De kracht van een politieke algemene staking werd op grote schaal aangetoond. Vanuit de strijd ontstonden de eerste arbeidersraden, ofte sovjets, gericht op zelforganisatie van de beweging. De revolutie van 1905 liep uiteindelijk vast en het autoritaire bewind draaide in de daaropvolgende jaren alle democratische verworvenheden terug. Langs de andere kant was deze revolutie de algemene repetitie voor de gebeurtenissen van 1917. Leon Trotski was een actieve deelnemer aan de revolutie en brengt in een boek het relaas ervan.

    Peter den Haan vertaalde het boek ‘1905’ dat nu voor het eerst in het Nederlands verschijnt. Peter is al lange tijd actief als vakbondsmilitant en komt als marxist op voor maatschappijverandering. We spraken met hem over ‘1905’ en de lessen die er vandaag nog uit getrokken worden. Het boek is zopas verschenen. Deze podcast is een uitnodiging om kennis te maken met de gebeurtenissen in Rusland in 1905 en ook om deze kennismaking nadien verder te zetten door het boek te lezen.

    Het boek kopen? Dat kan in onze webshop:

    https://shop.socialisme.be/product/leon-trotski-1905
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop