Category: Op de werkvloer

  • De Zorg in Actie: protest in Wetstraat komende vrijdag

    Oproep van De Zorg in Actie – Facebook evenement

    De regering gooit ons premies en mini-maatregelen naar het hoofd, maar de wet op het delegeren van de zorg blijft van kracht! De oude droom van Maggie De Block wordt gerealiseerd door Franck Vandenbroucke. Onze beroepen verkwanselen betekent onze patiënten in gevaar brengen!

    Bovendien hebben de premies geen betrekking op de hele sector. Ze gelden niet voor rusthuizen, psychiatrische instellingen, thuiszorg, medische instellingen, werknemers die gedwongen worden om als zelfstandige te werken, enz., ook al zijn ze hard getroffen door de eerste en tweede golf.

    De mini- maatregelen dekken de fundamentele problemen toe die door deze sociale en gezondheidscrisis slechts in een hard licht worden gesteld. De kern van het probleem is dat meer dan 30 jaar geleden werd besloten dat de gezondheidssector een markt moest worden die binnen een logica van rendement moest passen. Bijgevolg waren de toename van de werklast per werknemer, de verslechtering van zowel de arbeidsomstandigheden als de kwaliteit van de zorg onvermijdelijk. We laten ons niet door hen voor de gek houden! We willen een duidelijke verandering in het zorgbeleid. Wij weigeren te werken om cijfers te doen kloppen, we weigeren onze patiënten als nummers te zien! We willen een doelmatig preventiebeleid en tijd om voor de bevolking te zorgen.

    We willen meer zorg-, logistiek, administratief en hotelpersoneel om de werk aan het bed van de patiënten te ontlasten en de werkomstandigheden van alle beroepen in de gezondheidszorg te verbeteren. De delegatie van de verpleegkundige zorg is een oplossing die de regering neemt om geen echte maatregelen te nemen en het personeelsbestand effectief te versterken. We willen dit niet! We willen zorgpersoneel aantrekken en behouden en daarvoor moeten de diensten versterkt en de salarissen verhoogd worden in plaats van het beroep in de solden te zetten. We hebben een verandering in de logica nodig! Deze verandering wordt evenwel niet voorgesteld door de regering en de minister van Volksgezondheid, enkel pleisters op een houten been om ons de pil te laten slikken en het kader van de commercialisering te behouden. Dit is onaanvaardbaar als we de ravage zien waartoe het heeft geleid! Er moet dringend gereageerd worden, niet over twee maanden, niet wanneer de lockdown over is, maar nu meteen!

    Want het huidige beheer van de gezondheidscrisis verhoogt het aantal sterfgevallen, verergert de sociale crisis en bevoordeelt altijd dezelfde sociale klasse. De essentiële werknemers – de verzorgers, de zelfstandigen, de precaire werknemers – zijn degenen die de crisis zullen betalen! En dit is onaanvaardbaar. Laten we ons verzamelen aan de Wetstraat, waar de beslissingen worden genomen, om nee te zeggen aan hun beleid! De sociale strijd kan niet in lockdown worden gezet!

    Afspraak op 11 december om 17 uur aan het metrostation Kunst-Wet in Brussel!

    • Voor de onmiddellijke intrekking van de wet op de delegatie van de zorg
    • Meer personeel in de zorgsector
    • Een reële loonsverhoging
    • Een structurele herfinanciering van de gezondheidszorg
    • Een echt preventiebeleid
    • Solidaire gezondheidsmaatregelen.

    Zonder dit alles is er geen respectvol, waardig en doeltreffend volksgezondheidsbeleid mogelijk! Gezondheid is een gemeenschappelijk goed en een fundamenteel recht!

    Pas op: laten we het dragen van maskers en de fysieke afstand respecteren

  • “Om de pandemie te verslaan, moet gezondheid een publiek goed zijn”

    Interview met een vakbondsafgevaardigde uit de farmasector

    We spraken met Alain, een LSP-lid die in de farmaceutische sector werkt. Hij was kandidaat voor het ABVV in de sociale verkiezingen van november.

    Interview door Julien uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Pieter Timmermans van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) verklaarde dat de werkplaats “misschien wel de veiligste plaats is om niet besmet te worden.” Wat denk jij hiervan?

    “Dit komt niet overeen met de vaststellingen van de autoriteiten tijdens controles: de helft van de bedrijven houdt zich niet aan de Covid-maatregelen. Wat mijn bedrijf betreft, hebben we op dit moment enkele honderden bevestigde Covid-gevallen. Het was noodzakelijk om onze krachtsverhouding te gebruiken om maatregelen af te dwingen om in veilige omstandigheden te werken. Er moet bovendien voortdurend druk gezet worden op de interne bedrijfsgeneeskundige dienst om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen genomen worden ten aanzien van personeelsleden die in quarantaine worden geplaatst en risicovolle contacten hadden.”

    In veel bedrijven zijn er Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Volstaan die niet?

    “Het is binnen dit orgaan dat alle vragen over het gezondheidsaspect van de crisis in het algemeen worden besproken. Het bestaat uit vertegenwoordigers van de bazen en van het personeel. De verklaring van Timmermans maakt duidelijk dat er strijd nodig is rond veiligheidsmaatregelen. In bedrijven zoals de MIVB of ABInBev waren er acties nodig om maatregelen te bekomen. Daar volstond een CPBW duidelijk niet, de maatregelen kwamen er pas na een staking. Als de bazen oprecht transparant willen zijn over het gezondheidsbeleid in de bedrijven, dan zouden ze overigens geen minimumdrempel van 50 werknemers opleggen vooraleer een CPBW verplicht is.”

    Om een einde te maken aan de pandemie is vaccinatie het meest doeltreffend. Het lijkt erop dat de farmaceutische sector de komende maanden op volle toeren zal draaien.

    “De concurrentie en de wedloop om als eerste op de markt te komen, leidt tot een zeker wantrouwen onder de bevolking. De enige manier om de pandemie te verslaan is door van gezondheid een publiek goed te maken. Alle instrumenten voor de volksgezondheid, zoals vaccins en geneesmiddelen, maar ook medische apparatuur en de noodzakelijke infrastructuur moeten niet worden geproduceerd om een minderheid te verrijken, maar om in de sociale behoeften te voorzien.”

    Wat zijn die behoeften vandaag? 

    “Er zijn heel veel noden in de zorginstellingen zoals ziekenhuizen en woonzorgcentra. Maar ook meer algemeen is het hele maatschappelijke leven door de pandemie overhoop gegooid. Als er een veilig vaccin is, moeten we ervoor zorgen dat het voor iedereen beschikbaar is en daarom de productie voor dit doel organiseren. De regering kondigde aan dat het vaccin gratis zal zijn. Dit betekent in de praktijk dat de kosten ten laste van de sociale zekerheid zullen zijn. De contracten met de fabrikanten zijn niet publiek gemaakt. Als we een ‘gratis’ vaccin krijgen, is het geen cadeau van de bazen maar iets wat we zelf betalen via de sociale zekerheid. De gemeenschap moet dringend controle krijgen op de volledige farmaceutische sector zodat we de grootschalige vaccinatiecampagne kunnen plannen. De sector moet in publieke handen komen!”

  • Coronavirus maakt al aangetaste onderwijs nog zieker

    Foto: Pixabay

    Leerkrachten kunnen geen wonderen verrichten, we hebben meer middelen nodig!

    Op woensdag 11 november kwamen LSP-leden die werkzaam zijn in het onderwijs samen om de moeilijkheden te bespreken die zij op hun werkplek ondervinden, vooral in deze periode van gezondheidscrisis, en de rol die revolutionaire socialisten kunnen spelen in het onderwijs, in het bijzonder met hun vakbondswerking.

    door onze correspondenten

    Vanwege de gezondheidscrisis werd de bijeenkomst via een videoconferentie gehouden. Het bracht personeelsleden uit het onderwijs in Vlaanderen, Wallonië en Brussel samen, mensen die actief zijn in verschillende vakbondsorganisaties, in het middelbare en het hoger onderwijs.

    Eerst werd ingegaan op de gezondheidscrisis en het beheer ervan door de politieke verantwoordelijken. Daarbij stelden we vast dat er tussen maart en nu eigenlijk niets gedaan is om het onderwijs voor te bereiden op de tweede golf, die nochtans al maandenlang was aangekondigd.

    Het dragen van een mondmasker blijft de enige strategie tegen het virus. Er is geen initiatief genomen op het gebied van snelle tests, er is geen oplossing gevonden voor het openbaar vervoer, er is geen toename van de capaciteit om de fysieke afstand te waarborgen, er werd niets gedaan aan de toegenomen werkdruk als gevolg van de aanzienlijke afwezigheid van leerlingen en personeel, er is geen oplossing voor de digitale kloof die de sociale ongelijkheden versterkt. Anderzijds was er wel een stortvloed aan rondzendbrieven. De richtlijnen daarin waren vaak moeilijk toe te passen in het veld. Er waren ook verkeerd begrepen beslissingen zoals de verlenging van de herfstvakantie. Een ander vaak terugkerend probleem is dat van de infrastructuur: dat was er voor de pandemie al slecht aan toe.

    Welke rol voor syndicalisten?

    Het tweede deel van de bijeenkomst ging in op de ervaringen met onze vakbondswerking. Elke werkplek heeft natuurlijk zijn eigen bijzonderheden. Toch is er een algemene context: de neoliberale besparingsmachine en het bijhorend ideologisch offensief zorgden voor heel wat vooroordelen en ontgoocheling over vakbonden en de mogelijkheden van collectieve strijd. We horen collega’s vaak zeggen: wat voor zin heeft het om te staken? De solidariteit is ondermijnd en we bevinden ons in een individualistische samenleving, wordt dan opgemerkt. Er is echter ook een andere trend: er zijn specifieke en lokale haarden van strijd, die vaak volledig los staan van elkaar maar toch vaak dezelfde oorzaken hebben.

    Hoe kunnen we vakbondstradities opbouwen waar ze niet (meer) bestaan? Hoe kunnen we kansen grijpen waar strijd ontstaat? Hoe kunnen we een collectieve dynamiek in onze scholen creëren en de heersende individualistische en defaitistische houding tegengaan? In principe hangt het potentieel voor collectieve strijd niet af van het vakbondsapparaat, maar van concrete krachtsverhoudingen. Die opbouwen gebeurt in de eerste plaats aan de basis.

    Ondanks zwaktes, vooral op het niveau van de leiding, blijven de vakbonden een onmisbaar instrument om contacten te leggen met collega’s van andere scholen en andere sectoren, om informatie te vinden, om gebruik te maken van verworvenheden die ons in staat stellen om ons te organiseren … Met 3,5 miljoen vakbondsleden, d.w.z. meer dan 70% van de werknemers, zijn het ABVV en het ACV de enige massaorganisaties in het land.

    Uit de discussie bleek hoe belangrijk een syndicale werking is, zeker in deze periode. De gezondheidscrisis is door de werkgevers – en door sommige vakbondsleiders – gebruikt als voorwendsel om elke vorm van sociaal overleg of vakbondsactiviteit te onderdrukken. Verschillende interventies van afgevaardigden benadrukten dat vakbondswerk mogelijk blijft, zelfs in tijden van lockdown. Er werd ingegaan op eisen zoals bonussen voor telewerk, het opleggen van gezondheidsmaatregelen op de werkvloer, communicatie met het personeel via digitale middelen … Er waren initiatieven om collega’s te betrekken bij vakbondsactiviteiten: campagnes op sociale netwerken, het collectief schrijven van opiniestukken …

    Andere tussenkomsten waren gericht op het overwinnen van de verdeeldheid op de werkvloer, bijvoorbeeld tussen jonge collega’s die nog geen stabiliteit op school gevonden hebben en oudere collega’s die meer moeite hebben met het vinden van een evenwicht tussen werk en gezinsleven.

    Dergelijke collectieve discussies en het delen van zeer concrete ervaringen binnen LSP stellen ons in staat om te leren van het vallen en opstaan van collega’s. We creëren zo een collectieve dynamiek om standpunten in te nemen. Van daaruit komen we tot voorstellen op onze werkplaatsen en in de vakbonden, maar ook breder in de arbeidersbeweging, waarbij we de noodzaak van een socialistisch alternatief populariseren.

  • 17 vakbondsleden veroordeeld in Luik. Grote campagne nodig om stakingsrecht te verdedigen!

    Op 1 december organiseerde het ABVV enkele werkonderbrekingen om de veroordeling van 17 vakbondsleden wegens “kwaadwillige belemmering van het verkeer” aan te klagen. Die veroordeling is een ondubbelzinnige aanval op de vakbondsrechten en een gevaarlijk precedent voor alle sociale bewegingen.

    Terugblik op de feiten

    De veroordeling op 23 november is een aanval op het democratische recht op collectieve actie. De rechtbank van Luik heeft 17 ABVV-leden, waaronder huidig voorzitter Thierry Bodson, veroordeeld wegens deelname aan een wegblokkade in het kader van de staking van 19 oktober 2015. Deze staking gaf aanleiding tot een enorme golf van antistakingspropaganda in de gevestigde media. De 17 werden veroordeeld tot gevangenisstraffen met uitstel en relatief zware boetes. Ze werden veroordeeld wegens “kwaadwillige belemmering van het verkeer.” Andere aanklachten werden ingetrokken.

    Het ziekenhuis CHC Hermalle diende meteen na de staking klacht in wegens doodslag. Een Deense toerist had een operatie niet overleefd. Het ziekenhuis schreef dit toe aan de wegblokkade waardoor een dokter niet tijdig in het ziekenhuis geraakte. Dat het ziekenhuis niet in een opgevorderde dienstverlening had voorzien, werd niet in de discussie aangebracht. Dat de prestatiegeneeskunde het inzetten van een andere dokter verhinderde was ook geen punt (en in het weinig waarschijnlijk geval dat er geen enkele andere dokter in de regio was die de ingreep kon doen, werd dit schrijnende tekort in de gezondheidszorg ook al niet uitgespit). Dat er op die plaats dagelijks verkeersopstoppingen zijn, of er nu een staking is of niet, werd evenmin aangehaald. Er waren daar dagelijks files door een bouwwerf van het ziekenhuis. Op 19 oktober 2015 ontdekten de stakers overigens dat er voor die bouwwerf Indische arbeiders werden ingezet die in containers op de werf woonden en uitgebuit werden.

    De aanklacht wegens verantwoordelijkheid voor dit overlijden werd geseponeerd. De aanklacht rond beschadiging van het wegdek werd eveneens niet weerhouden. Uiteindelijk bleef enkel de wegblokkade zelf over. Aanwezigheid op deze wegblokkade volstond voor een veroordeling wegens ‘kwaadwillige belemmering van het verkeer’. Het is dezelfde basis waarop Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt eerder werd veroordeeld naar aanleiding van een staking in 2016. Klassenjustitie kent geen taalkundige grenzen in het veroordelen van syndicalisten…

    Verontrustende ontwikkeling

    In 1997 hadden vakbondsmilitanten van de Forges de Clabecq ook een snelweg geblokkeerd, beelden die inmiddels symbool staan voor strijdsyndicalisme. De rechtbank van Nijvel oordeelde dat de betoging deel uitmaakte van de uitoefening van het stakingsrecht.

    Sindsdien is er een duidelijk evolutie van de rechtspraak, vooral na de buitengewone beweging van het najaar van 2014. In die beweging toonde de arbeidersbeweging haar kracht. Dit actieplan verliep in drie fasen die telkens opbouwden naar de volgende stap. Er was de grootste vakbondsbetoging sinds 1986, gevolgd door provinciale stakingen die opbouwden naar de nationale algemene staking van 15 december waarmee het land werd platgelegd. De bazen waren net zo bang als de werkenden enthousiast waren. De vakbondsleiders besloten echter om niet meteen een tweede actieplan te lanceren om de regering ten val te brengen. Hierdoor kon deze regering overeind klauteren .

    De bazen en hun politieke vertegenwoordigers hadden een les geleerd. Sindsdien is het veel gebruikelijker om gerechtelijke stappen te ondernemen om het stakingsrecht aan banden te leggen. Nu lekte in La Dernière Heure uit dat de Franstalige liberalen van MR werken aan een wetsvoorstel dat het stakingsrecht moet ‘omkaderen’. Daarin zouden blokkades niet langer toegestaan worden. Als het van de liberalen en de bazen afhangt, komt er ook rechtspersoonlijkheid voor de vakbonden. Dat is een oude eis van rechts en extreemrechts die erop gericht is om vakbonden zelf te kunnen veroordelen voor elke hinder als gevolg van een staking. Anders gezegd: staken mag enkel nog als niemand er iets van merkt.

    Antwoord nodig dat aangepast is aan de inzet

    De werkonderbrekingen van het ABVV op 1 december waren het eerste algemene ordewoord sinds het begin van de pandemie. Er waren nochtans aanleidingen genoeg, onder meer rond de gezondheidsmaatregelen op de werkplekken of het eenmaken van strijd tegen bazen die de gezondheidsvoorschriften niet of laks naleefden. Denk maar aan AB Inbev waar een tiental dagen moest gestaakt worden om nieuwe maatregelen te nemen nadat meer dan tien arbeiders besmet waren geraakt. De nationale betoging van de militante actiegroep ‘De Zorg in Actie’ op 13 september werd evenmin aangegrepen voor een nationale mobilisatie door de vakbonden. Nochtans moet amper iemand nog overtuigd worden van de relevantie van de eisen van het zorgpersoneel.

    De nieuwe aanval op het stakingsrecht mag niet zomaar passeren. Het gaat niet enkel om deze ene veroordeling, maar om het recht op collectieve actie van ons allemaal. Een ernstige nationale campagne tegen deze politieke veroordeling is nodig. Het recht op collectieve actie zullen we niet behouden door er enkel over te spreken of te schrijven op sociale media: we moeten gebruik maken van onze rechten om ze te behouden. Om bredere lagen van de werkenden mee in actie te krijgen, moeten de komende acties goed voorbereid en opgebouwd worden. Een informatiecampagne gericht op mobilisaties, inclusief stakingen, mag niet op zich laten wachten.

    Er is een nieuwe actiedag op 10 december, de internationale dag van de mensenrechten. Op die dag zal het ABVV beroep indienen tegen de veroordeling en komen er verschillende acties tegen de aanval op het stakingsrecht. Dat kan een goed startpunt zijn voor een informatiecampagne die opbouwt naar breed gedragen acties van de volledige arbeidersbeweging.

    Het zijn onzekere tijden, maar één ding weten we al: de bazen en hun politieke marionetten zullen proberen ons de kosten van de gezondheidscrisis en de economische crisis te laten dragen. Het verdedigen van ons stakingsrecht is een absolute prioriteit en dit zal niet gebeuren met symbolische acties alleen.

  • Zorgsector: Regering slaat en zalft tegelijk

    Spandoekactie vorige week. Foto: Zorg in Actie.

    Frank Vandenbroucke (SP.a, federaal Minister van Volksgezondheid) en Ben Weyts (N-VA, Vlaams Minister van Onderwijs) mogen dan weinig gemeen hebben, ze passen wel dezelfde methode toe: slaan én zalven. Ben Weyts wil dat de vakbonden een gemakkelijker ontslag van leerkrachten pikken in ruil voor een snellere benoeming (die onmiddellijk een pak minder waard is in termen van jobzekerheid). Frank Vandenbroucke wil dat het zorgpersoneel de nieuwe wet i.v.m. delegatie van verpleegkundige taken slikt in ruil voor een extra premie (die slechts eenmalig is). Beiden tonen zo dat ze geen verandering zullen brengen in de rampzalige situatie waarin de werkenden zich bevinden in die twee cruciale diensten.

    door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Wat eist het zorgpersoneel? De betoging van 13 september georganiseerd door het collectief Santé en Lutte/Zorg in actie, dat ondanks het hoge niveau van besmettingen en beperkende maatregelen duizenden zorgwerkers mobiliseerde, eiste een publieke herfinanciering van de sector voor meer personeel, betere lonen en een kwaliteitsvolle dienst die voor iedereen toegankelijk is. Ze moesten een poging om hun betoging te verbieden keren door via een open brief ondertekend door ruim duizend zorgwerkers beroep te doen op de publieke opinie en kregen tijdens de betoging te maken met politierepressie.

    Nu stapelt Frank Vandenbroucke een belediging bovenop de eerder toegebrachte wonden: het zorgpersoneel krijgt dan wel een eenmalige premie, maar de fundamentele verandering die nodig is om te voorkomen dat we in een volgende golf  opnieuw bovenmenselijke inspanningen van hen moeten vragen, en hen opnieuw voor de onmenselijke keuze moeten plaatsen van wie al dan niet verzorgd kan worden, zal duidelijk niet van deze regering komen. Het personeel moet zich tevreden stellen met zoethouders die niet worden gevraagd, terwijl hun eisen niet worden ingewilligd.

    De wet rond de delegatie van verpleegkundige taken is niet alleen een belediging voor de verpleegkundigen, het is een cadeau aan het patronaat in de sector om het personeel nog meer uit te persen dan voordien al het geval was en tegelijk de kwaliteit van de zorg af te bouwen. De Facebookpagina de Weerbare Verpleeg- en Zorgkundigen noemt de wet dan ook terecht een pestwet. Het pamflet van Santé en Lutte van 12 november stelt vast: “in onze rangen groeit een legitieme opstand”.

    Een tweede golf van strijd organiseren!

    Bij het ter perse gaan van deze krant vinden de eerste acties al plaats, en dat is meer dan nodig! De pandemie heeft voor brede lagen van de bevolking duidelijk gemaakt wat het personeel al langer wist: dat de winstlogica en, daarmee verbonden, de besparingslogica niet kan werken in de zorg. Al jaren regent het getuigenissen van zorgwerkers dat de kwaliteit van de zorg onder vuur ligt door een te lage personeelsbezetting. Al lang voor de pandemie lag het risico op mentale uitputting en burn-out zeer hoog voor het zorgpersoneel. Niet moeilijk als men weet dat een verpleegkundige in België gemiddeld 10 zieken verzorgt, terwijl dat in landen als Noorwegen slechts 5 patiënten is. Het is niet met één extra personeelslid per dienst, het enige dat op vlak van extra personeel nu al is toegezegd, dat de situatie houdbaar zal worden.

    De regering heeft het duidelijk niet zo begrepen. Er is extra geld naar de zorg gegaan, maar niet voor een herfinanciering en om een einde te maken aan de commerciële principes die in de laatste decennia de sector hebben gedomineerd, in de private zowel als in de publieke sector. De extra middelen zijn er gekomen om wat gaten te stoppen en – vooral! – om “de legitieme opstand” onder het personeel te stoppen.

    Als we een gezondheidszorg willen die kan functioneren zonder ongeschoolde en onbetaalde vrijwilligers, zonder dat covid-positief getest personeel toch moet werken en de zware mentale last dragen van het risico zeer kwetsbare patiënten te besmetten, zonder dat verpleegkundige taken moeten worden uitgevoerd door personeel dat daarvoor niet de nodige beroepskennis heeft, zal een tweede vlaag van verzet absoluut noodzakelijk zijn.

    Op 11 december houdt Santé en Lutte een bijeenkomst aan de Wetstraat, waartoe we onze lezers warm oproepen. Een nieuwe Grote Betoging en het uitwerken van een syndicaal actieplan in de sector moeten volgende stappen zijn om de pestwet in te trekken en op de echte eisen van het personeel in te gaan.

  • Maak van Bpost terug een openbare dienst, met goede lonen en dienstverlening

    De afgelopen jaren werd Bpost meermaals afgeschreven: het internet zou een einde maken aan briefwisseling. Het aantal brieven daalde effectief fors. De Post, ondertussen omgevormd tot het ‘autonoom overheidsbedrijf’ Bpost dat deels in private handen is en dus volledig onder de private winstlogica valt, werd eveneens fors afgebouwd. Op 20 jaar tijd verdwenen de helft van de postkantoren. Op 30 jaar tijd verminderde het personeelsbestand met 40%. Dat is één van de grootste sociale bloedbaden in ons land de afgelopen decennia.

    Het overgebleven personeel werkt aan lage lonen. Het gaat om uurlonen die bij de laagste van het land behoren: amper meer dan 10 euro per uur. Bij vacatures voor postbodes op dit ogenblik is er sprake van een uurloon van ongeveer 11,5 euro. Dat levert bij voltijdse tewerkstelling een maandloon op van net boven de 1500 euro. Het werk zelf is bijzonder zwaar: na jaren van berekenen en aanpassen van bezorgroutes, is er geen tijd meer voor een praatje aan de deur. Starters slagen er niet in om de ronde binnen de vooropgestelde tijd af te werken. Bij de bezorging van pakjes is het al niet beter.

    De ‘markt’ van de pakjes wordt niet alleen door Bpost bediend. Er zijn tal van andere bedrijven actief, waar de lonen vaak nog slechter zijn. Bij PostNL in Nederland begint een postbezorger aan 10,17 euro per uur. Ook andere functies starten zelden aan een loon dat nog maar in de buurt komt van 14 euro (bruto!) per uur. Het liberaliseren van de pakjesmarkt maakt dat er een neerwaartse druk op de lonen is, terwijl de bezorging niet efficiënt wordt gepland: auto’s  van elk bedrijf trekken elk afzonderlijk door onze straten.

    Er zijn winnaars bij de pakjestoename. Die vinden we niet bij het personeel, dat hard moet werken voor een laag loon. Binnenkort komt daar bovendien zondagwerk bovenop. De vakbondsleiders stemmen daarmee in, onder meer omdat er vanwege de lage lonen wel wat interesse is in beter betaald zondagswerk. De winnaars moeten niet bij de gebruikers gezocht worden: zij moeten vanaf 1 januari opnieuw fors meer betalen voor verzendingen: een non-priorzegel wordt 10% duurder. Wie wint wel? De grote aandeelhouders van Bpost. De afgelopen jaren realiseerde de voormalige aandeelhouder CVC op 8 jaar tijd een rendement van 300%. Er is reeds bijna een miljard euro uit het bedrijf verdwenen als opbrengst voor de private aandeelhouders. De toevloed van pakjes op dit ogenblik leidt tot een grotere omzet: in het derde kwartaal ging het om 973 miljoen euro, of 10% meer dan een jaar voordien. De winst steeg met 81% tot 65,1 miljoen euro, terwijl ‘slechts’ 18,4% winstgroei werd verwacht. Voor heel het jaar wordt een winst van “minstens 270 miljoen euro” verwacht, aldus CEO Van Avermaet.

    Wie denkt dat een liberalisering leidt tot lagere prijzen, moet zijn energiefactuur maar eens vergelijken met die van 20 jaar geleden. Of eens de trein nemen in Groot-Brittannië… Neen, liberaliseren en privatiseren zorgt voor hogere prijzen en minder dienstverlening, waarbij bovendien het personeel wordt uitgemolken als moderne slaven.

    De gezondheidscrisis bevestigt het belang van een postdienst, zowel voor brieven als pakjes. De daling van het briefvolume is minder groot dan verwacht. De aanhoudende prijsstijgingen kunnen daar uiteraard wel verandering in brengen. Er is meer personeel nodig om de pieken in de pakjesbezorging te kunnen opvangen: een dienst die op zijn tandvlees zit, kan geen extra inspanning doen. Dit personeel moet bovendien aan betere voorwaarden werken: haalbare werkdruk en betere lonen, te beginnen met een algemene verhoging van alle laagste lonen tot 14 euro per uur.

    Het wordt tijd om Bpost opnieuw in publieke handen te brengen. Een ‘gemengde’ structuur is een illusie: zodra de private sector een voet tussen de deur heeft, gelden enkel nog de private winstprincipes. In plaats van honderden miljoenen aan private aandeelhouders cadeau te doen, moeten deze middelen geïnvesteerd worden in betere dienstverlening en betere lonen. Waarop wachten de vakbonden bij Bpost om de brede solidariteit die er nu is met het hardwerkende postpersoneel aan te grijpen om een offensieve campagne op te starten om Bpost in publieke handen te nemen met opnieuw een uitbouw van het netwerk van kantoren, een forse aanwervingscampagne en degelijke arbeidsvoorwaarden (te beginnen met een minimumloon van 14 euro per uur).

  • “Veiligheid krijg je enkel door druk van onderuit”

    Foto: Wikimedia Commons

    Interview met een vakbondsafgevaardigde van BASF Antwerpen

    De chemische sector werd al snel als ‘essentiële sector’ beschouwd door de regering en het patronaat. Vanuit het standpunt van de werkenden en hun gezinnen is dat slechts gedeeltelijk het geval. Voor de bazen telt echter enkel de winstgarantie voor de aandeelhouders. We spraken met een vakbondsafgevaardigde van BASF Antwerpen over de situatie daar.

    Interview door Alex

    Welke discussies en strijd vonden plaats bij BASF Antwerpen als gevolg van Covid?

    “De uitdagingen voor de vakbondsafgevaardigden om een veilige werkomgeving te creëren waren het grootst tijdens de eerste Covid-golf in het voorjaar. Toen waren de exacte gevaren grotendeels onbekend en waren er wekenlang geen mondmaskers ter beschikking. Het kwam er ook op aan om te vermijden dat de werknemers de dupe zouden worden van de sanitaire maatregelen.”

    “Eerst en vooral hebben we vanuit de vakbonden gesteld dat enkel het essentieel personeel aanwezig moet zijn op de site. En dat onderhoudswerkzaamheden zouden beperkt worden tot wat noodzakelijk is om de veiligheid te garanderen. Thuiswerk werd quasi volledig verplicht voor bedienden en kaderpersoneel. Voor productiemedewerkers en techniekers – die hun job niet van thuis uit kunnen uitvoeren – verliep de discussie heel wat moeilijker.”

    “Eén van de voornaamste twistpunten is ontstaan over de zogenaamde “stand-by” regeling. We wilden de productie-installaties continu door een minimumbezetting laten runnen. Dat is het aantal operatoren en techniekers minimaal nodig om de veiligheid te kunnen garanderen. De baas trachtte de arbeiders die in “overtal” waren, thuis te zetten door hen in eerste instantie gepland verlof en recuperatiedagen te laten opnemen. Slechts in tweede instantie kon er gebruik gemaakt worden van de “stand-by” regeling. Dit houdt in dat de werknemer betaald (door de werkgever) thuis blijft, maar wel onmiddellijk opgeroepen kan worden indien er een collega uit zijn/haar ploeg ziek uitvalt.”

    “In verschillende afdelingen leidde dit tot heel wat ongenoegen: degenen die dagelijks coronabesmettingsgevaar lopen door de productie draaiende te houden, zouden hun verlof moeten opsouperen om het besmettingsrisico te doen verminderen. Met druk van de werkvloer werd de “stand-by” regeling op meerdere afdelingen veralgemeend doorgevoerd. De directie is ideologisch erg gekant tegen deze regeling omdat ze niet wil dat mensen “betaald worden om niets te doen”. We werden door hen als profiteurs afgeschilderd. Terwijl wij hún winsten garandeerden, terwijl zij veilig van thuis uit konden werken.”

    “Veel van de onderhoudswerkzaamheden die dagelijks plaatsvinden aan de productie-installaties gebeuren door werknemers van contractorfirma’s. Om de aanwezigheid van deze zogenaamde “contractoren” tot een minimum te beperken, werden geplande werken uitgesteld. Al waren hiervoor soms ook prikacties van de vloer nodig. Zo weigerden productiemedewerkers op een gegeven moment nog arbeidsvergunningen (toelatingen van BASF uit om werkzaamheden te verrichten) te verschaffen aan de verantwoordelijken van de contractorfirma’s.”

    “Vanaf 4 mei beschikte BASF over een voldoende voorraad chirurgische mondmaskers om elke dag twee exemplaren per medewerker te voorzien. Dit terwijl er in de zorg nog altijd een groot tekort aan maskers was. Thuiswerk en de “stand-by”-regeling werd afgebouwd, werken door contractoren terug aangevat. Het chirurgisch mondmasker werd de hoeksteen van het sanitaire beleid, naast tientallen andere maatregelen waarop we met de vakbonden hadden aangedrongen om de werkvloer veiliger te maken.”

    “Door de inspanningen die de werknemers dagelijks leveren om alle richtlijnen nauwgezet te volgen, o.a. door het dragen van het mondmasker gedurende de volledige werkdag, blijven de besmettingen op de werkvloer beperkt tot een minimum.”

    “We hebben echter een sterk vermoeden dat de realiteit voor de contractorfirma’s heel anders is. Hun jobs zijn vaak veel fysieker van aard, waardoor het dragen van een mondmasker een grotere last vormt. Ook onderling afstand houden is moeilijker voor hen. Vakbonden zijn in deze bedrijven minder sterk aanwezig of zijn zelfs onbestaande. Als vakbondsafgevaardigden van BASF hebben we bovendien minder mogelijkheden om een zicht te krijgen op het aantal besmettingen onder contractorwerknemers. Er bestaan cijfers, maar of deze betrouwbaar zijn…”

    “Wat ook nog het vermelden waard is, is de dubbele standaard die gehanteerd wordt wat betreft het uitvoeren van Covid-testen. Enerzijds, wanneer iemand in een team besmet is, moeten we vaak hemel en aarde bewegen om zijn/haar directe collega’s te laten testen op de Medische Dienst van BASF. Voor de directie blijven besmettingen die plaatsvinden op de werkvloer immers beter onder de radar. Dat is slecht voor het imago en kan voor onrust zorgen. Anderzijds worden mensen die in thuisquarantaine geplaatst worden onder druk gezet door de baas om zich te komen laten testen (en dus hun quarantaine te verbreken). Van twee maten en twee gewichten gesproken.”

    Welke rol speelde de ABVV-delegatie? Wat waren hun tactieken?

    “Veel sanitaire maatregelen werden in overleg – weliswaar soms na hevige discussies – met de werkgever bekomen. We brachten veel problemen vanuit de praktijk, gesignaleerd door leden en militanten, op de tafel van het overleg. De bazen hebben immers vaak geen idee welke maatregelen noodzakelijk én werkbaar zijn.”

    “Wat betreft de “stand-by” regeling hebben we als vakbondsafgevaardigden de discussie op de werkvloer op gang gebracht en hebben we geprobeerd – over de ploegen en afdelingen heen – eenheid aan de basis te creëren. Zo brachten we militanten op andere afdelingen op de hoogte wanneer er ergens stappen vooruit werden gezet.”

    Waren er verschillen in aanpak tussen de verschillende vakbondsdelegaties?

    “Zeker. Het ABVV heeft een heel stuk korter op de bal gespeeld. Neem bijvoorbeeld de aanpak betreffende de niet-veiligheidsrelevante werkzaamheden. De andere vakbondsdelegaties hebben hier amper op gereageerd. Ook legden ze zich in de feiten neer bij de patronale visie op de “stand-by” regeling.”

    “Daarnaast brachten we veel meer dan de anderen de verzuchtingen van de vloer aan op de overlegmomenten. We hebben ook verscheidene malen gecommuniceerd naar de achterban via e-mail en affiches over onze kritieken op het coronabeleid van de directie.”

    Wat verwacht je van de sociale verkiezingen? Welke invloed zal COVID hebben?

    “Historisch gezien is ACV de grootste in ons bedrijf – tegen de 50% – , met het ABVV rond de 30% en het ACLVB ongeveer 20%. Deze laatste is de laatste jaren aan een opmars bezig. Een groei die zeker ook gedreven wordt door maatschappelijke factoren zoals het “collectief” dat in de hoofden van velen moet inboeten voor de “individualisering”.

    “Ondanks de moeilijkheden om in de huidige context fysiek campagne te voeren, kunnen we wel stellen dat er bij het ABVV een verjonging aan het plaatsvinden is. Dit is bij de overige vakbonden veel minder het geval. Het is moeilijk in te schatten hoe alle factoren zullen wegen op het verkiezingsresultaat. Het uitbouwen van een strijdbare vakbondsdelegatie, gebaseerd op een actieve basis van militanten, zal de sleutel zijn om de komende jaren sterker en groter te kunnen worden.”

  • Neem deel aan de sociale verkiezingen en stem voor strijdbare kandidaten!

    Gisteren zijn sociale verkiezingen gestart in ongeveer 7000 bedrijven. Dit zijn de verkiezingen in ons land met het grootste aantal kandidaten. In 2016 waren er 132.750 kandidaten. De vertegenwoordigers van de werkenden in de Ondernemingsraad en het Comité Preventie en Bescherming op het werk worden verkozen.

    Normaal vonden de sociale verkiezingen in mei plaats, maar de gezondheidscrisis zorgde voor uitstel. Momenteel speelt de Covid-19 pandemie nog steeds een belangrijke rol in ons dagelijks leven en bijgevolg ook op de werkplaats. De gezondheidscrisis bevestigde het belang van strijdbare afgevaardigden van het personeel. De bazen beweerden wel dat ze alle coronamaatregelen nakwamen, maar in veel bedrijven is er daar bijna dagelijks discussie over. Inspectiediensten klagen over een tekort aan personeel voor de nodige controles. Waar wel gecontroleerd werd, blijkt dat twee derden van de bedrijven de coronamaatregelen verwaarlozen. Neen, de gezondheid van onszelf en onze collega’s kunnen we niet aan de bazen overlaten!

    Daarnaast zijn er nog tal van kwesties waarmee we de bazen niet kunnen vertrouwen. Laten we hen eenzijdig bepalen onder welke voorwaarden telewerk wordt georganiseerd? Aanvaarden we dat de crisis wordt aangegrepen om tot collectieve afdankingen en sluitingen over te gaan? Op momenten dat het moeilijk gaat, weet je op wie je kan vertrouwen. Dat zagen we in het algemeen tijdens de gezondheidscrisis: het waren de gewone werkenden die alles deden draaien.

    We weten dat we samen sterker staan om betere arbeidsvoorwaarden en lonen te bekomen. Sociale verkiezingen zijn belangrijk om een krachtsverhouding uit te bouwen. Deelname aan de verkiezingen toont dat deze gedragen worden. Mogelijk wordt voor het eerst gevraagd om per brief of digitaal te stemmen. Dat kan de drempel verhogen: op de werkplaats is er onder collega’s informeel contact en is het gemakkelijker om iedereen te overtuigen om te stemmen. Op werkplaatsen waar er veel telewerk is, zal de opkomst wellicht lager liggen. Toch is het belangrijk om gebruik te maken van de sociale verkiezingen om de kracht van ons aantal te tonen. Daarom deze oproep: neem deel aan de stemming!

    De keuze voor strijdbare kandidaten is eveneens belangrijk. Om de arbeids- en loonvoorwaarden te verbeteren en om patronale aanvallen (door werkgevers en/of regeringen) te stoppen, moeten we sterk staan en indien nodig tot actie overgaan. Dat is hoe al onze sociale verworvenheden zijn bekomen. Van de 8-urendag tot het betaald verlof en de bescherming van werkenden met de sociale zekerheid. Een strijdbare benadering is nodig om deze verworvenheden te beschermen en er nieuwe af te dwingen. Dit kan het beste op basis van een zo groot mogelijke betrokkenheid van collega’s: regelmatig informeren en bijeenbrengen van het personeel, uitbouw van een actieve groep militanten, … Dit kan waar mogelijk in samenwerking met andere vakbonden, of door druk te zetten door hen uit te nodigen tot samenwerking rond concrete eisen.

    Leden van LSP die kandidaat zijn bij deze sociale verkiezingen koppelen dit alles aan de noodzaak van maatschappijverandering. Tegen de achtergrond van een kapitalisme in crisis krijgt elke syndicale strijd al gauw een politiek karakter. Onze eisen en noden botsen immers op de beperkingen van het kapitalisme.

    Laat de sociale verkiezingen een gelegenheid zijn om meer strijdbare syndicale militanten te verkiezen. Om waar mogelijk personeelsvergaderingen te houden over hoe besparingen en ontslagen te bestrijden. Sterkere strijdbare delegaties zijn een krachtig signaal aan het management en leggen de basis voor een steviger verzet tegen de besparingen en aanvallen op onze levensstandaard in het algemeen.

  • Scholen terug open. “Een collega ging onderuit door angst”

    We spraken voor de lange herfstvakantie met Stefanie, vakbondsafgevaardigde van FGTB Setca in het vrije onderwijs in Henegouwen en kandidaat bij de sociale verkiezingen. Op het ogenblik van het gesprek was naar schatting een kwart van de leerkrachten in het basis- en middelbaar onderwijs ziek of in quarantaine. We hadden het over les geven in corona-tijden.

    “We hebben gel en maskers. De directie vindt dat genoeg. Eén van mijn collega’s ging onderuit door de angst. De gangen zijn niet geventileerd en terwijl de meeste gebouwen ramen hebben die open kunnen, zijn ze ofwel met het gezicht naar de binnenplaats ofwel naar de straat gericht, zodat er veel lawaai is. Als je sommige klassen binnengaat, heb je het gevoel een sauna te betreden omdat het er warm en vochtig is.”

    “De werklast neemt toe omdat een aantal collega’s en leerlingen in quarantaine zit of ziek uitvalt. Dit maakt dat er meer individuele begeleiding van leerlingen nodig is. De klassen veranderen dag na dag. Aangezien er collega’s uitvallen, worden we gevraagd om in te springen, lessen te begeleiden … We moeten meer werken dan gewoonlijk en dan wordt het moeilijk om genoeg aandacht te hebben voor gezondheidsmaatregelen. Er is een constante druk en dat weegt door.”

    “Het is hypocriet dat de dienst voor de promotie van gezondheid op school, PSE in het Frans, het personeel eraan herinnert om de gezondheidsmaatregelen te respecteren en fysieke afstand te bewaren. De werkomstandigheden laten dit immers niet toe, zowel in de klassen als bijvoorbeeld in de lerarenkamers die doorgaans erg klein zijn. We kunnen elders eten, bijvoorbeeld in een lege klas, maar die lokalen zijn niet voorzien met bijvoorbeeld een koelkast of microgolfoven. Uiteindelijk werken we in een risicovolle omgeving en de besmettings- en quarantainecijfers illustreren dit ruimschoots. Zelf moest ik me aanmelden voor een Covid-test, maar het duurde enkele dagen vooraleer die test kon afgenomen worden en daarna nog eens 72 uur om het resultaat te kennen. Zo heeft het virus veel tijd om rond te gaan! De directie vraagt mensen die in quarantaine moeten om van thuis te werken, terwijl ze daar vaak ook voor eigen kinderen moeten zorgen.”

    “Er zijn gratis wegwerpmaskers nodig voor de leerlingen en de leerkrachten zodat iedereen vaak genoeg een nieuw masker opzet. Er is meer personeel nodig om het extra werk in de klaslokalen op te vangen en de afwezige leerlingen te begeleiden.”

    “De al lang bestaande problemen door de aftandse infrastructuur spelen nu uiteraard een grote rol. Nog niet lang geleden hadden we leerlingen die in de kelder moesten eten. Het is eigenlijk een half ondergrondse verdieping, maar wij noemen het de kelder. Dat kon niet langer omdat er ratten zaten… Resultaat: de eetzalen zitten terug vol. Je moet maar een bank binnenstappen om te zien waar de prioriteiten in deze maatschappij liggen. Er zijn glanzende bankgebouwen terwijl de scholen vervallen zijn. Jongeren en personeelsleden, zowel leerkrachten als andere collega’s, verdienen scholen die er minstens even goed uitzien als de banken vandaag…”

  • Is het minimumpensioen van 1.500 euro effectief gerealiseerd?

    Het ABVV en veel werkenden eisen al jaren een minimumpensioen 1500 euro netto per maand. Die eis is zo sterk gedragen dat heel wat politici en partijen een standpunt moesten innemen. Zelfs het Vlaams Belang sprak erover in haar verkiezingsprogramma. De nieuwe regering kondigde aan dat het de minimumpensioenen effectief zal optrekken.

    door Julien (Brussel)

    Het regeerakkoord voorziet 2 miljard euro om de minimumpensioenen op te trekken tot 1500 euro per maand. Het wordt echter gekoppeld aan de vereiste van een loopbaan van 45 jaar. Tegelijk wordt het vervroegd pensioen voor zware beroepen van tafel geveegd.

    Een netto minimumpensioen van 1500 euro per maand, los van de duur van de loopbaan, is effectief een minimum om waardig te kunnen leven. Er is geen duur adviesbureau nodig om dat te weten, één blik op de tarieven van woonzorgcentra maakt duidelijk dat 1500 euro per maand zelfs niet volstaat. Vandaag zijn de pensioenen erg laag: gemiddeld 810 euro voor vrouwen en 1.245 euro voor mannen. Helaas geldt de beloofde verhoging niet voor iedereen en blijven er veel onzekerheden.

    Slechts een kwart van de werkenden voldoet aan de gestelde loopbaanvereiste, onder vrouwen is dat slechts 20%.(1) Economische instabiliteit maakt een volledige loopbaan moeilijker. Het gebrek aan openbare dienstverlening maakt dat veel vrouwen hun loopbaan onderbreken om voor kinderen of oudere familieleden te zorgen.

    De beloofde verhoging is erg beperkt: de regering wil 1500 euro netto realiseren tegen 2030… De PVDA berekende dat het Vivaldi-pensioen rekening houdende met de inflatie een gepensioneerde met 40 jaar dienst slechts 75 euro per maand extra zal opleveren. De financiering van de belofte tegen 2030 blijft bovendien vaag. Er blijft dus veel onzekerheid.

    Het wordt al eens vergeten, maar het was door massaal protest dat de regering-Michel op het voorstel van een pensioen met punten moest terugkomen en beloofde om een regeling rond zware beroepen uit te werken. Op 16 mei 2018 trok een betoging met bijna 100.000 deelnemers door Brussel hetgeen het spook van een nieuwe uitgave van het syndicale actieplan van 2014 deed opleven. Er was bovendien een brede steun: 80% van de Belgen was voorstander van een degelijk pensioen van minstens 1500 euro netto. De twee ‘pensioenkranten’ van de vakbonden speelden een belangrijke rol bij het informeren van de collega’s en het ontwikkelen van argumenten. Hiermee dwongen we de regering-Michel tot toegevingen.

    Het centrale argument dat telkens gebruikt wordt, is dat 1500 euro netto voor iedereen lovenswaardig maar onbetaalbaar is. Er wordt aan toegevoegd dat de levensverwachting toeneemt en het percentage werkenden onvoldoende is. Is er geen geld? Vorig jaar telde ons land 132.000 dollarmiljonairs (een stijging met 8,5% op één jaar) met een gecumuleerd vermogen van naar schatting 332 miljard dollar. Velen van hen werden veel rijker tijdens de coronacrisis. In de selecte club rijken is er dan nog het kransje van superrijken: ons land telt net geen 30 miljardairsfamilies.

    De werkenden doen alles draaien, maar veel van hen worden tot armoede veroordeeld na hun pensioen. Om daar verandering in te brengen, is strijd nodig. De pensioenstrijd van 2018 toonde hoe dit kan. Waarop wordt gewacht om daar een vervolg aan te geven zodat 1.500 euro wel degelijk 1.500 euro netto is voor iedereen en dit niet binnen tien jaar maar nu!

     

     

    (1) https://trends.levif.be/economie/politique-economique/voici-ce-que-contient-l-accord-de-la-vivaldi-sur-les-pensions/article-normal-1338711.html

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop