Category: Op de werkvloer

  • Lanxess Rubber (Zwijndrecht): arbeiders willen premie

    Bij Lanxess Rubber in Zwijndrecht werd ook vandaag opnieuw actie gevoerd door de arbeiders. Eerder waren er al prikacties en vrijdag werd een staking begonnen. Aanleiding is het uitblijven van een premie die wel werd betaald aan andere arbeiders in de Lanxess groep.

    De directie stelt dat de arbeiders van Lanxess Rubber geen recht hebben op die premie omdat in hun CAO geen variabele verloning is voorzien. Een ruime meerderheid van de arbeiders besliste hierop om tot een staking over te gaan. Na de stemming vorige donderdagavond, werd het stilleggen van de fabriek georganiseerd. Dat gebeurde tegen vrijdagmiddag.

    Dinsdag was een verzoening gepland in Sint-Niklaas. De directie en de vakbonden hebben er enkele uren gepraat, maar er kwam geen oplossing uit de bus. Bijgevolg is een nieuwe verzoeningsbijeenkomst gepland. De directie blijft bij haar standpunt en stelt dat een aantal personeelsleden in de Lanxess-groep wel een premie krijgen, maar de arbeiders in Zwijndrecht niet.

    Bij Lanxess Rubber werken een 300-tal arbeiders en evenveel bedienden. Enkel de arbeiders staken. De bedienden bij Lanxess staken niet mee, maar worden door de directie de toegang tot het bedrijf geweigerd omdat er "geen werk" is. Zij moeten zich elke morgen aanmelden en krijgen dan een briefje waarop staat dat wegens "overmacht" ze niet kunnen werken. De bediendenbonden eisen dan ook dat het loon voor deze dagen betaald wordt door Lanxess.

    Gisteren was ook de CAP aanwezig bij de stakende arbeiders van Lanxess. Hieronder vind je twee foto’s door Jan V.

  • Doofpotoperatie bij Swissair

    Het Zwitserse proces tegen de verantwoordelijken van Swissair is op een sisser uitgedraaid. Alle beklaagden werden vrijgesproken in het grootste strafproces in de Zwiterse economische geschiedenis. Het faillissement van Swissair bracht heel wat leed aan bij de voormalige werknemers van dit bedrijf. Ook Sabena werd meegesleurd in de val van Swissair. De uitverkoop en plundering van Sabena ging ten koste van het personeel dat op straat werd gezet.

    Het faillissement van Sabena leidde ertoe dat 7.500 Sabena-werknemers en 4.500 werknemers bij verschillende dochterbedrijven het slachtoffer werden van de uitverkoop door de regering en het leegzuigen van Sabena door Swissair. Dit was de realiteit van de wereldwijde liberalisering van het luchtvaartverkeer. Swissair heeft naar schatting 650 miljoen euro uit Sabena weg gehaald. Dat cijfer is mogelijk nog een onderschatting, bij het faillissement zelf werd gesproken over 35 miljard Belgische franken (bijna 900 miljoen euro).

    Sabena werd destijds door de regering te koop aangeboden. Op verschillende momenten heeft Verhofstadt rechtstreeks met Swissair onderhandeld, zo engageerde hij het land om geen gerechtelijke stappen te ondernemen tegen Swissair (dat gebeurde in het zogenaamde Hotelakkoord). De luchtvaart moest nu eenmaal geliberaliseerd worden en daartoe moest Sabena te koop worden aangeboden. Swissair maakte er handig gebruik van om Sabena leeg te persen. De prijs daarvoor werd uiteindelijk betaald door de gemeenschap en door de arbeiders van Sabena en dochterondernemingen.

    De verantwoordelijken van Swissair, onder wie de vroegere topman Mario Corti, werden nu voor een Zwitserse rechtbank vrijgesproken voor hun rol in het faillissement. De bestuurders werden beticht van slecht bestuur en misbruik van hun positie. De toplui werden echter niet veroordeeld, ze werden vrijgesproken en kregen er zelf een ruime schadevergoeding bovenop. Zo krijgt de voormalige topman Corti 375.000 euro schadevergoeding! Bij het faillissement van Swissair in oktober 2001 was er een schuldenberg van zowat 10 miljard euro.

    Zelfs de curator van Sabena, Christian Van Buggenhout, moet nu stellen: "De Zwitserse justitie heeft uit vrees voor schandalen alles onder de mat geveegd. Dit is een farce." De curator voegde er aan toe dat er nog een burgerlijk proces komt in België waarbij 2 miljard euro schadevergoeding wordt geëist van Swissair. Alleen is het onduidelijk of het gerecht in staat zal zijn om het proces af te ronden voor het intreden van de verjaring…

    Sommigen slagen er in om met alles weg te komen. Wij moeten als gewone werkmens niet proberen om een euro te weinig te betalen voor onze belastingen. De top van Swissair daarentegen komt ermee weg om Sabena (en dus de gemeenschapsmiddelen waarvoor wij allen bijdragen hebben betaald) leeg te plunderen en vervolgens niet veroordeeld te worden. Als ook het proces in België nog eens zal verjaren, is er nogmaals een schuldige medeplichtigheid van het establishment in dit land. Dat was reeds het geval met de verkoop van Sabena, maar uit die fouten zijn blijkbaar geen lessen getrokken.

  • Handen af van het stakingsrecht! Tegen de minimumdiensten bij stakingsacties

    De afgelopen dagen was er opnieuw veel te doen rond het idee van minimumdiensten bij stakingen van onder meer het openbaar vervoer. Zo werd het idee gelanceerd door de BTTB (Bond van Trein, Tram en Busgebruikers) dat een staking wel mag, maar dat alle lijnen moeten blijven rijden. Het verschil met een stakingsverbod wordt daarmee steeds kleiner.

    Natuurlijk veroorzaakt een staking problemen, dat is nogal evident. Het aanbieden van openbare diensten zoals publiek transport is immers een bijzonder nuttig en belangrijk gegeven voor velen. Het is niet praktisch indien er geen treinen of bussen rijden. Maar hoe zit het dan met het personeel in die sectoren? Hebben zij geen recht om actie te voeren en ervoor op te komen dat ze met voldoende personeel zijn en in veilige omstandigheden kunnen werken? Is dat ook niet in ons belang trouwens?

    Dat soort redeneringen wordt vandaag niet naar voor gebracht in discussies rond het stakingsrecht. Er werd zelfs een CAO goedgekeurd waarin werd overeengekomen dat er bij wilde acties toch zal worden voorzien in de diensten van de avondspits voor schoolkinderen. Met andere woorden een minimumdienst naar Frans voorbeeld. Ook werd in de CAO bepaald dat de vakbonden zich engageren om geen wilde acties te voeren. Spontane acties bij plotse problemen worden hiermee moeilijker.

    Voor de BTTB gaat dit niet ver genoeg, de organisatie wil dat er bij elke staking van het openbaar vervoer een “minimumdienstverlening” wordt voorzien. “Zowel bij De Lijn, NMBS als MIVB moeten bij een staking alle lijnen blijven rijden”, stelt de BTTB. Er mag met andere woorden wel gestaakt worden, maar niemand mag het echt voelen… Zeg dan direct dat er niet mag gestaakt worden!

    Beperkingen van het stakingsrecht worden nu geregeld positief voorgesteld. We moeten daar tegen in gaan en duidelijk maken dat stakingen niet zomaar plaatsvinden. Arbeiders verkiezen niet zomaar om een dag loon te verliezen in ruil voor een lagere stakersvergoeding. Staken is veelal een laatste actiemiddel om te protesteren. Bij het openbaar vervoer zijn er heel wat bekommernissen die tot uiting komen: de veiligheid op de bussen (met een positief initiatief om op een heel beperkt aantal lijnen effectief een tweede personeelslid te plaatsen), de druk op het personeel inzake lonen en arbeidscondities, de dreiging van het uitbesteden van lijnen,… Dat zijn bekommernissen die ook voor de gebruikers van belang zijn.

    Net zoals bij De Post heeft ook het personeel van het openbaar vervoer vaak een sociale functie en ondermijnt het opdrijven van de flexibiliteit die sociale functie. Net zoals bij De Post hebben gebruikers en personeel dezelfde belangen. We moeten dan ook samen opkomen voor gratis en degelijk openbaar vervoer.

  • Sociaal bloedbad bij Opel erger dan eerst aangekondigd

    Nadat de directie de afgelopen dagen allerhande geruchten liet verspreiden en alle communicatie aan de vakbonden overliet (die dan spijtig genoeg verschillende posities innamen), wordt nu wel duidelijkheid gecreëerd. De directie komt terug op haar eerdere aankondiging dat 1.400 jobs moeten verdwijnen. Het zijn er namelijk meer: 2.200. Hierdoor zouden nog zo’n 2.400 arbeiders overblijven. De fabriek wordt dus gehalveerd.

    De onduidelijkheid over de toekomst van Opel zorgde reeds voor heel wat ongenoegen onder de arbeiders. De afgelopen dagen waren er verschillende spontane acties en leek het voor de vakbonden moeilijk om de situatie nog onder controle te houden. Daarbij was het opvallend dat er onderlinge twisten waren over de impact van de beslissingen van de directie. Het ACV stelde dat 120.000 wagens op jaarbasis een halvering van het personeelsbestand betekent en had het over mogelijk 2.400 jobs die verdwijnen, ABVV’er Rudi Kennes vond het vertrouwen in de directie terug en stelde dat het voor 90% zeker is dat er nog een derde model komt.

    Feit blijft echter dat er zowat een halvering van GM-Antwerpen komt. Nadat de directie vorige week voor alle communicatie naar de vakbonden verwees, werd nu toch een beslissing meegedeeld. Naast de tijdelijke arbeiders die al deels verdwenen zijn, moeten er nog eens 1.681 arbeiders en 180 bedienden weg. Tegen het zomerreces zal de nachtploeg op halve krachten draaien. Daarna volgen de andere ploegen: na de zomer volgt de tweede shift, begin volgend jaar de derde shift. Hierdoor zou de halvering van het aantal arbeiders realiteit moeten worden.

    Op dit ogenblik is enkel zekerheid over 2 modellen die goed zijn voor 125.000 exemplaren op jaarbasis (althans in een optimistisch scenario). Voor het derde model is er nog steeds geen zekerheid. In feite bevestigen deze cijfers wat reeds kon afgeleid worden uit vorige mededelingen. Toen was sprake van 120.000 auto’s, het blijken er nu 5.000 meer te zijn. Maar dat zal het verschil niet maken. We blijven met een realiteit dat een fabriek die 250.000 auto’s per jaar aankan, op de helft van haar capaciteit zal draaien.

    Wat dit zal betekenen op langere termijn, blijft onduidelijk. De toekomst van GM-Antwerpen lijkt absoluut niet verzekerd te zijn. Er wordt bovendien nu reeds begonnen met het afdanken van de tijdelijke werknemers die vooral in de nachtploeg werken. Vorige week was er een uitbarsting in die ploeg (onder meer omwille van de aanhoudende onzekerheid) waarbij een aantal wagens werden vernield. Dat werd aangegrepen om de versnelde afbouw van de nachtploeg naar voor te brengen. Alleen lijkt het er op dat dit zal betekenen dat de tijdelijken zonder enige vergoeding zullen moeten vertrekken.

    Zolang GM het bij een dergelijke beperkte productie in Antwerpen houdt, is de toekomst van de fabriek absoluut onzeker. De mogelijkheid van nieuwe afdankingen (bijvoorbeeld bij een tegenvallende verkoop van de modellen die naar Antwerpen komen, of bij een discussie over nieuwe modellen) blijft reëel. Antwerpen zal als grote fabriek die slechts op de helft van haar mogelijkheden draait immers een makkelijk doelwit worden voor verdere besparingen en zelfs een eventuele sluiting.

  • Behoud van drie shiften bij Opel?

    De voorzitter van de Europese Ondernemingsraad van General Motors, Klaus Franz, stelt dat er wel degelijk drie shiften zullen blijven bij Opel in Antwerpen. Eerder werd daartoe gevreesd omdat de geplande productie dermate laag zal liggen in Antwerpen. Een vermindering van de productie tot 150.000 wagens (in het beste geval) zal immers leiden tot heel wat ontslagen.

    Op dit ogenblik kan Opel-Antwerpen makkelijk 250.000 auto’s per jaar aan met 4.600 arbeiders. Het ACV stelde terecht dat het bezorgd was om het voortbestaan van de drie shiften omdat een productie van 150.000 auto’s (op dit ogenblik zijn er enkel 120.000 zeker) een ernstige beperking van de productie inhoudt. De 1.400 geplande ontslagen zullen daartoe niet volstaan. Mogelijk volgen er nogmaals 1.000 extra jobs die moeten verdwijnen.

    De voorzitter van de Europese Ondernemingsraad van GM stelt echter dat de drie shiften zullen blijven bestaan. Reden: “Overal in de wereld draaien competitieve fabrieken in de auto-industrie op drie shiften. Dat zal ook zo zijn in Antwerpen. Voor drie ploegen heb je minder machines nodig dan voor twee ploegen. Bovendien hebben de machines ook minder capaciteit nodig.”

    Als er nog zo’n 2.200 arbeiders overblijven in Antwerpen, is het echter maar de vraag of drie shiften nog haalbaar zijn. Er zou gepland worden om de drie ploegen te halveren. Er wordt begonnen met de nachtploeg die in de zomer reeds gehalveerd wordt, onder meer door het snel afdanken van de tijdelijken in de nachtploeg. Tegen het einde van het jaar volgt een tweede ploeg en dan nog de derde ploeg. Het ACV heeft het over een scenario met 2.400 jobs die verdwijnen, in de veronderstelling dat er 120.000 wagens worden geproduceerd (met twee modellen). De komst van een derde model wordt pas eind 2009 zeker. Rudi Kennes (ABVV) lijkt echter zijn vertrouwen in de directie teruggevonden te hebben en stelt dat hij 90% zeker is dat het derde model er komt. Hierdoor zouden enkel de nachtploeg en nog één andere ploeg gehalveerd worden.

    De komst van een derde model is absoluut niet zeker. De directie stelt dat het op langere termijn zoekt naar extra volume om te produceren in Antwerpen. Die zoektocht kan nog alle kanten uitgaan. Met 120.000 auto’s per jaar en een halvering van het personeelsbestand zal de vraag op termijn op tafel liggen over het overleven van de fabriek. De moderne en ruime vestiging van GM-Antwerpen wordt onderbenut indien er slechts 120.000 auto’s worden gemaakt. Zal dat nog als efficiënt worden gezien als er nieuwe discussies ontstaan in de GM-groep over herstructureringen? Zal Antwerpen dan niet vooraan staan als er over sluiten wordt gesproken?

    Dat zijn open vragen en het is niet de bedoeling om “onrust te stoken”, zoals Kennes aan het ACV verwijt. Het is de directie die met haar plannen onrust stookt. Deze plannen zorgen immers voor onzekerheid en leiden tot terechte vragen over het voortbestaan van GM-Antwerpen. We denken dat het fout is om nu onderlinge verwijten tussen de vakbonden te lanceren. De oorzaken van de onzekerheid en van het sociale bloedbad liggen niet bij de andere vakbonden, maar bij de directie.

  • Opel: geen vertrouwen in directie na vele provocaties

    Ondanks alle goede resultaten van de Antwerpse Opel-vestiging, het opdrijven van de flexibiliteit (onder meer door een bijzonder flexibele arbeidstijd) en de vele cadeaus van diverse regeringen, blijft de toekomst van Opel-Antwerpen onzeker. De directie provoceerde de arbeiders van de vestiging en kon maar met magere voorstellen over de brug komen. Na een verdeelde stemming in een referendum werd zonder vertrouwen in de directie terug aan de slag gegaan.

    Geert Cool, 1e opvolger op de CAP-Senaatslijst

    Provocaties tegenover de arbeiders

    De provocaties van de directie waren opvallend. Nadat ze eerder zowat alles verkocht kreeg aan de syndicale leidingen, hoopte de directie wellicht dat ze ook nu ongestoord kon provoceren. Eerder werd bij de aankondiging dat 1.400 jobs zouden verdwijnen niet gestaakt. De directie zag er een vrijgeleide in om ongemeen hard verder te gaan. Zwakheid zet immers aan tot agressie.

    Naast de 1.400 jobs die moesten verdwijnen, zouden ook duizenden andere jobs bedreigd worden en is het voortbestaan van de fabriek absoluut nog niet verzekerd. Enkel één Chevroletmodel zou naar Antwerpen komen, goed voor 80.000 wagens per jaar (op een capaciteit van 250.000). Dat onaanvaardbare voorstel leidde tot een staking.

    Hierop probeerde de directie stoemelings de tijdelijken af te danken. Vooral in de nachtploeg zitten heel wat tijdelijke arbeiders, die zodra ze een vast contract krijgen makkelijker kunnen overstappen naar andere ploegen. De poging van de directie om de tijdelijken aan de deur te zetten, werd gelukkig verijdeld.

    Daarna liet de directie een deel van het kader van Opel werken vanuit de gebouwen van de patroonsfederatie Agoria in Berchem. Daarmee wou de directie natuurlijk het stakingspiket aan de Noorderlaan breken.

    Waar bleef die nationale actiedag?

    Na een referendum zijn de arbeiders van Opel terug aan de slag gegaan. Het werd een bijzonder nipte score: 50,39% van de 3.735 deelnemende arbeiders stemde voor de hervatting van het werk. De stemming kwam er na de belofte van een tweede model en mogelijk vanaf 2009 een derde model (dat weliswaar bij een andere GM-vestiging in Europa zou worden weggehaald).

    Samen zou dat echter slechts goed zijn voor 120.000 wagens per jaar (met twee modellen) tot 150-160.000 (drie modellen). Dat betekent dus nog steeds dat zowat de helft van de capaciteit niet meer zou benut worden. Op de infosessies rond de voorstellen van de directie was er heel wat ongenoegen. Zeker bij de nachtploeg waren er ronduit vijandige reacties.

    Het ontbrak aan voorstellen om de strijd verder uit te bouwen. De syndicale leiding kwam de voorstellen van de directie “zo objectief mogelijk” brengen. Van de ordewoorden rond een nationale actiedag (zoals naar voor werd gebracht op 1 mei) was niet veel meer te horen. Neen, een verderzetting van de staking na 10 mei zou betekenen dat nog minstens twee weken hetzelfde type actie zou worden gevoerd. Dat heeft natuurlijk zware financiële gevolgen voor de arbeiders. Dat verklaart het verdeelde resultaat bij de stemming: geen vertrouwen in de directie, maar ook geen vertrouwen in de syndicale leiding om iets aan te vangen met het ongenoegen en de woede.

    Moest er na de eerste oproepen rond een nationale actiedag effectief werk van gemaakt zijn, zou dit wellicht een impact gehad hebben op het resultaat van dit referendum. Het zou ervoor gezorgd hebben dat de band met VW-Vorst makkelijker kon worden gelegd, maar evenzeer de broodnodige banden met onderaannemers zoals Johnson Control, waar opnieuw jobs verdwijnen. Een actiedag tegen alle afdankingen had solidariteitsbanden kunnen opbouwen over verschillende sectoren heen en had de recordwinsten kunnen plaatsen tegenover de vele aanvallen op onze jobs, arbeidscondities, lonen,… Een nationale actiedag vlak voor de verkiezingen zou ook een politieke impact hebben. Of was men daar net bang van?

    Hoe verder?

    Op korte termijn is het duidelijk dat er weinig zal nodig zijn om een druppel te vinden die de emmer opnieuw doet overlopen onder het personeel. De directie had dit overigens goed begrepen na het referendum van 10 mei. Ze liet de productie slechts enkele dagen later terug opstarten zodat spontane acties werden vermeden. Toen de directie op 16 mei aankondigde dat er geen loon zou betaald worden voor de dag dat de eerste infosessies over de plannen van Opel doorgingen, barstte de bom opnieuw. Het niet nakomen van eerdere beloften van de directie legde de fabriek plat.

    De woede blijft groot en de vrees voor een sluitingsscenario blijft reëel. Jaarlijks 120.000 wagens produceren, is onvoldoende voor een grote en moderne fabriek zoals de Opel-vestiging aan de Noorderlaan. Het is een terugkeer naar het niveau van voor de verhuis van de vestiging naar haar actuele terreinen. Bovendien wordt gesteld dat de productiekosten met 1.000 euro per wagen moeten dalen. Nieuwe besparingen zullen dus volgen.

    Het feit dat het idee voor een nationale actiedag als verdere stap in een actieplan verdween, is wellicht de belangrijkste gemiste kans. Aan de stakingspiketten was er een strijdbaarheid aanwezig (ook al bleef dit te vaak opgedeeld tussen de verschillende vakbonden). Strijdbaarheid op zich volstaat echter niet, het moet samengaan met een degelijk actieplan om te strijden voor het behoud van alle jobs!

  • CAP aan het piket: heel veel waardering voor onze solidariteit

    Tijdens de staking in de Opel-vesting aan de Noorderlaan stond de solidariteitsbus constant aan het piket. Enkel voor de 1 mei-optocht werd een uitzondering gemaakt. Hiermee werd een praktische bijdrage geleverd voor de stakers. Heel wat arbeiders van Opel hebben de CAP-militanten uitdrukkelijk bedankt voor hun inzet en aanwezigheid. We spraken hierover met Thomas B., een jong LSP-lid uit Antwerpen.

    “Na 1 mei was ik bijna constant aan het piket. Het was belangrijk om daar aanwezig te zijn, ook op de momenten dat er weinig volk was, om zo aan te tonen dat de arbeiders niet alleen stonden in hun strijd. Na de 1 mei-optocht trok ik met de bus mee naar de Noorderlaan en dan bleef ik er tot het weekend. Na het weekend bleef ik er tot aan de infosessies. Ik was aanwezig op de infosessies van de drie ploegen waar de voorstellen van de directie werden naar voor gebracht.

    “De reacties op de solidariteitsbus waren heel positief. De arbeiders waren blij dat we er waren om onze steun te tonen. Bovendien was die bus handig om even te zitten en te babbelen. Even binnen kunnen zitten, kwam wel eens van pas voor wie lang aan het stakingspiket stond.

    “Aanvankelijk was er niet zo veel volk aan het piket en was er een verslagen sfeer. Er was meer het idee dat het piket moest bemand worden omdat dit nu eenmaal moest. Naarmate de directie haar provocaties opdreef, werd de sfeer strijdbaarder. Iedereen besefte dat het aantal voorgestelde auto’s te weinig was. Dat dit niet kan.

    “Het piket was niet zo sterk georganiseerd, de delegees waren gevraagd om elk hun shift te bemannen. Maar zelfs dat werd niet volledig opgevolgd. Het waren meer de provocaties van de directie die ervoor zorgden dat er een levendig piket tot stand kwam. Jammer genoeg was er wel een sterke opdeling tussen de verschillende vakbonden. Het ABVV kwam geregeld terug op het feit dat het ACV op 7 oktober 2005 niet meestaakte tegen het Generatiepact. Ook opvallend was dat er bij het ACLVB wel wat strijdbare militanten zaten. Na het referendum heeft ABVV-delegee Rudi Kennes zijn verkiezingsmateriaal voor SP.a verspreid (stickers met de slogan “Ja”). Dat kwam cynisch over.

    “Voor de komende maanden denk ik dat er bij het kleinste probleem rap terug acties kunnen losbarsten. Zeker in de nachtploeg, waar er een ruime meerderheid voor een verderzetting van de staking had gestemd, kan de bom snel barsten…”

  • Revolte bij het postpersoneel. De maat is meer dan vol!

    Op 25 mei is er dan eindelijk een nationale stakingsdag bij De Post. De voorbije jaren waren er tal van lokale en spontane acties van het postpersoneel tegen de verschillende “hervormingen” zoals Georoute. In 2006 waren er 241 verschillende stakingen. Na de vele lokale acties, is het nu tijd voor nationale acties.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    10 juni: postmensen voor een andere politiek!

    Op de lijsten van CAP staan heel veel gewone arbeiders. Uiteraard bevinden zich daaronder ook arbeiders die bij De Post werken of gewerkt hebben. Een overzichtje:

    • Nederlandstalige Senaatslijst: Francois De Brabanter (10e plaats)
    • West-Vlaamse Kamerlijst: Roos Balbaert (2e plaats) en Georges De Clerck (lijstduwer, gepensioneerde postbode)
    • Oost-Vlaamse Kamerlijst: Peter Van der Biest (3e opvolger)

    Steun van postmensen voor CAP!

    Reactie van een postman op de CAP-site: “Bedankt voor jullie steun aan het postpersoneel, jullie zijn de enige die oog hebben voor de verzuchtingen van het postpersoneel. Hoewel ik toch zinnens was om op jullie te stemmen op 10 juni zal ik trachten zoveel mogelijk mensen te overtuigen hetzelfde te doen. CAP is een partij die absoluut nodig is voor iedereen die met werken zijn brood moet verdienen. CAP is absoluut nodig in deze winst en ik-maatschappij.”
    [/box]

    Werklast

    De afgelopen jaren is het aantal personeelsleden bij De Post sterk afgenomen. In 1998 waren er nog 43.000 werknemers, tegen eind 2008 wil men nog slechts 30.000 mensen in dienst hebben. In 2005 was De Post het bedrijf met het grootste aantal jobs dat verdween in dit land (2.255).

    De besparingen worden doorgevoerd op de kap van de arbeiders. Er worden wel interimmers aangeworven (in 2006 was De Post het bedrijf met het meeste uren interimarbeid: 1,1 miljoen arbeidsuren!). Maar voor het overige moet het personeel flexibeler werken: met minder personeel evenveel werk verzetten.

    Daartoe werden een reeks hervormingen doorgevoerd: onder meer de Georoutes waarmee de rondes van de postbodes werden aangepast. Ook wordt gesnoeid in de sorteercentra. De vakbonden stellen dat er 100 miljoen euro werd bespaard op de kap van de postmannen en het cleaningpersoneel, naast honderdduizenden euro’s bij het retailpersoneel.

    Winst voor de aandeelhouders

    Terwijl de arbeiders de dupe zijn van de besparingen, kan de directie zichzelf rijkelijke bonussen en ook aandelen toekennen. De aandeelhouders kunnen tevreden zijn: de nettowinst van De Post bedroeg vorig jaar 96,1 miljoen euro, waarvan 42,4 miljoen euro werd uitgekeerd aan dividenden. CVC-Deense Post kreeg 20 miljoen euro.

    Ook de leden van de directie kunnen tevreden zijn over hun eigen inkomen. Met 0,9 miljoen euro op jaarbasis is Johnny Thijs misschien niet de best betaalde topmanager, maar met 2.500 euro per dag verdient hij dagelijks (ook in de weekends) toch zowat het dubbele van wat een postman of postvrouw netto in de maand overhoudt.

    Afbouw van de diensten

    Om de winsten op te drijven, wordt bespaard op het personeel. Gevolg is ook dat de dienstverlening erop achteruit gaat. Dit jaar zullen zo’n 270 postkantoren verdwijnen en vervangen worden door postpunten. Uiteraard zullen postpunten niet eenzelfde dienstverlening aanbieden, maar dat is geen probleem voor de directie. Op tal van plaatsen waren er campagnes tegen de sluiting van postkantoren.

    Solidariteit van gebruikers en personeel

    Naar aanleiding van een staking in Gent heeft CAP een solidariteitscampagne opgezet met onder meer raamaffiches waarin de steun voor het stakend postpersoneel wordt duidelijk gemaakt. Het is belangrijk om een brede steun voor het postpersoneel te organiseren: ook de gebruikers van de diensten van De Post zijn de dupe van de aanvallen op het personeel en de dienstverlening.

    Door samen in actie te komen, kan het verzet tegen de plannen en de reeds doorgevoerde maatregelen van de Post-directie opgedreven worden. Bovendien kan het nadruk leggen op de nood aan eengemaakt protest op nationaal niveau. De “hervormingen” worden met mondjesmaat overal doorgevoerd, maar de gevolgen zijn overal dezelfde: minder personeel en minder diensten.

    De nationale poststaking van 25 mei kan het begin zijn van een nationaal gecoördineerd verzet. CAP kan daar een rol in spelen, zowel onder personeelsleden als met solidariteitscampagnes onder de gebruikers van de diensten van De Post.

    Meer over De Post

    Bezoek onze post-pagina

  • Postdirectie: “modernisering is nog maar halfweg”. Naar nieuwe aanvallen en besparingen?

    Postbaas Johnny Thijs vindt dat de hervormingen bij De Post nog onvoldoende ver gaan. Ja, de productiviteit is met 30% opgedreven en het aantal jobs is met enkele duizenden verminderd. Maar dat volstaat blijkbaar niet voor de liberalisering van de postdiensten. Liberaliseren betekent flexibeler en harder werken voor minder geld terwijl tegelijk minder diensten tegen een duurdere prijs worden aangeboden. De enige winnaars daarbij zijn de aandeelhouders.

    De besparingen bij De Post blijven verder gaan. De directie wil De Post concurrentieel maken met andere postbedrijven in Europa. Zo wil het op een zelfde niveau komen als de Nederlandse of de Duitse postdiensten.

    Bij het Nederlandse postbedrijf TNT wordt gedreigd om 11.000 mensen op straat te zetten, als het personeel bijkomende besparingen aanvaardt, zou het beperkt blijven tot 7.000 jobs die moeten verdwijnen.

    Bij de Duitse postdiensten (“Deutsche Post”) verdwenen 22.000 jobs na 10 jaar geliberaliseerde markt. Bij de nieuwe private bedrijven werden slechts 13.000 nieuwe jobs gecreëerd (tegen slechtere voorwaarden). Netto gingen dus 10.000 jobs verloren. Daarbij waren er 62,3% “mini-jobs” (die vooral mini zijn qua verloning). Het Nederlandse TNT is in Duitsland actief en deed er een oproep aan kinderen boven de 13 jaar om de post te bedelen: 1.000 bussen voor 20 euro.

    Ook hier wil de directie van De Post besparen. Daartoe werd onder meer overgegaan tot het sluiten van heel wat postkantoren om ze te vervangen door Postpunten. Dit idee werd gesteund door alle traditionele partijen en uitgevoerd door de SP.a. 277 postkantoren sluiten de deuren, ondanks heel wat verzet tegen dat sociale bloedbad. Postpunten kunnen uiteraard geen kantoor vervangen. Minder dienstverlening is blijkbaar de boodschap van de postdirectie aan de gebruikers.

    Het personeel is een andere dupe van de besparingsplannen van de directie. Georoute werd doorgevoerd en moest de postrondes hertekenen: uiteraard om met minder personeel meer te doen. Sinds 2002 verdwenen reeds zo’n 5.000 jobs, maar de directie wil nog verder snoeien. Nochtans is het postvolume niet gedaald. Het is dan ook evident dat minder personeel betekent dat de productiviteit sterk wordt opgedreven, tot 30% aldus Johnny Thijs.

    Wat betekent dat nu concreet? In de kranten verschenen tal van berichten van postmensen die zeggen dat ze een uur vroeger beginnen te werken om hun ronde te kunnen doen, dat het niet meer mogelijk is om een middagpauze te nemen,… En dat allemaal voor hetzelfde loon. Thijs beweert dat de doorvoering van Georoute 2 zowat overal vlot is verlopen. Heeft Thijs al eens de cijfers van het aantal stakingen bij De Post bekeken? We willen hem gerust even helpen: vorig jaar ging het om 241 acties. Maar voor Thijs is dat geen probleem als het maar niet te lang duurt en geen al te uitgebreide stakingen zijn.

    Meer nog, Thijs stelt dat het “moderniseringsproces” mogelijk nog sneller zal moeten gaan. “Als de postmarkt in 2009 opengaat, zoals de EU nu plant, kan blijken dat we nog te langzaam gaan”, stelde hij vandaag in De Standaard. Hij voegde er aan toe: “De productiviteit is de voorbije jaren al met dertig procent toegenomen. We zitten daarmee min of meer op schema, maar zijn er nog lang niet. We zitten ongeveer halverwege in het moderniseringsproces.”

    Waar dienen al die "moderniseringen" dan wel voor? Ook dat is duidelijk: om de winsten te vergroten want daar draait alles om in een geliberaliseerde markt. De dienstverlening aan de bevolking is onbelangrijk, die moeten het maar stellen met hun postpunten. Voor de directie van De Post tellen enkel de inkomsten zodat ze zichzelf verder rijkelijke vergoedingen kunnen toekennen en de aandeelhouders tevreden stellen.

    Als het van de directie en van de liberaliseringsplannen van de EU en haar nationale regeringen afhangt, zal dus verder bespaard worden op de kap van het personeel en de gebruikers. Daartegenover is verzet nodig. Daartegenover is ook een andere politiek nodig!

  • Arrogantie patronaat kent soms geen grenzen

    Het kabelbedrijf Nexans wil niet reageren op vragen nadat het afgelopen weekend haar fabriek in Huizingen had leeggehaald. 70 arbeiders belanden op straat. De directie stelt dat “alles nog aanwezig is” om de “productie voorlopig voort te zetten”. Hoe dat moet gebeuren in een lege fabriek, is niet duidelijk…

    Alles is leeggehaald, de arbeiders stonden voor een compleet lege fabriek toen ze maandagochtend terug aan het werk wilden. Vorige week werd nog normaal gewerkt, in het (lange) weekend liet de directie het bedrijf volledig leegplunderen om alles te verhuizen naar Oost-Europa waar goedkoper kan gewerkt worden. Niets bleef er over: het machinepark was weg, maar ook de voorraden afgewerkte en halfafgewerkte producten was weg. Het personeel kon niet anders dan eens rondkijken en een babbeltje slaan.

    De vakbonden namen contact op met de directie omdat ze eerst dachten dat er een grootschalige diefstal had plaatsgevonden. Dat bleek ook te kloppen, alleen was het de directie zelf die achter de diefstal zat.

    De directie kondigde inmiddels aan dat het 70 arbeiders wil ontslagen, een 20-tal bedienden kan blijven. Officieel gaat het om een “voornemen” om over te gaan tot de afdankingen. De Wet-Renault vereist een dergelijke procedure: na de bekendmaking van het voornemen, kunnen de werknemers alternatieven voorstellen. Pas daarna kan de beslissing definitief worden. Met een lege fabriek is het echter al vrij evident dat de definitieve beslissing reeds is genomen. Toch sputtert de Duitse managing director van de vestiging nog wat tegen: “We hebben de voorraad weggehaald om de bevoorrading aan onze klanten te waarborgen. Het personeel wordt voorlopig verder uitbetaald en de productie zal voortgezet worden.” Dat is natuurlijk een doorzichtige poging om de overtredingen op de Wet-Renault te verdoezelen.

    De sluiting kwam onverwachts, de vraag naar bekabeling voor industriële voertuigen is erg groot. Wereldwijd maakte de Franse multinational in 2006 een (netto) recordwinst van 241 miljoen euro (tegenover 163 miljoen euro in 2005). De omzet steeg met 37,4%. Daarmee haalde de groep haar doelstellingen voor 2007 reeds in 2006. De aandeelhouders vaarden er wel bij, begin mei kondigde Nexans nog aan dat het een dividend van 1,2 euro per aandeel zou uitbetalen. Dat is een stijging van 20% tegenover vorig jaar.

    De arrogantie en de winsthonger van het patronaat leidt tot schandalige situaties zoals bij Nexans in Huizingen. Verhofstadt mag dan al zeggen dat zijn lastenverlagingen voor de bedrijven (patronale cadeaus dus) zorgen voor meer werkgelegenheid. Bij Nexans worden de leugens en mooipraterij van Verhofstadt brutaal doorprikt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop