Er zijn heel wat middelen aanwezig in deze samenleving. Zoveel is duidelijk als we kijken naar de toplonen van de managers of naar de fenomenale winsten van de grote bedrijven. Alleen is het natuurlijk de vraag naar wie die rijkdom gaat. Dat het niet naar de arbeiders en hun gezinnen gaat, weten we al enige tijd. Iedere loonsverhoging is te veel gevraagd en economisch niet haalbaar.
Om concurrentieel te zijn, volstaat het niet om nog flexibeler te werken en nog meer cadeaus aan het patronaat te laten geven door de regering. Bij Opel in Antwerpen zien we dat de regering naar voor komt met extra voorstellen op die vlakken: de flexibele arbeidsregeling in de automobielsector zou nog worden uitgebreid en de Antwerpse vestiging van Opel zou op nog meer “goodwill” van de regering kunnen rekenen. Wat is het resultaat van al die mooie beloften: in plaats van 80.000 wagens zouden er 120.000 in Antwerpen mogen worden geproduceerd. Met andere woorden: de helft van het personeel moet er weg.
Waarom moeten de bedrijven zo concurrentieel zijn, kunnen we ons dan afvragen? Het antwoord is duidelijk: om de zakken van de topmanagers en de aandeelhouders verder te vullen. De bedrijven van de Bel-20 beurs (dit omvat 19 grote bedrijven in dit land) hebben vorig jaar hun dividend met 15,6% verhoogd. Dit betekent dat de aandeelhouders dus 15,6% extra kregen in 2006. Na de forse stijging van de bedrijfswinsten, was dit geen verrassing. Maar het geeft wel nogmaals aan wie met de geproduceerde rijkdom gaat lopen.
De bedrijfswinsten van de Bel-20 bedrijven stegen met 38% waardoor er 6,3 miljard euro meer winst werd geboekt dan in 2005. Terwijl de winst per aandeel gemiddeld met 41% steeg, stegen de dividenden met ‘slechts’ 15%. Enkel Agfa-Gevaert verhoogde de dividenden niet.
Daarbij moet uiteraard ook worden opgemerkt dat in veel gevallen de topmanagers naast hun toplonen ook nog eens over een mooi pakket aandelen beschikken en dus via de verhoging van de dividenden nogmaals langs de kassa passeren.
Het is opvallend dat geen enkele traditionele politieke partij vandaag een duidelijke positie inneemt tegenover de dagelijkse plundering van de arbeiders en hun gezinnen. Terwijl wordt gesproken over transfers van noord naar zuid, vergeet men de belangrijkste transfer: die van de arbeiders naar de aandeelhouders, topmanagers en andere kapitalisten. Om rond dit punt op 10 juni een signaal te geven, is een stem op CAP bijzonder nuttig!