Category: Op de werkvloer

  • Staking bij Clabecq na zelfmoord ABVV-hoofddelegee

    Bij Forges de Clabecq, tegenwoordig Duferco Clabecq, is een staking uitgebroken na de zelfmoord van de 52-jarige ABVV-delegee Christian Binnemans. Een dag eerder besliste een algemene personeelsvergadering om terug aan het werk te gaan.

    Binnemans protesteerde tegen het statuut van de interimarbeiders bij Duferco, maar ook elders. Hij ging vorige week zelfs in hongerstaking om een discussie rond het statuut van interimarbeiders los te weken.

    Vorige week donderdag begon bij Duferco Clabecq in Tubeke een staking naar aanleiding van vragen over de veiligheid, het statuut van tijdelijke werknemers en looneisen. Het was in het kader van deze staking dat Binnemans als hoofdafgevaardigde van het ABVV in het bedrijf een hongerstaking begon.

    Duferco Clabecq is de opvolger van Forges de Clabecq waar 10 jaar geleden een harde strijd werd gevoerd om het bedrijf open te houden. De strijd leidde tot een gedeeltelijke overwinning: het bedrijf bleef effectief open maar met veel minder arbeiders en zonder de strijdbare syndicale delegatie. Kopstukken als Roberto D’Orazio verdwenen bij Forges de Clabecq toen het Duferco Clabecq werd.

    Toch bleef er een traditie bestaan van vakbondsacties. De afgelopen weken was er een spontane staking wegens veiligheidsproblemen en vorige week werd dan officieel in staking gegaan. De arbeiders klaagden over het gebrek aan veiligheid, het onduidelijk statuut van interimmers en het feit dat de lonen enkel aan de index werden aangepast zonder andere verhogingen.

    Maandag besliste een personeelsvergadering om terug aan het werk te gaan. De ABVV-hoofddelegee Binnemans was inmiddels in hongerstaking gegaan. Gisteren maakte hij evenwel een einde aan zijn leven. Bij Duferco Clabecq wordt het werk nu neergelegd tot de begrafenis. We betuigen ons medeleven met de familie, de nabestaanden en de collega-arbeiders van Christian Binnemans.

  • Globalisering in vraag gesteld. Toch patronale pleidooien voor aanval op de lonen

    Terwijl zelfs vanuit de Europese Centrale Bank gewaarschuwd wordt voor de grote inkomensongelijkheid, pleit het patronaat voor verdere aanvallen op de lonen. Francis Verheughe, de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van de werkgeversorganisatie Agoria, pleit voor een arbeidsduurverlenging zonder loonsaanpassingen. Doel: de winsten nog verder opdrijven ten koste van de lonen.

    De nieuwe voorzitter van Agoria is niet toevallig een topman van de Belgische vestiging van het Duitse Siemans waar er reeds een arbeidsduurverlenging werd doorgevoerd. Ook in de Belgische vestiging was dit reeds het geval in 2004. Verheughe stelt nu dat een algemene invoering niet zinvol is, maar wel een “doelgerichte” invoering als “duidelijke oplossing voor duidelijke problemen”.

    Een dergelijke arbeidsduurverlenging zou er enkel toe bijdragen dat de lonen verder onder druk worden gezet. Nochtans komt daar enige kritiek op. Niet enkel van linkse socialisten of strijdbare syndicalisten, maar ook van verdedigers van de patronale politiek. Er was reeds de oproep van Karel De Gucht in een vrije tribune waarin die stelde dat de topmanagers ook moeten matigen en bezuinigen, zoniet vreest hij voor een ruimte voor “populisten” om aan te kaarten dat de lonen van de gewone werknemers niet stijgen, terwijl dat voor de topmanagers en voor de winsten van de grote bedrijven wel het geval is.

    De Gucht staat niet alleen met zijn vrees. De krant De Tijd schreef vandaag: “De globalisering en technologische vooruitgang leiden in de rijke landen tot een daling van het loonaandeel in het bruto binnenlands product (bbp) en een stijging van de inkomensongelijkheid. Regeringen en centrale banken beginnen zich zorgen te maken. Ze vrezen pleidooien voor protectionisme en vragen bedrijven niet te overdrijven met vergoedingen voor hun topmanagers. Het is echter verre van zeker dat het loon van de gemiddelde werknemer snel een inhaalbeweging maakt. In de meeste West-Europese landen en in de VS stegen de lonen de laatste jaren trager dan het bbp. Het aandeel van de lonen in het bbp is nu abnormaal laag. Tegelijk groeiden de bedrijfswinsten fors. In verscheidene landen bereikten de winsten in 2006 een recordhoogte in verhouding tot het bbp.”

    Dat lijkt een scherpe veroordeling te zijn van de globalisering en een erkenning dat het huidige neoliberale offensief enkel leidt tot recordwinsten voor de grote bedrijven, terwijl de arbeiders moeten inleveren. Het lijkt op een dergelijke veroordeling, maar het is in feite een poging om de inkomensongelijkheid een beetje te beperken om kritieken te vermijden.

    Ben Bernanke, voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank, en Jean-Claude Trichet, voorzitter van de Europese Centrale Bank, deden oproepen om de lonen van topmanagers te beperken. Niet dat dit veel effect had. Joseph Ackerman van Deutsche Bank verdiende vorig jaar ruim 13 miljoen euro. Albert Frère kreeg 5,5 miljoen euro loon (naast een veelvoud van dat bedrag aan dividenden voor zijn aandelen). Bij ING was er op 4 jaar tijd een verviervoudiging van het loon van de topmanager, inmiddels bedraagt dat loon ruim 4 miljoen euro per jaar.

    Dat is volgens een aantal patronale vertegenwoordigers gevaarlijk omdat het argumenten biedt aan de werknemers om ook een deel van de koek te eisen. De Tijd schrijft vandaag: “De recordwinsten en superlonen van topmanagers maken het moeilijker om aan de vakbonden een voortzetting van de loonmatiging te vragen.” Nochtans wijst alles erop dat een dergelijke loonmatiging wordt aanvaard door de vakbondsleidingen, denk maar aan het recente IPA.

    Tegenover de hoge winsten is er ruimte voor substantiële loonsverhogingen. De winsten van de Bel-20 bedrijven nam met 38% toe op 1 jaar tijd. De lonen van topmanagers stijgen bijzonder snel (om “concurrentieel” te blijven…) en tegelijk moeten onze lonen dalen (eveneens om “concurrentieel” te blijven). Tegenover die neerwaartse spiraal van aanvallen op onze levensstandaard, is er nood aan een offensief voor reële loonsverhogingen. Dat kan bijvoorbeeld door een arbeidsduurverkorting zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Wanneer maken de vakbondsleidingen een offensief strijdpunt van een eis zoals de 32-urenweek?

  • VW-arbeiders met het mes op de keel

    Op 27 februari hebben de arbeiders van VW-Vorst in een referendum met 76% het plan van de Duitse directie geslikt. Hierdoor wordt hun bedrijf omgevormd tot een nieuwe vestiging van Audi.

    Cédric Gérôme

    De media, politici, vakbondsleidingen,… waren allen gehaast om hun opluchting te tonen en het “gezonde verstand” van de arbeiders bij het referendum te verwelkomen. Dat referendum wordt als een democratische beslissing voorgesteld, terwijl het niets anders was dan patronale chantage.

    De mogelijke sluiting van het bedrijf en het in vraag stellen van de afscheidspremies voor de vertrekkers werden door de directie gebruikt om de overblijvers een sociale achteruitgang op te dringen. Voor het behoud van 2.200 jobs eiste de directie een besparing op de lonen van 20%. Dat zal gebeuren via een verlenging van de arbeidstijd van 35 naar 38 uren in de week, zonder loonscompensatie. Er komt ook een verdere opdrijving van de flexibiliteit.

    De garantie voor het behoud van jobs geldt slechts tot 2010 en zal bijgevolg afhangen van het commercieel succes van de Audi A1. Anders gezegd: als de wagen weinig succes kent, zullen nieuwe ontslagen volgen of kan het alsnog tot een sluiting komen.

    In de lijn van de standpunten die de syndicale leidingen sinds het begin van het conflict naar voor brachten, stelde Stefaan Van Bockstaele (hoofddelegee van de liberale vakbond): “Wie geen vrede kan nemen met dit akkoord of er zich niet thuisvoelt, kan nog steeds tekenen om vrijwillig te vertrekken.” Vertaling: de “rebellen” hebben nog de tijd om het af te trappen zodat het sociale klimaat op het bedrijf “serener” zou zijn.

    “Dit is een belangrijke stap vooruit voor de vestiging in Vorst”, stelde Norbert Steingräber, de directeur van de fabriek, naar aanleiding van het referendum. In 2006 steeg de verkoop van de VW-groep op wereldvlak met 9,4%. De winst verdubbelde tot 2,75 miljard euro. Terwijl de arbeiders van Vorst 3 uur extra gratis moeten werken, zal Volkswagen “een sterk verhoogd dividend van 1,25 euro per aandeel betalen, tegenover 1,15 euro in 2005.” Was dat de “stap vooruit” waarover Steingräber het had?

    Het is nu reeds duidelijk dat er nog gelijkaardige situaties als bij VW zullen volgen. De dreigementen bij Opel-Antwerpen zijn er slechts één voorbeeld van. We moeten ons daarop voorbereiden. Daartoe hebben we eigen organen nodig, want op de traditionele partijen kunnen we niet rekenen. Er zal nood zijn aan een andere politiek, en zeker ook aan een andere partij die deze andere politiek kan verdedigen.

  • Nu officieel: terwijl de winsten sterk stijgen, volgen de lonen niet

    Uit cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen is gebleken dat de winsten op dit ogenblik sterk stijgen, maar dat de lonen niet volgen. De conclusie luidt dat de loontrekkenden “beduidend minder profiteren van de economische groei dan de ondernemingen”. In feite stijgen de winsten vooral omdat bespaard wordt op de arbeiders.

    Het aandeel van de lonen in het bruto binnenlands product (bbp) daalde in de eerste 9 maanden van 2006 tot 37,2%. Dat is meteen het laagste niveau in 12 jaar tijd. Op hetzelfde ogenblik steeg het bruto-exploitatieoverschot (vooral bedrijfswinsten) en het gemengd inkomen (van zelfstandigen) tot 38% van het bbp. Dat komt vooral door de hoge winsten van de bedrijven.

    Dit betekent concreet dat er een sterke toename is van de winsten, maar geen toename van de lonen. Integendeel, we worden steeds verteld dat onze lonen te hoog zijn en dat we concurrentieel moeten worden met goedkopere arbeidskrachten uit Oost-Europa of elders. Dat argument wordt expliciet uitgespeeld in onder meer de discussies rond VW en Opel. Bij VW moesten de lonen fors omlaag om onder de Duitse lonen uit te komen. Daar werd de arbeiders een arbeidsduurverlenging zonder loonsverhoging opgelegd. We zien met andere woorden een neerwaartse spiraal voor de lonen.

    Dat gaat gepaard met een ondermijning van de vaste degelijke jobs. Het is geen toeval dat er thans zowat iedere maand berichten komen over een record aantal uitzenduren dat werd gepresteerd. In februari 2007 nam het aantal gepresteerde uren met 11,2% toe in vergelijking met februari 2006. Tegenover januari was er een stijging met 0,46%. Ook dat zet een verdere druk op de lonen en de arbeidscondities.

    In De Morgen lezen we vandaag: “Het aandeel van de lonen in het bbp is abnormaal laag. Tegelijk groeiden de bedrijfswinsten fors. In verscheidene landen bereikten de winsten in 2006 een recordhoogte in verhouding tot het bbp. De daling van het loonaandeel, de stijging van het winstaandeel en de hoge lonen van topmanagers zijn het gevolg van de globalisering. De toenemende concurrentie uit China, India en Oost-Europa en de stijgende immigratie zetten de lonen van veel werknemers onder druk.”

    De cijfers spreken inderdaad voor zich en vormen een belangrijke argumentatie tegenover het huidige systeem van neoliberale globalisering. Het zorgde ervoor dat eerder reeds verschillende politici pleitten voor een “loonmatiging onder topmanagers” om zo te vermijden dat brede lagen zich actief zouden verzetten tegen het huidige systeem.

    Alleszins blijkt uit deze cijfers dat er heel wat middelen aanwezig zijn. De vraag is natuurlijk hoe die verdeeld zijn en wie met de middelen gaat lopen. Uit de studie van het Instituut voor de Nationale Rekeningen blijkt dat het patronaat met steeds meer gaat lopen en dat ten koste van de arbeiders. Dat is waar de huidige politiek voor staat, wij denken dat er nood is aan een andere politiek…

  • Wie volgt na Volkswagen? Opel eist meer flexibiliteit en toegevingen. Dreiging van massale afdankingen blijft

    VW-Vorst was een precedent. Als de directie van het Duitse automobielbedrijf ermee weg kwam om met de steun van de regering en de vakbondsleiding een arbeidsduurverlenging zonder loonsverhogingen en een opdrijven van de flexibiliteit te bekomen, dan willen andere bedrijven dat natuurlijk ook. Op dit ogenblik wordt de discussie bij Opel gevoerd.

    Geert Cool

    Concurrentie tussen vestigingen

    Opel maakt deel uit van General Motors en beschikt in Antwerpen over een fabriek met 5.100 arbeiders. De directie kondigde aan dat er zal worden bespaard, maar de beslissing daaromtrent kan nog even aanslepen. De reden daarvoor is evident: eerst wil de directie nagaan waar het welke voorwaarden kan krijgen. De neerwaartse concurrentie op het vlak van lonen en arbeidscondities wordt volop uitgespeeld.

    Binnenkort kan de productie van een nieuw model van de Opel Astra gestart worden. De directie van GM wil echter besparen op de productiekosten en speelt daartoe vestigingen in Zweden, Engeland, Polen, Duitsland en België tegen elkaar uit. Directielid Hans Demant dat de beslissing zal genomen worden op basis van criteria als “flexibiliteit, productiviteit, kwaliteit en logistieke mogelijkheden”. (Automobilwoche, 5 maart)

    Er moeten wellicht sowieso jobs verdwijnen aangezien de directie met minder personeel wil werken en er bovendien een overschot aan productiecapaciteit van 250.000 wagens zou zijn. Tot de sluiting van een volledige fabriek zal het wellicht niet komen, maar er zal ergens een ploeg moeten verdwijnen wat zo’n 1.000 jobs kan kosten. Daarbij lopen het Duitse Bochum en Antwerpen de grootste risico’s, mogelijks verdwijnen in beide vestigingen een ploeg. De vakbonden van Opel hebben op Europees niveau een afspraak om geen fabriekssluitingen te aanvaarden en besparingen zoveel mogelijk te spreiden over verschillende vestigingen.

    GM maakt opnieuw winst…

    Na enkele jaren van verlies, boekte General Motors in het vierde kwartaal van 2006 een nettowinst van 950 miljoen dollar, dat is meer dan voorzien. In het vierde kwartaal van 2005 werd nog 6,6 miljard dollar verlies geleden. Sinds eind 2005 voerde General Motors zware besparingen door in Noord-Amerika. Het bedrijf wil tegen eind 2008 in totaal 30.000 jobs schrappen en negen vestigingen sluiten. Een groot deel van die besparingen werden reeds doorgevoerd.

    Er wordt gevreesd dat Europa zal moeten volgen in de besparingsdrift van General Motors. In 2006 was er een “kostenbesparing” van 6,8 miljard dollar in de VS, dit jaar moet nog eens 9 miljard dollar volgen. In Europa werd in 2006 een nettowinst geboekt van 172 miljoen euro, maar de directie zal natuurlijk meer willen.

    … maar wil meer winst

    Eén van de methoden om de winsten op te drijven, is de verhuis van een deel van de productie naar goedkopere landen. In Rusland is de productie van GM vorig jaar opgedreven van 40.000 tot 100.000 auto’s. De nieuwe Opel Antara, een terreinwagen, wordt in Zuid-Korea geproduceerd.

    Uit een Duitse studie blijkt dat de productie van een auto in Oost-Europa 23% goedkoper kan dan in Duitsland. De loonkosten voor een Golf zouden er bijvoorbeeld 1.926 euro bedragen tegenover 770 euro in Oost-Europa. De lonen vormen in Duitsland echter slechts 15% van de kostprijs. Ook de materialen zouden in Oost-Europa goedkoper zijn.

    Dergelijke cijfers worden door de directies van autobedrijven nauwgezet gevolgd. De besparingen die aan de arbeiders van VW-Vorst werden opgelegd, moeten ertoe leiden dat er Audi’s van de band zullen rollen aan een kost van 32 euro per uur per wagen, dat is 10 euro minder dan in Duitsland.

    De directie van GM wil bij Opel in Europa besparen, maar kondigde meteen aan dat er wellicht pas tegen het einde van het jaar een beslissing zal worden genomen. Dat moet de verschillende vestigingen de tijd geven om de concurrentie met elkaar aan te gaan. Eerder werden reeds jobs geschrapt in Engeland (Ellesmere Port), Portugal (Azambuja), Duitsland (Bochum),… Er zijn nu nog 11 fabrieken van GM in Europa met in totaal 60.000 arbeiders.

    Antwerpen: meer flexibiliteit

    In Antwerpen werd reeds een intentieverklaring ondertekend door vakbonden en directie om onder meer extra flexibiliteit door te voeren en de loonaanpassingen te beperken. Zo zou er maandelijks een zaterdag gewerkt worden waarbij die dag kan gerecupereerd worden gedurende zes jaar, tot midden 2009 zouden enkel de normale indexverhogingen worden toegekend en er zou nog een raamakkoord komen rond outsourcing.

    Eerder werd een akkoord gesloten in de Vlaamse automobielsector om een doorgedreven flexibiliteit mogelijk te maken met een variabele arbeidsduur (met de mogelijkheid van een 10-urendag) op zes jaar tijd waardoor het zowat onmogelijk wordt om nog overuren te presteren. Dat akkoord, mede ondertekend door de vakbondsleiding, werd afgelopen jaar nog met veel media-aandacht door Fientje Moerman toegelicht aan de directie van GM in Detroit.

    Welk antwoord?

    Waar zal de neerwaartse spiraal van lonen en arbeidsvoorwaarden eindigen? Als het van de directies van de automobielbedrijven afhangt zal dat zo laag mogelijk zijn. Tegenover de verdeel-en-heerspolitiek van de directies van de autobedrijven, is eengemaakt verzet nodig.

    • Verzet tegen het verlies van jobs
    • Voor een arbeidsherverdeling en arbeidsduurvermindering zonder loonsverlies
    • Geen overdracht van productie naar andere vestigingen zonder akkoord van de arbeiders
    • Verzet tegen outsourcing
    • Neen aan het opdrijven van de flexibiliteit
    • Open de boeken van de grote autobedrijven, zodat er duidelijkheid is over hun financiële situatie
    • Voor de ontwikkeling van milieuvriendelijker wagens door gebruik te maken van de kennis van de arbeiders in de autobedrijven en door publieke investeringen in wetenschappelijk onderzoek
    • Voor een socialistische productieplanning onder arbeiderscontrole en arbeidersbeheer gecombineerd met een transportplan per land en regio onder publieke controle
  • Naar een verhoging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs?

    In haar nieuw rapport over België bepleit de OESO een verhoging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs. Die drastische ingreep zou twee grote “voordelen” hebben. Ten eerste zou het hoger onderwijs meer middelen krijgen en ten tweede zouden de onderwijsinstellingen de concurrentie verscherpen. "Het is van belang”, aldus het rapport, “dat de inschrijvingsgelden substantieel verhoogd worden, zodat ze een belangrijke financieringsbron van het hoger onderwijs kunnen worden."

    Stefanie Lagae

    Onderwijs wordt een “markt”

    Het is niet toevallig dat dit ballonnetje nu wordt opgelaten. Tegen 2012 moet het Europees onderwijslandschap aangepast worden aan de markteconomie, zoals vooropgesteld in de beruchte ‘Bologna-akkoorden’. Deze werden in 1999 ondertekend door alle Europese onderwijsministers, en moeten onze universiteiten omvormen naar Angelsaksisch model, om ze klaar te stomen voor concurrentie op Europees, en later op internationaal niveau.

    Het plan-Vandenbroucke, waar vorig jaar duizenden studenten tegen protesteerden, is niets minder dan het financiële luik van deze hervormingen. Hierdoor moeten instellingen elkaar voortaan beconcurreren voor hun deel van het overheidsbudget. Dit budget ligt nog vast tot 2012, maar moet geleidelijk aan vervangen worden door privé-kapitaal: van bedrijven, of van de studenten.

    We delen de bezorgdheid van de OESO over het tekort aan middelen voor onderwijs, maar we gaan niet akkoord met de voorgestelde oplossingen. Wij pleiten voor meer middelen van de overheid. Op 25 jaar daalde het aandeel van onderwijs in de begroting systematisch. In 1980 werd 7% van het BBP aan onderwijs besteed, in 2005 was dat nog slechts 4,9%. De studiekost daarentegen is gestegen met 40 tot 60% tussen 1986 en 1999.

    Toegang voor studenten wordt moeilijker

    Meer dan de helft van de studenten werkt om zijn/haar studies te betalen. Onderzoek toont aan dat werkende studenten 40% minder slaagkansen hebben. Een verhoging van het inschrijvingsgeld zal hoger onderwijs voor veel jongeren onmogelijk maken. Hoger onderwijs mag geen voorrecht worden voor diegenen wiens ouders over voldoende middelen beschikken, maar moet toegankelijk zijn voor iedereen.

    In Groot-Brittannië betalen studenten vandaag tot 6000 euro om zich aan een universiteit in te schrijven. De logica is dat studenten door hun diploma gemakkelijker aan een carrière en een dik salaris komen. Ze kunnen voor het inschrijvingsgeld een renteloze lening aanvragen, die ze terug moeten betalen eens hun jaarlijks inkomen meer dan 22.500 euro bedraagt.

    Het gevolg is dat veel studenten zullen afstuderen met schulden van meer dan 30.000 euro, en dat nog voor ze hun eerste job hebben gevonden! Reeds 70% van de Engelse studenten werkt halftijds tijdens hun studies. Een ander gevolg van deze politiek is dat prostitutie van studentes aan een opmars bezig is. In deze ‘sector’ kunnen studenten immers sneller en meer geld verdienen, om zo nog tijd over te hebben om te studeren. Sinds 2000 is een stijging van 50% van de studenten die op deze manier de eindjes aan elkaar knopen. Is dit het perspectief dat onze politici aan de studenten van morgen willen geven?

    Wat zullen de “rode” ministers doen?

    De onderwijsministers Vandenbroucke en Simonet reageren gematigd op de voorstellen van de OESO. Er komen immers verkiezingen aan. Anderzijds is het duidelijk dat de traditionele politici volledig meestappen in de neoliberale logica van de OESO. De plannen van Vandenbroucke maakten dit reeds duidelijk. Ook aan Franstalige kant is er al enige jaren sprake van “bijkomende inschrijvingsgelden” of “administratieve kosten” die door de hogescholen worden opgelegd aan de studenten.

    De officiële studentenvertegenwoordigers van VVS en FEF kanten zich tegen een verhoging van de inschrijvingsgelden. We verwelkomen alle acties tegen een dergelijke verhoging. Daarbij zullen we moeten ingaan tegen de traditionele partijen en daarom is het nodig om te bouwen aan een strijdbare partij die de belangen van de jongeren en het personeel verdedigt. CAP kan zo’n instrument worden.

    In dat kader hebben de Actief Linkse Studenten beslist om samen met CAP deel te nemen aan de verkiezingen van de studentenraad aan de VUB. We zijn ervan overtuigd dat we enkel door middel van strijd, en niet door gelobby, de verhoging van het inschrijvingsgeld kunnen tegenhouden. Het budget voor onderwijs moet terug worden opgetrokken naar 7% van het BBP! Onderwijs is een recht, geen koopwaar!

  • Liberalisering van De Post. Het Duitse voorbeeld

    De Duitse “postmarkt” is één van de meest geliberaliseerde in Europa. Naast de Zweedse liberalisering (die leidde tot een verdubbeling van de postzegelprijs) wordt de Duitse liberalisering als voorbeeld gebruikt. Maar wat betekende die liberalisering concreet voor de werknemers van de verschillende postbedrijven?

    De liberalisering leidde tot een sociaal bloedbad bij Deutsche Post waar 22.000 jobs verloren gingen. Er blijven na 10 jaar geliberaliseerde markt nog 123.000 jobs over bij Deutsche Post. Bij de 900 private bedrijven op de postmarkt zijn er slechts 13.000 jobs gecreëerd, er is dus een nettoverlies van 10.000 jobs.

    Welk soort jobs werd gecreëerd bij die nieuwe private bedrijven? 62,3% van de nieuwe jobs zijn “mini-jobs” met een maandelijks inkomen van maximum 400 euro waardoor geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. Maar probeer maar eens rond te komen met 400 euro in de maand… Met dat soort jobs heb je er minstens 2 of 3 nodig om te overleven. Wie voltijds werkt, verdient 1.000 euro netto. Dat is veel minder dan bij de Deutsche Post. Het aantal mini-jobs bij de post in Duitsland ligt overigens hoger dan in de schoonmaaksector (56%), de horeca (52%) en de reclamesector (49%).

    De liberalisering zorgt ervoor dat private bedrijven beroep doen op huisvrouwen, werklozen of zelfs kinderen om enkele uren per dag post te bedelen voor schamele lonen. In Duitsland deed TNT een oproep aan kinderen boven de 13 jaar om post te bedelen: 1.000 bussen voor 20 euro.

    Nu reeds wordt bij ons een groot deel van het reclamedrukwerk verspreid door nep-zelfstandigen die voor een bijzonder schaarse vergoeding werken. Deze uitbuiting van het postpersoneel zal er enkel maar op vergroten naarmate de liberalisering sterker wordt doorgevoerd in België.

  • VW-directie chanteert arbeiders om sociale achteruitgang op te leggen

    De directie van Volkswagen/Audi heeft de arbeiders van Vorst gechanteerd om drastische sociale besparingen door te voeren op de kap van de arbeiders. Na maandenlang treuzelen waarbij het personeel in het ongewisse werd gelaten, werden de arbeiders nu voor een “keuze” gesteld: aanpassen aan de sociale achteruitgang of opkrassen.

    Geert Cool

    Referendum zonder keuze

    Op 27 februari kwam er een nieuw referendum. Daarin moesten de arbeiders zich uitspreken over een intentieverklaring die werd ondertekend door de vakbondsleiding en de directie van VW en Audi.

    In deze intentieverklaring wordt het behoud van 2.200 jobs vastgelegd, maar dat geldt slechts tot 2009/2010. Indien de Audi A1 geen succes wordt, kunnen nieuwe afdankingen of zelfs een sluiting volgen binnen enkele jaren. De intentieverklaring legt ook enkel de productie vast voor 2007 tot en met 2009/2010.

    Tegenover het behoud van 2.200 jobs staat een vermindering van de “arbeidskost” van 39,9 euro tot 32 euro per uur (-20%). Dat wordt gerealiseerd door het optrekken van de arbeidsduur van 35 tot 38 uur, maar dat zal niet volstaan om de patronale winsthonger te stillen en tot een besparing van 20% te komen. De vakbondsleiding kondigde aan dat het “alternatieven zou ontwikkelen om de arbeidskosten te reduceren met een minimum impact voor onze sociale verworvenheden.”

    De directie van Audi heeft haar voorwaarden gesteld en de arbeiders stonden met de rug tegen de muur bij het nieuw referendum. Het was een keuze tussen pest en cholera waarbij er eigenlijk geen keuze was. Sowieso verloren de arbeiders. De directie en de vakbondsleidingen waren er echter mee gediend dat er een nieuw referendum kwam dat niet zo nipt zou zijn (ook al waren nog steeds 24% van de arbeiders die tegen stemden!). Hierna zal het wellicht stellen dat de arbeiders akkoord gingen met de sociale achteruitgang.

    VW: 2,75 miljard euro winst in 2006

    Toen terug aan het werk was gegaan zonder garanties op papier, was het reeds duidelijk dat het moeilijk zou worden om verdere toegevingen van de directie af te dwingen. Na de strijd in november en december werden hoge vertrekpremies afgedwongen. Volgens de patroonsfederatie Agoria waren dit “buitengewone premies.”

    Agoria voegde er echter aan toe dat ook de sociale achteruitgang op Duitse normen geschoeid is: ook daar was er een arbeidsduurverlenging (van 28,8 tot 33 uur per week) en een besparing op de lonen van zo’n 20%. Na Duitsland moesten ook de Belgische arbeiders de neerwaartse spiraal inzake lonen en arbeidscondities volgen. De vraag is enkel waar de neerwaartse spiraal zal stoppen: in Oost-Europa? Of eerder in China en India?

    Die sociale afbraak kost aanvankelijk wel iets voor het patronaat. Een professor sociaal recht van de UCL, Gilbert Demez, verbaast zich over de hoogte van de vertrekpremies bij VW: “De hoogte van de vertrekpremies lijkt onbegrijpelijk. De herstructurering lijkt daardoor minder gerechtvaardigd. Met het geld dat nu op tafel wordt gelegd voor de vertrekpremies, had het bedrijf de productie op de site van Vorst nog enkele jaren op het huidige niveau kunnen behouden.” (La Libre, 11 december)

    Vorst moet echter als voorbeeld van sociale achteruitgang dienen en daar wil de directie een prijs voor betalen. Na de eerdere dreiging om te sluiten, gebeurde dit nu met de nieuwe chantage die nogmaals de mogelijke sluiting van de vestiging tot voorwerp had. De arbeiders werden voor de keuze gesteld: pompen of verzuipen.

    Maar tegelijk blijven de winsten van VW stijgen. In 2006 boekte de groep dubbel zoveel nettowinst als het jaar ervoor: 2,75 miljard euro. Dat is een scherpe stijging tegenover de 1,12 miljard euro in 2005, maar VW wil meer. De doelstelling is 5 miljard euro winst. En daartoe moeten de arbeiders een prijs betalen.

    Traditionele politici kiezen de kant van de directie

    De regering komt zonder aarzelen tussen in de discussies over de sociale achteruitgang bij VW. Herstructureringen zijn volgens deze regering normaal en noodzakelijk. De regering wil dat gemakkelijker maken en komt daartoe actief tussen in het debat.

    De liberale professor Marc De Vos stelde in De Morgen: “Wie het totaalbeeld als perspectief neemt, beseft echter dat herstructureringen noodzakelijk zijn om de economie te moderniseren. De werknemers van Vorst hebben voor de toekomst gekozen.”

    Hoe ziet die toekomst er dan wel uit? Arbeiders langer laten werken voor een lager loon om zo de aandelenkoersen en de winsten op te drijven. En dat desnoods met een actieve staatsinterventie, ondanks het afgrijzen dat een dergelijke term bij liberalen doorgaans teweeg brengt. Verhofstadt is zelf gaan onderhandelen met de VW-directie en heeft fiscale cadeaus, looninleveringen en flexibiliteit geschonken.

    Nood aan een andere politiek!

    In De Morgen werd op 28 februari uitzonderlijk ook eens het woord gegeven aan enkele rebellen van Volkswagen – doorgaans de “harde kern” genoemd in de media. Eén van hen stelde: “We moeten de klok geen vijftig jaar terugdraaien. We zijn geen slaven, maar arbeiders. Het patronaat moet ons respecteren.” Feit is dat de VW-vestiging in Vorst winstgevend was, maar dat de directie haar wereldwijde winst verder wil opdrijven en daar de arbeiders voor laat betalen.

    Jarenlang was VW een voorbeeld inzake sociale normen die werden afgedwongen door de arbeiders. Nu zal het opnieuw een voorbeeld zijn, maar dan wel inzake sociale afbraak. Als een arbeidsduurverlenging zonder loonsverhoging in VW mogelijk is, waarom zouden andere bedrijven en sectoren dan niet kunnen volgen? Nu reeds is er de dreiging van General Motors dat er wel eens fors zal moeten bespaard worden bij Opel-Antwerpen.

    Wie zich verzet tegen de logica van sociale afbraak, wordt afgeschilderd als “hardliners”, “herrieschoppers”, “hooligans”,… Dat lot overkwam de rebellen van Volkswagen. Zij kregen de volledige traditionele politiek, de media en zelfs hun eigen vakbondsleiding over zich heen.

    Er werden veel grote woorden tegen hen gebruikt, maar zoals één van de rebellen in De Morgen stelde: “Grote woorden liggen me niet. Ik ben niet bang om te werken, maar de omstandigheden moeten rechtvaardig zijn. Als we 38 uur moeten werken, wordt het veel te zwaar. Twintig minuten voor de schaft, dat kan toch niet? Wanneer kunnen we dan rustig onze boterhammen opeten?”

    Dat standpunt was niet geïsoleerd of beperkt tot een “100-tal heethoofden” van “de knokploegen van de Waalse vakbond FGTB Metal” (Gazet van Antwerpen, 27 januari). Zelfs bij het referendum van 27 februari stemde 24% tegen de plannen van de Audi-directie. Naast de 500 tegenstemmers waren er heel wat arbeiders die met de neus dichtgeknepen voor stemden. Bij gebrek aan een strategie van strijd tegen de sociale afbraak, zagen ze geen andere keuze dan het aanvaarden van de plannen van de Audi-directie.

    Wij denken dat er nood is aan een andere politiek waarin niet de winsten van een kleine minderheid centraal staan. Een politiek waar de belangen van de arbeiders en hun gezinnen centraal staan en waar gestreden wordt tegen afdankingen, sociale afbraak en patronale chantage.

  • Brandweer betoogt in Brussel. Geen besparingen op onze veiligheid!

    Gisteren vond in Brussel een betoging plaats van brandweerlieden uit heel het land. Het ongenoegen is groot omwille van een gebrek aan middelen en personeel. De besparingen op de openbare diensten laten zich voelen voor het personeel, maar uiteindelijk ook bij de arbeiders in het algemeen. Het is immers op onze veiligheid dat wordt bespaard. De betoging verliep volgens de media "grimmig" omdat de brandweerlieden hun materieel hadden buiten gehaald.

    De brandweerlieden mobiliseerden nationaal voor deze betoging. Dat is op zich erg belangrijk, want de condities en loonsvoorwaarden zijn veelal lokaal bepaald en verschillend. De brandweer is in veel gevallen afhankelijk van de gemeenten of van een aantal gemeenten in de vorm van intercommunales. Dat is ook het niveau waarop de loons- en arbeidscondities worden vastgelegd. Over deze verschillen heen werd eensgezind gemobiliseerd. De problemen zijn immers overal dezelfde: een tekort aan personeel en te weinig middelen.

    De betoging van 28 februari was succesvol: enkele duizenden brandweerlieden namen deel aan de betoging. Ze eisten de erkenning van hun beroep als risicoberoep, brugpensioen op 55 jaar en meer middelen. Het materieel waarmee de brandweerlieden nu moeten werken, is in veel gevallen verouderd en voldoet niet aan de veiligheidsvereisten. Ook de opleiding laat in veel gevallen te wensen over.

    De brandweerlieden werden niet bepaald vriendelijk ontvangen door het politieke establishment in Brussel. De minister (Dewael) wou hen niet ontvangen en uiteindelijk werd de politie ingezet tegen de betogers. Daarbij werd traangas gebruikt en werden waterkannonnen ingezet. Gelukkig hadden de brandweerlieden zelf ook wat materieel mee, zodat de politie geen vrij spel kreeg voor haar repressie. Waarom gaven de autoriteiten bevel aan dergelijke repressie tegen de brandweerlieden? Uit respect voor hun dagelijkse inzet voor onze veiligheid?

    CAP-interventie

    Op de betoging waren leden van CAP uit verschillende regio’s aanwezig. De solidariteitsbus die aan de piketten van VW stond, was er ook nu weer bij. De pamfletten van CAP werden gretig aangenomen door de brandweerlieden. Er werden een 50-tal Nederlandstalige en een 50-tal Franstalige peterslijsten opgehaald om met CAP te kunnen deelnemen aan de verkiezingen van 10 juni.


    Verslag door een CAP-brandweerman

    Overgenomen vanop www.anderepolitiek.be

    "Beste kameraden, ik ben terug thuis! Nat maar tevreden. Voor de flikken heb ik alweer wat minder respect, voor zover ik daar ooit al wat respect voor zou gehad hebben.

    "Na een rustig begin vanaf het WTC aan het Noordstation gingen ruim 3000 betogers en een dertigtal brandweerwagens naar de Koninginnestraat. Ik heb steeds met een secretaris van LRB-ACOD op kop van de betoging gelopen. Aan de Congreskolom werden we opgewacht door de zwarte horde, inclusief alles wat ze hadden, sproeiwagens, overvalwagens en heel veel mannen met kepie’s met heel veel goud op. Ik was echt jaloers op zulke mooie kepie’s: die van mij is zeker niet zo mooi.

    "Na wat geloei met sirenes en enkele voetzoekers moesten we toch onze kennis eens tonen hoe men degelijk schuim maakt. De flikken konden dat niet appreciëren en antwoordden met de "spuit". Dit deden ze zo slecht dat we dan maar getoond hebben hoe het echt moest… De collega’s uit Charleroi, Ath en Luik zetten drie pompwagens in: wij nat maar zij ook nat met een sausje van proteïneschuim (grondstof zijn dierlijke resten en het stinkt vreselijk, na drie keer wassen, ruik je nog)

    "We hebben toch een unieke kans laten liggen. Volgende keer moeten we daar zijn met de solidariteitsbus van CAP en Jef Sleeckx moet zeker mee. De politiek was nergens. Dat kon ook niet anders; je zou wat gezien hebben. Indien er nog acties zijn, moeten we daar informatie verstrekken. Ik wil dat de volgende keer helemaal coördineren. Moeten we doen!

    "Ontwaakt verworpenen der aarde , c’est la lutte finale!"

    Een CAP-brandweerman

  • Zijn herstructureringen een noodzakelijk kwaad?

    In De Morgen wordt vandaag discussie gevoerd over Volkswagen-Vorst en de herstructurering die daar plaats vindt. Gisteren publiceerde de krant een opiniestuk van Raf Verbeke van het Comité voor een Andere Politiek. Vandaag probeert de liberale professor Marc De Vos te repliceren. Verder worden ook de “rebellen” van VW aan het woord gelaten.

    Geert Cool

    Morgen Beter?

    Op 27 februari werd in het Canvas-programma Morgen Beter gediscussieerd over Volkswagen en ruimer over het economisch systeem vandaag. Aan het debat namen naast o.a. prof Blanpain, Hedwin Declercq, minister Van Velthoven en Raf Verbeke van CAP deel.

    > Op de site van de VRT kan je dit debat opnieuw bekijken

    Chantage van de directie om tot sociale achteruitgang te komen

    Raf Verbeke stelde terecht dat de directie in samenspraak met de regering en een deel van de vakbondsleiding in feite overgaat tot chantage. “De dreiging tot sluiten is een breekijzer om een enorme sociale achteruitgang te organiseren. Had VW zijn fabriek in Vorst willen sluiten, dan had het dat gedaan zoals Renault dat deed: opgeruimd staat netjes!”

    Dat scenario werd van bij het begin van de strijd bij VW naar voor gebracht door verschillende arbeiders van wat men vandaag de “harde kern” noemt. Wij noemen die “harde kern” liever de “rebellen”. Telkens opnieuw werd gedreigd met een volledige sluiting van de vestiging om op die manier zware toegevingen te bekomen. Nu is dat onder meer een arbeidsduurverlenging van 35 uur tot 38 uur per week. Eerst werd gedreigd met een volledige sluiting om een scherpe afslanking van het bedrijf erdoor te krijgen.

    Het resultaat is een enorme sociale achteruitgang. Eén van de rebellen stelt vandaag in De Morgen: “We moeten de klok geen vijftig jaar terugdraaien. We zijn geen slaven, maar arbeiders. Het patronaat moet ons respecteren.” Feit is: de VW-vestiging in Vorst was winstgevend, maar de directie van VW wil haar wereldwijde winst verder opdrijven en daar moeten de arbeiders voor betalen.

    Jarenlang was VW een voorbeeld inzake sociale normen die werden afgedwongen door de arbeiders. Nu zal het opnieuw een voorbeeld zijn, maar dan wel inzake sociale afbraak. Als een arbeidsduurverlenging zonder loonsverhoging in VW mogelijk is, waarom zouden andere bedrijven en sectoren dan niet kunnen volgen?

    Rol van de politici

    De regering komt zonder aarzelen tussen in de discussies over de sociale achteruitgang bij VW. Dat was een noodzakelijk gegeven aldus Verhofstadt. Herstructureringen zijn volgens deze regering normaal en noodzakelijk. De regering wil dat gemakkelijker maken en komt daartoe actief tussen in het debat.

    Verhofstadt vindt daarbij de steun van de liberale professor Marc De Vos (destijds medestander van Boudewijn Bouckaert in Nova Civitas, maar thans actief in een ‘onafhankelijke’ denktank…). De Vos stelt in De Morgen: “Wie het totaalbeeld als perspectief neemt, beseft echter dat herstructureringen noodzakelijk zijn om de economie te moderniseren. De werknemers van Vorst hebben voor de toekomst gekozen.”

    Hoe ziet die toekomst er dan wel uit? Arbeiders langer laten werken voor een lager loon om zo de aandelenkoersen en de winsten op te drijven. Dat is de “toekomst” die Marc De Vos als volbloed liberaal uiteraard aantrekkelijk voor ogen schijnt.

    Desnoods met een actieve staatsinterventie, ondanks het afgrijzen dat een dergelijke term bij liberalen doorgaans teweeg brengt. Raf Verbeke stelde terecht: “Aan de regering wordt het stuurmanschap toebedeeld om de actieve welvaartsstaat vorm te geven in functie van beurswinsten en de competitiviteit.” Volgens De Vos is er geen alternatief, “het alternatief is een verstarde economie die blijft steken in het verleden. (…) Het is om dergelijk onheil te vermijden dat moderne arbeidswetgeving de richting van de activering en het Generatiepact is ingeslagen. Dat is de richting van nieuwe welvaart.” Nieuwe welvaart? Voor wie? Voor de arbeiders of de aandeelhouders?

    Raf Verbeke: “Veel van de verwarring bij VW is terug te brengen tot de politiek van Verhofstadt om de Europese Lissabonstrategie in België door te voeren. Verhofstadt heeft het industriële en sociale plan van VW vooraf onderhandeld met de nieuwe aandeelhouder van Volkswagen zonder syndicaal toezicht. Die wil Audi naar Vorst brengen als Vorst superflexibel werkt, kan profiteren van alle fiscale voordelen voor de interne VW-bank en 20 procent goedkoper werkt. Verhofstadt heeft zich daartoe verbonden tegenover VW-baas Piëch. Alleen met de arbeiders, met zij die de komende jaren de honderdduizenden auto’s moeten afleveren, alleen daar is geen rekening mee gehouden. Dan moet niemand verwonderd zijn dat de arbeiders niet plooien voor zoveel financieel en industrieel geweld.”

    Welk antwoord op de winsthonger van het patronaat?

    Het patronaat maakt recordwinsten en de enige reactie van de regering bestaat uit extra lastenverlagingen voor het patronaat. 2006 vestigde op dat vlak een nieuw record met bijna 5 miljard euro aan cadeaus voor het patronaat (volgens cijfers van de Nationale Bank). Dat dit tegelijk de sociale zekerheid uitmelkt, wordt er zonder problemen bijgenomen door de regering. Enkel de belangen van de winst van de aandeelhouders telt.

    De verantwoordelijkheid daarvoor ligt volgens liberalen uiteraard bij de arbeiders zelf. Marc De Vos brengt een echo van dat idee als hij stelt dat de “onverbiddelijke autorijder die zoveel mogelijk wagen voor zo weinig mogelijk geld wil” ons “geen alternatieven” laat… Ook ziet De Vos geen alternatieven in arbeidsherverdeling of brugpensioen om werk te scheppen voor jongeren. “Na dertig jaar praktijk kent België een lage activiteitsgraad bij de ouderen en een hoge werkloosheidsgraad bij de jongeren.” Het feit dat het opdrijven van de productiviteit en de flexibiliteit ertoe leiden dat er met minder arbeid meer winsten kunnen worden gemaakt, is voor De Vos uiteraard geen probleem. Neen, de arbeiders zijn niet flexibel genoeg om in te spelen op de “dynamiek van de arbeidsmarkt”.

    De Vos kiest duidelijk de kant van het patronaat en probeert het voor te doen alsof de belangen van de arbeiders dezelfde zijn als die van het patronaat: als de winsten stijgen, zijn de kansen op werkgelegenheid groter. Dat is de logica van het neoliberalisme. Waarom wordt echter nooit gedacht aan de belangen van de arbeiders en hun gezinnen? Hebben die er belang bij om steeds productiever te moeten werken tegen lagere lonen en tot ze bejaard zijn terwijl hun kinderen of kleinkinderen geen werk vinden?

    In zijn opiniestuk stelt Marc De Vos: ”Het uitstellen van noodzakelijke herstructureringen is schadelijk voor het bedrijf, zijn werknemers en uiteindelijk voor de hele economie. De arbeiders van VW Vorst hebben dat begrepen. Ze hebben de moed getoond hun eigen vestiging competitiever te maken door langer te werken voor hetzelfde loon. Dit recept is in Duitsland de voorbode geweest van een economische heropleving.” Als we ook hier meestappen in de neerwaartse spiraal inzake lonen en arbeidscondities, kan Duitsland misschien nog eens volgen. Waarna uiteraard de Belgische arbeiders “moed” moeten tonen… Waar stop de neerwaartse spiraal echter? In India en China?

    Nood aan een andere politiek

    De media probeert de rebellen voor te stellen als “hardliners”, “herrieschoppers” en nog andere omschrijvingen die niet bepaald positief overkomen. In De Morgen vandaag wordt een “rebel” aan het woord gelaten. De journaliste kan niet nalaten om eerst een sneer te geven: “Andere vakbondsafgevaardigden van de socialistische vakbond FGTB stoppen hun kameraad in het kamp van klein links, van de PVDA en de radicalere LSP. Als zijn naam valt, koppelen collega’s er meteen donkerrode begrippen als de klassenstrijd of het grootkapitaal aan.”

    De reactie van de rebel in kwestie is echter veelzeggend: “Grote woorden liggen me niet” en “Ik ben niet bang om te werken, maar de omstandigheden moeten rechtvaardig zijn. Als we 38 uur moeten werken, wordt het veel te zwaar. Twintig minuten voor de schaft, dat kan toch niet? Wanneer kunnen we dan rustig onze boterhammen opeten?”

    Tijd om ’s middags boterhammen te kunnen eten en een menselijk arbeidsritme. Zo schandalig zijn de eisen en bekommernissen van die rebellen toch niet? Toch volstaat het om de volle lading te krijgen van de media, politici en jammer genoeg ook van collega-vakbondsmilitanten die hen “extremisten” en “fundamentalisten” noemen.

    Wij denken dat er nood is aan een andere politiek waarin niet de winsten van een kleine minderheid centraal staan. Een politiek waar de belangen van de arbeiders en hun gezinnen centraal staan en waar gestreden wordt tegen afdankingen, sociale afbraak en patronale chantage.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop