Category: Op de werkvloer

  • Mechelse brandweer verhoogt de zichtbaarheid

    Na de acties aan de Mechelse gemeenteraad van 26 februari waren er onderhandelingen tussen de stakende brandweerlieden en het stadsbestuur. Het stadsbestuur kwam met het voorstel om 10 extra vakantiedagen toe te kennen. Dit voorstel werd door de VSOA te licht bevonden en dus verworpen.

    Amaury

    Sindsdien voert de brandweer de druk op door voor meer zichtbaarheid te zorgen. In plaats van de spandoeken aan de kazerne te hangen, ergens in een zijstraat, bezetten ze dagelijks de middenberm van de Koningin Astridlaan. Sinds 5 maart hebben ze hun bezetting nog opgevoerd, met extra spandoeken en tenten. Voorbijrijdende auto’s worden gevraagd even te stoppen en een petitie te tekenen.

    “We willen het nog positief houden, en steun zoeken bij de bevolking” aldus Rudi Somers, die eerder op deze website aan het woord kwam (lees hier ons eerder artikel). De steun van de bevolking is algemeen. Ook onder de manschappen is de stemming om voort te staken unaniem. Het ACV heeft haar stakingsaanzegging opgezegd en zich teruggetrokken uit de actie, maar de ACV-leden staken gewoon mee met de anderen.

    De hogere officieren staken niet mee. Tijdens de vorige hervormingen, waarbij er ferm gesnoeid is in het personeel, konden zij de dans ontspringen. Doen ze nu mee, dan vrezen ze alsnog voor de bijl te gaan. De verdeel en heersstrategie werkt dus nog steeds goed.

    Ondertussen komen er ook op website van Het Nieuwsblad massaal veel steunberichten voor de stakende brandweermannen. Je kan deze berichten nalezen of zelf een steunbericht versturen. Dat kan je op deze pagina.

  • Meer koopkracht door meer loon en welvaartvaste uitkeringen

    1 euro opslag per uur

    De voorbije maanden zagen we een golf van stakingen in Vlaamse bedrijven voor meer koopkracht en een verlaging van de werkdruk. De arbeiders bij Ford-toeleverancier Syncreon staken het vuur aan de lont. Ze werden gevolgd in tientallen andere bedrijven. Het patronaat en de traditionele politici hadden het over “koopkrachthysterie” en “onverantwoorde” stakingen.

    Luc Janssens

    De recordwinsten en toplonen voor managers zijn aan de werkenden en uitkeringstrekkers voorbij gegaan. Die recordwinsten werden onder meer gebruikt voor speculatie op de financiële markten. De financiële crisis wordt nu aangewend om eens te meer de arbeiders en hun gezinnen te laten betalen voor het casino-kapitalisme van de grote aandeelhouders.

    De acties van de afgelopen weken hebben echter wel degelijk resultaat opgeleverd. De strijd bij de Limburgse onderaannemers van Ford leverde telkens een loonsverhoging op naast een loonbonus. Intussen volgden zo’n 40 bedrijven en werd in minstens evenveel bedrijven “de schade beperkt” door preventief loonbonussen toe te kennen. Strijd loont!

    Hysterie of hypocrisie?

    Als moet bespaard worden, kijkt de regering niet naar de grote fiscale fraude (die op 30 miljard euro wordt geschat) of de recordwinsten van de grote aandeelhouders. Neen, de werklozen moeten harder worden aangepakt en we moeten allemaal inleveren op sociale zekerheid, gezondheidszorg,… De legale plundering van de gemeenschapsmiddelen wordt intussen gewoon verder gezet, denk maar aan de notionele intrestaftrek, die ons 2,4 miljard euro per jaar kost. En dan beweert de regering dat er geen middelen zijn voor maatregelen inzake de koopkracht.

    De retoriek van regering en patronaat is hypocriet. Ze durven beweren dat er geen probleem is met de koopkracht. Je kan enkel maar als wereldvreemd worden beschreven als je ontkent dat de prijsstijgingen van voeding, wonen, energie, bezine, heel zwaar wegen op een modaal gezinsbudget.

    Vorig jaar maakten de Belgische bedrijven een recordwinst van 77 miljard euro. De topmanagers in Duitsland kregen in 2007 17,5% opslag (en dat bovenop de gevallen van fraude!). Maar dan kan er geen algemene loonsverhoging van 1 euro worden toegekend aan gewone werkenden?

    Meer loon!

    De eis van 1 euro opslag werd steeds meer overstemd door de toekenning van loonbonussen, eenmalige premies van meestal 500 tot 1.200 euro per jaar. Die premies zijn zeker welkom, maar er zijn structurele loonsverhogingen nodig. Een bonus van 750 euro is mooi, maar volgend jaar kan die premie volledig wegvallen waardoor de koopkracht nog verder achteruit gaat. Eenmalige bonussen volstaan niet, er is nood aan een effectieve en blijvende loonsverhoging.

    Daartoe zal strijd nodig zijn. VBO-topman Timmermans riep de vakbonden op om de situatie onder controle te houden. De oproepen van het patronaat hebben effect. Zo riep Luc Cortebeeck de ACV-vrijgestelden op het nationaal comité op om te vermijden dat de sociale onrust zou escaleren.

    In plaats van bewegingen en acties af te remmen op vraag van regering en patronaat, zouden de vakbondsleidingen beter luisteren naar het signaal van de duizenden arbeiders die de afgelopen weken en maanden in actie kwamen voor meer koopkracht. Ze zouden beter de militanten in alle gewesten en sectoren raadplegen en interprofessionele bijeenkomsten organiseren om een actieplan op te stellen dat opkomt voor meer koopkracht door meer loon, een volledig herstel van de index, de welvaartvastheid van de uitkeringen, de afschaffing van BTW op basisproducten, de afschaffing van alle patronale cadeaus van de afgelopen jaren, gemeenschapscontrole op de energiesector,…

  • Antwoord op het energieprobleem: nationalisatie!

    “Electrabel boekt meer winst”, “Elektriciteit toch fors duurder”… De stijgende energieprijzen en winsten domineerden de laatste week de krantentitels. Suez-Electrabel heeft vorig jaar nog maar eens recordwinsten neergezet. De winst van Suez steeg met maar liefst 15 procent. Vooral in tijden dat de koopkracht van veel gezinnen een serieuze knauw gekregen heeft door de gestegen energieprijzen, stoot dat soort inhaligheid op steeds meer onbegrip en verzet.

    Jonas Van Vossole

    Stijgende prijzen

    Toen de elektriciteitsmarkt in 2001 werd geliberaliseerd, maakte paars ons wijs dat de prijzen zouden dalen door de toegenomen concurrentie. Maar na 7 jaar valt daar weinig van te merken. Het gevolg van de liberalisering was dat de gemeenschap één van de grootste staatsbedrijven kwijt. Daarbij komt dat, in tegenstelling tot wat Stevaert en co beweerden, de prijzen niet daalden maar net stegen, omdat de private firma’s zoals nu ook Electrabel, winsten moesten presenteren aan de aandeelhouders. De opbrengst van de verkoop van Electrabel, aan het consortium Suez, werd bovendien gebruikt om lastenverlagingen voor de bedrijven te betalen.

    De energieprijzen swingen vandaag de pan uit, en stijgen zelfs sneller dan de andere producten. Electrabel verhoogde haar gasprijzen vorig jaar met 20% en ook dit jaar ziet het er, ondanks eerdere beloften van Electrabel, naar uit dat ook nu weer de prijzen serieus zullen stijgen. De Nationale Bank en de Creg (de overheidsinstelling die de energiesector in de gaten houdt) stellen dat de prijzen dit jaar nog maar eens met gemiddeld 300 € per gezin zullen stijgen.

    Obscene winsten in de energiesector

    We moeten niet ver zoeken waar het geld van die hoge energieprijzen naar toe gaat. De wereldeconomie kent dan wel een energiecrisis sinds enkele jaren; de energiebedrijven lijden er zelf niet onder. Begin dit jaar maakte Shell nog een jaarwinst bekend van 15 miljard euro. De grootste nettowinst ooit voor een Britse firma – en meer dan 1000 euro winst per Brits gezin, per jaar. Exxon Mobil verbeterde haar recordwinst van 2006 en haalt met 41 miljard dollar de grootste bedrijfswinst ooit voor een Amerikaans bedrijf.

    Ook de Belgische bedrijven kunnen niet klagen. Het Frans-Belgische concern Suez-Electrabel legde recordcijfers voor. De winst van het bedrijf, waar de rijkste Belg – Albert Frére – de belangrijkste aandeelhouder van is, bedroeg vorig jaar 5,18 miljard euro. In 2006 maakte Electrabel zo’n 920 euro winst per Belgisch gezin.

    Het ziet er bovendien naar uit dat de winsten van Electrabel de komende jaren nog een pak zullen stijgen. Mogelijk zullen de kerncentrales toch langer openblijven dan 2015. Het argument dat de centrales een tijdje langer moeten open blijven in afwachting van nieuwe, ecologische productiecapaciteit houdt misschien steek, tenminste als men ook effectief bouwt aan de alternatieven. De samenleving kan zich immers niet permitteren van nog eens 25% extra CO2 de lucht in te sturen.

    Maar het houdt geen steek als het openhouden van die centrales alleen ten goede komt van Electrabel. Toen Electrabel werd geprivatiseerd in 2001, werd de waarde ervan berekend op het feit dat de kerncentrales nog slechts een beperkt aantal jaar elektriciteit zouden mogen produceren. De elektriciteit die na 2015 uit de centrales komt, zal niets kosten voor het bedrijf. Dat is pure diefstal van de gemeenschap, recht in de zakken van de aandeelhouders van Suez.

    Alternatieven

    Ten opzichtte van het energieprobleem en de stijgende prijzen is er dringend een oplossing nodig. Halfslachtige oplossingen zoals de zogenaamde mottenballentaks van de toekomstige regering Leterme, of verbuikerscollectieven, zoals bepaalde linkse organisaties voorstellen, bieden geen structureel antwoord.

    De zogenaamde mottenballentaks is een extra belasting van 250 miljoen op de energiesector om het gat in de eerste begroting van de regering Leterme I te dichten. De regering brengt het naar voor als een extra belasting op de excessieve winsten van Electrabel, en als een soort compensatie voor het langer openhouden van de nucleaire centrales, al mag het zo niet gezegd worden van de PS.

    Waar die mottenballentaks echter uiteindelijk – als je het logisch bekijkt – op neer komt is een soort verborgen, door Electrabel geïnde, taks op elektriciteitsverbruik. Ze wordt betaald door de gezinnen via de hogere energieprijzen. En ze wordt integraal gebruikt om de cadeaus aan de grote bedrijven te betalen die het gevolg zijn van maatregelen van de paarse regering Verhofstadt II, maar ook nu nog worden voortgezet. Deze fraude kreeg de naam ‘notionele intrestaftrek’. Het mechanisme klinkt misschien vrij ingewikkeld, maar zorgt er in praktijk voor dat bedrijven geld terugkrijgen van de belastingen wanneer ze schijninvesteringen doen, door geleend geld door te schuiven naar dochterfirma’s.

    Ook de zogenaamde verbruikerscollectieven bieden geen structurele oplossing, er wordt immers niet geraakt aan de essentie van de kapitalistische logica. Het kan interessant klinken om een groep consumenten te verenigen en zo een sterkere onderhandelingspositie in te nemen waardoor de prijzen op korte termijn dalen. Maar naarmate dit systeem meer zou worden toegepast, zal het effect ervan verdwijnen. De aandeelhouders zullen hun rendement niet willen verliezen. Lagere prijzen zullen eventueel gecompenseerd worden door lagere lonen en het opdrijven van de productiviteit. Maar uiteindelijk zal het effect op de prijzen op langere termijn eveneens verdwijnen. We moeten voorzichtig zijn dat er via dit soort voorstellen geen breuk wordt gecreëerd tussen werknemers aan productiezij en consumptiezijde. Of tussen gezinnen die wel deel uitmaken van een collectieve regeling en zij die niet dat voordeel hebben.

    Nationalisatie onder arbeiderscontrole

    In plaats van hier en daar voor de “lucky few” een paar druppels op een hete plaat te laten vallen, moeten we het winstvuur afzetten. Enkel een volledige nationalisatie van de energiesector onder arbeiderscontrole kan soelaas bieden. Een nationalisatie laat toe dat de essentie van Electrabel niet meer het opdrijven van de winsten van de aandeelhouders is. Maar dat de productie in dienst van de gemeenschap centraal komt te staan, en dit volgens de mogelijkheden van de arbeiders bij Electrabel zelf. Nutsdiensten bestaan er immers niet om winsten te maken, maar om de behoeften van de bevolking en de economie te dienen.

    De vrijgemaakte miljarden die na de volledige nationalisatie niet meer moeten besteed worden aan het uitbetalen van de aandeelhouders of het uitbreiden van het Suez-imperium, kunnen dan door de gemeenschap gebruikt worden. Enerzijds biedt het de mogelijkheid om de prijzen, zeker voor de armsten serieus te verlagen, en anderzijds komt er geld bij om te investeren in minder economisch rendabele, maar veel ecologischer methoden van energieproductie, zoals windenergie of investeringen in kernfusie. Misschien zullen die geen voldoende antwoord bieden, maar zolang er geen middelen zijn om het wetenschappelijk onderzoek vrij te maken, zal het ook quasi onmogelijk zijn om alternatieven te ontwikkelen.

  • Meer koopkracht door meer loon! Interview met Kristof Desmet (ABVV Bekaert)

    Kristof Desmet is vakbondsafgevaardigde van Bekaert AC Deinze/Zulte. Gedurende de recente stakingsgolf was Bekaert één van de bedrijven waar in enkele afdelingen gestaakt werd. Arbeiders kwamen reeds op verschillende plaatsen in actie voor meer loon, koopkracht en werkzekerheid. Maar is er sprake van echte verworvenheden of is er meer nodig? Genoeg redenen voor een gesprek met deze vakbondsman.

    Interview door Wouter Wanzeele

    Hoe ervaar je de recente stakingsgolf die gepaard gaat met de strijd voor meer koopkracht?

    “Bij ons was er bereidheid om te staken, maar toch zijn we er niet tot overgegaan. We hebben ons ongenoegen geuit op de werkvloer en de druk opgevoerd o.a. door aan een lager tempo te werken. Van staken werden we weerhouden door een aantal factoren. Zo hebben we heel wat jonge werknemers met een gezin en een huis dat afbetaald moet worden. Ook de financiële situatie van het bedrijf was een nefaste factor. Nadien moet tevens de schade ingehaald worden door overuren te kloppen. De belangrijkste reden ligt echter in het feit dat we hiermee maar beperkte resultaten halen. Zo werd wat Bekaert betreft een éénmalige premie van 600 euro en 4,8% in de plaats van 4,5% van de bedrijfswinsten bekomen. Vanaf 2009 zal ook telkens 350 euro premie volgen vanaf winst van 1 euro.”

    In welke zin was dit resultaat beperkt?

    “Dit resultaat van de acties kan op het eerste zicht positief lijken en elke verworvenheid valt toe te juichen, maar de realiteit wijst uit dat de bedrijfsleiding deze ‘toegevingen’ naar zijn wil kan zetten. Zo kan de winst beperkt worden door afschrijvingen en andere boekhoudkundige bespelingen. Meer dan losse stakingen die verdeeldheid creëren, is er een nood aan algemene, goedgeorganiseerde stakingen voor loonsverhoging én BTW-verlagingen. Want wie niet van een bijkomende premie kan genieten, dus ook mensen die geen werk hebben, zien hun koopkracht hierdoor zeker en vast niet stijgen. Verder is de arbeidersstrijd in mijn ogen enkel nuttig wanneer het gaat om echte loonaanpassingen. Zodat er een echt voordeel is dat de koopkracht veilig kan stellen. Maar de bedrijfsleiding geeft enkel toe wat fiscaal voordelig is, zoals groepsverzekeringen die fiscaal aftrekbaar zijn, omzetting van loon in maaltijdcheques die niet geïndexeerd worden of gelijkstelling van loonklassen die benut worden om de flexibiliteit hoog op te drijven. Alles staat in teken van hun winst.”

    Wat vind je verder van de standpunten van de patroons over loonsverhoging?

    “De standpunten die ze innemen, zijn bijna volledig ingegeven door hun werkgeversorganisaties, zoals Agoria. Alles ligt vooraf vast en wordt gepland. Argumenten die aangehaald worden zijn o.a. de hoge dollar, de concurrentie met andere landen,… De waarde van deze argumenten valt sterk te betwijfelen. Zeker als je weet dat ze al heel wat financiële voordelen van de overheid krijgen. Deze worden dan gespendeerd aan machines en financiële support voor de buitenlandse vestigingen in de plaats van benut te worden voor de creatie van meer en betere jobs.”

    Is er ook sprake van delocalisatie?

    “Ja. Ook dit is een dreigement dat steeds gehanteerd wordt. Er werd reeds gedelocaliseerd, dus het blijft niet steeds bij een dreigement. Zo zie je dat in Bekaert Zwevegem het personeelsaantal in een tiental jaren tijd ongeveer van 5000 naar 1000 is gebracht. Terwijl het totaal aantal personeelsleden internationaal toegenomen is. We kunnen of denken er niets aan te kunnen doen.”

    Bestaat er een internationale werking tussen de vakbonden van Bekaert?

    “Nee. Er is wel een Europese ondernemingsraad. Daar zijn wij echter als kleine deelonderneming van Bekaert niet in vertegenwoordigd. Deze ondernemingsraad schept niet veel mogelijkheden.”

    Acht je een internationale werking wenselijk?

    “Ja. Deze is zeker en vast wenselijk. Echter moet ik al snel opmerken dat het ons onmogelijk gemaakt wordt. We worden immers als concurrenten tegenover elkaar uitgespeeld. Bij Volkswagen werd dit heel duidelijk tussen de Belgische en Duitse sectie. Zo moesten de Belgische vakbonden argumenten formuleren waarom zij het wel ‘verdienden’ om jobs te behouden en de arbeiders uit Duitsland niet. Dit is heel gevaarlijk. De internationale solidariteit tussen arbeiders wordt op deze manier immers gebroken. Dit is tevens op lokaal vlak merkbaar. Zo zijn de genoemde verworvenheden voor de Bekaert-afdelingen, hoe beperkt ook, enkel van toepassing op de bedrijven die onder de noemer van Bekaert nv. vallen. Dat is voor ons dus niet het geval, aangezien wij in Deinze het statuut hebben van een KMO binnen de Bekaert-groep. Wij dienen dus afzonderlijk voor onze verworvenheden te strijden. Dit zorgt dat de solidariteit op een laag pitje komt te staan. Dus er is nood aan meer eenheid en solidariteit tussen de arbeiders!”

    Hoe werd gereageerd op de regeringsvorming?

    “De mensen zijn er weinig mee bezig. Het geloof in het traditioneel politieke veld is verdwenen. Het imago heeft de ideologie vervangen. Ze zijn bijna uitsluitend met het eerstgenoemde bezig, waardoor er geen deftige voorstellen tot sociale verandering komen. De mensen weten dan ook niet op wie ze moeten stemmen om hun belangen verdedigd te zien.”

    Wat vond je van de betoging van 15 december voor meer koopkracht?

    “Er was een tekort aan organisatie en misschien had het ook op het verkeerde ogenblik plaats. Ik ben voorstander van een algemene, goedgeorganiseerde betoging op een weekdag. Dan staat men voor de keuze tussen werk en betogen. Dit vergt van de vakbonden ook enige (financiële) inspanningen. De verdeeldheid tussen vakbonden, maar ook tussen heel wat linkse bewegingen, zou omgezet moeten worden in een gezamenlijke strijd op basis van hun gemeenschappelijke standpunten en belangen.”

  • Mechelse brandweer staakt voor pensioen op 56

    “Wat fundamenteel verkeerd is, is dat het KB van ’99 de steden toelaat om wel of niet in het KB te stappen, en zo de eigen pensioenleeftijd van gemeente tot gemeente kan laten variëren.” Aan het woord is Rudi Somers, Mechelse brandweerman in staking, afgevaardigde voor het VSOA bij de Mechelse brandweer en Vlaamse voorzitter van VSOA-brandweer.

    Amaury

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Update

    Dinsdag werd actie gevoerd aan de gemeenteraad en woensdag werd actie gevoerd aan de Kon. Astridlaan. Hiermee wordt het protest van de brandweerlieden meer zichtbaar. Met de acties kan de steun onder de bevolking voor de acties toenemen.
    [/box]

    De Mechelse brandweer staakt al geruime tijd tegen de plannen van het gemeentebestuur en burgemeester Bart Somers om de pensioenleeftijd voor de brandweer niet op 56 jaar te laten. Er bestaat een Koninklijk Besluit, dat gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek rond de pensioenleeftijd, maar dit KB bepaalt enkel dat de pensioenleeftijd vanaf 56 jaar “kan”.

    Hierdoor kan een Leuvense of een Zaventemse brandweerman wel op 56 jaar met pensioen, maar een Mechelse niet. “Alsof in Mechelen de brandbestrijding minder schadelijk is”, grapt Rudi Somers nog. “Want wat voor een jonge spuitgast van 20 nog kan, is voor iemand met 30 jaar dienst een loodzware belasting, waarvan hij niet snel meer recupereert. Met het wegvallen van verschillende diensten, zoals de telefooncentrale of de ambulancedienst, is de bezetting van 110 naar 85 man teruggevallen, en moet iedereen alle taken op zich nemen. Iemand van 55 kan nu niet enkel de taak van chauffeur op zich nemen, maar moet ook nog eerste man zijn.” (de “eerste man” is diegene die als eerste een brandend gebouw in moet met thermisch pak, zuurstoffles, en gasmasker, een loodzware taak dus)

    Voor de verhoging van de pensioenleeftijd geeft Somers (Bart, niet Rudi) drie redenen. Er is het financiële aspect. Uiteraard is het budget van een gemeente beperkt. Maar op veiligheid van personeel en bevolking zou geen prijs mogen staan. Verder neemt Bart Somers een principiële houding in: als voorzitter van een partij die stelt dat we allen langer moeten werken, wil hij die maatregel effectief veralgemenen. De discussie rond het Generatiepact werpt dus ook zijn schaduw op het personeel van openbare diensten.

    Tenslotte zijn er de hervormingen die op stapel staan eens de regering definitief gevormd is. Er werd gesteld dat de brandweerhervorming prioritair zou zijn, maar door de aanslepende regeringscrisis wil elke minister wel prioriteiten naar voor schuiven. En als alles prioritair is, blijft er geen enkele prioriteit over.

    Bovendien is het onduidelijk wat de hervormingen exact zullen brengen. Zullen de korpsen federaal blijven, of regionaal? Of zelfs maar zonaal? Ook hier vat Rudi het kernachtig samen: een zo groot mogelijk eenheid is in hun voordeel: want doordat de stakingsactie op gemeentelijk vlak moet gevoerd worden, is hun slagkracht beperkt. “Als we allemaal onder hetzelfde statuut zouden vallen, zouden we ook samen aan één zeel kunnen trekken.” Andere korpsen hebben eens een bezoekje gebracht en hun steun toegezegd, maar daar blijft het ook bij.

    En solidariteit vanwege de andere stadsdiensten? “De brandweer is een eilandje op zich. We worden gezien als de mannen die gans hun dienst maar wat zitten te kaarten, terwijl de dagtaak van een brandweerman behoorlijk vol zit. En als we dan zo vroeg met pensioen willen, dan is dat om nog in het zwart te kunnen bijklussen. Daardoor is de solidariteit vanuit de andere diensten beperkt. Hier en daar een afgevaardigde die langs komt, en dat is het.” Toch zou het anders kunnen. “Indien de andere stadsdiensten op straat komen, kunnen wij hen ondersteunen. Met ons materiaal kunnen we behoorlijk wat kabaal maken. De laatste keer dat alle stadsdiensten samen in actie kwamen, is ondertussen 23 jaar geleden, maar toen hebben we wel resultaten geboekt.”

    Met spandoeken aan de gevel en met flyeracties op de markt hebben de brandweermannen om aandacht gevraagd. Op 26 februari willen ze ook nog eens de gemeenteraad onder druk zetten. Maar daar verwachten ze alleen steun van de kant van het Vlaams Belang. Opposition oblige. Een afspraak met Caroline Gennez ging niet door. Zelf stuurde ze haar kat en een kabinetsmedewerker. Maar uit die gesprekken bleek dat ze eerder haar liberale coaltiepartner zou steunen dan de stakende arbeiders. Ook op lokaal vlak doet zich de nood aan een arbeiderspartij voelen.

    Kortom, Somers en Somers gaan nog voor hete vuren staan in de stad van de Maneblussers.

  • Bayer/Lanxess: actie aan jobdag

    Op 26 september kondigde de directie aan dat 325 jobs zouden verdwijnen bij Bayer/Lanxess. Sindsdien waren er 17 bijzondere ondernemingsraden en het aantal bedreigde jobs staat nu op 275. Terwijl er jobs verdwijnen, werkte Bayer mee aan een jobbeurs om jongeren warm te maken voor een job in de chemie. De vakbonden voerden actie aan deze beurs.

    De vakbonden blijven zich verzetten tegen de besparingsplannen en afvloeiingen. In een pamflet aan de werknemers stellen de bonden: “Ook na de informatie en consultatie blijven we van mening dat ze [de besparingen en afvloeiingen] niet nodig zijn. Integendeel, onze vrees blijft dat deze plannen de veiligheid in het gedrang brengen en de afbouw zal leiden tot bijkomende druk en stress op de werkvloer.”

    Er worden onderhandelingen opgestart voor een sociaal plan, waarbij de bonden het aantal naakte ontslagen willen beperken tot nul. Zo komen 140 mensen in aanmerking voor brugpensioen. Ook eisen de bonden harde garanties voor wie overgeplaatst wordt naar onderaannemers, waarbij ook de duurtijd van het contract cruciaal is.

    Tegelijk met de onderhandelingen rond een sociaal plan, moeten er onderhandelingen komen voor een normale CAO 2008-2009 over de loon- en arbeidsvoorwaarden. Daarbij hebben de bonden reeds aangekondigd dat er iets moet gebeuren aan de koopkracht, “Een aanzienlijke verbetering van de uurlonen en maandwedden is noodzakelijk.”

    Op zaterdag 16 februari was er I-days, een jobbeurs om jongeren warm te maken voor een job in de Antwerpse industrie. In tegenstelling tot Lanxess nam Bayer wel deel aan deze jobbeurs, terwijl er 275 jobs bedreigd zijn. Dat komt uitermate cynisch over en de bonden voerden dan ook actie aan de beurs. In plaats van nieuwe mensen aan te werven, zouden arbeiders die hun job dreigen te verliezen beter gaan bijscholen.

  • Actieplan nodig om koopkracht te verdedigen!

    Hoe verder na de betoging van 15 december?

    Twee maand ligt de betoging van het vakbondsfront “voor een sterke federale sociale zekerheid, meer koopkracht en een meer evenwichtige fiscaliteit” achter de rug. Met 25.000 zijn we toen afgezakt naar Brussel. Het hadden er veel meer kunnen zijn. Als de vakbonden maar tijdig het mobilisatiepamflet ter beschikking gesteld hadden van de syndicale delegaties. Of ook nog, als de arbeiders niet reeds vooraf door hadden dat 15 december alweer een wandeling zonder verlengstuk zou worden.

    Eric Byl

    De sceptici hadden helaas weer niet helemaal ongelijk. Naar een ordewoord konden we op het einde van de betoging fluiten. Het werd sindsdien oorverdovend stil langs de kant van de vakbondstop. Zijn de sterke sociale zekerheid, de koopkrachtverhoging en de evenwichtige fiscaliteit dan verworven? Helaas. Het enige wat de vakbonden “verkregen”, was de vorming van een (bijna) tripartite in plaats van Rooms-Blauw. Interimpremier Verhofstadt lichte de betekenis daarvan voor onze eisen meteen toe: “er is geen geld”. Hij voegde er nog fijntjes aan toe dat zelfs de eisen van SP.a te ver gaan en de PS al helemaal geen eisen stelt.

    Zwakheid zet aan tot agressie. De stilte van de vakbondstop wordt overstemd door gejoel aan de overkant. Het VBO waarschuwt voor “emobeleid” en pleit voor all-in akkoorden, om de beperkte looncompensatie van prijsstijgingen door de afgezwakte indexkoppeling nog meer te neutraliseren. Dat belooft voor de IPA-onderhandelingen in het najaar… Als de koopkracht beter moet, dan maar op kosten van de overheid door verlaging van de personenbelasting, luidt de patronale redenering. Wat we netto winnen, kunnen we dan meteen besteden aan duurdere prijzen voor wat ooit openbare diensten waren.

    Voka waarschuwt voor verlies aan concurrentiekracht. Geen politicus of vakbondsman die er echter aan denkt hen de cijfers van het nochtans rechtse weekblad Trends onder de neus te gooien. Daaruit blijkt dat de gecumuleerde winst van alle sectoren voor 2006 77,4 miljard euro bedroeg, een kwart meer dan de 62 miljard euro in 2005, toen ook al een record (Nieuwe editie Trends top 30.000). Het VBO schrijft: “Er kwamen meer directe buitenlandse investeringen (waardeverdubbeling in 2006)”. Het geeft ook toe dat België een zeer opmerkelijke plaats inneemt op de wereldranking inzake directe buitenlandse investeringen (4de, nog voor China). Dat zou de vakbondstop moeten antwoorden op de hypocriete klaagzang van de patroons.

    De protestactie van voornamelijk een handvol ABVV-personeelsleden, aangevoerd door het duo De Leeuw-Demelenne, aan de hoofdzetel van Electrabel volstaat echt niet. Als de top niet wil of durft, moeten we het zelf maar doen, zullen ze bij Syncreon gedacht hebben en op maandag 14 januari gingen ze spontaan in staking. Syncreon is een van de talloze onderaannemers van Ford. Destijds werd dat systeem ingevoerd in een poging de arbeiders te verdelen en de lonen en arbeidscondities te ondermijnen. Blijkbaar hebben de arbeiders de achillespees gevonden, binnen de kortste keren lag de band bij Ford stil en werd vanuit Ford druk gezet op de onderaannemers om het conflict zo snel mogelijk te beëindigen, want door het “just in time” systeem waren ze zo door de voorraad heen.

    Zien eten, doet eten. De arbeiders van Lear Corporations, van SML, Magna Belplas en IAC volgden, telkens met succes. De werkgeversorganisatie VOKA riep de toeleveranciers op om Ford Genk niet langer te “gijzelen” en de “waanzin” te stoppen. Wij dachten net integendeel dat het Ford Genk was dat al jarenlang de arbeiders gijzelde door steeds meer uit te besteden. De arbeiders bij Ford dachten er net zo over en volgden het voorbeeld van de onderaannemers en dwongen eveneens toegevingen af.

    In een reactie op de staking bij Ford stelde Cortebeeck (ACV) dat de vakbondstop de stakingsgolf “zeker niet uitgelokt” had en zo snel mogelijk een oplossing wou. Intussen regent het nieuwe berichten over prijsstijgingen, meestal van basisbehoeften als voedsel, energie en huisvesting. Het probleem oplossen, bestaat erin de lonen en uitkeringen op te trekken om het hoofd te bieden aan de stijgende levensduurte en de groeiende armoede, niet om de superrijken nog meer toe te stoppen. In plaats van te spreken over ons “buikgevoel”, zouden Cortebeeck en diens ABVV-collega De Leeuw in alle gewesten en sectoren de militanten moeten raadplegen voor het opstellen van een actieplan voor koopkracht!

    > socialisme.be/lsp/lonen

  • Stakingsgolf levert resultaten op

    In januari werden 32 privévedrijven geraakt door stakingsacties. De stakingsgolf was vooral in Limburg sterk aanwezig, maar vond ook elders navolging. En de acties vielen na januari niet stil: er volgden nog acties bij onder meer Bekaert en Crown Cork in Deurne. Opvallend bij alle acties: ze leverden veelal resultaat op.

    Januari bleek een stakingsmaand te zijn. Het patronaat had het niet verwacht en ook voor de vakbondsleiding kwam het grotendeels als een verrassing. Maar toch waren er stakingen bij 32 privébedrijven, waarvan 14 in de provincie Limburg. De meeste stakingen hadden betrekking op de koopkracht, maar er waren ook nog andere thema’s zoals de aanval op de arbeids- en looncondities bij Carrefour of de acties bij Arcelor in Luik. Ook in de openbare sector waren er acties bij het openbaar vervoer rond veiligheidsproblemen.

    12 van de bedrijven waar werd gestaakt in januari bevinden zich de automobielsector en de toeleveranciers. Daarnaast zijn er nog 9 bedrijven uit de metaalsector. De overgrote meerderheid van de stakingen vonden bijgevolg plaats in een sector waar er vandaag reeds een all-in akkoord geldt, wat betekent dat de stijgende prijzen (en de verwrongen impact daarvan op de index) ervoor zorgen dat geen loonsverhoging meer mogelijk is. Ondanks die vaststelling pleiten de patroons nu voor een veralgemening van de all-in akkoorden.

    Naast de stakingsacties werden in sommige bedrijven acties vermeden door “preventieve” onderhandelingen waarbij eveneens premies of bonussen werden toegekend. De eis voor meer koopkracht stond centraal en leidde vaak tot de toekenning van een loonbonus. Bij Ford Genk, Opel Antwerpen, Bekaert, Tenneco Automotive, Galva, Alro, D. Logistics Packing, Syncreon en andere bedrijven werd telkens een loonbonus toegekend tussen 500 en 1200 euro.

    Het patronaat erkent dat dergelijke eenmalige operaties interessant zijn omdat het niet gaat om blijvende loonsverhogingen. Van Haverbeke (Agoria): “De bonussen laten toe de schade enigszins te beperken. Die zou nog groter zijn als we recurrente loonsverhogingen moesten toekennen. Nu kunnen we een structurele aantasting van onze concurrentiepositie in de meeste gevallen nog vermijden.” De Agoria-verantwoordelijke voor de metaalsector stelde bovendien dat er minstens 42 bedrijven waren waar er looneisen op tafel werden gelegd.

    Bij Bekaert in West-Vlaanderen was er eveneens een ontwerpakkoord met een loonbonus van 500 euro, maar toch werd gestaakt. De arbeiders eisten een loonsverhoging en geen eenmalige en bijgevolg onzekere premie. Bij Crown Verpakking in Deurne eisten de arbeiders een loonsverhoging van 0,5 euro per uur en een maximale loonbonus van 2200 euro. De loonopslag kwam er niet en de premie werd teruggebracht tot twee keer 500 euro. Maar de toon is gezet.

    De tientallen stakingsacties van de afgelopen weken tonen aan dat het ongenoegen rond de koopkracht groot is. De betoging van 15 december had geen eindpunt mogen zijn en is dat voor veel arbeiders ook niet geweest. Maar na 15 december stonden ze er alleen voor in hun bedrijf. Ondanks dat isolement werden zowat overal toegevingen afgedwongen. Wat zou mogelijk geweest zijn indien de beweging wel was georganiseerd en gecoördineerd op nationaal vlak?

  • Naar een kaalslag in het hoger onderwijs

    Rationalisatie, noemt de onderwijsminister het. Meer dan honderd opleidingen in het hoger onderwijs worden bedreigd door een nieuwe besparingsgolf die ervoor moet zorgen dat kleine richtingen verdwijnen. Hoe kan dat het gemakkelijkste? Eenvoudig: door alle richtingen met minder dan 115 studenten effectief af te schaffen. De enige mogelijkheid die overblijft is fuseren of verdwijnen.

    Onderwijsminister Vandenbroucke (SP.a) is goed bezig om de pogingen van zijn partij om wat linkser uit de hoek te komen (de kritiek op het Afghanistanbeleid van De Crem of de kritiek op uitzendarbeid) te torpederen. Eerder deze week deed hij dit al door de VDAB toe te laten om uitzendarbeid als normale jobs te laten beschouwen waarbij de uitkering van een werkzoekende kan geschorst worden indien deze niet bereid is om een uitzendjob aan te nemen.

    Nu is het opnieuw prijs in het hoger onderwijs. Zo’n 130 opleidingen aan Hogescholen en Universiteiten worden bedreigd. Onder meer in kunstrichtingen en wetenschappen zou er hard gesnoeid moeten worden als het van de onderwijsminister afhangt. Terwijl iedere pedagoog weet dat kleine groepen beter zijn om een goede opleiding te kunnen aanbieden (omdat er een meer persoonlijke band en begeleiding is), wordt een absurde grens ingesteld dat iedere bacheloropleiding minstens 115 studenten moeten tellen. Zoniet blijft er enkel een keuze tussen een fusie of een verdwijnoperatie.

    Een commissie die een “rationalisering” van het hoger onderwijs moest voorbereiden, deed er een jaar over om een rapport op te stellen. Centraal in het rapport staat het idee van de 115-regel. Waarom ze een jaar nodig hadden om een dergelijke eenvoudige besparingsoperatie boven te halen, ontgaat ons. De regel zou geleidelijk doorgevoerd worden met eerst een norm van 80 studenten per bacheloropleiding tegen 2012. Bovendien mogen er geen nieuwe opleidingen bijkomen.

    Niet de belangen van de studenten of hun opleiding staat centraal. Vandenbroucke wil, onder invloed van figuren als Luc Van den Bossche (SP.a’er en vader van Freya) of Oosterlinck (voormalig rector van de KULeuven), een managementlogica doorvoeren in het hoger onderwijs. Niet de studenten zijn daarbij belangrijk, maar wel de economische efficiëntie.

    Wij verzetten ons tegen een dergelijke neoliberale onderwijsvisie en verzetten ons tegen iedere afbraakmaatregel. In plaats van schaalvergroting – ook al verzetten we ons uiteraard niet tegen samenwerking – is er net nood aan meer individuele begeleiding en opvolging van studenten. Dat zal steeds verder afgebouwd worden als het van Vandenbroucke en co afhangt.

  • De Standaard komt tot opvallende conclusie: “De arbeidersklasse bestaat nog”

    In De Standaard van vandaag stond een opvallende titel op de economiepagina’s: “De arbeidersklasse bestaat nog”. De auteur van het artikel lijkt er zelf van te schrikken en maakt er meteen de titel van het artikel van. Alleen slaat hij de bal mis over de inhoud van de term “arbeidersklasse”. Het artikel handelt immers over het onderscheid tussen arbeiders en bedienden.

    Een studie wijst uit dat er grote verschillen blijven bestaan tussen werklieden en bedienden op het vlak van werkinhoud, werkbeleving en arbeidscultuur. Zo is er meer stress onder bedienden, maar is de fysieke inspanning van werklieden groter dan bij bedienden. De jobonzekerheid bij arbeiders is heel wat groter dan bij kaderleden of ambtenaren en de betrokkenheid bij het bedrijf is lager dan bij kaderleden. Daar worden nu cijfers op geplakt, maar er worden vooral een aantal open deuren ingetrapt.

    Een studie aan de Leuvense universiteit zette een reeks verschillen op een rij en komt tot de conclusie dat de stelling dat er op de moderne werkvloer geen fundamenteel verschil is tussen bedienden en werklieden, niet correct is.

    De Standaard gebruikt het woord “arbeider” ten onrechte enkel voor werklieden en komt aldus tot de voor haar verrassende vaststelling dat de arbeidersklasse nog bestaat. Wij vinden dat een te enge invulling van het woord “arbeider”. Zowel werklieden als bedienden zijn arbeiders: ze verkopen hun arbeid in ruil voor een loon.

    Natuurlijk zijn er onderscheiden tussen handwerk en bureauwerk. In sommige werkplaatsen is dat onderscheid soms minder sterk aanwezig, maar het blijft natuurlijk bestaan. Alleen is dat geen argument om pakweg te pleiten tegen een eenheidsstatuut voor werklieden en bedienden. Nu zijn er grote verschillen, onder meer op het vlak van ontslagpremie.

    Wij zijn voorstander van een eenheidsstatuut van werklieden en bedienden, maar dan wel indien dit eenheidsstatuut wordt aangegrepen om de positie van de werklieden te verbeteren zonder te raken aan de positie van de bedienden. Zoniet wordt een eenheidsstatuut vooral een besparingsoperatie om het statuut van de bedienden te ondermijnen. Wij zijn voor een eenmaking, maar dan wel met de toepassing van de meest sociale regels op elk terrein en voor iedereen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop