Category: Op de werkvloer

  • 24-urenstaking bij Arcelor Mittal in Luik

    Op 21 januari hield ABVV-Metaal een 24-urenstaking in Luik. Aanleiding was de eis voor het heropstarten van hoogoven 6 in Seraing. De directie van Arcelor Mittal had die heropstart beloofd tegen 21 januari, maar dat werd niet gerealiseerd.

    Resultaat: zo’n 7.000 arbeiders bij Arcelor Mittal en onderaannemers legden het werk neer. De hoogoven werd gesloten in 2005. Een eerste datum voor de heropstart in november werd uitgesteld. Nu zit de situatie opnieuw muurvast, officieel omwille van een probleem van CO2-quota. Francis Gomez van de Luikse metaalbond stelde: “Mittal voert de druk op en dreigt om te vertrekken naar landen waar het zoveel kan vervuilen als het wil”.

    Het ABVV eist dat Arcelor Mittal zou investeren in het beperken van de CO2-uitstoot. Het bedrijf is daar niet enthousiast over en verwijst de problemen van de uitstoot door naar de regering. Die moet er via de handel in uitstootgassen maar voor zorgen dat de quota worden gehaald. Als dat niet lukt, kan het bedrijf nog altijd dreigen om te vertrekken. Arcelor Mittal heeft bedrijven in heel de wereld.

    Daarbij telt enkel de winst, niet de arbeidsomstandigheden of het milieu. Sinds 2004 kwamen zo’n 100 mijnwerkers om in bedrijven van Arcelor Mittal. In januari kwamen nog 30 mijnwerkers om in Kazakstan. De directie houdt het op “natuurlijke rampen”. “Natuurlijk” onder het kapitalisme…

    De familie Mittal, de belangrijkste aandeelhouder van Arcelor Mittal, zal dit jaar 637,5 miljoen euro aan dividenden opstrijken. Dat nieuws werd bekend gemaakt in de week nadat er honderden ontslagen werden aangekondigd in Frankrijk. Lakshmi Mittal is de vijfde rijkste persoon op aarde met een geschat vermogen van 32 miljard dollar.

  • Stakingsgolf in Limburg gaat verder

    Na de eerdere acties bij de toeleveranciers van Ford en bij Ford zelf in Genk, volgden andere stakingen in Limburg. Bij Hydromation (Tongeren), Sabca (Lummen), Galva (Houthalen), Alro (Dilsen-Stokkem) en Sappi (Lanaken) wordt eveneens actie gevoerd om diverse redenen. De koopkracht is echter een thema dat vaak terugkomt in de acties.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Koopkrachthysterie?

    Unizo spreekt over een “koopkrachthysterie”. De stijgende prijzen zouden vooral tussen de oren zitten, terwijl de koopkracht volgens de patroons zou stijgen. We weten niet op welke planeet zij leven, maar hier wordt alles fors duurder: voedsel, energie, huisvesting,… Wie geen tankkaart heeft op kosten van het bedrijf, recordlonen als topmanager,… voelt de gevolgen van die prijsstijgingen wel.

    De gevolgen zijn er ook naar:

    • De koopjesperiode is de slechtste in vijf jaar tijd. Nadat eerder de kerstinkopen tegenvielen, werden ook de solden geen succes voor de winkeliers.
    • Het aantal bezoekers aan het autosalon was lager als de vorige keren: 75.000 minder dan in 2006.
      [/box]

      Bij Hydromation (dat koelingsfilters voor auto’s maakt) in Tongeren wordt geprotesteerd tegen de beslissing van de directie om een deel van de productie naar Hongarije over te brengen. Er wordt zelfs gevreesd dat de volledige productie naar Hongarije zou trekken waardoor de ruim 100 werknemers in Tongeren op straat zouden staan.

      Bij Sabca willen de arbeiders meer loon, onder meer omdat ze in Lummen tot 20% minder verdienen dan hun collega’s in Brussel en Gosselies. Nu willen de arbeiders ook in Lummen hogere lonen. Bij het metaalbewerkingsbedrijf Alro in Dilsen-Stokkem eisen de 1000 arbeiders loonsverhoging.

      Bij zinkverwerker Galva wordt eveneens gestaakt voor een lagere werkdruk en een loonopslag van 1,5 euro per uur. Er werd een sociaal bemiddelaar aangesteld die een voorstel heeft gedaan over de koopkrachtverhoging. Dat voorstel is “te nemen of te laten”, maar omvat geen loonsverhoging (enkel de melding dat er behoefte is aan een koopkrachtverhoging). Vreemd genoeg wordt bij Galva niet enkel door het patronaat gedreigd, maar ook door de vakbonden. Als de arbeiders na de toelichting van het voorstel niet binnen de 48 uur terug aan het werk zijn, zullen de bonden de staking niet langer erkennen. Deze syndicale opstelling is ronduit gevaarlijk. In plaats van de leden te steunen, wordt ook gewerkt met dreigementen en ultimatums.

      Bij Sappi tenslotte eist het ABVV een bruto premie van 1000 euro voor de arbeiders. Het ACV reageert twijfelend, bij een eerdere CAO werd overeengekomen dat 25 jobs gered werden op voorwaarde dat er geen loonsverhogingen zouden komen. Een afgevaardigde van de groene vakbond stelde: “Bovendien heb ik geen enkel signaal opgevangen dat de werknemers bereid zouden zijn om hiervoor op straat te komen”. De betoging van 15 december gemist? Het ongenoegen zit wel degelijk diep en de stijgende levensduurte zorgt niet voor “koopkrachthysterie”, maar voor terechte bekommernissen.

  • Onderzoekers eisen beter en gelijker statuut

    Eind november werd een petitie opgestart voor de gelijkschakeling naar boven van de lonen van doctoraatsstudenten. Vooral de zogenaamde “bursalen” hebben erg uiteenlopende en vaak relatief slechte loonvoorwaarden. We hebben de netto-lonen eens op een rijtje gezet en vergeleken met gemiddelde lonen. Drie belangrijke vaststellingen: 1) de lonen liggen relatief laag voor een job waarvoor je een universitair diploma nodig hebt; 2) de verschillen zijn erg groot, zeker als je rekening houdt met (het gebrek aan) vakantiegeld en eindejaarspremie; 3) vooral de buitenlanders (en de Antwerpenaren) worden erg laag betaald en hebben geen sociale zekerheid.

    Jon Sneyers (LBC-militant en IWT-bursaal aan de KULeuven)

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Verschillen in netto-inkomen doctoraatsbursalen

    Personeel of student?

    Tot begin jaren ’90 hadden zo goed als alle doctoraatsstudenten een redelijk volwaardig statuut zoals een assistentenmandaat of een vergelijkbaar statuut, of een FWO-beurs — zowat het enige beurs-systeem dat toen bestond.

    Sindsdien is het aantal bursalen echter enorm toegenomen. Doctoraatsbursalen hebben een nogal ambigu statuut: officieel zijn ze geen werknemers die een loon krijgen (hoewel ze als personeel worden beschouwd), maar “studenten” die een “beurs” krijgen. Op die manier wordt hun inkomen vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing, waardoor de universiteit met hetzelfde budget meer mensen kan aanstellen. Vandaag wordt die gelegaliseerde belastingsontduiking (die dateert uit de periode van het Globaal Plan) bovendien nog eens gebruikt als argument om bursalen weinig te betalen: je mag zogezegd al blij zijn dat je “betaald wordt om te studeren”. De benamingen “doctoraatsstudent” en “doctoraatsopleiding” en dergelijke wekken inderdaad de schijn op dat het om studenten gaat; vaak krijg je ook een studentenkaart en betaal je inschrijvingsgeld. Maar die benaming is misleidend: doctoraatsstudenten volgen (zo goed als) geen vakken en het “student” slaat eerder op het bestuderen van de vakliteratuur en het bestuderen van hetgeen ze onderzoeken. Eigenlijk zou je in die zin evengoed de proffen (voor zover ze aan onderzoek doen) “profstudent” kunnen gaan noemen.

    Evolutie personeel en studenten KULeuven
    [/box]

    Door de structurele onderfinanciering van de universiteiten is het aantal jobs met een deftig statuut (zoals ZAP en AAP) gedaald terwijl het aantal jobs met een twijfelachtig statuut (zoals bursalen, die onder BAP vallen) toegenomen is. Die evolutie is onder andere te zien in de verhouding contracten bepaalde duur t.o.v. onbepaalde duur: bij het academisch personeel aan de KULeuven was die verhouding in 1995 nog 1,87; tegen 2000 steeg dit tot 3,15 en in 2006 waren er maar liefst 4,17 tijdelijken per vast benoemde!

    De Vlaamse “kenniseconomie”: veel blabla, weinig centen voor de kennis-producenten

    Als je de politici van de traditionele partijen bezig hoort, lijkt het alsof onderzoek en innovatie hun top-prioriteit is:

    • “We hebben […] een krachtig en innovatief onderzoekspotentieel nodig. Daarom […] bijkomende middelen voor onderzoek en ontwikkeling […] en wordt het aantal doctoraatsbeurzen verhoogd. […] Universiteiten hebben nood aan middelen en mogelijkheden […]” — Frank Vandenbroucke, 20 oktober 2004
    • “Innovatie moet het speerpunt van ons beleid worden. Onze “brains” moeten zuurstof krijgen. We trekken daar in de komende jaren veel geld voor uit. We halen de beste wetenschappers naar Vlaanderen. In de Vlaamse regering […] en ook in de federale regering zijn het de liberalen die maatregelen nemen […]. De liberale ministers leveren uitstekend werk. Onze driehoek Moerman – Van Mechelen – Keulen is een sterkhouder in de Vlaamse regering.” — Fientje Moerman, 4 december 2005
    • “We zullen de industrie, ploegenarbeid in het bijzonder, en de kenniseconomie meer zuurstof geven.” — Guy Verhofstadt, 21 december 2007

    Wat de liberalen bedoelen met “meer zuurstof geven” is echter een zoveelste lastenverlaging, vooral voor de bedrijven, zonder een verhoging van de middelen voor de universiteiten. Wat Vandenbroucke bedoelt met “bijkomende middelen” hebben we gezien in zijn financieringsplan: de structurele onderindexering van de overheidsmiddelen voor universiteiten wordt bevestigd, alleen mogen de universiteiten nu onderling concurreren voor hun deel van de (kleiner wordende) koek. Ook van de christen-democraten moeten we geen oplossingen verwachten: de superlastenverlaging die de invoering van het bursalen-systeem eigenlijk was, werd doorgevoerd door de regering Dehaene, met Dehousse (PS) als minister van wetenschapsbeleid.

    Als het van de traditionele politieke partijen afhangt, zullen er misschien wel steeds meer onderzoekers aangeworven worden (zodat de universiteiten hun output aan doctoraten en publicaties kunnen verhogen), maar ten koste van de kwaliteit en de onafhankelijkheid van het onderzoek, en ten koste van de arbeidsvoorwaarden van de onderzoekers. Daarom is het nodig dat onderzoekers zich verenigen en organiseren, ook syndicaal, en samen strijden voor een degelijk eenheidsstatuut!

    Teken de petitie op www.cs.kuleuven.be/iwtpetitie.

  • Extremistische kleine patroons hebben het over “koopkrachthysterie”…

    Unizo haalt uit naar de arbeiders die opkomen voor hun koopkracht. De extremisten onder aanvoering van Karel Van Eetvelt hebben het over een “koopkrachthysterie” die leidt tot onaanvaardbare loonsverhogingen in onder meer de automobielsector. De reactie van de kleine patroons op de bekommernissen van de arbeiders getuigt van een grote vorm van hysterie, maar toch lijkt het erop dat Van Eetvelt met zijn “koopkrachthysterie” niet in eigen boezem keek.

    Volgens Unizo zijn de loonsverhogingen bij de onderaannemers van Ford, maar ook bij pakweg Opel Antwerpen onaanvaardbaar. Bij Opel kwam het niet tot een staking, maar ging de vakbondsleiding “preventief” met de directie onderhandelen om een premie af te dwingen. Zoniet had het voorbeeld van de Genkse stakingen mogelijk geleid tot acties in de Antwerpse automobielvestiging.

    Ook bij Opel werd een premie toegekend in de vorm van een loonbonus, een dubieus stelsel waarbij een resultaatgebonden premie wordt toegekend waarop geen sociale bijdragen en amper belastingen worden betaald. Resultaat: loonsverhogingen via deze weg ondermijnen verder de sociale zekerheid. Maar voor de werkenden zal natuurlijk het resultaat het belangrijkste zijn: ruim 800 euro netto extra bij Ford Genk en bij Opel gaat het om zo’n 350 euro netto. Dat laatste zal net voldoende zijn om de duurder geworden energieprijzen op te vangen…

    Toch heeft Van Eetvelt van Unizo het over “hysterie”. Hij stelde vast dat de arbeiders van Opel hun collega’s bij Ford headden gevolgd: “Het personeel zag het resultaat van de betogingen van hun collega’s bij Ford Genk en de toeleveranciers daar en dachten "als het daar lukt, waarom hier dan niet." En de directie van Opel Antwerpen kocht, de miljoenenverliezen door 3 dagen inactiviteit in Ford Genk indachtig, de sociale vrede af en beloofde het personeel vandaag in totaal 350€ netto extra in 2008.”

    Dat vindt Van Eetvelt onaanvaardbaar. Hij klaagt dat er gemeenschapsmiddelen misbruikt worden, terwijl deze lastenverlagingen niet mochten dienen om de lonen te verhogen… Blijkbaar mogen gemeenschapsmiddelen enkel worden aangewend om de winsten te vergroten en bijgevolg in de zakken van het management en de grote aandeelhouders te verdwijnen. Maar als de arbeiders ook een deel van de koek opeisen, dan is het kot te klein voor Unizo. Dat het door de arbeid van de werkenden is dat er gemeenschapsmiddelen zijn, ontgaat hen uiteraard.

    Unizo stelde: “Op basis van de opgeklopte koopkrachtdalinghysterie wordt dat geld wel gebruikt om loonsverhoging te geven,… en de competitiviteit te verminderen.” Sinds wanneer zijn de aanvallen op de koopkracht “opgeklopt”? Moet Van Eetvelt zelf geen elektriciteits- en gasrekening betalen waardoor hij de prijsstijgingen niet voelt? Kookt zijn personeel voor hem waardoor hij amper voeling heeft met de voedselprijzen? Heeft zijn chauffeur hem nog niet ingelicht over de stijgende brandstofprijzen? Als de prijsstijgingen op de planeet Unizo onbestaande zijn, zullen we met veel plezier daar komen tanken en inkopen doen. Van Eetvelt mag ons het adres opsturen!

    Uiteraard dient de uithaal van Unizo enkel om te waarschuwen. De patroons zijn bang dat het voorbeeld van de arbeiders uit de automobielsector zal gevolgd worden: “Het voorbeeld zal aanstekelijk werken op tal van andere bedrijven, met een looninflatie, dalende competitiviteit, stagnerende werkgelegenheid en economische groei en uiteindelijk reeëe koopkrachtdaling tot gevolg. Of hoe opgeklopte koopkrachthysterie kan leiden tot meer armoede in de toekomst.” Loonsverhogingen bedreigen de recordwinsten die vorig jaar opnieuw werden geboekt. Dat betekent niet echt dat de armoede dreigt voor het patronaat en de grote aandeelhouders, maar Van Eetvelt gaat er natuurlijk al van uit dat de kosten opnieuw op de arbeiders en hun gezinnen zullen verhaald worden.

    Terwijl het hysterisch gejoel van het patronaat aan decibels wint, moeten we hen van repliek dienen. De arbeiders bij de toeleveranciers van Ford en bij Ford zelf hebben het voorbeeld gegeven: als we iets willen afdwingen, dan moeten we ervoor strijden!

  • Interview met Gaby Colenbunders (ABVV Ford Genk): “De directie beseft nu dat ze niet meer kan doen wat ze wil”

    Patronaat en regering doen hun uiterste best om het te ontkennen. Zowel het VBO op Terzake, als Voka in de 7de dag, beweren dat de “vermeende” koopkrachtvermindering enkel op “een gevoel” is gebaseerd. Minister Ceyssens (Open VLD) stelde in de 7de dag dat sommige prijzen weliswaar stijgen, maar dat dit gecompenseerd wordt doordat andere prijzen tegelijk afnemen.

    Het was niet haar moment. Nauwelijks één dag eerder had de CREG aangekondigd dat een gemiddeld gezin in 2008 zo’n 300 euro meer zal spenderen aan de nochtans “geliberaliseerde” gas en dito elektriciteit. Toch sommeerde Ceyssens ACV-topman Cortebeeck om zich op haar kabinet, buiten het bereik van de camera’s, te verantwoorden voor diens “steun” aan de stakingsacties bij Ford en onderaannemers. We trokken naar Ford om er de betrokkenen zelf aan het woord te laten. We spraken met ABVV-delegee Gaby Colenbunders.


    Gaby Colenbunders (ABVV-Ford Genk): “De directie beseft nu dat ze niet meer kan doen wat ze wil”

    We ontmoeten Gaby aan de inkom van het bedrijf, nog geen uur nadat een protocol van akkoord werd opgesteld. Wij zijn er met de bedoeling te leren van de ervaring van de collega’s bij Ford. Hun problemen zijn ons immers vrij bekend. Ook wij voelen de stijging van de prijzen van huisvesting, energie en voedsel. Dat de prijs van de laatste Blackberry tegelijk afneemt, daaraan hebben diegenen die zich in onze inkomenscategorie bevinden geen boodschap. Of de koopkracht nu afneemt of niet, die vraag stellen we ons al lang niet meer. Bij ons gaat het erom wat we eraan kunnen doen. We komen dus om te leren van het voorbeeld van de collega’s bij Ford. We zijn geen beroepsjournalisten. We zijn arbeiders die net zoals die bij Ford, op zoek zijn naar oplossingen voor de koopkracht, maar ook voor alle andere vergelijkbare problemen zoals het systematich werken met tijdelijke en interim-contracten, het uitbesteden aan onderaannemers, het opdrijven van het arbeidsritme.

    We zijn niet de enige journalisten op het appel. De beroeps van de VRT zijn er ook. Met de camera in aanslag. Zij komen niet om te leren, maar om te rapporteren. Zij zullen die enkele arbeiders eruit vissen die voor de camera willen verklaren dat het nu eens gedaan moet zijn met staken. Daarna zullen ze de directie en de nationale vakbondsleiders en wie weet, één of andere socioloog aan het woord laten. Op ons en Gaby kijken ze neer, wij staan symbool voor een harde kern die niet aan het woord mag komen. Wij zijn die kleine, radicale, onbeduidende “minderheid” die er toch maar in slaagt stokken in de wielen te steken.

    “Het begon 4 jaar geleden, toen werden 3000 jobs weggesaneerd en daarmee ook de harde kern van de vakbond. We hadden nochtans een CAO afgesloten voor 4 modellen in 3 shiften en met 8000 mensen, maar dat heeft de sanering niet kunnen tegen houden. Daarna moesten we een nieuwe syndicale delegatie opbouwen”, begint Gaby zijn verhaal. “We hebben toen veel ingeleverd, veel zaterdagen, totale, maximale flexibiliteit, een grote groep tijdelijken met bijpassende onzekerheid en interimarbeid.”

    “In juni was de vraag groot. De band werd met 1 seconde versneld. Er werden extra mensen ingeschakeld, maar geen extra jobs. Toen al werd een eerste stakingsaanzegging ingediend. In december eiste de directie nog eens 8% commitment, een verdere besparing met 8%, waardoor 210 tijdelijken eruit moesten. De directie beweerde dat dit in de eerste 4 maanden, van januari tot april, gecompenseerd zou worden doordat het aantal verloven dan traditioneel lager ligt. Het deed het ongenoegen overkoken bij de onderaannemers, eerst bij Syncreon, gevolgd door de rest. Vooral bij de tijdelijken in Ford zelf groeide het gevoel ‘waarom ook wij niet’? Er is wel een CAO, maar ook zoiets als stakingsrecht. De eerste staking had een domino effect, shift na shift volgde, enkelen niet, maar dat is omdat de werkdruk niet overal even groot is. De eisen waren: de werkdruk moet omlaag, een symbolische opslag van 1€ en vaste contracten voor de tijdelijken.”

    Waren de vaste werknemers ervan overtuigd mee te staken voor de tijdelijken?

    “Er waren 15 jaar lang geen collectieve aanwervingen. De leeftijd van de werknemers hier varieert tussen 35 en 50 j. Er is werkzekerheid tot 2012. Bijna alle vaste werknemers zullen dan boven de 40 zijn. We weten dat zo’n bedrijf op 5 jaar tijd kan sluiten. Constante verjonging is bijgevolg nodig om de toekomst van het bedrijf veilig te stellen. De meeste vaste werknemers hadden dit begrepen.”

    Wat verwacht je van de stemming?

    “Het protocol van akkoord dat we zopas hebben afgesloten om 12u30 zal wellicht goedgekeurd worden. Voor 2008 werd een, weliswaar resultaatsgebonden, premie toegekend van 1000 € bruto waarvan een voorschot van 400 € op 1 april wordt uitbetaald en het saldo van 434 € netto in de loop van december 2008. 200 tijdelijken krijgen op 1 januari 2009 een contract van onbepaalde duur en de tijdelijke contracten die aflopen in 2008 worden verlengd. In Trim en Chassis komen 20 mensen erbij, waarvan 8 jobs, en wordt de lijnsnelheid met 1% verminderd. Dat geeft een vermindering van de gemiddelde werkbelasting met 3%, dat is niet niks. Ik vind het vooral belangrijk dat de directie nu beseft dat ze niet meer kan doen wat ze wil. Het feit dat men gemiddeld 7 maanden moet wachten op de levering van een wagen versterkt uiteraard onze positie.”

    Welk effect heeft de bewering dat de staking het bedrijf in gevaar brengt ?

    “De huidige vakbondsstrategie om overheidssteun en premies na te streven, kan dat de automobiel hier houden? Ik weet het niet. Als je de helft van de lonen inlevert kan je dan de concurrentie aan met Roemenië? Ik heb er geen zin in om 20 jaar in te leveren en dan vast te stellen dat je je gouden handdruk zelf hebt betaald. Opel is er het beste voorbeeld van. Bij Renault hadden ze een akkoord waarvan de patroons dromen, maar het heeft hen niet gered. Wij zijn hier jarenlang braaf geweest, maar dat heeft de sanering in 2003 niet tegen gehouden. In de automobiel bedragen de loonkosten slechts 11 tot 13% van de productiekost. Er kan echter wel nog gesnoeid worden in hoge lonen, ik kan ze jullie tonen, Ford is recordhouder inzake lonen van managers.”

    Welke campagne plannen jullie voor de sociale verkiezingen?

    “Voor de sociale verkiezingen stellen wij geen programma op. We gaan ervan uit dat mensen ons beoordelen op het werk van de voorbije 4 jaar. De verkiezingscampagne begint voor ons al de dag na de verkiezingen. Wij moeten vakbondsmilitanten weigeren. Je kan er hooguit 60 op lijsten zetten en we hebben een militantenkern die dubbel zo groot is. Bij de jongeren zijn er heel wat die zijn aangetrokken door de wat revolutionaire kant van het ABVV-syndicalisme. “


    Inmiddels werd het ontwerpakkoord goedgekeurd. Bij de stemming kreeg het voorstel de steun van 70% van de arbeiders.

  • Waarom de stakingen voor meer loon terecht zijn

    Gisteren schreef redacteur economie Johan Rasking in De Standaard een analyse waarom de stakingen voor meer loon geen goede zaak zouden zijn. Deze analyse was uiterst éénzijdig en becommentarieerde de recente stakingen voor meer loon vanuit een puur neoliberale logica. Deze logica verplicht ons alsvolgt te redeneren: enkel belastingsverlagingen en het gedwee nakomen van de eisen van het patronaat zullen ons voorspoed brengen.

    Bart Vandersteene

    Deze logica wordt echter door de realiteit tegengesproken. Een reële verarming van de werkende bevolking is er het resultaat van. Bruto-lonen en openbare diensten gefinancierd door de gemeenschap werden de laatste 20 jaar geplunderd.

    Volgens Rasking willen de arbeiders van Ford “the best of two worlds: de index, sowieso en daarbovenop een extra een extra tussentijdse loonsverhoging.” Dat is inderdaad het resultaat van het jarenlang uitkleden van de index. Want wie beweert dat de index de reële prijsstijgingen uitdrukt, zit er dik naast. Eerst en vooral is er reeds de gezondheidsindex die leidt tot een daling van de koopkracht. Daarnaast is er ook nog de samenstelling van de korf van producten die wordt gebruikt om het indexcijfer te bepalen. In die korf wordt de kost voor wonen beperkt tot 7% van het uitgavenpakket en dit via het verrekenen van de huurprijzen. De realiteit voor de woonkost ligt eerder tussen de 25 en 30% van het beschikbaar inkomen. De huidige korf betekent dus dat de verdubbeling van de prijzen voor woningen, appartementen en bouwgrond nauwelijks verrekend wordt in de index. Ook andere noodzakelijke producten zijn ondervertegenwoordigd. Volgens een eenvoudig onderzoek van De Morgen zijn voedingswaren de afgelopen maanden 2% duurder geworden op maandbasis. Aan dit tempo komen we binnen een jaar uit op een stijging van 25%. Wie durft te beweren dat de index voldoende is om de koopkracht van ons allen te beschermen, lacht ons in het gezicht uit.

    Rasking schrijft dat “de spontane roep naar meer koopkracht alles te maken heeft met de aanhoudende prijsstijgingen van energie en voedingswaren. En, misschien nog meer, met de beeldvorming door politici, vakbondsleiders en media over de verarming van de ‘gewone man’. Elk artikel over duurder geworden winkelkarretjes zal nog meer stakers aanmoedigen.” Ach zo, het is de beeldvorming. En wij die dachten dat er een reële stijging van prijzen, een reële verarming van de bevolking en een reëel boerenjaar voor de grote bedrijven met historische winsten was. Even ter herinnering: volgens Trends maakten de 30.000 grootste Belgische bedrijven 77,4 miljard euro winst in 2006 tegenover 62 miljard euro in 2005. Maar Verhofstadt en Leterme vinden geen 2 miljard voor de koopkracht? Hoe verklaar je dat? Enkel door de vaststelling dat de middelen er zijn, maar de politieke wil ontbreekt om ze voor de gemeenschap te benutten.

    De traditionele partijen hadden geen enkel probleem om vlotjes de ruimte en de middelen te vinden voor cadeaus à la notionele interestaftrek. Minstens 1 miljard euro kost dit presentje aan de grote bedrijven ons jaarlijks. Maar voor maatregelen ter verhoging van de koopkracht zijn er geen middelen? De kas van de gemeenschap werd geplunderd door allerhande neoliberale belastingsverlagingen. Creëerde dit jobs? Laat ons niet lachen. De helft van de nieuwe jobs in de afgelopen 4 jaar zijn hoofdzakelijk door de gemeenschap gefinancierde nep-jobs in o.a. de sector van dienstencheques. Grote bedrijven steken ondertussen jaarlijks miljarden euro’s in hun zakken aan allerhande premies en belastingsverminderingen. Geen wonder dat megawinsten worden geboekt. Want waar verliezers zijn, zijn ook winnaars.

    Elke actie heeft tot nog toe concreet resultaat opgeleverd. De stakingen hebben reeds voor enkele duizenden arbeidersgezinnen gezorgd voor een kleine loonsverhoging, premies en meer vaste jobs. Meer dan wat de traditionele partijen mogelijk achten. Vandaar alle steun aan de stakers voor meer koopkracht. Laat dit inspiratie geven aan de arbeiders en hun vakbonden om een offensieve strijd aan te gaan voor meer koopkracht voor alle loon-en uitkeringstrekkers. Van bedelen word je niet beter in deze samenleving, enkel strijd loont.

  • Over onverantwoordelijkheid: regering en patronaat gijzelen onze koopkracht

    De betoging van 15 december was succesvol. Maar dat een nationale betoging geen eindpunt mag zijn in de strijd voor meer koopkracht, wordt ook steeds meer duidelijk. De acties bij Ford Genk volgden erg snel op de acties bij de toeleveranciers. Ook elders wordt uitgekeken naar de acties in Genk. De koopkracht wordt immers steeds verder ondermijnd.

    De prijzen voor gas en elektriciteit zullen dit jaar gemiddeld met 300 euro stijgen. Dat is een zoveelste prijsstijging die er bovenop komt. Eerder werd reeds duidelijk dat de voedingsprijzen en energieprijzen de afgelopen maanden reeds in belangrijke mate de koopkracht hebben ondermijnd. Tegelijk ontstaat discussie onder het patronaat over hoe de reeds ondermijnde index nog verder kan worden uitgehold.

    De indexering van de lonen volstaat niet om de prijzen te volgen. Zelfs Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank, moet toegeven dat de index niet meer in staat is om de prijzen te volgen. In een reactie aan de Europese Centrale Bank (dat de afschaffing van de index eist) stelde Quaden dat de gezondheidsindex en de concurrentiepositie met de buurlanden er voor zorgt dat de indexering niet tot “misbruik” kan leiden. Lees: de index is nog slechts een schaamlapje. Toch pleit ook hij voor all-in akkoorden die ervoor zorgen dat een te sterke stijging van de prijzen niet wordt gevolgd door de lonen.

    De woede is groot. Dat bleek bij de acties in Genk waar na de arbeiders van de toeleveranciers ook de arbeiders van Ford zelf het werk neerlegden. De bonden erkenden de actie, maar organiseerden ze niet. ACV-voorzitter Cortebeeck verklaarde: “We doen zeker geen oproep voor sociale acties. We hopen dat die er niet komen. Maar als maatregelen uitblijven, dan zal de druk enkel toenemen. Ook het ACV zal dan die acties erkennen.” ABVV-voorzitter De Leeuw zei: “Als er niet snel maatregelen worden genomen, dan zullen de mensen dat niet langer pikken. Als vakbond zullen we onze basis dan niet in de steek laten.”

    Dat is al een positieve evolutie nadat er nog quasi ronduit negatieve reacties kwamen van de vakbondsleidingen op de acties bij de toeleveranciers van Ford. Die reacties blijven nog een echo vinden, maar blijkbaar groeit het besef dat de druk van de basis te algemeen is om er zomaar tegen in te gaan. Vlak voor de sociale verkiezingen kan geen enkele bond zich dat permitteren.

    Maar natuurlijk hebben we daarmee nog geen actieplan om gecoördineerd de strijd voor meer koopkracht aan te gaan. Als het geïsoleerd blijft tot enkele spontane acties in sommige bedrijven, zullen we niet veel afdwingen. De houding van de vakbondsleiding volstaat niet, in plaats van het passief (en tegen de goesting) tolereren van acties, moet gewerkt worden aan een actieplan dat aan de basis wordt voorgelegd om samen actief in verzet te gaan tegen de ondermijning van de koopkracht.

    Daarbij zal de vraag van een politiek verlengstuk zich stellen. De verschillende traditionele partijen proberen zich plots sociaal voor te doen. Dat is nogal hypocriet. De PS beweert dat er geen middelen zijn omwille van “rechtse maatregelen” zoals de notionele intrestaftrek. Dat klopt natuurlijk deels, maar wie heeft voor die notionele intrestaftrek gestemd? De PS is laat met haar verzet… CD&V-voorzitter Schouppe trok op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij de sociale kaart en zei dat er geen ruimte mag zijn voor een vierde wereld in Vlaanderen. Mooie uitspraak, maar wat dacht de CD&V concreet te doen? De recordwinsten van Electrabel worden niet in vraag gesteld, de toplonen van managers evenmin (was het niet Schouppe die ooit verklaarde dat je topmanagers geen “peanuts” als loon mag geven, omdat je anders “monkeys” krijgt?).

    Om de breed verspreide eisen rond koopkracht een politieke vertaling te geven, zullen we zelf moeten bouwen aan een politiek instrument. Het idee van een arbeiderspartij vestigen, kan een stap in die richting betekenen. Maar dat kan enkel succesvol zijn indien er een actieve betrokkenheid komt van onderuit.

    Wij steunen de stakingsacties bij de toeleveranciers van Ford en bij Ford zelf. Die arbeiders hebben gelijk dat ze protesteren tegen het onverantwoorde beleid van zowel de directie (met onder meer een onhoudbare werkdruk) als van regering en patronaat die op onverantwoorde wijze onze koopkracht gijzelen om zo nieuwe recordwinsten bij de grote bedrijven te boeken.

  • Genoeg is genoeg. Ook Ford-arbeiders willen 1 euro extra per uur

    Maandag begon bij Syncreon een reeks van stakingen bij toeleveranciers van Ford. De patroonsorganisatie Voka schreeuwde moord en brand. De acties “gijzelden” Ford. Dat standpunt werd treffend beantwoord door de arbeiders van Ford. Die gingen immers zelf in staking voor een koopkrachtverhoging (met loonopslag van 1 euro per uur), een vermindering van de werkdruk en het omzetten van tijdelijke in vaste contracten.

    Luc Janssens

    Het patronaat blijft naar aanleiding van de staking van de Ford-arbeiders moord en brand schreeuwen: “Nadat er zoveel is gedaan en geïnvesteerd in de automobielindustrie gaan de stakers spelen met de werkgelegenheid”. Dat standpunt wordt gevolgd in de media en onder de traditionele partijen. Vreemd genoeg is dit ook een standpunt dat sterk aanwezig is bij de vakbondsleiding…

    Toeleveranciers beginnen stakingsacties…

    Maandag begon bij Syncreon, een bedrijf met 250 arbeiders, een spontane staking. Deze staking was een uitloper van een staking in april vorig jaar toen werd geprotesteerd tegen de hoge werkdruk en voor een loonsverhoging. De directie maakte toen beloften die niet werden nagekomen. Resultaat: de arbeiders gingen opnieuw en in staking en eisten een euro loonopslag per uur.

    Het derde voorstel werd uiteindelijk “goedgekeurd”, ook al was een meerderheid van 53,3% tegen (er moest echter 66% tegen zijn om de staking verder te zetten). Bij Syncreon bekwamen de arbeiders 0,47 euro opslag en twee premies van 500 euro op voorwaarde dat er een jaar sociale vrede komt.

    Dit was het startsein voor de arbeiders van andere toeleveranciers om ook in actie te komen. Zowel bij Lear Corporations, SML, IAC en Magna Belplas bekwamen de arbeiders een loonsverhoging. Zowat in alle toeleveranciers werden de lonen opgetrokken tot 12 euro per uur (enkel bij Magna Belplas blijft men steken op 11,75).

    Hierdoor komen de lonen bij de toeleveranciers meestal op 12 euro per uur te liggen, wat nog steeds minder is als bij Ford zelf (waar het 13,78 euro bedraagt). Maar dat is natuurlijk het doel van het veelvuldig gebruik van toeleveranciers: lagere lonen, meer flexibiliteit en bij de minste schommeling in de productie moet de toeleverancier maar overgaan tot afdankingen. Terwijl 20 jaar geleden zowat de helft van de onderdelen via outsourcing binnenkwam in de automobielsector is dat nu reeds 70%. De just-in-time productie zorgt bovendien voor een sterke afhankelijkheid. Dat verhoogde de druk op de toeleveranciers om snel tot een akkoord met de arbeiders te komen.

    … Ford-arbeiders volgen

    Net toen de Ford-directie dacht dat de onrust voorbij was, beslisten de arbeiders bij Ford zelf om in staking te gaan. Ook dit komt niet uit de lucht gevallen. De werkdruk is er enorm hoog, de productie draait vandaag op 104%! En toch durft de directeur van Ford Genk, Guy Martens, nog stellen dat er geen probleem is van werkdruk. Deze zomer stelde ABVV-delegee Gaby Colebunders in het Belang van Limburg dat de werkdruk veel te hoog lag: “We zijn nu op een punt gekomen dat er echt niks kan misgaan of het is ‘zwemmen’. De stress is niet menselijk meer.”

    Tegelijk zijn er meer dan 900 arbeiders met een tijdelijk contract, die vaak al jaren in de fabriek werken, die een deftig toekomstperspectief willen en weten dat als er terug een productievermindering komt, zij de eerste zijn die moeten gaan. Het grote aantal tijdelijken is overigens een resultaat van de vorige grote herstructurering toen heel wat jobs verloren gingen (maar nadien werden opgevuld met tijdelijke contracten).

    Wie is hier onverantwoordelijk?

    Uiteraard doet het patronaat er alles aan om de stakers in een slecht daglicht te stellen. Nadat het VOKA de stakingen bij de toeleveranciers “waanzin” en een “gijzeling van Ford” noemde, schilderen ze de stakende arbeiders bij Ford af als een bende onverantwoordelijken die de werkgelegenheid op het spel zetten.

    Toen VW, Opel of Ford zelf enkele jaren geleden duizenden arbeiders op straat zetten bij een herstructurering, werden die directies niet onverantwoordelijk genoemd door de traditionele partijen of het VOKA. Nochtans werd de werkgelegenheid toen vrij duidelijk op het spel gezet, en zelfs concreet afgebouwd.

    De Europese topman van Ford, John Fleming, stelde dat de staking “niet alleen compleet onnodig is, ze dreigt bovendien al het goede werk van Ford Genk teniet te doen”. Alsof de heer Fleming kan oordelen of de staking nodig is of niet. Fleming zal immers geen last hebben van een dalende koopkracht of een te hoge werkdruk. En dan al dat ‘goede werk van Ford’ dat teniet wordt gedaan. Goede werk? Afdelingen uitbesteden om te besparen op lonen en arbeidsvoorwaarden, 3000 arbeiders op straat zetten in 2003, de werkdruk systematisch opvoeren, de flexibiliteit opdrijven,… Inderdaad “goed werk”, maar dan enkel voor de winsten van Ford!

    De topman van Ford geniet de volle steun van de politieke wereld. Vlaams minister Patricia Ceyssen (Open VLD) staat aan de kant van de patroon en verklaarde dat de staking “onverantwoord” is. Onder meer omdat de belastingbetalers veel geïnvesteerd hebben in de fabriek… Ook Fleming stelde dat zowel Ford, de regionale als de nationale overheden samen 750 miljoen euro hebben geïnvesteerd in de Genkse fabriek. Wie heeft van die 750 miljoen euro kunnen genieten? Is het normaal dat het patronaat zoveel belastingsgeld cadeau krijgt om de winsten op te drijven? Uiteraard werd die steun toegekend onder het excuus dat de werkgelegenheid op die manier zou behouden blijven, maar toch zijn er duizenden jobs verdwenen. In ruil voor de miljoenen subsidies met ons belastingsgeld heeft Ford MAAR 3.000 arbeiders aan de deur gezet, de flexibiliteit opgedreven en de werkdruk verhoogd om zo de winsten te maximaliseren.

    “De arbeiders moeten zich aan de CAO houden”

    Ford-directeur Guy Martens en het VOKA stellen dat de arbeiders zich aan de CAO’s moeten houden. Daarin staat de loonnorm van 5% van het IPA 2007-2008. Die loonnorm stemt echter niet overeen met de stijgende levensduurte. Zelfs Guy Quaden van de Nationale Bank geeft toe dat de index al sterk is uitgehold door de gezondheidsindex en de vergelijking met de buurlanden. Bovendien zijn er in veel sectoren all-inakkoorden waardoor een sterk stijgende levensduurte niet wordt opgevangen met loonsstijgingen. Het is geen toeval dat het patronaat een uitbreiding van dergelijke akkoorden wil bij de volgende CAO-besprekingen (na het IPA van het najaar).

    De afspraken in de CAO’s zijn in veel gevallen gemaakt door de vakbondsleiding, met weinig of geen inspraak van de militanten of het personeel. Dat leidt er ook toe dat veel arbeiders bij Ford zich vandaag niet veel aantrekken van wat daarin werd overeengekomen. Ze eisen een antwoord op de stijgende levensduurte en gaan daarom in actie.

    Wat doen de vakbonden?

    Vanaf de eerste staking bij Syncreon was al duidelijk dat de vakbonden niet gelukkig waren met de acties. Geen enkele staking werd georganiseerd door de vakbonden. ACV-voorzitter Cortebeeck stelde in de Zevende Dag nog dat “de staking een probleem is dat moet opgelost worden. Wij erkennen de staking om het probleem op te lossen, wij zijn het niet die de staking organiseren.” Niet de hoge werkdruk, het grote aantal tijdelijken of de ondermijning van de koopkracht is het probleem. Neen, de staking is het probleem.

    ACV-secretaris Luc Prenen stelde over het laatste voorstel van de directie van Syncreon: “Het is te nemen of te laten, de arbeiders moeten beseffen dat er grenzen zijn.” Tony Castermans, voorzitter van ABVV-metaal Limburg, stelde dat de vakbonden een CAO ondertekend hebben die loopt tot het einde van het jaar. En ook: “Weinig mensen lijken zich Volkswagen Vorst te herinneren. We zijn bang voor zo’n scenario. Want de kans bestaat dat Ford nu toegevingen zal doen. Met de huidige vraag en de leveringstermijnen van zes à zeven maanden, kan men zich immers niet permitteren dat er geen wagens geproduceerd worden. Ik vrees echter dat men ons de rekening zal presenteren als er nieuwe modellen moeten worden toegewezen (in 2011 worden de huidige modellen Mondeo en S-Max vervangen). Ford heeft nog maar net een fabriek in Roemenië geopend en in een Europese automobielsector met krappe winstmarges is één euro niet weinig.” Met zo’n vakbondsleiding is er geen VBO of VOKA nodig!

    Als we de redenering van Castermans volgen, kunnen we maar beter geen eisen stellen en steeds toegeven aan de chantage van het patronaat. Dat we op die manier onze koopkracht steeds zien krimpen, de werkdruk zien verhogen en de arbeidstijd verlengen, dat moeten we er maar bijnemen.

    Dit is geen nieuwe houding bij het ABVV. Toen in april vorig jaar toeleveranciers van Ford in staking gingen tegen onder meer de hoge werkdruk, weigerden de vakbonden de staking te erkennen. Het eerste voorstel van de directie van SML werd toen niet eens ter stemming voorgelegd omdat het zo mager was. Dat werd als excuus gebruikt om de staking niet te erkennen. Vlaams ABVV-Metaal voorzitter Herwig Jorissen verklaarde toen in de media: “Beseffen die stakers wel hoe onverantwoord hun actie wel is?”. Aan welke kant stond Jorissen eigenlijk?

    De kwestie van strijdbare en democratische vakbonden staat zeker op de agenda. Het zal afhangen van de mogelijkheid om de arbeiders effectief te organiseren en de basis te laten beslissen. Indien de vakbondsleiding zich tegen de spontane acties van onderuit keert, ondermijnt ze haar eigen autoriteit en zal er net een toename zijn van het aantal spontane acties en bewegingen.

    Onderhandelingen

    Vandaag zijn de onderhandelingen tussen vakbond en directie terug gestart. Het zal moeilijk zijn voor de Ford-arbeiders om hun slag thuis te halen. Enerzijds zitten ze met een vakbondsleiding die zich tot in de media toe tegen de stakers keert. Anderzijds zal Ford niet makkelijk toegeven met de druk van Ford Europa (dat een aanval wil lanceren op de lonen in Duitsland, Frankrijk en Spanje). Ook in andere vestigingen wordt de staking in Genk met argusogen gevolgen. Bovendien wil het patronaat (maar wellicht ook de vakbondsleiding) vermijden dat de stakingsgolf overslaat naar andere bedrijven en/of sectoren. Als de arbeiders van Ford Genk (een deel van) hun eisen binnenhalen, kan dat snel navolging krijgen. De koopkracht is immers een bijzonder gevoelig thema voor alle werkenden…

    2003. Met een massale betoging en optredens wordt geprotesteerd tegen de beslissing van Ford om enkele duizenden werknemers aan de deur te zetten.

  • Acties bij toeleveranciers Ford Genk voor hogere lonen

    De afgelopen dagen waren er stakingsacties bij toeleveranciers van Ford Genk. Bij Syncreon werd een loonsverhoging van 0,47 euro per uur bekomen en twee premies van elk 500 euro. Bij Lear Corporations eisen de arbeiders een zelfde loonsverhoging, er werd slechts een verhoging van 0,32 euro per uur voorgesteld en één premie van 300 euro. De directie moest die voorstellen optrekken vooraleer het tot een akkoord kwam. Idem bij SML. Tenslotte werd ook actie gevoerd bij Magna Belplas, dat bumpers produceert voor Ford en VW. En ook bij IAC.

    Ook bij Magna Belplas eisen de 360 arbeiders een zelfde loonsverhoging als bij Syncreon. De verschillende acties bij toeleveranciers van Ford Genk zorgen ervoor dat de productie in dat bedrijf in de problemen kwam. Het gebrek aan onderdelen liet zich onmiddellijk voelen aangezien er een bovengrondse transportband is die de toeleveranciers met Ford Genk verbindt. Manga Belplas levert niet via de bovengrondse transportband, maar de staking bij deze toeleverancier kan eveneens problemen opleveren voor de productie in Ford Genk (ook al wordt dat genuanceerd: bumpers kunnen even goed achteraf worden gemonteerd).

    De werkgeversorganisatie VOKA riep de toeleveranciers op om Ford Genk niet langer te “gijzelen” en de “waanzin” te stoppen. De just-in-time productie door toeleveranciers zorgt er inderdaad voor dat stakingsacties in deze bedrijven ook gevolgen hebben in Ford Genk zelf. Maar we moeten ons de vraag stellen wie verantwoordelijk is voor het uitbesteden van delen van de productie aan toeleveranciers en waarom dit gebeurt. De reden is duidelijk: door met kleinere bedrijfjes te werken, hoopt men de prijzen te drukken omdat er flexibeler wordt gewerkt. Dat gebeurt met minder personeel en vaak ook aan lagere lonen. Bovendien wordt de productie dermate afgesteld dat er exact geleverd wordt naargelang de vraag naar bepaalde onderdelen.

    Het is dan ook vreemd dat VOKA nu begint te roepen dat de acties bij de toeleveranciers Ford Genk zouden gijzelen. Het zijn de uitbestedingen van taken door Ford Genk die al jarenlang de arbeiders en hun arbeidsomstandigheden gijzelen. Nu daartegenover opgekomen wordt voor een loonsverhoging, wordt dat snel vergeten door de patronale vertegenwoordigers.

    In plaats van één groot bedrijf, is het bedrijventerrein rond Ford Genk opgesplitst in verschillende bedrijven met zeven grote toeleveranciers. Het is daar dat het ongenoegen groot is en de arbeiders loonsverhogingen willen. Er wordt een verhoging van 1 euro per uur geëist, maar bij Syncreon werd 0,47 euro afgedwongen (dat voorstel werd weggestemd door 53,5% maar toch aangenomen omdat geen meerderheid van 66% tegenstemmers werd behaald – het feit dat nog geen 50% voor stemde, is blijkbaar van minder belang).

    De acties komen niet uit de lucht gevallen, na de vele prijsstijgingen en de ondermijning van de koopkracht. Zelfs een doorgaans anti-stakingsgezinde broodschrijver bij De Morgen, Yves Desmet, die het al op zijn heupen krijgt als iemand het woord “vakbond” vermeldt (dat volstaat om de heer Desmet een tirade te laten afsteken over conservatieve volkshuizen), moet nu erkennen dat de acties logisch zijn. Desmet stelt dat de groeiende ongelijkheid de legitimiteit van dit systeem in vraag dreigt te stellen, en “wat er bij Ford gebeurt, is dan ook niet meer dan een logische tegenbeweging tegen die evolutie. Sterker, het is waarschijnlijk zelfs een voorbode van wat in meerdere economische sectoren aan het broeien is.”

    Voor die ene keer dat we het eens zijn met een economisch standpunt van de paarse Desmet, willen wat dat gerust erkennen. Er is inderdaad een groeiend ongenoegen over het feit dat het patronaat met recordwinsten gaat lopen, terwijl onze lonen in reële termen afnemen. Wij steunen de acties van de arbeiders die daartegen in verzet gaan en drastische loonsverhogingen eisen.

  • Naar een nieuwe aanval op de index?

    Als het van de voorzitter van de Europese Centrale Bank, Trichet, afhangt, moet er onmiddellijk komaf gemaakt worden met de loonindexering in ons land. De ECB-voorzitter stelde dat gelijk welk indexatiesysteem van de lonen aan de prijzen moet verdwijnen. De boodschap was niet specifiek aan ons land gericht, maar België is alvast één van de weinige landen waar er een automatische loonindexering bestaat.

    Trichet formuleerde eerder ook al kritiek op de index, maar hij blijft er nu mee aandringen. De reden is duidelijk: als de prijzen sterk stijgen (wat momenteel het geval is), dan volgen de lonen eveneens als de index stijgt (zelfs met de huidige ondermijnde index die niet overeenstemt met de reële stijging van de levensduurte). Dat is niet interessant voor het patronaat dat liever heeft dat de prijzen stijgen zonder dat de lonen stijgen. Wie dan nog alle producten kan opkopen, is een andere vraag. De kredietbedrijven mogen zich wellicht in de handen wrijven met een vooruitzicht van meer aankopen op afbetaling.

    De kritiek van Trichet heeft ertoe geleid dat de gouverneur van de Nationale Bank, Guy Quaden, bij de ECB een studie heeft aangevraagd over de effecten van de indexering van de lonen. Welke richting Quaden daarmee wil uitgaan, is onduidelijk. Maar een studie aanvragen over de index bij een instelling waarvan de voorzitter zich meermaals heeft uitgesproken tegen de index, laat weinig twijfel bestaan over wat het resultaat van de studie zal zijn.

    Quaden stelde dat een koppeling aan de index de bedrijven minder competitief maakt en dat deze indexering ook bijna nergens meer bestaat in Europa. De ondermijnde index in ons land omvat onder meer niet langer olieproducten. Vanuit het patronaat komt er steeds meer de eis om de index af te romen door all-in akkoorden te sluiten waarbij loonsstijgingen worden afgetopt indien de index te snel stijgt. Dat kan zowel gebeuren door een algemene bovennorm voor de stijging van de lonen (zelfs indien de index meer stijgt) of door het opgeven van het saldo tussen de indexstijging en de afgesproken loonnorm.

    De druk om dergelijke all-in akkoorden te veralgemenen is heel groot. Zo legde ook het VBO reeds meermaals de nadruk op deze akkoorden. In de aanloop naar de besprekingen over een Interprofessioneel Akkoord in het najaar (waarbij een algemene loonnorm zal worden vastgelegd), worden de argumenten nu reeds uitgetest en verscherpt. Voor het patronaat is het duidelijk: alle mogelijkheden om de index te ondermijnen, zullen worden aangegrepen. De studie die Quaden nu bij de ECB heeft besteld, zal wellicht ook in dat kader passen.

    Anderzijds is het opmerkelijk dat de gouverneur van de Nationale Bank met zijn argumentatie rond de indexering eigenlijk toegeeft dat er geen volledige en automatische loonkoppeling meer bestaat. Eigenlijk geeft hij toe dat de lonen niet de stijgende prijzen volgen. Dat is natuurlijk net een argument om net wel reële loonsverhogingen te eisen en vast te stellen dat de index daarbij niet volstaat.

    De index volstaat niet, dus zullen loonsverhogingen moeten worden afgedwongen. Wij denken niet dat belastingsverminderingen daarbij een syndicale eis zijn. Het versterken van de koopkracht zal via de lonen moeten gebeuren om zo te vermijden dat maatregelen voor onze koopkracht gewoon in de zakken van het patronaat verdwijnen. Daar zit al genoeg, kijk maar naar de recordwinsten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop