Category: Op de werkvloer

  • Bekaert: vastberaden acties voor loonsverhoging.

    Bij Bekaert werd een ontwerp van akkoord verworpen door 59% van de arbeiders. Ondanks het feit dat het krokusvakantie was, kwam 87% stemmen. Ondanks een beloofde premie van 500 euro netto, stemde 59% van de arbeiders tegen. Bij de bedienden was er wel een meerderheid voor. De arbeiders zijn vastberaden: er moet een loonsverhoging komen.

    Vorige week werd er enkele dagen gestaakt bij Bekaert in Zwevegem, Moen en Waregem. De acties ontstonden spontaan toen in Zwevegem en Waregem zo’n 1.000 arbeiders het werk neerlegden. De staking begon op de dag dat een voorakkoord van vakbonden en directie over een nettopremie van 500 euro ter stemming zou worden voorgelegd. Daarnaast was er een beperkte loonsverhoging voorzien, maar de arbeiders vonden die ondermaats.

    De vakbondsverantwoordelijke moest bij het uitbreken van de staking erkennen: “Ze lijken wel op hol geslagen en lopen van de ene afdeling naar de andere, met als gevolg dat het bedrijf wellicht de hele dag plat zal liggen.” De woede zat dus diep en zorgde ervoor dat de stakingsactie snel algemeen werd. Met de acties werd ingespeeld op de stakingsgolf die midden januari begon bij de toeleveranciers van Ford Genk. Ook bij Bekaert was het ongenoegen over de dalende koopkracht erg groot.

    Na verschillende stakingsacties volgde een nieuwe stemming over het ontwerpakkoord. In vier vestigingen van Bekaert kon hierover worden gestemd door de 2.700 werknemers. 87% van de arbeiders kwam stemmen, 59% stemde tegen. Bij de bedienden steunde 84% het akkoord. Naar aanleiding van dit resultaat is een sociaal bemiddelaar aangesteld.

    De provinciaal secretaris van ACV-metaal stelde: “Veel mensen gingen niet akkoord met het ontwerp omdat ze een echte en geen eenmalige loonsverhoging willen.” De pogingen om alle looneisen af te wentelen op eenmalige operaties die goedkoper zijn voor het patronaat, zijn natuurlijk gevaarlijk. Het is beter om een loonbonus af te dwingen, dan om niets te krijgen. Maar een echte loonsverhoging is natuurlijk veel beter. Dat is immers niet eenmalig en bovendien worden er sociale lasten op betaald waardoor de sociale zekerheid niet in de problemen komt. Nu wil het patronaat zoveel mogelijk via loonbonussen werken omdat daar minder lasten op worden betaald.

    Voorlopig zijn de arbeiders bij Bekaert nog aan het werk en worden de onderhandelingen afgewacht. Maar het is duidelijk dat de vastberadenheid op de werkvloer aan het groeien is. Met een aalmoes of een premie zal het patronaat er niet vanaf komen, de prijsstijgingen en de dalende koopkracht maken een echte loonsverhoging noodzakelijk!

  • Agfa-Gevaert: 250 jobs bedreigd

    Bij Agfa-Gevaert in Mortsel worden 250 jobs bedreigd. Dat liet de directie bekendmaken in een artikel in Gazet van Antwerpen, dat inmiddels werd overgenomen door alle andere media. Het lijkt wel een vast patroon te worden voor jobverlies in het Antwerpse: de eerste aankondiging gebeurt telkens in dezelfde krant. Dat was eerder ook bij Bayer/Lanxess het geval: ook daar werd een zware herstructurering aangekondigd via de Gazet van Antwerpen.

    Bij Agfa-Gevaert maakte de directie duidelijk dat er opnieuw zal bespaard worden. De omvang van de herstructurering is niet bekend, maar de directie laat uitschijnen dat er minstens 250 jobs bedreigd zijn. Dit komt door de moeizame overgang naar nieuwe technologische methoden en interne strubbelingen aan de top van het bedrijf.

    In de medische tak van Agfa-Gevaert (HealthCare) werd de informatica-dienstverlening fors overschat. De vooropgestelde omzet tegen 2010 zou zelfs niet bij benadering worden gerealiseerd. De directie schat dat slechts 30% van die omzet zou worden gehaald. In deze afdeling werden ook een aantal overnames gedaan die niet bepaald succesvol waren omdat de producten niet compatibel zijn. Resultaat: 100 jobs bedreigd.

    Ook in de grafische afdeling (Graphics) zou de omzet niet de doelstellingen bereiken en ver onder de verwachtingen blijven. Ook hier stelt zich een probleem met mislukte overnames. Hierdoor zouden er 150 jobs bedreigd worden.

    De directie heeft op een vergadering met de bediendenvakbonden vorige maandag nog geen duidelijkheid geschonken over hoeveel jobs er weg moeten. Het bedrijf wou het cijfer van 250 jobs “ontkennen noch bevestigen”. Het feit dat de Gazet van Antwerpen met dat cijfers uitpakt, wijst er echter op dat dit wel degelijk in de lijn van de patronale plannen ligt. Ook in het verleden werd de techniek gebruikt om plannen in de media te "lekken". Vlak voor de zomer van 2006 werd aangekondigd dat 1000 jobs bedreigd waren.

    De vakbondsvertegenwoordigers van de arbeiders werden niet betrokken bij het overleg van vorige maandag, in de afdeling Materials zouden geen jobs bedreigd zijn. Op de ondernemingsraad van 11 januari werd gesteld dat de directie plannen zou maken om uit de problemen te komen, waarbij deze plannen tegen maart concreter zouden worden. “De directie zal dan met voorstellen komen over WAT nodig is en HOE die besparingen kunnen worden gerealiseerd. Hierover zal dan het overleg starten met de werknemersafgevaardigden”, aldus een pamflet van ACV-Chemie en AC.

    Wordt ongetwijfeld vervolgd.

  • Discussie over uitzendwerk: stop alle misbruik!

    Naar aanleiding van de acties bij Ford Genk en de toeleveranciers kwam er een initiatief van de leiding van ABVV-Metaal en de SP.a om iets te doen tegen de uitbuiting van uitzendarbeiders. Nadat ze het systeem jarenlang heeft getolereerd en zelfs aangemoedigd, wil de SP.a nu plots een betere regeling voor uitzendarbeid.

    Uitzendarbeid kan in principe enkel bij een tijdelijke vermeerdering van werk. De realiteit is totaal anders. Steeds meer wordt uitzendwerk gebruikt om te beschikken over flexibele arbeidskrachten die gemakkelijk aan de deur kunnen worden gezet bij een tijdelijke vermindering van werk. Uitzendwerk is overigens niet beperkt tot private bedrijven, De Post is koploper in het gebruik van interimmers. De overheid stelt daar met andere woorden het voorbeeld. Voor de SP.a is het dan ook pijnlijk om na 20 jaar regeringsdeelname (met een grote invloed in de openbare diensten) plots op te komen voor een betere regeling van uitzendarbeid.

    Hans Bonte en Meryame Kitir lanceerden een wetsvoorstel voor een beter sociaal statuut. Ze stelden dat het niet gaat om een principiële tegenstand tegen uitzendwerk, maar enkel om de misbruiken aan te pakken. Kitir stelde dat het niet langer kan “dat uitzendkrachten maanden of jaren van het ene uitzendcontract naar het andere gaan. Uitzendwerkers die in een periode van drie maanden of 60 dagen bij éénzelfde onderneming werken, moeten recht krijgen op een contract van onbepaalde duur. Uitzendarbeid moet een tijdelijke oplossing blijven.”

    Dat is natuurlijk correct. Na drie maanden kan je niet meer spreken van een tijdelijke vermeerdering van het werk, maar van een vast patroon in het gebruik van interimkrachten. Alleen is er niet bepaald een tendens om meer vaste contracten toe te kennen. Integendeel, na de overheid willen ook de private patroons steeds meer gebruik maken van goedkopere dagcontracten of weekcontracten. Vaak wordt maandenlang met interimcontracten gewerkt. In sommige grote bedrijven zit het interimkantoor gewoon in het bedrijf zelf (bij Ford Genk is dit bijvoorbeeld het geval).

    Jan Denys van uitzendbureau Randstad is het natuurlijk niet eens met een beperking van uitzendarbeid. Hij ontkent dat uitzendkrachten “goedkoper” zouden zijn dan vaste werknemers en stelt dat een beperking van de uitzendarbeid de “flexibiliteitsbehoefte” niet wegneemt. Natuurlijk zijn uitzendkrachten “goedkoop” voor het patronaat: het gaat telkens om beginnerslonen en afdanken is makkelijk. 9% van de arbeid in dit land is overigens “tijdelijk”. Dat geeft aan hoe breed verspreid het misbruik wel is.

    De verdedigers van interimarbeid onderschatten de gevolgen van het tijdelijk karakter hiervan. Probeer maar eens een lening los te krijgen om een huis te kopen. Probeer ook maar eens wat zekerheid te verwerven als je met weekcontracten werkt. Bijna 10% van de werkenden kent geen zekerheid. Bovendien zijn steeds meer nieuwe jobs onzekere of flexibele jobs, ook bij de overheid.

    Het is goed dat tegen het misbruik wordt geprotesteerd, maar uiteraard moet dit dan op alle niveaus worden aangepakt. De overheid heeft jarenlang een verkeerd voorbeeld gegeven. Bovendien werd systematisch aanvaard dat interimarbeid uitbreiding nam en niet langer overeenstemde met de wettelijke omschrijving van arbeid bij een “tijdelijke vermeerdering van het werk”. Interimarbeid is vandaag een vaststaande vermindering van arbeidscondities geworden.

  • Wanneer volgt onze koopkracht?

    Recordwinsten en recordprijzen

    Terwijl wereldwijd centrale banken miljarden dollars en euro in de economie pompen om het financiële systeem te redden, moeten de arbeiders en hun gezinnen niet op eenzelfde vrijgevigheid rekenen. Aan ons zijn de waarschuwingen gericht dat de prijsstijgingen zeker niet mogen leiden tot hogere lonen, want dit zou de prijsstijgingen alleen maar verder in de hand werken. Wij mogen met andere woorden de crisis zelf betalen.

    Els Deschoemacker

    Jarenlange inleveringen op vlak van loon, arbeidscondities, sociale zekerheid en openbare dienstverlening hebben reeds hun tol geeist. De reserves van de arbeidersgezinnen zijn de laatste 15 jaar zienderogen geslonken. De spaarcurve zakte in elkaar. Mensen kochten steeds meer op krediet, onder meer aangezet door de lage rente, en worden nu geconfronteerd met torenhoge schulden. Het jaarrapport van de kredietcentrale dat de leningen aan particulieren registreert sinds 2003, is duidelijk. Vooral de stijging van krediet voor kleine bedragen, voor aankopen in supermarkten en dergelijke, valt op. Een stijging van 5% ten opzichte van 2006 en van 75% in vergelijking met 2003! En dat terwijl pas in de tweede helft van het jaar de prijsstijgingen de spuigaten uitliepen. 1,5 miljoen Belgen hebben drie of meer kredieten of een stijging van 6% op één jaar tijd. Maar wat je leent, moet je terugbetalen. Bijna één op twintig kredietleners loopt na één jaar betalingsachterstand op. 65.000 Belgen zitten in een procedure van collectieve schuldbemiddeling, of een stijging met 12,5% op één jaar!

    Hallucinante cijfers, zeker omdat deze situatie zich ontwikkelde tegen een achtergrond van economische groei. Deze economische groei leidde niet tot meer rijkdom voor iedereen. 1,5 miljoen Belgen leven in armoede. 25% van de 75 plussers zijn arm. Idem dito voor 36% van de alleenstaande ouders en 23% van de werklozen. Wat zal dat worden als zelfs de beperkte economische groei wegvalt?

    De syndicale acties en de stakingen van de afgelopen maand voor meer loon tonen ons nog een andere waarheid. De ontwikkeling van werkende armen. De drijfveer naar winst kent geen grenzen en drukt steeds meer op onze lonen en arbeidscondities. De prijzen voor energie, voeding, huren, onderwijs en zoveel meer stijgen zo snel dat onze lonen niet meer voldoende zijn. Dit is het gevolg van een politiek van privatiseringen en uitholling van de index waardoor deze de reële prijsstijgingen niet meer volgen.

    De stakingen van de laatste maand voor meer loon waren dan ook meer dan gerechtvaardigd en zijn trouwens geen alleenstaand fenomeen. Wereldwijd leidden de hogere prijzen tot stakingen, hongermarsen en massaprotest. In België toonden de stakers dat strijd loont. Ze verkregen extra loon, extra premies, vermindering van de werkdruk of een combinatie van de drie.

    De arbeidersbeweging begint haar deel op te eisen. Inleveringen op ons loon en arbeidscondities boden geen enkele garantie. Een inlevering in de ene sector of land leidde immers tot inleveringen in het andere en een neergaande spiraal voor ons allemaal. De praktijk leert ons dat er maar één manier is om dit te keren. Ons baseren op de tradities van het strijdsyndicalisme en de politiek niet overlaten aan de burgerlijke politici. We kunnen slechts op onze eigen kracht rekenen om een rechtvaardige index op te eisen. Daarom moeten we arbeiderspartijen uit de grond stampen om onze belangen te verdedigen en met als doel een socialistische economie en samenleving na te streven die niet gebaseerd is op winst voor enkelen, maar op de behoeften van de arbeiders en hun gezinnen.

  • Algemeen secretaris LBC: “Natuurlijk zijn acties van werknemers verantwoord”

    De stakingsgolf voor meer koopkracht kreeg forse tegenwind van het patronaat en de traditionele politici. Ook heel wat vakbondsleiders waren niet bepaald enthousiast over de acties. Anderzijds toonde de golf van acties aan dat het probleem algemeen aangevoeld wordt op de werkvloer. Ferre Wyckmans van de Landelijke Bediendencentrale (LBC) nam een duidelijk standpunt in: natuurlijk zijn de acties verantwoord.

    Het is een opvallend standpunt van Wyckmans die in het verweer gaat tegen alle aanvallen van patronaat en politici tegen de acties van de afgelopen periode. Daarbij werd gesteld dat het om onverantwoorde acties gingen en dat de vakbonden hun verantwoordelijkheid niet opnemen in het tegenhouden van de acties. Dat zint Wyckmans niet die stelt dat de patronale visie een rolverdeling inhoudt die “werknemersorganisaties terugdringt tot het wel voor de werknemers mogen lopen, evenwel niet om hun spreekbuis te zijn, maar om hen tegen te houden.”

    Hij stelt terecht: “Los van het feit dat opdracht, rol, aanpak, visie en strategie van de vakbonden toebehoort aan diegenen die deel uitmaken van de organisatie en dus niet aan de werkgevers, noch aan de politiek, is die temperende opdracht uitgerekend niet de kerntaak van vakbonden. Het revendicatieve karakter van vakbondsoptreden zint werkgevers nooit. Niet als het slecht gaat, niet als het goed gaat. Het blijft voor LBC-NVK wel een essentieel deel van wat vakbonden als doel hebben. Herverdeling van de sociaal-economische machtsverhoudingen, herverdeling van primair en secundair inkomen is niet iets wat zonder vakbondsweerwerk automatisch tot stand zou komen.”

    Inderdaad: het zijn de leden die zouden moeten kunnen beslissen over welke eisen op welke manier naar voor worden gebracht. Bij de veelal spontane acties van de afgelopen periode was dat overigens duidelijk: de basis eiste maatregelen om hun koopkracht te versterken. Zonder strijd zal niets afgedwongen worden, dan zal iedere eis er één zijn die te ver gaat (of pakweg de concurrentiepositie zou ondermijnen). Strijd loont echter en leidt tot toegevingen van het patronaat.

    Het feit dat LBC zich duidelijk uitspreekt voor de acties van de afgelopen periode is belangrijk. Het bleef immers nogal stil bij de vakbondsleidingen. Hier en daar weerklonk zelfs vrij openlijke kritiek op onder meer de stakingen bij Ford en de toeleveranciers. ACV-voorzitter Cortebeeck verklaarde in de Zevende Dag dat het niet de vakbonden waren die de acties organiseerden, maar dat wel naar een oplossing werd gezocht. Lees: er werd geprobeerd om de zaken terug onder controle te krijgen en de eisen te temperen. Het is goed dat LBC zich niet in die logica laat meeslepen.

    Wyckmans stelt: “De recente acties, ontstaan in een reeks toeleveringsbedrijven van de automobielsector, zijn het gevolg van looneisen en de vaststelling dat precarisering van de arbeidsovereenkomsten niet langer houdbaar zijn. Uitbesteding van werk aan lagere loon- en arbeidsvoorwaarden, tijdelijke contracten en interim-contracten gekoppeld aan toenemende werkdruk: het zijn de ingrediënten van een perfect voorspelbare uitbarsting van ongenoegen. Dit heeft niets met onwettelijkheid te maken, zoals Agoria beweert. Dit is de basislogica van het systeem van vraag en aanbod, het fundament waar ons economisch systeem op draait.” Nogmaals zijn we het hier mee eens. Alleen is het wel de vraag welk alternatief wordt geplaatst tegenover de logica van het economisch systeem vandaag…

    Nog een opvallend gegeven. Wyckmans stelt vast dat er bonussen werden afgedwongen in onder meer de automobielsector en hij juicht dit ook toe door vrij expliciet te stellen dat strijdsyndicalisme loont. Maar hij waarschuwt tegelijk ook reeds voor de manier waarop gewerkt wordt met de resultaatgebonden bonussen die werden gebruikt om tegemoet te komen aan de eisen voor koopkrachtverhoging. Dat zijn geen structurele middelen en mogen niet in de plaats komen van loonsverhogingen. “Die weinig structurele lapmiddelen zullen binnenkort, bijvoorbeeld bij de volgende CAO-onderhandelingen opnieuw blijken truken van de foor te zijn die werknemers niet bieden waarop ze recht hebben: loon voor de geleverde prestaties. Loon dat recht geeft op sociale zekerheidsuitkeringen, loon waarop werknemers belastingen betalen en dat hen het recht geeft om te stellen “we hebben reeds gegeven”. De oplossing van de niet-recurrente loonvoordelen is de kortzichtige vlucht vooruit waarmee werkgevers wel-recurrente problemen pogen op te lossen.” Met andere woorden: er is nood aan reële loonsverhogingen en geen lapmiddelen!

    Met zijn standpunt kiest Wyckmans kant in het debat over de koopkracht. Hij steunt de acties voor meer koopkracht en verzet zich tegen de patronale hysterie. Hij wil dat de acties voor koopkracht leiden tot structurele maatregelen in de vorm van loonsverhogingen. Dat is positief en het zou de basis kunnen vormen om te werken aan een actieplan om allemaal samen meer koopkracht te eisen door middel van reële loonsverhogingen.

  • Campagne onderzoekers zet door – op 20 februari info-avond in Antwerpen

    Enkele weken geleden werd vanuit Leuven een campagne opgezet door bursalen die een gelijk loon voor gelijk werk eisen. Onderzoekers aan de universiteiten zijn het slachtoffer van totale willekeur op het vlak van hun lonen en statuut. Een internetpetitie leverde reeds meer dan 1.300 handtekeningen op. De bursalen eisen een verhoging van het beursbedrag, een eenheidsstatuut voor alle doctoraatsstudenten en een afschaffing van de 75%, 90%, 95% en andere <100% statuten voor voltijds werk. In Antwerpen is er op 20 februari een info-avond hieromtrent.

    We publiceerden op deze site eerder reeds een uitvoerig artikel waarin de situatie van de doctoraatstudenten en onderzoekers werd omschreven. Uit de cijfers bleek dat er in Antwerpen aan de universiteit heel wat misbruik wordt gemaakt van goedkope arbeidskrachten in de vorm van onderzoekers. De petitie die werd gelanceerd, kreeg ook in Antwerpen een goede respons. Dat leidt ertoe dat er nu een informatievergadering wordt opgezet met de steun van de vakbonden.

    Wij denken dat dit een erg nuttig initiatief is en dat het syndicaal organiseren van de bursalen een enorme stap vooruit zou kunnen betekenen in de strijd voor gelijk loon voor gelijk werk. Hieronder vind je een affiche voor de geplande bijeenkomst in Antwerpen.

  • Privatisering van pensioenen zorgt voor steeds meer onzekerheid

    De privatisering van de pensioenen in de vorm van een steeds grotere nadruk op de tweede en derde pijler (het pensioensparen), kan voor immense problemen zorgen. Tal van pensioenfondsen zijn actief op de beurs en hebben gevolgen voor onze toekomstige pensioenen. De Standaard berichtte dat de gemiddelde pensioenspaarder 600 euro heeft verloren door de daling van de beurzen…

    De beurscrisis treft natuurlijk vooral de grote banken en financiële instellingen. Maar die hebben ook met ons geld gespeculeerd. Als zij verliezen, zullen ze ons de rekening willen laten betalen. De pensioenfondsen zijn daar een goed voorbeeld van. Er worden stelsels opgezet waarbij arbeiders een eigen bijdrage storten in een fonds (al dan niet via hun werkgever die in plaats van een directe loonsverhoging kiest voor een “goedkopere” variant in de vorm van een pensioenfonds). Dat fonds wordt nadien gebruikt om een extraatje te betalen bij de pensioenen.

    Tal van economen en patronale vertegenwoordigers willen dat stelsel van geprivatiseerde pensioenen een steeds grotere rol laten spelen. Nochtans zorgt de gedeeltelijke privatisering nu reeds voor een sterk toenemende kloof tussen de hoogste en de laagste pensioenen. De hoogste 20% pensioenen zijn 16 keer zo groot als de laagste 20%. Maar de argumenten voor een verdere nadruk op het geprivatiseerde deel van de pensioenen worden natuurlijk vooral gebruikt om de wettelijke pensioenen verder af te breken.

    Nu duikt een bijkomend probleem op: de koers van de pensioenfondsen neemt af, wat een gemiddeld verlies van 600 euro per pensioenspaarder betekent… Als er op de beurzen wordt gespeculeerd, is het ook met ons geld en onze pensioenen. Dat dit nadien kan leiden tot immense problemen en zelfs armoede onder een groeiende laag gepensioneerden, werd jarenlang verzwegen. Nu komt geleidelijk aan de realiteit naar boven.

    De Standaard onderzocht verschillende fondsen en kwam daarbij tot de conclusie dat er bijzonder grote verliezen werden genoteerd. Als de beurzen verder dalen, zullen de verliezen enkel maar blijven oplopen. Bovendien is het erg duur om uit het systeem te stappen, dan moeten immers extra belastingen worden betaald.

    Dit is een belangrijke waarschuwing en een argument om ons te verzetten tegen de sluipende privatisering van de pensioenen.

  • “De Post heeft een goed jaar achter de rug”. Het personeel en de gebruikers daarentegen…

    De directie van De Post is trots. In 2007 was er een stijging van de omzet met 3%. De winsten stegen zelfs met 10%. De aandeelhouders zullen tevreden zijn, zelfs voor de volledige liberalisering van de postmarkt valt er heel wat geld te verdienen in de sector. Het personeel en de gebruikers zijn minder tevreden. De nieuwe golf van sluitingen van postkantoren stuit her en der op verzet. Het personeel is de hoge werkdruk beu.

    Het nettoresultaat van De Post werd nog niet vrijgegeven. Maar de operationele winst steeg met 10%. Johnny Thijs stelde tevreden te zijn met deze groei van de winst, maar hij waarschuwt tegelijk dat de indexsprongen de loonkosten de hoogte zullen induwen. Hij maakt meteen duidelijk op wiens kap de directie meer winsten hoopt te maken: op de kap van de postmannen en –vrouwen die onder een steeds stijgende werkdruk gebukt gaan. Het gaat bijvoorbeeld niet op om te stellen dat het gebruik van internet ervoor zorgt dat de postmensen minder werk hebben. Hoe anders verklaart de directie dat de omzet met 3% is gestegen? Het personeelsbestand is alvast niet omhoog gegaan, integendeel!

    Thijs kondigde aan dat de sociale rol van de postbode moet worden “opgewaardeerd”. Dat is niet moeilijk. Met de Georoutes is de sociale rol van de postbode totaal ondermijnd. Thijs stelde zelfs dat een sociale rol enkel kan gespeeld worden als de overheid daarvoor wil betalen. Nu worden opnieuw mooie aankondigingen gedaan, maar weten we dat er niets van in huis zal komen. De sluiting van de postkantoren toont het aan: de dienstverlening aan gewone klanten is niet belangrijk voor De Post. De winsten komen uit de commerciële zendingen. En daar heb je dus niet zoveel postkantoren voor nodig… De grootste 2.330 klanten zijn goed voor 65% van de totale omzet van het bedrijf.

    Tegen 2011 zou de postmarkt volledig geliberaliseerd worden. Dat werd bevestigd door het Europees parlement. Dat betekent dat de directie van De Post zich nog meer op de grootste klanten wil richten. Dat dit gepaard gaat met langere wachttijden in de weinig overblijvende postkantoren, deert de directie niet. Het personeel wordt in de kantoren natuurlijk wel geconfronteerd met de problemen die dit veroorzaakt. Maar voor de directie is dat allemaal niet val tel. Zelfs een indexering van de lonen, vindt de directie te veel. Enkel de paar duizend grootste klanten zijn van belang.

    Binnen een paar jaar wil de directie dat de helft van de postkantoren zijn verdwenen. Daarnaast wil het massaal beroep doen op deeltijdse en flexibele werkkrachten. Vooral het loon zal halftijds zijn. In plaats van postbodes, wil de directie postbezorgers tegen een slechter statuut.

    Op verschillende plaatsen zijn er acties tegen de sluiting van postkantoren. Zo is er een interessant initiatief in Strombeek met een campagne gesteund door onder meer ACV en lokale verenigingen. In de Antwerpse polders werd geprotesteerd tegen het feit dat er voor alle polderdorpen nog één kantoor zou overblijven. Maar ook de grote steden worden hard geraakt.

    Terwijl de directie enkel oog heeft voor de winsten, moeten het personeel en de gebruikers de dienstverlening centraal stellen. Dat betekent voldoende personeel aan goede omstandigheden die op voldoende plaatsen diensten aan de bevolking aanbieden. Wij zijn tegen een liberalisering omdat dit betekent dat er minder diensten, tegen een duurdere prijs zijn met wegwerparbeiders die ervoor moeten opdraaien. Tegen die logica blijven wij ons verzetten!

  • IMF wil verdere besparingen – arbeiders hebben er genoeg van!

    Januari werd door de zakenkrant “De Tijd” uitgeroepen tot de stakingsmaand. De krant maakte een overzicht van de belangrijkste stakingsacties de afgelopen dagen. Dat overzicht maakt duidelijk dat het ongenoegen erg diep zit. Dreigbrieven van de directie, zoals bij Ford, zullen daar weinig aan veranderen. Ondanks het ongenoegen, gaan de aanvallen op onze koopkracht volgens het IMF nog niet ver genoeg.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Geen middelen?

    Als we het patronaat mogen geloven zijn er geen middelen voor loonsverhogingen. Tegelijk worden echter recordwinsten geboekt. Shell maakte vandaag bekend dat het een recordwinst heeft geboekt "dankzij de stijgende olieprijzen". Het bedrijf maakte netto 31,3 miljard dollar winst, 23% meer dan in 2006 en het grootste bedrag dat ooit werd gehaald door een Europees bedrijf.
    [/box]

    De Tijd publiceerde op haar website een interessant overzicht van de “stakingsmaand” januari. Hier kan je het lijstje bekijken.

    De stakingsgolf van de afgelopen dagen kwam volgens sommige patroons door een “koopkrachthysterie”. Dat energie dit jaar 300 euro duurder wordt, lijkt hen compleet te zijn ontgaan. De arbeiders en hun gezinnen is het niet ontgaan en de eisen voor meer loon raken steeds breder verspreid. Nadat eerdere acties bij de toeleveranciers van Ford en bij Ford zelf resultaten opleverden, willen arbeiders van andere bedrijven natuurlijk ook toegevingen. Dit vergroot de druk op de vakbondsleidingen om effectief stappen te ondernemen. Wanneer volgen algemene acties voor loonsverhoging?

    Terwijl de druk voor hogere lonen toeneemt, wil het IMF dat het de andere kant uitgaat. De internationale instelling wil een hard besparingsplan om de begroting niet alleen in evenwicht te krijgen, maar om zelfs een overschot te creëren. Daartoe is volgens het IMF een nieuwe aanval nodig op de sociale zekerheid: de werkloosheidsuitkering moet in de tijd beperkt worden, het brugpensioen moet worden afgeschaft en het arbeidsmarktbeleid geregionaliseerd. Hierdoor zouden extra cadeaus kunnen worden gegeven aan het patronaat in de vorm van lastenverlagingen. Na de Nationale Bank, Unizo en het VBO is nu ook het IMF voorstander van “all-in akkoorden” die de werking van de index moeten ondermijnen. Het IMF verwacht dat de prijzen dit jaar met 2,9% zullen stijgen, maar bij alle cijfers over inflatie moeten we natuurlijk voorzichtig zijn omdat de becijferingswijze zou moeten nagegaan worden.

    Het IMF heeft haar verzet tegen de index grotendeels opgegeven. Dat zegt vooral veel over hoe de index al ondermijnd is. De “loonmatiging” van de afgelopen jaren krijgt een goede kritiek van het IMF. Samen met all-in akkoorden volstaat dat om de kritiek op de index quasi volledig te laten varen. Als dat geen argument is om op te komen voor een echte index die voldoet aan de reële prijsstijgingen.

    Het IMF wil dat de regering zware besparingen doorvoert. Een begroting in evenwicht volstaat niet, het IMF wil een overschot van 0,2%. En dat tegen de achtergrond van een erg beperkte economische groei. De verwachtingen moeten naar beneden herzien worden volgens het IMF. Een groei van 1,6% wordt vooropgesteld, in oktober had het IMF het nog over een vooruitzicht van een groei van 1,9%. Het IMF geeft enkel een algemeen beeld van de besparingen die nodig zouden zijn: de uitgaven beperken en het aantal ambtenaren verminderen. Dat is natuurlijk erg algemeen, de realiteit is dat een besparingsoperatie van enkele miljarden euro hard zal aankomen bij de meerderheid van de bevolking. En die hebben er nu al genoeg van om de buikriem te moeten aansnoeren.

  • Looneisen en inflatie

    De voorbije week haalde de gedelegeerd bestuurder van Unizo, Karel Van Eetvelt, scherp uit naar de verschillende stakingen voor looneisen die volgens hem een gevolg zijn van een “koopkrachthysterie” en verzet zich tegen loonsverhogingen. Daarbij gebruikt hij het argument van de dreigende inflatiespiraal. Een vergelijking met de jaren zeventig volstaat voor hem om dat aan te tonen. In feite doet hij niets anders dan de waarschuwingen van de Europese Centrale Bank (o.a. in haar laatste maandelijks rapport) te herhalen.

    Stephan. Artikel overgenomen vanop marxisten.blogspot.com

    Los van het feit of de vergelijking met de jaren zeventig vandaag nog opgaat na 20 jaar neoliberale hervormingen, is dit argument tegen looneisen bijna zo oud als het kapitalisme zelf. In 1865 stond dit vraagstuk op de agenda van de Eerste Internationale. In het korte werk, “Loon, prijs en winst”, de geschreven neerslag van een voordracht voor de Algemene Raad van de Eerste Internationale, toont Karl Marx aan dat in een systeem van vrije markt de prijs van de waren in laatste instantie niet noodzakelijk verhoogt door een loonstijging. De algemene stijging van het loonpeil zou na een tijdelijke storing in de marktprijzen slechts een algemene daling van de winstvoet tot gevolg hebben zonder dat de warenprijzen op de duur zouden zijn veranderd. Hij beroept zich daarbij niet eens op waarnemingen uit de praktijk uit die periode die aantonen dat in doorsnee hoog geprijsde arbeid waren met een lage prijs, resp. laag geprijsde arbeid waren met een hoge prijs voortbrengen maar legt de algemene grondslag bloot vertrekkende van de klassieke econonoom David Ricardo die reeds in 1817 in “On the principles of political economy” komaf maakt met de drogreden volgens welke het arbeidsloon de prijzen bepaalt. De volledige argumentatie kan je lezen in de brochure zelf.

    We beperken ons hier tot enkele citaten om de redenering uit te leggen. “De eerste vraag die wij ons moeten stellen is: wat is de waarde van een waar ?” “Een waar heeft waarde, omdat ze de kristallisatie van maatschappelijke arbeid is. De grootte van haar waarde, van haar relatieve waarde, hangt af van de grotere dan wel geringere hoeveelheid van dat in haar vervatte maatschappelijke bestanddeel, d.w.z. van de voor haar productie noodzakelijke relatieve hoeveelheid arbeid.” En verder: “de marktprijzen zijn slechts een uitdrukking van de gemiddelde hoeveelheid maatschappelijke arbeid die onder de gemiddelde productievoorwaarden noodzakelijk is om de markt van een bepaalde hoeveelheid van een bepaald artikel te voorzien. […] In zoverre komt de marktprijs van een waar overeen met haar waarde. Aan de andere kant hangen de schommelingen van de marktprijzen , nu eens boven, dan weer onder de waarde of de natuurlijke prijs, af van de de fluctuaties van vraag en aanbod.” In kapitalistische verhoudingen is de arbeidskracht niets anders dan een koopwaar. Haar waarde en prijs volgen dezelfde wetmatigheden. “Door het kopen van de arbeidskracht van de arbeider en het betalen van de waarde ervan heeft de kapitalist, net als elke andere koper, het recht verworven de gekochte waar te verbruiken of te gebruiken.” Het is hieruit dat de meerwaarde ontstaat, namelijk tussen het verschil van de waarde van de gekochte arbeidskracht en de daarmee geproduceerde waarde, die aanzienlijk hoger ligt. Winst wordt in laatste instantie dus niet gemaakt door de verkoop van waren aan hoge prijzen maar precies door de verkoop van waren aan hun waarde.

    Nu kan men opwerpen dat de economische verhoudingen in de negentiende eeuw toch enigszins anders waren dan vandaag. Inderdaad kan men stellen dat vandaag de markt veel meer beheerst wordt door monopolies of bijna-monopolies dan ten tijde van Marx’ analyse het geval was. In dergelijke verhoudingen kunnen stijgende lonen inderdaad doorgerekend worden in de prijzen en leiden tot een kosteninflatie. Maar men kan het argument ook omkeren. Waarom hoort men het patronaat nooit ageren tegen dalende lonen of loonkosten ? De daaruit voortvloeiende toename van de winst kan evengoed leiden tot inflatie indien die opbrengsten niet geinvesteerd worden in nieuwe productiemethoden en uitbreiding van de groei maar gebruikt worden voor speculatie.

    Geconfronteerd met stijgende prijzen voor basisproducten als voeding, huisvesting en energie samen met een krapte op de arbeidsmarkt en een periode van hoge bedrijfswinsten hebben de arbeiders meer dan gelijk om loonsverhogingen te eisen. Dat is geen reactie “vanuit de buik” maar de conclusie van een puur materiële beschouwing. Bovendien kunnen we zo een reserve opbouwen voor de economische terugslag die zeker zal volgen. Want, wat sommigen ook mogen beweren, wanneer het economisch niet goed gaat zijn het de werkenden die het eerst in de klappen delen en de gevolgen ervan ondervinden in hun dagelijks bestaan.

    Uiteraard gaan patroonsorganisaties de looneisen niet steunen. Deze eisen zijn immers een uitdrukking “van de fundamentele en onverzoenlijke belangentegenstelling die altijd geheerst heeft en altijd zal heersen tussen kapitaalbezitters en loonarbeiders, ongeacht de hoogte van het loon van laatstgenoemenden, ongeacht de maatschappelijke waardering of status van hun beroep, ongeacht het land waarin zij leven” (uit de inleiding bij de brochure “artikels en brieven over loonarbeid en vakbonden”) . De aarzelende houding van de vakbondsleiding om de looneisen te steunen moet ons veel meer zorgen baren dan het kabaal van een Unizo-topman.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop