Category: Op de werkvloer

  • Patroons wijzen maatregelen tegen stijgende levensduurte af

    De syndicale betoging van afgelopen zaterdag heeft heel wat reacties losgeweekt. De vakbondsleiders trokken naar premier Verhofstadt om de eisen toe te lichten, maar botsten daar op loutere retoriek over het belang van het probleem. De patroons gaan nog iets verder en waarschuwen voor een “emobeleid” tegen de stijgende levensduurte. De liberaal De Grauwe is nog openlijker: er kan volgens hem beter niets tegen de levensduurte gedaan worden.

    VBO-topman Timmermans reageerde op de vakbondsbetoging van afgelopen zaterdag met een vrije tribune in De Standaard. De vertegenwoordiger van de patroonsfederatie waarschuwt daarin voor een “emobeleid tegen levensduurte” en doet enkele “win-win-voorstellen” aan de interimregering. Met “win-win” bedoelt hij wellicht dat het patronaat twee keer langs de kassa kan passeren, want voor de werkenden en hun gezinnen heeft Timmermans niets positief te melden.

    Timmermans stelt dat hij de ongerustheid over de koopkracht begrijpt, maar dat dit “in perspectief” moet worden geplaatst en dat niet mag worden overgegaan tot een “ondoordacht emobeleid”. Volgens Timmermans zorgt de loonnorm ervoor dat onze koopkracht wordt beschermd. Nochtans was dat net een maatregel om te vermijden dat de lonen reële stijgingen zouden kennen die hoger zijn dan in de buurlanden. Met de huidige inflatie zal de loonnorm amper volstaan om de prijsstijgingen op te vangen. Timmermans maakt bovendien een fout als hij stelt: “Dat deze loonnorm hoger ligt dan de inflatie betekent dat de koopkracht in reële termen toeneemt.” Wat doet hij dan met het opdrijven van de productiviteit? Waarom wordt dat niet in rekening gebracht? En waarom lijkt hij de prijsstijgingen te beperken tot de index, wat geen correcte weergave is van de reële prijsstijgingen?

    Bovendien stelt Timmermans in hetzelfde opiniestuk zelfs de index in vraag. Eén van zijn “win-win-voorstellen” is om te komen tot all-in akkoorden zodat het effect van een sterk stijgend indexcijfer kan worden geneutraliseerd. Voor de werknemers zou dat volgens de patroon positief zijn omdat het kan vermijden dat er jobs verloren gaan. Het is vreemd dat wat eerst een argument tegen de betoging van zaterdag is, nadien zelf in vraag wordt gesteld.

    Volgens Timmermans zullen de prijsstijgingen onder de stijging van het netto-inkomen van de arbeiders liggen. Dat is echter geen correct argument. Hij verwijst naar het cijfer van Test-Aankoop dat stelt dat een gemiddeld gezin in 2008 417 euro extra zal moeten uitgeven door de prijsstijgingen terwijl de loonnorm een gezin gemiddeld 600 euro extra inkomen bezorgt. Eerst en vooral beperkte het cijfer van Test-Aankoop zich tot voedsel en de directe energieprijzen. De doorrekening van de energieprijzen in pakweg het openbaar vervoer zijn niet verrekend. Ook andere prijsstijgingen blijven buiten de berekening: huisvesting, gezondheidszorg, ontspanning,… Daarnaast geeft Timmermans niet aan hoe hij aan 600 euro extra inkomen komt.

    Een volgende argument van Timmermans is dat koopkracht één zaak is, maar dat “mensen zich wellicht nog meer zorgen maken over hun job”. Waarop natuurlijk het argument komt van de “bijzonder hoge loonkost”, over de recordwinsten en de “bijzonder hoge winstcijfers” wordt zedig gezwegen. Ook de lonen van topmanagers worden onaangeroerd gelaten. Het zijn de hoge loonkosten die zouden maken dat er geen jobs bijkomen en de lastenverlagingen en vele patronale cadeaus hebben er enkel toe geleid dat “90.000 werknemers uit de privé-sector niet in de werkloosheid zijn terechtgekomen”. Vroeger was het argument nog dat extra cadeaus voor werkgelegenheid zouden zorgen, nu is het dat jobs behouden blijven.

    Een derde argument dat Timmermans aanhaalt is dat de consumenten blijkbaar niet verontrust zijn in de eindejaarsaankopen. Dat argument werd intussen weerlegd door een onderzoek waaruit blijkt dat de Belgen gemiddeld 2,5% minder zullen uitgeven aan hun eindejaarsaankopen dan vorig jaar.

    Het patronaat wil geen “algemene en automatische welvaartsaanpassing van uitkeringen” en ook geen algemene loonsverhogingen. Dat is “misleidend kortetermijndenken” volgens Timmermans en het zou bovendien de “overheidsfinanciën” ernstig in gevaar brengen. Over de impact van de notionele belastingsaftrek op de overheidsfinanciën zwijgt Timmermans erg stil. Ook wordt er van uitgegaan dat een loonsverhoging door de overheid zou moeten worden betaald en niet op basis van de recordwinsten van de grote bedrijven.

    Timmermans brengt enkele alternatieven naar voor: een verlaging van de personenbelasting om de koopkracht te verbeteren. Met andere woorden: bespaar op de overheidsmiddelen en laat de dienstverlening die aangeboden wordt door de overheid opdraaien voor de koopkracht. Meer middelen voor onderwijs, spoorwegen of ander openbaar vervoer zullen er dan zeker niet in zitten. Integendeel! Wat we meer netto zouden verdienen, kunnen we al meteen besteden aan duurdere prijzen in wat vroeger openbare diensten waren.

    Tweede voorstel zijn de all-in akkoorden om de lonen te beperken. Dit ondermijnt de index en de koopkracht, maar nu geldt plots het argument dat een beperking van de lonen “wellicht meer dan 40.000 extra werkzoekenden aan een job” had kunnen helpen. Wat verder lezen we echter dat beperkingen van de “loonkost” er enkel toe leiden dat er geen extra werklozen ontstaan. Cadeaus aan het patronaat leiden niet tot extra jobs, enkel tot hogere winsten omdat ze een “win-win” situatie kennen: het patronaat passeert twee keer langs de kassa. Ook het derde voorstel van Timmermans is echter gericht op extra cadeaus: “verlaag de lasten op arbeid” stelt hij voor.

    Deze maatregelen zouden niets veranderen aan de koopkracht, integendeel. Dat wordt ook erkend door de liberale econoom Paul De Grauwe die stelt dat een regering geen garanties kan bieden voor een stijging van de koopkracht, nochtans kan De Grauwe zich ongetwijfeld vinden in alle voorstellen van Timmermans. Hij stelt echter: “Tenzij ze echt geld op overschot heeft, wat op federaal niveau niet het geval is, kan ze niet gek veel doen aan de dalende koopkracht. De stijgende prijzen van energie en voeding zijn een internationaal fenomeen, een nationale regering kan daar weinig aan verhelpen.”

    Als het van de liberalen en patroons afhangt, zullen de aanvallen op onze levensstandaard gewoon verder gezet worden. Benieuwd hoe de komende regering het patronale beleid zal vertalen, maar alleszins is het duidelijk dat er verzet tegen zal nodig zijn. De betoging van afgelopen zaterdag was een goede aanzet, maar er zal een bredere mobilisatie en informatiecampagne nodig zijn op de werkvloer.

  • OVS-staking bij het spoor. Moeten we deze acties steunen of veroordelen?

    Het ongenoegen bij het treinpersoneel zorgde voor succesvolle stakingen op 8 en 15 december. Dit leidde tot discussie omdat het onder meer de plannen van de drie grote vakbonden voor hun betoging voor de koopkracht op 15 december doorkruiste. Een week eerder doorkruiste het de klimaatbetoging. Welke houding nemen wij in tegenover deze stakingsacties?

    De stakingsacties op 8 en 15 december kwamen zeker ongelegen voor de geplande betogingen. Het maakte op 15 december bovendien duidelijk dat de verstandhoudingen tussen de drie grote vakbonden en de kleine bond van rollend personeel niet bepaald vlot is. De onderlinge concurrentiestrijd tussen de bonden ging blijkbaar voor op de gezamenlijke belangen. Er bleek geen akkoord mogelijk te zijn tussen de bonden om de reeds langer geplande staking van OVS en de betoging niet te laten samenvallen.

    Los daarvan is het ongenoegen van de rollend personeel meer dan begrijpelijk. De NMBS heeft jarenlang onvoldoende geïnvesteerd in nieuw personeel, materieel en onderhoud van materieel. Het resultaat is bijzonder negatief voor zowel het personeel als de gebruikers. Wie regelmatig de trein neemt, zal zich ook de afgelopen dagen (na de invoering van het nieuw reissschema) meermaals geërgerd hebben aan vertragingen. Een groot deel van die vertragingen wordt veroorzaakt door een tekort aan degelijk materieel en gebrekkig onderhoud. Een ander probleem is dat de rusttijden in de eindhaltes beperkt worden, waardoor kleine vertragingen al snel een domino-effect teweeg brengen.

    Het ongenoegen bij het personeel is ook groot omwille van de flexibiliteit die de directie eist van het personeel. Veel personeelsleden weten amper op voorhand wanneer ze moeten werken en om vakantie te krijgen, moet je hemel en aarde verzetten. Dat was één van de directe aanleidingen van de acties van het rollend personeel.

    Wij hebben begrip voor het enorme ongenoegen dat aan de basis ligt van de acties. Dat ongenoegen is veel breder dan enkel de leden van OVS, de impact van de staking was nooit zo groot geweest indien het enkel de OVS-leden waren geweest die meestaakten. OVS speelde in op een breed verspreid ongenoegen en slaagde erin de acties naar zich toe te trekken omdat de andere vakbonden een te weigerachtige houding innamen tegenover acties. De andere bonden stellen dat de onderhandelingen pas in januari starten en dat er dan pas mogelijk acties zullen worden gevoerd. Dat is laat en het volstaat voor voor werknemers niet. Dat zorgt ervoor dat er ruimte ontstaat voor een intiatief als OVS, dat zeker geen linkse oorsprong en traditie heeft, om een grotere impact te krijgen. De grote vakbonden moeten OVS niet verwijten dat het acties organiseert, ze zouden beter zelf iets doen om de personeelsleden beter te organiseren en met een actieplan op te komen voor de belangen van personeelsleden en gebruikers.

    Spoorstakingen hebben vaak te kampen met een vrij negatieve beeldvorming. Ook de vele vertragingen zorgen vaak voor spanningen waarbij reizigers zich keren tegen het personeel van de NMBS. Nochtans biedt een bedrijf als de NMBS immense mogelijkheden om een daadwerkelijke solidariteit te organiseren. Dagelijks nemen duizenden mensen de trein. Waarom wordt geen enkel initiatief genomen om vanuit de vakbonden gebruik te maken van het ongenoegen onder de reizigers om samen op te komen voor meer middelen en meer personeel? Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van een petitie om een campagne op te zetten, maar ook met andere solidariteitsacties. Dat kan dienen als voorbereiding op een stakingsactie die als gevolg van de eerdere solidariteitscampagne wel gedragen en gesteund wordt door de reizigers. Wat voor een wapen zou dat niet zijn voor het spoorpersoneel en bijgevolg ook voor de reizigers?

    De impact van de OVS-acties toont het ongenoegen en de actiebereidheid. Drie op de vier bestuurders nam deel aan de staking, ook al beslisten ABVV en ACV om geen stakingsvergoeding te betalen. OVS had voor 15 december breder moeten kijken dan het rollend personeel en aansluiting moeten zoeken bij de acties van de andere bonden. Als die mee in actie willen komen voor de koopkracht, kan dat de strijd versterken, ook bij de NMBS. Wij verwerpen de passieve houding van de spoorbonden. Dat zorgt er overigens voor dat OVS kan groeien en een impact heeft. We denken dat OVS zich beter niet beperkt tot één categorie (het rollend personeel van de NMBS). De spoorbonden zullen OVS nu ernstiger moeten nemen. Dat kan door hen te betrekken in de discussie over een actieplan dat gericht moet zijn op het uitbouwen van solidariteit van personeel en reizigers om samen op te komen voor meer publieke middelen voor het personeel, loonsverhogingen, beter materieel dat degelijk wordt onderhouden, aangepaste rust-en rijtijden die vertragingen kunnen vermijden,… Dat is wat ons verenigt, nu ligt de nadruk teveel op wat het personeel onderling verdeelt en ook met de reizigers verdeelt. En zoals we weten: alles wat ons verdeelt, verzwakt ons.

  • De Lijn: “We hebben meer middelen nodig, zowel voor de dienstverlening als voor onze veiligheid”

    In het Vlaams parlement stelden CD&V en Open VLD dat teveel middelen naar De Lijn gaan. De roomsblauwe partijen vinden dat het openbaar vervoer beter geprivatiseerd wordt. Nochtans is er een groeiend aantal reizigers. In de eerste helft van 2007 waren er 238 miljoen reizigers bij De Lijn, een stijging met 3,9%. We spraken over de situatie bij De Lijn met enkele buschauffeurs.

    Wordt er momenteel effectief teveel geld besteed aan het openbaar vervoer?

    De stijging van het aantal reizigers heeft geen proportionele toename van het personeel met zich meegebracht. Hierdoor moeten we als jonge chauffeurs soms onmogelijke uren kloppen en zit er soms weinig verlof in. Dat is niet goed, niet voor de dienstverlening en niet voor de chauffeurs. De veiligheid komt immers in het gedrang.

    Een ander probleem is dat er een toename is van agressie tegen personeelsleden. We krijgen steeds meer te maken met overvallen, agressieve reizigers, mensen die niet kunnen betalen,… Zelf werd ik recent het slachtoffer van geweld op de bus, maar de enige reactie van de directie was het voorstel om een cursus “assertiviteit” te volgen. Alsof dat een oplossing zou bieden.

    De discussie over de middelen voor het openbaar vervoer wordt vaak gekoppeld aan de voorstellen voor een minimumdienstverlening. Beiden gaan in tegen de belangen van het personeel en stellen het voor alsof we profiteurs zijn die met lege bussen rondrijden. De waarheid is uiteraard anders en we moeten opkomen voor ons recht om collectieve acties te ondernemen. De minimumdienstverlening zal geen antwoord bieden op agressie, integendeel, het zal enkel nog meer agressie uitlokken. Een dag met “minimumdienstverlening” zal immers een dag van chaos zijn.

    Biedt het veiligheidsplan geen antwoord op agressie?

    Het veiligsplan van De Lijn houdt o.a. in dat er meer camera’s en lijnspotters zouden komen. Daarnaast is er sprake van de oprichting van een eigen veiligheidsdienst In de praktijk is er nog niet veel veranderd en wordt er ook veel minder aandacht aan geschonken, de intenties worden enkel in de media bovengehaald. Veel camera’s zijn er nog niet bijgekomen en de doeltreffendheid ervan is niet zeker. Daarnaast stelt er zich een probleem met de lijnspotters: dat zijn vaak mensen zonder degelijke opleiding die bovendien moeten werken in een nepstatuut.

    Hoe kan de agressie dan wel teruggedrongen worden?

    Vroeger was er op alle bussen en trams een tweede man om de tickets te controleren en een oogje in het zeil te houden. Deze jobs zijn weggesaneerd. Nochtans is een tweede man niet alleen nuttig maar ook nodig.

    Negen op de tien agressiedaden op de bus draaien rond geld. Gratis en degelijk openbaar vervoer zou een oplossing bieden. Daarnaast is er natuurlijk een bredere maatschappelijke strijd nodig: geef jongeren perspectieven voor degelijk werk een een toekomst, en er zullen al een pak minder problemen zijn als vandaag.

    > Archief Openbaar Vervoer

  • Revolte bij het gemeentepersoneel in Verviers: “We zitten allemaal in hetzelfde bootje”

    Burgemeester Claude Desama (PS) van Verviers kondigde recent aan dat er te weinig middelen zijn waardoor er zal bespaard worden op het stadspersoneel. Dat personeel neemt de onzekerheid niet en voerde reeds meermaals actie.

    Interview door Simon Hupkens

    Op 12 november was er een concentratie van de CGSP (Franstalige tegenhanger van het ACOD, de vakbond van het overheidspersoneel) met zo’n 200 aanwezigen. Op 29 november volgde een nieuwe actie met 300 aanwezigen. We spraken met Mireille Baiwir, ACOD-delegee bij de paramedische diensten van het OCMW van Verviers.

    Wat zal op uw werkplaats de impact van de voorziene maatregelen zijn?

    “De heer Desama ‘belooft’ ons dat er in 2008 20 voltijdsen minder zullen zijn in de paramedische diensten. Dat zullen niet noodzakelijk naakte ontslagen zijn, maar alleszins zou het een belangrijk banenverlies betekenen.”

    Denk je dat de gemeente teveel personeel heeft aangeworven, zoals Desama liet uitschijnen?

    “In mijn sector zitten we in ieder geval met een personeelstekort. De besparingen zullen grotendeels gebeuren op de kap van het verzorgend personeel zoals verplegers. Elders werkt het OCMW vaak met tijdelijke en goedkope contracten, daar snoeien zal hen niet zoveel opleveren.”

    Wat is de reactie van de vakbonden?

    “We hebben al een ontmoeting gehad met de verantwoordelijken van de gemeente Verviers. De burgemeester weigert echter om ons te ontmoeten. Er is een grote actiebereidheid, zowel bij ABVV als ACV. We zullen alle personeelsleden nodig hebben, los van hun syndicale kleur of hun functie. We zitten allemaal in hetzelfde bootje.“

  • 25.000 betogers eisen meer koopkracht

    De nationale vakbondsmanifestatie van afgelopen zaterdag kende een iets grotere opkomst dan verwacht door de vakbondsleidingen. De staking van de treinbestuurders van OVS dreigde even roet in het eten te gooien, maar toch was er een mooie opkomst. De aanhoudende prijsstijgingen zorgen voor een groeiend ongenoegen en dat werd duidelijk op de betoging.

    LSP/MAS op de betoging

    LSP had heel wat militanten aanwezig op de betoging. Die verspreidden ons pamflet, verkochten ons maandblad of hielpen mee aan de interventie van CAP. Nog andere militanten stapten mee op met hun vakbondsdelegatie. Op de betoging verkochten we 265 exemplaren van ons maandblad, dat is een voorlopig cijfer. We haalden ook 210 euro financiële steun op voor ons strijdfonds. Aan de drie stands (Zuid-station, Anneessens en Rogier) werd ook nog eens voor 50 euro aan boeken en brochures verkocht.

    Deze week nog maakte de Nationale Bank bekend dat de prijzen momenteel het sterkst stijgen sinds 18 jaar. Tegen eind 2008 zullen we, volgens de vooruitzichten van de Nationale Bank, gemiddeld 2,9% meer betalen. Dergelijke prijsstijgingen wegen steeds harder door, zeker op een ogenblik dat er een groeiend aantal jobs flexibele en laagbetaalde tijdelijke jobs zijn. Van alle jobs die in 2006 werden gecreëerd, waren de helft jobs op basis van dienstencheques!

    Een groeiende laag van de bevolking heeft moeite om rond te komen, zo’n 3% van de werkenden leven officieel in armoede. En dan hebben we het nog niet gehad over werklozen, gepensioneerden,… In plaats van iets te doen tegen de armoede onder deze lagen van de bevolking, bereiden de traditionele partijen nieuwe aanvallen voor op onze sociale verworvenheden. Een Generatiepact bis behoort bijvoorbeeld tot de mogelijkheden.

    De ernst van de ondermijning van de koopkracht wordt algemeen erkend. Het is ook duidelijk dat de indexering van de lonen niet voldoet om de prijsstijgingen op te vangen, dat komt onder meer door de ondermijning van de index die er kwam met de gezondheidsindex of eerder met de indexsprongen. Op de betoging weerklonk een duidelijke roep om de koopkracht te herstellen.

    Een belangrijke vraag daarbij is natuurlijk welk politieke formatie daartoe in staat is. Op de betoging waren er geen grote delegaties van de traditionele partijen. Er waren wel vertegenwoordigers van SP.a en Groen/Ecolo, maar die beperkten hun houding tot de "oppositierol" die ze de afgelopen maanden hebben gespeeld: met één been uit, maar tegelijk één been in een volgende regering. Naarmate de kansen op een tripartite toenemen en ook de SP.a haar bocht heeft genomen, groeit wellicht het besef dat een dergelijke regering fors zal moeten besparen en bijgevolg geen beloften kan doen aan de werkenden. Ook met SP.a en PS in de regering, zal onze koopkracht verder ondermijnd worden (net zoals deze partijen ons eerder het Generatiepact opdrongen).

    Om onze bekommernissen naar voor te brengen op het politieke vlak, zullen we nood hebben aan een eigen instrument: een eigen arbeiderspartij. Het was goed dat CAP, het Comité voor een Andere Politiek, goed zichtbaar was op de betoging met een duidelijk pamflet, militanten die actief campagne voerden, de solidariteitsbus,… Dat versterkt de discussie over de nood aan een arbeiderspartij op een ogenblik dat de beweging rond koopkracht nog in de kinderschoenen staat.

    Na deze betoging zal er nood zijn aan een verder actieplan om de basis van de bonden te informeren en te mobiliseren. Dat gebeurde nu op veel plaatsen niet, wat zich manifesteerde in de opkomst. 25.000 betogers is veel, maar het potentieel was groter. Dat kwam niet alleen door de staking van OVS (waarop we later deze week nog terugkomen – wij begrijpen het ongenoegen dat aan de basis ligt van deze staking en denken dat de omvang van de OVS-staking aangeeft dat het ongenoegen veel breder is dan enkel onder de OVS-leden, bij gebrek aan een degelijk en strijdbaar actieplan van de grote bonden kan een kleinere bond een impact hebben die veel verder gaat dan haar eigen rangen…).

    De betoging eindigde met de toespraken van de syndicale leiders die achteraf een bezoek brachten aan premier Verhofstadt. Die stelde dat hij het probleem erkent, maar schoof oplossingen op de lange baan. Zo was hij daar ook van af zonder onmiddellijk aan te kondigen dat zijn partij pakweg geen voorstander is van de indexering van de lonen. Het leek naïef om de betoging af te sluiten met een bezoek aan Verhofstadt. Dit wees echter op de twee belangrijkste zwaktes: het gebrek aan een actieplan en het ontbreken van een politiek instrument in de vorm van een arbeiderspartij.

  • Een actieplan voor koopkracht. Een arbeiderspartij om het uit te voeren!

    Een arbeiderspartij om het uit te voeren!

    We publiceren het pamflet van LSP naar aanleiding van de betoging van komende zaterdag in Brussel rond de koopkracht. Bij deze willen we ook nogmaals oproepen om deel te nemen aan deze betoging: zaterdag om 10u30 Brussel Zuid. LSP pleit voor een actieplan om de koopkracht te verdedigen en denkt dat er ook een politiek verlengstuk nodig is: een arbeiderspartij.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Een PDF-versie van dit pamflet kan je hier downloaden. LSP/MAS zal 2.000 Nederlandstalige en 2.000 Franstalige pamfletten verspreiden. Wie extra pamfletten wil om te verspreiden aan opstapplaatsen van de bussen en/of treinen, kan de PDF-versie uitprinten en kopiëren.

    CAP heeft eveneens een pamflet gemaakt dat op 20.000 exemplaren zal worden verspreid. Dit pamflet kan je eveneens als pdf-bestand openen om uit te printen. Het pamflet zelf kan je hier op de CAP-site nalezen.

    [/box]

    Stommiteit of provocatie?

    Leterme doet het weer. “Intellectueel niet in staat nederlands te leren”, noemde hij de franstaligen. Nu vergelijkt hij de franstalige openbare omroep met radio Mille Collines. Dat is de Rwandese zender die destijds opriep tot genocide tegen tutsi’s en gematigde hutu’s. Je moet het maar doen. Het was nochtans Letermes’ CVP die hartelijke relaties onderhield met wijlen Habyarimani en diens extreem hutu-regime.

    Leterme zou “alleen maar herhaald hebben” wat anderen, waaronder een minister van staat, hem hadden voorgekauwd. Dat belooft. Volgens ons zit er meer achter. Het patronaat bereidt een grote aanval voor op onze verworvenheden. Dat vereist verdeeldheid onder de arbeiders en hun gezinnen. Letermes provocaties helpen een klimaat creëren, waarin een frontale aanval op onze verworvenheden mogelijk wordt.

    We kennen de krachtlijnen van die aanval:

    • een forse vermindering van het aantal ambtenaren
    • liberalisering en privatisering van De Post en de NMBS
    • uitverkoop van sociale huisvesting via publiek private samenwerking
    • nog meer flexibiliteit en interim-arbeid
    • een duurder onderwijs in dienst van de bedrijven ten koste van algemene vorming
    • een tweede generatiepact etc…

    Ondanks de verdeel-en heerspolitiek van Leterme, is het patronaat er niet gerust op. Een verdere uitbreiding van het anti-stakingsarsenaal (dwangsommen, éénzijdige verzoeksschriften,…) met minimumdiensten is haar welgekomen. Een gunstige afloop voor het patronaat in het proces tegen de stakers van SN Brussels haar natte droom.

    Actieplan voor koopkracht

    LSP/MAS (Linkse Socialistische Partij / Mouvement pour une Alternative Socialist) ondersteunt het vakbondsfront voor een sterke en federale sociale zekerheid, voor meer koopkracht en een evenwichtiger fiscaliteit. De arbeiders en hun gezinnen hebben de voorbije jaren niet kunnen profiteren van de economische groei. Na 19 jaar regeringsdeelname door de sociaal-democratie (SP.a en PS) is het aantal armen verdubbeld, terwijl de bedrijven, hun aandeelhouders en managers de buit opstreken. De eerste tekenen van crisis laten zich nu voelen. De prijzen schieten meteen de hoogte in. Het patronaat zal de loontrekkenden oproepen tot matiging en zelfs de uitgeholde gezondheidsindex in vraag stellen. Bedrijven zullen inleveringen afdwingen door te dreigen met sluiting. Enkel een vakbondsoffensief voor volledig herstel van de index en welvaartsvaste uitkeringen kan een snelle uitbreiding van de armoede, ook naar werkenden, voorkomen.

    Zo een offensief vereist voorbereiding in de bedrijven, de regio’s en de gewesten, inclusief regionale interprofessionele bijeenkomsten om een actieplan op te stellen. Het vereist ook de mobilisatie van de bevolking om het vakbondsoffensief te ondersteunen. Militanten en delegees moeten een hecht netwerk weven van strijdbare militanten om dat offensief in woord en daad kracht bij te zetten.

    Massale arbeiderspartij nodig

    We kunnen en moeten syndicale strijd voeren op het niveau van het bedrijf en de sector. Maar de vakbonden mogen zich daartoe niet beperken. Het economisch beleid en de arbeidsreglementering worden immers in wetten en reglementen vastgelegd op het politieke niveau. Op SPa en Groen kunnen we daarvoor niet rekenen. Daarom roept LSP/MAS al jaren op voor een brede, massale arbeiderspartij. Die moet het mogelijk maken arbeiders en alle onderdrukten te verenigen door iedere vorm van uitbuiting of onderdrukking te bestrijden. Ze kan het debat organiseren over een politiek alternatief dat vertrekt van de behoeften van de bevolking en niet van de winsten van een handvol superrijken. Ze kan acties in de wijken, de bedrijven en de scholen vertegenwoordigen in de politieke instellingen en er de neoliberale politici het vuur aan de schenen leggen. De vakbonden zijn het best geplaatst om zo een partij tot stand te brengen.

    Wie met gekruiste armen afwacht tot de vakbondsleiders het initiatief nemen, zal nooit een arbeiderspartij meemaken. Om de zaken vooruit te laten gaan, heeft LSP/MAS zich binnen CAP (Comité voor een Andere Politiek) verenigd met anderen om de idee van een arbeiderspartij te bevorderen. CAP deelt hier vandaag 20.000 pamfletten uit. Een nieuwe arbeiderspartij zou ons eindelijk uit het defensief kunnen tillen en een offensief mogelijk maken. Zo een strijdpartij zou de aanhang van Dedecker en het Belang doen smelten als sneeuw voor de zon.

    LSP/MAS instrument voor democratisch socialisme

    LSP/MAS wil volop meewerken aan de vorming van een arbeiderspartij. We willen ons programma niet opdringen, maar aanbieden als bijdrage, naast andere programma’s. Wij zijn echter van mening dat de strijd tegen armoede, uitbuiting en onderdrukking hooguit tijdelijke verbeteringen kan afdwingen, die het patronaat telkens weer in vraag zal stellen. Op termijn leidt dat tot demoralisatie. Blijvende verbeteringen vereisen volgens ons een ander systeem, niet gebaseerd op winstbejag, maar op solidariteit. Solidariteit leg je niet op, maar bekom je door inspraak en wederzijds respect. Wij denken dat dit enkel kan binnen het kader van democratisch socialisme.

    Het verdedigen van de belangen van de arbeiders en onderdrukten vergt een arbeiderspartij, zoniet zullen rechse populisten van het ongenoegen en de demoralisatie misbruiken om hun racistisch en communautair vergif in te spuiten. Net zo vereist het verdedigen van maatschappijverandering een geduldige, maar systematische, opbouw van de partij. Die moet in staat zijn haar opvattingen te verdedigen en te verspreiden in debat met andere. Ze moet dat niet doen door “de waarheid te verkondigen”, maar door dagelijks, in de praktijk de nood aan maatschappijverandering aan te tonen, ook als dat (nog) niet populair is. LSP/MAS wil dat instrument zijn of er deel van uitmaken, indien mocht blijken dat ook anderen tot die conclusie zijn gekomen.

  • Neoliberale beleid ondermijnt onze levensstandaard

    Sociale zekerheid onder vuur

    Koopkracht blijft maar dalen

    De rooms-blauwe regeringsonderhandelaars slaagden er wel in om tot overeenstemming te komen over het sociaal-economisch beleid. Daarbij werden nieuwe aanvallen voorbereid op onze levensstandaard en sociale zekerheid. Om de patronale cadeaus te betalen (de liberalen eisten minstens 3 miljard euro aan lastenverlagingen), zal opnieuw bespaard worden op uitkeringen, lonen,… De sociale zekerheid die de afgelopen decennia werd afgedwongen door de arbeidersbeweging wordt hierdoor steeds meer een asociale onzekerheid voor de meerderheid van de bevolking.

    Geert Cool

    Sociale zekerheid: een product van arbeidersstrijd

    Alle aspecten van sociale zekerheid die we vandaag kennen, zijn het resultaat van arbeidersstrijd. De grote staking van 1886 lag aan de basis van de afschaffing van de wet Le Chapelier dat stakingen en arbeidersorganisaties verbood (volgens anti-stakingsideologen werd met deze afschaffing een fout gemaakt…). De arbeidersorganisaties dwongen nieuwe sociale verworvenheden af. Eerst door deze zelf te organiseren (met eigen werkloosheidskassen bijvoorbeeld), daarna door deze verplicht te maken. Het waren de arbeiders zelf die de individuele onzekerheid beantwoordden met collectieve solidariteit.

    Een belangrijke doorbraak kwam er in de periode die volgde op de Russische Revolutie van 1917. Ook het Belgische patronaat vreesde dat deze revolutie gevolgen zou hebben op de arbeiders die zouden opkomen voor een socialistisch alternatief. Hierop werden een aantal toegevingen gedaan aan de arbeiders, onder meer met het enkelvoudig algemeen stemrecht voor mannen (1919) maar ook op sociaal vlak: de toekenning van pensioenen (1924-25) en kinderbijslag (1927). Naar aanleiding van de algemene staking van 1936 werd de arbeiders jaarlijkse vakantie toegekend.

    De sociale zekerheid zoals we die nu kennen kwam tot stand met de Besluitwet van 28 december 1944. Vlak na WOII was de burgerij verontrust over de sociale situatie. Uit ervaring wist ze dat oorlogen revoluties kunnen veroorzaken. Ze moest belangrijke toegevingen doen om de situatie om te buigen en het voortbestaan van het kapitalistische systeem te garanderen. Dat gebeurde onder meer de sociale zekerheid: een verplichte en veralgemeende verzekering die bescherming bood tegen ziekte, ouderdom, kinderlast en werkloosheid.

    Waarom besparen op de sociale zekerheid?

    De logica van de traditionele partijen is neoliberaal: hoe meer cadeaus het patronaat krijgt, hoe meer tewerkstelling er is en hoe minder uitgaven voor de sociale zekerheid. Resultaat: de komende regering zal door een opeenstapeling van maatregelen naar schatting 10 miljard euro aan middelen moeten zoeken. Dat is dubbel zoveel als wat bespaard werd met het Globaal Plan in 1993. De partijen willen die middelen onder meer zoeken bij de sociale zekerheid door te besparen op de uitkeringen. Nochtans hebben alle lastenverlagingen van de afgelopen jaren niet gezorgd voor een daling van de werkloosheid.

    De sociale zekerheid werd de afgelopen jaren reeds sterk ondermijnd door enerzijds cadeaus aan het patronaat in de vorm van lastenverlagingen, maar ook door het aanwenden van de middelen van de sociale zekerheid voor bijvoorbeeld dienstencheques (vorig jaar goed voor 200 miljoen euro uit de kas van de sociale zekerheid – tegen 2008 zou het kunnen oplopen tot 1 miljard euro!). Nochtans komen dienstencheques in veel gevallen neer op onzekere tewerkstelling tegen lage lonen waarbij de werkgever minder moet betalen omdat de overheid met onze gemeenschapsmiddelen bijlegt.

    Het resultaat van dit beleid is enkel een toenemende kloof tussen rijk en arm met nu reeds 15% in ons land tegenover 6% in de jaren 1990. De groeiende armoede zet natuurlijk druk op de sociale zekerheid en daarop reageren de traditionele partijen met het standpunt dat de slachtoffers van dit systeem daar zelf voor verantwoordelijk zijn. In plaats van de werkloosheid aan te pakken, wordt bijgevolg overgegaan tot het aanpakken van de werklozen. Of de gepensioneerden worden met de vinger gewezen omdat ze “te vroeg” op pensioen gaan, maar men vergeet dat de pensioenen in ons land tot de laagste in Europa behoren en tegelijk dat de gepensioneerden jarenlang hebben bijgedragen aan de sociale zekerheid (of dienden die bijdragen enkel om de lastenverlagingen voor het patronaat op te vangen?).

    Wat wordt voorgesteld qua maatregelen?

    • In de tweede formatienota van Leterme stond dat de rooms-blauwe partijen de sociale partners “oproepen om een verantwoorde loonontwikkeling na te streven” om de “loonkostenhandicap van 1,5% tegenover de belangrijkste handelspartners” weg te werken. Concreet: de lonen mogen niet stijgen en de reeds aanwezige daling van de koopkracht zal blijven duren.
    • Er wordt 3 miljard euro extra voorzien voor lastenverlagingen aan het patronaat waardoor de inkomsten van de sociale zekerheid verder zullen dalen. De afgelopen jaren werden de ‘patronale’ bijdragen aan de sociale zekerheid steeds verminderd, in 2006 ging het om 5,415 miljard euro.
    • Gezondheidszorg: zowel liberalen als christen-democraten willen een grotere rol voor private instellingen, de uitgaven voor gezondheid mogen slechts beperkt verder stijgen. De nadruk op private instellingen leidt tot een verdere kloof tussen rijk en arm.
    • Pensioenleeftijd: hier wordt voorgesteld om de pensioenen niet langer van leeftijd te laten afhangen, maar louter van de “loopbaanduur”. Met andere woorden: een Generatiepact bis (en bovendien nog straffer) met de mogelijkheid om pas op je 70ste op pensioen te kunnen.
    • Pensioenen: er wordt nadruk gelegd op private verzekeringen in de vorm van aanvullende pensioenen. Het resultaat van die evolutie is een groeiende kloof tussen de hoogste en laagste pensioenen: de 20% hoogste pensioenen zijn gemiddeld 16 keer zo groot als de 20% laagste!
    • Werkloosheidsuitkering: de regering wil deze geleidelijk aan in de tijd beperken door de jacht op de werklozen te versterken en de uitkeringen te verhogen in de eerste maanden van werkloosheid om het dan drastisch te verlagen in de daaropvolgende maanden.

    25 jaar neoliberaal beleid

    25 jaar aanvallen op onze levensstandaard

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Neoliberaal beleid: de gevolgen

    • 4% van de werkenden zijn officieel arm.
    • In 2007 stapten reeds 55.000 gezinnen naar het OCMW omdat ze hun gas- en/of elektriciteitsfactuur niet meer kunnen betalen, in 2006 waren dat 37.500 gezinnen (dat is slechts een minderheid van de “wanbetalers”)
    • Ruim 9% van de bevolking stelt medische zorgen uit omdat ze deze niet kunnen betalen
    • De 10% armsten geven gemiddeld 25 euro uit aan onderwijs, bij de 10% rijksten is dat 776 euro (of 30 keer zoveel)
    • Een werkloos gezinshoofd had in 1985 minimaal 49% van het gemiddeld loon, in 2000 was dat nog 43%.
    • in 1990 was een bijstandsuitkering (huidig leefloon) nog goed voor een maandelijks bedrag van 739 euro, in 2006 bleef daar nog slechts 711 euro van over
      [/box]

      De afgelopen 25 jaar is er een reeks aanvallen gekomen op de sociale zekerheid, maar eigenlijk meer algemeen op onze levensstandaard. Het aandeel van arbeid in het globale inkomen van de EU-15 is vorig jaar gezakt tot 57,8%, een historisch dieptepunt. In ons land bedroeg het aandeel van arbeid in het bruto binnenlands product (bbp) vorig jaar voor het eerst minder dan 50%! Wat betekent dit? Dat lonen steeds minder opwegen tegenover de bedrijfswinsten. In de praktijk komt het neer op een toename van de ongelijkheid en een concentratie van rijkdom bij een steeds kleinere minderheid.

      De reële lonen zijn eveneens gedaald. Sinds 1981 daalden onze reële lonen gemiddeld met 0,4% per jaar! De lonen volgen de stijgende levensduurte en de toenemende productiviteit niet waardoor er een verdere transfer is van arbeid naar kapitaal. De werkenden draaien dus op voor de recordwinsten. Zelfs de Duitse minister Steinbrück (van de SPD, een partij die met Hartz 4 het idee vestigde van 1-eurojobs) moest erkennen: “Het is op termijn onhoudbaar dat de lonen zich al jaren op een recorddiepte bevinden en de winsten op een recordhoogte.” Wij worden verteld dat we concurrentieel moeten zijn met werknemers uit het Oostblok of China, tegelijk krijgen topmanagers recordlonen (omdat ze “concurrentieel” moeten zijn met de lonen van Amerikaanse topmanagers…). Een Amerikaanse topmanager verdient gemiddeld op 1 dag evenveel als zijn werknemers op jaarbasis. En dan moet op onze lonen bespaard worden?

      Deze tegenstelling van recordwinsten tegenover aanvallen op onze lonen vormde een factor in de staking bij Janssen Pharmaceutica. Het zal wellicht een terugkerend argument zijn, zeker nu de prijzen sterk stijgen en onze lonen niet volgen…

  • Actie nodig tegen het asociale beleid

    De vakbonden halen terecht argumenten aan om in actie te komen tegen het asociale beleid dat de komende regering wil voeren en tegen de verdere ondermijning van onze koopkracht. Op 16 november hield het ABVV een militantenconcentratie met 2.500 aanwezigen. Het ABVV had het cijfer van 1.000 aanwezigen vooropgesteld. Het ACV zag zich verplicht om tegelijk haar campagne te lanceren tegen de aanvallen op de koopkracht, onder meer met een betoging in Charleroi. Deze acties maakten duidelijk dat er druk van de basis is om tot actie over te gaan.

    Op de ABVV-bijeenkomst stelde voorzitter De Leeuw dat de index niet meer volstaat. Hij beklemtoonde dat er voor het ABVV niet mag geraakt worden aan de index, maar dat er tegelijk ook maatregelen nodig zijn om de stijgende prijzen, in het bijzonder deze van energie en voedingsmiddelen, tegen te gaan of te verzachten voor de armsten. Terwijl het patronaat vorig jaar 2,6 miljard euro aan lastenverlagingen kreeg, kan een groot deel van de bevolking de stookolie niet meer betalen. In plaats van daar iets aan te doen, wordt enkel gepraat over verdere lastenverlagingen. De lastenverlagingen komen overeen met 1.000 liter mazout per Belgisch gezin. Het is een kwestie van prioriteiten…

    De betoging van 15 december is een volgende stap na de militantenconcentratie van het ABVV en de ACV-betoging in Charleroi. De oproep voor deze betoging kwam er onder druk van de basis. Deze betoging is een goede gelegenheid om een informatie- en mobilisatiecampagne op te zetten in de bedrijven. Dat zou nuttig zijn om met concrete eisen naar voor te kunnen komen in acties zodra er maatregelen worden genomen door de volgende regering. Enkele belangrijke punten daarbij zullen moeten zijn: het herstel van de index, een bevriezing van de energieprijzen, het behoud en versterken van de sociale zekerheid.

    Voor het herstel van de index !

    Het patronaat en de regering willen niet dat de lonen zouden stijgen. Zelfs de indexering van de lonen wordt in vraag gesteld. Nu worden de lonen aangepast aan de index om de stijgende prijzen te volgen. Daartoe wordt gewerkt met een korf van producten waarvan de prijzen bepalend zijn voor de index.

    Op dat vlak stellen zich echter een aantal problemen: het gaat om een “gezondheidsindex” (een mooie naam voor een besparingsmaatregel door ongezonde producten eruit te halen: tabak, alcohol maar even goed diesel en brandstof) en daarnaast is de korf van producten niet evenwichtig samen gesteld. Door de nadruk sterker op een aantal luxeproducten en nieuwe technologie te leggen, stijgen de prijzen van de producten in de korf niet even sterk als de prijzen die een normaal gezin moet betalen. Zo tellen huren slechts voor 6,2% van de uitgaven in de korf. Voor de meeste gezinnen ligt de huurkost echter wel wat hoger. De gezondheidsindex zorgt ervoor dat de algemene prijsstijgingen minder effect hebben op onze lonen: de normale index ging tussen 1996 en 2006 met 18,93% omhoog, voor de gezondheidsindex was dat 16,98%.

    Officieel worden onze lonen aangepast aan de stijgende levensduurte, maar in de praktijk gebeurt dat niet op een correcte manier. De stijgende prijzen voor brandstof of stookolie worden bijvoorbeeld niet doorgerekend. Daartegenover is er nood aan het herstel van de volledige index (afschaffing van de gezondheidsindex) en een aanpassing van de korf van producten die aan de basis ligt van de index.

    Dit moet gepaard gaan met reële loonstijgingen die de ondermijning van de koopkracht van de afgelopen jaren ongedaan maken.

    Bevriezing van de energieprijzen

    Een belangrijk aspect in het ondermijnen van onze koopkracht wordt gevormd door de stijgende energieprijzen. Die stijgingen zijn mee het resultaat van de onstilbare winsthonger van energiemultinationals zoals Suez/Electrabel. In de energiesector is duidelijk geworden dat een liberalisering niet leidt tot lagere prijzen voor de meerderheid van de bevolking. Het enige resultaat is hogere winsten voor een kleine minderheid van aandeelhouders.

    Om de energiefactuur betaalbaar te maken, is er nood aan een algemene bevriezing van de energieprijzen. Dat stelt de vraag naar de controle op de energiemarkt. Zolang de winst centraal staat, zal er enkel aandacht zijn voor wie zich energie kan permitteren. Bovendien wordt het onderzoek naar ecologische alternatieven niet bevorderd. LSP meent daarom dat er nood is aan hernationalisering van de energiesector onder democratische controle en beheer van de arbeiders en de gemeenschap.

    Voor een versterking van de sociale zekerheid !

    Zowel ABVV als ACV pleiten voor een versterkte, federale sociale zekerheid. Een splitsing van de sociale zekerheid zou enkel gebruikt worden om de uitkeringen te ondermijnen en te besparen. In plaats van te besparen op de lonen en uitkeringen, is er nood aan een reële loonstijging. Bovendien moeten niet de uitkeringstrekkers aangepakt worden: “Niet de werklozen, maar de werkloosheid moet worden bestreden”, aldus de verklaring van ABVV en ACV.

    In plaats van na te gaan hoe de sociale zekerheid kan worden gesplitst en afgebouwd, moet er dringend werk gemaakt worden van een versterking van de sociale zekerheid: de uitkeringen moeten omhoog, het Generatiepact moet worden afgeschaft, in plaats van de werklozen aan te pakken moet het beschikbare werk verdeeld worden (door een arbeidsduurvermindering zonder loonsverlies), de commercialisering van de gezondheidssector moet een halt worden toegeroepen,… Zoniet dreigt het beeld dat Michael Moore in diens documentaire Sicko schetste van de Amerikaanse gezondheidszorg straks ook hier steeds meer een realiteit te worden in alle sectoren van de sociale zekerheid.

    Wij pleiten voor een universele sociale zekerheid die toegankelijk is voor iedereen en tevens voor een massale investering van publieke middelen in die sociale zekerheid. De recordwinsten geven aan dat er middelen aanwezig zijn, het wordt tijd dat die aangewend worden voor de noden en behoeften van de meerderheid van de bevolking.


    Nood aan een politiek alternatief

    Op 15 december 2005 keurde het parlement het Generatiepact goed. Deze aanval op de brugpensioenen werd gesteund door de regeringspartijen (liberalen en sociaal-democraten). Vanuit de oppositie stemde enkel Ecolo tegen. De andere oppositiepartijen vonden dat de maatregelen niet ver genoeg gingen. De stem van 100.000 arbeiders die betoogden op 28 oktober 2005 werd niet gehoord.

    Uit de vaststelling dat de arbeiders en hun gezinnen over geen eigen politieke formatie beschikken, werd het Comité voor een Andere Politiek (CAP) opgezet door onder meer Jef Sleeckx. Het enthousiasme voor dit initiatief was groot, maar er waren nog tal van praktische moeilijkheden: hoe CAP organiseren, met welk programma en profiel, wie trekt naar de verkiezingen,…? Ondanks die beperkingen, vormt CAP een belangrijke stap vooruit. Het komt immers op voor het vestigen van het idee dat er nood is aan een nieuwe arbeiderspartij. Dat is 2 jaar na de goedkeuring van het Generatiepact meer dan ooit actueel.

    Nu lijkt het erop dat de sociaal-democratie uit de regering kan vallen. De oppositie die we vanuit deze hoek te zien kregen, beperkte zich grotendeels tot communautaire standpunten. SP.a eiste een snellere stemming over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, PS werpt zich op als de verdediger van de Franstalige belangen. De Groenen betreuren intussen dat de eerste paarsgroene ervaring niet langer heeft geduurd (aldus Mieke Vogels, de nieuwe voorzitster van Groen). Het gebrek aan een politiek antwoord op het neoliberaal beleid geeft ruimte aan rechtse, nationalistische en populistische krachten. Deze zullen echter geen beleid brengen dat de belangen van de arbeiders en hun gezinnen centraal stelt.

    We zullen een eigen arbeiderspartij nodig hebben die in staat is om zowel in strijdbewegingen een actieve rol te spelen als om onze eisen en bekommernissen politiek op te nemen. Het Comité voor een Andere Politiek (CAP) kan mee een aanzet geven om het idee van een nieuwe arbeiderspartij breder te verspreiden. Werk met ons mee aan de uitbouw van CAP.

  • Onderwijsbetoging in Brussel. Vandenbroucke wil van geen wijken weten

    Gisteren trokken naar schatting 1.500 studenten en personeelsleden de straat op in Brussel. De betogers trotseerden de gietende regen om hun protest tegen de financieringsplannen van Vandenbroucke in het hoger onderwijs te uiten. De betoging werd georganiseerd door VVS en de christelijke en liberale vakbonden. ACOD-onderwijs deed officieel niet mee, maar onder impuls van ACOD-VUB was er toch een sterke rode aanwezigheid.

    In de aanloop naar de betoging werd het reeds duidelijk dat onderwijsminister Vandenbroucke verveeld zat met deze actie. Zo beloofde hij 7 miljoen euro extra aan de hogescholen, maar hij koppelde dat wel aan de voorwaarde om niet te mobiliseren naar de betoging van 6 december. Dat had ongetwijfeld een impact op de opkomst aangezien een aantal directies de mobilisatie hadden stopgezet.

    Maar ook op de dag van de betoging beet de onderwijsminister van zich af. Zowel in publieke debatten (onder meer op de radio) als in een gesprek met vertegenwoordigers van de betoging, verweet hij de actievoerders dat ze er “niets van snappen”. De arrogante professor Vandenbroucke zou het wel eens uitleggen waarom de hogere inschrijvingsgelden voor master-na-master en bachelor-na-bachelor voor meer kwaliteit zouden zorgen. Of waarom de besparingen in economisch “niet-rendabele” richtingen (zoals humane wetenschappen) net sociaal zouden zijn. Uiteraard weten we intussen dat Frank Vandenbroucke geen “socialist” is, maar een blauwe neoliberaal. Zijn plannen in het hoger onderwijs zullen de polarisatie versterken tussen toprichtingen met veel middelen en afvalonderwijs voor de meerderheid van de bevolking.

    De hervormingen in het hoger onderwijs kaderen in een meer algemene ‘vermarkting’ van het onderwijs: het onderwijs wordt volledig afgestemd op de vragen en verwachtingen vanuit de bedrijfswereld. Dat gaat samen met aanvallen op het democratisch karakter van het onderwijs door de toegang te beperken (onder meer via hogere inschrijvingsgelden, maar even goed door de totale ontmanteling van sociale diensten).

    De betoging van gisteren was kleiner dan wat aanvankelijk werd verwacht. Dat kwam deels door het slechte weer, maar ook omdat de mobilisatie in Brussel zelf niet overal even sterk op gang was gekomen. De betoging werd gesteund door de christelijke en liberale vakbonden. ACOD-onderwijs steunt het financieringsplan van VDB (ondanks eerder protest). Maar delegaties van ACOD-onderwijs stond het vrij om al dan niet deel te nemen aan de betoging. Vanuit de VUB werd bijvoorbeeld goed gemobiliseerd door het ABVV. Maar ook bijvoorbeeld de ABVV-Jongeren waren present. Hierdoor was er heel wat rood in de betoging.

    Met de Actief Linkse Studenten hadden we eveneens opgeroepen om deel te nemen aan de betoging. We vormden op de betoging een eigen delegatie met studenten uit heel het land, ook enkele Franstalige studenten van de ULB vervoegden onze delegatie. Deze levendige delegatie riep slogans tegen de commercialisering van het onderwijs en verdedigde de eis van meer publieke middelen voor het onderwijs. Terwijl Vandenbroucke een verdeel-en-heers spelletje wil spelen door de tekorten te verdelen, is er nood aan meer middelen voor alle sectoren van het onderwijs. Daartoe moet het budget voor onderwijs worden opgetrokken tot 7% van het bbp.

  • Magere “oplossing” voor vakbondsaanwezigheid in KMO’s

    VBO-topman Pieter Timmermans is een tevreden man. In een opmerkelijk standpunt in het dagblad ‘De Tijd’ stelt de directeur-generaal van de patroonsfederatie dat de sociale partners “hun BHV” wel opgelost hebben. Terwijl de politici er niet in slagen tot oplossingen te komen, doen de sociale partners dat wel. Alleen is het maar de vraag: tot welke oplossingen is men gekomen.

    Timmermans haalt een aantal gelijkenissen aan tussen Brussel-Halle-Vilvoorde en de vakbondsaanwezigheid in KMO’s: het feit dat wettelijke regels niet worden nageleefd, dat er gerechtelijke tussenkomsten waren die dit vaststelden en het bestaan van standpunten die diametraal tegenover elkaar staan. Daarbij slaagt Timmermans er natuurlijk al in om een sneer naar de vakbonden te geven, hun eis voor vakbondsaanwezigheid in KMO’s stond volgens Timmermans lijnrecht tegenover “de directe communicatie met alle werknemers als modern alternatief”. Het “moderne” alternatief werd overigens in de 19e eeuw al toegepast: ook toen was er een “directe communicatie” tussen werkgever en werknemers…

    Hoe zijn werkgevers en vakbonden dan tot een akkoord gekomen? Ze hebben “hun BHV” opgelost omdat ze zijn blijven onderhandelen en omdat ze beseften dat een veroordeling van België een zware financiële aderlating zou zijn, aldus Timmermans. Met andere woorden: de werkgevers konden hun verzet tegen een aanwezigheid van vakbonden in KMO’s niet blijven verdedigen omdat dit de overheid te veel zou kosten en omdat het inging tegen wettelijke regels en verplichtingen. Met een mes tegen de rug, is onderhandelen de enige optie?

    En toch zijn de patroons erin geslaagd om de vakbondsaanwezigheid in KMO’s te beperken. In ondernemingen tussen 50 en 100 werknemers komt er geen ondernemingsraad, maar krijgt het CPBW (Comité Preventie en Bescherming op het Werk) een beperkt aantal extra bevoegdheden die in bedrijven met meer dan 100 werknemers aan de ondernemingsraad toekomen. Bovendien mogen er geen extra beschermde werknemers komen. In bedrijven met minder dan 50 werknemers waar er een vakbondsafvaardiging erkend is, krijgt deze beperkte financiële informatie (met name uit de openbare bij de Nationale Bank neergelegde balans).

    Dit is een magere stap vooruit en minder patronale toegevingen zouden wellicht geen einde gemaakt hebben aan de dreiging van Europese dwangsommen. Maar op zich is het een stap vooruit om uiteindelijk te komen tot een volwaardige vakbondsaanwezigheid in KMO’s.

    Opvallend detail: Timmermans stelt dat er meteen ook dat de sociale partners nieuwe afspraken willen maken “over het vermijden van spontane acties en stakingen alsook van acties die de continuïteit van essentiële economische activiteiten belemmeren.” Wat betekent dat? Dat het patronaat een nieuw “herenakkoord” wil waarin de vakbonden zich verzetten tegen spontane acties en bovendien instemmen met minimumdiensten in bepaalde sectoren? Als de vakbonden daarover een akkoord sluiten, zou het wel eens even slecht kunnen nageleefd worden als het vorige herenakkoord waarin het patronaat stelde geen beroep te zullen doen op rechtbanken bij collectieve geschillen. Het patronaat heeft dat herenakkoord in de praktijk naar de prullenmand verwezen. Als er nu een verbod op spontane acties zou komen, zal dit evenzeer naar de prullenmand moeten worden gestuurd!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop