Category: Op de werkvloer

  • Studeren steeds duurder, binnenkort enkel nog voor de rijksten?

    Studeren steeds duurder, binnenkort enkel nog voor de rijksten?

    Gemiddeld 10.000 tot 12.000 euro, dat is volgens een studie van het FEF (Fédération des Etudiants Francophone) hoeveel de gemiddelde kotstudent op jaarbasis betaalt voor zijn of haar studies. De niet-kotstudenten komen er van af met “slechts” 6.000 à 7.000 euro per jaar. Ook in Vlaanderen zullen de bedragen soortgelijk zijn (maar zijn er geen recente cijfers).

    Jeroen

    Deze bevindingen mogen eigenlijk niet verbazen. Door het neoliberale beleid van de traditionele partijen is er in het onderwijs, net zoals in alle openbare diensten, sterk gesnoeid in de publieke investeringen en wordt er steeds meer een harde winstlogica gehanteerd. In 1980 ging 7% van het BBP naar onderwijs, nu is dit nog slechts 4,9%. Onderwijs genieten, wordt steeds minder gezien als een recht voor iedereen en steeds meer als een “investering” in je eigen toekomst.

    We zien dit onder andere in de evolutie van de inschrijvingsgelden. Een studie van de Vlaamse overheid in 1999 stelde vast dat universitaire studenten gemiddeld 355 euro en hogeschool studenten gemiddeld 389 euro inschrijvingsgeld betaalden. Nu wordt in Vlaanderen 535 euro gevraagd, in Wallonië gemiddeld 721 euro (universiteiten) of 530 euro (hogescholen). De hervormingen in het onderwijs zorgen ervoor dat we naar een Angelsaksisch model gaan met inschrijvingsgelden van ettelijke duizenden euro.

    Maar de inschrijvingsgelden zijn niet het enige dat sterk duurder is geworden. Een kot is voor veel studenten simpelweg onbetaalbaar geworden. Volgens de eerder vernoemde studie kostte een kot in Vlaanderen tien jaar geleden 1859 à 1945 euro per jaar. Vandaag kost een kot in Vlaanderen gemiddeld 3120 euro en in Wallonië 3150 euro per jaar, met regio’s zoals Brussel die veel duurder zijn. Boven al deze kosten komen dan nog eens de kosten voor boeken, (openbaar) vervoer, voeding, computers en internet, stages,…

    Steeds meer studenten zijn verplicht om bij te klussen om de studies te betalen. Heel vaak belanden ze in ultraflexibele en onderbetaalde “uitzendjobs”. Dit heeft nefaste gevolgen op hun slaagkansen, maar zet ook de arbeidscondities van andere arbeiders onder druk. De financiële druk heeft heel wat gevolgen, in Frankrijk kwam een studie tot de vaststelling dat 40.000 voornamelijk vrouwelijke studenten hun studies betalen met een job in de seksindustrie. Voor België zijn geen cijfers beschikbaar maar eenzelfde evolutie is ook hier waarschijnlijk.

    De enige manier om het recht op onderwijs in de praktijk te realiseren is via de uitbouw, in plaats van de afbouw, van de sociale openbare diensten. Om het probleem van dure huisvesting aan te pakken is er nood aan een massale bouw van goedkope en kwaliteitsvolle studentenhomes. Hierdoor zou ook de prijs op de private markt dalen door een groter aanbod van koten. In plaats van de studentenrestaurants te privatiseren en over te leveren aan de winstlogica van de privé, moeten deze worden uitgebouwd als alternatief op die winstlogica. In de plaats van inschrijvingsgelden op te trekken moeten deze worden afgeschaft.

    Voor een degelijk en toegankelijk onderwijs zijn er meer publieke middelen nodig. Het opnieuw optrekken van de middelen tot 7% van het BBP zou een goede eerste stap in die richting zijn!

  • Naar een sociaal bloedbad bij Carrefour?

    Amper een jaar na de aankondiging van de sluiting van een reeks buurtwinkels (in feite het overgeven van deze vestigingen aan zelfstandige geranten die goedkoper personeel inzetten), dreigt er reeds een nieuw sociaal bloedbad bij Carrefour. De socialistische bond BBTK vreest dat er een nieuwe herstructurering zit aan te komen die wel eens erg hard zou kunnen zijn.

    Bij de overheveling van de buurtwinkels van GB naar zelfstandige geranten werd door Carrefour zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om personeelsleden op brugpensioen te sturen. Dat maakt dat er bij een nieuwe herstructurering minder ruimte zal zijn voor een dergelijke optie.

    BBTK waarschuwt dat Carrefour er niet goed voor staat en mogelijk enkele duizenden personeelsleden zal ontslaan door te besparen op het aantal hypermarkten. Momenteel zijn er 56 hypermarkten, maar die doen het slechter dan vorig jaar. 45 van de 56 zagen hun omzet dalen, wat ongetwijfeld door de directie zal worden aangegrepen om te besparen.

    De vakbond vreest dat de directie wacht tot na de sociale verkiezingen om dan een nieuw herstructureringsplan bekend te maken. Voorlopig ontkent de directie, maar dat gebeurt zonder veel ijver. Er wordt gevreesd dat zo’n 3000 tot 4000 jobs zouden verloren gaan door middel van naakte ontslagen, “want alle mogelijkheden tot brugpensioen zijn bij de herstructurering van vorig jaar opgebruikt”, volgens een Antwerpse BBTK-secretaris.

    De directie stelt dat BBTK panier zou zaaien en dat er geen herstructurering op komst is. Dat is echter betwijfelbaar. Alleszins is waakzaamheid geboden. Met de sluiting en heropening van 16 GB’s in arbeiderswijken vorig jaar, toonde de directie van Carrefour reeds aan dat sociale bekommernissen niet hoog op haar agenda staan.

  • Geen ondermijning van de index, geen all-in akkoorden

    Meer koopkracht door meer loon!

    Het patronaat is de onderhandelingen voor het Interprofessioneel Akkoord (IPA) in het najaar nu reeds aan het voorbereiden. Het kan daartoe beroep doen op haar vrienden bij de Europese Centrale Bank of de Nationale Bank. Vanuit die hoek kwamen nogmaals voorstellen om de index verder te ondermijnen of zelfs af te schaffen. Het doel daarbij is niet de index op zich, maar wel de IPA-onderhandelingen in het najaar. Als het van het patronaat afhangt, zou een status-quo voor de index reeds een overwinning zijn voor de arbeiders waar een hoge prijs voor de gemeenschap tegenover staat.

    Geert Cool

    Index aanpakken via all-in?

    De discussie over de index moest de aandacht afleiden. De afgelopen decennia is de index immers al voldoende ondermijnd. In de jaren 1980 werd het indexcijfer een viermaandelijks gemiddelde (waardoor prijsstijgingen pas later worden doorgerekend). In 1993 werd de gezondheidsindex doorgevoerd (zonder benzine, diesel, tabak en alcohol). Begin 2006 werd de indexkorf van producten die bepalen wat de hoogte van de index is aangepast, met een grotere nadruk op een aantal luxeproducten die prijsdalingen kenden (DVD-spelers, televisies,…).

    Guy Quaden van de Nationale Bank (en aangesteld door de PS) reageerde op de kritiek van de Europese Centrale Bank aanvankelijk met de stelling dat de index al voldoende afgebouwd is om niet langer een “gevaar” te vormen. Toch stelde ook Quaden dat de index ter discussie moet worden gesteld. De bedoeling is duidelijk: niet de index is het doel voor het patronaat, maar wel de cadeaus die ze opnieuw zelf willen binnenhalen naar aanleiding van het IPA dit najaar (als er al zo’n akkoord zal komen door de sociale partners – mogelijk zal de regering opnieuw het initiatief moeten nemen).

    Een mogelijkheid om de index verder te ondermijnen, is het stelsel van de all-in akkoorden (waarbij de grens voor loonsverhogingen de indexstijgingen reeds omvat). In het IPA 2007-2008 was een loonnorm voorzien van 5% voor indexverhogingen en loonsverhogingen. Volgens het Planbureau zal er in deze periode een stijging van de index met 5,1% geweest zijn (Agoria ziet het eerder naar 5,6% gaan). Dit heeft verregaande gevolgen voor een aantal sectoren. In de bouwsector bijvoorbeeld wordt een indexering boven de 5% niet meer toegekend! In andere sectoren komt er bovenop de index geen enkele verhoging. Gelet op de ondermijning van de index is er ook in deze sectoren een reële achteruitgang (de inflatie, of prijsstijgingen, bedraagt op jaarbasis 4,39% of meer dan de stijging van het indexcijfer).

    Met de prijsstijgingen van de afgelopen maanden zal het moeilijker zijn om all-in akkoorden te sluiten. Het patronaat zal wel willen, maar het protest tegen dit soort akkoorden zal groter zijn. Voormalig ACV-topman Gilbert De Swert stelde in De Morgen over deze all-in akkoorden: “De vakbonden zullen nee zeggen, meer dan vroeger, geleerd als ze zijn door de recente inflatiestijging, die in enkele sectoren reeds afgesproken loonsverhogingen heeft gekelderd – op een moment dat werknemers meer koopklacht dan koopkracht hebben.”

    Patronaat wil lastenverlagingen voor winsten en toplonen

    2007 was opnieuw een goed jaar voor de winsten. De topmanagers en aandeelhouders zullen dat geweten hebben. Zo kregen de aandeelhouders van de Belgische beursgenoteerde bedrijven 10,2 miljard euro aan dividenden (een stijging met 42% tegenover 2006). Zowat de helft van de winsten gaat naar de aandeelhouders. Ook de topmanagers konden een graantje meepikken van de grote winsten. Gilbert De Swert stelt terecht vast: “Ondernemingen weten vandaag wel niet wat met hun vele geld gedaan, maar 1 eurocent meer loonkost, dat kost hen naar hun zeggen hun hele concurrentiekracht en onze werkgelegenheid.”

    Toch pleit het patronaat opnieuw voor verdere lastenverlagingen en wellicht zal dat ook centraal staan in haar eisenpakket voor de IPA-onderhandelingen dit najaar. Die lastenverlagingen moeten de arbeiders de illusie geven dat ze een groter nettoloon overhouden, terwijl het op langere termijn de uitgaven van het patronaat beperkt. Een win-win situatie? Niet bepaald. Het ondermijnen van de gemeenschapsmiddelen door de inkomsten voor de sociale zekerheid en de algemene gemeenschapskas af te bouwen, zal zich natuurlijk op een andere manier laten terugbetalen. Dat zien we nu reeds met de geliberaliseerde openbare diensten (energie, telecommunicatie, geleidelijk aan ook De Post,…). Daar zien we dat de “lastenverlagingen” en andere neoliberale recepten net leiden tot het opdrijven van het probleem van de koopkracht.

    Verzet is nodig

    Het patronaat is haar geschut aan het bovenhalen om op de discussies te wegen. Het aantal proefballonnetjes rond de index, all-in akkoorden of lastenverlagingen wordt opgedreven. Er zal daar iets tegenover moeten geplaatst worden door de vakbonden. Na de betoging van 15 december bleef het te stil. Het idee van regionale actiedagen na de sociale verkiezingen en een nationale betoging in het najaar is zeker positief, maar er zal een echte campagne rond moeten worden gevoerd.

    De veelal spontane acties rond koopkracht de afgelopen maanden geven aan dat koopkracht een bijzonder gevoelig thema is. De enige manier om de koopkracht effectief te verbeteren, is door meer loon en hogere uitkeringen. Een offensief voor meer koopkracht zou op een brede steun en actieve betrokkenheid kunnen rekenen. Waarop wachten om dat te organiseren?

  • 24-urenstaking bij het spoor op 20 mei

    ACOD-spoor en ACV-transcom hebben een nieuwe stakingsaanzegging ingediend voor een 24-uren actie. De staking begint op maandagavond 19 mei 22u en duurt tot dinsdagavond 20 mei 22u. Ook de liberale vakbond en OVS staken mee. Deze 24-urenstaking is de eerste stap in een actieplan dat zal duren tot er een akkoord komt. Terecht want het nieuwe ontwerpakkoord verschilt nauwelijks van het voorstel dat heeft geleid tot de stakingsaanzegging van 30 april.

    Artikel vanop libreparcours.blogspot.com

    Op de verschillende militanten- en ledenvergaderingen die de voorbije week door de vakbonden werden georganiseerd, werd het ontwerp quasi unaniem verworpen. De belangrijkste punten, zoals het uitbreiden van de taken van de treinbestuurders (zij zullen bijvoorbeeld voortaan zelf hun locomotief moeten koppelen en ontkoppelen), de mogelijkheid van een 11-uren dienst in het internationaal goederenverkeer, de aanpassing van de overgangstijden bij het rijdend personeel, het beperken van het aantal vrij te kiezen verlofdagen door invoering van collectief verlof, de herziening van het reglement over de glijdende uren en een grondige herziening van de selectie- en bevorderingsproeven, blijven op de agenda staan. De afschaffing van de recupereerbare overuren is nu weliswaar beperkt tot een gedeelte van rang 3 maar blijft uiteraard in die groep (voornamelijk universitairen) voor groot ongenoegen zorgen. Ook leeft de terechte vrees dat deze maatregel later toch nog zal uitgebreid worden naar de andere rangen. Om dit alles te compenseren is de directie bereid tot een baremaherziening van 320 euro bruto per jaar.

    Doordat de looptijd van het akkoord opnieuw is teruggebracht tot 2 jaar bedraagt de totale baremaherziening nu 640 euro, terwijl in de vorige versie nog sprake was van 750 euro. Samen met een aantal premieverhogingen voor o.a. nacht- en zaterdagwerk bedraagt het budget voor de loonsverhoging volgens de directie 40 miljoen euro per jaar. In de vorige versie, die over 3 jaar liep, was dat nog 51 miljoen euro. Niets garandeert echter dat de werknemers na 2 jaar nog een 2e loonsverhoging zullen kunnen bekomen. Met andere woorden, met dit gewijzigd akkoord slepen ze nog minder uit de brand dan in de eerste versie.

    In het licht van een reeds gerealiseerde productiviteitsstijging van 32% t.o.v. 2002 en met de stijgende prijzen voor basisproducten is dat ruim onvoldoende en allerminst een “forse” loonsverhoging, zoals sommige journalisten dit noemen.

    Bovendien wil deze regering tegen 2012 een toename van het reizigersverkeer met 25% t.o.v. 2006. In eerste instantie moet dit gebeuren zonder personeelsuitbreiding want het sociaal akkoord legt het gemiddeld effectief vast op 37000 voltijds equivalenten, of ca. 38000 werknemers. Ter vergelijking, in 2007 bedroeg het gemiddeld effectief 36702 voltijds equivalenten. Samengevat: de productiviteit wordt alsmaar meer opgedreven en de winst neemt toe maar het personeel moet ervoor opdraaien. Het enige antwoord daarop is overgaan tot actie.


    Links

    > Libre Parcours, blog van en voor strijdbare spoormannen en -vrouwen

    > Archief over NMBS op deze site

  • Om koopkracht te herstellen: actieplan nodig!

    VBO-baas Leysen roept vakbonden op achterban in te tomen…

    Nieuw VBO-voorzitter Thomas Leysen heeft meteen kleur bekend. Ter gelegenheid van diens “verkiezing” tot voorzitter – eigenlijk zijn aanduiding door de raad van bestuur van het VBO, want zo “democratisch” gaat dat er daar aan toe – riep hij de vakbondsleiders op tot “leiderschap”. Daarmee bedoelt hij niet dat ze moeten luisteren naar hun basis en de wensen ervan naar best vermogen moeten uitvoeren, maar integendeel dat ze hun achterban in toom moeten houden. Benieuwd of Thomas diens eigen patronale achterban ook in toom wil houden, zo te zien giet hij liever olie op het vuur.

    Eric Byl

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Wie is de nieuwe VBO-voorzitter Thomas Leysen?

    Zoals dat de gewoonte is, zowel in de bedrijfswereld als in de politiek, stapt Thomas Leysen in de voetsporen van vader André, die 25 jaar geleden ook al voorzitter was van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) Thomas is onder meer topman bij materiaaltechnologiegroep Umicore, waar ook oud-premier Dehaene in de raad van bestuur zetelt. Uit het jaarverslag van 2007 blijkt dat Leysen bij Umicore 1,097 miljoen euro opstreek, een goede 3 miljoen oude Belgische franken per maand!

    Thomas Leysen is een cumulard. Hij is ook voorzitter van de Raad van bestuur van de holdingmaatschappij Corelio en van de VUM, het grootste mediabedrijf in België. Verder is hij lid van de Raad van bestuur van IMEC en van de Raad van toezicht van Bank Metzler in Duitsland. Hij zetelt ook nog in het bestuur van de Koning Boudewijnstichting. Je zou je nog afvragen waar hij de tijd vindt.
    [/box]

    Leysen verwijst uiteraard naar de spontane stakingen voor meer koopkracht eerder dit jaar. Hij noemt dat “wilde” stakingen. Aanvankelijk deed het patronaat die acties af als “het werk van een radicale minderheid” en de zucht naar meer loon, als “een buikgevoel los van de realiteit”. Sindsdien geeft het patronaat schoorvoetend toe dat de levensduurte toeneemt. De inflatie staat op het hoogste peil in meer dan 20 jaar (sinds ’85) en zelfs het rechtse weekblad Trends schrijft dat de prijsstijgingen bijlange niet gecompenseerd worden door loonstijgingen. Redenen genoeg voor Leysen om te vrezen dat de golf van acties in het voorjaar slechts een voorbode was voor meer acties in het najaar.

    Leysen weet dat de pleidooien van het patronaat en haar politieke lakeien voor “loonmatiging”, weinig indruk maken op de achterban van de vakbonden. Die weten immers ook wel welke schandalige vergoedingen de directies uit hun bedrijven wegslepen. Volgens het jaarverslag plunderde “CEO” Jean Paul Votron de bankverzekeraar Fortis voor maar liefst 4,57 miljoen € in 2007, diens handlanger, vice-CEO Herman Verwilst voor 2,5 miljoen €. Alleen al Votrons’ basissalaris nam vorig jaar toe met 73%! Ga dan maar eens vertellen aan de “achterban”, dat ze in ieders belang de buikriem alweer moeten aantrekken.

    Ook de aloude mythe van de loon-prijsspiraal, het verschijnsel waarbij een verhoging van de lonen teniet gedaan zou worden door een stijging van de inflatie, pakt nauwelijs verf. De achterban weet ook wel dat als de aandeelhouders het met wat minder doen en de CEO’s wat matigen, er voldoende ruimte is voor loonverhogingen zonder dat dit de inflatie hoeft te beïnvloeden. Vorig jaar voelde het patronaat de economische crisis al hangen en nam ze haar voorzorgen. 10,2 miljard € keerden de beursgenoteerde bedrijven in 2007 uit aan de aandeelhouders, een stijging met 42% ten aanzien van 2006. Liefst 50% van de winsten werden op die manier verdeeld onder de aandeelhouders tegenover 33% ervan een jaar eerder. Kortom, de patroons hebben hun zakken nog eens goed gevuld voor de crisis echt voelbaar werd. Ter vergelijking: een verhoging van lonen en uitkeringen met 1% voor iedereen zou 750 miljoen € kosten.

    Nu het patronaat met de grote brokken gaan lopen is, probeert men ons wijs te maken dat het geld op is. Omdat de geloofwaardigheid van het hebzuchtige patronaat is aangetast, probeert ze daarvoor beroep te doen op de vakbondsleiders. Dat Leysen zich bezig houdt met zijn eigen achterban, hij wordt daar meer dan ruim voor vergoed.


    Actieweek van 9 tot en met 13 juni

    Van 9 tot 13 juni zijn er regionale acties in de verschillende provincies. Er wordt op maandag 9 juni gestart in de provincies Antwerpen en Luik. Op 10 juni volgen Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Op 11 juni: West-Vlaanderen, Limburg en Luxemburg. Op 12 juni Brussel, Waals-Brabant en Vlaams-Brabant.

  • Sociale verkiezingen: stem voor strijdbare delegees!

    Op dit ogenblik zijn de sociale verkiezingen gestart. In zo’n 6000 bedrijven kunnen de werklieden en bedienden hun vertegenwoordigers verkiezen voor de ondernemingsraad en het comité preventie en bescherming op het werk. In een kleine minderheid van de bedrijven wordt meteen ook de syndicale delegatie verkozen. Er zijn ruim 130.000 kandidaten. De thema’s bij deze verkiezingen zijn veelal met het bedrijf zelf verbonden. Wij roepen op om te stemmen voor strijdbare kandidaten.

    Zowel voor het ABVV als het ACV is het aantal kandidaten een belangrijke stap vooruit. Het ACV spreekt over 68.000 kandidaten en het ABVV over 55.000. Ook het kleinere liberale ACLVB heeft 10.000 kandidaten. Er worden in meer bedrijven sociale verkiezingen georganiseerd, wat goed is voor de arbeiders. De lonen en de arbeidscondities zijn doorgaans immers beter in bedrijven met een syndicale vertegenwoordiging.

    Dat is meteen ook de reden waarom het patronaat zo fel gekant was tegen sociale verkiezingen in KMO’s. Niet enkel de bescherming van afgevaardigden en kandidaten was een doorn in het patronale oog, maar zeker ook de kracht die een georganiseerde vakbondswerking kan betekenen in de strijd voor betere arbeidsomstandigheden en meer loon.

    Bij deze sociale verkiezingen kunnen 1,4 miljoen arbeiders hun stem uitbrengen. Het gaat enkel om bedrijven in de private sector en de non-profit. Bij de openbare diensten worden vertegenwoordigers doorgaans aangeduid. Er zijn echter ook uitzonderingen, zo zijn er wel sociale verkiezingen in bepaalde onderwijsinstellingen (zoals VUB) of bij het Brussels openbaar vervoer.

    In een aantal bedrijven zijn er geen sociale verkiezingen omdat er geen kandidaten zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het VBO zelf (dat niet alleen de werkgevers vertegenwoordigt, maar tegelijk zelf ook personeelsleden tewerk stelt). Maar ook bij bijvoorbeeld Microsoft werden geen kandidaten gevonden. Het opzetten van een nieuwe vakbondswerking is wellicht de moeilijkste stap in de opbouw van een krachtsverhouding.

    Vanaf 21 mei zullen de resultaten worden bekend gemaakt. Het is echter moeilijk om een algemeen beeld te krijgen over de sociale verkiezingen. De situatie verschilt daarom te veel van bedrijf tot bedrijf. Wij roepen op om te kiezen voor kandidaten die zich strijdbaar opstellen en die kiezen voor een strijdbaar syndicalisme. Zo zagen we de afgelopen jaren de acties tegen het Generatiepact of de spontane (en minder spontane) acties voor meer koopkracht. De voortrekkers van deze acties verdienen uw steun, los van de kleur van de vakbond waarvoor ze kandidaat zijn.

    In de sociale verkiezingen zijn wij geen voorstander van persoonlijke campagnes of van een pensenkermis benadering met gratis gadgets en dergelijke. Dat is jammer genoeg wel steeds meer een traditie geworden, zeker in sommige grote bedrijven. Het gaat in de eerste plaats om de versterking van militanten en delegees die de afgelopen jaren hebben aangetoond dat ze de belangen van hun werkmakkers grondig opnemen en bereid zijn om hun nek uit te steken als het op acties aankomt. Daarom onze oproep: neem deel aan de sociale verkiezingen en stem daarbij op strijdbare kandidaten!


    Op zoek naar info van de vakbondsgroepen op jouw bedrijf? Bekijk onze syndicale links en misschien vind je wat je zoekt.

  • Hoe bouwen aan een strijdbare syndicale linkerzijde?

    Op Socialisme 2008 was er een discussie over de strijd tegen herstructureringen bij multinationals ingeleid door twee delegees: Levi Sollie van ABVV-Bayer en Rudi Dom van ABVV-Agfa. Er waren ook tussenkomsten van militanten met een lange ervaring alsook jonge arbeiders die hun eerste syndicale stappen zetten. We publiceren een algemeen verslag van de discussie.

    Thomas

    Welk antwoord wordt geboden?

    Vaak worden herstructureringen vandaag gezien als een noodzakelijk kwaad. Opkomen tegen massale afdankingen zou een gevecht tegen de bierkaai zijn. Delegees worden in deze visie vaak gereduceerd tot een rol van begrafenisondernemer. In plaats van op nationaal en internationaal niveau de strijd te voeren, wordt enkel op lokaal vlak defensief gereageerd (als er wordt gereageerd).

    Ook op politiek vlak is er een gebrek aan een alternatief. Eerst werd gepleit voor een tripartite-regering, daarna werd enkel gepoogd om PS, CDH en CD&V te overhalen om enkele gematigde vakbondseisen op te nemen. Al snel bleek echter dat er geen ruimte zou zijn voor een sociaal beleid.

    Nochtans is er een actiebereidheid. Na meer dan een maand van stakingen in de provincie Limburg schreef De Tijd een artikel waarin januari 2008 de maand van de stakingen werd genoemd. Alleen was er weinig coördinatie waardoor de delegaties aan hun lot werden overgelaten. Dat opende de weg voor een regen aan klachten, leugens en bedreiging vanuit de patronale hoek.

    Het grote probleem met de vakbonden is dat de leiding het kapitalisme heeft aanvaard. Hierdoor zijn de problemen enkel “excessen” en komt men tot soms moralistische antwoorden. Dat beperkt de aantrekkelijkheid van de vakbonden, zeker onder jongeren. Die zien de vakbond steeds meer als een verzekeringsinstelling in plaats van een strijdmiddel.

    Nood aan een strijdbare syndicale linkerzijde

    Bij de recente acties rond koopkracht stond iedere delegatie er alleen voor door het gebrek aan een nationaal initiatief. Dat is vooral in kleine bedrijven problematisch, delegaties van grotere bedrijven kunnen de strijd nog deels naar het nationale niveau tillen onder meer door de media-aandacht die ze krijgen.

    Er is nood aan eenheid tussen militanten van de verschillende bonden en over de taalgrenzen heen. Jammer genoeg kwam er sinds de betoging van 15 december amper nog een gezamenlijk initiatief van ABVV en ACV. Onderlinge concurrentie speelt niet in ons voordeel, er is nood aan solidariteit. Er bestaat geen fundamenteel verschil tussen een Vlaamse/Franstalige, rode, groene, blauwe of nog een andere kleur van arbeider.

    Door het gebrek aan antwoorden van de leiding op de problemen waarmee veel werkenden worden geconfronteerd, moeten we vaak zelfs het nut van een vakbond uitleggen. In onze houding tegenover de vakbonden moeten we voorzichtig zijn. Niet alle lagen onder het niveau van de leiding maken deel uit van een strijdbare laag, maar omgekeerd klopt het ook niet dat alles wat zich boven de basis bevindt sowieso deel uitmaakt van een gecorrumpeerde bureaucratie.

    Er is een potentieel van een strijdbare basis, maar dat zal niet tot uiting komen indien het niet wordt georganiseerd. Een eerste stap in het organiseren van vaak geïsoleerde strijdbare militanten kan bestaan uit syndicale netwerken waarin militanten ervaringen kunnen uitwisselen en onderling discussiëren. Dat kan de basis vormen voor een strijdbare georganiseerde syndicale linkerzijde.

    Met LSP kunnen we een bijdrage leveren aan de opbouw van syndicale netwerken. In sommige sectoren brengen we militanten en arbeiders samen (openbaar vervoer, onderwijs,…) en dat versterkt hun werking op de werkvloer. Maar uiteraard blijft dat relatief beperkt qua omvang en impact. Het opzetten van netwerken van strijdbare syndicalisten zal mee afhangen van bewegingen. Zo waren er reeds mogelijkheden bij de strijd van Clabecq in de jaren 1990 of rond het Generatiepact in 2005.

    In de acties rond de koopkracht zagen we hoe de afwezigheid van een politiek instrument van de arbeidersbeweging een rem vormt op de acties. Een discussie over een syndicaal alternatief omvat dan ook meteen een discussie over politieke antwoorden. Daarbij moeten we de nood aan een arbeiderspartij voorop stellen.

  • Staking bij Schotse olieraffinaderij Grangemouth

    Op 27 april begon ging de nachtshift bij de olieraffinaderij van Grangemouth in Schotland in staking. Een zee van rode vlaggen van de vakbond Unite markeerden het begin van een 48-urenstaking door 1200 arbeiders. Hierdoor viel de olietoevoer uit de Noordzee stil en werd vanuit Grangemouth geen brandstof geleverd aan benzinestations.

    Ian Leech en Phillip Stott, Schotland

    Op de eerste dag van de staking namen 250 arbeiders en sympathisanten deel aan een bijeenkomst in Grangemouth. De sfeer onder de stakers was strijdbaar en vastberaden. Het feit dat de eigenaar van de fabriek, de durfkapitalist Jim Ratcliffe, vorige zondag op nummer 25 bleek te staan van de lijst van de rijkste Britten in de Sunday Times (met een persoonlijk vermogen van 2,3 miljard pond), werd zeker ook opgemerkt door de arbeiders.

    Op de bijeenkomst stelde Unite-delegee Mark Lyons dat toen Ratcliffe de fabriek opkocht van de vorige eigenaar BP het pensioenstelsel nog volstrekt in evenwicht was. Tijdens de staking werden noodleveringen wel nog verwerkt. Ook was er voldoende personeel om de veiligheid te garanderen. Hij stelde: “Dit conflict is om onze rechten te erkennen. Het is een strijd voor alle pensioenen.”

    Een andere arbeider legde uit dat Ratcliffe een loonsverlaging van 6% wil opleggen door de arbeiders te verplichten om een extra bijdrage van hun loon af te staan voor hun pensioenbijdrage. In juni en juli zullen de operaties op zee tijdelijk worden afgesloten voor onderhoud. Dat verklaart waarom de arbeiders snel tot een oplossing willen komen.

    De arbeiders hebben duidelijk gemaakt dat de directie haar aanval op de pensioenen moet intrekken. Zoniet wordt de staking verder gezet. Het huidige pensioenstelsel op bedrijfsniveau is erg goed voor de arbeiders, enkel de patroon doet er nu bijdragen voor. De arbeiders willen hun bestaande regeling behouden.

    Arbeidersmacht tegenover het offensief van de bazen

    Vorige week werd in Engeland ook gestaakt door de leraars. De ambtenaren gingen in heel Groot-Brittannië in staking en in Birmingham staakte het stadspersoneel. De nieuwe acties bij Grangemouth zorgen ervoor dat een deel van de media het heeft over een nieuwe golf van arbeidersverzet.

    In de Scottish Sunday Herald stelde Iain MacWhirter: “Gordon Brown dacht dat hij in een tijdperk van een nieuw economisch paradigma leefde, tot hij – net als Sam Tyler in “Life on Mars” plots terug in de jaren 1970 zat. Het uitbreken van militante vakbondsacties was een belangrijk kenmerk van dat decennium.”

    We bevinden ons niet op het niveau van de jaren 1970 op het vlak van stakingsacties, maar de woede van arbeiders rond lonen, pensioenen en arbeidsomstandigheden neemt toe. Dat leidt tot een toegenomen bereidheid om stakingsacties te ondernemen. De aanhoudende crisis in de regering versterkt de vastberadenheid van de arbeiders om zich te verzetten tegen de aanvallen op hun lonen.

    De acties bij Grangemouth hadden onmiddellijk een ernstige impact op de economie, in het bijzonder de olie-industrie en de transportsector. De olieraffinaderij van Grangemouth, de enige van Schotland, ging dicht maar ook de oliepijpleiding van het Forties olieveld in de Noordzee werd afgesloten. Deze pijpleiding is goed voor 40% van de dagelijkse olietoevoer in Groot-Brittannië. De leiding gaat naar de site Kinneill van BP dat afhankelijk is van elektriciteit, water en stoom van Grangemouth. Tijdens de staking gaan er dagelijks 700.000 vaten olie en 80 miljoen kubieke meter gas verloren. Dit treft niet alleen het bedrijf Ineos van Jim Ratcliffe in Grangemouth en BP in Kinneill, maar ook nog eens 80 bedrijven in en rond de Noordzee. Dat leidde tot een woedende reactie onder oliepatroons en burgerlijke commentatoren die klaagden dat deze staking de economie 50 miljoen pond per dag kost.

    De Britse olie- en gaspatroon Malcolm Webb eiste maatregelen van de regering om te vermijden dat het land “in gijzeling” werd genomen. Dat is een bedekte bedreiging om het gebruik van noodmaatregelen te eisen tegenover de staking indien deze de komende weken blijft aanhouden.

    Het offensief van mediapropaganda volstond niet om de publieke opinie tegen de staking te keren. Er is een brede steun voor de arbeiders van Grangemouth omdat de acties gezien worden als een verdediging van alle pensioenen die momenteel onder vuur liggen. Ineos vertegenwoordigt al het rotte van de moderne kapitalistische samenleving.

    De arbeiders van de raffinaderij werden verweten dat ze verantwoordelijk waren voor de brandstoftekorten en de gelegenheid werd ook gebruikt door bedrijven om de benzineprijzen op te drijven, om zo bredere lagen van de bevolking tegen de stakers uit te spelen. Nochtans is het duidelijk dat de enorme winsten van bedrijven als BP een belangrijke factor zijn die de hoge prijzen verklaren. In het eerste kwartaal van 2008 verwachten BP en Shell samen een winst van zo’n 9 miljard euro!

    De stakingsactie heeft nu duidelijk gemaakt dat de arbeidersklasse wel degelijk macht heeft in de moderne economie. In tegenstelling tot alle kapitalistische propaganda die stelt dat de arbeidersklasse niet meer bestaat door de desindustrialisering of over de zogenaamde afname van de macht van de vakbonden, zien we nu in Grangemouth dat de arbeiders wel degelijk in staat zijn om alles plat te leggen.

    Dat zagen we ook met de acties in de openbare diensten met de recente stakingen in de scholen, bij de ambtenaren en bij het gemeentepersoneel. Minister John Hutton moest erkennen: “Als de werknemers van een bedrijf het werk neerleggen, kan er niets aan worden gedaan.”

    Er zal een grote druk zijn op de arbeiders van Grangemouth en de vakbond Unite, zowel van de regering Brown als van de lokale Schotse regering onder leiding van de SNP om toegevingen te doen aan de directie van Ineos. De Schotse regering weigerde de stakers te steunen. De arbeiders zijn echter vastberaden en willen dat Ineos haar plannen om de pensioenstelsels te herzien, volledig intrekt. Zoniet volgen nieuwe stakingsacties!


    Solidariteitsbericht van ABVV-Total

    Solidariteitsbericht dat eerder verscheen op de website van ABVV-Total

    United we stand, devided we Fall

    To: The workers of Grangemouth Reffinery

    From: ABVV Union BelgiumTOTAL REFFINERY ANTWERP

    Dear Grangemouth workers,

    It’s the same in most countries and the “united” European community. Capitalist rule the world and in their search for more wealth and even bigger profits they keep attacking our well deserved social rights everywhere.

    “Work harder, work longer, be flexible and please understand that you’re wages are the reason that we have to take these measures.”, is their message.

    People have always been numbers but now it’s going even further then being just that. We’re a number in the math for more profits and less social rights. And it’s our number that they use and manipulate in order to achieve their goal. We have to do more and more. In the meanwhile stockbrokers and CEO’s who are bathing in extreme wealth seek to take away what we, and before us others, have build up in the past !

    Workers have to bring in all the efforts and show commitment. And they do so, everyday again they go out to give their best in their jobs and prove that they are committed. We have no doubt about it being the same for all off you !

    The profits are higher than they ever we’re before and all over the globe petrol is the fluid gold of the moment ! A pension is important to all workers everywhere. Not just in Scotland or the UK. Not just for petroleum workers. It’s important for us all !

    So trough this fax we would like to show our solidarity with your actions and we hope that all off you can win this fight and that the people of Scotland, and all around, stand beside you !

    Sincerely,

    ABVV Union TOTAL Refinery Antwerp, Belgium

  • Non profit. Actie nodig nu!

    Federaal akkoord 2005-2010 schiet te kort:

    Bij de stemming van het huidig federaal akkoord in 2005 was er al heel wat twijfel of het voldoende was om de onmiddellijke noden in onze sector op te lossen. Vooral in het ABVV vertaalde zich dit in het resultaat van de stemming: o.a. de grootste afdeling BBTK Brussel-Halle-Vilvoorde verwierp dit akkoord met 90% van de stemmen. Uiteindelijk keurden zowel BBTK als de Algemene Centrale het akkoord goed met respectievelijk 68% en 73%. De twijfel bestond ook in de rangen van LBC maar om één of andere reden kwam dit niet tot uiting in het stemresultaat. Uiteindelijk was het gevoel dat het onderste uit de kan gehaald was, doorslaggevend. Er werd heel wat uit de brand gesleept maar het neemt niet weg dat maar 14% van het oorspronkelijk pakket in het akkoord opgenomen werd.

    Polsslag, actieblad non profit

    Vandaag, anno 2008, hebben we ‘ALARMFASE ROOD’ op de werkvloer bereikt. Ondertussen zitten we nog 2 jaar opgescheept met een ontoereikend akkoord dat pas op kruissnelheid komt (volledige uitvoering van de akkoorden) in 2015.

    Chronische en acute personeelsonderbezetting zijn eerder regel dan uitzondering terwijl het werkvolume gestaag toeneemt (o.a. door de vergrijzing en toename van administratieve rompslomp) Overuren bereiken astronomische hoogten (per ziekenhuis uit te drukken in duizendtallen) en recuperatie blijft uit (laat staan de uitbetaling ervan) en zo kunnen we wel nog een eindje doorgaan.

    Zoals de LBC in haar pamflet correct stelt, zijn er dringend meer handen nodig in onze sector. Reeds meer dan 2000 verzorgenden behaalden het diploma van verpleegkundige via een speciaal opleidingsproject. Ondanks het feit dat er reeds honderden kandidaten zijn om volgend schooljaar te beginnen, wordt dit project niet verlengd wegens ‘geen geld’.

    Geen geld?

    Hiervoor is geen geld terwijl de lastenverlagingen voor de werkgevers oplopen tot miljarden euro’s per jaar. Denken we maar aan de notionele intrestaftrek… allemaal pure winst die verdwijnt in de zakken van de grote aandeelhouders. Veel bedrijven in de Bel-20 betalen geen euro belasting. Er is wel degelijk geld maar de regering speelt liever omgekeerde Robin Hood: stelen van de werkenden om het te geven aan de rijken.

    KOOPKRACHT: OOK IN ONZE SECTOR EEN HEET HANGIJZER!

    MEER KOOPKRACHT DOOR MEER LOON !

    Terwijl onze sector vergeleken met de profitsectoren achteraan in het peloton bengelt wat betreft loonvoorwaarden (ondanks de hyperflexibiliteit) zitten we vast aan een vijfjarenplan. Andere sectoren kunnen via een Interprofessioneel Akkoord (IPA) om de 2 jaar de situatie bijsturen. De ‘apenootjes’ die we bij het huidig akkoord verkregen hebben, volstaan niet om de stijgende levensduurte te compenseren, laat staan de loonachterstand met anderen in te lopen.

    De prijzen van basisvoedingsproducten zijn de laatste 6 maanden met gemiddeld 13 procent gestegen. Dat blijkt uit een steekproef van VRT Nieuws bij de warenhuizen Delhaize, Colruyt en Carrefour (19 april 2008)

    Volgens een recente studie van het ABVV behoren 20% van de werkenden tot de nieuwe categorie van de ‘werkende armen’. Hiermee bedoelt men mensen die niet langer een concert of bioscoopbezoek kunnen betalen, geen woning kunnen kopen en niet op reis kunnen gaan. 35% van de respondenten van de studie heeft het niet gemakkelijk om de studies van de kinderen te betalen, 37% kan niet sparen. Het verschijnsel van de ‘working poor’ doet zich vooral voor in de publieke en de rarara… non-profit sector.

    De ‘apenootjes’ in het huidig akkoord zijn de attractiviteitspremie en de verhoging van de loontoeslag voor nachtwerk op zon- en feestdagen van 50 naar 56 %. Niet echt spectaculair. Premies worden niet bij het pensioen in rekening gebracht en zijn ook gemakkelijker ‘af te bouwen’. De enige weg vooruit voor de koopkracht is een gevoelige verhoging van de barema’s. Ook een volwaardige 13de maand blijft op de agenda en de toelagen voor onregelmatige prestaties moeten omhoog.

    Akkoorden voor vijf jaar in de praktijk niet werkbaar

    Gezien de evolutie in onze sector is ‘kort op de bal spelen’ met weliswaar een langetermijnvisie pure noodzaak. Het gaat hier niet enkel om de arbeidsvoorwaarden van de werknemers maar ook de algemene toestand van de gezondheidszorg in ons land is hier nauw mee verbonden. Slechte arbeidsomstandigheden maken het terrein vrij voor verdere commercialisering en de ontwikkeling van een gezondheidszorg in 2 versnellingen. Hier worden de werkenden dubbel het slachtoffer van: als werknemer en als patiënt/cliënt.

    De Non-profit valt niet onder de tweejaarlijkse IPA-onderhandelingen BEHALVE als er moet ingeleverd worden zoals bijvoorbeeld de slechtere voorwaarden voor tijdskrediet door het generatiepact. Als Non-Profit krijgen we enkel de nadelen van het IPA, waar blijven de voordelen? Misschien zijn tweejaarlijkse akkoorden voor de Non-Profit wat scherp door de bocht maar een ‘tussentijdse evaluatie’ moet mogelijk zijn.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Malaise in de Brusselse privé-ziekenhuizen…

    Volgens sommige ziekenhuisbestuurders zouden er in de komende 5 jaar tussen de 1000 en 2000 bedden verloren gaan in Brussel…

    Buiten de kwestie of er een overaanbod aan bedden is in het Brusselse, zal dit proces zich voltrekken op kap van de werknemers en de patiënten. Door verkeerd management hebben heel wat ziekenhuizen een enorme schuldenberg opgestapeld maar daar zullen de ziekenhuisbestuurders niet van wakker liggen. Zij zullen niet moeten gaan stempelen of moeten wachten op een ziekenhuisbed! De privé-ziekenhuizen die de volgende jaren niets hoeven te vrezen en dus financieel gezond lijken, kunnen op een half hand geteld worden.

    De eerste dominostenen zijn alvast gevallen met het collectief ontslag in St.-Etienne en het Hopital Français dat sinds 7 april in de eerste fase van de wet Renault zit. In Erasmus verwacht men zich aan ernstige herstructureringen vanaf juni. In St.-Luc heeft men een schuldenberg om ‘u’ tegen te zeggen. De ‘farao-neigingen’ van de directie zijn hier niet vreemd aan. Hier wil men de flexibiliteit voor het personeel nog verder opdrijven maar men geeft het een andere naam: ‘rentabiliseren’.

    Gezien de maatschappelijke impact van deze evolutie in de Brusselse regio qua tewerkstelling én dienstverlening aan de bevolking mag men niet langer talmen om de koe bij de horens te vatten.

    In plaats van de stroom aan herstructureringen ziekenhuis per ziekenhuis af te wachten, is een ééngemaakt syndicaal initiatief op het niveau van Brussel noodzakelijk!

    De politici moeten wakker geschud en op hun verantwoordelijkheid gewezen worden. Er wordt veel te weinig controle uitgevoerd vanwege de overheid op wat de ziekenhuisbestuurders allemaal uitvreten met gemeenschapsgeld.
    [/box]

    De witte woede “her”uitvinden:

    Voor een eerlijk en constructief gemeenschappelijk vakbondsfront

    Het is aangewezen dat de nationale vakbondsleidingen, samen met de basismilitanten de nodige lessen trekken uit de vorige Witte Woede en dit zowel op het gebied van de eisen, de actiemethoden (organisatie en planning) en de resultaten. De conclusies zouden dan via een zo breed mogelijke discussie in gemeenschappelijk vakbondsfront moeten uitmonden in een gedetailleerd actieplan voor de volgendeawitteawoede.

    Van in het begin van de Witte Woede zou er een duidelijk en concreet ultimatum aan de regering voorgelegd moeten worden. En dit met een actieplan dat de acties geleidelijk aan opbouwt en tot een hoogtepunt voert met een maximale impact (met een coördinatie op zowel nationaal als provinciaal/lokaal vlak). Als men in actie gaat, moet men de mensen een duidelijk perspectief stellen. Het relatief chaotisch einde van de vorige beweging met de ‘staking tot de finish’ had niet echt een gunstig effect op de reële impact (het leek eerder op het doodbloeden van de staking)

    Lessen uit de witte woede in Finland 2007

    Resultaat: een loonsverhoging tussen de 22 en 28%, gespreid over 4 jaar

    Vorig jaar boekten de verpleegkundigen met hun vakbond TEHY in Finland een spectaculaire overwinning door een bikkelharde opstelling. Reden van de beweging was de slabakkende koopkracht en de (intentie tot) massale vlucht van verpleegkundigen naar andere Scandinavische landen waar de lonen en arbeidsomstandigheden merkelijk veel beter zijn. Een gans campagneplan werd uitgedokterd en hierbij werd een zeer onorthodoxe piste bewandeld: de dreiging met massaal collectief ontslag… door de werknemers. Vooraf gingen de traditionele stakingen, betogingen en walk-outs door om het forse ultimatum voor te bereiden. De massale ontslagen zouden in golven gebeuren en de vakbondsleden zouden kunnen genieten van stakingsgeld zolang er geen oplossing uit de bus kwam en iedereen terug aangenomen was.

    Maar zover is het niet gekomen. Ondanks een noodwet die in het weekend vóór het aflopen van het ultimatum rap-rap door het parlement werd gestemd, durfde de regering en de werkgevers de confrontatie met de vakbond van de verpleegkundigen (TEHY) niet aan. De noodwet maakte het mogelijk mensen op te vorderen, zelfs als ze ontslag genomen hadden. Het werd echter duidelijk dat een belangrijk deel van de verpleegkundigen niet op de opvorderingen zouden reageren: velen waren plots verdwenen van de aardbodem…

    Ondanks de drastische actievorm waardoor de gezondheidszorg in zijn geheel dreigde stil te vallen, genoten de actievoerders ruime steun bij de publieke opinie. De regering had al luchtbruggen georganiseerd naar ziekenhuizen in Europa voor acute gevallen…

    Lessen voor België?

    De impact van stakingsacties in onze sector is zoals in Finland eerder beperkt wegens de massale opvorderingen die in vele gevallen het pervers effect hebben dat er tijdens een staking meer personeel aanwezig is dan normaal aangezien er dan extra toezicht is.

    Betogingen hebben hun nut om onze eisen kenbaar te maken aan het bredere publiek en als mobiliserende factor om zoveel mogelijk collega’s te proberen betrekken bij de acties. Echter als drukkingsmiddel op de regering en de werkgevers lijkt dit toch al veel minder: in Brussel gaan er dagelijks verschillende betogingen door…

    Over wat dan een ‘echt ultimatum’ is, kunnen de breinen nog rijpen. De lage syndicalisatiegraad in de Belgische Non-Profit is eerder een obstakel voor ‘harde collectieve actie op een vingerknip’… dus daar zal rekening moeten mee gehouden worden. Een ander element zal echter aan kracht inboeten: de zogezegde ‘zelfde belangen’ van de werknemers en de werkgevers (die zoveel mogelijk subsidies willen losweken om meer geld in hun zakken te kunnen steken). De toenemende onderlinge concurrentie tussen de ziekenhuizen door o.a. een voortsluipende commercialisering zal zich ook meer en meer op de werkvloer laten voelen door een repressiever personeelsbeleid. In de commerciële rusthuizen kan men daar al een aardig voorproefje van nemen!

    Zoals in het LBC-pamflet voor 30 april:

    “MAAR WIE DOET ER IETS AAN ?”

    Uiteraard leven we met onze sector niet op een eilandje en laat de neoliberale politiek niet enkel zijn sporen na in de gezondheidszorg.

    We moeten echter constateren dat er geen enkele partij in het parlement is die consequent de belangen verdedigt van de werknemers.

    Populistische brulapen van het slag van Dedecker maken zich sympathiek door hun anti-establishmentgehalte maar tegelijkertijd is hun sociaal-economisch programma de natte droom van elke patroon: kassa-kassa voor de aandeelhouders op de rug van de werknemers.

    Tijdens de discussie rond het generatiepact was er geen enkele traditionele partij die de kant koos van de werknemers en hun vakbonden; in tegendeel: de meeste waren van mening dat de inleveringen door het generatiepact niet ver genoeg gingen. Syndicale strijd heeft nood aan een politiek verlengstuk maar dit is ver te zoeken in het huidige parlement. Het enige alternatief is het opbouwen van een nieuwe, brede, democratische arbeiderspartij maar dit is echter een complex proces en werk van lange adem: zoiets komt niet plots uit de lucht vallen! Zolang (belangrijke delen van) ABVV en ACV hun exclusieve banden met respectievelijk SP.a en CD&V niet verbreken, zal een doorbraak van een leefbare democratische arbeiderspartij niet mogelijk zijn.

    In de nasleep van de acties tegen het generatiepact ontstonden heel wat nieuwe politieke bewegingen waaronder CAP. Het ‘Comité Andere Politiek’ dat ontstond op initiatief van veteranen van de socialistische arbeidersbeweging (o.a. Jef Sleeckx en Georges Debunne) was de meest duidelijke wat betreft het op de agenda plaatsen van een onafhankelijke politieke stem voor de arbeidersbeweging en de werknemers in het algemeen. Het bleef echter bij een lovenswaardige poging… Heel wat mensen in de georganiseerde arbeidersbeweging volgden van op afstand deze ontwikkeling maar bleven de kat uit de boom kijken.

    Het is echter door massale sociale strijd dat deze kwestie terug boven op de politieke agenda zal geplaatst worden. In tussentijd kunnen we bouwen aan (inter)sectoriële netwerken van strijdbare en kritische vakbondsmilitanten. Dit is de uitdaging die Polsslag wil aangaan in de Non-Profit.


    PDF-versie

    > Klik hier voor de pdf-versie van dit pamflet

  • Recessie in de VS treft ook Europese economie

    Steeds meer economen bevestigen dat de Amerikaanse recessie Europa bereikt. Ook België zal niet aan de gevolgen hiervan ontsnappen. Het vertrouwen van de ondernemers zakt naar nieuwe dieptepunten. De gevolgen van een economische crisis zullen niet beperkt zijn voor de arbeiders en hun gezinnen. Nu reeds is het duidelijk dat het patronaat ons de prijs voor de crisis wil laten betalen.

    Dat een recessie vooral de arbeiders treft, zien we in de VS. Daar is de huizenmarkt in maart verder ineengestort. De verkoop van huizen daalde met 8,5% tot het laagste niveau in 17 jaar. De gemiddelde huizenprijs daalde met 6,8% tegenover februari en 13,3% op jaarbasis. Wie een huis bezit, ziet de waarde ervan dalen. Velen die hun huis afbetalen doen dit op basis van een waarde die niet meer overeenstemt met de realiteit. De werkloosheid neemt toe en het aantal armen eveneens.

    De Europese economie is niet ongevoelig voor de Amerikaanse recessie. ING-econoom Carsten Brzeski verklaarde dat de daling van het Duitse ondernemingsvertrouwen “een waarschuwing” is “voor alle aanhangers van de ontkoppeling”. “Zij geloofden de jongste maanden dat de Duitse economie de financiële crisis en Amerikaanse groeivertraging van zich af kon schudden. Jammer genoeg bestaat het paradijs alleen in sprookjes.”

    Een economische stilstand of recessie zal ook in ons land gevolgen hebben. Woensdag wees de Nationale Bank erop dat het ondernemersvertrouwen in ons land sterk afgenomen is. Voor de begroting wordt gesproken over een gat van minstens 430 miljoen euro. Economen gaan ervan uit dat de koopkracht verder zal blijven dalen. Dexia Research bijvoorbeeld waarschuwt dat het verlies aan koopkracht binnen enkele maanden een grote weerslag zal hebben op de consumptie, ook al omdat er minder nieuwe jobs bijkomen.

    De bedrijven willen de werkenden laten betalen om hun winsten op peil te houden. De economische situatie als gevolg van de recessie in de VS wordt door VBO-topman Thomaes aan de arbeiders verweten, “Vooral de binnenlandse consumptie lijkt het te laten afweten. Niet verwonderlijk na al die berichten over de dalende koopkracht, zowel door economen als door politici. Dit bewijst ook dat het afnemen van de vraag een psychologische oorzaak heeft.” En ook de indexaanpassingen van de lonen zijn een oorzaak van de economische problemen, aldus het VBO.

    Het onderzoeksinstituut Ifo dat het ondernemersvertrouwen in Duitsland onderzocht, meent niet dat de berichten over de dalende koopkracht “psychologisch” van aard waren. Ifo wijst erop dat het slechte economische klimaat vooral een gevolg is van de dalende koopkracht. “De stijgende prijzen voor olie en voeding vormen een groter probleem, omdat ze de koopkracht van de consumenten aantasten”, aldus Gernot Nerb van Ifo.

    Het VBO pleit als antwoord op de economische problemen voor een politiek van “loonmatiging” (wat betekent: een dalende levensstandaard voor de werkenden). En om dat verkocht te krijgen hoopt Thomaes “dat zowel langs patronale als langs syndicale en politieke kant krachtige figuren opstaan die hier hun schouders durven onderzetten.” Het is wellicht de droom van iedere patroon dat er “krachtige” figuren opstaan die hun politiek verkopen aan de arbeiders.

    Tegelijk wordt het steeds duidelijker dat een economische crisis niet van korte duur zal zijn. De Duitse regering herzag de vooruitzichten voor groei naar beneden. Het verwacht een groei van 1,7% in 2008 en 1,2% in 2009. Ook in ons land circuleren er gelijkaardige cijfers

    De beste manier om ons voor te bereiden op verdere aanvallen op onze koopkracht en levensstandaard, is door nu reeds het verzet te organiseren. De betoging van 15 december was een goed begin, maar er zal meer nodig zijn dan één betoging. Bij de sociale verkiezingen in de loop van de maand mei zal koopkracht vaak een cruciaal thema zijn. Dat zou best gekoppeld worden aan een discussie over een gemeenschappelijk actieplan van de vakbonden zodat na de sociale verkiezingen onmiddellijk in het offensief wordt gegaan. Zoniet zullen de patronale eisen en redeneringen terrein winnen. Daar zouden alle arbeiders, uitkeringstrekkers,… de dupe van zijn.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop