Your cart is currently empty!
Non profit. Actie nodig nu!
Federaal akkoord 2005-2010 schiet te kort:
Bij de stemming van het huidig federaal akkoord in 2005 was er al heel wat twijfel of het voldoende was om de onmiddellijke noden in onze sector op te lossen. Vooral in het ABVV vertaalde zich dit in het resultaat van de stemming: o.a. de grootste afdeling BBTK Brussel-Halle-Vilvoorde verwierp dit akkoord met 90% van de stemmen. Uiteindelijk keurden zowel BBTK als de Algemene Centrale het akkoord goed met respectievelijk 68% en 73%. De twijfel bestond ook in de rangen van LBC maar om één of andere reden kwam dit niet tot uiting in het stemresultaat. Uiteindelijk was het gevoel dat het onderste uit de kan gehaald was, doorslaggevend. Er werd heel wat uit de brand gesleept maar het neemt niet weg dat maar 14% van het oorspronkelijk pakket in het akkoord opgenomen werd.
Vandaag, anno 2008, hebben we ‘ALARMFASE ROOD’ op de werkvloer bereikt. Ondertussen zitten we nog 2 jaar opgescheept met een ontoereikend akkoord dat pas op kruissnelheid komt (volledige uitvoering van de akkoorden) in 2015.
Chronische en acute personeelsonderbezetting zijn eerder regel dan uitzondering terwijl het werkvolume gestaag toeneemt (o.a. door de vergrijzing en toename van administratieve rompslomp) Overuren bereiken astronomische hoogten (per ziekenhuis uit te drukken in duizendtallen) en recuperatie blijft uit (laat staan de uitbetaling ervan) en zo kunnen we wel nog een eindje doorgaan.
Zoals de LBC in haar pamflet correct stelt, zijn er dringend meer handen nodig in onze sector. Reeds meer dan 2000 verzorgenden behaalden het diploma van verpleegkundige via een speciaal opleidingsproject. Ondanks het feit dat er reeds honderden kandidaten zijn om volgend schooljaar te beginnen, wordt dit project niet verlengd wegens ‘geen geld’.
Geen geld?
Hiervoor is geen geld terwijl de lastenverlagingen voor de werkgevers oplopen tot miljarden euro’s per jaar. Denken we maar aan de notionele intrestaftrek… allemaal pure winst die verdwijnt in de zakken van de grote aandeelhouders. Veel bedrijven in de Bel-20 betalen geen euro belasting. Er is wel degelijk geld maar de regering speelt liever omgekeerde Robin Hood: stelen van de werkenden om het te geven aan de rijken.
KOOPKRACHT: OOK IN ONZE SECTOR EEN HEET HANGIJZER!
MEER KOOPKRACHT DOOR MEER LOON !
Terwijl onze sector vergeleken met de profitsectoren achteraan in het peloton bengelt wat betreft loonvoorwaarden (ondanks de hyperflexibiliteit) zitten we vast aan een vijfjarenplan. Andere sectoren kunnen via een Interprofessioneel Akkoord (IPA) om de 2 jaar de situatie bijsturen. De ‘apenootjes’ die we bij het huidig akkoord verkregen hebben, volstaan niet om de stijgende levensduurte te compenseren, laat staan de loonachterstand met anderen in te lopen.
De prijzen van basisvoedingsproducten zijn de laatste 6 maanden met gemiddeld 13 procent gestegen. Dat blijkt uit een steekproef van VRT Nieuws bij de warenhuizen Delhaize, Colruyt en Carrefour (19 april 2008)
Volgens een recente studie van het ABVV behoren 20% van de werkenden tot de nieuwe categorie van de ‘werkende armen’. Hiermee bedoelt men mensen die niet langer een concert of bioscoopbezoek kunnen betalen, geen woning kunnen kopen en niet op reis kunnen gaan. 35% van de respondenten van de studie heeft het niet gemakkelijk om de studies van de kinderen te betalen, 37% kan niet sparen. Het verschijnsel van de ‘working poor’ doet zich vooral voor in de publieke en de rarara… non-profit sector.
De ‘apenootjes’ in het huidig akkoord zijn de attractiviteitspremie en de verhoging van de loontoeslag voor nachtwerk op zon- en feestdagen van 50 naar 56 %. Niet echt spectaculair. Premies worden niet bij het pensioen in rekening gebracht en zijn ook gemakkelijker ‘af te bouwen’. De enige weg vooruit voor de koopkracht is een gevoelige verhoging van de barema’s. Ook een volwaardige 13de maand blijft op de agenda en de toelagen voor onregelmatige prestaties moeten omhoog.
Akkoorden voor vijf jaar in de praktijk niet werkbaar
Gezien de evolutie in onze sector is ‘kort op de bal spelen’ met weliswaar een langetermijnvisie pure noodzaak. Het gaat hier niet enkel om de arbeidsvoorwaarden van de werknemers maar ook de algemene toestand van de gezondheidszorg in ons land is hier nauw mee verbonden. Slechte arbeidsomstandigheden maken het terrein vrij voor verdere commercialisering en de ontwikkeling van een gezondheidszorg in 2 versnellingen. Hier worden de werkenden dubbel het slachtoffer van: als werknemer en als patiënt/cliënt.
De Non-profit valt niet onder de tweejaarlijkse IPA-onderhandelingen BEHALVE als er moet ingeleverd worden zoals bijvoorbeeld de slechtere voorwaarden voor tijdskrediet door het generatiepact. Als Non-Profit krijgen we enkel de nadelen van het IPA, waar blijven de voordelen? Misschien zijn tweejaarlijkse akkoorden voor de Non-Profit wat scherp door de bocht maar een ‘tussentijdse evaluatie’ moet mogelijk zijn.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Malaise in de Brusselse privé-ziekenhuizen…
Volgens sommige ziekenhuisbestuurders zouden er in de komende 5 jaar tussen de 1000 en 2000 bedden verloren gaan in Brussel…
Buiten de kwestie of er een overaanbod aan bedden is in het Brusselse, zal dit proces zich voltrekken op kap van de werknemers en de patiënten. Door verkeerd management hebben heel wat ziekenhuizen een enorme schuldenberg opgestapeld maar daar zullen de ziekenhuisbestuurders niet van wakker liggen. Zij zullen niet moeten gaan stempelen of moeten wachten op een ziekenhuisbed! De privé-ziekenhuizen die de volgende jaren niets hoeven te vrezen en dus financieel gezond lijken, kunnen op een half hand geteld worden.
De eerste dominostenen zijn alvast gevallen met het collectief ontslag in St.-Etienne en het Hopital Français dat sinds 7 april in de eerste fase van de wet Renault zit. In Erasmus verwacht men zich aan ernstige herstructureringen vanaf juni. In St.-Luc heeft men een schuldenberg om ‘u’ tegen te zeggen. De ‘farao-neigingen’ van de directie zijn hier niet vreemd aan. Hier wil men de flexibiliteit voor het personeel nog verder opdrijven maar men geeft het een andere naam: ‘rentabiliseren’.
Gezien de maatschappelijke impact van deze evolutie in de Brusselse regio qua tewerkstelling én dienstverlening aan de bevolking mag men niet langer talmen om de koe bij de horens te vatten.
In plaats van de stroom aan herstructureringen ziekenhuis per ziekenhuis af te wachten, is een ééngemaakt syndicaal initiatief op het niveau van Brussel noodzakelijk!
De politici moeten wakker geschud en op hun verantwoordelijkheid gewezen worden. Er wordt veel te weinig controle uitgevoerd vanwege de overheid op wat de ziekenhuisbestuurders allemaal uitvreten met gemeenschapsgeld.
[/box]
De witte woede “her”uitvinden:
Voor een eerlijk en constructief gemeenschappelijk vakbondsfront
Het is aangewezen dat de nationale vakbondsleidingen, samen met de basismilitanten de nodige lessen trekken uit de vorige Witte Woede en dit zowel op het gebied van de eisen, de actiemethoden (organisatie en planning) en de resultaten. De conclusies zouden dan via een zo breed mogelijke discussie in gemeenschappelijk vakbondsfront moeten uitmonden in een gedetailleerd actieplan voor de volgendeawitteawoede.
Van in het begin van de Witte Woede zou er een duidelijk en concreet ultimatum aan de regering voorgelegd moeten worden. En dit met een actieplan dat de acties geleidelijk aan opbouwt en tot een hoogtepunt voert met een maximale impact (met een coördinatie op zowel nationaal als provinciaal/lokaal vlak). Als men in actie gaat, moet men de mensen een duidelijk perspectief stellen. Het relatief chaotisch einde van de vorige beweging met de ‘staking tot de finish’ had niet echt een gunstig effect op de reële impact (het leek eerder op het doodbloeden van de staking)
Lessen uit de witte woede in Finland 2007
Resultaat: een loonsverhoging tussen de 22 en 28%, gespreid over 4 jaar
Vorig jaar boekten de verpleegkundigen met hun vakbond TEHY in Finland een spectaculaire overwinning door een bikkelharde opstelling. Reden van de beweging was de slabakkende koopkracht en de (intentie tot) massale vlucht van verpleegkundigen naar andere Scandinavische landen waar de lonen en arbeidsomstandigheden merkelijk veel beter zijn. Een gans campagneplan werd uitgedokterd en hierbij werd een zeer onorthodoxe piste bewandeld: de dreiging met massaal collectief ontslag… door de werknemers. Vooraf gingen de traditionele stakingen, betogingen en walk-outs door om het forse ultimatum voor te bereiden. De massale ontslagen zouden in golven gebeuren en de vakbondsleden zouden kunnen genieten van stakingsgeld zolang er geen oplossing uit de bus kwam en iedereen terug aangenomen was.
Maar zover is het niet gekomen. Ondanks een noodwet die in het weekend vóór het aflopen van het ultimatum rap-rap door het parlement werd gestemd, durfde de regering en de werkgevers de confrontatie met de vakbond van de verpleegkundigen (TEHY) niet aan. De noodwet maakte het mogelijk mensen op te vorderen, zelfs als ze ontslag genomen hadden. Het werd echter duidelijk dat een belangrijk deel van de verpleegkundigen niet op de opvorderingen zouden reageren: velen waren plots verdwenen van de aardbodem…
Ondanks de drastische actievorm waardoor de gezondheidszorg in zijn geheel dreigde stil te vallen, genoten de actievoerders ruime steun bij de publieke opinie. De regering had al luchtbruggen georganiseerd naar ziekenhuizen in Europa voor acute gevallen…
Lessen voor België?
De impact van stakingsacties in onze sector is zoals in Finland eerder beperkt wegens de massale opvorderingen die in vele gevallen het pervers effect hebben dat er tijdens een staking meer personeel aanwezig is dan normaal aangezien er dan extra toezicht is.
Betogingen hebben hun nut om onze eisen kenbaar te maken aan het bredere publiek en als mobiliserende factor om zoveel mogelijk collega’s te proberen betrekken bij de acties. Echter als drukkingsmiddel op de regering en de werkgevers lijkt dit toch al veel minder: in Brussel gaan er dagelijks verschillende betogingen door…
Over wat dan een ‘echt ultimatum’ is, kunnen de breinen nog rijpen. De lage syndicalisatiegraad in de Belgische Non-Profit is eerder een obstakel voor ‘harde collectieve actie op een vingerknip’… dus daar zal rekening moeten mee gehouden worden. Een ander element zal echter aan kracht inboeten: de zogezegde ‘zelfde belangen’ van de werknemers en de werkgevers (die zoveel mogelijk subsidies willen losweken om meer geld in hun zakken te kunnen steken). De toenemende onderlinge concurrentie tussen de ziekenhuizen door o.a. een voortsluipende commercialisering zal zich ook meer en meer op de werkvloer laten voelen door een repressiever personeelsbeleid. In de commerciële rusthuizen kan men daar al een aardig voorproefje van nemen!
Zoals in het LBC-pamflet voor 30 april:
“MAAR WIE DOET ER IETS AAN ?”
Uiteraard leven we met onze sector niet op een eilandje en laat de neoliberale politiek niet enkel zijn sporen na in de gezondheidszorg.
We moeten echter constateren dat er geen enkele partij in het parlement is die consequent de belangen verdedigt van de werknemers.
Populistische brulapen van het slag van Dedecker maken zich sympathiek door hun anti-establishmentgehalte maar tegelijkertijd is hun sociaal-economisch programma de natte droom van elke patroon: kassa-kassa voor de aandeelhouders op de rug van de werknemers.
Tijdens de discussie rond het generatiepact was er geen enkele traditionele partij die de kant koos van de werknemers en hun vakbonden; in tegendeel: de meeste waren van mening dat de inleveringen door het generatiepact niet ver genoeg gingen. Syndicale strijd heeft nood aan een politiek verlengstuk maar dit is ver te zoeken in het huidige parlement. Het enige alternatief is het opbouwen van een nieuwe, brede, democratische arbeiderspartij maar dit is echter een complex proces en werk van lange adem: zoiets komt niet plots uit de lucht vallen! Zolang (belangrijke delen van) ABVV en ACV hun exclusieve banden met respectievelijk SP.a en CD&V niet verbreken, zal een doorbraak van een leefbare democratische arbeiderspartij niet mogelijk zijn.
In de nasleep van de acties tegen het generatiepact ontstonden heel wat nieuwe politieke bewegingen waaronder CAP. Het ‘Comité Andere Politiek’ dat ontstond op initiatief van veteranen van de socialistische arbeidersbeweging (o.a. Jef Sleeckx en Georges Debunne) was de meest duidelijke wat betreft het op de agenda plaatsen van een onafhankelijke politieke stem voor de arbeidersbeweging en de werknemers in het algemeen. Het bleef echter bij een lovenswaardige poging… Heel wat mensen in de georganiseerde arbeidersbeweging volgden van op afstand deze ontwikkeling maar bleven de kat uit de boom kijken.
Het is echter door massale sociale strijd dat deze kwestie terug boven op de politieke agenda zal geplaatst worden. In tussentijd kunnen we bouwen aan (inter)sectoriële netwerken van strijdbare en kritische vakbondsmilitanten. Dit is de uitdaging die Polsslag wil aangaan in de Non-Profit.