China probeert anti-Westerse protesten af te koelen en wil praten over Tibet

Het Chinese regime neemt een bocht in de discussies naar aanleiding van de Olympische Spelen. Naarmate die Spelen dichterbij komen, wordt het regime voorzichtiger. Het maakte een bocht van 180 graden en kondigde aan dat er nieuwe onderhandelingen komen met de Dalai Lama en diens Tibetaanse leiding in ballingschap. Tegelijk werden anti-Westerse protestacties afgeblokt.

Vincent Kolo

De regering van president Hu Jintao maakt een moeilijke evenwichtsoefening in een poging om de vele en complexe crises rond de stabiliteit in Tibet af te zwakken of minstens uit te stellen. Daarnaast wordt het regime geconfronteerd met een ineenstorting van de beurzen, toenemende inflatie, een groeiende protectionistische houding en uitbarstingen van sociale onrust. Allemaal afzonderlijk kunnen deze problemen elk mogelijk het Olympisch feest verstoren. Moesten ze samen komen in één storm van sociaal protest, dan zou het de basis van het regime zelf bedreigen. Dit stond niet in de plannen van het regime. De Olympische Spelen moesten op het hoogtepunt van economische groei komen waarbij het regime het globale succesverhaal van China aan de wereld zou tonen.

De nationalistische opstoten tegen de buitenlandse acties naar aanleiding van de Spelen en tegen de Tibetaanse protestacties waarbij jammer genoeg ook Han Chinezen en Hui moslims werden aangepakt, zorgden tijdelijk voor een versterking van het regime. Tegelijk was er een golf van anti-Westerse retoriek die niet meer werd gehoord sinds de Culturele Revolutie waarbij deze protestacties zorgen voor spanningen met de belangrijkste kapitalistische handelspartners van China.

De nieuwe bocht van het regime komt er erg snel en zorgde ervoor dat de jonge nationalistische aanhangers van het regime even op hun positieven moesten komen. De Chinese regimepers omschreef de Dalai Lama als een “wolf in schapenvacht” en een “slechte man”. Hij werd op een absurde wijze verantwoordelijk geacht voor de wereldwijde protestacties die de Olympische Spelen “kapot” moeten maken en tegelijk ook China “opsplitsen”. Nu stuurt het regime aan op nieuwe onderhandelingen met de Dalai Lama. Dat moet bij de Chinese nationalistische jongeren zowat overkomen als het equivalent van Bush die Bin Laden uitnodigt op de koffie. Deze lagen, waaronder ook fascisten en ultra-nationalisten, hebben de discussies op het Chinese internet gedomineerd. Ze kregen tot voor kort de vrije hand om acties en campagnes op te zetten tegen Westerse doelwitten als Carrefour of CNN.

Tenzij ze nu de nieuwe partijlijn volgen, zullen de nationalisten mogelijk eens kunnen proeven van het “Tibetaanse medicijn”: politievervolging, het blokkeren van websites en zelfs arrestaties. Net als in 1999 bij de bombardementen van de VS op de Chinese ambassade in Belgrado of de anti-Japanse protesten in 2005, werden de nationalistische jongeren door het regime gebruikt als een decorstuk dat verteld wordt waar het mag staan, maar dat niet mag afwijken van de lijn die wordt bepaald door de schrijvers van het stuk.

Protest tegen de “onvriendelijke” Fransen

De voornamelijk op het internet gevoerde campagne tegen de Franse supermarktketen Carrefour en andere bedrijven, leidde tot betogingen in verschillende grote steden waaronder Peking, Shanghai, Hefei, Qingdao, Jinan, Dalian, Harbin, Wuhan, Kunming en Xi’an. De protestacties waren een uitdrukking van het diepgaande nationalistische sentiment in het land na de spectaculaire verstoring van de optocht met de Olympische vlam in Parijs en andere steden. Die acties werden door het regime voorgesteld als een poging om de Olympische Spelen en de reputatie van China op internationaal vlak te schaden. Het werd volgens het regime georchestreerd door de Dalai Lama ook al distantieerde die zich uitdrukkelijk van de Tibetaanse activisten en verzet hij zich ook tegen een boycot van de Spelen. De regimepers probeert alle kritiek op het regime en de repressieve methoden van dat regime voor te stellen als aanvallen op de volledige bevolking, inclusief de protesterende boeren, stakende arbeiders en nationale minderheden die zelf het slachtoffer worden van deze repressie.

President Hu herhaalde deze visie toen hij op 24 april de Franse senaatsvoorzitter Christan Poncelet sprak: “Er waren recent enkele onvriendelijke gebeurtenissen tegenover de Chinezen in Parijs, zeker toen de Olympische vlam Parijs aandeed. De overbrenging van de vlam werd verstoord en aangevallen. Dit raakt de Chinese bevolking en het is iets dat we niet meer willen zien gebeuren.”

In internetpeilingen in de tien grootste steden van China sprak twee derden zich uit voor een boycot van Carrefour dat 122 hypermarkten telt in China en dagelijks 2 miljoen klanten heeft. Carrefour stelt haar verkoop in China niet werd geraakt, maar het is duidelijk dat de campagne tegen het bedrijf heeft geleid tot tienduizenden berichten op het internet of via SMS. Het bedrijf wordt er – naar eigen zeggen ten onrechte – van beschuldigd geld te geven aan de Dalai Lama. Deze boycotcampagne was ongetwijfeld sterker dan de oproep in 2005 om geen Japanse producten te kopen. Internetactivisten publiceerden een lijst van 44 Franse bedrijven die zouden moeten worden geboycot, daaronder Vivendi, Renault en L’Oréal. Dat laatste ligt onder vuur omdat de Body Shop in Australië een tournee van de Dalai Lama zou hebben gesponsord.

Er werden Franse vlaggen verbrand op betogingen en de slogans gingen van “Tegen Tibetaanse onafhankelijkheid”, “boycot Carrefour” tot “Frankijk, zwijg!”. Een Amerikaanse leraar werd lastig gevallen en moest politiebescherming zoeken bij een protestactie aan een winkel van Carrefour in Zhuzhou in de provincie Hunan. Frankrijk wordt er uit gepikt door de Chinese media omdat een pro-Tibetaanse activist in Parijs de Olympische vlam probeerde te bemachtigen van de Chinese sportvrouw Jin Jing die de vlam probeerde te verdedigen vanuit haar rolstoel. Ze werd door de media naar voor gebracht als een held en kreeg zelfs een persoonlijke brief van Nicolas Sarkozy die zijn bewondering voor haar uitsprak en stelde te “betreuren” dat er protest was in Parijs. Andere hooggeplaatste Franse politici hielden zich de afgelopen dagen ook vooral bezig met het achternalopen van het Chinese regime.

Ondanks de verwarring en het hoofdzakelijk reactionair karakter, vormen de anti-Westerse en anti-Tibetaanse acties een bedreiging voor de Chinese leiders, in het bijzonder indien er vanuit het Westen tegenmaatregelen zouden komen. De toppolitici uit Frankrijk en bedrijfsleiders vielen bijna over elkaars voeten bij het verlenen van hun steun aan de Olympische Spelen en het veroordelen van de protestacties tegen de Spelen, maar achter de schermen kwamen er wel waarschuwingen dat aanhoudende campagnes tegen Westerse bedrijven zullen leiden tot tegenmaatregelen. De voorzitter van de Europese Handelskamer in China, Joerg Wuttke, waarschuwde dat dit snel uit de hand kan lopen: “Eens er gesproken wordt over een boycot, volgt een vergelding van de andere kant. Waar houdt het dan op?”.

Hypocrieten aller landen, verenigt u

De ernst van de crisis heeft geleid tot enkele diplomatische missies met topvertegenwoordigers van het Europees kapitalisme. Onder hen de zendelingen van Sarkozy, maar ook de voorzitter van de Europese Commissie Jose Manuel Barroso (zelf een voormalige maoïst…). De timing van de aankondiging van gesprekken over Tibet (onderhandelingen die wellicht nergens heen leiden) laat de Europese kant toe om “vooruitgang” te zien. Dat kan gevolgd worden door bekendmakingen dat de Franse president en andere Europese politici, ondanks eerdere beweringen, toch deelnemen aan de openingsceremonie. We zien in deze gebeurtenissen de echte rol van de kapitalistische partijen. Het Chinese regime maakt gebruik van nationalistische gevoelens om haar eigen asociaal en bedrijfsvriendelijk beleid te versterken. Tegelijk kunnen de buitenlandse regeringen (op erg beperkte wijze) lippendienst bewijzen aan de “mensenrechten” en de “democratie” zonder ooit de winsten van de eigen bedrijven in gevaar te brengen.

Als onderdeel van de gesprekken om de relaties te herstellen, bezocht de voormalige Franse premier Raffarin de Chinese premier Wen Jiabao in Peking. De aanvallen van Raffarin op de arbeidsomstandigheden en rechten van jonge arbeiders leidde in 2006 tot een massale beweging waaraan 3 miljoen Fransen deelnamen. Nu werd Raffarin door een topvrouw op buitenlandse zaken, Jiang Yu, omschreven als “een oude vriend van China”. Het initiatief voor dit soort bijeenkomsten kwam er vooral op vraag van Franse zakenlui, waaronder de rijkste Fransman Bernard Arnault die een goede vriend is van Sarkozy. Arnault is voorzitter van LVMH, een groep die luxeproducten op de markt brengt zoals Louis Vuitton, Hennesy en Ferdi. Dit bedrijf is bijzonder populair onder de boycotters. Arnault werd gesteund door heel wat Franse kapitalisten toen hij Sarkozy bedekt verwijten maakte omwille van zijn dreiging om de openingsceremonie niet bij te wonen .

In Le Figaro stelde Arnault: “Een boycot van de Spelen is geen oplossing. China heeft tijd nodig. Als we een dialoog willen, zijn er betere manieren dan het aanvallen van de Olympische vlam tijdens de doortocht in Westerse steden… We moeten vermijden dat we lessen geven als er nog veel kan verbeterd worden in de wereld, ook in Europa.” Nogmaals een voorbeeld van een Westerse kapitalist die het heeft over “dialoog” met het Chinese regime als hij in feite enkel de zakenbelangen wil verdedigen.

De top van Carrefour haastte zich om te stellen dat hun pro-Dalai Lama imago onterecht was. Het bedrijf deelde mee dat het geen enkele steun heeft aan gelijk welke “illegale politieke groepen” in China. “Illegaal” omvat alles buiten de Chinese Communistische Partij.

De Chinese autocraten en buitenlandse miljardairs begonnen zich te mengen, waardoor een verandering van toon nodig was. De Chinese kranten begonnen Carrefour en andere Franse bedrijven plots op te hemelen als “voorbeeldbedrijven”. De officiële televisie CCTV stelde: “99% van de 40.000 werknemers van Carrefour in China zijn Chinezen en 95% van de producten dat het verkoopt worden in China gemaakt.” Op de voorpagina van het blad People’s Daily, een officieel orgaan van de CCP, werd opgeroepen om het patriottisme te koesteren maar ook om het “op een rationele wijze te uiten”. Een editoriaal in het Engelssprekende dagblad China Daily stelde: “Overdreven nationalisme is niet constructief en kan het land schade toebrengen.”

Verslagen van aan de universiteiten van Nanjing, Shandong en Hefei geven aan dat er een repressievere houding komt tegenover openlijke nationalistische activiteiten op de campussen. Studenten die deelnemen aan anti-Carrefour acties worden bij de autoriteiten geroepen voor “advies”. De door de overheid gecontroleerde Liga van Jonge Communisten verspreidt pamfletten en houdt meetings om in te gaan tegen het “extreme” nationalisme. Een aantal activisten voor een boycot stelden op het internet dat SMS-berichten met gevoelige woorden als Carrefour en Frankrijk niet langer aankomen. China Mobile ontkent dat het berichten tegenhoudt.

Aanloop naar meer protest?

“De Chinese regering probeert de opstoten van patriottisme af te koelen omdat het ervan uitgaat dat het gewenste doel al bereikt is: de wereld duidelijk maken dat de Chinezen protesteren tegen de Fransen”. Dat stelde Guo Quan, een onderzoeker van de universiteit van Nanjing aan de Wall Street Journal. “Er zijn momenteel heel wat andere sociale problemen, zoals de schokken op de beurzen en de stijgende prijzen die de woede van de bevolking wel eens naar een hoger niveau zouden kunnen stuwen.”

Het regime vreest dat de nationalistische golf meer in gang kan zetten dat protest tegen Franse bedrijven. Een aantal nationalisten riepen reeds op voor een boycot van Mc Donalds en Yum! Brands. Het is overigens ironisch dat McDonald’s met 670 restaurants in China en 50.000 werknemers één van de officiële sponsors van de Spelen is. Het regime heeft niet de volledige controle over de situatie. Gebeurtenissen in het buitenland, bijvoorbeeld met nieuwe incidenten als de Olympische vlam pakweg in Japan komt (waar de Japanse nationalisten oproepen tot een mobilisatie in “steun” voor Tibet), kunnen de situatie nog complexer maken.

Naast de ceremonie voor de Olympische Spelen wil het Chinese regime dit jaar ook grote activiteiten opzetten om de 30ste verjaardag te vieren van het proces van “hervormingen en openingen” (lees: kapitalistische globalisering) dat werd ingezet door Deng Xiaoping in december 1978. De huidige protestbeweging kan een aanzet vormen voor een breed, maar nu nog latent en vaag omschreven, verzet tegen de globalisering onder de vele verliezers van dit proces.

Een commentator van de Hong Kongse universiteit van wetenschap en technologie stelde aan het persbureau AP dat dit de reden is waarom het regime wil dat de betogingen niet blijven duren. “De regering zal de bevolking toelaten om het ongenoegen te uiten, maar het komt onmiddellijk tussen. Het regime is bang dat het te ver zou gaan.”

De Olympische crisis en revolte in de Tibetaanse regio’s komt samen met een reeks andere ernstige problemen voor het Chinese regime. Vorige week moest het tussenkomen op de beurzen nadat deze op zes maanden tijd de helft van hun waarde hadden verloren waardoor miljoenen kleine investeerders in de problemen kwamen. Aandeelhouders in de provincie Shanxi brachten berichten over het vernietigen van de lokale beurs, in andere regio’s waren er protestbetogingen van investeerders. Tegelijk zijn er ook de stijgende voedselprijzen die vooral de arme arbeiders en landelijke families treffen. Dat versterkt de kans op conflicten rond de lonen en zelfs op voedselrellen. Volgens de overheidsvakbond ACFTU kreeg 26% van de Chinese arbeiders de afgelopen vijf jaar geen enkele loonsverhoging.

Vorige week kondigde de regering aan dat het nog eens 1,9 miljard yuan aan voedselsubsidies zou toekennen aan 20 miljoen studenten. Dat is een uitdrukking van de angst voor een studentenrevolte dat ook andere bekommernissen op tafel zou brengen. De nieuwe subsidie zal net volstaan om iedere student per dag één yuan te geven.

Guo Quan stelde: “China is als een bundel van droog hout. Op alle vlakken gaat het in de richting van een vuur. Eens het nationalisme is opgewekt, zullen de branden zich verspreiden en zal het droog hout ook op andere plaatsen vuur vatten.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop