Your cart is currently empty!
“Om op de lijst te staan, moet je geen verstand hebben van politiek”
“Om op de lijst te staan, moet je geen verstand hebben van politiek”
Bijna een jaar na de verkiezingen en de zware verkiezingsnederlaag lijkt de SP.a nog altijd haar wonden te likken. Het hoe en waarom van de verkiezingsnederlaag van de SP.a is voer geweest voor veel discussie in diverse bladen en tijdschriften. Vandaag komen er ook steeds meer nieuwe elementen boven die ons een blik gunnen achter de schermen van de partij.
Karel Mortier
PRO: van partij naar kiesvereniging
De doelstelling van Vande Lanotte was om één grote progressieve partij op poten te zetten die zou bestaan uit de SP.a, Spirit en het sociaal middenveld. In die formatie zou er nog minder ruimte zijn voor een basis, de partij zou plaatsmaken voor een kiesvereniging. De naam PRO moest de nieuwe naam worden en er werd contact gelegd met middenveldorganisaties en bekende Vlamingen om die nieuwe “partij” uit te bouwen en een gezicht te geven. Het volstond om een bekende naam te zijn om meteen lijsttrekker van de partij te worden. Dat was hoe Christine Van Broeckhoven, professor moleculaire genetica aan de Universiteit van Antwerpen, lijsttrekker werd. Er waren geen bekendere Vlamingen van buiten de SP.a, dus moest Van Broeckhoven de Antwerpse lijst trekken. De stelling van Vande Lanotte dat je om op de lijsten te staan, geen verstand moet hebben van politiek, werd met Van Broeckhoven kracht bijgezet.
De arbeiders waar de SP.a mee uitpakte voor de verkiezingen waren niet meer dan een doekje voor het bloeden. Ze stonden niet zozeer op de lijsten om de banden met de vakbonden te herstellen maar omdat de partijleiding op dat moment niets anders had om mee uit te pakken. De Bekende Vlamingen en organisaties hapten niet toe en dus konden enkel een paar symbolische ABVV’ers worden gestrikt.
Waar blijft de oppositie?
In de peilingen staat de SP.a er nog altijd even slecht voor ondanks de aanslepende regeringsonderhandelingen, de economische problemen en de zwakke regering. Het is echter niet evident om federaal oppositie te voeren tegen partijen waarmee op Vlaams niveau mee wordt samengewerkt. Het grootste probleem is dat het niet evident is om oppositie te voeren tegen een beleid waar ook vanuit de oppositie geen afstand van wordt genomen.
Als Freddy Willockx in De Morgen naar zijn verwezenlijkingen werd gevraagd, antwoordde hij: “Ik ben fier op mijn samenwerking met Jean-Luc Dehaene en Philippe Maystadt aan het Globaal Plan. Ik heb een belangrijke rol gespeeld om dat verkocht te krijgen aan de socialistische beweging, zonder de banden met de vakbond door te knippen. Een belangrijk verschil met het Generatiepact.” Dat Globaal Plan voerde onder meer de gezondheidsindex in, waardoor onze koopkracht nu nog verder wordt ondermijnd. Hoe denkt een partij die dat als verwezenlijking ziet een antwoord te kunnen bieden op de koopkrachtproblemen?
Hier en daar zijn er wat schuchterige pogingen om wat linkser over te komen, wat niet zo moeilijk is met een rechtse regering. Maar op communautair vlak speelt SP.a het spel van de andere Vlaamse partijen mee. Op vlak van de splitsing van het arbeidsmarktbeleid speelt de SP.a zelfs de eerste viool, ook al zijn de vakbonden tegen een dergelijke splitsing. We vrezen dat de SP.a ook vanuit de federale oppositie geen stem zal bieden aan de arbeiders en hun gezinnen.