Category: Op de werkvloer

  • Het belang van het conflict bij Carrefour

    Het personeel bij Carrefour werd de afgelopen maanden geconfronteerd met een vastberaden wil van de directie om de arbeids- en loonsvoorwaarden van het personeel op de helling te zetten. De nieuwe hypermarkt in Brugge werd een precedent. Om haar politiek op te leggen, kon de directie beschikken over de bereidwillige medewerking van het gerecht en de politie om stakingspiketten te breken. Het conflict leidde uiteindelijk tot een akkoord. De directie haalde haar slag niet helemaal thuis.

    door Thierry Pierret

    De groep-Carrefour wil het personeel van haar nieuwe hypermarkt laten werken onder het paritair comité (PC) 202.01 in de plaats van PC 312 (dat de arbeids- en loonsvoorwaarden voor supermarkten bepaalt). PC 202.01 is bevoegd voor voedingswinkels en kruidenierszaken. De arbeids- en loonsvoorwaarden zijn er heel wat minder gunstig: 40 zondagen per jaar werken aan 100% loon, terwijl PC 312 het aantal zondagen beperkt tot drie per jaar aan een loon van 300%. Alles samen zou het personeel er tot 25% minder verdienen. De directie stelde dat de vestiging in Brugge een uitzondering vormt, maar pleitte intussen wel bij de minister van arbeid voor de afschaffing van het PC 312.

    De vakbonden reageerden met stakingsacties in verschillende winkels. De directie wou dat verhinderen en deed beroep op het gerecht en de politie om stakersposten te breken. De vastberadenheid van het personeel om zich niet te laten doen, botste op een beperkte mobilisatie van de vakbondsleidingen, die toch wel wat meer volk op de been kunnen brengen dan wat we nu zagen aan de stakingspiketten. Er werd niets ondernomen om de strijd uit te breiden naar andere onderdelen van de distributiesector. Nochtans zou dit de positie van de bonden en het personeel bij Carrefour enorm versterkt hebben. Het zou bovendien de mogelijkheid hebben geboden om samen te strijden met het personeel van “low cost” bedrijven in de sector zoals Aldi waar de arbeids- en loonsvoorwaarden doorgaans minder gunstig zijn dan bij Carrefour. Het uitbreiden van de strijd om ervoor te zorgen dat ook deze bedrijven onder PC 312 zouden vallen, had bovendien druk kunnen zetten tegenover de poging van de directie van Delhaize om in Gembloux een winkel te openen waar het personeel onder PC 202.01 zou vallen.

    Het conflict bij Carrefour blijft een test voor de volledige distributiesector. De directies van andere bedrijven zullen het voorbeeld van de Brugse hypermarkt gebruiken om een offensief in te zetten tegen hun personeel. De vakbondsleidingen hebben de acties beperkt en uiteindelijk een akkoord gesloten om de IPA-onderhandelingen niet in het gedrang te brengen.

    Het resultaat van de strijd bij Carrefour is tweeslachtig: enerzijds blijft het personeel in Brugge onder het PC 202.01 vallen, maar anderzijds worden de arbeids- en loonsvoorwaarden wel aangepast: een 35-urenweek met vijf arbeidsdagen, minimum 18 uur per week, geen gesplitste diensten en zondagswerk aan 200%. We vrezen echter dat de directie deze toegevingen al snel zal proberen teniet te doen bij nieuwe herstructureringen.

    Het idee van een verbeterde versie van PC 202.01 opent anderzijds wel mogelijkheden voor andere werknemers in dit paritair comité om gelijkaardige voorwaarden te eisen. Zullen de vakbonden in de sector gebruik maken van deze opening om in het tegenoffensief te gaan?

  • Carrefour. Rechtbank in Veurne verwerpt procedure met eenzijdig verzoekschrift

    Een rechtbank in Veurne heeft beslist dat de directie van Carrefour ten onrechte gebruik maakte van een procedure op eenzijdig verzoekschrift met het gebruik van dwangsommen. De rechtbank keert zich hiermee tegen een eerdere beslissing van verschillende rechters. Professor Blanpain uit Leuven mengde zich onmiddellijk in de discussie door deze beslissing onbegrijpelijk te noemen. Tal van andere specialisten in het arbeidsrecht zijn echter een andere mening toegedaan.

    In Veurne werd een procedure opgestart tegen het opleggen van een dwangsom aan één van de actievoerders aan de Carrefour-vestiging in Koksijde op 10 november. Via een derdenverzet werd een nieuwe uitspraak afgedwongen over de toepassing van een procedure op eenzijdig verzoekschrift. De rechtbank was duidelijk in haar beoordeling: deze procedure werd ten onrechte gebruikt om de staking te breken. Daarmee wordt ook het standpunt gevolgd van een Mechelse rechter die eveneens weigerde om een eenzijdig verzoekschrift goed te keuren en rechtskracht te geven.

    Het eenzijdig verzoekschrift van Carrefour was verregaand. Er werd een verbod opgelegd om een maandlang actie te voeren aan Carrefour en dat op straffe van een dwangsom van 1.000 euro. De deurwaarder beschikte over een ruime interpretatiemarge bij het bepalen van wat kon gezien worden als actievoeren. Een delegee van Carrefour in Koksijde kreeg een verzoekschrift betekend en stapte naar de rechter omdat hij zich uiteraard benadeeld voelde. Als delegee kwam ook het recht op het uitoefenen van zijn syndicaal mandaat in het gedrang, de uitoefening van dat mandaat kon immers ook gezien worden als “actie voeren”.

    Professor Blanpain was er traditioneel als de eerste bij om kritiek te geven op de uitspraak van de rechtbank in Veurne. “Als er geen duidelijkheid komt, kan binnenkort om het even wie om het even wat blokkeren”, aldus de professor. Als iedereen zomaar een eigen mening kan hebben, dan is er blijkbaar een probleem voor de professor. Als specialist in het arbeidsrecht moet de professor toch ook wel weten dat er zoiets als collectieve actie bestaat en dat de juridische aanpak van dergelijke collectieve acties verschilt van individuele acties. Als morgen de professor op zijn eentje de E40 naar Leuven wil blokkeren, dan zal hij snel opgepakt worden wegens ordeverstoring (en ook wel om de professor zelf te beschermen). Als echter een groep van enkele duizenden arbeiders een weg blokkeert, dan vormt dat onderdeel van het recht op collectieve actie. Dan gaat het recht op actie overigens voor op het recht op vrij verkeer. Dat beweert alvast het Europese Hof van Justitie in het Schmidberger-arrest uit 2003. In die zaak werd een uitspraak gedaan tegen de poging van een transportbedrijf om via de overheid een schadevergoeding te eisen van milieu-activisten die een tijdlang de Brenner-pas hadden geblokkeerd. Blanpain vergist zich als hij denkt dat een dergelijke uitspraak betekent dat “om het even wie” zomaar “om het even wat” kan blokkeren. En als hij ons niet gelooft, mag hij gerust de proef op de som nemen en effectief eens proberen om op zijn eentje het huis van zijn buurman te blokkeren.

    In Veurne besliste de kortgedingrechtbank dat de beschikking die aan een vakbondsdelegee werd betekend nietig is. Dat is een logische beslissing als we het recht op collectieve actie in rekening nemen. Een beslissing in andere zin zou betekenen dat geen enkele actie nog mogelijk is en de volgende stap zou uiteraard zijn dat staken enkel nog mag als niemand het kan merken, laat staan de gevolgen ervan kan voelen.

    Deze nieuwe uitspraak in Veurne bevestigt de verdeeldheid die er onder magistraten heerst rond deze kwestie. Deze verdeeldheid is geen gevolg van juridische onduidelijkheid, daar is het recht op collectieve actie voldoende vastgesteld, maar een onderdeel van een ideologisch offensief waarbij het recht van de arbeidersbeweging op eigen initiatieven zoals acties steeds meer wordt ondermijnd. Dat offensief moet door de arbeidersbeweging worden beantwoord.

  • Niet kiezen tussen lonen of jobs, maar het patronaat op dieet te zetten

    Loononderhandelingen

    Midden november zijn de onderhandelingen voor het IPA (Interprofessioneel Akkoord) 2009-2010 gestart. Dit in een periode van economische crisis, met een wereldwijde recessie, dalende koopkracht voor de meerderheid van de bevolking en een inflatie van 4,7% voor 2008 alleen. Je zou denken dat het moeilijke onderhandelingen worden, toch hopen vakbondsleiders Cortebeeck (ACV) en Ann Demelenne (ABVV) dat er binnen de twee à drie weken een akkoord zou zijn. Hebben ze de eisen van het patronaat niet gehoord?

    Door Luc (Leuven)

    5,1% is een provocatie

    Het rapport van de CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) stelt dat de lonen de komende twee jaar amper 5,1% mogen stijgen om onze concurrentiepositie tegenover de buurlanden te behouden. De CRB gaat uit van een halvering van de inflatie, toch stelt de CRB in het zelfde rapport: “De inflatoire spanningen blijken nu wel af te nemen, maar de onderliggende oorzaken van de inflatie zijn nog steeds aanwezig. Een nieuwe opstoot (bijvoorbeeld onder impuls van nieuwe olieprijsstijgingen) kan bijgevolg niet worden uitgesloten.” Ons lijkt dit eerder natte vingerwerk, een gok op basis van de dalende olieprijzen.

    Daarbij komt nog dat er heel wat arbeiders in de privé-sector zijn die hun indexaanpassing enkel in januari krijgen en dus voor 2008 nog heel wat moeten worden gecompenseerd. Als die indexaanpassing in januari 2009 wordt doorgevoerd, is hun 5,1% al zo goed als opgesoupeerd. Al zal een lagere raming van de inflatie het patronaat niet slecht uitkomen, zeker niet als ze achteraf in verschillende sectoren terug all-inakkoorden kunnen afsluiten.

    Volgens het VBO is de vorige loonnorm met 2,6% overschreden (7,6% in plaats van 5%) door de hoge inflatie en de groter dan voorziene loonsverhogingen. Wat volgens hen betekent dat de loonkostenhandicap met de buurlanden met 2,6% stijgt. De vraag is waar het VBO die groter dan voorziene loonsverhogingen ziet. De voorbije twee jaar was er een inflatie van 6,5%, rekenen we daar nog de productiviteitsverhoging, 1% loondrift en baremieke verhogingen bij, en we komen uit op een koopkrachtverlies. En dan hebben we het nog niet over die sectoren met all-in of saldo-akkoorden.

    Geen ruimte voor loonsverhogingen?

    Karel Van Eetvelt van Unizo, altijd goed voor een provocatie, wil echter toegevingen doen: de laagste inkomens mogen wat stijgen maar dat mag niet ten koste van de bedrijven gaan. De patronale extremist stelde geen akkoord zonder lastenverlagingen te willen tekenen. Als er al een toegeving komt voor de werkenden, kan dit dus enkel als het door de overheid wordt betaald met de afbouw van de sociale zekerheid van diezelfde werknemers.

    Het belangrijkste argument van de werkgeversfederaties is de economische crisis. Ze stellen dat we niet dezelfde fouten als in de jaren 1970 mogen maken. Ze bedoelen dat de crisis niet kan worden bestreden met loonsverhogingen. Voor hen is de keuze eenvoudig: jobs of lonen. Dat is een kopie van het argument dat we ook de afgelopen jaren, in een periode van relatieve economische groei, te horen kregen. Als we toen niet zouden matigen en de broekriem aanhalen, dan zou snel een einde komen aan de economische bloei en zou dat jobs kosten. De financiële en economische crisis vandaag is echter niet de verantwoordelijkheid van de werkenden.

    Welk syndicaal antwoord?

    Spijtig genoeg lijken de vakbondsleiders mee te gaan in de retoriek van de werkgevers. Cortebeeck stelde in De Tijd (17 november) dat er voor dit IPA minder in zit dan bij het vorige. De nummer twee van het ABVV, Demelenne, verklaarde te willen gaan voor een hoger brutoloon en dit zeker voor de minimumlonen. Maar van de 10% waar onder meer De Leeuw over sprak op 1 mei horen we niets meer. Er wordt enkel gehoopt op een kleine marge op basis van het eerste cijfer dat door de CRB naar voor werd geschoven, met name 6,4%. Dat cijfer was volgens de CRB op basis van gedateerde informatie over de economische situatie en werd aangepast tot 5,1%. Maar zelfs 6,4% zou bijlange niet volstaan om onze koopkracht te verhogen.

    Voor de werkgevers is de keuze beperkt tussen jobs of koopkracht. Nochtans waren het dezelfde werkgevers die er de afgelopen jaren niet vies van waren om duizenden arbeiders op straat te zetten om hun winsten te maximaliseren. De autoriteit van het patronaat op het vlak van job-behoud is wel erg beperkt. Maar uiteraard wordt dit argument gebruikt om het niet over de echte tegenstelling te moeten hebben: winstmaximalisatie versus jobs en loonsverhogingen.

    De vakbonden mogen niet meestappen in de patronale logica. Waarom halen ze niet aan dat we al jaren “gematigd” hebben om de economische groei niet te hinderen? Sinds 2006 is het aandeel van de lonen in het BBP onder de 50% gedoken. In 2007 klokten de winsten van de 30.000 grootste bedrijven in ons land af op 77 miljard euro. Waar blijft ons deel van de koek?

    Actie nodig

    Met een voorstel voor loonnorm van 5,1% heeft onderhandelen weinig zin, dan is er eerder nood aan actie. Om een echte verhoging van de brutolonen te bekomen, moet een krachtsverhouding worden opgebouwd. Dat zal niet gebeuren door acties te desorganiseren of uit te roepen zonder een degelijke campagne op de werkvloer. Het komt er nu op aan om de achterban te informeren en te mobiliseren voor jobs en koopkracht. Dat zal niet lukken als de patronale logica van het neoliberalisme door de vakbondsleiding verder als norm wordt aanvaard.

  • Metallo’s betogen in Brussel voor meer koopkracht

    Gisteren betoogden ruim 500 militanten van het FGTB-Métal Wallonie-Bruxelles door de hoofdstad. Ze werden versterkt door militanten van de Algemene Centrale uit Antwerpen en Brussel alsook van de voedingscentrale. De sterkste delegaties waren deze van Caterpillar en Audi Brussel. De betoging kwam op voor een verbetering van de koopkracht en tegen de harde besparingen in de metaalsector.

    Cédric (Brussel)

    Sinds enkele maanden is het aantal bedrijven in de sector dat beroep doet op “technische werkloosheid” verveelvoudigd. Gezien de context van de economische crisis is er een sterke vermindering van het aantal effectieve werknemers. Tijdelijken dreigen hun job te verliezen en vaste werknemers verliezen een deel van hun inkomen door de technische werkloosheid. Vorige donderdag nog kondigde de metaalgroep Mittal aan dat er 9.000 jobs bij het concern moeten verdwijnen, waarvan 6.000 in Europa.

    Het ABVV wil een herziening van de vergoeding bij technische werkloosheid, vandaag is dat immers beperkt tot 65% van een vast plafond van 1.900 euro per maand. Dat leidt voor de meeste arbeiders tot een belangrijke daling van hun inkomen. Bij sommigen gaat het zelfs tot een halvering van de lonen.

    De betoging trok langs de kleine ring om halt te houden aan het kabinet van de minister van werk, Joëlle Milquet (CDH). De strijdbaarheid was duidelijk aanwezig. Eén van de spandoeken had als slogan: “Het kapitaal is aan het lijden. Niet laten afzien, slachten!” of nog “Zonder onze arbeid, is hun kapitaal geen bal waard”. Die slogans geven aan dat de bezorgdheid over de actuele kapitalistische crisis verder gaat dan de directe gevolgen. Naarmate de economische situatie slechter wordt, zal steeds meer geprobeerd worden om de werkenden de rekening te laten betalen.

    In de meeste discussies die wij hadden op de betoging werd door de aanwezigen gewezen op de verantwoordelijkheid van de traditionele politici, met inbegrip van PS en CDH. Ons idee van een nieuwe syndicale partij met en rond de syndicale basis, werd heel goed onthaald.

    De betoging werd afgesloten met een minuut stilte naar aanleiding van het overlijden van een arbeider de avond voordien in de elektrische centrale van Awirs in Flemalle. Daar verloor een arbeider van een onderaannemer van Electrabel het leven toen hij ongelukkig ten val kwam.

  • Loononderhandelingen afgesprongen. Actie voor jobs en koopkracht nodig

    Het was al op voorhand duidelijk dat de onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord (IPA) bijzonder moeilijk zouden zijn. Er is weinig ruimte voor de regering om zowel de eis van meer koopkracht in te willigen als tegelijk de niet te stillen winsthonger van het patronaat tegemoet te komen. Afgelopen nacht zijn de onderhandelingen afgesprongen. Zal dit een signaal zijn om nieuwe acties op te zetten?

    In de laatste rechte lijn voor de onderhandelingen bleken er heel wat obstakels te zijn. Een voorstel dat nog even circuleerde was om geen loonnorm in procenten vast te leggen, maar in centen met een vast bedrag waarmee de lonen maximaal zouden mogen stijgen. Daarmee moet natuurlijk worden opgepast, aangezien niet meteen duidelijk is of het om volledige (en dus bruto) lonen gaat of niet. Wellicht niet, door de nettolonen te laten stijgen en de brutolonen te laten dalen zou een zogenaamd “compromis” worden onderhandeld. Maar dit betekent uiteraard een vermindering van de inkomsten voor de sociale zekerheid. Het riskeert te leiden tot een broekzak-vestzak operatie. Wat we er langs de ene kant bij krijgen, komt gewoon uit een andere zak die ook aan ons toebehoort.

    De Leeuw (ABVV-voorzitter) omschreef het voorstel waarmee de bonden akkoord gingen als “gematigd”. Dan weet je dat hij niet langer spreekt over een loonnorm van 10% (zoals werd geopperd op 1 mei). Neen, de loonnorm zou bestaan uit de index en daarbovenop 125 euro netto in 2009 en 250 euro in 2010.

    Minister Milquet verklaarde na het afspringen van de onderhandelingen dat de sociale partners heel dicht bij een oplossing stonden. Dat is betwijfelbaar aangezien de regering amper over middelen beschikt om zowel de eis van een hoger loon als de aanhoudende vragen naar lastenverlagingen voor het patronaat in te willigen. In syndicale kringen was te horen dat 3 december als deadline werd gezien om na te gaan of er ernstige onderhandelingen mogelijk waren. Dat blijkt dus niet het geval te zijn.

    De vakbonden vroegen de mogelijkheid van extra loon bovenop de index, het patronaat wou het liefst zelfs onder de index gaan. En dat zogezegd om de “loonhandicap” weg te werken. Dat de berekeningsbasis voor die zogenaamde loonhandicap eenzijdig en betwistbaar is, wordt gemakshalve onder de mat geveegd. Neen, het patronaat wil dat de gevolgen van de huidige crisis op de werkenden worden afgeschoven zodat de winsten niet in het gedrang komen. De regering is uiteraard al vergeten dat de grootste ondernemingen vorig jaar 77 miljard euro winst hadden geboekt.

    De regering was bereid om tot 550 miljoen euro vrij te maken, ook al werd dat cijfer betwist door de liberalen in de regering. Leterme kondigde op voorhand al aan dat de begrotingsaanpassing (bedoeld wordt: een aanpassing aan de realiteit) er pas zou komen na de IPA-onderhandelingen om deze alsnog een kans op succes te geven. Mogelijk zal dat ijdele hoop zijn.

    Het afspringen van de onderhandelingen zal natuurlijk de vraag opwerpen wat de vakbonden nu zullen doen om de koopkracht en jobs te verdedigen. Cortebeeck stelde steeds dat eerst zou onderhandeld worden en dan pas actie gevoerd wordt. Hij werd in dat standpunt letterlijk – en tegen de rest van het ABVV in – gevolgd door Herwig Jorissen van de Vlaamse metaalcentrale. De onderhandelingen zijn nu afgesprongen, betekent dit dat er opnieuw actie zal worden gevoerd?

    Het patronaat eiste bovenop alle vorige cadeaus nogmaals 1,7 miljard euro aan lastenverlagingen. Volgens de media waren de bonden bereid om daarin mee te gaan, maar werd bovenop die 1,7 miljard nogmaals een extra cadeau van 800 miljoen euro gevraagd. Het cadeau voor het patronaat werd te groot voor de bonden die hun geloofwaardigheid dreigden te verliezen als ze voordien stelden dat het moest gedaan zijn met de cadeaus aan het patronaat.

    Vandaag wordt door de regering onderhandeld met de sociale partners om mogelijk alsnog tot een akkoord te komen. Dat mag de vakbonden niet tegenhouden om een mobilisatie op gang te trekken waarbij uitdrukkelijk wordt opgekomen voor jobs én koopkracht. Een nationale manifestatie in december kan de druk opvoeren en richting geven aan de onzekerheid die vandaag bij veel werkenden aanwezig is naar aanleiding van de economische crisis.

  • Openbare diensten Brussel: nood aan een actieplan!

    Op donderdag 6 november kwamen 1.500 werknemers van de Brusselse openbare diensten op straat om hun ongenoegen te uiten over de arbeids- en loonsvoorwaarden. Deze stakingsdag kaderde in de mobilisatie die op gang werd getrokken tijdens de actieweek voor koopkracht in juni en eerder ook leidde tot een betoging op 25 september.

    Door een CGSP-militant

    De eerste twee actiedagen werden enkel door CGSP (ACOD) georganiseerd. Op 6 november kwam er ook steun van de liberale en christelijke vakbonden die opriepen om mee te staken en mee te betogen. Jammer genoeg besloot de leiding van het ACV om uiteindelijk, tegen de wil van de meerderheid van haar leden en strijdbare delegees in, enkel de delegees te mobiliseren en aan de andere personeelsleden te vragen om op de werkplaats te blijven.

    Het personeelstekort in de Brusselse openbare diensten is flagrant en de loonsvoorwaarden zijn onaanvaardbaar. Heel wat voltijdse personeelsleden komen op het einde van de maand aan een nettoloon van amper 1.100 euro. In het kader van de onderhandelingen over een loonakkoord 2008-2009 kwam het personeel meermaals op straat om een netto loonsverhoging van 150 euro te eisen. Na verschillende betogingen en acties bleek de lokale overheid niet bereid om ook maar iets toe te geven.

    Deze zomer bekwamen de vakbonden een belofte van de Brusselse regering om twee loonsverhogingen van telkens 37,5 euro bruto per maand door te voeren. De eerste verhoging zou er komen op 1 januari 2009, de tweede vanaf 2010. Intussen is de regering op die toezegging teruggekomen, officieel omwille van de verslechtering van de regionale inkomsten. Het is duidelijk waar de prioriteiten worden gelegd: de redding van de banken en de grote aandeelhouders die een onverantwoord beleid voerden bij Dexia en Fortis gaat voor op de Brusselse ambtenaren.

    Op de betoging van 6 november waren er 1.500 aanwezigen. De strijdbaarheid was duidelijk aanwezig en liet zich voelen. Dat was niet verrassend als we zien hoe de ministers met onze voeten spelen terwijl steeds meer arbeiders in moeilijkheden raken. Op het einde van de betoging hadden de aanwezigen het moeilijk met de toespraken van de vakbondsleidingen. De aanwezigen werden een “hart onder de riem” gestoken met de volgende oproep: “We zullen voorlopig niets bekomen, we zullen moeten terugkomen en in afwachting daarvan gaan we nu naar huis”. Het was niet verrassend dat het gebrek aan perspectieven of actieplan leidde tot een gespannen sfeer. Enkel met een duidelijk actieplan waarbij breed wordt gemobiliseerd door alle vakbonden, kan een overwinning worden bekomen. De woede is aanwezig bij alle personeelsleden van de openbare sector in Brussel. Er is bereidheid om acties te organiseren en deel te nemen aan een strijdbeweging. Maar dan wel een ernstige strijd en niet om iedere vier maanden eens te wandelen door de binnenstad. In de plaats van verder te wachten op onderhandelingen en nieuwe leugens van de Brusselse regering of niet-nagekomen beloftes, moeten we nu de strijd aangaan om onze koopkracht effectief te verhogen. Hoog tijd voor actie!

  • Verdedig onze jobs en lonen!

    “Uitzonderlijke omstandigheden vragen uitzonderlijke maatregelen”, stelde de Limburgse werkgeversorganisatie VKW bij de start van de discussie over de loonnorm. Ze roept op om de volgende jaren de loonindexering over te slaan! Hoewel ze dit waarschijnlijk niet zal behalen, is het duidelijk dat de patroonsorganisaties het onderste uit de kan willen. Voor hen komt het er op aan de loonkosten zoveel mogelijk te beperken om zo groot mogelijke winsten te maken.

    Els Deschoemacker

    De belangen van de arbeiders zien er totaal anders uit. De laatste zeven jaar werden recordwinsten geboekt, maar veel hebben de arbeiders en bedienden daar niet van gezien. Hun situatie op de werkvloer werd steeds onzekerder en flexibeler. Hun arbeidsritme werd maximaal opgedreven en hun lonen en koopkracht daalden dramatisch in verhouding tot de geproduceerde rijkdom.

    De leiders van de rijkste landen ter wereld bespreken samen wat ze met deze crisis aanmoeten. Ook nationale regeringen zitten met de handen in het haar. De bedrijfsleiders, concurrenten van elkaar, doen een gezamenlijke oproep voor noodhulp. Geen probleem! Als bedrijven om hulp roepen, worden ze steevast gehoord. De regering blijft echter doof als werknemers om meer koopkracht vragen. Regeringen overwegen na de bankenronde nu ook om miljarden te pompen in bedrijven die nochtans jarenlang recordwinsten hebben gemaakt. Sommigen spelen het slim en koppelen er de voorwaarde aan dat hun productie milieuvriendelijker en duurzamer moet worden.

    Zullen deze investeringen met ons belastingsgeld onze jobs redden? Onze lonen? Of zullen de patroons het geld gebruiken om hun bedrijven te saneren en winstgevender te maken? De afgelopen jaren kregen ze miljarden euro’s overheidsgeld om “concurrentieel te blijven”. De overheidskas werd regelrecht geplunderd. Heeft deze politiek bijgedragen tot een verbetering van de werkgelegenheid, de lonen en condities van de werknemers? Neen! De hoge bedrijfswinsten, bonussen en gouden parachutes zijn veelzeggend.

    De crisis wordt het argument om ons een nieuwe besparingsronde op te lepelen. Want het is crisis en dan moeten we toch “allemaal” een beetje inleveren. Om ons daarvan te overtuigen, werden maatregelen genomen om de afscheidspremies van managers te beperken. Dit moet dan als pasmunt dienen om het ook over onze lonen en afscheidspremies te hebben. Wat een hypocrisie! Alsof het gemiddelde loon van een arbeider of bediende ook maar enigszins te vergelijken is met dat van een manager of met de winsten van een patroon!

    De huidige crisis toont dat het kapitalisme geen enkele garantie biedt op welvaart voor het overgrote deel van de bevolking. We kunnen niet aanvaarden dat miljoenen, zelfs miljarden arbeiders wereldwijd in armoede leven, hun job en hele hebben en houden verliezen, enkel en alleen om de winsten van een rijke elite te blijven garanderen. Velen zullen hiermee akkoord gaan. Alleen hebben we om dit te bereiken een arbeiderspartij en een arbeidersregering nodig die een arbeiderspolitiek wil verdedigen. Een regering die beslist over een reddingsplan dat ons degelijke jobs en lonen garandeert.

    Een dergelijke politiek gaat regelrecht in tegen de winstlogica van een kapitalistische economie. Het betekent dat we de banken en de belangrijkste delen van de economie moeten nationaliseren onder arbeiderscontrole om ze te laten functioneren in het belang van de meerderheid van de bevolking. Dit is niet hetzelfde als wat vandaag gebeurt met de banken en in de toekomst misschien ook met enkele bedrijven of sectoren. Meer staatsinterventie in een kapitalistische economie leidt enkel tot meer schulden. We hoeven maar te kijken naar wie de laatste schuldenberg heeft afbetaald, om te weten wie de volgende zal betalen als we geen strijd voeren.

  • Een socialistisch programma tegen de verhoging van de studiekosten

    In 1980 gaf de overheid nog 7% van het BBP uit aan onderwijs. Vandaag is dit teruggevallen tot 4,9% terwijl het aantal studenten verdubbeld is. Dat verrast niet, deze besnoeiing is het gevolg van een neoliberale politiek. Een politiek van cadeaus aan het patronaat die leidt tot een verarming van de maatschappij. Studenten behoren tot de lagen die daar het eerst door worden getroffen.

    Artikel door Jarmo (Antwerpen) en Thibauld (Luik) uit de ALS-krant

    Het verlies aan publieke middelen voor het onderwijs verplicht de universiteiten en hogescholen steeds meer te besparen. Dit leidt onder andere tot ontslagen en een algemeen kwaliteitsverlies van het onderwijs. Voor studenten wordt het dagelijkse leven daarmee veel duurder. Het betreft immers niet enkel de inschrijvingskosten, ook het materiaal, het kot, en alles wat daaraan vasthangt, draagt bij tot de levensduurte. Ten gevolge daarvan wordt het voor vele jongeren onmogelijk hogere studies aan te vatten. Anderen slagen erin ten koste van toenemende problemen: sommigen zijn verplicht er een job bij te nemen, wat hun slaagkansen sterk vermindert.

    Ons socialistisch programma tegen de verhoging van de studiekosten:

    • Publieke financiering: 7% van het BBP voor het onderwijs, waarvan 2% voor het hoger onderwijs!

      Deze financiering moet publiek zijn, de privébedrijven zijn enkel geïnteresseerd in de winstgevende onderzoeken en cursussen, de richtingen die dit niet zijn, zullen geleidelijk aan afgeschaft worden.

    • Afschaffing van elke vorm van inschrijvingsgeld, voor gratis handboeken en andere studiebenodigdheden!
    • Publieke investeringen voor koten, aan prijzen die betaalbaar zijn voor iedereen! Een openbaar plan voor de massale bouw van kwaliteitsvolle sociale woningen!

      Het tekort aan sociale huisvesting drijft de jongeren en arbeiders in handen van de privé. Daar bieden eigenaars slechte huisvesting aan tegen te hoge prijzen, dit is het gevolg van het gebrek aan publiek gefinancieerde huisvesting

    • Stop de privatisering van onze studentenrestaurants! Kwaliteitsvolle maaltijden aan democratische prijzen!

      Voor bedrijven telt enkel de winst. Het privatiseren van universitaire restaurants doet de prijzen stijgen en de kwaliteit dalen. De gemeenschap moet de resto’s opnieuw in handen nemen om de studenten en het personeel kwaliteitsvolle maaltijden aan democratische prijzen te kunnen aanbieden.

    • Afschaffing van de BTW op levensnoodzakelijke producten! De BTW is een asociale belasting die impliceert dat een arbeider en een bedrijfsleider evenveel belastingen betalen op aangekochte producten. Zo geven de minst gegoede gezinnen een meer aanzienlijk deel van hun budget uit.
    • Voor gratis en degelijk openbaar vervoer, overal in het land!

      Aan de VUB kan een beperkt aantal studenten genieten van kortingstarieven. Wij eisen dat elke studenten hier gebruik van moet kunnen maken.

    • Voor gratis toegang tot cultuur! Hou multinationals buiten cultuur en vrijetijdsbesteding! Toegang tot cultuur is een recht en zou gratis moeten zijn voor iedereen. De inbeslagname ervan door multinationals en hun winsthonger maakt dit onmogelijk. De prijzen van festivals, bijvoorbeeld, blijven maar stijgen onder druk van de bedrijven die deze organiseren.
    • Voor een nationale, openbare gezondheidsdienst onder controle van arbeiders en consumenten! Voor de nationalisatie van de farmaceutische industrie opdat enkel de beste producten aan de goedkoopste prijzen verkocht worden!

      Een handvol multinationale farmaceutische bedrijven verdeelt de markten onder elkaar en investeert massaal in propaganda.

    • Een studentenloon dat het onderwijs toegankelijk maakt voor iedereen!

      Het studentenloon moet de directe en indirecte kosten dekken en wel op zo’n manier dat de minst gegoede studenten geen beroep moeten doen op een job om hun studies te betalen, iets wat hun slaagkansen sterk doet afnemen. Daarenboven moet het loon onafhankelijkheid ten opzichte van het gezin verzekeren. De student waarvan het gezin de studiekosten slechts met moeite kan dragen, is sneller geneigd te kiezen voor studies die toegang verschaffen tot een goed betaalde job in plaats van te kiezen voor studies die hem interesseren.

    • Gratis en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen!
    • Afschaffing van de notionele intrestaftrek en andere neoliberale cadeaus voor bedrijfsleiders!

      De notionele intrestaftrek staat toe dat de bedrijven, die investeren met hun eigen kapitaal, de som van de intresten die ze betaald zouden hebben indien ze van een bank hadden geleend, af te trekken van hun belastingen. Dit kost 2,4 miljard per jaar.

    • Voor een vermogensbelasting op grote fortuinen!

      15% van de bevolking leeft onder de armoedegrens terwijl een minderheid in buitensporige weelde leeft.

    • Voor een harde repressie van de fiscale fraude! De fiscale fraude kost de staat jaarlijks 30 miljard euro
    • De patroons hebben onze bedrijven opgeofferd ten voordele van hun winsthonger. Het is de gemeenschap zelf die de economie moet regelen door de sleutelsectoren zoals de banksector, de energiesector, de voedingssector,… te nationaliseren opdat deze produceren in functie van de behoeften en niet in functie van de winst.
    • Een socialistische maatschappij onder democratische controle van de arbeiders en hun gezinnen!

    Als socialisten zijn we ervan overtuigd dat elke vooruitgang die geboekt wordt in het kapitalisme, slechts tijdelijk is. De sociale diensten waarvoor onze grootouders gevochten hebben, worden vandaag weer in vraag gesteld. Het zal aan ons zijn de strijd weer op te nemen. Om een eind te maken aan deze situatie moet er ook een eind gemaakt worden aan het systeem dat de collectieve middelen in handen van de privé legt: het kapitalisme. Enkel dan zal de nood aan winst gebannen kunnen worden en zullen voldoende middelen vrijgemaakt worden voor het onderwijs.

  • PVDA’er vrijgesproken in proces wegens “laster, eerroof en beledigingen”

    Joris Van Gorp, voorzitter van PVDA-Antwerpen, werd vrijgesproken in het proces dat chemiebedrijf BASF had aangespannen tegen hem. Het bedrijf stelde dat Van Gorp “laster en eerroof” had gepleegd omdat hij pamfletten aan de poort had uitgedeeld. Deze vrijspraak is belangrijk voor alle linkse en syndicale militanten. Een veroordeling had immers een nieuwe beperking van het recht op actievoeren betekend.

    BASF eiste een veroordeling van Van Gorp en een schadevergoeding. Dat gebeurde op basis van pamfletten waarin de PVDA zich onder meer uitsprak tegen maatregelen om via winstparticipaties en maaltijdcheques het indirecte loon van de arbeiders aan te pakken. Voor de directie was dat “laster”. Nochtans is het evident dat dergelijke “loonsverhogingen” uiteraard welkom zijn voor de arbeiders, maar tegelijk een beperking vormen van de middelen voor de sociale zekerheid.

    De rechter ging niet in op de argumenten van BASF en stelde: “De grenzen van de kritiek zijn ruimer ten aanzien van ondernemingen dan ten aanzien van privépersonen.” Er is met andere woorden de mogelijk om kritiek te formuleren op bedrijven. Een beslissing in een andere zin zou een enorme inbreuk hebben betekend op het recht op vrije meningsuiting. Op een ogenblik dat het recht op actievoeren steeds meer onder vuur ligt (denk maar aan de aanvallen op het stakingsrecht), is het belangrijk dat BASF er niet zomaar is in geslaagd om een kritische stem het zwijgen op te leggen via rechterlijke procedures.

    LSP is tevreden met deze uitspraak. Wij verdedigen het recht op actievoeren en de vrije meningsuiting die daarmee gepaard gaat. Ieder onderdeel van de arbeidersbeweging die onder vuur wordt genomen, moet collectief worden verdedigd.

  • Rode Kruis. Protest tegen ontslag delegee

    Afgelopen vrijdag was er opnieuw een protestactie naar aanleiding van het ontslag van een delegee bij het Rode Kruis in Sint-Niklaas. De delegee verzette zich tegen de afbouw van de arbeidsvoorwaarden. Met een drogreden werd hij aan de deur gezet. In eerste aanleg werd de delegee in het gelijk gesteld, in hoger beroep erkende het hof nu de dringendheid van het ontslag, maar wil het verder onderzoek naar de reden van ontslag.

    Interview door Benoit

    De directie beweerde dat de delegee meermaals te laat op het werk aankwam. Dat is echter moeilijk te controleren en het hof heeft nu een getuigenverhoor bevolen om dit te onderzoeken. De betrokkene zelf werd alvast nooit op de hoogte gebracht van klachten over het vermeende laatkomen. Zijn collega’s spreken dit overigens ook tegen.

    Aan het Arbeidshof in Gent werd vrijdag een actie gevoerd door collega’s en syndicalisten die de ontslagen delegee een hart onder de riem kwamen steken. Ook LSP was aanwezig en sprak er met de ontslagen delegee.

    Ben je al lang afgevaardigde?

    “Bij de laatste verkiezingen werd ik als plaatsvervanger verkozen maar ik ben al langer actief als militant.”

    Zijn er precedenten van delegees die ontslagen werden bij het Rode Kruis?

    “Er zijn inderdaad al verschillende mensen ontslaan omdat ze niet akkoord gingen met de gevoerde politiek. Bij mijn ontslag kreeg ik heel wat steun van zowat iedereen op mijn dienst. Ook bij het ziekenhuispersoneel, artsen en omliggende korpsen was de verslagenheid groot. Een week na mijn ontslag volgde het ontslag van een andere werknemer, waardoor er nu wel wat meer mensen gesyndiceerd zijn. Twee jaar geleden werd er reeds iemand ontslagen en toen volgde ook de dreiging die men dit jaar uiteindelijk uitvoerde: “Jurgen en Manuel zullen wel volgen…”

    “Door de centralisatie binnen het Rode Kruis zijn we beter op de hoogte van wat er in het Rode Kruis zoal gebeurt, er is immers een overlapping van waar mensen werken. Daardoor beginnen mensen sneller met elkaar te praten en verspreidt zo’n nieuws zich sneller omdat we door de hervormingen over verschillende steden verspreid zitten.”

    Zijn er eerst verplichte verwittigingen gebeurd zoals in veel CAO’s is vastgelegd?

    “Neen, er was geen enkele verwittiging. Ik was vier keer te laat gekomen, zeggen zij, en lag buiten. Ik was in het verleden al eens naar de hoofdzetel te Mechelen moeten gaan voor een gesprek met de directie en toen hadden ze reeds een poging genomen om me te ontslaan, maar dat is toen niet gelukt omdat ik bewijzen had die hun stelling weerlegden.

    “Er is het samengaan van de spoedgevallen in Sint-Niklaas en Temse. De verpleging van Sint-Niklaas moet mee in Temse functioneren en ook de ambulanciers moesten mee. De gesprekken over een fusie van de Dienst 100 zijn al langer bezig. Op een bepaald ogenblik hoorde ik zelfs van burgemeester Willockx dat de dienst 100 volledig door de stad zou worden gedaan. Daarop vroeg ik natuurlijk of het personeel van het Rode Kruis dat de helft van deze permanentiedienst uitvoert, mee zou worden overgenomen. De directie van het Rode Kruis kwam later te weten dat ik deze vraag had gesteld en was daar niet mee gediend.”

    Als de feiten niet kloppen, wat zeggen de zogenaamde “getuigen” dan?

    “De twee getuigen zijn mensen van de directie van het Rode Kruis zelf. We hebben geen elektronisch registratiesysteem voor het binnen komen, dus moet men wel steunen op mensen die me “niet hebben gezien”, maar waarvan er wel geen enkele van mijn eigen dienst komt. Aangezien ik altijd de uren heb opgeschreven die ik werkte, en ik dus nooit iets verkeerd gedaan heb, is het wel opmerkelijk dat ik, noch iemand van mijn collega’s of het ziekenhuispersoneel nooit een controle gemerkt heb, of nooit een telefoon van de directie louter om te zien of ik er was.”

    Van wanneer dateren de vier keer dat je te laat zou zijn gekomen?

    “Het dateert van april en het laatste feit van 30 mei. De zaak kwam reeds voor de arbeidsrechtbank en daar werd de eis van de directie verworpen. Er was geen dringendheid geboden, verder onderzoek was ook niet noodzakelijk. De feiten waren ten eerste niet grondig genoeg voor een ontslag om dringende redenen. Ten tweede was het feit dat het nooit naar me toe is gecommuniceerd en ik dus niet direct op het matje geroepen ben een uiting van het niet dringende karakter en het lakse karakter van de directie zelf. In de meeste CAO’s is men verplicht bijvoorbeeld eerst een verwittiging te uitten, mij heeft men direct ontslaan. Op dit moment heb ik recht op stempelgeld en een bijpassing. Als de directie de rechtzaak wint, wordt ik geschorst door de RVA en eist men de gerechtskosten.”

    Is de dienst 100 reeds overgenomen door het stad?

    Het is een samenwerkingsproject geworden waarbij de eindverantwoordelijkheid bij de stad Sint-Niklaas ligt en de operationele dagelijkse leiding bij het Rode Kruis.“Er werd ook vastgelegd dat er steeds 11 beroepsambulanciers voor de stad zouden werken. Een half jaar geleden waren daar vacatures voor. Er werken 8 beroepskrachten bij het Rode Kruis , 6 daarvan hebben meegedaan met dat examen. In de jury zat een verantwoordelijke van het Rode Kruis, die expliciet zou gevraagd hebben om niemand van het Rode Kruis in dienst te nemen…”

    Wat zijn de gevolgen van de hervormingen die voor je ontslag werden doorgevoerd?

    “Door het feit dat twee diensten (stadsdienst en Rode Kruis) werden samengevoegd moesten we overschakelen op een 12-urensysteem. Met het Rode Kruis werken we eigenlijk in onderaanneming, en hangt het bijgevolg altijd af van het onderhandelde contract. Door het apart onderhandelen zitten we nu met een situatie dat twee werknemers die exact hetzelfde werk verrichten een loonverschil kennen van zo’n 400 euro netto/maand en andere arbeidsvoorwaarden. Wij hebben zo’n zaken altijd resoluut geweigerd en geijverd opdat hetzelfde werk hetzelfde uitbetaald krijgt en dit niet afhankelijk is van de werkgever. Wij wilden niet starten aan de nieuwe voorwaarden zonder een gelijkschakeling. Zo’n zaken moeten ook op een ondernemingsraad bediscussieerd worden.

    “De uurroosters geven ook problemen. Zo zijn er mensen die bijvoorbeeld de ene dag in een shift in een ziekenhuis werken en de volgende dag in een ander ziekenhuis als vrijwilliger. Ik heb het vroeger nog mee gemaakt dat ik op vrijdagavond begon en pas op maandagochtend had gedaan. In ons land draait een groot deel van de hulpverlening op vrijwilligersdiensten, mensen die er zoveel voor over hebben dat ze zelfs zonder loon werken. En dan wordt wie een grote mond heeft nog eens hard aangepakt ook.”

    Zijn er veranderingen doorgevoerd na je ontslag?

    “Kort na mijn ontslag, binnen de 14 dagen, hebben ze zowat alles willen doorgevoerd wat wij hadden tegen gehouden. Een week na mijn ontslag hebben ze ten eerste al een andere werknemer ontslaan. Het verzet werd gebroken en de overgebleven(ex-) collega’s hadden natuurlijk ook schrik om hun mond open te doen. “We werken 12 uur en worden er 11 betaald. Weekendwerk en nachtwerk worden allemaal forfaitair betaald. Zondagen en feestdagen ook.”zegt een collega van de ontslagen delegee ons.

    “De maatregelen werden doorgevoerd zonder te zijn goedgekeurd op de ondernemingsraad, dus zonder enig overleg. Wat betreft de uurroosters hadden ze een heel onrealistisch voorstel gedaan dat totaal geen rekening houdt met het aantal uren. Op basis van de nieuwe voorwaarden hebben we uiteindelijk zelf een voorstel gedaan aan de personeelsdienst dat uiteindelijk aanvaard werd. Protest is moeilijk, gezien het feit dat er al twee ontslagen gevallen zijn en dus duidelijk is hoe ver ze gaan.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop