Category: Op de werkvloer

  • Europese vakbondsbetoging in Straatsburg

    Op dinsdag kwamen meer dan 10.000 vakbondsmilitanten uit heel Europa samen in Straatsburg om te protesteren tegen een Europese richtlijn waardoor de wekelijkse arbeidsduur kan worden verlengd. De tekst is het resultaat van discussies tussen de lidstaten en is er op gericht om de maximale wekelijkse arbeidsduur in Europa op te drijven tot 65 uur in de plaats van de actuele 48 uur.

    Verslag door Karim, ACOD-militant

    De regeringsleiders van verschillende landen waren akkoord gegaan met een voorstel om het concept van periodes van wachtdiensten in verschillende beroepen (brandweer, verplegend personeel, dokters,…) te herdefiniëren. Daarbij zullen periodes waarin de werknemer van wacht niet wordt opgeroepen, worden bestempeld als “inactieve wachttijd” die niet wordt mee gerekend als arbeidstijd.

    We trokken met vijf bussen van het ABVV en twee van het ACV naar de betoging die om 14u begon. Er waren delegaties vanuit Frankrijk (CGT), Duitsland (IGM, Ver.di,…), Portugal (UGT), Polen (Solidarnosc),… De betogers trokken door de straten van Straatsburg in de richting van het Europese parlement. Er werd geëindigd met toespraken door verantwoordelijken van het Europees Vakverbond (EVV). Spijtig genoeg werden geen concrete ordewoorden naar voor geschoven en werd ook niet duidelijk gemaakt hoe de strijd tegen deze richtlijn kan verbonden worden aan andere acties tegen het neoliberale beleid van de EU in verschillende landen. De toespraken waren hol en zonder perspectief. Tegenover de agressieve aanvallen van het patronaat zal er meer nodig zijn, maar het EVV lijkt niet in staat te zijn om een serieuze strijd op Europees niveau te organiseren.

    In de Duitse delegaties was er een goede aanwezigheid van Die Linke, vooral in het blok van Ver.di was dit het geval. Er waren heel wat jonge militanten van Die Linke. De Franse linkse formaties waren aanwezig, maar niet echt sterk. Er liepen enkele militanten van PCF en zelfs PS rond. De NPA had een vijftal militanten met enkele pancartes bij. Eigenlijk was de nieuwe Parti de Gauche nog het sterkste aanwezig met tal van affiches langs het parkoers en militanten die een pamflet verspreidden.

    Deze betoging heeft ons twee belangrijke zaken geleerd:

    • De arbeiders en strijdbare delegees willen ingaan tegen de asociale aanvallen, maar het ontbreekt hen aan een actieplan op nationaal en Europees niveau. Tegenover de Europese richtlijn zou het EVV offensieve eisen naar voor moeten brengen, zoals bijvoorbeeld een 32-urenweek zonder loonsverlies en met bijkomende aanwervingen. Op die manier is het mogelijk om de arbeiders te verenigen rond een project waarbij de arbeidscondities worden verbeterd en er een oplossing wordt aangeboden voor de oplopende werkloosheid.
    • De arbeiders hebben ook dringend nood aan een politiek instrument, een partij die bereid is om de strijd te voeren rond offensieve eisen en daartoe actief is in zowel syndicale acties als op het politieke terrein.

    Als je je kan vinden in die opmerkingen, contacteer ons dan zeker om met ons mee te werken!

  • Bekaert. Actie in Zwevegem en aan de hoofdzetel in Kortrijk

    Gisteren was er een actie aan de fabriek van Bekaert in Zwevegem en aan de hoofdzetel in Kortrijk vanwege het gemeenschappelijke vakbondsfront. Deze acties zijn er naar aanleiding van de aankondiging tot sluiting van de vestiging in Hemiksem. Met LSP waren we al vanaf de vroege uurtjes aanwezig, we hebben op de actie met verschillende mensen gesproken waarvan hieronder een korte samenvatting.

    Verslag door Thomas (Antwerpen)

    Een van de zaken die in die gesprekken het meest naar boven kwam, was toch wel de zeer specifieke timing van de directie om de sluiting aan te kondigen, ten eerste net voor de feest dagen en ten tweede iets veel frappanter: de aankondiging kwam nog geen 48 uur nadat het sociaal akkoord voor de vestiging in Lanklaar was getekend. Daar werd net voor de zomer aangekondigd dat de vestiging dicht moest. In andere vestigingen wordt het bang uitkijken naar eventuele aankondigingen vlak voor de volgende zomervakantie.

    De meeste aanwezigen zagen deze aankondiging en de timing als een bewuste zet van de directie om een veralgemeende strijd in de vestigingen te voorkomen en om andere vestigingen schrik aan te jagen dat zij wel eens de volgende zouden kunnen zijn. Op de actie viel de naam van de vestiging in Aalter wel eens. Gelukkig laten de arbeider van Bekaert zich niet zomaar verdelen en hebben ze een duidelijk teken van solidariteit gegeven met hun kameraden uit Hemiksem. Al waren ze er ook om aandacht te vragen voor de eigen situatie, in Aalter zouden er machines verdwijnen maar de arbeiders willen dat enkel toelaten indien er nieuwe investeringen komen. Door de verslechterde economische omstandigheden werden de investeringen stopgezet, maar de machines zouden wel verdwijnen. Dat dreigt een lege doos te creëren.

    Een tweede punt dat ook steeds opnieuw ter sprake kwam, is het feit dat de vestiging in Hemiksem een van de meest winstgevende vestigingen is van Bekaert in België, en als ze die willen sluiten, welke vestiging is dan wel nog veilig? In Hemiksem werd zowat 10 miljoen euro winst geboekt. Dit is een gevoelig punt nu er dit jaar al twee vestigingen werden gesloten en er ook nog een derde sluiting werd aangekondigd. De vrees in andere vestigingen neemt dan ook toe. Er wordt gevreesd dat naar China zal worden gedelokaliseerd. De Belgische regering stuurde recent nog een Koninklijke missie naar China waarbij ook afspraken werden gemaakt om productie van Bekaert te delokaliseren. Zo kan Bekaert er een graantje meepikken van de goedkope arbeid. Zo zien we nogmaals de rol van de Belgische regering die wel geld heeft om het grootkapitaal te redden, maar niet om jobs te redden. Dan is diezelfde regering mee verantwoordelijk in de afbraakpolitiek. De meeste aanwezigen op de actie zijn er van overtuigd dat Bekaert na de enorme winsten van de afgelopen jaren, moet betalen voor het garanderen van de tewerkstelling.

    Op de actie waren er heel veel aanwezigen uit Hemiksem (iets meer dan 200) naast delegaties van telkens 50 arbeiders uit Aalter en Zwevegem. Er werd verzameld aan de poorten van de vestiging van Hemiksem waarna naar de hoofdzetel in Zwevegem werd getrokken. De arbeiders riepen slogans als “Dit is slechts het begin, wij gaan door met de strijd” of “wij zijn niet kwaad, wij zijn woest”. Aan de hoofdzetel was nog niemand aanwezig en na een tiental minuten werd verder betoogd door Zwevegem. Onderweg zagen we nog het kasteel van de baron, maar de betoging leek niet echt ergens naar toe te trekken. Teruggekomen aan de vestiging in Zwevegem, werd gehoopt dat de stakingsaanzegging daar ook zou worden gebruikt, maar dat was niet het geval. Iedereen werd terug op de bus gezet en we vertrokken richting internationale hoofdzetel in Kortrijk.

    Daar aangekomen, werd snel duidelijk dat we niet binnen mochten. De politie gaf aan welke kant het verdedigde in dit conflict: er werden manschappen binnen geplaatst om de directie te verdedigen. Het feit dat de vakbondssecretarissen er ook voor pleitten om buiten te blijven, zorgde ervoor dat heel wat arbeiders kwaad waren. Ze wilden een degelijke actie om hun ongenoegen te tonen en de bazen pijn te doen waar het wordt gevoeld: in de portemonnee.

    Bij gebrek aan een dergelijke mogelijkheid om de woede te uiten, gingen een aantal arbeiders over tot het aanpakken van enkele uiterlijke symbolen op de parking (zoals vlaggen en een lichtbak). Er werd een vuurtje gestookt met een viertal vuilbakken die werden gevonden. De politie provoceerde twee maal door arbeiders bijna omver te rijden. De woede bij de arbeiders en verstaanbaar en het is spijtig dat deze woede niet kon worden gekanaliseerd. De volgende keer zullen sommigen wel twee keer nadenken vooraleer ze om drie uur ’s ochtends opstaan om een ochtendwandeling te gaan maken in Zwevegem of Kortrijk. Ondanks de beperkte actie, blijft de basis strijdbaar en uitkijken naar mogelijkheden om een offensieve strijd te voeren. Ook de bedrijfsbezetting in Hemiksem wordt verder gezet. Wordt vervolgd…

  • Zweden. Discussie over nationalisatie van automobielindustrie

    De afgelopen weken was er een tsunami van afdankingen in Zweden. Zowel Ford als General Motors besloten om hun Zweedse bedrijven, Volvo Cars en Saab Automobile, te koop te zetten. Dat heeft veel arbeiders geschokt en het leidde tot een plots debat over de noodzaak van de nationalisatie van de automobielsector.

    Arne Johansson, Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden)

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Autoverkoop in Europa stuikt ineen

    Na Amerika wordt ook Europa getroffen door een sterk dalende autoverkoop. In november lag de verkoop 25,8% lager dan een jaar geleden. Dit is de grootste achteruitgang sinds 1999 en de zevende maand op rij met een afname. In Ierland bedroeg de achteruitgang 55,9%, in Spanje was het 49,6%. Daar worden dus slechts de helft zoveel auto’s verkocht als een jaar geleden. Andere “toppers” waren Groot-Brittannië (min 36,8%) en Italië (min 29,5%). Alle Europese merken worden getroffen, Peugeot verloor 26,9%, Fiat 23,8% en Volkswagen 17,4%.
    [/box]

    De verkoop van Volvo Cars aan Ford in 1999 en van Saab aan GM in 2000 worden nu algemeen gezien als enorme mislukkingen in wat ongetwijfeld de belangrijkste industriële sector in Zweden is. De beslissing om de Zweedse bedrijven opnieuw in de uitverkoop te plaatsen, is nu een voorwaarde voor Ford en GM om steun te krijgen van het Amerikaanse parlement en de regering om zo een bankroet te vermijden.

    De gecombineerde effecten van de financiële crisis van het kapitalisme, de overproductiecapaciteit van de automobielsector, de oliecrisis en klimaatproblemen hebben een dramatische crisis veroorzaakt in de sector. Er is geen rij van geïnteresseerde kopers die de productie van de Zweedse automobielbedrijven willen overnemen. Tegelijk is er een mogelijkheid en bereidheid om de nodige ecologische investeringen te doen in de Zweedse automobielsector. Dat is nog meer het geval nu het voortbestaan van de sector in dit land op het spel staat. Het gaat daarbij niet alleen om Volvo Cars en Saab, maar ook de vele onderaannemers en de cluster van bedrijven die ook wordt gebruikt door Volvo Trucks en Scania.

    De afgelopen weken stond Rättvisepartiet Socialisterna (de Zweedse zusterpartij van LSP/PSL) alleen met haar eis voor de nationalisatie van Volvo en Saab, maar deze eis werd steeds meer overgenomen en staat nu centraal in het politieke debat. Zonder een grote overheidsinterventie kan de volledige Zweedse automobielindustrie in de nabije toekomst verdwijnen. Vorig jaar waren er 140.000 arbeiders actief in de auto-industrie en was deze sector goed voor een zesde van de totale export. Een volledige afbouw zou catastrofale gevolgen hebben voor de arbeiders en hun gezinnen. Een massale werkloosheid zou mee leiden tot een diepe en lange depressie waarbij hetgeen dat overblijft van de “welvaartstaat” verder zou worden afgebouwd.

    De Sveriges Ingenjörer (de vakbond van Zweedse ingenieurs) liet een peiling uitvoeren en daaruit bleek dat 68% van de bevolking voorstander was van een snelle nationalisatie (“verstaatsing” in het Zweeds) van Volvo Cars, ook al werd deze maatregel in de peiling voorgesteld als iets tijdelijk. Dit is een uitdrukking van een scherpe toename van het bewustzijn over de diepte van de kapitalistische crisis en ook een bocht in de publieke opinie over nationalisaties en publiek bezit.

    Rolf Wolff, hoofd van de Handelshögskolan in Göteborg (een belangrijke zakenuniversiteit), stelde in het zakenblad Dagens Industri eind november (27 november) nog dat de crisisperiode ook “een periode van kansen” vormt om “op een radicale wijze anders te denken of dingen te herdenken.” Hij vervolgde: “Terwijl de VS, het land dat de ideologische machine vormde voor het lanceren van het neoliberalisme, overgaat tot het nationaliseren van kredietmaatschappijen, banken en verzekeringsinstellingen om deze te redden, blijven wij ons in Zweden verzetten tegen een discussie over het toekomstige overleven van onze belangrijkste industrieën.”

    Het debat is de afgelopen weken sterk ontwikkeld. Er werd gepleit voor een overheidstussenkomst en dat door onder meer Hans-Olov Olsson, voormalige CEO van Volvo Cars, en een andere voormalige Volvo-baas, Bo Ekman, die voorstelde dat de regering Volvo Cars en Saab zou opkopen voor “één of twee krona” (krona is de Zweedse munt). De vakbond van ingenieurs en de metaalbond waarschuwen dat een verdwijnen van de automobielindustrie verregaande gevolgen zou hebben. Ook zij pleiten nu voor een grote staatsinterventie met minstens een tijdelijke nationalisatie. Zelfs de leiding van de sociaal-democraten nam een gelijkaardig standpunt in met een voorstel om de bedrijven over te nemen met pensioenfondsen van de overheid in samenwerking met Zweedse kapitalisten.

    Volgens de Financial Times hebben FM en Ford leningen gevraagd voor hun Zweedse bedrijven om de waarde ervan op te drijven vooraleer tot verkoop wordt overgegaan. Staatsleningen zonder enige controle op het bedrijf zal enkel gevolgen hebben voor de prijs die aan Ford en GM moet worden betaald indien deze er al in slagen om te verkopen. Het biedt echter geen enkele garantie voor het overleven van de bedrijven.

    De rechtse regering en de minister van industrie, Maud Olofsson, herhalen momenteel steeds dat de overheid minder bedrijven moet bezitten, dat de overheid niet beter is dan de internationale auto-industrie en dat de middelen van de belastingbetalers en gepensioneerden niet mogen bedreigd worden. Wat er zou gebeuren met de belastingsinkomsten of pensioenen indien de automobielindustrie verdwijnt, werd uiteraard niet beantwoord.

    In een interview met een krant in Göteborg stelde Rolf Wolff dat deze argumenten niet opgaan. Hij stelde dat het zou volstaan om Volvo Cars voor één dollar te kopen, de grootste kost zou bestaan uit de investeringen. In een polemiek tegen financiële verantwoordelijken en management consultants die “enorme winsten hebben gemaakt door regeringen te bedrigen”, stelde hij: “De overheid kan energiebedrijven en banken bezitten, het kan dus ook automobielbedrijven bezitten… Er is geen economisch onderzoek dat stelde dat de overheid op zich een slechte eigenaar zou zijn.”

    Campagne van Rättvisepartiet Socialisterna

    Onze leden hebben intensief campagne gevoerd voor een massale vakbondscampagne tegen de afdankingen, voor een onderzoeksprogramma, een kortere arbeidsweek en de nationalisatie van de automobielindustrie. Een aantal weken geleden haalden enkele ontslagen automobielarbeiders in Göteborg het nationale nieuws toen ze met 130 betoogden voor deze eisen. Nu krijgen die arbeiders de steun van honderden andere arbeiders uit de sector.

    Na de eerste schok kwamen er verschillende protestacties. Zo was er een betoging met 1.000 aanwezigen georganiseerd door de lokale metaalvakbond bij Volvo Trucks in Umeå. Deze betoging werd gesteund door familieleden en arbeiders van andere fabrieken. Er werd van het bedrijf naar het centrum van de stad getrokken. De arbeiders eisten een verbod om gedurende twee jaar over te gaan tot afdankingen, een betere arbeidsbeschermingswetgeving, een verkorting van de arbeidsduur,… In een toespraak op het einde werden die eisen verbonden met de eis voor een nationale campagne voor het publieke bezit van de banken en de grote bedrijven.

    RS verwelkomt het feit dat de kwestie van het publiek bezit van de industrie nu op de agenda wordt gezet. Het is noodzakelijk om een campagne op te zetten voor een massale en nationale vakbondsmobilisatie om jobs, sociale zekerheid en milieu te verdedigen. Dat moet verbonden worden aan een snelle nationalisatie van de volledige automobielsector.

    Dit zou natuurlijk geen tijdelijke maatregel mogen zijn, maar moet gezien worden als een maatregel op lange termijn om jobs te redden en tegelijk ook de nodige ecologische veranderingen in de transportsector door te voeren. Dat zal enkel mogelijk zijn indien wordt gebroken met het kapitalisme.

    De transportsector zal niet aangepast worden indien het gebeurt op basis van de winst voor de kapitalisten. Er zal een massale overheidsinterventie nodig zijn om te investeren in wagens met een beperktere uitstoot en tegelijk een enorme ontwikkeling van collectief transport, snelle treinen die een alternatief kunnen vormen op binnenlandse of korte vluchten, comfortabele en gratis bussen in de plaats van onnodige verplaatsingen met de wagen,… Het zou mogelijk zijn om de middelen van de automobielindustrie aan te wenden om ook te investeren in alternatieve vormen van energie.

    Meer dan 100 ingenieurs van Volvo Cars hebben, in hun vrije tijd en zonder enige betaling, enkele honderden ecologische voorstellen gelanceerd. 13 daarvan werden overgenomen door de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van het bedrijf. Er waren lange tijd scherpe kritieken op het gebrek aan management en fouten van de managers van Ford en GM die alle voorstellen voor meer energiezuinige wagens afblokten. Dat zijn allemaal argumenten om over te gaan tot een nationalisatie onder arbeiderscontrole en arbeidersbeheer onder een toekomstige socialistische regering.

    Wij verwelkomen de discussie over de nationalisatie van de banken en de automobielsector. Er zijn echter nog tal van problemen die zullen opduiken in deze crisis. In de bouwsector is er een quasi stopzetting van alle activiteiten en dat ondanks het feit dat er dringend nood is aan een programma van sociale huisvesting en het renoveren van honderdduizenden sociale woningen die in de jaren 1960 en 1970 werden gebouwd. Een dergelijke renovatie zou gepaard kunnen gaan met het doorvoeren van betere isolatie zodat het energievriendelijker wordt. Tegelijk moet het voor arbeiders en jongeren toegang bieden tot betaalbare huisvesting.

    Eisen

    Het komt er nu voor arbeiders en socialisten op aan om te pleiten voor een offensieve vakbondscampagne voor jobs, sociale zekerheid en milieu. Dat moet verbonden worden met de eis van een dringende nationalisatie van de banken en de automobielindustrie onder arbeiderscontrole. Het betekent ook dat we moeten opkomen voor eisen tegen afdankingen, voor een kortere arbeidsweek, hogere werkloosheidsvergoedingen en meer publieke middelen voor alle aspecten van sociale zekerheid (inclusief onderwijs, gezondheidszorg, bejaardenzorg,…). Dat moet gepaard gaan met een massaal programma van publieke investeringen voor het klimaat.


    Naschrift

    Sinds het schrijven van dit artikel voor het weekblad Offensiv, kwam de regering naar buiten met een voorstel om 28 miljard krona te investeren in de automobielindustrie. Dat geld zal gebruikt worden om leningen te garanderen en onderzoek en ontwikkeling in de sector onder overheidscontrole te laten uitvoeren om zo de private bedrijven te steunen. Dit gaat uiteraard niet zo ver als de eisen van de arbeiders en het zal slechts tijdelijk een effect hebben. De bediendenbond in Saab en Volvo Cars heeft nu ook de eis naar voor gebracht van een fusie van beide bedrijven onder een nieuwe eigenaar, wat moeilijk haalbaar lijkt zonder een nationalisatie.

  • IPA. Gemiste kans voor een offensieve vakbondsstrategie

    Het voorstel van de door de regering aangestelde ‘bemiddelaar’, Tollet, staat zeer ver af van de eisen die in de acties en betogingen voor meer koopkracht en het verhogen van de bruto-lonen naar voor werden gebracht. De vakbonden vroegen een IPA met inhoud dat de solidariteit tussen alle werknemers versterkt, een verbetering van het bruto-inkomen, verhoging van het bruto interprofessioneel minimumloon en ruimte voor vrije onderhandelingen zonder dwingende loonnorm.

    LSP-pamflet

    Wat nu op tafel ligt is een EENMALIGE NETTO-verhoging van 125 € in 2009 en 250€ in 2010. Bovendien voert men het principe van de enveloppe-financiering in. Daardoor zal een beter akkoord in één sector gecompenseerd moeten worden door een slechter akkoord in een ander.

    Tegenover deze minimale, éénmalige nettoloonsverhoging vragen de patroons nogmaals verdere lastenverlaging: lineair voor elke werknemer, op de overuren en op de ploegenarbeid. Met andere worden de belastingsbetaler mag er voor opdraaien. In totaal zal dit ‘voorstel’ de patroons meer dan 1 miljard € aan overheidsgeld opleveren.

    Chantage van de loontrekkenden

    De regering heeft de onderhandelingen over de lonen gekoppeld aan die over de welvaartsvastheid van alle sociale uitkeringen, de vereenvoudiging van de banenplannen, de verhoging van de vergoeding voor de vele technische werklozen en de fiscale korting op overuren en ploegenpremies. Ze chanteert op deze manier de loontrekkenden en dit mogen we niet aanvaarden.

    Maar ook de vakbondsleiding moet stoppen mee te wandelen in een logica waarbij de arbeiders en bedienden zelf opdraaien voor de crisis. Hoeveel keer gaat men ons de welvaartsvastheid nog verkopen? Dat was toch al eerder verworven. Het optrekken van de uitkeringen van de werklozen, vervangingsuitkeringen en minima is positief en vooral hoogdringend. Dat dit net nu wordt doorgevoerd, nu de SPa, “onze bevoorrechte partner”, na 18 jaar regeringsdeelname in de oppositie beland is, zou ook tot nadenken moeten stemmen.

    Tienduizenden arbeiders dreigen de komende weken en maanden werkloos te worden of op tijdelijke werkloosheid te belanden. Het optrekken van de plafonds en de bedragen met 180€ gedurende de eerste 6 maanden en 90€ voor de volgende 6 maanden is dan ook logisch. Maar het is onvoldoende. De patroons moeten voorzien in bijpassingen op de werkloosheidsuitkeringen zodat niemand loonsverlies moet lijden.

    Dit IPA zal waarschijnlijk goedgekeurd worden. Het element van economisch crisis wordt door patronaat en regering misbruikt om een ja te krijgen van de vakbonden. Bovendien trekt men amper een week uit voor de raadpleging van de basis want op 22 december moet er een antwoord zijn. Zo kan er geen echte discussie en consultatie over het ontwerp van IPA plaatsvinden.

    We begrijpen dat in de huidige onzekere economische situatie sommige delegees en afdelingen zich eerder zullen onthouden dan tegen te stemmen. Want geen akkoord betekent dat waarschijnlijk ook de kleine verbeteringen voor gepensioneerden en invaliden en de verhogingen van de (tijdelijke) werkloosheidsuitkeringen opnieuw in vraag zullen gesteld worden. Iedereen vindt deze verhogingen belangrijk. Ook zij die tegen stemmen omdat ze denken dat dit loonakkoord na de verschillende mobilisaties die er in het voorjaar waren een enorm gemiste kans is.

    Alternatieve syndicale en politieke strategie nodig

    Er is meer dan ooit nood aan een offensieve vakbondstrategie om de chantage van het patronaat te stoppen. Wat dat betreft is dit IPA een gemiste kans. Zijn onze eisen van het voorjaar in de huidige omstandigheden niet langer “realistisch”? Wereldwijd pompen nationale banken en overheden miljarden op om bankiers en aandeelhouders bij te springen, gehele en gedeeltelijke nationalisaties worden zonder verpinken doorgevoerd, helaas niet om jobs te redden maar om te saneren en zo snel als mogelijk terug te verkopen aan de hoogste bieder. Om het kapitalisme te redden, is alles mogelijk. En wij zouden het moeten stellen met de oude neoliberale recepten? We hebben nood aan een offensieve syndicale strategie waar nationalisatie om jobs te redden deel uitmaakt van het programma en aan een eigen politieke partij die niet zoals de andere partijen socialisme voor de rijken, maar socialisme voor ons doorvoert.

    Een links socialistisch programma voor koopkracht en werk

    • geen afbraak van de index, voor een index die de reële levensduurte uitdrukt
    • een minimum nettoloon van 1.500 euro
    • afschaffing van de BTW op levensnoodzakelijke producten
    • geïndexeerde uitkeringen op het niveau van echte vervangingsinkomens
    • massaal programma van kwaliteitsvolle, publiek gefinancierde sociale woningbouw
    • afschaffing van de notionele intrest en andere neoliberale cadeaus aan de patroons
    • een vermogensbelasting op de grote fortuinen
    • harde aanpak van de fiscale fraudeurs
    • 32-urenweek, zonder loonverlies, en vervangende tewerkstelling in volwaardige jobs
    • de nationalisatie van sleutelsectoren van de economie zoals het bankwezen, de energie- en voedingsector, … deze dienen ten dienste te staan van de behoeften, niet van de winsten
    • een socialistische maatschappij onder controle van de democratische organen van de arbeiders en hun gezinnen

    PDF-versie van dit pamflet

    > Download dit pamflet

  • Gouden parachutes zijn het gevolg van extreme toplonen

    De laatste maanden is er naar aanleiding van een aantal riante ontslagvergoedingen van topmanagers een discussie losgebarsten over dit onderwerp. Fortis-topman Mittler ontving een ontslavergoeding van maar liefst 4 miljoen euro. Dat was gezien de huidige economische crisis een beetje teveel van het goede. Het VBO greep deze discussie aan om een tegenaanval te lanceren op de ontslagvergoeding van de bedienden.

    Door Karel (Brugge)

    Het gaat niet op om de lonen en ontslagvergoedingen van topmanagers te vergelijken met die van doorsnee bedienden. Het VBO vindt de aanval wellicht de beste vorm van verdediging is.

    Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de ondernemers zichzelf regels zouden opleggen om de ontslagvergoedingen van topmanagers in te perken, maar de regering besliste uiteindelijk om de ontslagvergoeding van topmanagers wettelijk te beperken tot 12 maanden. De laatste versie van de Code Lippens die begin 2009 zou moeten verschijnen, voorzag nog een ontslagvergoeding van maximaal 18 maanden. Dat bleek gezien het ongenoegen in de maatschappij echter onvoldoende. Het vertrouwen in de capaciteiten van topmanagers om zichzelf te regulieren is ook sterk gedaald. Het is pijnlijk dat de Code waarin beschreven staat hoe topmanagers en bestuurders moeten handelen, genoemd is naar iemand die mede verantwoordelijk is voor het verdwijnen van de grootste private onderneming van het land.

    De wettelijke beperkingen van de ontslagvergoedingen zijn op zich stappen in de goede richting, maar we mogen ons geen zand in de ogen laten strooien. Een ontslagvergoeding van één jaar voor iemand die jaarlijks één miljoen euro verdient is nog altijd een fenomenaal bedrag waar gewone werkenden enkel van kunnen dromen. De hoogte van de gouden parachutes wordt niet zozeer bepaald door de duur van de opzegvergoeding, maar wel door de berekeningsbasis.

    De loonspanning (het verschil tussen de hoogste en de laagste lonen) is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Na de aanvallen op de laagste lonen (met allerhande minijobs en andere extreme flexibiliteit) en de duizelingwekkende stijgingen voor de toplonen, is de eis voor een beperking van de loonspanning meer dan nodig.

    Kritiek op de topinkomens en ontslagvergoedingen van een beperkt aantal mensen mag ons tenslotte ook niet afleiden van de discussie over de verbetering van de koopkracht van de miljoenen werkenden in ons land en de globale verdeling van onze welvaart.

  • Bekaert-Hemiksem dicht ondanks winst?

    Het argument van de economische crisis wordt door Bekaert ook gebruikt om winstgevende fabrieken te sluiten. Dat is alvast het geval met de geplande sluiting van de vestiging in Hemiksem. Eerder werd ook de sluiting in Lanklaar aangekondigd alsook verdere herstructureringen in andere vestigingen. Volgend jaar zal het totaal aantal werknemers bij Bekaert in ons land hierdoor voor het eerst minder dan 3.000 bedragen.

    Het bedrijf stelt dat een afbouw van het personeelsbestand (van zowat 3.300 tot 2.900) nodig is om de “leefbaarheid van Bekaert” in ons land op lange termijn te garanderen. Hoe dat mogelijk is via een afbouw van de productie en sluiting van fabrieken, is niet duidelijk. Het bedrijf gebruikt het argument van de “leefbaarheid op lange termijn” omdat er momenteel wel winst wordt gemaakt en er dit jaar bijvoorbeeld geen sterke daling van de winst is.

    In 2007 werd 86 miljoen euro winst geboekt door de NV Bekaert. Een woordvoerder moest in De Standaard erkennen: “De omzetcijfers gedurende de eerste drie kwartalen van 2008 waren ook bijzonder goed, niet alleen voor de nv Bekaert maar voor de hele groep. Het laatste kwartaal zou – gezien de crisis – geen nieuwe stijging ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2007 inhouden.” De afdankingen vandaag dienen dus enkel om de winsten in de toekomst verder op te drijven. Dezelfde woordvoerder verklaarde: “Het is jammer dat we dergelijke maatregelen moeten voorstellen, maar in die producten is onze concurrentiepositie te zwak geworden in West-Europa.” Met andere woorden: in Centraal- en Oost-Europa vallen er nog grotere winsten te halen.

    De slachtoffers van dit beleid zijn in de eerste plaats de arbeiders bij Bekaert en hun gezinnen. In Hemiksem zouden 264 jobs weg moeten, in Lanklaar werd voor de zomer aangekondigd dat de vestiging dicht moet waardoor 136 jobs verdwijnen. Bij de aankondiging van de sluiting in Lanklaar viel reeds te horen dat Bekaert de productie in Slovakije wil opdrijven en ook overwoog om in China een vestiging uit te bouwen. Dat leidde toen reeds tot de vraag in andere Bekaert-vestigingen naar wie Lanklaar zou volgen. De afgelopen jaren waren er reeds verschillende grote herstructureringen bij Bekaert. In 2005 verdwenen 125 jobs in Lanklaar en 85 in Hemiksem. In Zwevegem nam het totaal personeelsaantal op een goede tien jaar af van 5.000 tot 1.000. In Aalter wordt gevreesd dat deze vestiging de volgende zal zijn. Er werd een stakingsaanzegging ingediend omdat de directie van plan was om 32 nieuwe zaagdraadmachines (die vorige maand pas werden geleverd) over te brengen naar Slovakije. De arbeiders van Bekaert-Aalter willen hun strijd koppelen aan die van de collega’s in Hemiksem.

    De verdere afbouw van Bekaert en de mogelijke sluiting van Hemiksem leidt tot verzet en ongenoegen. Een winstgevende fabriek wordt gesloten om meer winst te kunnen maken. De arbeiders moeten daarvoor opdraaien. In Hemiksem wordt dat niet aanvaard en wordt verzet georganiseerd. De arbeiders eisen het openhouden van hun fabriek. De komende dagen zijn er solidariteitsacties gepland waarbij ook naar andere vestigingen wordt getrokken. Op 5 januari is een volgende ondernemingsraad gepland en de directie hoopt dat op dat ogenblik de arbeiders terug aan het werk zouden gaan gedurende twee maanden om nadien volledig te sluiten.

    De komende dagen zullen we op deze site meermaals terugkomen op de belangrijke strijd van de arbeiders van Bekaert-Hemiksem en andere Bekaert vestigingen. LSP steunt de strijd voor het openhouden van deze vestiging. Dat is mogelijk op basis van een vastberaden campagne van het personeel en vakbonden van alle Bekaert-vestigingen en solidariteit van er buiten. Indien Bekaert niet bereid is om de vestiging open te houden, dringt zich een nationalisatie onder arbeiderscontrole op. Als de regering noodlijdende banken kan nationaliseren om het eigen systeem te redden, dan kan een nationalisatie van een winstgevend bedrijf toch geen probleem vormen? Uiteraard niet om het zo snel mogelijk terug te verkopen aan de meest biedende, maar wel om onder controle en beheer van de arbeiders de productie verder te zetten: nationaliseren om jobs te redden.

  • 190 euro opslag per maand!

    Jon Sneyers van LBC KULeuven startte een petitie waarin voor de doctoraatsstudenten gelijk loon voor gelijk werk werd geëist via een harmonisatie (naar boven). Deze petitie kon op heel wat aandacht rekenen en werd door meer dan 1.400 mensen ondertekend.

    Het zette druk op de Vlaamse regering die deze zomer besliste om over te gaan tot een harmonisering van de sociale voordelen tussen de beursstatuten toegekend door het Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en deze toegekend door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO). De regering besliste concreet om het beursbedrag van het IWT te verhogen met een maandelijkse forfaitaire vergoeding.

    Een IWT’er krijgt er hierdoor 190 euro netto per maand bij (dat is meer dan 1 euro per uur). De indexaanpassing voor 2008 wordt op 1 januari doorgevoerd en zal ook nog eens 100 euro extra per maand betekenen.

    Het verschil tussen IWT en FWO wordt hierdoor op jaarbasis van zo’n 2.750 euro tot 650 euro verminderd (allemaal netto).

    Ook VUB-bursalen krijgen 190 euro opslag!

    In navolging van de loonsverhoging voor de IWT-bursalen krijgen ook de VUB-bursalen 190 euro opslag. Even zag het er naar uit dat we als vakbond in actie moesten komen, zegt Jo Coulier, hoofdafgevaardigde van het ABVV aan de Vrije Universiteit Brussel. De VUB betaalt aan haar eigen bursalen hetzelfde bedrag als aan de IWT-bursalen. Dit werd destijds zo onderhandeld en opgenomen in het reglement voor het academisch personeel. Omdat sommige professoren de verhoging van niet ‘hun’ budget wilden betalen, vreesden we voor druk op onze directie om de verhoging niet toe te kennen. Dit zou echter een overtreding zijn van artikel 292 van het reglement dat aan de VUB-bursalen het IWT bedrag toekent. Het ABVV schoot onmiddellijk in actie en liet duidelijk weten hiermee niet akkoord te gaan. Er werd een oproep gelanceerd om VUB-bursalen te vinden namens wie de vakbond naar de rechtbank kon stappen om de correcte toepassing van het reglement af te dwingen. Een 30-tal bursalen meldde zich aan en sommigen lieten zich ook onmiddellijk syndiceren.

    De Raad van Bestuur heeft op 9 december beslist om de verhoging dan toch toe te kennen en de academische overheid zal zich inzetten om de eis voor eenzelfde bedrag voor iedereen die we als vakbonden naar voor brengen te ondersteunen door druk uit te oefenen op de andere universiteiten om ook aan hun bursalen het IWT-bedrag toe te kennen. De andere universiteiten verkeren nu in een concurrentieel gunstiger positie door hun eigen bursalen minder te betalen. In plaats van mee te stappen in logica van kostenreductie en concurrentie heeft het ABVV aan de VUB altijd verdedigd dat vakbonden moeten strijd voeren voor gemeenschappelijke loon- en arbeidsvoorwaarden. Dat we deze keer de onverwachte steun krijgen van de VUB-directie kunnen we alleen toejuichen.


    Lees ook:

    > Onderzoekers in actie voor een degelijk en éénvormig statuut

    > Campagne voor beter en gelijk statuut

  • Welke toekomst voor de Amerikaanse automobielsector?

    In de VS werd een reddingsplan van 15 miljard dollar goedgekeurd voor de automobielsector. Bedrijven als General Motors, Chrysler en Ford dreigen er failliet te gaan. De verkoop van auto’s is massaal stil gevallen in de VS, bedrijven als GM verkopen tot de helft minder dan een jaar geleden. Bovendien komen de gevolgen van de kredietcrisis eveneens hard aan. De Democraten denken eraan om een harde neoliberaal tot autotsaar te kronen.

    Neoliberaal toezicht?

    Nancy Pelosi (voorzitter van de Democratische fractie in het Amerikaanse parlement) stelde dat de 81-jarige bankier Paul Volcker een geschikte kandidaat zou zijn om verantwoordelijk te worden voor het reddingsplan voor de automobielsector. Momenteel is Volcker economisch adviseur van de nieuw verkozen president Obama. Tussen 1979 en 1987 was Volcker voorzitter van de Federal Reserve, de Amerikaanse Centrale Bank.

    Als Fed-voorzitter stond Volcker voor de harde neoliberale lijn. Hij verklaarde achteraf dat de nederlaag van de staking van de luchtverkeersleiders in 1981 “de belangrijkste individuele daad van de regering in de strijd tegen de inflatie” was. In 1981 was er een staking van de luchtverkeersleiders in de VS om op te komen voor betere arbeidscondities en een 32 uren werkweek. Daarmee werd het verbod op stakingen in de overheidssector overtreden. President Reagan wist dat er in het geheim vervangers waren opgeleid en gaf bevel aan de stakers om het werk te hervatten. 11.345 stakende luchtverkeersleiders (van de 15.000) werden op 5 augustus 1981 op staande voet ontslagen. De vakbond verloor haar erkenning. Deze symbolische staking werd aangegrepen om een harder neoliberaal beleid te voeren.

    Nu zou Volcker dus de automobielsector eens moeten aanpakken. Hij zou toezicht moeten houden op alle belangrijke transacties en hij kan de geldkraan dichtdraaien indien er niet voldoende wordt geherstructureerd. Met andere woorden: als er niet genoeg arbeiders aan de deur worden gezet, dan worden de cadeaus van de gemeenschap aan de bedrijven stop gezet.

    Nationalisatie…

    Een andere piste in de discussie over de toekomst van de automobielsector kwam van de filmmaker Michael Moore (zie dit artikel op zijn website). Moore is afkomstig uit Flint en zag de afgelopen jaren de automobielsector in die stad verdwijnen. Hij publiceerde enkele scherpe kritieken op het reddingsplan en formuleerde ook enkele alternatieven.

    De automobielsector vraagt miljarden dollars van de overheid om de productie te “saneren”. Moore stelt terecht dat er geen gemeenschapsmiddelen moeten worden aangewend om duizenden Amerikanen op straat te zetten. Moore: “Als ze de miljarden krijgen, beloven ze om 20.000 jobs te saneren. U leest het goed: we geven hen miljarden om duizenden Amerikanen op straat te gooien. Deze idioten verdienen geen cent. Ontsla ze en neem deze industrie over voor het goed van de arbeiders, het land en de planeet.”

    We zijn het daar volledig mee eens en denken net als Moore dat er bovendien veel meer moet worden geïnvesteerd in onderzoek naar alternatieve energiebronnen en wagens die minder energie verbruiken. Een publiek plan van infrastructuurwerken en de uitbouw van openbaar vervoer dat toegankelijk is voor iedereen, lijkt ons inderdaad een nuttiger besteding van de miljarden die nu zouden worden gebruikt om arbeiders af te danken.

    … onder arbeiderscontrole

    Alleen blijft Moore nogal op de vlakte als het gaat om het overnemen van de automobielbedrijven door de gemeenschap. Hij suggereert dat het volstaat dat de overheid aandelen van de bedrijven opkoopt. Daarna wil hij een aantal transportexperts laten inhuren om de bedrijven te leiden. Daar zijn wij het niet mee eens, wij denken dat er een nationalisatie nodig is onder arbeiderscontrole. Waarom externe experts zoeken terwijl de arbeiders die er dagelijks werken toch heel wat expertise hebben?

    De gemeenschap moet de controle krijgen over de sleutelsectoren van de economie. Dat is effectief een betere optie dan het laten plunderen van de gemeenschapsmiddelen om de winsten van een kleine groep superrijken veilig te stellen.

  • Verdedig het stakingsrecht

    Carrefour, Ikea, UCB,… De lijst van aanvallen op het stakingsrecht wordt steeds langer. Tegen de achtergrond van een economische crisis wil het patronaat nieuwe aanvallen op de lonen en arbeidsvoorwaarden inzetten. Om dat makkelijker te maken wil het de mogelijkheden van collectief verzet door de arbeiders beperken. Vandaar het offensief tegen het stakingsrecht.

    Door Cédric (Brussel)

    Vooraan in het patronale offensief zagen we de directie van Carrefour. De opening van een hypermarkt in Brugge werd als precedent aangegrepen om de arbeids- en loonsvoorwaarden van de distributiesector in de solden te zetten. Ook het systematisch inzetten van gerechtsdeurwaarders en de politie tegen stakersposten vormt een precedent waardoor het recht op collectieve actie in vraag wordt gesteld. Bij Carrefour werden arbeiders opgepakt omdat ze klanten van de winkel aanspraken of een pamflet met de syndicale eisen hadden gegeven. Dat volstond om opgepakt te worden en met hoge dwangsommen bedreigd te worden.

    De medialeugens zullen niet meer volstaan om de werkenden en hun gezinnen de besparingsmaatregelen op te leggen. Hierop grijpt het patronaat naar de grote middelen: rechtbanken en politiematrakken worden bovengehaald om ons in de pas te doen lopen. De rol van politie en gerecht bij de recente sociale conflicten maakt duidelijk aan welke kant zij staan: wie durft in te gaan tegen de belangen van het patronaat, wordt gestraft. Terwijl de Aalsterse arbeidersstrijd eind 19e eeuw vandaag dient als achtergrondverhaal voor de musical Daens, is ook de patronale agressie van toen terug. Jammer genoeg niet in de vorm van een musical, maar wel in de reële wereld van de deurwaarders, stakersposten en directies die besparen op hun personeel.

    Het patronaat heeft het over het “recht op arbeid” om de stakersposten te verbieden. Dat is hypocriet van een bedrijf als Carrefour waar er in 2007 alleen 1.560 jobs verloren gingen. Voor die arbeiders wordt het recht op arbeid blijkbaar anders geregeld. Wij zijn voorstander van een recht op arbeid, maar dan wel een degelijke job aan een even degelijk loon. Diegenen die vandaag beweren op te komen voor het recht op arbeid, zijn net diegenen die de jobs en lonen willen aanpakken.

    Zwakheid zet aan tot agressie. De patronale agressie moet het syndicale vertrouwen breken en daarop moeten we antwoorden. Er zal nood zijn aan een sterke krachtsverhouding op basis van een mobilisatie van alle sectoren om iedere aanval op het stakingsrecht af te slaan. Het stakingsrecht is door de vorige generaties afgedwongen in strijd. Dat is ook hoe we het vandaag zullen verdedigen: iedere aanval beantwooden met mobilisaties en solidariteit.

    Jammer genoeg beschikken we ook niet over een politieke vertegenwoordiging die de syndicale eisen en bekommernissen opneemt. Daartoe zullen we zelf met en rond de syndicale basis moeten bouwen aan een arbeiderspartij, een syndicale partij. LSP wil mee de strijd aangaan op syndicaal en politiek vlak. Steun ons daarbij en sluit aan!

  • Loonakkoord: gulzig patronaat jaagt gemeenschap op kosten

    Werkenden: 15 euro extra per maand. Patronaat: 55.000.000 extra per maand

    Het voorstel tot loonakkoord is erg duur. Daar zijn alle media het over eens, maar wat er niet wordt bij verteld, is dat die hoge kost eenzijdig aan de patronale kant ligt. Het patronaat eiste 1,5 miljard euro op twee jaar, maar stelde zich daarna tevreden met een compromis: 1,3 miljard. Als er dan wordt geklaagd over de hoge kosten voor dat voorstel, wordt plots gesteld dat dit de verantwoordelijkheid van werkgevers én werknemers is.

    De voorstellen die op tafel liggen, zijn absoluut onvoldoende voor de werknemers. In de plaats van een reële loonsverhoging wordt uitgekeken naar een alternatief systeem waarbij het stelsel van de loonbonus eigenlijk wordt veralgemeend. Het kan positief lijken dat iedereen er 125 euro zal bij krijgen in 2009 en nog eens 250 in 2010. Maar die 375 euro extra op twee jaar tijd (15 euro per maand), is nogal mager als het wordt vergeleken met het verlies aan koopkracht de afgelopen periode. Bovendien heeft dit soort maatregelen het gevaar dat het niet wordt gezien als een verworven recht, maar mogelijk als eenmalige premies.

    Bovendien wordt door het toekennen van deze premies (mogelijk via maaltijdcheques) vermeden dat sociale zekerheid zou moeten worden betaald op deze bedragen. Dat kan een win-win situatie lijken: wij krijgen meer nettoloon, het patronaat moet amper meer betalen. De realiteit is iets complexer: het ondermijnen van de sociale zekerheid en de gemeenschapsmiddelen zorgt ervoor dat elders op onze kap wordt bespaard. De afbraak van de sociale zekerheid zal de topmanagers weinig pijn doen, voor ons doet het de levensduurte verder toenemen. Wat we langs de ene kant netto bijwinnen, verliezen we langs de andere kant terug. Wie wint daarbij? Naast het patronaat zien we eigenlijk niet veel winnaars. De eis van meer koopkracht door meer loon is en blijft actueel, maar in dit voorstel tot loonakkoord wordt net die eis volledig aan de kant geschoven. Waren de acties voor meer koopkracht dan een maat voor niets?

    Het patronaat lijkt de grote winnaar te zullen worden van deze loononderhandelingen. De eis van het patronaat om 1,5 miljard euro aan cadeaus te krijgen, werd afgewezen door de vakbonden. Die hadden eerder ingestemd met 0,8 miljard maar de extra eis van 0,7 miljard was er te veel aan. In het voorstel van de bemiddelaar werd 1,3 miljard aan rechtstreekse cadeaus voor het patronaat vastgelegd (dat komt overeen met 54,7 miljoen euro per maand in 2009 en 2010). Hierdoor loopt de factuur van het loonakkoord inderdaad sterk op. In regeringskringen wordt dan gezegd: “De sociale partners zijn gulzig geweest.” Met een verdere ondermijning van de levensstandaard van de werkenden door de loonaanpassingen te beperken tot de index, zijn de vakbondsvertegenwoordigers in het overleg alvast niet gulzig geweest. De grote kost is en blijft de sinterklaaspolitiek die de grote bedrijven voor zichzelf eisen.

    De afgelopen jaren werden aan de lopende band cadeaus gegeven aan het patronaat. Telkens werd gezegd dat dit de werkgelegenheid zou bevorderen. Het argument van toen wordt handig omgedraaid en nu zouden we cadeaus moeten geven aan het patronaat om jobs te behouden. De afgelopen jaren werden geen jobs gecreëerd, maar recordwinsten geboekt. Waarom zou het patronaat vandaag dan plots wel bekommerd zijn om de werkgelegenheid? Wij zijn de recordwinsten van de grote bedrijven nog niet vergeten en blijven ons deel van de koek eisen. Meestappen in de besparingslogica van het patronaat zal er enkel toe leiden dat onze koopkracht verder wordt ondermijnd en dat we bovendien een deel van de prijs van de crisis moeten betalen door een verdere afkalving van de gemeenschapsmiddelen.

    Het wordt tijd dat met die logica wordt gebroken. De vakbondsleiding zou volgens de media niet afkerig staan tegenover de voorstellen van de bemiddelaar. Waar wacht de vakbondsleiding echter op om dit voorstel ook effectief aan de basis voor te leggen om er een debat en democratische beslissing over te nemen?

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop